Schoolplannen Stichting Fluvius Bs. t Panorama 03XV

Schoolplannen Stichting Fluvius 2011 – 2015 Bs. ‟t Panorama 03XV

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid

verantwoordelijkheid

Basisschool „t Panorama

Inhoud Inleiding .................................................................................................................................................. 2 Terugblik schoolplan 2007-2011 ...................................................................................................... 2 Schoolplan 2011-2015 ..................................................................................................................... 2 Plan – Do – Check – Act .................................................................................................................. 3 Hoofdstuk 1 Stichting Fluvius en onze school................................................................................... 4 1.1 Waar staat de Stichting voor? .................................................................................................... 4 1.2 Kernwaarden .............................................................................................................................. 5 1.3 Betekenis voor onze school ....................................................................................................... 4 Hoofdstuk 2 De identiteit van onze school ......................................................................................... 6 2.1 Missie en visie ............................................................................................................................ 6 2.2 Algemene schoolkenmerken ...................................................................................................... 6 2.3 Pedagogisch klimaat .................................................................................................................. 6 2.4 Onderwijsconcept ....................................................................................................................... 7 2.5 De school als samenwerkingspartner ........................................................................................ 7 2.6 De school in de wijk (maatschappelijk context) ......................................................................... 7 2.7 De school als professionele organisatie .................................................................................... 8 2.8 Ouderparticipatie ........................................................................................................................ 8 2.9 Onderwijsontwikkelingen ............................................................................................................ 8 2.10 Beleidsplannen voor de komende jaren ................................................................................. 10 Hoofdstuk 3 Onderwijskundig beleid: de onderwijskundige vormgeving van onze school ....... 11 3.1 Missie en visie .......................................................................................................................... 11 3.2 Onderwijsdoelstellingen ........................................................................................................... 11 3.3 Inhoud van het onderwijs ......................................................................................................... 11 3.4 Didactiek en leeromgeving ....................................................................................................... 14 3.5 Leerlingenzorg .......................................................................................................................... 14 3.6 Organisatie ............................................................................................................................... 15 3.7 Beleidsplannen voor de komende jaren ................................................................................... 16 Hoofdstuk 4 Personeelsbeleid: inzet en ontwikkeling van personeel ........................................... 17 4.1 Missie en visie .......................................................................................................................... 17 4.2 De school als professionele organisatie .................................................................................. 17 4.3 Personeelsbeleid ...................................................................................................................... 17 4.4 Personeelontwikkeling ............................................................................................................. 19 4.5 Taakbeleid ................................................................................................................................ 19 4.6 Functiemix ................................................................................................................................ 19 4.7 Evenredige vertegenwoordiging............................................................................................... 20 4.8 Beleidsplannen voor de komende jaren ................................................................................... 20 Hoofdstuk 5 Kwaliteitsbeleid: bewaking en verbetering van onderwijskwaliteit ....................... 211 5.1 Missie en visie ........................................................................................................................ 211 5.2 Organisatie ............................................................................................................................... 21 5.3 Onderwijskundige kwaliteitsbewaking ...................................................................................... 21 5.4 Beleidsplannen voor de komende jaren ................................................................................... 23 Hoofdstuk 6 Financieel beleid .......................................................................................................... 255 6.1 Missie en visie ........................................................................................................................ 255 6.2 Financieel beleid Stichting Fluvius ......................................................................................... 255 6.3 Interne geldstromen ............................................................................................................... 255 6.4 Externe geldstromen .............................................................................................................. 255 6.5 Beleidsplannen voor de komende jaren ................................................................................. 255 Bijlage 1: Terugblik schoolplanperiode 2007-2011 ........................................................................ 266 Bijlage 2: Overzicht verwijzingen .................................................................................................... 299 Bijlage 3: Totaaloverzicht speerpunten 2011-2016 .......................................................................... 30 Bijlage 4: Jaarplan 2011-2012 ............................................................................................................ 31

1

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



INLEIDING Beste Lezer, Na een turbulente tijd op meerdere gebieden, willen wij de aankomende periode met duidelijke en meetbare plannen ons onderwijs cyclisch volgen en borgen. We willen daarmee verder voortbouwen op onze successen, maar ook ruimte scheppen nieuwe ideeën. Onze kijk op onderwijs wordt een belangrijk uitgangspunt, evenals de leefwereld van de kinderen in een tijd waarin, duurzaamheid burgerzin en ICT een belangrijke rol spelen. Team „t Panorama

Terugblik schoolplan 2007-2011 In het schoolplan 2007-2011 zijn de strategische doelen verwoord: Strategische doelen onderwijskundig beleid 2007-2011 ‟t Panorama verdiept de vijf kernwaarden (verwondering, ruimte geven, integriteit, veiligheid en verworvenheid) verder en houdt ze levend. ‟t Panorama biedt de kinderen een uitdagende leeromgeving door middel van; - het werken met moderne leermiddelen - het aanbieden van de wereldoriënterende vakken in thema‟s - het werken met moderne digitale middelen - het koppelen van de lesinhoud aan de mogelijkheden van de omgeving van de school - het aanbieden van een breed gevarieerd aanbod voor beeldende vorming - het zo optimaal mogelijk inzetten van de talenten van de leerkrachten. ‟t Panorama ontwerpt een ontwikkelingsgericht kindrapport. ‟t Panorama past haar zorgstructuur aan aan het zo optimaal mogelijk begeleiden van de LGF kinderen. Het team van ‟t Panorama leert de leerstijlen van de kinderen herkennen en hun onderwijs daarop aanpassen. In bijlage SP07-11 zal per onderdeel aangegeven worden in hoeverre doelen behaald zijn plus eventuele toelichtingen (groen gemarkeerd). De doelen die niet behaald zijn plus toelichting (rood gemarkeerd). De doelen die ook naar deze planperiode worden doorgeschoven plus toelichting (blauw gemarkeerd).

