© Uitgeverij De Morgen, 2003 Dit artikel mag niet gereproduceerd of verspreid worden zonder schriftelijke toestemming van Uitgeverij De Morgen NV.
(Foto Charly Kurz)
19 januari 2005, p. 1
Evy Ballegeer op de sofa met
SCHRIJVER-DANDY TOM WOLFE ‘Kijken mag, aankomen niet’
© Uitgeverij De Morgen, 2003 Dit artikel mag niet gereproduceerd of verspreid worden zonder schriftelijke toestemming van Uitgeverij De Morgen NV.
19 januari 2005, p. 2
‘Maagdelijkheid is een schande’ T
ijdens zijn bezoek aan de universiteit van Stanford in Californië, logeerde Tom Wolfe een maand lang in een hotel in Palo Alto. Het restaurant bleek een geliefkoosde ontbijtplek te zijn van de miljardairs van Silicon Valley. Wolfe verbaasde zich over hun losse kledingstijl. Ze droegen halfopen hemden met opgerolde mouwen, meestal blauwe jeans, soms een katoenen broek, mocassins zonder sokken en over hun schouder een sportjasje waarvan de zakken gevuld waren met gsm’s en blackberry’s. Toen Wolfe op een ochtend op een tafeltje stond te wachten, stak een man plots vijf dollar in zijn hand. “Heb je een tafel voor vier? We zijn nogal gehaast.” Want wie kon Wolfe in zijn witte pak en tweekleurige brogues anders zijn dan de maître d’hôtel? Was Wolfe dankzij zijn kenmerkende dandystijl al een buitenbeentje in het wereldje van de miljardairs, dan was dat op de diverse campussen die hij in vier jaar tijd bezocht voor de research van dit boek wel helemaal het geval. “Ik verving mijn witte jas meestal door een minder opvallend blauw exemplaar, maar een das volstaat al om je in TOM WOLFE die omgeving te Ik ben Charlotte kenmerken als een Simmons Oorspronkelijke titel: vreemd dier. De I am Charlotte Simmons meeste studenten Vertaald door Gerda Baardman, Tjadine Stheeman & Wim wisten trouwens Scherpenisse niet wie ik was. Als Prometheus, Amsterdam, ik ooit al de illusie 464 p., 24,95 euro (paperback), 35 euro (gebonden). had overal beroemd te zijn, dan is die nu wel helemaal doorgeprikt! Waarschijnlijk waren de studenten in het begin wel op hun hoede met zo’n oudere man in de buurt, maar naarmate de tijd vorderde en op feestjes de alcohol zijn werk deed,
hoe minder ‘last’ ze van me hadden. Ik nam ook nooit notities. Ik praatte alleen maar met hen. De meest interessante informatie haalde ik uit gesprekken met individuele studenten. En ik kan je verzekeren: ze waren erg open.” De herinnering maakt bij Wolfe een ondeugend lachje los. Ook nu ziet hij er weer onberispelijk uit. Wit pak, blauw met wit geruit hemd, blauwe das, en in zijn typische brogues witte kousen met blauwe stipjes. Zelfs de witte zakdoek waar hij af en toe zachtjes in kucht, is kraaknet. Hij zit met gekruiste benen in een elegante sofa op de veertiende verdieping van zijn Upper East appartement met uitzicht op Central Park. Op de piano in de hoek van het salon staan foto’s van zijn vrouw Sheila en zijn kinderen Alexandra en Tommy. Een dubbele Franse deur komt uit op de schrijfkamer met op de hoek van het gigantische bureau de typemachine waarop Wolfe de opvolger voor A Mann in Full tikte. “I am Charlotte Simmons is een boek over seks, meer bepaald over de interactie tussen seks en status. Op Amerikaanse universiteiten is seks alomtegenwoordig en dat komt vooral door de gemeenschappelijke studentenhuizen. Elk uur van de dag wachten lege bedden om gebruikt te worden. Die eenvoudige beschikbaarheid heeft alles veranderd. Zelfs volwassenen krijgen zo vaak de kans niet. Wat me het meest fascineert, is dat seks zo’n druk veroorzaakt. Het ergste wat je tegenwoordig genoemd kunt worden, is een maagd. De houding van de jonge vrouwen is compleet omgeslagen. Vroeger hielden zelfs de ergste sletten nog een façade op van maagdelijkheid, terwijl nu de maagden uitpakken met hun ervaring. Dat is gewoon vreselijk! Zeker als je de religieuze context in dit land bekijkt. Wat ik me ook niet realiseerde, is het belang van een
De nieuwe van Tom Wolfe, I am Charlotte Simmons bevat zoveel fucks, shits, assholes en seks dat The New York Times nauwelijks een passage kon vinden geschikt voor publicatie. Voor zijn boek over Amerika’s studentenleven schuimde de 74-jarige dandy-auteur talloze wilde feestjes af, waar hij intieme gesprekken had met geile studentes. ‘Ik had een bordje rond mijn nek gehangen: kijken mag, aankomen niet’, fluistert de schrijver Evy Ballegeer ondeugend toe in zijn Upper East appartement bij Central Park in New York.
