12. Olifant met gsm? Gisteren was het markt in de stad. Ik pakte m’n fiets en reed naar de markt. Het was er erg druk. Opeens zag ik mijn neefje staan. Ik riep hem en zwaaide. We gingen samen verder op pad om te ontdekken wat de marktkramers bij zich hadden. Misschien vonden we wel een verjaardagscadeautje voor oma! Bij de laatste kraam zagen we een mooie sjaal liggen. Dat zou oma vast een mooi cadeau vinden! Toen we weer thuis waren, pakten we de sjaal in en verstopten hem in de kast, achter een stapel boeken. Hier zou oma vast niet komen zoeken.
Ontspannende tekst: kort verhaal
Denk goed na!
Schrijfpalet
4
Denk goed na: Wat heb je gisteren zoal gedaan? Was het een leuke, grappige, saaie, gewone... dag? Hoe zorg je ervoor dat je verhaal toch leuk is om te lezen? Hoe kun je ervoor zorgen dat het woord ‘olifant’ in je verhaal komt? Hoe kun je ervoor zorgen dat het woord ‘GSM’ in je verhaal komt?
Tot zover mijn verhaal over wat ik gisteren gedaan heb. Nu is het aan jou. Maar we maken jouw opdracht een beetje moeilijker! Let goed op: schrijf een verhaal over wat je gisteren gedaan hebt, maar de woorden ‘olifant’ en ‘GSM’ moeten in je verhaal voorkomen! Oké? Begin er dan maar aan! :
Kies, verzamel en orden al je ideeen! Klaar? Begin dan maar te schrijven! 4e leerjaar groep 6
12. Olifant met gsm?
4e leerjaar groep 6
Schrijf een verhaal over wat je gisteren gedaan hebt, maar de woorden ‘olifant’ en ‘GSM’ moeten in je verhaal voorkomen!
Is je verhaal af, lees het dan eens voor aan een klasgenootje. Kan hij of zij ook een cijfer geven voor je verhaal? En op je manier van voorlezen? Je klasgenootje moet ook zeggen waarom hij of zij je dat cijfer geeft! Controleer: Kijk na of je de woorden ‘olifant’ en ‘GSM’ gebruikt hebt, of je geen foutjes geschreven hebt, of je zinnen kloppen...
14. Een dag uit het leven van… Vanmorgen stond ik op, nam een douche en ging ontbijten. Daarna poetste ik mijn tanden. Ik nam snel mijn boekentas en vertrok naar school. Gelukkig was het woensdag en konden we ’s middags al naar huis. Nadat ik gegeten had, ging ik naar de muziekschool. Daarna mocht Sam komen spelen. We speelden gezelschapsspelletjes, verstoppertje... Toen Sam weg was, maakte ik mijn huiswerk. Ik at en keek wat TV. Jammer genoeg mocht ik nog maar even opblijven, want het was bijna bedtijd. In bed las ik nog even in mijn boek. Een tijdje later viel ik in slaap... en droomde van mijn idool...
Schrijfpalet
Informatieve tekst: beschrijving
Denk goed na! Wie is jouw idool? Wat doet jouw idool? Wat zou hij of zij ’s morgens doen? Wat zou hij of zij eten? Wat doet hij of zij ’s avonds?
4
Jij hebt vast ook wel een idool. Iemand naar wie je opkijkt, van wie je vindt dat hij of zij goed kan zingen, leuke kleding draagt... Droom jij soms ook van je idool? Je las een beschrijving van hoe jouw dag eruit zou kunnen zien. Maar... hoe zou een dag van jouw idool eruit zien? Jouw beurt om een dag uit het leven van jouw idool te beschrijven. :
Kies, verzamel en orden al je ideeen! Vul de titel aan met de naam van jouw idool. Beschrijf nu een dag uit het leven van jouw idool. 4e leerjaar groep 6
14. Een dag uit het leven van… Hoe zou een dag van jouw idool eruit zien?
4e leerjaar groep 6
Is de dag uit het leven van jouw idool klaar, stel dan in het kort zijn of haar agenda van die dag samen.
Controleer: Staan je zinnen in een goede volgorde? Ben je niet elke zin met hetzelfde woord begonnen?
21. Vreemde wezens online
Schrijfpalet Schrijfpalet
Dialoog
4
Denk goed na! Bram zegt:
Hallo, Dries! Alles goed? Dries zegt:
Ja, super! Bram zegt:
Hoe komt dat?
Welke nickname gebruik je? Hoe heet het ruimtewezen? Welke nickname krijgt het ruimtewezen? Wat ga je allemaal vragen? Wat gaat het ruimtewezen antwoorden? Zijn er dingen die het ruimtewezen van jou wil weten?
Dries zegt:
We hadden gisteren een belangrijke voetbalwedstrijd. En we hebben gewonnen! Bram zegt:
Waauw! Dat is héél goed van jullie ploeg! Wij hebben verloren... Dries zegt:
Da’s toch niet erg! Volgende keer winnen jullie misschien wel! Bram zegt:
Misschien... Ik moet nu weg! Dries zegt:
Kies, verzamel en orden al je ideeen! En nu schrijven maar... :
Oké, daag!
Gebruik je dan ook een nickname? Dat is een naam die je voor jezelf bedacht hebt. Dries zou ‘voetbal-ster’ kunnen heten in dit gesprek, Bram misschien ‘wat een pech ...’ Meestal kun je jouw gesprekspartner ook zelf kiezen, maar dit keer niet... We hebben voor jou een wel heel speciale gast uitgenodigd voor een chatgesprek, namelijk een écht ruimtewezen!
Zo’n gesprek herken je vast wel. Jij hebt waarschijnlijk ook wel eens gechat met een vriendje, vriendinnetje... Je praat dan over allerlei dingen: over de vakantie, over televisieprogramma’s, over muziek, over huiswerk... 4e leerjaar groep 6
21. Vreemde wezens online
4e leerjaar groep 6
Chatten maar!
Is je gesprek klaar, gebruik dan het onderste kadertje om een foto van jezelf te tekenen. In het bovenste kadertje maak je een tekening van het ruimtewezen waarmee je gesproken hebt.
Controleer: Komt alles duidelijk over ondanks afkortingen en chat-taal? Heb je gebruik gemaakt van kleine tekeningetjes tijdens je gesprek?