Schoolveiligheidsplan vso het meerik Persoonskenmerken van de leerlingen: Leerlingen van het meerik verdienen veel zorg en aandacht. Uitgangspunt is het belang van de individuele leerling en zijn specifieke mogelijkheden. Het onderwijs op het meerik kenmerkt zich dan ook door haar gedifferentieerde benadering. Dit geldt ook voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Een ontwikkelingsachterstand heeft ook gevolgen voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Leerlingen kunnen niet op het niveau van hun kalenderleeftijd aangesproken worden. Soms heb je oudere leerlingen die nog een egocentrische belevingswereld hebben passend bij een jonger kind (peuter/kleuter). Verder zijn er leerlingen met stoornissen waarbij het inlevingsvermogen in jezelf en een ander verstoord is. (stoornis in het autistisch spectrum, ADHD etc.) Ook zijn er leerlingen op school waarbij de gewetensvorming verstoord is en leerlingen die negatief zelfbeeld hebben door over- of onderschatting door hun omgeving. Deze gemêleerde doelgroep vraagt erom dat sociale vaardigheden worden ingetraind omdat het inzicht vaak ontbreekt. Uitgangspunt veilige school: voor leerlingen Schoolregels: In en rond onze school respecteren wij elkaar. Wij doen dit door fatsoenlijk en verzorgd taalgebruik. Elkaar niet te kwetsen, te kleineren, of pijn te doen. Elkaars bezittingen niet meenemen, of stuk maken. Niemand buiten te sluiten. Luisteren naar elkaar. Handen thuis (ruzies/gevoelens van boosheid niet oplossen door middel van lichamelijke agressie). Bij iemand terecht kunt als er problemen zijn. Ze worden serieus genomen door personeel. Uitgangspunt veilige school: voor ouders en/of verzorger(s) Hun kinderen gaan graag naar school. Er bestaan geen bedreigingen. Ze vinden een open oor voor problemen. Signalen worden opgepakt en problemen aangepakt. Duidelijke afspraken. Uitgangspunt veilige school: voor personeel Ze worden met respect bejegend door leerlingen, ouders/verzorgers, collega’s etc. Problemen worden aangepakt. Ze kunnen ergens terecht met signalen. Het is duidelijk wat er gebeurt bij calamiteiten. Duidelijke afspraken. Uitgangspunt veilige school: voor omgeving Geen last van de leerlingen die rond de school hangen. Geen vandalisme, vervuiling of diefstal. Leerlingen worden aangesproken op hun gedrag. Een aanspreekpunt voor suggestie of eventuele klachten. Signalen worden opgepakt en problemen aangepakt.
Schoolveiligheidsplan meerik
1
Inhoud van het schoolveiligheidsplan: Opgebouwd uit de volgende op zich zelf staande protocollen: 1. Protocol gedragsregels (waaronder ongewenst gedrag) 2. Protocol pleinregels, schoolregels en algemene regels 3. Protocol pesten 4. Protocol time out, schorsing en verwijdering 5. Protocol weglopen 6. Protocol agressie en geweld tussen ouders en school 7. Protocol ongevallen 8. Protocol medisch – hygiënisch handelen 9. Protocol rouwverwerking (incl. 8 schoolbrieven) 10.Protocol gebruik internet op school 11.Protocol drugs en alcohol 12.Protocol signaleren huiselijk geweld en kindermishandeling 13.Protocol verwijderen en separeren v.d. leerling 14.Protocol kleeftechniek 15.Protocol mobiele telefoons 16.Protocol roken 17.Protocol ontruimen
Schoolveiligheidsplan meerik
2
Protocol gedragsregels:
A. In taalgebruik, zowel van personeel onderling, leerlingen onderling en leerkrachten en leerlingen is het niet toegestaan: Leerlingen/leerkrachten op hun uiterlijk en lichamelijke kenmerken te bejegenen; Leerlingen/leerkrachten op hun culturele/godsdienstige achtergrond onheus te bejegenen; leerlingen/leerkrachten tegen hun wil aan te raken, indien de noodzaak daartoe niet aanwezig is; Insinuerende, sarcastische, seksueel getinte en vernederende toespelingen te maken; Materiaal waarop mensen als lustobject of als minderwaardig worden afgebeeld te vertonen (denk aan tekeningen, affiches en schoolkrant). B. Collega’s die zich niet aan de gedragsregels houden voor collega’s onderling. Collega’s moeten aanspreekbaar zijn op hun gedrag. Als een collega dit niet durft, naar contactpersoon gaan. Je moet als collega terug kunnen vallen op het protocol. Het moet voor iedereen duidelijk zijn wie de contactpersonen zijn, ook voor stagiaires! Duidelijk vermelden in schoolgids. C. Contact personeel / leerling: Men blijft niet alleen na met een leerling in een afgesloten ruimte; Alle ruimtes moeten stoorbaar zijn; Alle ruimtes moeten open zicht bieden; Vertel collega’s dat je alleen bent met een leerling als het niet anders kan. Feliciteren gebeurt d.m.v. een hand geven. D. Hulp bij aankleden, douchen, gymmen en het naar het toilet gaan. De deur van de kleedkamer gaat niet op slot. Jongens en meisjes hebben een aparte kleedruimte. Bij OB en MB groepen is de leerkracht aanwezig in de douche- en kleedruimte en helpt waar het nodig is. Douchen na de gym is verplicht (bij gym buiten kan er van worden afgeweken). Jongens en meisjes douchen in gescheiden ruimtes. Hulp op het toilet door begeleiding van zelfde sekse. E. Wijze van reageren: Troosten moet kunnen, maar wel passend bij kalenderleeftijd; dus een kind van bijv. 14 jaar neem je niet meer op schoot. F. Buitenschoolse activiteiten: In principe wordt er vanaf de onderbouw in aparte ruimtes gedoucht/gewassen. Vanaf de onderbouw wordt de slaapzaal op groep of sekse gescheiden
Schoolveiligheidsplan meerik
3
Bij calamiteiten wordt de contactpersoon direct op de hoogte gebracht
G. Stage van onze leerlingen: De stagebegeleiding zorgt ervoor dat het onderwerp ongewenste intimiteiten tijdens de stage voorbereiding aan de orde komt; De school (stagebegeleiding) stelt de stage-bedrijven en –instellingen op de hoogte van het feit dat er een klachtenprocedure is wat betreft ongewenste intimiteiten. H Stagiaires: Zij moeten bij de introductie door de stage coördinator op de hoogte gebracht worden van het gedragsprotocol, wie de contactpersonen zijn en wat te doen bij calamiteiten. I. Nieuwe leerkrachten / invallers: Nieuwe leerkrachten/invallers worden op de hoogte gebracht van het gedragsprotocol, wie de contactpersonen zijn en wat te doen bij calamiteiten. J. Corrigeren van gedragsproblemen d.m.v. fysiek handelen In geval een leerling gedragsmatig dusdanig ontspoort dat hij/zij een bedreiging vormt voor anderen of zichzelf wordt er als volgt gehandeld: Situatie buiten: De leerling wordt uit de situatie gehaald en in bedwang gehouden door de collega. Lichamelijke inzet: leerling mag door 2 collega’s bij de armen worden vastgehouden. Andere (3e) collega waarschuwt de groepsleerkracht en deze neemt de leerling over en probeert op een stoorbare plek het kind tot bedaren te brengen. Situatie binnen: Situatie leerkracht alleen: De leerling wordt uit de situatie gehaald en in bedwang gehouden door de leerkracht op een stoorbare plek. Zodra je in de gelegenheid bent wordt er een andere collega gewaarschuwd die de groep overneemt. Lichamelijke inzet: zie J.. Situatie leerkracht/klassenassistente: idem als boven alleen hoeft er geen andere collega gewaarschuwd te worden. K. Melding/klacht ongewenst gedrag: Bij calamiteiten waarin bovenstaande niet voorziet, wordt contact opgenomen met het multidisciplinaire team(directeur, contactpersoon ongewenste intimiteiten, internbegeleider, orthopedagoog) van de school en de ouders en wordt een individueel gedragsprotocol opgesteld. Ongewenst gedrag waarbij de vertrouwenspersoon betrokken wordt, wordt geregistreerd d.m.v. een formulier registratie melding/klacht ongewenst gedrag door de adjunct-directeur.
Schoolveiligheidsplan meerik
4
Registratie melding/klacht ongewenst gedrag O Schoolcontactpersoon O Groepsleerkracht O Intern begeleider O Directie Melding: We spreken van een melding wanneer er op school met ouders, verzorgers, leerlingen, collega’s of andere betrokken een serieus gesprek heeft plaatsgevonden inzake één of andere vorm van machtsmisbruik. Klacht: We spreken van een klacht wanneer de vertrouwenspersoon een gesprek heeft gevoerd met alle betrokkenen en er een officiële klacht is geformuleerd richting klachtencommissie/directie. Gegevens klager: Naam: Geslacht: Groep/locatie: Functie:
Functionele relatie met aangeklaagde
Melding/klacht gericht tegen: Gegevens aangeklaagde: Naam: Geslacht: Groep/locatie: Functie:
Functionele relatie met aangeklaagde
Man/vrouw Groep: O leerling O ouder O personeelslid O O O O O
leerling van ouder van leerling van collega van leidinggevende van anders:
Man/vrouw Groep: O leerling O ouder O personeelslid O O O O O
Locatie:
Locatie:
leerling van ouder van leerling van collega van leidinggevende van anders:
Plaats ongewenst gedrag: O op school O bij buitenschoolse activiteiten 0 op stage O anders, nl:
Schoolveiligheidsplan meerik
5
Aard ongewenst gedrag: Seksuele intimidatie: O verbaal: opmerkingen over uiterlijk, schuine moppen etc. O fysiek O non verbaal: blikken O anders…………….
Agressie en geweld: O bedreiging verbaal O bedreiging fysiek O mishandeling O schade/vernieling O stalking O anders…………..
Mondeling/schriftelijk/elektronisch Mondeling/schriftelijk/elektronisch
Pesten: (zie pestprotocol) O verbaal: opmerkingen O roddelen O negeren O uitsluiten O informatie achterhouden O beschadigen, vernielen O anders……………………
Discriminatie/racisme: O opmerkingen over ras O opmerkingen over uiterlijk O opmerkingen over leefwijze O opmerkingen over godsdienst O opmerkingen over sekse O opmerkingen over seksuele voorkeur O anders…………………….
Mondeling/schriftelijk/elektronisch Mondeling/schriftelijk/elektronisch
Frequentie ongewenst gedrag: O eenmalig O meerdere malen O door één persoon O door meerdere personen O gericht op meerdere personen Opmerkingen:
Schoolveiligheidsplan meerik
6
Protocol plein, school en algemene regels Bij het naar buiten gaan: Voordat de leerlingen naar buiten gaan kunnen een aantal zaken worden voorbesproken: Wie hebben er pleinwacht Met wie ga je spelen Wat ga je doen Eventueel even de regels opfrissen Pleinregels: In de ochtendpauze gaan de leerlingen naar buiten om 10:05 uur (midden- en bovenbouw) of 10:20 uur (onderbouw) Pleinwacht gaat strategisch op het plein staan zodat alle leerlingen in het vizier zijn De pleinwacht neemt de bal en de fluit mee. Spullen worden weer in de speelkast gedaan als die niet gebruikt worden Spullen uit de speelkast worden gebruikt zoals ze bedoeld zijn Bal op het dak; aangeven bij de pleinwacht Wil je naar de WC?; aangeven bij de pleinwacht Wanneer er problemen zijn, ga je naar de pleinwacht Pleinwacht regelt het “naar binnen gaan” Skelter blijft op de tegels (niet slippen en op 4 wielen), alleen leerlingen OB. Leerlingen MB niet op de skelter (alleen in overleg) Er wordt alleen in het voetbalcourt gevoetbald Niet meer dan 4 tegen 4 De pleinwacht stelt de teams samen Te hard knallen is niet toegestaan. Eerste keer een waarschuwing, daarna verwijderd Bal over het hekwerk betekent strafschop In de middagpauze gaan de leerlingen pas naar buiten als zij dat van de leiding gehoord hebben Op de picknicktafels mag gezeten worden Pleinwacht lopen: Pleinwacht loop je altijd samen. Verdeel de taken. Regel dit in onderling overleg. Loop ‘actief’ pleinwacht. Een pleinwacht die heen en weer loopt is duidelijker aanwezig en ziet meer dan iemand die de hele pauze op dezelfde plaats zit/staat Probeer consequent op te treden. Waarschuwen mag, maar niet te vaak. De meeste kinderen hebben baat bij een eenduidige benadering. Verschillende stijlen van optreden zijn wellicht niet helemaal te voorkomen, maar is wel onwenselijk. Dus als na een of twee keer waarschuwen ongewenst gedrag niet stopt, de betreffende leerling naar binnen sturen. Desnoods via de groepsleerkracht. Als je afwezig bent, regel dan zelf je vervanging. Laat dit niet de verantwoordelijkheid zijn van je collega pleinwacht. Als leerlingen een bepaalde aanpak nodig hebben die afwijkt van bovenstaande, wordt dit verteld op de personeelsvergadering.
Schoolveiligheidsplan meerik
7
Naar binnen gaan: Pleinwacht zorgt dat de leerlingen naar binnen gaan Even nabespreken hoe het was buiten en indien nodig op ingaan; soms moet dit bij individuele leerlingen altijd gebeuren. Binnen de school: Algemene schoolregels Iedereen komt binnen door de deur van het plein Onderbouw gaat direct bij aankomst op school naar binnen Midden-en bovenbouw gaan om uiterlijk 08:25 uur naar binnen Fietsen in de fietsenstalling Jas en tas ophangen en in de klas blijven Petten aan de kapstok Er wordt niet gesnoept op school, tenzij je genoeg hebt voor iedereen Je raakt elkaar niet aan Je gaat gewoon op je stoel zitten, niet wiebelen Stoelen aanschuiven Je eigen afval opruimen glazen en kopjes opruimen In de hal blijf je op dezelfde plek zitten als je gekozen hebt Bij hoesten en gapen; hand voor de mond zoveel mogelijk in de pauze en/of voor schooltijd naar de wc Wanneer je iets moet vragen bij een andere groep; aankloppen en vragen of je even mag storen Er worden geen foto’s gemaakt van andere leerlingen Mobiel, DS, MP3/4, PSP, sleutels, portemonnee e.d. worden ingeleverd en gaan in de klassekluis Binnen de school: Basisregels (zichtbaar in de klas) 1. Voor groot en klein zullen we aardig zijn. 2. We noemen iedereen bij zijn naam, scheldwoorden laten we staan. 3. Eerlijk zijn, is fijn. 4. We zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken morgen. 5. Binnen een wandelgebied en buiten hoeft dat lekker niet.
Schoolveiligheidsplan meerik
8
Pestprotocol Het meerik INHOUD 1.
Waarom wij kiezen voor een pestprotocol
2.
Algemene achtergrondinformatie
2 2.1 2.2 2.4
Wat verstaan wij onder pesten? Kenmerken van de pestkop Kenmerken van de gepeste Signalen, die wijzen op pestgedrag
3.
Op welke wijze wordt in onze school gewerkt aan het voorkomen van pestgedrag? Kindkenmerken van zml-leerlingen Voorkomen van pestgedrag
3.1 3.2 4.
Hoe wordt er gehandeld in situaties, waarin pestgedrag wordt gesignaleerd?
5.
Welke gedragsregels worden in de groep gehanteerd?
6.
Bijlagen Bijlage 1: Groepsregels
Schoolveiligheidsplan meerik
9
Waarom wij kiezen voor een pestprotocol Onze visie ten aanzien van onze school: Op het meerik gaan we uit van de algemeen geldende normen en waarden van de Nederlandse samenleving. We willen ons onderwijs zo gedifferentieerd mogelijk aanbieden, aansluitend bij het individuele ontwikkelingsniveau van de leerling. (adaptief onderwijs) We richten ons op de mogelijke participatie van onze leerlingen in de maatschappij waarbij de nadruk ligt op werken, wonen en vrije tijd.(sociale, cognitieve en maatschappelijke redzaamheid) We willen de begeleiding gestalte geven in een school die kindvriendelijk en open van karakter is. Een school voor speciaal onderwijs die open staat voor alle kinderen en ouders/verzorgers ongeacht afkomst, geloof en ras. Het is in onze ogen van groot belang, dat de kinderen zich in onze school thuis voelen. Wij streven naar een prettige, ontspannen en open sfeer, waarin de kinderen zich gerespecteerd voelen, en ervaren dat er voor iedereen, ongeacht capaciteiten en vaardigheden, de nodige belangstelling en aandacht is. Een dergelijke werksfeer, ook wel pedagogisch klimaat genoemd, vormt een basisvoorwaarde voor het bereiken van goede onderwijsleerresultaten en een positieve ontwikkeling van de kinderen. Belangrijk kenmerk binnen dit pedagogisch klimaat is dus een kindvriendelijke onderwijsleeromgeving, waarbij een gevoel van veiligheid en geborgenheid bij de kinderen de grondslag vormt. Binnen de school doen zich buitengewoon veel situaties voor, waarin kinderen zich heel kwetsbaar opstellen binnen de groep, of bijvoorbeeld bij het spelen op het plein. Situaties, die gemakkelijk kunnen leiden tot gevoelens van ontevredenheid, jaloezie en je achtergesteld of zelfs genegeerd voelen. Dergelijke situaties leiden gemakkelijk tot pestgedrag. Er wordt een slachtoffer gezocht en gevonden. Er worden nog wat meelopers geronseld, en de basis voor een langdurige pestsituatie, met alle negatieve gevolgen van dien is gelegd en kan worden opgestart. Pestgedrag is een niet te ontkennen fenomeen. Een fenomeen, dat zich op een brede schaal voordoet, niet alleen binnen het gezin maar ook in de vrijetijdsbesteding (b.v. de voetbalvereniging) en in en rondom de school. Pestgedrag in en rondom onze school belemmert de voortgang van het onderwijsleerproces, doordat veel tijd aan de oplossing van dergelijk gedrag moet worden besteed en doet ook absoluut inbreuk op onze visie, dat wij in onze school een veilige en kindvriendelijke onderwijsleeromgeving willen nastreven. Met behulp van dit pestprotocol willen wij het pestgedrag binnen onze school en aanpakken nadat een pestsituatie is gesignaleerd. Naast de nodige basisinformatie voor de leerkrachten is dit protocol beschreven voor situaties waarin pestgedrag wordt gesignaleerd, en zijn overzichten van regels en afspraken ten aanzien van de omgang met elkaar opgenomen. Deze regels zijn in de groepen duidelijk zichtbaar opgehangen, en met de kinderen besproken. Ook in de gangen van de school zijn pleinregels duidelijk zichtbaar opgehangen. Bij de aanpak van gesignaleerd pestgedrag worden ook de ouders indien nodig betrokken, omdat pestgedrag zich niet alleen beperkt tot de school en omdat
Schoolveiligheidsplan meerik
10
oorzaken van pestgedrag zeker niet alleen binnen de school, maar vaak ook buiten de school liggen. Dit pestprotocol is een middel om de volgende doelstellingen te bereiken: -
De leerkrachten kunnen het pestgedrag signaleren en onderkennen. Het pestprotocol vormt een stappenplan ten aanzien van: Het signaleren van pestgedrag Het remediëren van pestgedrag De samenwerking tussen ouders en school om pestgedrag te voorkomen en te remediëren. (indien nodig)
Met dit pestprotocol hopen wij samen met de leerlingen en ouders een positieve en effectieve bijdrage te kunnen leveren aan het voorkomen en bestrijden van pestgedrag.