Schoolplan 2011-2015 Wat staat centraal in het schoolplan 2011-2015? Een planmatige aanpak op alle beleidsterreinen, ten einde een betere zorg op maat te bieden die niet alleen oplossing biedt binnen de planperiode, maar deze ook overschrijdt. Totstandkoming van het schoolplan Dit schoolplan is beschreven volgens het format dat ontwikkeld is voor de Stichting Fluvius. Samen met het bestuur van de Stichting en alle directieleden is een traject gestart met onderzoekers van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ter voorbereiding op het schrijven van de schoolplannen.

2

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



In dit traject is aandacht geweest voor visie-, missie- en kernwaardeontwikkeling; de basis voor de schoolplannen. Bij de ontwikkeling van het format voor de schoolplannen zijn „structuur‟ en „ruimte‟ twee belangrijke uitgangspunten geweest. Het format is bedoeld om eenieder die daar behoefte aan heeft structuur/houvast te bieden bij het schrijven van het schoolplan. Het format bevat de verplichte onderdelen die opgenomen dienen te worden in het schoolplan. Daarnaast biedt het format de ruimte voor de eigen schoolidentiteit en managementstijl. In het format zijn hulpvragen geformuleerd die aan het denken zetten, die stimuleren om steeds de verbinding te leggen tussen visie, missie en daadwerkelijke plannen en het format stuurt naar een concreet jaarplan voor het komende schooljaar. Plan – Do – Check – Act Het schoolplan maakt deel uit van de PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act). In het schoolplan zijn plannen geformuleerd die we de komende jaren tot uitvoering zullen brengen. Tevens is opgenomen hoe we kunnen meten, controleren of de plannen uitgevoerd zijn en bijbehorende doelen behaald zijn. Op basis hiervan worden weer nieuwe plannen geformuleerd voor de daarop volgende jaren.

3

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



HOOFDSTUK 1 STICHTING FLUVIUS EN ONZE SCHOOL

1.1 Waar staat de Stichting voor? Stichting Fluvius is een schoolbestuur met 20 scholen in Arnhem en omgeving. Iedere school is uniek, ieder kind is uniek. Wij denken en werken vanuit de erkenning van uniciteit en diversiteit. De leerkracht vertaalt iedere dag de keuzes die wij binnen onze Stichting en onze scholen hebben gemaakt. Zij zorgen ervoor dat de keuzes binnen de Stichting tot bloei kunnen komen. Wij erkennen deze rol en hechten zeer veel waarde aan draagkracht – leerkrachten zorgen daadwerkelijk voor de rijkdom van deze Stichting. Fluvius richt zich deze beleidsperiode specifiek op: het verbeteren van uitdagende leeren werkomgevingen; het doorvoeren van passend onderwijs; het optimaal benutten van de kwaliteiten van kinderen; en het versterken van professioneel en handelingsbekwaam personeel.

Missie Fluvius maakt het onderwijskundig verschil – voor ieder kind (voor iedere ouder) in Arnhem en omgeving. Iedere ouder wil dat zijn unieke kind een passende plaats op een voor hen passende school heeft en bij voorkeur in de eigen woonomgeving. Wij streven hiernaar. Onze minimum inspanning zal op onze scholen uiteraard bestaan uit het op laten doen van basisvaardigheden die nodig zijn bij het uitoefenen van een beroep. Tevens zal Stichting Fluvius zich inspannen om kinderen de wereldburgers te laten worden die ze zijn. Daarnaast leveren we een bijdrage aan persoonlijk geluk door samen uit te zoeken wat talenten en ontplooiingsmogelijkheden van onze kinderen zijn en ons hiervoor maximaal in te zetten.

Visie Onderwijs volgt kinderen; onderwijs volgt het kind. We werken afgestemd op de individuele leeren ontwikkelingsbehoeften van ieder kind (en niet vanuit een afwijking van een gemiddelde). Kinderen hoeven niet te groeien ten opzichte van anderen, maar mogen groeien ten opzichte van zichzelf in hun eigen omgeving. We denken en werken vanuit de erkenning van verschillen tussen kinderen en ouders en omgevingen. Onze kinderen en ouders bewijzen uiteindelijk de juiste opvatting over en de juistheid van ons onderwijs. Bij Fluvius doen leerkrachten er toe. Zij bepalen met name de kwaliteit van het onderwijs. Zij verdienen dan ook alle professionele zorg en aandacht: een betrokken werkgever, een professionele omgeving, een gezonde professionele ontwikkeling. Zij leveren elke dag opnieuw een wezenlijke bijdrage aan persoonlijk geluk en groei van kinderen. Fluvius biedt kinderen (en medewerkers) hiervoor een rijke leeromgeving. Inspirerend, betrokken en uitdagend. Ouders en school bepalen samen de groei van het kind, van de kinderen. Samen met de ouders zetten wij ons in om kinderen de wereldburgers te laten worden die ze zijn. Fluvius streeft naar maximale ouderparticipatie: betrokkenheid van ouders bij de school en bij de leerresultaten van hun kind(eren) is dé voorwaarde van het succes van acht jaar basisonderwijs. Onze dynamische maatschappij vraagt een ondernemend schoolbestuur en ondernemende scholen. We focusseren ons op onze kernactiviteit (de ontwikkeling van goed onderwijs met een goed rendement) in een krachtig ontwikkelende samenleving. Dit betekent voor ons de ontwikkeling van onderwijs door innovatie: een voortdurende onderwijsontwikkeling die zorgt voor onderwijs passend bij de tijdgeest anno nu en bij die van morgen.