vriendje. Het is het eerste wat de meisjes van elkaar willen weten: heb je een lief of niet? Het verbaast me dat in onze tijd, met zoveel feministische invloeden, vrouwen zichzelf opnieuw beoordelen volgens de man in hun leven. Maar wat me het meest geshockeerd heeft, is vuile taal te horen uit de mond van een mooie vrouw. Ze gebruiken woorden waarvan ze niet eens meer weten waar ze vandaan komen. Screwed, pissed off en asshole vinden ze helemaal niet plat of schokkend.” Wolfe fluistert bijna, zo gegeneerd is hij om de woorden te herhalen. Hoewel hij het in zijn boek uitgebreid heeft over het zogenaamde fuck-patois, krijgt hij het f-woord en
het eveneens veel gebruikte shit niet over zijn lippen. Ook al woont hij sinds het begin van de jaren zestig in New York, de welgemanierdheid die hij meekreeg tijdens zijn opvoeding in Richmond, Virginia zit duidelijk diepgeworteld. “Toen ik Bonfire of the Vanities geschreven had, las ik het hele boek voor op cassette voor mijn moeder, die toen zogoed als blind was. De agenten en aanklagers in dat verhaal denken dat ze stoer moeten doen en gebruiken nogal gemene taal. Ik had tot dan toe zelfs nog nooit damn durven zeggen in het bijzijn van mijn moeder en nu moest ik plots dat hele boek voorlezen. Ik was ontzettend beschaamd.”
© Uitgeverij De Morgen, 2003 Dit artikel mag niet gereproduceerd of verspreid worden zonder schriftelijke toestemming van Uitgeverij De Morgen NV.
(Foto Charly Kurz)
19 januari 2005, p. 3
Toen Wolfe aan zijn veldwerk voor dit boek begon, was het van zijn eigen studententijd geleden dat hij nog zo lang op een campus verbleef. “Ik begon te studeren in 1947 aan de universiteit van Washington and Lee, waar destijds enkel mannen toegelaten waren. Als we een afspraakje wilden met een meisje, dan moesten we een heel eind rijden naar een vrouwenuniversiteit. Beneden in de gang van de slaapzalen zat een oudere vrouw, een chaperonne aan een bureautje die controleerde of je niet gedronken had. Het drinken op de universiteit was trouwens toen even erg als nu. Of er toen ook drugs gebruikt werden, weet ik niet echt, maar ook nu valt dat nog goed mee.
Af en toe heb je wel een groepje dat cocaïne snuift, maar ze gebruiken bijvoorbeeld geen crack. Vroeger rookten studenten geen marihuana omdat ze dat een drug voor de lagere klasse vonden, nu geldt blijkbaar hetzelfde voor crack. “Wat in elk geval wel erg verschillend was, was onze kledij. Wij moesten een das dragen en een jasje met een heel bepaalde snit. Afgeronde hoeken bijvoorbeeld, want rechte hoeken werden gedragen door de lagere klasse in goedkope nachtclubs. Nu kleden studenten zich als 9-jarigen. Shorts en flipflops en T-shirts. En de leraars, die kleden zich zelfs nog slechter. De oude muur van formaliteit tussen de studenten en de
‘Het verbaast me dat vrouwen zichzelf opnieuw beoordelen volgens de man in hun leven. En wat me het meest geshockeerd heeft, is vuile taal te horen uit de mond van een mooie vrouw’ leraars is verdwenen. Is dat slecht? Waarschijnlijk wel. We zijn vaak ge neigd te denken dat oude gewoonten slechte gewoonten zijn. Maar dat is niet noodzakelijk waar. Vroeger trok je als student deftige kleren aan om je te onderscheiden van het ge wone volk. Die dingen mag je niet hardop zeggen, want ze klinken vre-
selijk. Maar het werkte. Toen de rijken de armen bezochten, kleedden ze zich mooi op, zodat de armen een beeld zouden hebben van wat ze konden bereiken. Als de rijken vandaag de armen bezoeken, kleden ze zich slechter dan hen, zodat ze zich niet schuldig zouden voelen. Schuld werd beschreven door een Duitse so-
© Uitgeverij De Morgen, 2003 Dit artikel mag niet gereproduceerd of verspreid worden zonder schriftelijke toestemming van Uitgeverij De Morgen NV.