Schoolveiligheidsplan meerik
11
2.
Algemene achtergrondinformatie
2.1 Wat verstaan wij onder pesten? Het verschijnsel pesten is een zondebokfenomeen, dat inhoudt, dat leden van een groep om een bepaalde reden een soortgenoot mishandelen. Een fenomeen, dat niet alleen bij mensen voorkomt, doch ook in de dierenwereld bij bijvoorbeeld kippen, apen en katten is aangetoond. Pesten kent duidelijk andere kenmerken dan plagen. Uit een plaagsituatie kan echter heel gemakkelijk een pestsituatie voortvloeien. Een duidelijk overzicht van de kenmerken van PLAGEN en PESTEN, en de gevolgen van dit gedrag vormt een basis voor het signaleren van pestgedrag: Pesten en plagen, waar zit het verschil? PLAGEN Is onschuldig, en gebeurt onbezonnen en spontaan. Gaat soms gepaard met humor. Is van korte duur, of gebeurt slechts tijdelijk. Speelt zich af tussen ‘gelijken’ (‘Twee honden vechten om hetzelfde been’). Is meestal te verdragen, of zelfs leuk maar kan ook kwetsend of agressief zijn.
Meestal één tegen één.
Wie wie plaagt, ligt niet vast. De tegenpartijen wisselen keer op keer.
PESTEN Gebeurt berekenend (men weet meestal vooraf goed, wie , hoe en wanneer men gaat pesten). Men wil bewust iemand kwetsen of kleineren. Is duurzaam: het gebeurt herhaaldelijk, systematisch en langdurig (stopt niet vanzelf en na korte tijd). Ongelijke strijd. De onmachtsgevoelens van de gepeste staan tegenover de machtsgevoelens van de pestkop. De pestkop heeft geen positieve bedoelingen en wil pijn doen, vernielen of kwetsen. Meestal een groep (pestkop en meelopers) tegenover één geïsoleerd slachtoffer. Er bestaat een neiging tot een vaste structuur. De pestkoppen zijn meestal dezelfden, net zoals de slachtoffers (mogelijk wisselend door omstandigheden).
GEVOLGEN ‘Schaafwond’ of korte draaglijke pijn (hoort bij het spel). Wordt soms ook als prettig ervaren (‘Plagen is kusjes vragen’).
De vroegere relaties worden vlug
Schoolveiligheidsplan meerik
GEVOLGEN Indien niet tijdig wordt ingegrepen, kunnen de gevolgen (zowel lichamelijk als psychisch) heel pijnlijk en ingewikkeld zijn en ook lang naslepen.
12
weer hersteld. De ruzie of het conflict wordt spoedig bijgelegd. Men blijft opgenomen in de groep. De groep lijdt er niet echt onder.
Het is niet gemakkelijk om tot betere relaties te komen. Het herstel verloopt heel moeizaam. Isolement en grote eenzaamheid bij het gekwetste kind. Aan de basisbehoefte om ‘Bij de groep te horen’ wordt niet voldaan. De groep lijdt onder een dreigend en onveilig klimaat. Iedereen is angstig, en men wantrouwt elkaar. Er is daardoor weinig openheid en spontaniteit. Er zijn weinig of geen echte vrienden binnen de groep.
2.2 Kenmerken van de pestkop Alhoewel wij niet zomaar iemand een etiket van ‘Pestkop’ kunnen opplakken op basis van een of meer van de volgende kenmerken en kinderen natuurlijk onderling verschillen, is toch in de praktijksituatie gebleken, dat bij kinderen die pesten, vaak een of meer van de volgende kenmerken opvallen:
Staat vrij positief tegenover geweld, agressie, en het gebruik van stoere taal. Imiteert graag agressief gedrag. Is vlugger agressief, gebruikt meer geweld. Lijkt assertief: zegt spontaan wat hij denkt of voelt. Komt uit voor zijn mening. Is vrij impulsief. Heeft de neiging anderen te overroepen of te domineren om controle te houden, maar is misschien minder zeker dan het lijkt. Wil het middelpunt zijn en is vlug jaloers. Is meestal fysiek sterker of omringd door sterke vrienden die zijn gezag respecteren. Heeft moeite met regels, grenzen, en eigen of door anderen opgelegde regels. Schat situaties verkeerd in. Schat de gevolgen van zijn gedrag verkeerd in. Heeft het moeilijk met stress of spanning, die van buitenaf wordt opgelegd (proefwerken, agressie van ouders, etc.). Lijdt vaak aan een negatieve faalangst. Hoe onveiliger hij zich voelt, hoe groter de behoefte aan een zondebok. Is niet noodzakelijk dommer of slimmer dan de rest. Geniet respect uit angst en niet uit waardering. Heeft een zwak inlevingsvermogen, is vooral met zichzelf bezig en houdt geen rekening met anderen.
Schoolveiligheidsplan meerik
13
2.3 Kenmerken van de gepeste Alhoewel wij niet zomaar iemand een etiket van ‘Gepeste’ kunnen opplakken op basis van een of meer van de volgende kenmerken, en kinderen natuurlijk onderling verschillen, is toch in de praktijksituatie gebleken, dat bij kinderen die gepest worden, vaak een of meer van de volgende kenmerken opvallen:
Houdt niet van geweld en agressief of onbeschoft taalgebruik. Weet niet hoe hij met agressie van anderen om moet gaan. Is meestal fysiek zwakker. Is eerder in zichzelf gekeerd. Is geneigd zich onderdanig of gedienstig te gedragen. Is onzeker in zijn sociale contacten. Durft niet op te komen voor zichzelf. Heeft vaak een lage dunk van zichzelf en gelooft uiteindelijk, dat hij het verdient om gepest te worden. Voelt zich vaker eenzaam dan andere kinderen. Voelt niet goed aan, welke regels of normen er binnen de groep gelden. Reageert niet op de gepaste manier op druk: Begint te huilen, of gedraagt zich slaafs, gaat klikken of vleien, probeert zich vrij te kopen met snoep of geld, probeert de pestkoppen na te bootsen, maar faalt daarin.
2.4 Signalen, die wijzen op pestgedrag Vaak kunnen door middel van een goede observatie al bepaalde signalen van pestgedrag worden opgevangen. Door het goed observeren van kinderen in de verschillende onderwijsleersituaties en spelsituaties kunnen pestsituaties al in een vroeg stadium worden gesignaleerd en kan op gepaste wijze worden ingegrepen. Signalen bij de gepeste:
Het kind heeft blauwe plekken, of schrammen, gescheurde kleren, en mist eigendommen (b.v. speelgoed, broodtrommel). Let zeker op, als het kind normaliter niet slordig is. Ook als het niet weet hoe de signalen er gekomen zijn, of excuses zoekt, is er vaak meer aan de hand. Het kind maakt zich het liefst onzichtbaar. Zelfs zonder zichtbare aanleiding gedraagt het zich als een geslagen hondje. Het is vaak verdrietig of neerslachtig, of heeft onverwachte stemmingswisselingen met driftbuien. In sommige gevallen is het onhandelbaar, agressief en overspannen. Het staat dikwijls alleen op de speelplaats. Het kind zoekt het veilige gezelschap van de groepsleiding. Als er groepjes worden gekozen, wordt het kind als laatste gekozen, of het blijft over. De schoolresultaten worden opeens veel slechter. Het kind is vaak afwezig, letterlijk of figuurlijk. Het vlucht weg in de fantasie en zorgt ervoor dat het zo nipt mogelijk op tijd op school komt, en is meteen na de bel weer weg. Op zondagavond of voor het kind naar een club moet, is het bijzonder gestresst, en zoekt redenen om niet naar school of naar de club te moeten.
Schoolveiligheidsplan meerik
14
Signalen bij de pestkop:
Het kind heeft blauwe plekken of schrammen en besmeurde of gescheurde kleren van de slachtoffers, die zich hebben verdedigd. Zijn vriendjes zijn volgzame meelopers, die wachten op instructies van de pestkop. Het kind vindt het moeilijk om samen te spelen of samen te werken, omdat het altijd de baas wil zijn. Het verdraagt het slecht om afhankelijk te zijn van het toeval, of van de bekwaamheid of onbekwaamheid van anderen. Het kind verdraagt geen kritiek en wordt boos als zijn positieve beeld van zichzelf ter discussie wordt gesteld, al is het ook maar door een grapje. Zijn vriendjes zijn gelijkgezinden. Ze spreken vaak negatief of kleinerend over bepaalde kinderen. Wie niet bij de groep hoort, is een zwakkeling of zelfs een vijand. Ze kiezen agressieve idolen uit sport, muziek of film. De pestkop is regelmatig brutaal tegenover een zwakker gezinslid. Dit kan ook een ouder zijn. De pestkop kan zich moeilijk inleven in de gevoelens van anderen en heeft weinig of geen schuldgevoelens. Het kind kan moeilijk grenzen aanvaarden die door anderen worden opgelegd en verdraagt geen kritiek. Je krijgt de indruk, dat het kind een dubbelleven leidt: thuis of tegenover de leraar is het volgzaam en braaf, maar je hoort klachten over het kind in onbewaakte momenten.
Schoolveiligheidsplan meerik
15
3. Op welke wijze wordt in onze school gewerkt aan het voorkomen van pestgedrag? 3.1 Kindkenmerken van zml-leerlingen: Leerlingen van het meerik verdienen veel zorg en aandacht. Uitgangspunt is het belang van het individuele kind en zijn specifieke mogelijkheden. Het onderwijs op het meerik kenmerkt zich dan ook door haar gedifferentieerde benadering. Dit geldt ook voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Een ontwikkelingsachterstand heeft ook gevolgen voor de sociaal emotionele ontwikkeling. Leerlingen kunnen niet op het niveau van hun kalenderleeftijd aangesproken worden. Soms heb je oudere leerlingen die nog een egocentrische belevingswereld hebben passend bij een jonger kind (peuter/kleuter). Verder zijn er leerlingen met stoornissen waarbij het inlevingsvermogen in jezelf en een ander verstoord is. (stoornis in het autistisch spectrum, ADHD etc.) Ook zijn er leerlingen op school waarbij de gewetensvorming verstoord is en leerlingen die negatief zelfbeeld hebben door over- of onderschatting door hun omgeving. Deze gemêleerde doelgroep vraagt erom dat sociale vaardigheden worden ingetraind omdat het inzicht vaak ontbreekt. Als er een ‘pestsituatie’ op school gesignaleerd wordt, is het dan ook belangrijk om na te gaan om welke leerlingen het gaat en wat er met die leerling aan de hand is om te kijken hoe het probleem het beste aangepakt kan worden. Het is dan ook niet mogelijk om met een standaard stappenplan te werken omdat iedere situatie om een andere aanpak vraagt. 3.2 Voorkomen van pestgedrag Ter voorkoming van pestgedrag zijn in onze school de volgende maatregelen genomen en wordt in onze school de volgende werkwijze gehanteerd. 1. Gedurende de dag en in het bijzonder tijdens de lessen “STIP”, methode voor sociaal-emotionele vorming, wordt preventief aandacht besteed aan het voorkomen van pestgedrag d.m.v. het op een juiste manier leren omgaan met elkaar. 2. De groepsleiding heeft kennis en inzicht m.b.t. alle aspecten van pestgedrag, en zijn vaardig in het signaleren en remediëren van pestgedrag. De groepsleiding is in het bezit van een pestprotocol en handelen conform de hierin genoemde afspraken en stappen. 3. In alle groepen worden duidelijke groepsregels gehanteerd, die met de leerlingen worden besproken. De basisregels hangen duidelijk zichtbaar voor alle leerlingen in de groep (eventueel in de vorm van picto’s). 4. Positief gedrag van leerlingen t.a.v. omgaan met elkaar wordt becomplimenteerd. 5. Er is vanuit het aeso afgesproken dat de les begint om 8.45 uur. Als een leerling vroeger op school is, weet de leerling wat hij/zij moet doen. Iemand van de groepsleiding houdt toezicht. Dit wordt onderling afgesproken. 6. In alle groepen worden lessen sociaal-emotionele vorming gegeven m.b.v. de methode “STIP”. 7. Groepsoverstijgend is er een aanbod van Rots en water. Aanmelden gaat via zorgteam waarna groep wordt samengesteld voor periode.
Schoolveiligheidsplan meerik
16
4.
Hoe wordt er gehandeld in situaties, waarin pestgedrag wordt gesignaleerd? In situaties, waarin pestgedrag wordt gesignaleerd wordt het volgende stappenplan gehanteerd: Waarschuwingsfase De betreffende leerling wordt 1x gewaarschuwd en de sanctie wordt uitgevoerd . De groepsleiding bespreekt samen met de leerling de gesignaleerde pestsituatie. Het gedrag van de leerling wordt afgekeurd, niet de leerling zelf. Handelingsfase 1. De pestsituatie wordt in gesprekken met de betreffende leerling(en) besproken. Indien nodig wordt de situatie in de groep(en) besproken en de regels nog een keer herhaald. 2. Met de betreffende leerling(en) en groep(en) wordt tegelijkertijd besproken hoe het ‘beter’ kan. 3. Als het pestprobleem aanhoudt kan de orthopedagoog ingeschakeld worden en volgt er eventueel een handelingsplan. 4. De pestsituatie wordt indien nodig in de personeelsvergadering besproken. 5. Indien nodig worden de ouders van de gepeste en de ouders van de pestkop op de hoogte gesteld van de pestsituatie. 6. Indien nodig krijgen de betrokken ouders achtergrondinformatie over pestgedrag en handreikingen met betrekking tot de aanpak van het pestgedrag en een literatuurlijst met titels van boeken m.b.t. pesten. 5.
Welke gedragsregels worden in de groep gehanteerd?
Groepsregels In onze groep respecteren wij elkaar. Wij doen dit door: Fatsoenlijk en verzorgd taalgebruik. Niet schelden Elkaar niet te kwetsen, te kleineren, of pijn te doen. Aardig zijn voor elkaar Elkaars bezittingen niet meenemen, of stuk maken. Zorg dragen voor materiaal Zorg te dragen voor elkaar. Elkaar helpen Niemand buiten te sluiten. Iedereen hoort erbij Luisteren naar elkaar. Ik luister
Schoolveiligheidsplan meerik
17
6. -
Bij dit protocol behorende hulpmiddelen en informatiebronnen Basisregels in de klassen Onderwijsleermethode sociaal-emotionele vorming: STIP Schoolgids Schoolplan Gedragsprotocol Handboek adaptief en effectief onderwijs Pestprotocol: een voorbeeld van Cees de Groot uitgeverij Eduforce
Achtergrondinformatie voor leerkrachten: -
Energize!, groepsactiviteiten voor groot en klein, Stichting Lion’s Quest Lijst met op school aanwezige (prenten)boeken
Schoolveiligheidsplan meerik
18
Protocol Time Out, Schorsing en Verwijdering
Als er sprake is van agressie in welke vorm dan ook, is het belangrijk om na te gaan om welke leerling het gaat en wat er met die leerling aan de hand is om te kijken hoe het probleem het beste aangepakt kan worden. Het is dan ook niet mogelijk om met een standaard stappenplan te werken omdat iedere situatie om een andere aanpak vraagt. Dit protocol wordt gehanteerd wanneer er sprake is van ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en/of lichamelijk letsel aan zichzelf of derden is toegebracht, waardoor er een onhoudbare situatie ontstaat. Een omschrijving van het gedrag van een leerling, ook de historie, is vastgelegd in het LVS en wordt geraadpleegd bij het in werking treden van dit protocol. Op het meerik kunnen drie vormen van maatregelen worden genomen: - Time out - Schorsen - Verwijderen
Schoolveiligheidsplan meerik
19
Protocol Schorsen en Verwijderen van leerlingen
Hengelo, september 2014 Instemming GMR op: 8 oktober 2014
1 2 3 3.1 3.2 3.3 4 4.1 4.2 4.3 5 5.1 5.2 5.3 5.4 6 7 8 9
Inhoudsopgave Inleiding Time-out Omschrijving Grond voor time-out Procedure voor time-out Schorsing van leerlingen Omschrijving Gronden voor schorsing Procedure voor schorsing Verwijdering van leerlingen Omschrijving Gronden voor verwijdering Procedure voor verwijdering Dossiervorming Bijlage 5: Modelbrief time-out leerling Bijlage 6: Modelbrief schorsing leerling Bijlage 7: Modelbrief voornemen tot verwijdering leerling Bijlage 8: Modelbrief definitieve verwijdering leerling
Schoolveiligheidsplan meerik
20
2 Inleiding Het schoolklimaat is een belangrijke voorwaarde voor het goed functioneren van leerlingen en teamleden op school. Een slecht schoolklimaat gaat ten koste van het welbevinden van leerlingen en teamleden en leidt tot minder goede leerresultaten en minder werkplezier. Onderwijs wordt door ons gezien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van school en ouders. Om goed onderwijs te kunnen bieden is het belangrijk dat teamleden, ouders en leerlingen respect voor elkaar hebben, open en eerlijk met elkaar communiceren en vertrouwen in elkaar hebben. Hiertoe hebben wij gedragsregels opgesteld, die de basis vormen voor een goed en veilig klimaat. Iedereen (de leerlingen, de teamleden, de ouders en anderen) wordt geacht zich aan die gedragsregels te houden, zich er verantwoordelijk voor te voelen en elkaar er op aan te spreken. Wanneer leerlingen, teamleden, ouders en anderen zich niet aan de gedragsregels houden, kunnen maatregelen worden genomen. Teamleden dienen professioneel te werken en te handelen. Bij overtreding van de gedragsregels worden ook zij aangesproken op hun verantwoordelijkheden in relatie tot hun taak en/of functie. Ouders/verzorgers, die de gedragsregels (o.a. door fysiek en/of verbaal geweld) overtreden in en nabij de school, worden hierop ook aangesproken. De maatregelen die leerlingen betreffen staan in dit protocol nader beschreven. Opmerking: Daar waar in dit document wordt gesproken over ‘ouders’ dient ook te worden gelezen ‘verzorgers’.