4

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



1.2 Kernwaarden Welke eigenschappen zijn nodig voor wat we willen? We hebben binnen Fluvius vier kernwaarden benoemd. 1. Uitgaan van verschillen. Verschillen tussen kinderen, tussen ouders, tussen leerkrachten, tussen alle collega‟s, tussen scholen. Al die verschillen ervaren wij als rijkdom, rijkdom om van elkaar te leren en daardoor jezelf te verbeteren. Verschillen geven de kans om van elkaar te leren en dat is wat we willen. 2. Eigen-zinnig. Zingeving is voor iedereen belangrijk, voor kind en volwassene. Bijzondere scholen zijn er zich niet alleen van bewust, ze zijn er zelfs voor opgericht door ouders die vonden en vinden dat er aandacht moet zijn voor hetgeen zij belangrijk vinden in het leven. Wij weten dat zingeving niet kan worden opgelegd, maar wel kan worden doorgegeven. Doorgeven kan alleen goed gebeuren als je er zelf bij stil staat. 3. Ondernemend. Ondernemen, ondernemerschap, dat is nodig om dingen voor elkaar te krijgen. En als je het zelf onderneemt, dan is het ook van jou. Eigenaar zijn van niet alleen het probleem, maar ook van de oplossing. Passiviteit, klaagcultuur, slachtofferschap: je kunt er heel goede redenen voor hebben, maar het brengt je zelden vooruitgang. Voel je eigenaar van de oplossing, onderneem dat met elkaar. Durf dat te doen. 4. Creatief. Verzin een list. Verzin iets anders. Probeer iets nieuws uit. Doorzetten en steeds bereid zijn om nieuwe wegen te zoeken, zo is ons onderwijs beter geworden. Door leerkrachten en directeuren die het lef hadden om iets nieuws te proberen. Stichting Fluvius erkent in de totale ontwikkeling van het kind een belangrijke schakel te zijn. We zijn betrokken, we doen betrokken. De eigen-zinnigheid van zowel organisatie als individu is niet iets om 'klein' te houden, maar mag volgens ons in zijn totale waarde opgemerkt en gewaardeerd worden. Stichting Fluvius verzorgt met 20 basisscholen vitaal onderwijs – onderwijs van nu en morgen. 1.3 Betekenis voor onze school Ook onze kernwaarden “verwondering” en “ruimte geven” impliceren eigen-zinnigheid, ondernemen en creatief zijn. Ook wij bieden ruimte aan “het uitgaan van verschillen” door een veilige en integere omgeving te bieden. Kinderen en medewerkers werken aan hun eigen verantwoordelijkheid. Onze uniciteit ligt in het dienstbaar maken van de individuele ontwikkeling van het kind voor het algemeen belang. “We leren van elkaar, met en door elkaar”. Onze kernwaarden vragen om een mentale, zich expanderende ruimte, Fluvius staat hier open voor.

5

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



HOOFDSTUK 2 DE IDENTITEIT VAN ONZE SCHOOL 2.1 Missie en visie Missie • Vanuit de 5 kernwaarden biedt de interconfessionele basisschool ’t Panorama prikkelend, zelf ontplooiend en verantwoordelijkheid gevend onderwijs. Door mensen, groot en klein, op een integere en veilige omgeving met en van elkaar te laten leren binnen de ruimte die zij nodig hebben. Visie Een voorwaarde om tot leren te komen is je prettig voelen. Op 't Panorama zorgen we voor die veilige, prikkelende en verrijkende leeromgeving o.a. door aandacht te hebben voor elkaar en voor ieders manier van leren. Wij vinden het belangrijk om de kinderen een zo breed mogelijke basis mee te geven. Zodat ze goed beslagen ten ijs komen in het voorgezet onderwijs en als individu in de maatschappij. Wij zijn er van overtuigd dat heldere afspraken zorgen voor een goed onderwijsklimaat. Dus: "we zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen!" Ons motto: Een school met een eigentijdse kijk en een weidse blik 2.2 Algemene schoolkenmerken De school is gelegen in de wijk De Hoogkamp, in het noordwesten van Arnhem. De kinderen die onze school bezoeken, komen uit de volgende wijken: Hoogkamp, Sterrenberg, Gulden Bodem, Burgemeesterswijk, Sonsbeekkwartier en Schaarsbergen. De ouderpopulatie kenmerkt zich door haar opleidingsniveau.'t Panorama is een interconfessionele basisschool waar onderwijs wordt gegeven met respect voor ieders godsdienst of levensbeschouwing. De school is daarnaast een vernieuwingsschool. Op dit moment wordt in 4 bouwen (11 groepen) aan 285 leerlingen lesgegeven. 2.3 Pedagogisch klimaat Mede gezien de ligging van onze school aan de Mesdaglaan, willen we verwijzen naar „t Panorama van Mesdag (1881). Ook hij plaatst de toeschouwer in de werkelijkheid en leert hem zo zijn omgeving te ontdekken. Zo is onze school een plaats waar kinderen ontdekken hoe de wereld om hen heen eruit ziet. Vanuit onze visie hebben we 5 kernwaarden geformuleerd als pijlers voor onze interconfessionele identiteit. Verwondering - Het bewust leren kijken en je laten verrassen door de kleine, gewone dingen om ons heen. Ruimte geven - Wij willen elkaar de ruimte geven door ieders eigenheid en levensovertuiging te waarderen en te leren kennen. Integriteit Vanuit onze voorbeeldfunctie tonen we onze integriteit Veiligheid - Wij gaan op een respectvolle wijze met elkaar en anderen om. Het tonen van een sociaal gevoel, sensibiliteit en empathie Verantwoordelijkheid - Het werken aan een zichtbare zelfredzaamheid, zorg dragen voor jezelf, anderen en materialen