19 januari 2005, p. 4
cioloog als de angst om benijd te worden. En dat is wat we vandaag zien. Maar goed, dat alles maar om te zeggen dat we behalve op het vlak van elektrische wetenschap niet noodzakelijk vooruitgang hebben geboekt. Alles degenereert.” olfe zucht diep. Zoals je dat misschien wel van een 74-jarige kunt verwachten, kan hij het niet laten om het verleden samen te vatten als de goede oude tijd. Zijn heimwee naar een lang vervlogen tijdperk weerspiegelt zich in Charlotte, het
W
titelpersonage van het boek. Het knappe 18-jarige meisje uit Sparta, een boerengat in North-Carolina is academisch erg onderlegd, maar gedraagt zich verder ontzettend wereldvreemd. Ze is niet alleen maagd, maar weet niets af van seks, heeft nog nooit gedronken, kent geen jongerentaal en is zich niet bewust van modetrends. Ze is zelfs zodanig naïef en onwetend over het moderne Amerika, dat ze wel een anachronisme lijkt. “Ik vind Charlottes naïviteit helemaal niet ongeloofwaardig. Ben je al eens in Sparta geweest? De auteur
van een recensie vroeg zich af hoe het kan dat iemand als Charlotte het blad Cosmopolitan niet kent. Maar in haar arme familie, in haar omstandigheden koop je nu eenmaal geen blad dat vier dollar kost. Cosmopolitan is overigens pure porno. De enige opdracht die de redacteurs hebben is het bedenken van uitzinnige dingen die een man zogezegd van een vrouw verwacht om dan een lijst te publiceren met 99 geheime manieren om een man op te winden. Ik heb met opzet de naam van de uitgever in het boek vermeld om hem te laten weten dat wat hij publiceert pure porno is.” En televisie? Zou iemand als Charlotte daar al niet een en ander van de wereld geleerd hebben? “Televisie is een Victoriaans medium. In de Victoriaanse tijd was niet alleen seks taboe, ook over vreselijke gebeurtenissen werd met geen woord gerept. Wanneer een kind in een televisiedrama ontvoerd wordt, dan zal dat kind nooit sterven. Ze vinden het terug en alles komt in orde. En realityshows? Laat me niet lachen. Die programma’s zijn zo erg als professioneel worstelen. Er wordt vooraf afgesproken wie de goede zal spelen en wie de slechte en alles wat er verder gebeurt, maken ze zelf uit. Ik vind echt dat televisie een meisje niet veel vertelt. Seks wordt misschien af en toe wel gesuggereerd, en heel af en toe krijg je misschien wat gehijg te horen, maar dat is het dan.” Hoewel Charlotte aanvankelijk haar best doet om haar maagdelijkheid te behouden, weerstaat ook zij uiteindelijk de sociale druk niet om met een knappe atleet naar bed te gaan. Wolfe beschrijft de gebeurtenis erg on-erotisch. De passage die begint met “Glibber, glibber, glibber, glibber deed de tong. Maar ze pro-
beerde zich vooral te concentreren op de hand, de hand, omdat die het hele gebied van haar lichaam nog te ontdekken had”, leverde hem de jaarlijkse Bad Sex Award op van het Londense blad Literary Review. “Er bestaat een uitdrukking: je kunt een hoer naar cultuur leiden, maar je kunt haar niet doen nadenken. Wel, je kunt een Engelse literator naar ironie leiden, maar je kunt het hem niet doen snappen. De scène waarvoor ze me de award hebben toegekend, vind ik fantastisch. Je hebt een meisje, Charlotte, een maagd, die dus nog nooit een voorspel heeft meegemaakt. De man duwt zijn tong in de holtes van haar mond. Voor Charlotte zijn hier twee kanten aan: enerzijds vindt ze het best wel leuk, maar anderzijds voelt ze zich ellendig, want ze heeft nog nooit zoiets ervaren, en ze voelt zich bang op een klinisch niveau. Daarom vraagt ze zich af: waar gaat zijn hand heen? Waarom zit het nu daar? Wat is het met die tong? Ik gebruik met opzet de term ‘otorhinolaryngological’, wat eigenlijk gewoon neus, keel en oren betekent. Voor mij is dat toch wel een rood licht dat zegt: ironie! Ironie! Ik heb trouwens gehoord dat ik de eerste genomineerde was in de geschiedenis van de award die hem niet is gaan afhalen. Maar ik heb gewoon nooit een uitnodiging ontvangen! Ik zou anders zeker gegaan zijn. Ik ben dol op Londen. Maar de Literary Review is een klein blad en waarschijnlijk zou een retourticket New York–Londen hen geruïneerd hebben.” Hoe ironisch het fragment ook bedoeld was, door Charlotte te ontmaagden, lijkt Wolfe een pessimistische boodschap mee te geven: fatsoen, beleefdheid en kuisheid kunnen onmogelijk overleven in het
© Uitgeverij De Morgen, 2003 Dit artikel mag niet gereproduceerd of verspreid worden zonder schriftelijke toestemming van Uitgeverij De Morgen NV.