Schoolveiligheidsplan meerik
21
3 Time-out 3.1 Omschrijving Van een time-out is sprake wanneer de leerling één dag of korter het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Een time-out zal normaliter gedurende een schooldag worden opgelegd en slechts gelden voor die betreffende schooldag, ofwel gelden voor de dag daarop. 3.2 Grond voor time-out Grond voor een time-out is ontoelaatbaar gedrag of een ernstig incident dat het in het belang van de leerling en/of de school noodzakelijk maakt dat de leerling voor de duur van maximaal één dag niet deelneemt aan de les of niet op school komt. Toelichting: Criteria om over te gaan tot een time-out zijn: - Dat een leerling dermate (ontoelaatbaar) gedrag vertoont dat medeleerlingen en/of medewerkers zich op school niet meer veilig voelen omdat de leerling fysiek geweld gebruikt, pest, treitert, misbruik maakt van macht, bedreigt, chanteert, discrimineert, of aanwijzingen van leerkrachten en/of schooldirectie negeert; - Dat een leerling zich schuldig maakt aan vandalisme, zaken vernielt of beschadigt of zeer buitensporig vervuilt. 3.3 Procedure voor time-out 1. De schooldirecteur namens het bevoegd gezag, de divisiedirecteur namens het bevoegd gezag en het bevoegd gezag zelf, zijn bevoegd een time-out op te leggen aan een leerling. Indien de time-out door de schooldirecteur of de divisiedirecteur wordt opgelegd, wordt het bevoegd gezag hiervan in kennis gesteld. 2. De maximale duur van de time-out bedraagt één dag. 3. De ouders worden zo spoedig mogelijk van het opleggen van de time-out en de grond daarvoor gemotiveerd in kennis gesteld. De ouders dienen zo spoedig mogelijk nadien de zorg voor hun kind van de school over te nemen. Zolang de zorg over de leerling niet aan de ouders kan worden overgedragen, moet de school maatregelen nemen om passende zorg voor de leerling buiten de klas of buiten de school te realiseren. De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven van huiswerk, te voorkomen dat deze een achterstand oploopt. 4. De schooldirecteur of de divisiedirecteur deelt het toepassen van de time-out en de grond daarvoor vervolgens schriftelijk aan de ouders mee. De brief wordt verzonden en opgeborgen in het leerlingdossier. 5. De ouders worden uitgenodigd voor een gesprek, dat op korte termijn dient plaats te vinden (bij voorkeur dezelfde dag). Hierbij is de leraar en degene die de time-out opgelegd heeft aanwezig. Van het incident en het gesprek met de ouders wordt een verslag gemaakt (incidentmelding via het leerlingvolgsysteem), ‘voor gezien’ getekend door ouders en in het leerlingendossier opgeborgen.
Schoolveiligheidsplan meerik
22
4 Schorsing van leerlingen 4.1 Omschrijving Van schorsing van een leerling is sprake wanneer de leerling tijdelijk het recht op deelname aan het onderwijs wordt ontzegd. Wanneer de ontzegging van de deelname aan het onderwijs maximaal één dag omvat, betreft het geen schorsing maar een time-out (zie hoofdstuk 3). 4.2 Gronden voor schorsing 1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 2. Ernstig wangedrag van de ouder(s) van de leerling, waardoor de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de orde, rust en/of veiligheid op school. 3. Een andere grond die het in het belang van de school en/of de school dringend noodzakelijk maakt dat de leerling tijdelijk niet deelneemt aan de les of niet op school komt. Toelichting: Ad 1. Te denken valt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, aan herhaalde driftbuien of mishandeling van een medeleerling. Het kan hier gaan om een enkele actie, maar ook om een herhaalde actie of om een gedragspatroon. Ad 2. Te denken valt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, aan bedreiging van medeleerling of een medewerker van de school. Ad 3. Andere gronden kunnen zijn: herhaalde les-/ordeverstoring, wangedrag tegenover leerkrachten en/of medeleerlingen, diefstal, beroving, afpersing, bedreiging, geweldpleging, gebruik van alcohol of drugs tijdens schooltijden, handel in drugs of in gestolen goederen, bezit van wapens of vuurwerk. 4.3 Procedure voor schorsing 1. De schooldirecteur kan uitsluitend na overleg met de divisiedirecteur een leerling schorsen namens het bevoegd gezag. Daarnaast zijn de divisiedirecteur namens het bevoegd gezag en het bevoegd gezag zelf tot schorsing bevoegd. Indien de schorsing door de schooldirecteur of de divisiedirecteur plaatsvindt, wordt het bevoegd gezag hiervan in kennis gesteld. 2. De minimale duur van een schorsing is langer dan 1 dag en de maximale duur van een schorsing bedraagt 5 dagen. 3. Schorsing vindt pas plaats na overleg met de leerling, de ouders en de leraar, tenzij het in het belang van de school en/of de leerling noodzakelijk is om de schorsing met onmiddellijke ingang te laten ingaan. In dat geval vindt het in de eerste zin genoemde overleg alsnog zo spoedig mogelijk plaats. 4. De schooldirecteur of divisiedirecteur deelt het besluit tot schorsing schriftelijk aan de ouders mee, waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken bij het bestuur schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit. De brief wordt per gewone post verzonden. 5. De leerplichtambtenaar ontvangt een afschrift van betreffende brief. 6. Met behulp van het meldingsformulier op het Internet Schooldossier van de school meldt de schooldirecteur de schorsing bij de inspectie. 7. In het besluit worden de redenen voor schorsing vermeld, de aanvang en tijdsduur en eventuele andere genomen maatregelen. De school stelt de leerling in staat, bijvoorbeeld door het opgeven en nabespreken van huiswerk, te voorkomen dat deze een achterstand oploopt. De school zorgt er ook voor dat de
Schoolveiligheidsplan meerik
23
contacten met de leerling en de ouders in de schorsingsperiode naar behoren worden onderhouden. 8. Indien ouders schriftelijk bezwaar maken hoort het bevoegd gezag hen over dit bezwaarschrift. 9. Het bevoegd gezag neemt binnen 5 dagen na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. Dit besluit wordt aan de ouders verzonden. 5 Verwijdering van leerlingen 5.1 Omschrijving Nadat is gebleken dat meerdere schorsingsmaatregelen niet het beoogde effect sorteren, kan verwijdering als corrigerende strafmaatregel worden toegepast. Verwijdering kan ook worden toegepast als onmiddellijke maatregel naar aanleiding van een ernstige aangelegenheid. Van verwijdering van een leerling is sprake wanneer het bevoegd gezag van Attendiz besluit een leerling de verdere toegang tot de school te ontzeggen. 5.2 Gronden voor verwijdering 1. Ernstig wangedrag van de leerling, waardoor de leerling een ernstige bedreiging vormt van de orde, rust en/of veiligheid op school. 2. Ernstig wangedrag van de ouder(s) van de leerling, waardoor de ouders een ernstige bedreiging vormen voor de orde, rust en/of veiligheid op school. 3. Een onherstelbaar verstoorde relatie tussen school en leerling. 4. Het niet in voldoende mate tegemoet kunnen komen aan de hulpvraag die de leerling stelt. Aanvullende gronden tot verwijdering: 5. Het aflopen van de periode gedurende welke de leerling toelaatbaar is verklaard tot de onderwijssoort waartoe de school in kwestie behoort, tenzij een commissie van toelaatbaarheid van het betreffende samenwerkingsverband de leerling voor een aansluitende periode toelaatbaar heeft verklaard tot de betreffende onderwijssoort. 6. Wanneer de leerling geplaatst is vanuit een residentiele instelling, eindigt het onderwijs direct bij beëindiging van de opname. Met de school van herkomst zijn bij toelating afspraken gemaakt over terugkeer van de leerling. Toelichting: Ad 1. Te denken valt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, aan herhaalde driftbuien of mishandeling van een medeleerling. Het kan hier gaan om een enkele actie, maar ook om een herhaalde actie of om een gedragspatroon. Ad 2. Te denken valt bijvoorbeeld, maar niet uitsluitend, aan bedreiging van medeleerling of een medewerker van de school. Ad 4. Attendiz zal dienen te onderzoeken of de leerling, in het belang van de leerling en de onbelemmerde voortgang van het onderwijs, nog langer op de school te handhaven is. Daarbij is een rapport van een externe deskundige noodzakelijk. Ad 5. Attendiz verplicht zich tot het uiterste in te spannen om een verwijderde leerling op een eigen dan wel andere school geplaatst te krijgen, in samenwerking met het samenwerkingsverband. 5.3 Procedure voor verwijdering Verwijdering van een leerling is een maatregel die het bevoegd gezag slechts in het uiterste geval en dan nog uiterst zorgvuldig mag nemen. Bij de beslissing tot
Schoolveiligheidsplan meerik
24
verwijdering moet vervolgens de wettelijk vastgestelde procedures worden gewerkt: 1. De schooldirecteur geeft signaal af aan de divisiedirecteur dat een leerling niet langer op school is te handhaven. De divisiedirecteur stelt het bevoegd gezag hiervan op de hoogte. 2. Voordat het bevoegd gezag tot verwijdering van een leerling besluit, hoort de divisiedirecteur zowel de betrokken leraar als de ouders nadat het desbetreffende dossier doorgenomen is met de schooldirecteur. Indien het voornemen bestaat om de leerling gedurende de looptijd van de besluitvorming en het zoeken naar een andere school te schorsen, worden de ouders ook ten aanzien van dit voornemen gehoord. 3. De ouders ontvangen van het bevoegd gezag een gemotiveerd schriftelijk besluit tot verwijdering waarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bij het bevoegd gezag binnen zes weken schriftelijk bezwaar te maken tegen het besluit, alsmede op de mogelijkheid het besluit voor te leggen aan de Geschillencommissie Passend Onderwijs (zie 12). De brief wordt aangetekend en per gewone post verzonden. 4. De leerplichtambtenaar en de Inspectie van het Onderwijs ontvangen een afschrift van betreffende brief. 5. De divisiedirecteur meldt namens het bevoegd gezag het besluit tot verwijdering van de leerling terstond, doch uiterlijk binnen zeven dagen aan de leerplichtambtenaar. 6. Indien ouders bezwaar maken hoort het bevoegd gezag hen over dit bezwaarschrift. 7. Het Bevoegd gezag neemt binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. Dit besluit wordt zowel per gewone post als aangetekend aan de ouders verzonden. 8. Definitieve verwijdering vindt plaats nadat een andere school bereid is de leerling te plaatsen. 9. Gedurende de tijd gelegen tussen het ontstane voornemen tot verwijdering en de effectuering ervan kan het noodzakelijk zijn de leerling te schorsen. De schorsing dient te voldoen aan de daaraan hieronder gestelde eisen en dient apart schriftelijk ter kennis van de ouders te worden gebracht. Dit kan eventueel gebeuren door in het verwijderingsbesluit (hierboven onder 3) tevens de schorsing op te nemen. 10. Van het besluit tot verwijdering wordt de onderwijsinspectie op de hoogte gesteld. Aanvulling op de procedure voor verwijdering: 11. Voor zover de verwijderingsgrond is, dat het een expertisecentrum in de zin van de Wet op de expertisecentra (WEC) betreft en geconstateerd is dat de toelating niet in overeenstemming met art. 40 lid 2 van de WEC heeft plaatsgevonden, vindt de verwijdering met onmiddellijke ingang plaats. Er wordt in dat geval niet gezocht naar een andere school die de leerling kan plaatsen. 12. Ouders kunnen een (voorgenomen) besluit tot verwijdering laten toetsen bij de Stichting Onderwijsgeschillen. De Geschillencommissie Passend Onderwijs brengt op verzoek van ouders binnen 10 weken een oordeel uit over de (voorgenomen) beslissing tot verwijdering. Wanneer de ouders ook bij het bevoegd gezag bezwaar hebben gemaakt tegen de verwijdering, dient het bevoegd gezag het oordeel van de commissie af te wachten voordat er op het
Schoolveiligheidsplan meerik
25
bezwaar besloten wordt. Het oordeel van de commissie is niet bindend. Het bevoegd gezag moet zowel aan de ouders als aan de commissie aangeven wat het met het oordeel van de commissie doet. Als het bevoegd gezag van het oordeel afwijkt, moet de reden van die afwijking in de beslissing vermeld worden. Vervolgens kunnen ouders zich tot de rechter wenden. Bij de rechter kan ook een spoedprocedure worden gestart om verwijdering (voorlopig) te voorkomen. 13. Op een bezwaar van de ouders tegen een verwijderingsbesluit wordt door het bestuur niet beslist dan na overleg met de onderwijsinspecteur en desgewenst met andere deskundigen, en voorts eerst nadat de ouders kennis hebben kunnen nemen van de op de beslissing betrekking hebbende adviezen of rapporten. 14. De verplichting tot het vinden van een vervolgschool geldt niet in het geval van residentiele plaatsingen. 5.4 Dossiervorming De schooldirecteur is verantwoordelijk voor het bijhouden van het dossier, waarin wordt opgenomen welke problemen zijn opgetreden, wat de school er aan gedaan heeft om ze op te lossen en om de verwijdering van de leerling te voorkomen. In het dossier bevindt zich - behoudens in het geval het daarmee beoogde doel daarmee niet (meer) bereikt kan worden – een afschrift van de schriftelijke waarschuwing van de school aan de (ouders van de) leerling waarbij gewezen wordt op mogelijke verwijdering als de aan de verwijdering ten grondslag liggende grond aanhoudt. Tevens heeft de school afschriften van alle brieven die zijn aangegeven bij de procedure voor verwijdering.
Schoolveiligheidsplan meerik
26
6 Bijlage 5: Modelbrief time-out leerling
<< op briefpapier van Attendiz>> Per gewone post verzenden.
Aan de ouders/verzorgers van …………………… Hengelo, ……………. [datum] Geachte ouders/verzorgers, In navolging op het gesprek dat wij met u hebben gevoerd op ………… [datum] en na overleg met de leraar dhr/mw......................[naam leraar] delen wij u hierbij mede dat met betrekking tot uw zoon/ dochter.......................[naam leerling] op ………………[dag en datum] besloten is tot de maatregel time-out. Gedurende deze time out ontzeggen wij....... [naam leerling] de toegang tot de school. De redenen van deze time out zijn: …………………………. De genomen maatregelen met het oog op de time-out zijn: …………………….. (denk aan het meegeven huiswerkopdrachten etc . ). Hoogachtend, namens het Bevoegd gezag van Attendiz ……………………… schooldirecteur In afschrift aan: - divisiedirecteur
Schoolveiligheidsplan meerik
27
7 Bijlage 6: Modelbrief schorsing leerling << op briefpapier van Attendiz>> Per gewone post verzenden. Aan de ouders/verzorgers van …………………… Hengelo, ……………. [datum] Geachte ouders/verzorgers, In navolging op het gesprek dat wij met u hebben gevoerd op … [datum] en na overleg met de leraar dhr/mw....................[naam leerkracht] delen wij u hierbij mede dat uw zoon/dochter..............................[naam leerling] met ingang van ......[datum] tot uiterlijk..........[datum] is geschorst. Gedurende deze schorsing ontzeggen wij.......[naam leerling] de toegang tot de school. De reden(en) die ten grondslag liggen aan deze schorsing zijn:.......................... De genomen maatregelen met het oog op de schorsing zijn: …………….. (denk aan het meegeven huiswerkopdrachten etc . ). U kunt desgewenst uw bezwaren tegen dit besluit aan het bevoegd gezag kenbaar maken. U kunt dat schriftelijk doen binnen 6 weken na ontvangst van deze brief: Attendiz t.a.v. het bevoegd gezag Welbergweg 20 7556 PE Hengelo Het bevoegd gezag neemt binnen 5 werkdagen na ontvangst van het bezwaarschrift een besluit. Met uitzondering van schoolvakanties: de 5-werkdagentermijn begint in dat geval op de eerste werkdag na de desbetreffende schoolvakantie. Hoogachtend, Namens het bevoegd gezag van Attendiz ……………………… Divisiedirecteur In afschrift aan: - Bevoegd gezag - Leerplichtambtenaar Door het Meldingsformulier Schorsing is de Inspectie van het onderwijs eveneens op de hoogte gebracht
Schoolveiligheidsplan meerik
28
8 Bijlage 7: Modelbrief voornemen tot verwijdering leerling <
> Aangetekend en per gewone post verzenden. Aan de ouders/verzorgers van …………………… Hengelo, ……………. [datum] Geachte ouders/verzorgers, In navolging op het gesprek dat wij met u hebben gevoerd open na overleg met de leraar dhr/mw .....[naam leraar] delen wij u hierbij mede dat uw zoon/dochter...[naam leerling] met ingang van ..........[datum](rekening houden met 8 weken termijn) op grond van artikel 40 van de Wet op de Expertisecentra zal worden verwijderd van school. In de komende acht weken zullen wij uitvoering geven aan de verplichting zoals opgenomen in artikel 40 van de Wet op de Expertisecentra, inhoudende dat wij op zoek zullen gaan naar een andere school die bereid is uw zoon/dochter toe te laten. (voor SO leerlingen: Mochten wij hier binnen 8 weken niet in slagen dan zullen wij overgaan tot definitieve verwijdering.) Voorafgaande aan deze definitieve verwijdering zullen wij uw zoon/dochter met onmiddellijke ingang/met ingang van……… [datum] schorsen. Tijdens deze schorsing ontzeggen wij uw zoon/dochter de toegang tot de school. De reden(-en) die ten grondslag liggen aan deze verwijdering zijn:.......................... De genomen maatregelen met het oog op de verwijdering zijn: ………………………….. (denk aan het meegeven huiswerkopdrachten etc .). Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na ontvangst van dit besluit schriftelijk bezwaar maken. U kunt dit bezwaar richten aan: Attendiz t.a.v. het bevoegd gezag Welbergweg 20 7556 PE Hengelo Alvorens het Bevoegd gezag een besluit neemt aangaande uw bezwaar zult u worden gehoord. Het Bevoegd gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van uw bezwaarschrift. Ook bestaat de mogelijkheid om het voorgenomen besluit te laten toetsen bij de Geschillencommissie Passend Onderwijs (www.onderwijsgeschillen.nl). Hoogachtend, Namens het Bevoegd gezag, ……………………… Bestuurder. In afschrift aan: - Schooldirectie - Leerplichtambtenaar - Onderwijsinspectie
Schoolveiligheidsplan meerik
29
9 Bijlage 8: Modelbrief definitieve verwijdering leerling <> Aangetekend en per gewone post verzenden. Aan de ouders/verzorgers van …………………… Hengelo, ……………. [datum] Geachte ouders/verzorgers, In navolging op het gesprek dat wij met u hebben gevoerd op …………… [datum en na overleg met de leraar dhr/mw ……………………[datum] en onze brief d.d. ……..[datum brief voornemen tot verwijdering] delen wij u hierbij mede dat uw zoon/dochter met ingang van op grond van artikel 40 van de Wet op de Expertisecentra definitief zal worden verwijderd van school. (In het geval van een SO-leerling: In afgelopen acht weken hebben wij op grond van de verplichting zoals opgenomen in artikel 40 van de Wet op de Expertisecentra, gezocht naar een andere school voor uw zoon/dochter. Wij zijn er echter niet in geslaagd om een andere school bereid te vinden uw zoon/dochter toe te laten. (Toelichting op gepleegde inspanningen). ) De reden(-en) die ten grondslag liggen aan deze definitieve verwijdering zijn:.......................... De genomen maatregelen met het oog op de verwijdering zijn: ………………………………..(denk aan het meegeven huiswerkopdrachten etc . ). Tegen dit besluit kunt u op grond van artikel 61 lid 3 van de Wet op de Expertisecentra binnen zes weken na ontvangst van dit besluit schriftelijk bezwaar maken. U kunt dit bezwaar richten aan: Attendiz t.a.v. het bevoegd gezag Welbergweg 20 7556 PE Hengelo Alvorens het Bevoegd gezag een besluit neemt aangaande uw bezwaar zult u worden gehoord. Het Bevoegd gezag beslist binnen 4 weken na ontvangst van uw bezwaarschrift. Hoogachtend, namens het Bevoegd gezag, ……………………… Bestuurder. In afschrift aan: - Schooldirectie - Leerplichtambtenaar - Onderwijsinspectie
Schoolveiligheidsplan meerik
30
PROTOCOL WEGLOPEN WAT Leerling loopt weg van school.