6

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



2.4 Onderwijsconcept Leren is een ontdekkingsreis. Om te blijven ontdekken creëren we een uitdagende leeromgeving. We bieden veelzijdige en gedifferentieerde (leer)activiteiten passend bij de talenten van de kinderen en medewerkers en ontwikkelen deze ook verder, door: - De organisatie van ons onderwijs. Wij werken met een 2-jarige groeperingsvorm, dat wil zeggen dat er in een bouw altijd twee jaargroepen zijn opgenomen. Kinderen zijn zo voor elkaar een “novice” of een “tutor”. Deze rollen wisselen per schooljaar en passen bij ontwikkeling van zowel het individuele kind als de (sub)groep - De vraagsturing in ons onderwijs. Wij staan open voor, en willen leren van, (on)gevraagde adviezen van de ouders en van informatie uit de omgeving - De inhoud van ons onderwijs. Hiervoor gebruikt de school de weektaak vanuit het Daltononderwijs. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het thematisch werken vanuit onder andere het Ontwikkelingsgericht Onderwijs. - De inrichting van ons onderwijs. De ochtenden wordt er in de groepen methodisch gewerkt op diverse niveau‟s (minimaal 6) met ruimte voor individuele leerlijnen (zoals Panoramakaarten). De middagen thematische werken volgens een duidelijke structuur. Samenwerken en zelfontplooiing zijn hierin de belangrijkste uitgangspunten. Als werkvormen wordt regelmatig gekozen voor het aanschouwelijk en proefondervindelijk onderwijs. Deze inrichting van ons onderwijs doet een beroep op en is een stimulans voor de talentontwikkeling van de kinderen. 2.5 De school als samenwerkingspartner De school heeft binnen de wijk, Arnhem-Noord en Arnhem en haar regio, de volgende strategische partners: Binnen de Stichting; Het bestuursbureau, de collega-scholen (specifiek regio Arnhem-Noord: SBaO het Palet, de AMS , ASV en de Bernulphsschool). Buiten de Stichting: de con-collegascholen (Pieter Bruegelschool en de Heijenoordschool) Onderwijs gerelateerd: Stichting Allio en Stichting SKAR, Samenwerkingsverband, Stichting PAS, HAN, Pabo, ROC A12, Rijn-IJssel college, Universiteit Nijmegen, CIOS, vanuit ambulante begeleiding een aantal scholen/instellingen voor Speciaal onderwijs, Arentheemcollege Onderwijs ondersteunend: de Gemeente Arnhem, leveranciers Reijnders en Presikhaaf, CITO Vrijwillige ondersteuning: VSO Mariendael (groenvoorziening), ouders + vrijwilligers (diverse schoolse activiteiten c.q. ondersteuning). De school wil als pro-actief samenwerkingspartner met haar partners de missie en visie verder gestalte geven. Kennisverdieping en -vergroting op onderwijskundig en organisatorische inhoud bewerkstelligen. Verstevigen van de positie binnen het onderwijsveld (marktwaarde vergroten). Inspelen op de marktwerking en vraagsturing. Als actieve samenwerkingspartner haalt en geeft zij vanuit missie en visie alle materiële, financiële en sociale netwerk ondersteuning die nodig is om de ontwikkeling van de organisatie zo optimaal mogelijk te laten verlopen. 2.6 De school in de wijk (maatschappelijk context) Met ingang van februari 2006 heeft het onderwijs de opdracht gekregen om jonge mensen voor te bereiden op deelname aan een veelvormige samenleving. Deze opdracht tot bevordering van “actief burgerschap en sociale integratie” staat tegen de achtergrond van de betrokkenheid tussen burgers onderling en tussen burgers en overheid. Onze school komt hieraan tegemoet door:het gebouw beschikbaar te stellen voor maatschappelijke activiteiten na schooltijd en in het weekend. bijv. aan Stichting Pharos, een muzieklerares en andere wijkaangelegenheden. Op deze manier werkt de school ook buiten schooltijd mee aan talentontwikkeling en saamhorigheid.

7

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



2.7 De school als professionele organisatie Een professionele organisatie kenmerkt zich door haar inrichting, opdat professionals zich kunnen ontwikkelen en presteren. Binnen school wordt continue gewerkt aan het scheppen van alle condities (zoals structuur, cultuur, leiderschap) om samen én individueel een goede prestatie te verrichten. De formele overlegmomenten ( team- en bouwvergaderingen) zijn zo ingericht dat ze complementair zijn aan elkaar. Ze zijn bedoeld ter introductie en implementatie van vastgesteld beleid en de uitwerking daarvan per bouw. De (in)formele contactmomenten tussen collega‟s kenmerken zich door visitatie en consultatie. De formele gesprekscyclus is bedoeld als instrument voor het vastleggen, volgen, bijstellen en bespreken van de resultaten in persoonlijke ontwikkeling en schoolontwikkeling. In de gesprekscyclus wordt ook het commitment aan of naleven van de uitgangspunten van school en Stichting vastgelegd. Voor scholing worden collega‟s individueel of groepsgewijs benaderd. Taakdifferentiatie wordt formeel in de vorming van de groepsbezetting meegenomen, evenals het taakbeleid, conform de richtlijnen van Fluvius. Het functiebouwwerk en de functiemix zijn afgestemd op ons onderwijskundig concept. School en medewerkers streven naar een zo open en transparant mogelijke organisatiecultuur. Daarin zijn onze kernwaarden maatgevend. De informele cultuur kenmerkt zich door een grote betrokkenheid , inzet en loyaliteit, een gezonde, collegiale verstandhouding en plezier in het werk. Gezien het competentieniveau van de medewerkers, de structuur en cultuur kan de directie als situationeel leider zich hoofdzakelijk focusseren op de ondersteuning van de medewerkers. Het toewerken naar een zelfsturend team heeft vanuit het verleden een natuurlijke ontwikkeling ondergaan. Deze ingeslagen weg zal voortgezet worden. Individuele sturing is daar een noodzakelijk en bewust onderdeel van. 2.8 Ouderparticipatie Structureel meedenkende en meewerkende ouders maken een school vitaal. Ouderbetrokkenheid betekent voor de scholen van Fluvius niet alleen het verrichten van handen spandiensten wanneer de school verlegen zit om een extra paar handen. Ouderbetrokkenheid is voor ons een wezenlijk onderdeel van iedere school: ouderbetrokkenheid vormt een wezenlijke schakel in de groeimogelijkheden van het kind en is daarmee van belang voor welzijn en ook voor de leerresultaten op school. Ouders zijn voor leerkrachten een belangrijke bron van informatie voor passend onderwijs, hun aanwezigheid op school zorgt ervoor dat de soms door het kind ervaren kloof tussen thuis en school kleiner wordt. En uiteraard zijn tevreden ouders niet alleen een doel, maar ook een belangrijk communicatiemiddel: zij zijn de belangrijkste ambassadeurs van een school. Er is geen vitale school zonder een goed functionerende MR, een (vernieuwde) schoolcommissie en een ouderpopulatie die de school ondersteunt. De ouderparticipatie op 't Panorama is op de twee niveau‟s ingericht. De formele geledingen zijn Medezeggenschapsraad (M.R.), Schoolcommissie (S.C.) en Ouderraad (O.R.), naast het bestuur van de steunStichting. De taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in statuten en/of reglementen. In het eerste jaar van de planperiode zal met de S.C. aan haar nieuwe rol gewerkt gaan worden. De beleidsnotitie van de Stichting is hierin maatgevend. De informele participatie is op groepsniveau hoofdzakelijk uitvoerend ( hulp en ondersteuning) en (voorbereidend) uitvoerend binnen de werkgroepen “Dyslexie”, “Begaafdheid”, “PR” en de “Mediabieb”. De aankomende jaren blijft gewerkt worden aan een kwalitatieve verbetering van de ouderparticipatie ( gelijk onze kernwaarde “Verwondering” en ons motto.).