19 januari 2005, p. 5
Amerika van de eenentwintigste eeuw. Amerika is zijn onschuld kwijt. Houdt de Republikein Wolfe hier een impliciet pleidooi voor een herstel van de ‘traditional moral values’? “Ik heb nog nooit een boek geschreven als een vorm van waarschuwing. Ik wil ook geen boodschap meegeven. Toen ik Bonfire of the Vanities geschreven had, zeiden ze dat ik een ontmoedigend beeld geschetst had van New York. En ik dacht: waar hebben ze het over? Ik was gewoon verwonderd door alle verschillende mensen die ik ont-
‘Ik weet niet hoe het moet eindigen met deze generatie. Zullen ze perverse seks blijven hebben, zullen ze willekeurig blijven rondvrijen?’ moette. Kijk hoe die man leeft en kijk hoe hij zich gedraagt... Wanneer je op zoek gaat naar informatie, dan ben je er niet op uit om mensen te waarschuwen! Ik weet niet hoe het moet eindigen met deze generatie, want er is nog te weinig tijd over ge gaan. Zullen ze perverse seks blijven hebben, zullen ze willekeurig blijven rondvrijen? Waarschijnlijk niet, maar we weten het niet. “Over de toekomst van de Verenigde Staten maak ik me in elk geval geen zorgen. De VS hebben nog zoveel kapitaal op de bank staan, dat we het ons kunnen veroorloven om veel te verspillen. We kunnen nog vaak de verkeerde richting uitgaan, voor het hier echt slecht zal aflopen. We hebben genoeg economische en militaire macht en een geschiedenis van religieus geïnspireerd fatsoen, waarbij er enorm aan liefdadigheid wordt gedaan. Als God gouden sterren uitdeelt voor goede daden, dan hebben we er al heel wat verzameld.” aar misschien neemt hij er wel een paar terug voor een oorlog die nog altijd aan de gang is? “Als God katholiek is, doet het er niet zo veel toe. Katholieken, tenminste zo heb ik het toch begrepen, kunnen een kapitaal opbouwen door goed werk te doen. Nu, ik ben opgevoed als presbyteriaan en wij kunnen het
M
allemaal in één keer verknallen. Maar de katholieken kunnen een ferme rekening opbouwen en dus hebben ze nog wel wat krediet. “Met dit boek heb ik helaas alleen maar de waarheid verzameld. Het is aan andere mensen om te zien wat ze ermee doen. De grootste voldoening van het schrijven komt voor mij van de ontdekking. Mensen dingen brengen die ik niet wist en die zij vermoedelijk ook niet weten. Voor mij is dat zo veel opwindender dan het promoten van een of andere zaak. Ik schrijf ook niet over politiek en eigenlijk geef ik er allemaal niet zoveel om. Voor mij is dit land zo gematigd. Onze regering is als een grote trein op het spoor. Je hebt mensen aan de linkse kant die wat schreeuwen, en je hebt mensen aan de rechtse kant die wat schreeuwen, maar de trein zelf, die raast maar door. “Sinds de verkiezingen sta ik in New York bekend als de enige intellectueel die Bush steunde. En eigenlijk heb ik dat niet eens echt gedaan. Het is best een grappig verhaal. Ik had een dineetje met mensen zoals ik, schrijvers en journalisten. En iedereen was aan het overleggen wat ze konden doen om Bush buiten te wippen. Ik had het gevoel dat de Democraten zo reactionair waren. Ze wilden ons zo snel mogelijk terugbrengen naar de tijd van voor de Eerste Wereldoorlog, toen alles nog comfortabel was, maar ik onthield me van elke commentaar. Mijn vader heeft me geleerd om tijdens het eten nooit over religie of politiek te praten en hij had meer dan gelijk. Ofwel verveel je iedereen te pletter, ofwel wordt iedereen boos op je. Ik laat de mensen dus liever gewoon eten. Maar goed. Ze waren daar dus over bezig en plots vraagt iemand mij: ‘Tom, wat denk jij dat we met Bush kunnen doen?’ En ik antwoordde: ‘Wel, als niets anders lukt, dan kun je misschien gewoon voor hem stemmen.’ Je had de reactie moeten zien! Ze zuchtten niet of rolden niet met hun ogen, maar keken me allemaal aan alsof ik net had gezegd: ‘O ja, ik had het jullie beter eerder verteld. Ik ben een kinderverkrachter.’ Dat is alles wat er gebeurd is, maar nu ben ik dus die enige New Yorker die Bush steunt. Tegenwoordig rijd ik twee keer per dag naar de Kennedy luchthaven om de schrijvers en journalisten uit te wuiven die gezworen hadden om het land te verlaten als Bush herverkozen werd. Het wordt hels voor Londen en Toronto om al die mensen te blijven opvangen.” EVY B A L L EG E E R