Leerling is terug
versie 6-3-2009 ACTIE Situatie 1 1.De leerkracht en leden van het zorgteam bepalen op basis van de mate van zelfstandigheid van de leerling of er direct achter de leerling wordt aangegaan. Uitgangspunt: veiligheid heeft prioriteit. 2. Directie meldt bij politie voor ondersteuning en advies 3. Leerkracht gaat – als daar toe is besloten – op zoek naar de leerling. Kan daarbij ondersteund worden door collega. 4. De klassenassistent neemt de groep waar. 1 leerkracht gaat in gesprek met leerling 2. leerkracht past eventuele sanctie toe 3. Zorgteam beraad zich over situatie volgens STAR* methodiek 4. Leerkracht belt met ouders/verzorgers. 5. Directie belt met politie 6. Leerkracht doet verslag in het logboek van het LVS
Situatie 2: weglopen herhaalt zich WAT ACTIE Leerling loopt bij herhaling 1.De leerkracht en het zorgteam bepalen op basis weg van school. van de mate van zelfstandigheid van de leerling of er direct achter de leerling wordt aangegaan. Uitgangspunt: veiligheid heeft prioriteit. 2. Directie meldt bij politie voor ondersteuning en advies 3. Leerkracht gaat – als daar toe is besloten – op zoek naar de leerling. Kan daarbij ondersteund worden door een collega. 4. De klassenassistent neemt de groep waar. De leerling is terug. Idem als situatie 1 tot en met stap 6 maar vervolgens… 7. Directie, leerkracht en ouders/verzorgers gaan in overleg om herhaling te voorkomen. 8 Als er geen verbetering is te constateren kan over gegaan worden tot schorsing van 1 tot maximaal 5 dagen. De reden moet zijn: voortdurend storend, agressief gedag van de leerling 9. Directie doet melding bij leerplicht en de inspectie 10. i.o.m. ouders/verzorgers vervolgtraject bespreken en communiceren met inspectie en leerplicht (directie) 11. leerkracht doet verslag in het infosysT * Situatie Taak Actie Resultaat
Schoolveiligheidsplan meerik
31
Schoolveiligheidsplan meerik
32
Schoolveiligheidsplan meerik
33
Plan van Aanpak bij een incident met betrekking tot geweld
Wie heeft dit formulier ingevuld:____________________________ datum:___________________ Wanneer is het incident gebeurd en waar is het incident gebeurd:
Wie waren er betrokken bij het incident
Om welke vorm van geweld gaat het in dit geval. non verbaal geweld: dreigende blik, dreigende houding, dreigen met een wapen, intimiderend gedrag zonder woorden met deuren slaan, dingen stuk maken om te intimideren verbaal geweld: schelden, dreigen, schreeuwen fysiek geweld: drukken, slaan, schoppen, spugen geweld met een wapen: slaan met een stok of knuppel, steken met en mes, gebruik pistool o.i.d
Beschrijving van het incident in concrete waarnemingen
Hoe heeft/hebben de slachtoffer(s) het incident ervaren
Is er een crisisteam gevormd?
ja nee
Zo ja: wie zit er in het crisisteam: Naam:
functie Directeur
Schoolveiligheidsplan meerik
34
Vertrouwenspersoon/ -
commissie
Functie en naam instelling Functie en naam instelling Functie en naam instelling
Wordt er aangifte gedaan bij de politie? nee
waarom niet:
ja
door wie:
Wordt er een melding gedaan bij de politie? nee
waarom niet:
ja
door wie:
oplossingstraject? Wordt het intern opgelost zonder aangifte? ja beschrijf hierna hoe. Wie worden er bij betrokken. Wordt het extern opgelost zonder aangifte? ja beschrijf hierna hoe. Wie worden er bij betrokken.
Schoolveiligheidsplan meerik
35
nazorgtraject? Is er nazorg nodig voor het slachtoffer? ja beschrijf hierna hoe het nazorg traject wordt opgestart, en wie er een rol in gaat spelen Wordt het incident gemeld bij de vertrouwenspersoon van het bevoegd gezag ? (of het meldpunt “geweld”) nee beschrijf waarom niet ja wie meldt wanneer en hoe
Schoolveiligheidsplan meerik
36
tips voor iedereen die in het onderwijs werkt over hoe om te gaan met agressie en geweld:
Een goed pedagogisch klimaat is heel belangrijk voor een veilige school. Leerlingen, maar ook ouders zijn meer betrokken bij een school waar ze goed opgevangen en begeleid worden, waar ze een eigen verantwoordelijkheid hebben en waar wederzijds respect is.
De organisatie van een school kan bijdragen tot een veiliger school. Denk hierbij aan toezicht, deuren open tijdens de lessen, eventueel een intercom of draagbare telefoons. Donkere en ondoorzichtige hoeken werken ook verslechterend. Overzicht werkt preventief.
Afstemming creëren met andere partijen levert de beste strategie op. Denk hierbij aan overleg met wijkwelzijn, politie, leerplicht, schoolarts, specifiek jongerenwerk e.d.
Spreek duidelijk af wat kan en niet kan op school. Stel alleen regels die redelijk, rechtvaardig en controleerbaar zijn. Leg afspraken schriftelijk vast, bijvoorbeeld in de schoolgids. Zorg voor een klachtenregeling.
Wees consequent, trek als team één lijn en kom tijdig in actie.
Er is geen pasklaar recept hoe te handelen bij geweld. Vertrouw op uw eigen aanpak. Wees niet te formeel, maar laat u niet meeslepen. Probeer rustig te blijven en tijd te winnen.
Wordt uzelf met geweld geconfronteerd, praat er dan over. Schaam u er niet voor. Het kan iedereen op elk moment overkomen. Bespreek het in het team, of met de vertrouwenspersoon.
Meld geweld. Bel het meldpunt geweld van de gemeente tel:……………….. Daar kunnen ze u adviseren, helpen en eventueel doorverwijzen. Meld geweld bij het centraal meldpunt vertrouwensinspecteur: 0900 - 1113111.
Zorg dat de vertrouwenspersoon voor geweld daadwerkelijk een plek heeft binnen de school.
Denk na of een “moeilijk gesprek” met een ouder alleen of met nog iemand gevoerd kan worden. Praat daarover met een collega of de schoolleiding. Maak van lastige gesprekken een verslag, met de handtekening van de directeur, interne begeleider of vertrouwenspersoon eronder.
Voer gesprekken op school. Zorg dat gesprekken niet al op de gang beginnen, maar wacht tot je in de ruimte bent waar je het gesprek wilt voeren.
Neem bij een conflict een ontspannende, niet bedreigende houding aan. Probeer geen angst uit te stralen, maar zoek naar een “neutrale”
Schoolveiligheidsplan meerik
37
houding. Probeer in een conflictgesprek niet uw gelijk te halen. Haal het tempo uit het gesprek door samen te vatten, vragen te stellen en te praten op een rustige wijze zonder harde stem. Ga nooit uit van sanctie: als u dat doet dan doe ik……. Wijs de ander niet aan, en raak hem/haar niet aan. Houd fysiek afstand. Zorg voor een duidelijke uitgang in een gespreksruimte, zodat er geen gevoel van insluiting ontstaat, zowel bij de ouder als bij de collega.
Neem ouders serieus. Als zij het gevoel hebben dat ze hun verhaal kwijt kunnen is de kans op escalatie kleiner. Dat is niet hetzelfde als lastpakken hun zin geven omwille van de lieve vrede.
Als er een conflict is met ouders, zorg ervoor dat tegen het kind(eren) van deze ouders op een normale wijze wordt omgegaan. Wordt het kind thuisgehouden schakel dan de leerplichtambtenaar in.
Praat met de kinderen van de klas als deze op enige wijze betrokken zijn geweest bij een conflict. Dat kan door de leerkracht, maar ook door de IB-er of directie.
Als er regelmatig problemen zijn rondom uw school met mensen die niets met de school te maken hebben doe dan een beroep op gemeente, wijkwelzijn of politie. Het is aan hun om de openbare orde te handhaven.
Als u een dreigend conflict vermoed tussen kinderen (en/of ouders) verscherp de surveillance.
Als een conflict in de media komt, spreek af wie de woordvoerder is en waar deze te bereiken is. Spreek in overleg met het bevoegd gezag af wat mag worden vrijgegeven en wat niet. Als het conflict “op straat” komt stuur een brief naar alle ouders over de zaak.
Voorkom zoveel mogelijk geruchtenverspreiding.
Zorg dat je nooit alleen bent in het gebouw, zonder dat de school is afgesloten.
Laat weten waar je heen gaat als je de school verlaat.
Schoolveiligheidsplan meerik
38
Protocol ongevallen:
Bij een incident waarbij er sprake is van lichamelijk letsel beslist de verantwoordelijke groepsleiding hoe te handelen. Bij twijfel wordt een EHBO-er/BHV-er ingeschakeld ter beoordeling. Indien besloten wordt om naar een huisarts of eerste hulp te gaan, in overleg organiseren om met z’n tweeën te gaan waarvan één persoon een EHBO-er/BHV-er is, indien de organisatie dit toelaat. Ouders/verzorgers worden op de hoogte gesteld. Zo nodig wordt hen gevraagd de zorg van de leerling over te nemen. Coördinator BHV of de ingeschakelde EHBO-er houdt het logboek ongevallenregistratie bij.
Schoolveiligheidsplan meerik
39
Protocol medisch - hygiënisch handelen het meerik (waar ouders staat kan ook verzorgers gelezen worden) Onder eenvoudige medische handelen verstaat het meerik: het toedienen van medicijnen zowel oraal als anaal, het verzorgen van mogelijk uitwendige kwetsuren, het opnemen van de temperatuur. Indien deze handelingen plaatsvinden op school, gebeurt dat met inachtneming van de volgende procedure: 1. Groepsleiding zal niet op eigen initiatief medicijnen aan kinderen toedienen. 2. Binnen het meerik worden door de groepsleiding, medicijnen toegediend die voorgeschreven zijn door de (huis)arts en waarvan het toedienen een bepaald regelmaat behoeft die op school niet onderbroken kan worden. 3. Indien ouders de groepsleiding verzoeken om medicijnen toe te dienen aan hun kind, dan wordt dit van te voren door de groepsleiding met de ouders besproken. De i.b-er wordt op de hoogte gesteld dat de leerling medicijnen gebruikt en maakt hiervan een aantekening in de leerlinggegevens. 4. De ouders leveren een kopie van de bijsluiter van het toe te dienen medicijn aan en bespreken: - de dosering van het medicijn - de frequentie van toediening en tijdstip - de mogelijke datum van beëindiging - de mogelijke bijverschijnselen 5. De ouders tekenen de medicijnverklaring (bijlage B). Deze wordt in het officiële dossier bewaard. 6. De groepsleiding tekent de dosering en frequentie aan op de medicijnlijst (zie bijlage A) en de kopie van de bijsluiter wordt bij de kindgegevens bewaard. Deze medicijnlijst wordt in de klassenmap bewaard. Op de tafel van de groepsleerkracht wordt d.m.v. een geel papier de betreffende leerling, de tijd en hoeveelheid medicatie genoteerd. (als reminder) 7. De groepsleiding tekent de medicijnlijst af na iedere toediening van het medicijn en controleren per dag aan de hand van de medicijnlijst of de toediening volgens afspraak is geschiedt. 8. Bij beëindiging van de medicijntoediening wordt de bijsluiter uit het dossier gehaald en de naam van het kind wordt verwijderd op de medicijnlijst. 9. Oordruppels, neusdruppels, oogdruppels, neusspray, inhalator en hormonencrème worden beschouwd als medicijnen, waarop punten 1 tot en met 8 van toepassing zijn.
Schoolveiligheidsplan meerik
40
10. Wanneer een groepsleiding, in afwijking van punt 1, redenen ziet om een kind incidenteel een in Nederland zonder recept verkrijgbaar medicijn toe te dienen, kan dit, tenzij de ouders bij aanmelding bezwaar hebben aangetekend. Dit bezwaar moet vermeld worden op het leerlingformulier in de klassenmap en in de dossieranalyse. Na toediening wordt de ouder (zo spoedig mogelijk) ingelicht en er wordt een aantekening gemaakt op de medicijnenlijst. (bijlage A). 11. Hormooninjecties en insuline injecties zijn voorbehouden handelingen. Dit betekent, dat deze handelingen alleen uitgevoerd mogen worden door personen die daartoe op basis van de wet een bevoegdheid hebben (i.c. arts). Dit is geregeld in de wet BIG (Beroepen Individuele Gezondheidszorg). Verpleegkundigen mogen in opdracht van een arts een voorbehouden handeling uitvoeren mits aan bepaalde criteria wordt voldaan. Ook anderen mogen wel zo’n opdracht uitvoeren, maar onder nog strengere voorwaarden. Ook de controle prik voor het vaststellen van de bloedsuiker en het toedienen van sondevoeding zijn medische handelingen en hieraan zijn ook bepaalde voorwaarden verbonden. (Een leerkracht zou deze handelingen mogen uitvoeren, mits er sprake is van bekwaamheid (opgeleid worden door een ter zake kundig hulpverlener), mits hij/zij een opdracht krijgt van de behandelend arts, mits deze bekwaamheid in tact blijft en mits hij/zij het zelf wil en zichzelf bekwaam voelt. En dan nog moet er eigenlijk binnen de muren een arts aanwezig zijn of direct oproepbaar.) (Ouders controleren ook het bloedsuikergehalte van het kind zelf, maar zij hebben een eigen verantwoordelijkheid naar het kind toe en deze is niet zomaar overdraagbaar op derden. Bovendien valt deze situatie thuis onder “privésituatie” en wet BIG bestrijkt geen privé-situaties.) Hoe te handelen in bovengenoemde situaties: Conform de wet BIG komt een verpleegkundige op school om de bovengenoemde handelingen uit te voeren want op school is geen arts aanwezig. Voor de leerling waarvoor dit geldt wordt in overleg met ouders een stappenplan opgezet door de intern begeleider en groepsleerkracht. De ouders moeten de zorg zelf in gang zetten. (AWBZ zorg) Wellicht zijn ouders zelf in de gelegenheid om op school te komen en zelf de handelingen uit te voeren zoals dat thuis ook gebeurt. 12. Een loopoor van een kind dient door de ouders zelf te worden schoongehouden en afgeplakt. Als tussentijdse verzorging noodzakelijk is, wordt dit door de groepsleiding verricht na instructie van de ouders. Het verzoek wordt vastgelegd in het dossier. 13. In verband met (mogelijke) ziekte van het kind, kan de groepsleiding op eigen initiatief de temperatuur van het kind opnemen. De temperatuur wordt opgenomen met een (oor)thermometer. Ouders worden hierover ingelicht. 14. Kleine verwondingen worden volgens de EHBO-normen ter plekke verzorgd.
Schoolveiligheidsplan meerik
41
15. Bij andere ongevallen en/of kwetsuren beoordeelt de Bedrijfshulpverlener of EHBO-er of het kind naar het ziekenhuis moet worden vervoerd of naar de huisarts moet voor behandeling. De ouder wordt zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht. 16. Voor ernstige kwetsuren en/of ongevallen van een door het meerik opgevangen kind, gelden de richtlijnen, en het protocol die in het kader van het Ongevallen- en Calamiteitenbeleid zijn uitgewerkt: a. Als de bedrijfshulpverlener of EHBO-er oordeelt dat de medische situatie van een kind op school dermate ernstig is, of als daar op andere gronden ook maar de geringste aanwijzing voor is, wordt het ongevallennummer (112) gebeld en wordt het kind per ambulance zo spoedig mogelijk naar de afdeling Spoedeisende Hulp van het ziekenhuis gebracht. De ouders worden hiervan (indien ze bereikbaar zijn) onmiddellijk op de hoogte gesteld en worden verzocht naar het ziekenhuis te komen. Eén van de groepsleiding zal bij het kind blijven totdat de ouder(s) is/zijn gearriveerd. b. In het geval van een ongeval wordt er na de hulpverlening een melding gedaan in het logboek ongevallenregistratie door coördinator BHV of de EHBO-er 17. Als een kind epilepsie heeft, moet de neuroloog/ arts schriftelijk toestemming geven voor schoolzwemmen (en evt. andere bijzondere schoolactiviteiten zoals deelname schoolkamp) Bijlage A: medicijnlijst Bijlage B: medicijnverklaring Bijlage C: richtlijnen ter preventie van bloedoverdraagbare aandoeningen Bijlage D: bestrijding hoofdluis Bijlage E: informatie epilepsie/epilepsieverklaring Bijlage G: Verklaring bekwaam uitvoeren van medische handelingen (indien van toepassing) Bijlage H: informatie over teken en begeleidende brief over tekenbeet
Schoolveiligheidsplan meerik
42
Bijlage A: Medicijnlijst:
Naam:…………………
Soort medicijn:
…………
Dosis per tijdstip: (bijv. 9.00 uur 1 tablet) ………… ………… …………
……… uur ……… uur ……… uur
……… uur ……… uur ……… uur
……… uur ……… uur ……… uur
……… uur ……… uur ……… uur
……… uur ……… uur ……… uur
maandag d.d. ……… *
dinsdag d.d. ………
woensdag d.d. ………
donderdag d.d. ………
vrijdag d.d. ………
maandag d.d. ……… *
dinsdag d.d. ………
woensdag d.d. ………
donderdag d.d. ………
vrijdag d.d. ………
maandag d.d. ……… *
dinsdag d.d. ………
woensdag d.d. ………
donderdag d.d. ………
vrijdag d.d. ………
maandag d.d. ……… *
dinsdag d.d. ………
woensdag d.d. ………
donderdag d.d. ………
vrijdag d.d. ………
maandag d.d. ……… *
dinsdag d.d. ………
woensdag d.d. ………
donderdag d.d. ………
vrijdag d.d. ………
* hoeveelheid invullen.
Schoolveiligheidsplan meerik
43
Bijlage B: Medicijnverklaring : Datum : Naam ouder : Naam kind : Hierbij verklaar ik dat mijn zoon/ dochter: ……………………………… met mijn toestemming 0 na raadpleging van de (huis-)arts: …………………………… (tel: ………-…………………) medicijnen toegediend krijgt volgens onderstaande specificatie. 0 medicijnen toegediend krijgt volgens onderstaande specificatie. 0 indien nodig medicijnen toegediend krijgt volgens onderstaande specificatie. 0 voeding krijgt toegediend via een sonde. 0 anders, namelijk ………………………………………………………… 0 indien nodig paracetamol toegediend mag krijgen Het toe te dienen medicijn is: ………………………………………………… maandag dinsdag ٭ ………… uur ………… uur ………… uur ٭hoeveelheid invullen (bijv. ½ tablet).
woensdag
donderdag
vrijdag
Specificatie/ mogelijke bijwerkingen: …………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………… 0
Kopie bijsluiter afgegeven aan de groepsleiding
Datum: ……………………… Handtekening ouder:
Handtekening groepsleiding:
(evt. aanvullende informatie: z.o.z.)