2.9 Onderwijsontwikkelingen Het primair onderwijs heeft verschillende gezichten. Vaak overheerst het vertrouwde gezicht van onderwijs dat in grote lijnen nog hetzelfde is georganiseerd als in de tijd dat de ouders zelf naar de basisschool of zelfs naar de lagere school gingen. In de ochtend van pak weg half negen tot ongeveer twaalf uur en in de middag tussen een en drie. De kinderen zitten in klassen met een juf of soms een meester. Het programma richt zich voor een groot deel op de ”gemiddelde leerling”. De directeur is een meneer en de school staat in de wijk.

8

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Maar schijn bedriegt. In toenemende mate is er differentiatie. Differentiatie in inhouden, in tempo, in werkvorm, in begeleiding en zorg. Differentiatie in schooltijden. Differentiatie in functies en taken in de school. Hieronder volgt een lijst van voorbeelden van onderwerpen die scholen moeten aanbieden aan kinderen. Scholen moeten kinderen leren : goed met geld om te gaan, bij te dragen aan veiligheid, gezond te eten, om te gaan met pestgedrag, creatief te zijn, milieubewust te zijn en bij te laten dragen aan duurzaamheid, te weten en beseffen wat de gevaren zijn van drugs en alcohol, zwemvaardig te zijn, wat burgerschap inhoudt, sociaal te zijn, veilige verkeersdeelnemer te zijn, voorbereid te zijn op mondigheid in relaties en seksualiteit, kennis te hebben van en deel te nemen aan cultuur, respect te hebben voor anderen, trots te zijn op je eigenheid, te leven met normen en waarden, als wereldburgertje over de grenzen te kijken, voldoende te bewegen, kunstzinnig te zijn, te delen met anderen in de wereld die het slechter hebben, te reflecteren op hun eigen gedrag, mediawijs te zijn (omgaan met o.m. internettoepassingen), respect te hebben voor dieren en natuur, bezig te zijn met zingeving. En kinderen moeten ook voortreffelijk zijn in rekenen en taal, geschiedenis en aardrijkskunde, dat ook. Scholen hebben ook de taak om bij te dragen aan de integratie en de sociale samenhang in de samenleving. Dat is zelfs in de wet vastgelegd. Gemeentelijke overheden zien scholen daarom steeds meer als bindend element, deel van het hart van de wijk, belangrijke partner in de zorg voor jeugd. In de brede scholen die hiervoor worden gevormd zijn, het woord zegt het al, basisscholen onmisbaar. Scholen zijn ook wettelijk verplicht om te zorgen voor buitenschoolse, tussenschoolse en voorschoolse opvang. Natuurlijk zijn wij ook bij uitstek degenen die opletten of kinderen niet worden verwaarloosd, mishandeld, misbruikt. We moeten ons ook verantwoorden voor hoe we dit allemaal doen. Horizontaal, verticaal en diagonaal. Ouders, inspectie, gemeente, instellingen voor zorg en welzijn, wijk, collega‟s. Transparant. Communiceren. Door te verantwoorden laten we zien dat we verantwoord bezig zijn. De ingrijpende maatschappelijke- en onderwijsontwikkelingen die de komende planperiode (naar verwachting) doorgevoerd zullen gaan worden hebben direct of indirect een uitwerking op ons onderwijs. De herinrichting van de samenwerkingsverbanden en de daarmee gepaard gaande bepaling van de zorgniveau‟s op het Primair Onderwijs hebben consequenties voor het kunnen bieden van de zorg en het aanname beleid van leerlingen. Het convenant zal daarin maatgevend zijn. Dit betekent opnieuw een stap richting “zorg op maat‟. In het kader van de 1-zorgroute, ligt in het verlengde hiervan het opstellen van groepshandelingsplannen.

9

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Wij zijn bij de derde invoeringsgroep ingedeeld en zullen m.n. de eerste twee jaren van de planperiode getraind gaan worden in het opstellen van de groepshandelingsplannen en dit in een digitale vorm gaan invoeren. De extra zorg voor een specifieke groep leerlingen krijgt ook vorm in twee extra zorgbesprekingen met ouders. Deze vinden tussen de twee reguliere rapportbesprekingen plaats. De desbetreffende ouders worden daarvoor uitgenodigd. De invloedsfeer van ICT wordt steeds groter. Digitalisering van rapportages, portfolio‟s en dossiers is de meest zichtbare vorm. Dit blijven we perfectioneren. De hardware, het intranetwerk, licenties, softwarepakketten en de te customizen netwerkomgeving blijven we kritisch bekijken en zo goed mogelijk afstemmen op de onderwijsbehoeften. 2.10 Beleidsplannen voor de komende jaren 2.10.1 Welke speerpunten/verbeterpunten voor de komende jaren hebben we op dit terrein? De aankomende jaren zullen de kernwaarden in beleving en naleving een steeds grotere rol gaan spelen. Om de leerlingen beter op te leiden voor hun toekomstige rol als wereldburger willen wij ons positioneren als (inter)nationaal toegeruste school. 2.10.2 Wat willen we concreet bereiken en hoe meten we dat? In communicatie met ouders, relaties en derden zullen kernwaarden en (inter)nationale allure als speerpunten worden uitgedragen. Samenwerkingsverbanden of netwerken zullen gerealiseerd worden die aansluiten bij genoemde speerpunten. Het naleven van of zich commiteren aan de missie, visie en strategisch kader van school zijn voor alle medewerkers een vastgelegd gegeven in de gesprekscyclus. De (inter)nationale allure is behaald indien: minimaal 2 “scholenbanden” zichtbaar zijn op website. De website is meertalig. De school wordt “bezocht” door internationale contacten. 2.10.3 Wat betekent dit concreet voor onze school en haar partners? Kernwaarden zullen terugkomen in de PDCA- cyclus. De school, medewerkers en leerlingen zullen evolueren naar een hedendaags onderwijskundig en organisatorisch concept. Aanschouwelijk onderwijs, projectmatig werken en een goed intra- en internetwerk zijn de meest zichtbare vormen. Daarnaast blijven wij oog houden voor nieuwe ontwikkelingen. Zelfsturing en zelfontplooiing worden nog meer benadrukt.