Schoolveiligheidsplan meerik
44
Bijlage C: Richtlijnen ter preventie van door bloed overdraagbare aandoeningen. De richtlijnen zijn gericht op: - het voorkomen van direct contact van beschadigde huis of slijmvliezen met bloed of andere besmettingsbronnen. - het reinigen en desinfecteren na verontreiniging met bloed of andere besmettingsbronnen. De genoemde richtlijnen hebben niet alleen betrekking op kinderen, waarbij het besmettingsgevaar bekend is, maar op alle kinderen. het gaat om een hygiënebeleid dat niet uitgaat van risicopatiënten maar van risicohandelingen en risicomomenten. in feite zijn de maatregelen dan ook niet specifiek, maar komen ze neer op een attent zijn op de algehele basishygiëne. Hepatitis B Hepatitis B wordt veroorzaakt door een virus en iemand met hepatitis B (drager) heeft of de besmettelijke of de niet besmettelijke vorm. Bij deze laatst genoemde is er geen actief virus en derhalve zijn geen andere maatregelen nodig dan de normale hygiënische, zoals bij alle leerlingen van de Huifkar. Bij de besmettelijke vorm is er actief virus aantoonbaar in bloed en speeksel. Besmetting is dan in principe mogelijk, maar alleen bij een niet-intacte huid. Aldus is overbrenging van het virus via bloed (bloedbloedcontact) aangetoond. Wat betreft speeksel is men het in de literatuur niet met elkaar eens. In de praktijk is de kans op overdracht via het speeksel als zo klein aangemerkt dat specifieke maatregelen niet vereist zijn. Bij contact met speeksel op vingers, op speelgoed, door kwijlen of aanhoesten is geen andere maatregel nodig dan wat men normaal gewoon is te doen. Zonodig reinigen is voldoende. Bij contact met bloed dient men extra zorgvuldig te zijn met name bij bloederige ongelukjes en als men zelf een beschadigde/niet intacte huid heeft. Bij toiletbezoek zijn geen bijzondere maatregelen nodig anders dan de normale hygiëne. Op deze plaats kan het gebruik van papieren handdoeken op alle plaatsen in de school nog eens bijzonder aanbevolen worden. Concrete betekent o.a. dit het volgende: Apart speelgoed of dit extra reinigen is niet nodig Is er gebeten, maar de huid intact gebleven dan zijn er geen andere maatregelen nodig dan het zonodig reinigen van de huid Is er sprake van een bijtwond (huid niet meer intact) dan deze goed uitspoelen met water en zeep, ontsmetten met betadinejodium en contact opnemen met de arts jeugdgezondheidsdienst (kinderen) dan wel de bedrijfsarts (personeel) Indien kleding, handdoeken of washandjes met bloed besmeurd zijn, worden deze gereinigd en vervangen. Wassen op minimaal 60 graden. Handen wassen met water en zeep. Bij bloedvlekken dient er altijd reiniging en desinfectie plaats te vinden. dit kan door na het opruimen van het gemorste bloed de plaats te reinigen met alcohol 70% en alten drogen dan wel door schoonmaken met chloorwater in de
Schoolveiligheidsplan meerik
45
verhouding 1 deel chloor op 10 delen water. Daarna handen wassen met water en zeep. Indien er bloed op de huid komt, wordt dit afgenomen en gereinigd met alcohol 70% of Betadine jodium. Het met bloed besmeurde materiaal wordt in een niet voor kinderen bereikbare pedaalemmer gedeponeerd. Pedaalemmerzak zelf meteen in een vuilniszak in de container deponeren. Handen wassen met water en zeep. Wondjes e.d. aan de handen (zowel bij drager als mensen in directe omgeving) afdekken met waterafstotende pleister. Men kan als betrokken drager bloedt en men geen wondjes aan de handen heeft gewoon een pleister plakken net als bij ander kinderen Bij wondjes, neusbloeden e.d. altijd bij alle kinderen wegwerphandschoenen dragen bij de verzorging Kinderen hebben een eigen tandenborstel. opbergen op dusdanige wijze dat de tandenborstel niet per ongeluk door andere kinderen gebruikt kan worden.
Schoolveiligheidsplan meerik
46
Bijlage D: Procedure ter bestrijding van hoofdluis: Na elke vakantie controleert de commissiegroep de kinderen op luizen: Als er luizen en/ of neten worden gevonden, worden de ouders van de desbetreffende leerling gebeld en geïnformeerd door de contactpersoon luizencommissie. Na 14 dagen volgt er een hercontrole bij desbetreffende leerling en zonodig in deze groep. Wat te doen bij hardnekkige gevallen: 1. Er volgt een extra telefoongesprek met de ouders van het kind door de contactpersoon luizencommissie. Hierin worden verdere instructies gegeven m.b.t. de behandeling van het kind. Ook wordt er aangegeven welke extra maatregelen genomen zullen worden. 2. Bij weigering van de ouders zal de directeur het schoolmaatschappelijk werk inschakelen. Tevens zal de situatie besproken worden in de begeleidingscommissie en de leerplichtambtenaar wordt ingelicht. 3. Mochten de bovenstaande maatregelen niet tot een oplossing leiden dan volgt er, op school, een gesprek tussen ouders, schoolmaatschappelijk werk en de directie. 4. Indien noodzakelijk volgen er herhalingsgesprekken tussen bovenstaande personen.
Schoolveiligheidsplan meerik
47
Bijlage E: EPILEPSIE(-AANVAL) Wat is het en wat zijn de verschijnselen: Epilepsie is een stoornis in de hersenen waardoor tijdens een epileptische aanval één of meerdere spieren verkrampen. Hierdoor ontstaan soms heftige bewegingen. De verschijnselen van epilepsie bij de twee meest voorkomende soorten aanvallen zijn: Bij een grote aanval: - het kind is plotseling bewusteloos (reageert niet op prikkels) - geeft soms een schreeuw - valt verkrampt op de grond en maakt schokkende bewegingen - de kaken verkrampen waardoor soms op de tong gebeten wordt - soms wordt in de broek geplast - schuim op de mond - als het kind weer bijkomt is het vaak uitgeput, angstig, afwezig, suffig en huilt. De aanval mag 2 tot 4 minuten duren. Als het langer duurt, waarschuw een arts of ambulance. Na ongeveer 2 minuten moet het ‘schokken” over zijn (duurt dit langer, dan arts en ouders bellen!). Soms voelt een kind een grote aanval aankomen. Bij een kleine aanval: - kind is geheel afwezig (lijkt diep in gedachten verzonken), zit voor zich uit te staren en reageert niet. - kleine aanval duurt een paar seconden en heeft geen nawerking of restverschijnselen. Wat moet U doen? 1. bij een kleine aanval kunt u niets doen. 2. Houdt de tijd bij. 3. zorg bij een grote aanval dat een kind zich niet kan bezeren (schuif tafels en stoelen aan de kant). 4. omdat het kind bewusteloos is, kan het stikken in het speeksel, houdt het hoofd daarom opzij zodat het speeksel weg kan lopen. 5. probeer nooit het kind vast te pakken om de aanval te stoppen. 6. probeer alleen vóórdat het kind de tanden op elkaar heeft geklemd iets tussen de tanden te steken zodat de tong niet beschadigd wordt (gebruik een zacht voorwerp b.v. een zakdoek (en nooit een vinger) anders wordt het gebit beschadigd). Heeft het kind de tanden op elkaar, probeer dan niet er nog iets tussen te steken. 7. na een tijdje houden de bewegingen op en wordt het kind slap, leg het hoofd dan opzij zodat het kind gemakkelijker kan ademen. Als het kind bijkomt blijf er bij en stel het gerust en vertel wat er gebeurd is. 8. Waarschuw een arts en de ouders (of breng het kind naar een ziekenhuis) als: - meerdere aanvallen elkaar opvolgen - het kind zichzelf verwondt - een aanval langer dan 4 minuten duurt 9. Bij toepassing Stesolid geldt het medisch protocol.
Schoolveiligheidsplan meerik
48
Contract t.a.v. epilepsie: Leerlingen met epilepsie hebben een verklaring nodig van de behandelend arts en van de ouders om mee te mogen doen aan buitenschoolse activiteiten(waaronder het (school)zwemmen) op de Huifkar. Naam van de behandelend arts/neuroloog……………………………………………………………….. Hierbij verklaar ik dat het wel/niet* medisch verantwoord is dat …………………………………………..(naam leerling) meedoet aan buitenschoolse activiteiten (waaronder het (school)zwemmen). Evt. opmerkingen……………………………… Datum:………………………………………….. Handtekening:
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------Naam van de ouder(s):………………………………………………………………………………………. Hierbij geef ik wel/geen* toestemming voor deelname aan buitenschoolse activiteiten (waaronder het (school)zwemmen). …………………………………………. (naam leerling) Evt. opmerkingen: Datum: Handtekening:
* Doorstrepen wat niet van toepassing is.
Schoolveiligheidsplan meerik
49
Epilepsiewijzer
Naam
:
Geb. datum
:
Medicatie
:
Diagnose anderzijds
:
,
EHBA
Epilepsievorm en gedrag behorende bij de epilepsie
Beperkingen
:
Sociale redzaamheid (SRZ / ESSEON) / ontwikkelingsleeftijd
Adviezen
:
:
:
Schoolveiligheidsplan meerik
50
Epilepsiepas
EHBA:
Naam: Geb.d.d.: Medicatie School: Thuis: Moeder: Vader:
Schoolveiligheidsplan meerik
Epilepsievorm en gedrag behorende bij epilepsie:
51
Bijlage G: Verklaring bekwaam uitvoeren van medische handelingen: Ondergetekende, bevoegd tot het uitvoeren van de hieronder beschreven handeling: …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………… verklaart dat, naam werknemer: functie: werkzaam aan/bij: na instructie van ondergetekende, in staat is bovengenoemde handeling bekwaam uit te voeren. De behandeling moet worden uitgevoerd t.b.v. naam leerling: geboortedatum: Het uitvoeren van bovengenoemde handeling is voor de leerling noodzakelijk wegens: …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………… De hierboven beschreven handeling mag alleen uitgevoerd worden gedurende de periode: ………………………………………………………………………………………………………………… Ondergetekende: Naam: Functie: Werkzaam aan/bij: Plaats: Datum: Handtekening:
Schoolveiligheidsplan meerik
52
Bijlage H: TEKEN Inleiding Als EHBO-er loop je aanzienlijke risico's die het niet veilig verwijderen van teken met zich mee draagt. Teken kunnen de zeer gevaarlijke (en dodelijke) ziekte van Lyme overbrengen. De ziekte is genoemd naar het stadje Lyme in Connecticut, VS. Na het lezen van deze informatie is kamperen en buiten spelen niet "Levensgevaarlijk" geworden, als je maar je gezonde verstand gebruikt is er niets aan de hand! Teken in Nederland De teek die in ons land voorkomt en de bacterie via het speeksel overbrengt is de Ixodes ricinus. Deze teek heeft een doorsnede van 2-3 mm. Nadat hij zich met bloed heeft vol gezogen heeft hij zelfs een doorsnede van 1 cm. De teek heeft een levenscyclus van 2 jaar: hierbij zijn larven, nymfen (in de groeifase tussen larf en teek) en volwassen insecten te onderscheiden. Een keer per 2-5 dagen moeten ze zich voeden met bloed van een gastheer (mens of dier). Vooral nymfen en volwassen diertjes kunnen besmettelijk zijn en dus de bacterie overbrengen. Men schat dat tussen de 2-30% van alle teken besmet zijn met de bacterie. Waarschijnlijk zijn er grote regionale verschillen in de besmettelijkheid. De teken zijn vooral actief van april tot oktober. Ze houden zich op in bos- en duingebieden, Hangend aan grashelmen, twijgen en bladeren laten ze zich meevoeren door passanten en kruipen dan tot ze een plek vinden waar de huid niet al te dik is, zodat ze makkelijk een bloedvat kunnen bereiken. De primaire gastheer (en dus infectiebron) voor de teek zijn kleine knaagdieren (bijv. muizen). De teken kunnen echter de spirochaet overbrengen op grotere dieren bijv. reeën, schapen, paarden, vogels en dus ook de mens. Gebleken is dat veel mensen antistoffen tegen de spirochaet bezitten. Ze hebben dus contact gehad met de bacterie. Men heeft het idee dat slechts 2-3% van de besmette personen echt ziekteverschijnselen krijgt. Hoe kom je aan een teek Teken zitten hoog in de takken van loofhout -eik- en laten zich vallen zodra er een warmbloedig dier onderdoor rent. Dan kruipt de teek naar een verbergplekje om zich daar lekker in te graven. Het beestje heeft een voorkeur voor plaatsen waar de huid zacht en warm is, maar ook lekker strak. Onder een elastiek van ondergoed of kousen bv. Maar ook achter oren en huidplooien. Teken gaan op de vreemdste en onwaarschijnlijkste plekken zitten, dus pas altijd op!!! Pas ook op bij het tenten ophangen als je terug bent in je eigen clubhuis, zelfs hier kunnen teken nog uit de tent komen rollen. Herkenning van een teek Let erop dat als je kinderen (en collega's) zichzelf veel krabben. Het kan zijn dat ze onbewust een teek op het spoor zijn. Controleer dan meteen! Ook is het verstandig bij een zomerkamp de kinderen vaker te controleren. Gewoon op een bankje zetten en van boven tot onder in alle hoekjes nauwkeurig controleren.
Schoolveiligheidsplan meerik
53
Hiernaast is een plaatje van een teek, -vergroot- het achterlijf is eigenlijk zwart. Naarmate de teek meer bloed heeft opgezogen wordt het achterlijf groter en groter… Dan op een dag laat de teek vanzelf weer los. Een besmette teek De ziekte die teken kunnen verspreiden heet Lyme, en wordt veroorzaakt door de spiraalvormige Borrelia bacterie. Naar schatting 2-30% van de teken is besmet met deze ziekte. Waar je op moet letten als je gebeten bent is de steekplek. Het mag enigszins ontsteken, (rood bultje) maar dat moet snel weer weg. Als de bult een grotere rode vlek wordt, en zich cirkelvormig uitbreidt, is het heel verdacht. Ga dan naar de huisarts (c.q. adviseer de ouders) binnen een week. Er kunnen bijvoorbeeld in een straal van 4 a 5 cm enkele rode vlekken zichtbaar zijn. Niet echt een mooie cirkel dus. De vlekken gaan na enkele dagen weg, maar dat duidt NIET op genezing. Ook is lichte koorts, spier en gewrichtspijn, niet lekker tot misselijk voelen een indicatie. Niet alle klachten hoeven tegelijk op te treden. Ook deze symptomen gaan na een paar dagen weer weg. De symptomen kunnen bv. pas na 1 week komen opzetten, en daarna weer wegtrekken. Als je niets aan deze waarschuwingen doet, komt de Lyme na enkele maanden in enorme heftigheid weer naar buiten. Dat kunnen allerlei neurotische en reumatische aandoeningen zijn. Typisch is gewrichtspijn en verslapping van de gezichtsspieren. Aandoeningen aan de zintuigen kunnen ook optreden. De kuur ter genezing van deze ziekte is een specifiek antibioticum, en de kans op herstel is bijna 100%, hoewel in de latere fase het een stuk moeilijker is de infectie onder te knie te krijgen. Restverschijnselen schijnen niet uitgesloten te zijn. Het onderdrukken van de eerste koorts met Aspirine is heel gevaarlijk (Paracetamol is niet gevaarlijk). Gebruik dus in geen geval aspirine als het slachtoffer recentelijk een tekenbeet heeft gehad!!! De teek is nog niet gevaarlijk als het minder dan 24 uur vast zit, daarna begint het pas bloed te zuigen, en zijn met Borrelia bacteriën besmette slijm met jouw bloed te vermengen. De teek is de eerste 24 uur gemakkelijk te verwijderen. Verwijderen van teken Teken zijn niet bang van een beetje water, daardoor verdwijnen ze niet als ze eenmaal op hun gastheer zitten. Er worden twee methoden voor het verwijderen van teken aangeraden, de beste methode is met een tekentang. Heb je deze niet dan kan het ook met een scherp pincet uit je EHBO koffer. Tekentang Deze methode wordt geadviseerd als de beste en meest handige methode.
Schoolveiligheidsplan meerik
54
Er is een speciale tekentang in de handel, waarmee je teken simpel kunt verwijderen. Hierbij zit het boekje "Teek it Easy" met heldere info over teken en de Lymeziekte. De meegeleverde alcoholdeppers zijn niet bedoeld om de teken te verdoven, dat is absoluut verkeerd, maar om de beet te ontsmetten NA het verwijderen van de teek. De tang is meestal wel te verkrijgen bij een apotheek. De tekentang is een metaal of kunststof apparaatje dat ongeveer werkt als een epileer-pincet (als je knijpt gaat 'ie open, laat je los gaat 'ie weer dicht). Er is alleen wat meer ruimte gehouden voor het (volgezogen) lijf van de teek, hetgeen bij een pincet wel eens wat problemen op kan leveren. Het is een kwestie van de tang in de 'nek' van de teek te plaatsen en vervolgens een aantal slagen te draaien (ik doe altijd linksom...). Omdat je de pincet niet dicht hoeft te knijpen gaat het draaien erg makkelijk. Het tekenpincet is voor een gering bedrag te koop bij apotheek en Scout Shop (10 tot 15 gulden) en wordt over het algemeen gezien als de beste methode om een teek te verwijderen. Een tekentang wordt ook voor bv. honden gebruikt, dus een tekentang is waarschijnlijk ook te koop in de dierenzaak (2 gulden) of bij de dierenarts. Pincet Deze methode is bruikbaar als er geen tekentang voorhanden is. Neem een spitse pincet en knijp de teek zo dicht mogelijk bij de huid (dus bij de tekenkop) vast. De pincet langzaam met een draaiende beweging steeds harder trekken. Let erop dat je met het pincet niet de teek plat (leeg) knijpt. De teek moet er in zijn geheel uit gaan. Breekt de kop van de teek achter, dan zie je nog een zwart puntje. Dat levert soms geen groot probleem op, maar de kans op infectie wordt groter. Als het mogelijk is toch een arts raadplegen, deze heeft betere apparatuur. Snel de teek eruit halen met het risico dat de kop afbreekt is belangrijker dat de teek nog uren laten zitten, adviseert een internist van het AMC. Er is nog een alternatieve methode voor als je geen enkel hulpmiddel bij je hebt, met je vinger. Vinger Deze methode heeft enkele nadelen liever niet gebruiken dus! Zet je vinger tegen het achterlijf van de teek en draai dat tegen de klok in. Na een aantal rondjes komt het beestje zo ver omhoog dat je het er heel voorzichtig af kunt "vegen". Nadeel van deze methode is dat de teek mogelijk leeg gedrukt wordt of dat deze tijdens het draaien zichzelf "leeg braakt", zodat je alsnog besmet raakt. Alleen gebruiken als het echt niet anders kan dus! De foute methode De teek laten stikken met olie, vaseline, nagellak enz. of hem verdoven of vergiftigen met tri, alcohol, aceton en dergelijke.
Schoolveiligheidsplan meerik
55
Deze methode niet gebruiken! De methode lijkt altijd goed, de teek laat los en gaat dood. Het risico is echter aanwezig dat de teek in zijn doodsstrijd een nog niet overgedragen besmetting veroorzaakt. Het risico bestaat namelijk dat de teek leeg gedrukt wordt of dat deze tijdens het aanbrengen van de smeersels zichzelf "leeg braakt", hierbij dien je jezelf dus mogelijk een injectie met ziektekiemen toe. Voor meer informatie De Nederlandse Vereniging voor Lymepatiënten A. Fokkerstraat 44 9254 CK Hurdegaryp tel. 0511-476636
Schoolveiligheidsplan meerik
56
Teek info Geachte ouder/ verzorger, Middels dit briefje willen we u er van op de hoogte brengen dat bij uw zoon/ dochter een teek is aangetroffen. - Wanneer: ……………………………… - Waar: …………………………………. - Verwijderd door: …………….&……………….
Waar u op moet letten is de steekplek. Het mag enigszins ontsteken, (rood bultje) maar dat moet snel weer weg zijn. Als de bult een grotere rode vlek wordt, en zich cirkelvormig uitbreidt, is het heel verdacht. Ga dan naar de huisarts binnen een week. Er kunnen bijvoorbeeld in een straal van 4 a 5 cm enkele rode vlekken zichtbaar zijn. Niet echt een mooie cirkel dus. De vlekken gaan na enkele dagen weg, maar dat duidt NIET op genezing. Ook is lichte koorts, spier en gewrichtspijn, niet lekker tot misselijk voelen een indicatie. Niet alle klachten hoeven tegelijk op te treden. Ook deze symptomen gaan na een paar dagen weer weg. De symptomen kunnen bv. pas na 1 week komen opzetten, en daarna weer wegtrekken. Hierbij hopen wij u voldoende geïnformeerd te hebben, mocht u toch nog vragen hebben kunt u altijd contact met ons opnemen. Met vriendelijke groet, Het meerik
Schoolveiligheidsplan meerik
57
Protocol rouwverwerking:
PROTOCOL BIJ OVERLIJDEN EN ERNSTIGE ZIEKTE
Datum: 14-01-2013
Schoolveiligheidsplan meerik
58
INHOUDSOPGAVE pagina 1. Het Attendiz a. b. c. d. e. f. g. h. 2.
overlijden van een medewerker van Scholengroep Het bericht komt binnen Het verstrekken van informatie De rouwadvertentie/krans/bloemen Bezoek aan nabestaanden Sluiting scholen/dienst AB Overlijden partner of kind van een medewerker Overlijden van een ouder van een medewerker overlijden van een ander familielid van een medewerker
3 3 4 4 4 5 5 5
Het overlijden van een leerling van Scholengroep Attendiz a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k.
Het bericht komt binnen Het verstrekken van informatie Het informeren van de klasgenoten De rouwadvertentie Het bezoek aan ouder(s)/verzorger(s) Contacten met de ouders van de overige leerlingen Voor de begrafenis/crematie De dag van de begrafenis/crematie Na de begrafenis/crematie Nazorg Bij ernstige ziekte
6 6 6 7 7 8 8 9 9 10 12
3.
Het overlijden van een ouder
13
4.
Het overlijden van een broer of zus van een leerling
13
Aanvullende literatuur leerlingen
14
Literatuurlijst leerkracht
15
Schoolveiligheidsplan meerik
59
1. -
-
-
-
-
-
HET OVERLIJDEN VAN EEN MEDEWERKER VAN STICHTING ATTENDIZ a. Het bericht komt binnen Deelneming betuigen, toezeggen dat iemand zal terugbellen en vragen op welk nummer men bereikbaar is en wanneer (directielid kan zich dan even voorbereiden). Alleen als degene die belt erom vraagt, direct doorverbinden met de directeur / teamleider of diens waarnemer. Niet vergeten bij overlijden en/ of ernstig ongeval aandacht te besteden aan de melder en/of ooggetuigen!! (bijv door hem/haar apart te nemen, gelegenheid geven verhaal te doen, iets te drinken aanbieden). Vragen naar toedracht. Zorg dat je de juiste informatie krijgt over wie, wat, wanneer waar en hoe het gebeurd is. De ontvanger van het bericht waarschuwt direct de directie. De directie verifieert het bericht wanneer het niet afkomstig is van familie, arts of politie. Eventueel de hulpverlening op gang brengen, doormiddel van een crisisteam. Dit team ontwikkeld en coördineert de activiteiten. Dit team bestaat iemand van de schoolleiding, de groepsleerkracht en iemand uit de omgeving van ouders of slachtoffer als contactpersoon en , eventueel een extern deskundige. Er wordt een eindverantwoordelijke aangesteld, vaak een directielid. Zorg dat je als school bereikbaar bent overdag, ’s avonds en in het weekend. b. Het verstrekken van de informatie De directeur / teamleider zorgt er voor dat: Bestuursmanager, de leden van MT-breed en de collega’s van de eigen school geïnformeerd worden. De mt-leden informeren hun eigen medewerkers. Denk aan afwezige collega’s. de klas, indien het een groepsleerkracht/mentor betreft, geïnformeerd wordt. Het is lastig om dit bespreekbaar te maken in een groep. Belangrijk is om de “waarheid” te vertellen. De groep, de kinderen moeten serieus genomen worden. Ze kunnen vaak veel meer aan dan volwassenen denken. Het niet weten, het vermoeden, het idee dat er dingen voor je worden achtergehouden is veroorzaken meer schade dan de waarheid. alle leerlingen van de school via de mentoren/groepsleerkrachten, de ouder(s) / verzorger(s) door middel van een brief waarin staat wat er gebeurd is en wanneer de begrafenis/crematie zal plaatsvinden, geïnformeerd worden. In het boek van Riet Fiddelaers-Jaspers, De rouwende school, staan voorbeeldbrieven afgedrukt die te gebruiken zijn. Medezeggenschapsraad, Ouderraad, de Inspectie en de afdeling personeelszaken geïnformeerd worden. de vervanging geregeld wordt. Schoolveiligheidsplan meerik
60
-
i.v.m. de emoties van de betreffende groep de lessen vervangen worden door een andere groepsleerkracht. De vervanger wordt dan elders ingezet. de afspraken die door de overleden collega nog zijn gemaakt, worden afgezegd. er afstemming plaats vindt over wie er contact opneemt met de nabestaanden. dat de rouwkaart op het prikbord komt te hangen.
c.
De rouwadvertentie/krans/bloemen De directeur / teamleider (het crisisteam) zorgt voor: een advertentie namens de school en de stichting / het bestuur en kiest de krant(en) (meerdere advertenties op dezelfde dag plaatsen!) de juiste spelling van de (voor-)namen een krans of bloemen namens de stichting/het bestuur en leerlingen.
-
d. Bezoek aan nabestaanden Het eerste bezoek De directie neemt dezelfde dag contact op met de nabestaanden en vraagt telefonisch of bezoek gelegen komt. Indien mogelijk afspraak maken voor huisbezoek en geef al aan wie er komen. Houd er rekening mee dat wanneer er sprake is van meer bezoekmomenten, het eerste bezoek meestal alleen een uitwisseling van gevoelens is. Het is belangrijk om te vragen naar de behoefte voor een eventueel 2de huisbezoek. Ook is het belangrijk duidelijke afspraken te maken over de begrafenis. Wie zijn er wel/niet welkom.
Het tweede bezoek Wanneer er sprake is van een tweede bezoek overleg wie en wanneer op bezoek gaan. (in overleg met de ouders of andere familieleden. Vraag wat de school kan betekenen voor de nabestaanden. Overleg over alle te nemen stappen: bezoekmogelijkheden van collega’s en/of leerlingen, het plaatsen van een rouwadvertentie; niet voor de plaatsing van de familieadvertentie, het afscheid nemen van de overleden collega/leerkracht, bijdragen aan de begrafenis, bijwonen van de begrafenis, een eventuele afscheidsdienst op school. e. Sluiting scholen/dienst AB (DAB) Op de dag van de begrafenis is de school/ DAB van de overledene gesloten. Het managementteam kan beslissen dat meerdere scholen en/of de DAB gesloten zijn. Het managementteam of een afvaardiging daarvan en de personeelsfunctionaris gaan naar de begrafenis /crematie.
Schoolveiligheidsplan meerik
61
Medewerkers van de stichting maken zelf een afweging om naar de begrafenis/crematie te gaan. Leerlingen kunnen, onder begeleiding van de leerkracht, mentor of een ander teamlid, naar de begrafenis/crematie. f.
g. h.
Overlijden van de partner of kind van een medewerker Bij het overlijden van de partner of kind van een medewerker geldt de regeling zoals hierboven genoemd. Punt e, eerste punt: in overleg. Eventuele lesuitval beperken tot de groep van de medewerker. De directie draagt zorg voor een condoleancekaart en voor een krans of bloemen namens de stichting/het bestuur. De directie draagt zorg voor het plaatsen van een rouwadvertentie; niet voor de plaatsing van de familieadvertentie. Overlijden van een ouder van een medewerker De directie draagt zorg voor een condoleancekaart namens de stichting/bestuur. Afvaardiging naar begrafenis/crematie in overleg met de direct leidinggevende, zodanig dat er geen sprake is van lesuitval. Overlijden ander familielid van een medewerker Zie hiervoor de CAO-po.
Schoolveiligheidsplan meerik
62
-
-
-
-
-
-
2. HET OVERLIJDEN VAN EEN LEERLING VAN STICHTING SCHOLENGROEP TWENTE SPECIAAL a. Het bericht komt binnen. Deelneming betuigen, toezeggen dat iemand zal terugbellen en vragen op welk nummer men bereikbaar is en wanneer (directielid kan zich dan even voorbereiden). Alleen als degene die belt erom vraagt, direct doorverbinden met directeur / teamleider of diens waarnemer. Niet vergeten bij overlijden en/ of ernstig ongeval aandacht te besteden aan melder en /of ooggetuigen!! (bijv door hem / haar apart te nemen, gelegenheid geven verhaal te doen, iets te drinken aanbieden) broers en zusjes( bij ongeval of plotseling overlijden afspreken wie broertjes en zusjes op de hoogte brengt (school of ouders) en nagaan of deze broers of zusjes op school blijven, of naar huis gaan en wie ze opvangt en waar?) Vragen naar toedracht, De ontvanger van het bericht waarschuwt zo snel mogelijk de directie De directie verifieert het bericht wanneer het niet afkomstig is van familie, arts of politie b. Het verstrekken van de informatie De directeur / teamleider informeert: de leerkracht/mentor en andere (afwezige) collega’s, door samen met 2 á 3 teamleden de personeelslijst af te bellen. de bestuursmanager, de leden van MT-breed, voorzitter (G)MR en OR De directeur / teamleider zorgt ervoor dat de rouwkaart op het prikbord komt te hangen. De leerkracht/mentor brengt de klas op de hoogte ( soms kunnen de emoties zo groot zijn dat hierbij (ook) anderen ingezet worden. de directeur / teamleider/mentor neemt na overleg met het managementteam contact op met de ouder(s)/ verzorger(s) informeert alle leerlingen en hun ouder(s)/verzorger(s) door middel van een brief waarin staat wat er gebeurd is en wanneer de begrafenis/crematie zal plaatsvinden. In het boek van Riet fiddelaers-jaspers, De rouwende school, staan voorbeeldbrieven afgedrukt die te gebruiken zijn. Zie voor verdere invulling punt f. c. Het informeren van de klas / schoolgenoten Aandachtspunten: Op de eerste schooldag na het overlijden komt de klas om 9.00 uur bij elkaar. De mentor/leerkracht vertelt de leerlingen wat er is gebeurd. De mentoren/leerkrachten van de andere klassen brengen tegelijkertijd de andere leerlingen op de hoogte, let op absenten! Bereid e.e.a. voor samen met een collega/teamlid. Creëer een sfeer waarin het mogelijk is/wordt om te zeggen dat je dit moeilijk vindt of misschien: dat je het eigenlijk niet kunt. Bekijk in hoeverre je elkaar kunt ondersteunen. Schoolveiligheidsplan meerik
63
-
Probeer de opvang zoveel mogelijk in de klas te houden, maar zorg dat er een ruimte is waar leerlingen naartoe kunnen die alleen maar willen huilen of erg overstuur zijn. Wees erop voorbereid dat dit overlijden andere / eerdere verlieservaringen kan reactiveren, zowel bij leerlingen als bij leerkrachten. Zorg dat je werkvormen bij de hand hebt die de verwerking (h)erkennen en stimuleren. Bereid je goed voor op gespreksvorm en welke reacties mogelijk zijn, vraag om hulp!! Ter ondersteuning van deze klas- of groepsgesprekken kun je oefeningen of vragenlijsten gebruiken uit de volgende boekjes, 1. Naar een nieuwe horizon, een werk- en herinneringsboekje voor jongeren. 2. Ik zal je nooit vergeten, mijn boek met herinneringen beide van Riet Fiddelaers- Jaspers. De mededeling begin met een inleidende zin Vertel het hoe, waar en wanneer van de gebeurtenis Breng het bericht over zonder eromheen te draaien Geef in eerste instantie alleen de hoogst noodzakelijke informatie Neem de tijd voor emoties
-
-
-
Vervolgens Praat met de leerlingen over het gebeurde, degene die overleden is wat typerend voor hem/haar was etc. Geef ruimte voor emoties/geloofsbeleving, niets is gek Besteed aandacht aan (nog spelende )kwesties als onbegrip, ruzie met de overleden leerling. Hoe kun je goedmaken en /of een plaats geven etc. Vertel aan de leerlingen hoe de komende tijd hun programma eruit ziet en bij wie ze terecht kunnen voor een extra persoonlijk gesprek. Ingeval van een ongeluk Praat erover en geef aandacht aan alle getuigen en betrokkenen. Verder zie boven. Je kan samen met de groep of klas bedenken wat je in een groep kan doen. Bijvoorbeeld een herinnerings- of herdenkingshoekje in de klas of op school. Hier kan iedereen die dat wil bv. iets persoonlijks neerleggen d. De rouwadvertentie De directie draagt zorg voor een advertentie namens de stichting / het bestuur. De directie en de mentor/leerkracht zorgen voor een advertentie namens de leerlingen. Welke krant (en) kiezen we? Zorg bij meerdere advertenties dat ze in dezelfde editie /dag komen.
Schoolveiligheidsplan meerik
64
-
Controleer de juiste spelling van de (voor-)namen (Tip: “De laatste tekst”, Karin Pullen, handreiking bij het opstellen van rouwadvertenties, ( op dit moment - nog - niet ons bezit). De directie draagt zorg voor een krans/bloemen namens de stichting/het bestuur.
-
e.
Bezoek aan ouder(s)/verzorger(s)
Het eerste bezoek -
De directie of door directie gemandateerde (liefst mentor/leerkracht) neemt dezelfde dag contact op en vraagt telefonisch of bezoek gelegen komt. Indien mogelijk afspraak maken voor huisbezoek en geef al aan wie er komen. Houd er rekening mee dat wanneer er sprake is van meer bezoekmomenten, het eerste bezoek meestal alleen een uitwisseling van gevoelens is
-
Een tweede bezoek Wanneer er sprake is van een tweede bezoek overleg wie en wanneer. Vraag wat de school kan betekenen voor de ouders. Overleg over alle te nemen stappen: Bezoekmogelijkheden van leerlingen; Het plaatsen van een rouwadvertentie; niet voor plaatsing familieadvertentie Het afscheid nemen van de overleden leerling; Bijdragen aan de begrafenis; Bijwonen van de begrafenis, wie gaat erheen, vergezeld door wie, medewerkers, leerlingen, afscheidsdienst op school.
-
-
f.
g.
Contacten met de ouders van de overige leerlingen De directie of gedelegeerde informeert de ouders z.s.m. via een brief over: - de gebeurtenis; - organisatorische aanpassingen; - de zorg voor de leerlingen op school; - contactpersonen op school; - regels over aanwezigheid; - rouwbezoek en aanwezigheid bij de begrafenis; - eventuele afscheidsdienst op school; - nazorg voor de leerlingen; - (eventueel) rouwprocessen bij kinderen en problemen die zich daarbij kunnen voordoen. (info jeugdzorg)
Voor de begrafenis/crematie Houd de reacties van de leerlingen goed in de gaten. Allerlei gevoelens/ stemmingen wisselen zich vaak af. Schoolveiligheidsplan meerik
65
Bedenk met de klas hoe je de overledene het best kunt gedenken: foto, kaars, bloemen, attributen van de leerling, geliefde eigendommen en dergelijke en creëer een herinneringsplek, ruimte ter nagedachtenis. (Speciale ruimte en /of plek in de klas). Ook na de begrafenis. De administratie zorgt voor een condoleanceregister. De directie zorgt voor bloemen namens de stichting/bestuur op de begrafenis/crematie. De directie en de mentor/leerkracht zorgen voor bloemen namens de leerlingen. Houd met respect rekening met de plaats van de overleden leerling in de klas tijdens de verschillende vakken. Zet niet meteen iemand anders op de plaats waar hij/zij altijd zat. Geef ruimte voor vragen. Geef leerlingen de kans om zich creatief te uiten: tekenen of schrijven. Informeer of de overleden leerling toonbaar is alvorens met de kinderen op rouwbezoek te gaan. Bereid de leerlingen klassikaal tijdens een kringgesprek voor op het afscheid en leg ze uit wat ze hierbij kunnen verwachten. De leerlingen kunnen in overleg met de ouders van de overledene een aandeel hebben in de rouwdienst. Houd rekening met cultuurverschillen. Rituelen zijn belangrijk voor de rouwverwerking planten van een boom, een persoonlijke boodschap op de kist leggen, zingen, e.d. Overweeg of de vlag halfstok wordt gehangen. Als de ouders van de overledene de aanwezigheid van medeleerlingen bij de uitvaart niet op prijs stellen, kan op school een afscheidsdienst worden gehouden. h.
De dag van de begrafenis/crematie De school is op de dag van de begrafenis/crematie gesloten. Alle medewerkers van de school gaan naar de begrafenis/crematie. Medewerkers van de andere school of van de DAB die recentelijk met deze leerling hebben gewerkt kunnen bij hun direct leidinggevende een verzoek indienen om naar de begrafenis/crematie te gaan. Leerlingen kunnen, onder begeleiding van de mentor/leerkracht/ouder naar de begrafenis/crematie. i.
Na de begrafenis/crematie Vang de leerlingen na de begrafenis/crematie op om nog even na te praten. Neem de dagen erna in de klas/school ruim de tijd om over de begrafenis/crematie te spreken.
Schoolveiligheidsplan meerik
66
Probeer zo mogelijk de dag na de begrafenis/crematie weer te starten met de lessen.
Organiseer gerichte activiteiten om het rouwproces te bevorderen zoals schrijven, tekenen of het werken met gevoelens. Er zijn verschillende mogelijkheden om hier iets mee te doen. Je kunt bv elke week een moment pakken om stil te staan bij diegene die is overleden. Of bij de gevoelens in de klas. Dit kan door middel van een kringgesprek of het maken van een tekening. Er zijn een aantal mogelijke activiteiten te vinden in de verschillende boeken die wij hebben van Riet Fiddelaer-Jaspers. Hang eventueel een foto op van de overleden leerling in de klas of in de school.
i.
Nazorg De nazorg is erg belangrijk. Maak met je crissisteam een schema wat er moet gebeuren en wie wat doet. Denk aan bezoekjes aan het gezin van de overledenen of gesprekken in de klas. De eerste periode is vaak goed geregeld maar het verdriet komt later. Het is belangrijk om daar tijdig over na te denken. Overleden leerling Houd rekening met de plek waar de leerling in de klas meestal zat/aan het werk was. Streep de naam van het kind niet onmiddellijk door en verwijder niet onmiddellijk het dossier en de gegevens uit het LVS. Ouders, broers en zussen van de overleden leerling Denk aan de ouders; zij hebben vaak behoefte aan een nagesprek. Na ongeveer 3 tot 4 weken neemt de directie/ mentor/leerkracht contact op met de ouders van de overleden leerling. Nodig de ouders uit voor activiteiten op school. Zij geven zelf wel aan of ze dit aankunnen. Denk op de verjaardag en sterfdag aan ouders, broers en zussen van de overleden leerling. Breng eventueel een bloemetje, stuur een kaartje of neem eventueel contact op. Heb oog voor de moeilijke momenten van de ouders van de overledene: schoolreisjes, ouderavonden en dergelijke; een kaartje of een gebaar op die momenten is voor ouders heel ondersteunend. (de leerkracht / mentor regelt dit) Houd oog voor de broertjes en zusjes van de overleden leerling. Persoonlijke bezittingen van de overleden leerling aan de ouders overhandigen.