10

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



HOOFDSTUK 3 ONDERWIJSKUNDIG BELEID: DE ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING VAN ONZE SCHOOL 3.1 Missie en visie Vanuit de 5 kernwaarden bieden wij prikkelend, zelfontplooiend en verantwoordelijkheid gevend onderwijs. Dit is mogelijk door mensen, groot en klein, op een integere manier en in een veilige omgeving met en van elkaar te laten leren binnen de ruimte die zij nodig hebben. In ons huidig onderwijskundig concept staat centraal , het gedifferentieerd methodisch werken, thematisch werken en individuele verdieping c.q. verbreding. Daarmee zal meer en meer opgelijnd gaan worden met de uitgangspunten van de 1-zorgroute. Het actief zorg houden voor zowel de vertraagde als de versnelde ontwikkeling 3.2 Onderwijsdoelstellingen In het strategisch beleidsplan zijn enkele doelen opgenomen rond de kwaliteit van het onderwijs. Centraal hierin staat, dat Stichting Fluvius zorg draagt voor een optimale ontplooiing van de talenten van elk kind. Dat is onze maatschappelijke opdracht. Dat geldt zowel voor de cognitieve- als de sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit houdt in dat de scholen een voldoende opbrengst van hun onderwijs realiseren in termen van de wettelijke eisen (kerndoelen) en van de doorstroming po-vo. Op „t Panorama streven we naar een schoolklimaat, met een voor de kinderen zo veilig mogelijke leeren speelomgeving, zodat ze zich optimaal kunnen ontplooien. Uiteraard houden we daarbij zoveel mogelijk rekening met verschillen tussen kinderen in aanleg, tempo, leerstijl en motivatie. Dit doen we door de inrichting van ons onderwijs; onze visie op vernieuwend onderwijs en verder door het schoolbreed werken in combinatiegroepen, het methodisch en thematisch werken, Panoramakaarten en weektaken. Aanschouwelijk & projectmatig onderwijs zijn maatgevend. Zelfontplooiing is een belangrijk doel. Wij werken aan een zo breed mogelijk zorgniveau, waarin wij openstaan voor iedere signatuur (interconfessioneel), zorgprofiel (van vertraagde tot versnelde ontwikkeling) en elke etnische achtergrond of multiculturele herkomst. We bieden een ruim leerstof aanbod voor hoogbegaafden en werken continue aan de talentontwikkeling van de kinderen

3.3 Inhoud van het onderwijs 3.3.1.Lezen Het leesonderwijs bestaat uit een aantal onderdelen: · het voorbereidend lezen; · het aanvankelijk lezen; · het technisch lezen; · het strategisch lezen (begrijpend en studerend). In de kleuterbouw wordt voorbereidend lezen aangeboden door gebruik te maken van de methode Schatkist, de voorloper van Veilig Leren Lezen. In de groepen is een lees-luisterhoek en er wordt veel voorgelezen. Daarnaast is er wekelijks een boekjesbeurt. Aan de hand van de plaatjes kan het kind 1 of 2 maal per leerjaar een verhaal vertellen of het boekje laten zien aan de groep. Ook staat elke week een letter centraal. Op deze manier leren de kinderen spelenderwijs de letters. Voor het aanvankelijk lezen in groep 3 wordt de methode Veilig Leren Lezen gebruikt. Dit is een leesmethode, waarbij uitgegaan wordt van een (prenten-) boek en een thema. Naar aanleiding daarvan wordt steeds een nieuw woord aangeleerd. Dit woord wordt geanalyseerd tot letters. Van letters kunnen weer nieuwe woorden worden gevormd. Bij de methode horen leesboekjes, werkboekjes, spelletjes, letter- en stempeldozen en een computerprogramma. Al tijdens het aanvankelijk leesproces, gaan de kinderen in groep 3 zelfstandig lezen. Zij kiezen een eigen leesboek uit de AVI kast. Ook kan er samen met een tutor gelezen worden. 11

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Een tutor is een begeleidend kind uit een hogere groep of bouw, dat samen met de onderbouwkinderen een boek uitzoekt, vertelt welke boeken leuk zijn om vervolgens samen te gaan lezen. Daarnaast is er op school een mediabieb aanwezig waar kinderen wekelijks boeken kunnen lenen. Het plezier in lezen is belangrijk voor de leesontwikkeling. Tijdens de „boekjesbeurt‟ of boekbespreking presenteren kinderen populaire boeken aan elkaar. Drie keer in de week wordt de middag begonnen met stillezen. Leeskilometers maken is erg belangrijk voor de leesontwikkeling van een kind. De leerkracht heeft dan de ruimte om extra leesaandacht te geven aan de moeilijk lezende leerling. Vanaf groep 4 wordt het begrijpend lezen aangeboden met de methode Goed Gelezen en de methode Nieuwsbegrip. In groep 8 komt in deze methode het studerend lezen aan bod. Tot slot wordt elk jaar tijdens de Kinderboekenweek en de voorleesweek aandacht besteed aan mooie kinderboeken. 3.3.2. Taal De mondelinge taalontwikkeling wordt bevorderd in de verschillende kringgesprekken. In de kleutergroepen wordt de methode Schatkist als bronnenboek gebruikt voor taal. In de kleutergroep leren de kinderen ook al dat ze woordjes kunnen schrijven bij hun tekeningen. Het schriftelijk taalonderwijs wordt gestart in groep 3 met onderdelen van „Veilig Leren Lezen‟. Vanaf de kerstvakantie starten deze leerlingen met de taalmethode „Taal op maat‟. Vanaf groep 4 komt daar ook de spellingsmethode bij. Taal op maat is een efficiënte methode. De structuur van Taal op maat is in één oogopslag duidelijk. De afwisseling van instructie en zelfstandig werken is prettig voor de kinderen. 3.3.3. Schrijven In de kleuterbouw wordt de motoriek tijdens verschillende activiteiten geoefend. Dit is een belangrijke voorbereiding voor het leren schrijven. Vanaf januari starten we met de kinderen uit groep 2 met de voorbereidende schrijfoefeningen. We gebruiken hiervoor de methode „Schrijfkriebels‟ als bronnenboek en het werkschrift van pennenstreken. In de onderbouw vinden tot oktober voorbereidende schrijfoefeningen plaats en wordt begonnen met het methodisch schrijven door middel van de schrijfmethode Pennenstreken. De kinderen van groep 3 schrijven, net als de kleuters, met een driekantig potlood om de pengreep te oefenen. In groep 4 na de kerstvakantie kan met een vulpen of balpen geschreven worden. In de bovenbouw ontwikkelen de kinderen hun eigen handschrift. Daarnaast wordt in de bovenbouw de typecursus Typing Master aangeboden. Het is voor de kinderen erg prettig als ze enige typesnelheid hebben, voordat ze naar de middelbare school gaan. Typing Master geeft geen geoormerkt typediploma. 3.3.4.Rekenen In de kleuterbouw leren de kinderen spelenderwijs begrippen die nodig zijn om te kunnen rekenen met behulp van de methode “Schatkist rekenen” en het bronnenboek van “De Wereld in Getallen”. In de onderbouw werken we met de vernieuwde methode “De Wereld in Getallen”. Kinderen in de onder-, midden- en bovenbouw kunnen daarnaast tijdens de werkperiodes werken met ondersteunende rekenmaterialen.

Een aantal kinderen krijgt rekenkorting omdat herhaling van de stof geen meerwaarde voor hen heeft. Zij werken daarnaast in de plusboeken van de methode waarin wat meer verrijking wordt aangeboden en op de computer.

12

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



3.3.5. Wereldoriëntatie De kleuterbouw biedt thema‟s aan die aansluiten bij de leefwereld van de kinderen. De onderwerpen worden gekoppeld aan de taal- & rekenmethode en aan de schoolthema‟s. Elke bouw werkt ongeveer 6 weken aan een bepaald thema binnen de kennisgebieden tijd, ruimte, natuur en techniek. Hiervoor zijn schoolbreed 10 thema‟s vastgesteld. Daarnaast sluit de onderbouw haar thema‟s soms ook aan bij de leesmethode. De midden- en bovenbouw maken gebruik van verschillende methoden en bronnenboeken. Voor „tijd‟ wordt onder andere „Speurtocht‟ gebruikt en voor ruimte „De Blauwe Planeet‟. Topografie wordt aangeboden door middel van de methode „De Blauwe Planeet‟. De kinderen werken wekelijks aan een bepaalde provincie of land in Europa en de Wereld. Verkeersonderwijs wordt aangeboden met “de Jeugdverkeerskrant” en “Kijk uit”. Groep 7 doet mee aan het landelijk verkeersexamen. Tot slot maken de kinderen vanaf de middenbouw werkstukken over een zelf gekozen onderwerp. Deze werkstukken kunnen aan de groep worden gepresenteerd in de vorm van een spreekbeurt. In de groep wordt vooraf gesproken over de inhoud en werkwijze van een werkstuk. 3.3.6. Techniek: Om wetenschap en techniek een structurele en geïntegreerde plek in het onderwijs te geven, heeft de school de afgelopen 3 jaar deelgenomen aan het programma VTB. Het Programma VTB is onderdeel van Platform Bèta Techniek. Dankzij financiële, organisatorische en inhoudelijke ondersteuning heeft techniek een vaste plaats binnen ons onderwijs gekregen en zijn er voldoende materialen op school aanwezig om aan de slag te gaan met techniek. 3.3.7. Bewegingsonderwijs In de kleuterbouw vindt elke dag een bewegingsactiviteit plaats. De kleuters gymmen in het speellokaal of spelen buiten. De onderbouw heeft twee keer per week gym in de gymzaal aan de Witsenstraat en een keer per week in de speelzaal. De midden- en bovenbouw gymmen twee keer per week in de gymzaal aan de Witsenstraat. Indien opgenomen in het Cultuureducatieve programma van EduArt krijgt een aantal groepen dans. Groep 5 krijgt een keer per week zwemles bij zwembad Valkenhuizen in plaats van een keer gym. 3.3.8. Engels Onderwijs in de Engelse taal begint in groep 7. De wereld is internationaler dan ooit en Engels is veelal de voertaal. Om onze kinderen kennis te laten maken met de Engelse taal gebruiken we de methode Bubbles. Spelenderwijs leren kinderen omgaan met Engelse communicatie. De nadruk ligt op receptief luisteren & lezen en het kunnen spreken. We gaan de komende jaren onderzoeken of Engels al vanaf de kleuters een plek kan krijgen in de school. 3.3.9. ICT Alle kinderen krijgen computeronderwijs waarbij een aantal vaardigheden wordt aangeleerd (o.a. het toepassen van Windows, tekstverwerken,e-mail, internet, website ontwerpen en PowerPoint). Dit gebeurd nog niet structureel, er is een concept leerlijn opgesteld (deze is aangenomen door het team, maar er is nog geen invulling gegeven aan werkvormen/materialen om deze doorgaande lijn te realiseren/aan te leren. Daarnaast wordt de computer ingezet voor kinderen die extra hulp of verdieping nodig hebben of om bepaalde vaardigheden als tafels, spelling, topografie extra te kunnen oefenen. De kinderen in de groepen 7/8 volgen een typecursus op de computer. Deze leidt niet tot een officiële certificering. Tot slot leren de kinderen te surfen op het net bijvoorbeeld voor het maken van werkstukken of op het net aangeboden leerstof. Elke groep heeft minimaal één eigen scherm met toegang tot specifieke software. Elk kind heeft een eigen map om een document op te slaan en te bewerken.