Schoolveiligheidsplan meerik
67
Medeleerlingen Het is belangrijk dat een leerling weet dat hij / zij zich mag uiten. De leerling weet dan: ik sta er niet alleen voor! Soms zie je de rouwreactie van leerlingen pas weken of maanden later. Deze reactie kan explosief zijn. Let op de signalen: afhankelijk gedrag kinderlijk gedrag ouderlijk gedrag lichamelijke klachten slapeloosheid ander (spel)gedrag angst om alleen te zijn slecht eten angstdromen niet meer kunnen huilen anders huilen prikkelbaarheid buikpijn stemverandering zich terug trekken Let speciaal op risicoleerlingen, zoals leerlingen die al eerder een verlies hebben geleden. Ook is het belangrijk om extra aandacht aan vluchtelingenkinderen te geven. Zij hebben vaak al veel verloren (traumatische ervaringen). Jongens gaan vaak schijnbaar laconiek met het verlies om. Vaak vertonen zij dan stoer gedrag: 'niks aan de hand'. Sta af en toe stil bij herinneringen, besteed aandacht aan de verjaardag en sterfdag van de overleden leerling. Rond aan het einde van het schooljaar iets af met de kinderen van de klas van de overledene. Leerkracht en andere disciplines
Nazorg voor de groepsleerkracht/mentor en het team onder verantwoordelijkheid van het managementteam. Administratie: let op dat er geen post meer naar de overledene gaat Breng bezittingen van de overledene te zijner tijd naar de ouders. Als een leerling in de schoolvakanties overlijdt, probeer te handelen volgens deze afgesproken procedure. k. Bij ernstige ziekte Als er aan het overlijden van de leerling een ziekteproces vooraf gaat, let dan op het volgende: Voor zieke leerlingen is school wellicht nog belangrijker dan voor gezonde leerlingen. School geeft een hoopvol toekomstperspectief. Laat daarom het zieke kind zoveel mogelijk deelnemen aan alle Schoolveiligheidsplan meerik
68
activiteiten. Zo komt het kind niet in een ongewilde uitzonderingspositie te zitten. Bereid de klas goed voor op de uiterlijke veranderingen gedurende de ziekte. Kinderen zijn immers erg gevoelig voor een beoordeling van hun uiterlijk. Laat een kind eventueel zelf of samen met de ouders vertellen wat er aan de hand is. Zorg op dat moment en daarna voor opvang. Regelmatig contact met de ouders is erg belangrijk. (Ook om te weten wat het kind zelf al weet!) vraag na of het gezin het op prijs stelt dat er een huisbezoek volgt en zo ja maak gelijk een afspraak. Als de ziekte ongeneeslijk is, kan het zijn dat de ouders en het kind er thuis niet over praten om elkaar te beschermen. Het kind zoekt dan vaak een vertrouwde persoon buiten het gezin, b.v. iemand van school. (mentor, schoolmaatschappelijk werk) Laat het kind merken dat het altijd kan en mag praten over de ziekte. De klas te vroeg inlichten over een langdurige ziekte is niet erg verstandig. De leerlingen hebben dan misschien moeite om gewoon te doen tegen de zieke leerling en doordat de ziekte zo lang duurt, verslapt de aandacht snel en is de schok des te groter. Laat aan de zieke leerling over wat hij/zij wil vertellen en wie dat gaat doen. Bespreek vooraf duidelijk de voor- en nadelen. Als de leerling niet meer op school kan komen, houd dan wel steeds contact. Dit kan bijvoorbeeld door op bezoek te gaan, een dagboek bij te houden, post te sturen, video/foto's, e.d. Houd de ouders op de hoogte van de gebeurtenissen op school.
Schoolveiligheidsplan meerik
69
3. -
-
Het overlijden van een ouder
De mentor/leerkracht zorgt ervoor goed geïnformeerd te zijn en vertelt aan de klas wat er gebeurd is. De mentor/leerkracht bezoekt met (eventueel) medeleerlingen en de directie de begrafenis/crematie. de directeur / teamleider zorgt voor een advertentie namens de school, de stichting / het bestuur en kiest de krant(en) (meerdere advertenties op dezelfde dag plaatsen) de juiste spelling van de (voor-)namen(Tip: “De laatste tekst”, Karin Pullen, handreiking bij het opstellen van rouwadvertenties,( op dit moment - nog - niet ons bezit) De mentor/leerkracht zorgt voor een goede opvang als de betrokken leerling weer op school terugkomt: eigen zorg en die van de medeleerlingen. De directie draagt zorg voor de verwerking van de gegevens in de leerlingenadministratie en de mentor/leerkracht in het LVS. Van een nieuwe leerling; moet de oude school ook de informatie over het overlijden van familie overdragen. 4
Het overlijden van een broer of zus van een leerling De directie stuurt samen met het team een rouwkaart. Belangrijk om deze leerling goed in de gaten te houden. Maak het bespreekbaar.
Schoolveiligheidsplan meerik
70
Aanvullende literatuur leerlingen Onderbouw
“Stilte a.u.b., ik denk aan kip” Hans Hagen en Harrie Geelen Van Goor, Amsterdam, 1995
“Een opa om nooit te vergeten” Bette Westera en Harmen van Straaten Hillen, Amsterdam, 2000 Middenbouw
“Voor altijd, altijd” Bart Moeyaert Zwijssen, Tilburg, 1992
“Dat is heel wat voor een kat vind je niet” Judith Viorst Gottmer, Haarlem, 1992
“Het boek van de dood” Pernilla Stalfelt Hoogland & vsn Klaveren, Amsterdam, 2000
“Brieven aan een Prins” Johanna Kruit Leopold, Amsterdam, 2001
“Kleine Sofie en Lange Wapper” Els Pelgrom - The Tjong King Querido, Amsterdam, 1978 Bovenbouw
“ik ben Polleke, hoor!” Geus Kuyer Querido, Amsterdam, 2001
“Achtste groepen huilen niet” Jacques Vriens Van Holkema en Warendorf, Houten, 1999
“Wonderlijke verhalen over de dood” Schoolveiligheidsplan meerik
71
Ton Honig Meinema, Zoetermeer, 1997
“Dood zijn hoe lang duurt dat” W. Storms Biblion-NBD uitgeverij bv Literatuurlijst leerkracht
″Afscheid voor altijd″ Riet Fiddelaers Jaspers Educatieve Partners, Houten, 1996
Gids na een overlijden Handleiding voor nabestaanden bij zakelijke beslissingen en bij verwerking van verlies. De gids wordt aanhoudend vernieuwd, bevat praktische informatie, literatuur en adreslijsten en is te bestellen bij: Landelijk Steunpunt Rouwbegeleiding Postbus 13189 3507 LD Utrecht Tel. 030-2761500 van 9.00 uur tot 13.00 uur Internetsites www.verliesverwerken.nl www.rouwkost.nl www.-wolken.nl www.specialkids.nl
Schoolveiligheidsplan meerik
72
Bijlage A: schoolbrief ouders ernstig ziek kind
Hengelo, (datum) Beste ouders, Misschien heeft u al iets van uw kind gehoord of van anderen uit onze omgeving. We vinden het echter fijn u rechtstreeks en persoonlijk op de hoogte te stellen. Onze (zoon/dochter) heeft (aandoening). Via onze huisarts zijn w bij de kinderoncoloog van het (naam ziekenhuis) terechtgekomen. Na diverse onderzoeken stelde hij de diagnose. Sinds deze uitslag zijn we in een soort achtbaan gekomen, we kunnen het zelf nog maar amper geloven. Inmiddels ligt (naam) op de afdeling kinderoncologie en hebben wij onze intrek genomen in het Ronald McDonaldhuis. De behandeling is inmiddels gestart en (naam) heeft al heel wat moeten doorstaan aan onderzoeken , prikken, infuus en medicijnen. Dat wordt alleen nog maar erger door de chemo de komende tijd. (naam) heeft aangegeven om , als dat maar enigszins kan, naar school te willen tussen de kuren door. Mogelijk kan (hij/zij) ook de lessen volgen via ‘onderwijs op afstand’, dat wordt nog uitgezocht. Door de behandelingen neemt de weerstand erg af. Het is daarom van belang te weten als er griep of besmettelijke aandoeningen heersen op school. Wij willen u vragen om dat zo snel mogelijk door te geven want dan houden we (naam) thuis. Wij stellen het op prijs wanneer u uw zoon of dochter goed informeert want voor (naam) is het belangrijk om contact te houden met vrienden en klasgenoten en over alles te kunnen praten, chatten of twitteren. We zijn inmiddels een weblog gestart waarop (naam) zijn/haar ervaringen zal beschrijven (adres weblog). Tot slot:(naam) is gek op post. En gek op (paarden/honden/voetbal enz). Kaarten met afbeeldingen hiervan en lieve woorden worden dan ook met open armen ontvangen. Alvast hartelijk bedankt voor uw begrip en steun. (namen), ouders van (naam)
Schoolveiligheidsplan meerik
73
Bijlage B: schoolbrief verloop rouwen school
Hengelo, (datum) Beste ouders, Het overlijden van (naam), als (functie) verbonden aan onze school, heeft veel reacties opgeroepen, zowel bij leerlingen als bij teamleden. We hebben tijd en ruimte genomen om emoties te delen met elkaar en ervaren hoe verbonden we met elkaar zijn op deze school. Ook van u hebben we veel ondersteunende reacties ontvangen, die hebben ons er gesteund. De dramatische omstandigheden van het overlijden hebben voor heftige reacties bij de leerlingen gezorgd. Wij proberen zo goed mogelijk in de gaten te houden welke leerlingen om extra aandacht vragen. Intussen hebben de leerlingen te horen gekregen dat we aanstaande vrijdag, net voor de vakantieweek, samen met de mentorklas van (naam) zijn gedenkhoek in de stilteruimte zullen opruimen. De foto hangen we dan in de nis bij de andere foto’s van overleden leerlingen en collega’s. Op advies van een deskundige op dit gebied hebben we de lessen intussen weer aangepast aan de dagelijkse orde en structuur. Ze krijgen er dan vertrouwen in dat het leven doorgang vindt. We zullen (naam) niet vergeten, ons verdriet is nog lang niet over, maar we kunnen de leerlingen laten ervaren dat we het (school)leven weer kunnen en ook moeten oppakken. De wijze waarop we de eerste tijd opvang hebben geboden, lijkt goed te zijn aangeslagen. We blijven alert op signalen. Mocht u thuis signalen krijgen dat dingen niet goed lopen, of wanneer u zich zorgen maakt, neemt u dan contact met ons, uw zoon/dochter kan altijd bij de mentor, de vertrouwenspersoon of de schoolmaatschappelijk werker terecht. Wij stimuleren de leerlingen om hun zorgen over vrienden of klasgenoten ook kenbaar re maken. Dit is geen ‘klikken’ of ‘verraad’ maar noodzaak en getuigt van zorg voor elkaar. In het kader van nazorg is er op (datum ’s middags een bijeenkomst voor leerlingen die nog willen praten over wat er is gebeurd, of die nog vragen hebben. Di avond is er ook een ouderavond over verdriet en rouw bij kinderen en jongeren. We hebben (naam), deskundige op dit gebied, gevraagd om op deze avond een inleiding te houden. We hebben als school een moeilijke tijd achter de rug. Dat we die naar omstandigheden goed doorstaan hebben, geeft ons vertrouwen in de toekomst. We zijn in staat samen dingen te vieren, maar ook om samen verdriet te delen. Met vriendelijke groeten, (naam leidinggevende)
Schoolveiligheidsplan meerik
74
Bijlage C: schoolbrief ivm ernstig ongeval leerling
Hengelo, (datum)
Beste ouders, verzorgers en kinderen van (naam school). Zoals de meesten van u waarschijnlijk al vernomen hebben, heeft er op (datum) een dramatisch ongeval plaatsgevonden met één van onze leerlingen van (naam dependance). De vijfjarige (naam leerling) is rond 16.30 uur tijdens het spelen in een sloot gevallen. Na een lage zoektocht is hij uiteindelijk gevonden. Reanimatie mocht helaas niet meer baten . Zijn dood kunnen wij nog steeds niet bevatten. De volgende ochtend hebben wij met de kinderen en hun ouders stilgestaan bij deze tragische gebeurtenis. In de middag hebben wij dit nogmaals met alle collega’s én iemand van rouwverwerking gedaan. Verdriet, alom aanwezig, zal een plaatsje moeten krijgen. Namens alle medewerkers van school willen wij de ouders van (naam leerling) condoleren met hun verlies en heel veel sterkte toewensen voor de komende tijd. Voor ouders die vragen hebben, staan wij vanzelfsprekend klaar. Wij zijn een hechte, kleine gemeenschap. Maak gebruik van elkaars schouder. Namens alle medewerkers, (namen directie)
Schoolveiligheidsplan meerik
75
Bijlage D: schoolbrief , zelfdoding collega
Hengelo, (Datum) Geachte ouders/verzorgers, Enorm geraakt en intens verdrietig moeten wij u mededelen dat onze collega (naam) plotseling is overleden. Zij heeft een einde aan haar leven gemaakt. Wij blijven verbijsterd achter. Wij hebben dit bericht vandaag in de groepen/klassen verteld aan de leerlingen hen de tijd gegeven om dit tot hen door te laten dringen. Ze kregen ruimte om vragen te stellen en eigen ervaringen te delen. Daarna zijn we aan de slag gegaan met diverse werkvormen om de emoties te kunnen uiten en ze ook met elkaar te delen. Dat gebeurde via tekeningen, verhalen, gedichten en muziek. In de aula is een gedenktafel ingericht met een foto van (naam),met een brandende kaars en mooie bloemen. Er ligt een hartvormig boek bij waarin iedereen iets op kan schrijven voor het gezin van (naam). Ook de tekeningen en gedichten zullen we verzamelen en bundelen. Wij hebben nog geen informatie over mogelijkheden van rouwbezoek en over de uitvaart. Zo snel we dit weten zullen wij deze informatie op de website van de school plaatsen. Zo kunt u op de hoogte blijven. Mocht uw zoon/dochter thuiskomen met vragen waarmee u geen raad weet of u maakt zich zorgen of zijn/haar reactie, aarzelt u dan niet contact met ons te nemen. De (groepsleerkracht/intern begeleider/mentor/leerlingbegeleider/schoolmaatschappelijk werker) staat u graag te woord. Wij wensen het gezin van (naam) veel kracht. (naam leidinggevende)
Schoolveiligheidsplan meerik
76
Bijlage E: schoolbrief , overlijden docent
Hengelo, (datum) Beste allemaal, Graag willen we u op de hoogte stellen van de wijze waarop wij als school vormgeven aan het afscheid van (naam leerkracht). Morgen ochtend om 09.30 uur vieren de kinderen en de leerkrachten het afscheid in de hal van onze school. Met elkaar zullen wij er samen een viering van maken zoals (naam leerkracht) dat gewenst zou hebben: sober, eenvoudig en beslist sfeervol. U zult begrijpen dat deze viering alleen bestemd is voor de kinderen, de juffen en meesters. Wanneer u persoonlijk afscheid wilt nemen. Kan dat (met of zonder uw kind) op (datum en tijd) in (adresgegevens). De uitvaartdienst is (dag) aanstaande om (tijd) een herdenkingsdienst in het crematorium, (adresgegevens). U kunt de herinneringsruimte op school ook morgen nog bezoeken van (tijdstippen). Terplekke kunt u daar het condoleanceregister tekenen of een notitie achterlaten. Heeft u vragen, dan kunt u altijd bij de leerkrachten of de directie terecht. Veel sterkte voor iedereen. Team (naam school).
Schoolveiligheidsplan meerik
77
Bijlage F: schoolbrief , ernstig ziek kind
Hengelo, (datum) Beste ouders/verzorgers, Op verzoek van de ouders van (naam) willen wij u informeren over (zijn/haar) situatie. U bent ervan op de hoogte dat (naam) al een tijdje wordt behandeld vanwege (naam aandoening). Aanvankelijk sloegen de behandelingen aan en was er hoop op een goede afloop. De afgelopen dagen hebben zich echter ernstige complicaties voorgedaan waardoor de toestand van (naam) zichtbaar verslechtert. Dit proces blijkt niet meer te keren en daarom is besloten om de medische behandeling te stoppen. U begrijpt da dit een zeer moeilijke beslissing is, zeker voor de ouders en (naam/namen broer(s) en zus(sen)). De ouders hebben gevraagd om hen zoveel mogelijk met rust te laten daar zij de beperkte tijd die hen nog rest met (naam) optimaal willen besteden in (zijn/haar) nabijheid. Op de weblog van (naam) zullen zij, bijgestaan door de broer van moeder, zo goed mogelijk proberen bij te houden hoe de situatie zich ontwikkelt via (adres weblog) kunt u dus op de hoogte blijven. De (leerkrachten/mentoren) hebben vandaag in de (groep/klas) aan de klasgenoten verteld wat er aan de hand is. Met behulp van diverse werkvormen hebben de leerlingen hun emoties kunnen uiten en delen. Ook de komende tijd zal hier aandacht voor zin al de situatie erom vraagt, of als de leerlingen er behoefte aan hebben. Voor de rest zullen we het normale programma volgen omdat gebleken is dat de meeste leerlingen hieraan houvast ontlenen. Wanneer u vragen heeft over bovenstaande of u heeft vragen over het gedrag of de reactie van uw zoon of dochter dan kunt u altijd bij ons terecht zowel de (groepsleerkracht al de interne begeleider/mentor al s de leerlingbegeleider) staan hiervoor open. Wij proberen vanuit school het gezin van (naam) zoveel mogelijk te steunen en wensen hen veel kracht voor de komende tijd. (naam leidinggevende)
Schoolveiligheidsplan meerik
78
Bijlage F: schoolbrief , uitleg afscheid
Hengelo, (datum) Betreft rouwbezoek en uitvaart van (naam). In overleg met de familie (naam) is er op (datum) van (tijd) de mogelijkheid om afscheid te nemen van (naam). Met de mensen van het rouwcentrum is afgesproken dat dit tijdstip alleen bestemd is voor leerlingen en personeel van onze school. U kunt uw zoon/dochter begeleiden. De leerlingen van de groep/klas van (naam) brengen een dag eerder een bezoek en krijgen uitgebreid tijd om afscheid te nemen. Er wordt vanuit school gezorgd voor voldoende begeleiding. De ouders van de betreffende leerlingen zijn hier al van op de hoogte gesteld. Op (datum)is de uitvaart in (naam kerk/aula/crematorium) (adres) om (tijdstip). De familie stelt het erg op prijs wanneer de eigen groep/klas van (naam) aanwezig is. Hiervoor worden stoelen gereserveerd. Ook is er namens directie en personeel een afvaardiging aanwezig. Omdat de ruimte beperkt is, heeft de familie gevraagd om , als u niet zeer nauw betrokken bent, niet naar deze dienst te komen. In overleg met hen houden wij op school een herdenkingsdienst voor zowel leerlingen als ouders. Deze is aanstaande (dag)avond om (tijdstip). U bent van harte uitgenodigd. We willen vragen of u één bloem, liefst uit eigen tuin, wilt meebrengen, onverpakt. In de aula ligt vanaf morgen bij de gedenktafel van (naam) een condoleanceregister dat u kunt tekenen. (naam) hield niet van grote boeketten. In plaats van bloemen heeft de familie gevraagd om een bijdrage voor de filmopnamen die ze willen laten maken van de plechtigheden. Er staat en speciale bus bij de gedenktafel. Als school zullen wij het bedrag dat we normaal gesproken zouden besteden aan een rouwboeket ter beschikking stellen voor deze herinneringsfilm. Overigens wordt ook de herdenkingsdienst op school gefilmd door een professioneel bedrijf. Morgen(datum) komt er namens de school een rouwadvertentie in (naam krant). Deze advertentie zullen we ook op de website plaatsen. Tot slot laten we (dag) op het moment van de uitvaart, samen met de leerlingen die op school zijn, ter afsluiting een witte ballon op met een afscheidsgroet eraan. Hoe moeilijk ook , als schoolgemeenschap zullen we samen dit verlies dragen. (naam leidinggevende)
Schoolveiligheidsplan meerik
79
Bijlage G: schoolbrief , plotseling overlijden kind collega
Hengelo, (datum) Beste allemaal, Rond half vijf kregen we gisteren het bericht dat (naam) is overleden. Dinsdag is zij in de loop van de middag dood aangetroffen op haar bed. Vanochtend zijn de kinderen van onze school opgevangen en is (naam) in alle klassen op passende wijze herdacht. De reacties van de kinderen waren erg verschillend: van erg druk tot heel stil, van verdrietige tranen tot in zichzelf gekeerd zijn. Alle kinderen hebben de ruimte gekregen om er op hun eigen manier mee om te gaan. Ook thuis zullen de kinderen op heel verschillende manieren reageren en misschien anders zijn in hun gedrag. Op school hebben we in het RT-lokaal een herdenkingsruimte ingericht. Hier kunnen de kinderen onder schooltijd naar toe gaan en een briefje of tekening ophangen gewoon daar even willen zin met een klasgenootje is ook vorm van verwerking. U als ouders willen we graag uitnodigen om ook een bezoekje te brengen aan de herdenkingsruimte. Hiervoor is gelegenheid op: Woensdag van 12.15 tot 13.30 uur; Donderdag van 08.30 tot 09.30 uur en van 15.00 tot 16.30 uur; Vrijdag van 08.30 tot 09.30 uur en van 15.00 tot 16.30 uur. Op deze tijden staan in de hal koffie en thee klaar om voor de mensen die even met elkaar willen napraten. Voel u vooral vrij om zelf koffie en thee te schenken. Ook het schoolse leven gaat door! Wanneer u een bezoek aan de herdenkingsruimte brengt, is het dus mogelijk dat u de leerlingen van groep 8 ziet en hoort oefenen voor de afscheidsmusical. Heeft u vragen, dan kunt u bij de leerkrachten en de directie van onze school altijd terecht! Veel sterkte voor iedereen. Team (naam school)
Schoolveiligheidsplan meerik
80
Protocol internet op school:
De leerlingen van onze school kunnen gebruik maken van internet. We kunnen hiervoor gebruik maken van de zoekmachine van kennisnet maar ook andere zoekmachines kunnen gebruikt worden. Leerlingen maken gebruik van internet ter verrijking van het onderwijs: om informatie op te zoeken, contacten te leggen met leerlingen van andere scholen en deskundigen te raadplegen. Ons internetsysteem kent een filter waardoor zaken als racistische uitingen en pornografie niet zomaar benaderd kunnen worden. Afspraken: Gedragsafspraken met leerlingen: Geef nooit persoonlijke informatie door op internet zonder toestemming van de groepsleiding. Vertel het de groepsleiding meteen als je informatie tegenkomt waardoor je, je niet prettig voelt of waarvan je weet dat dat niet hoort. Houd je je aan de afspraken dan is het niet jouw schuld dat je zulke informatie tegenkomt. Leg nooit verder contacten met iemand zonder toestemming van jouw groepsleiding. Verstuur bij e-mailberichten nooit foto’s van jezelf of van anderen zonder toestemming van de groepsleiding. Beantwoord nooit e-mail waarbij je je niet prettig voelt of waar dingen in staan waarvan je weet dat dat niet hoort. Het is niet jouw schuld dat je zulke berichten krijgt. Verstuur zelf dergelijke mailtjes ook niet. Spreek van te voren af wat je op internet wilt gaan doen. Afspraken met het personeel: Internet wordt gebruikt voor opbouwende educatieve doeleinden. Sites die wij leerlingen willen laten gebruiken worden eerst door de groepsleiding bekeken. Er worden geen sites bekeken die niet aan onze fatsoensnormen voldoen. Er wordt aan de leerlingen uitgelegd waarom zij bepaalde sites wel of niet mogen bekijken. De groepsleiding draagt zorg voor een omgeving waarin leerlingen open kunnen vertellen wanneer zij op een ongewenste, onbedoelde site komen. Het is immers meestal niet hun schuld. (zie opmerking filter) Regels en wetten m.b.t. copyright worden in acht genomen. Informatie die terug te voeren is op leerlingen mag niet op het openbare deel van het net terecht komen. Namen in combinatie met foto’s mogen alleen met toestemming van de ouders op het net gepubliceerd worden. Voor e-mail geldt ook het briefgeheim , maar op grond van hun pedagogische verantwoordelijkheid mogen leerkrachten e-mail van leerlingen bekijken. Werk gerelateerde onderwerpen niet benoemen op social media.
Schoolveiligheidsplan meerik
81
Protocol drugs en alcohol
Algemene regels: Alcoholgebruik Het voorhanden hebben, gebruiken of verhandelen van alcoholische dranken is op school niet toegestaan. Dit houdt uiteraard ook in, dat men niet onder invloed van alcohol op school kan verschijnen. Gebruik van Cannabis (Hasj of Marihuana) en alle andere verslavende/stimulerende middelen. Het is op school niet toegestaan bovengenoemde middelen in bezit te hebben, te gebruiken of te verhandelen (dealen). Het op school verschijnen onder invloed van het gebruik van deze middelen is niet toegestaan. Toelichting:Wanneer door signalen of uit een gesprek blijkt dat een leerling onder invloed is, dan zal de school hierop moeten reageren. De leerling die onder invloed van alcohol of drugs de lessen volgt, zal uit de les verwijderd moeten worden. Goede of slechte schoolprestaties zijn hierbij niet doorslaggevend. Enerzijds tast drugs- en alcoholgebruik/-bezit het leefklimaat binnen een school aan en anderzijds is het een directe bedreiging voor de onderwijsdoelstellingen. Het onderscheid tussen het voorhanden hebben van drugs voor eigen gebruik dan wel het voorhanden hebben van drugs bestemd voor de handel is moeilijk te trekken. Vandaar de volgende grenslijn: Indien jongeren drugs voorhanden hebben en/of dit aan anderen uitdelen, al dan niet met winstbejag, wordt de politie ingeschakeld. Het inschakelen van de politie geschiedt door de schoolleiding (of namens de schoolleiding). In overleg met de politie wordt bezien op welk moment en door wie de ouders in kennis worden gesteld. De school verbiedt het om alcohol, drugs of medicijnen die niet aantoonbaar door een arts zijn voorgeschreven binnen de schoolgebouwen of het terrein van de school te brengen. Ingeval de school kennis heeft dan wel een redelijk vermoeden heeft, dat een persoon drugs/medicijnen binnen een schoolgebouw of schoolterrein heeft gebracht of voorhanden of op andere wijze onder zich heeft, wordt deze persoon bewogen tot afgifte van deze goederen. De school geeft hiervoor geen schadevergoeding en is niet aansprakelijk voor schade, in welke zin dan ook, welke voortvloeit uit deze maatregel. Ingeleverde drugs en medicijnen worden ter vernietiging overgedragen aan de politie. Maatregelen school Inschatten van de situatie en daarmee keuze bepalen wel of niet politie in te schakelen (zie toelichting). Zorgteam bij elkaar roepen en beslissen of het protocol voor time out, schorsing, verwijdering gebruikt wordt. Ouders/ verzorgers worden altijd op de hoogte gesteld
Schoolveiligheidsplan meerik
82
Hulpmogelijkheden Huisarts Advies- en Meldpunt kindermishandeling Bureau Slachtofferhulp, Bureau Jeugdzorg GGD Politie
Schoolveiligheidsplan meerik
83
Protocol bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
Bij vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling, neemt de leerkracht/assistent contact op met de aandachtsfunctionaris. Vanaf dat moment treedt de meldcode in werking:
Stap 1
De uitgesproken vermoedens/zorgen/signalen worden vastgelegd door leerkracht/assistent (concreet waarneembaar gedrag)
Aandachtsfunctionaris
Onderzoek naar onderbouwing door leerkracht/assistent en
observeert de leerling
aandachtsfunctionaris
Afwegen of er ook bij ouders/verzorgers een zorgvraag neergelegd kan worden, leerkracht/assistent en aandachtsfunctionaris
Stap 2
Collegiale consultatie met het Zorgteam van het meerik vso
Stap 3
Indien mogelijk een gesprek met de leerling (afhankelijk van het niveau) (aandachtsfunctionaris, leerkracht/assistent)
Gesprek met ouders/verzorgers (aandachtsfunctionaris, leerkracht/assistent)
Stap 4
Afwegen van aard en ernst door aandachtsfunctionaris, leerkracht/assistent, zorgteam
Stap 5
Voorgenomen melding bespreken met ouders door aandachtsfunctionaris en
Melding bij AMK door aandachtsfunctionaris
zorgteam
Schoolveiligheidsplan meerik
84
FORMAT MELDCODE Huiselijk geweld en kindermishandeling Naam school Start meldcode per ingang van Naam leerling Geboorte datum Inschrijvingsdatum Stap 1: Signalen in kaart brengen (Aandachtsfunctionaris (AF) inlichten) 1. Wat zijn de signalen?(beschrijf feitelijk en objectief wat je waarneemt) 2. Wie signaleert en in welke situatie? 3. Zijn er signalen van derden? Zo ja, welke? 4. Sinds wanneer worden de signalen opgemerkt? 5. Ouders informeren (tenzij de veiligheid van het kind in het geding is).
Stap 2: Collegiale consultatie 6. Met wie vindt collegiaal overleg plaats over de signalen? 7. Advies vragen Aanmeldpunt Kindermishandeling (AMK) / Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG). Leg het advies vast en met wie je gesproken hebt.
Stap 3: Ouders/leerling inlichten (Aandachtsfunctionaris voert samen met de mentor/leerkracht het gesprek. Leg het doel uit van het gesprek en bespreek de feitelijke signalen)
8. Leg vast met wie de zorgen zijn besproken. 9. Beschrijf de reactie van ouders en de leerling.
Stap 4: Aard en ernst wegen (Mogelijkheid om opnieuw advies aan het AMK/SHG te vragen)
10.
Onderbouw en leg de weging vast.
Stap 5: Hulp organiseren of melden (In deze stap informeer je ouders wat je gaat doen en waarom)
a) Melden bij het AMK of het SHG 11.
b) Hulp organiseren en monitoren
Schoolveiligheidsplan meerik
85
Protocol verwijderen en separeren
Wettelijke kaders separeerruimte en bewegingsbeperkende middelen: - Het verwijderen en separeren van een leerling is toegestaan als: o Er gevaar dreigt dat niet op een andere manier afgewend kan worden; o Dit gevaar betreft: het niet langer kunnen garanderen van de veiligheid van personeel, en/of medeleerlingen en/of de leerling zelf; o De juiste kleeftechniek wordt toegepast om de leerling te verplaatsen naar de ruimte; o Er tegen de leerling gezegd wordt dat hij/zij afgezonderd wordt en voor hoe lang; o Er met de leerling nagesproken wordt over het voorval en of hij/zij begrijpt waarom er afgezonderd is. Daarnaast nabespreken met de leerling hoe afzondering voorkomen kan worden in de toekomst. - Het separeren van een leerling mag voor maximaal 10 minuten toegepast worden. Deze 10 minuten kunnen verlengd worden met 10 minuten als de leerling nog niet aanspreekbaar is na de eerste 10 minuten. - De ruimte waarin een leerling afgezonderd wordt moet prikkelarm zijn, mag geen randen, scherpe voorwerpen en dergelijke hebben. De leerling mag zichzelf niet kunnen verwonden aan materialen in de ruimte. Er moet licht zijn en een plek voor de leerling om te zitten (zitzak). Het personeel blijft tijdens de afzondering in de buurt van de ruimte, maar uit het zicht van de leerling. Het zicht moet door veiligheidsglas gewaarborgd worden. - Het afzonderen van een leerling leidt tot het opstellen van een plan om herhaling te voorkomen (zorgteam). - Er wordt afgeraden een leerling af te zonderen als: o Het een angstige leerling betreft; o Het een leerling betreft met hechtingsproblematiek of MCDD problematiek; Bedenk goed: Het is wettelijk verplicht om ouders te bellen na een fixatie en/of separatie. Daarna een gesprek te plannen op zeer korte termijn en aan te geven wat er is gebeurd en waarom er gekozen is om hun zoon/dochter vast te pakken, op de grond te leggen of af te zonderen met deur op slot. Een fixatie/separatie heeft grote impact op jezelf, collega’s en andere leerlingen. Maar de grootste impact heeft het op de leerling die gefixeerd of gesepareerd wordt. Denk je in: ‘je bent gefrustreerd en uit dit op een verkeerde wijze (je gaat compleet door het lint). Je wilt echter iets duidelijk maken naar je omgeving, maar je weet even geen andere manier dan te flippen! Er stormen vervolgens drie grote mensen op je af en die leggen je plat op de grond. Maar jij wilt iets duidelijk maken! Uiteindelijk raak je uitgeput en kunt alleen nog maar huilen, je wordt vervolgens omhoog geholpen en in een aparte ruimte gezet. Je wilt nog steeds iets duidelijk maken, maar dit lukt je nu al helemaal niet meer… Je zit alleen in een afkoelruimte… ’ De impact is groot, dus bedenk je twee keer voordat je deze handeling uitvoert.
Schoolveiligheidsplan meerik
86
Maar als het moet, ga er dan met zekerheid in en roep collega’s om hulp! We hebben allemaal de training om de grepen goed uit te voeren, dus vertrouw hierin ook op elkaar!
Schoolveiligheidsplan meerik
87
Protocol Kleeftechniek Er is een conflict. Er moet een leerlingen worden verwijderd. Wat nu! 1: Zoek iemand waarmee je de leerling gaat verwijderen. 2: Spreek af wie de leiding heeft en waar de leerling naartoe moet. 3: Denk aan de codewoorden: “NU” is vastpakken en “VAST” is ter controle 4. Benader de leerling schuin van voren. 5: Op “NU” pak je de leerling tegelijk vast. 6: Heb je de leerling goed vast dan zeg je “VAST” * 7: Begeleidt de leerling naar de afgesproken plek en loop stevig door.
Nazorg personeel: Doorloop de onderstaande vragen met betrokkenen bij het toepassen van de Kleeftechniek 1: Snel iemand gevonden die je kon helpen?. 2: Duidelijk wie de leiding had. 3: Duidelijk waar de leerling naar toe moest? 4: Gedacht aan de codewoorden: “NU” en “VAST” 5. Hebben jullie de leerling schuin van voren benaderd? 5: Hoe ging het vastpakken? 6: Hoe ging het verplaatsen?
Schoolveiligheidsplan meerik
88
Protocol Mobiele telefoons Doel m.b.t. protocol mobiele telefoons: Afspraken m.b.t. het omgaan met mobiele telefoons voor leerlingen en personeel van het meerik, ouder(s). Voorkomen van misbruik van mobiele telefoon onder schooltijd Duidelijkheid m.b.t. actie van school n.a.v. misbruik van mobiele telefoon onder schooltijd Mogelijkheid tot het afleggen verantwoording naar leerlingen, ouders bij misbruik Afspraken m.b.t. gebruik leerlingen: Leerlingen mogen een mobiel mee naar school nemen. Leerlingen met een mobiele telefoon moeten deze bij aanvang van de schooldag uitzetten en inleveren bij de leerkracht, deze wordt dan in de kluis gelegd. Aan het eind van de schooldag krijgen de leerlingen hun telefoon weer terug. Leerlingen nemen een eigen risico om een mobiele telefoon mee naar school te nemen. Wanneer de telefoon kapot gaat, gestolen wordt etc. is de school niet verantwoordelijk. Leerlingen die een telefoon niet meenemen en niet inleveren zijn conform dit beleid in overtreding. De groepsleerkracht waarschuwt de leerling eenmalig, bij herhaling stelt de groepsleerkracht de ouders hiervan op de hoogte en wijst zowel de leerling als de ouders nog eenmaal op het gehanteerde beleid van school. Voor leerlingen die voor de 2e keer een mobiele telefoon meenemen en niet inleveren geldt een sanctie, die wordt opgelegd door de groepsleerkracht. Zowel de leerling als de ouders worden door de groepsleerkracht op de hoogte gesteld. Hetzelfde geldt bij constatering van misbruik. Onder misbruik wordt in elk geval verstaan het maken van foto’s en/of filmpjes, het plaatsen van foto’s en/of filmpjes op internet, ongewenste smsjes, ongewenst bellen, alarmnummers bellen en bedreigen. Het is voor leerlingen altijd mogelijk om aan de groepsleerkracht te vragen of onder of na schooltijd, tijdens schoolkamp/projectweek e.d. ze, voor dringende zaken. Naar huis mogen bellen met de vaste telefoon van school. In de regel zal zo’n verzoek niet worden geweigerd. Afspraken m.b.t. gebruik personeel: Personeel mag ook hun mobiele telefoon meenemen naar school. Gedurende de lestijden wordt er geen gebruik gemaakt van de mobiele telefoon, deze staat uit of stil (voorbeeldgedrag voor de leerlingen). Bij calamiteiten, pauzes, buitenschoolse activiteiten etc, mogen de telefoons aan staan. Personeel neemt op eigen risico een mobiele telefoon mee naar school. Wanneer de telefoon kapot gaat, gestolen wordt etc, is de school niet aansprakelijk.
Schoolveiligheidsplan meerik
89
Bijlage protocol gebruik mobiele telefoon leerwerkgebieden:
Leerwerkgebied Bakkerij Woonplaats Dierenasiel Externe stage Facilitair Fietswerkplaats 2e Versnelling Groot huishouden Kinderboerderij Kunstzinnige vorming Livio de Cromhoff Manege Pantry Slijpsteen extern Twentse zorgcentra Werkplaats Zorg en welzijn Uniek dagbesteding Groen
Conform protocol school Ja Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja
Uitzondering t.a.v. protocol school gebruik in pauzes toegestaan gebruik in pauzes toegestaan gebruik in pauzes toegestaan gebruik in pauzes toegestaan gebruik in pauzes toegestaan
gebruik in pauzes toegestaan
gebruik in pauzes toegestaan gebruik in pauzes toegestaan
Praktijkgroepen buiten school: conform protocol op school.
Schoolveiligheidsplan meerik
90
Protocol Roken: De rookvrije school: Voldoet aan de Tabakswet Een rookvrije School voldoet aan de wens van de samenleving om niet-rokers te beschermen.
Afspraken over roken per 1-8-2015
Er wordt niet gerookt in het gebouw. Er wordt niet gerookt op het schoolplein. Er mag gerookt worden door personeel op de daartoe aangewezen plek (achter school de school buiten het zicht van de leerlingen).
Schoolveiligheidsplan meerik
91
Protocol Ontruimen:
Schoolveiligheidsplan meerik
92
Schoolveiligheidsplan meerik
93