13

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



De groepen 5 tot en met 8 werken sinds schooljaar 2008-2009 met het digitale schoolbord. In schooljaar 2010-2011 zijn in de groepen van de onderbouw digitale schoolborden geplaatst. Op de school is een protocol aanwezig hoe om te gaan met internet. In de kleuterbouw worden touchscreens geplaatst in schooljaar 2011-2012. 3.3.10.Kunstzinnige vorming Onder kunstzinnige vorming verstaan wij schilderkunst, beeldende kunst, muzikale kunst, theater kunst ( drama en beweging) en verbale kunst (literatuur en poëzie). Voor deze vakken gebruiken we verschillende, losse methoden. Daarnaast biedt Stichting Breedtekunst materialen voor een schoolproject met één van bovenstaande onderdelen en organiseert zij verschillende voorstellingen voor de kinderen. 3.3.10.1 Beeldende vorming Creativiteit krijgt de ruimte door middel van het aanbieden van gevarieerde werkvormen op het gebied van beeldende vorming. We wisselen vrije opdrachten af met uitgaan van materialen of het aanleren van een gerichte techniek. Beeldende vorming heeft regelmatig een plaats binnen de thema‟s. Door zelf kunstwerken te maken, krijgen kinderen oog voor kunst en leren ze daarvan te genieten. Ook buiten schooltijden kan er op school aan creativiteit gewerkt worden (cursussen Inge/Riet)

3.3.10.2. Drama en muziek In alle groepen is regelmatig aandacht voor drama. Voor muziek gebruiken we de methode Moet je Doen. De bovenbouw verzorgt in principe met groep 8 een musical. De musical wordt zomogelijk gezien als een gezamenlijke activiteit voor de groep 8 kinderen. De spreiding van de lestijd voor drama en muziek in groep 7en 8 verschilt van de andere groepen, door het instuderen van de musical aan het einde van het schooljaar. 3.4 Didactiek en leeromgeving De didactiek en leeromgeving raken steeds beter afgestemd op het didactische ontwikkelingsniveau van de individuele leerling. Individueel bieden weektaken en panoramakaarten prikkelende en verwonderende omgevingen. Computers en digiborden spelen een niet langer weg te denken rol in de ondersteuning van de didactische ontwikkeling. In personen hebben wij enorm veel hulp en ondersteuning vanuit diverse instellingen ( Pabo, ROC, HAN, Universiteit, Arentheem College, CITO & CIOS). De gefaciliteerde leeromgeving is terug te zien in onze reeds eerder genoemde organisatie ( ochtenden methodisch werken en middagen thematisch werken plus de combinatiegroepen). De school is een grote flexplek waarbinnen veiligheid en rust geboden wordt. 3.5 Leerlingenzorg 3.5.1. Het zorgteam Binnen onze organisatie werken wij met een zorgteam. Dit team bestaat uit de directeur en twee intern begeleiders. Dit team is verantwoordelijk voor het initiëren, evalueren en bijstellen van het zorgbeleid. Naar aanleiding van signalen over de zorgbehoefte van de kinderen en vernieuwingen vanuit de wetenschap wordt het gevoerde zorgbeleid zo nodig verdiept en bijgesteld. Vanuit het zorgteam wordt in overleg met de leerkrachten gekeken waar knelpunten zitten en hoe die aangepakt moeten worden. Daarnaast is het zorgteam verantwoordelijk voor de controle op de kwaliteit van ons onderwijs. Toetsresultaten worden naast het individuele niveau ook geanalyseerd op groeps- en schoolniveau.

14

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



3.5.2 Interne hulp 3.5.2.1 Preventieve zorg binnen de school De start van een goede begeleiding van de kinderen ligt in de dagelijkse sfeer in de groep en de school. Alle kinderen krijgen onderwijs op maat binnen een veilig pedagogisch klimaat en in kleine niveaugroepen. 3.5.2.2 Zorg op maat binnen de groep Niet elk kind ontwikkelt zich op dezelfde manier en in hetzelfde tempo. Binnen de groep kunnen de kinderen gedifferentieerd werken kleine groepen werken en/ of op verschillend niveau. De leerkrachten kunnen gebruikmaken van collegiale consultatie tijdens de bouwvergadering. Tijdens deze vergadering is de intern begeleider ook regelmatig ter advisering aanwezig. 3.5.2.3 Zorg op maat buiten de groep Niet elk kind ontwikkelt zich op dezelfde manier en in hetzelfde tempo. Kinderen kunnen ook de behoefte hebben aan een structuur vanuit school als ze thuis zijn. School gaat de mogelijkheid van huiswerk, mede in voorbereiding op het Voortgezet Onderwijs onderzoeken. Want ondanks deze noodzaak c.q. behoefte willen wij een strikte scheiding tussen school en vrije tijd. 3.5.2.4 Probleemsignalering/extra hulp De uitslagen van de toetsen en observaties van het leerlingvolgsysteem worden drie keer per jaar besproken tijdens de groepsbespreking, met de intern begeleider van de betreffende bouw. De intern begeleider geeft adviezen of organiseert interne hulp omtrent kinderen met pedagogische of didactische problemen. Eventueel wordt een kind besproken in het zorgteam. Daarnaast kan de leerkracht gebruikmaken van een consultatiegesprek met de schoolcontactpersoon (orthopedagoog) vanuit het Zorgplatform. Het Zorgplatform is opgericht vanuit het Weer Samen Naar School verband (WSNS) met als doel de kinderen zolang mogelijk op de basisschool te houden. Na het analyseren van het probleem maakt de leerkracht, eventueel ondersteund door de intern begeleider, een handelingsplan voor gebruik in de groep ( het Groepsplan). Na 8 weken wordt dit handelingsplan geëvalueerd, afgesloten of bijgesteld voor een tweede periode van 8 weken. Ouders worden op de hoogte gesteld van alle bovenomschreven stappen en de resultaten van het handelingsplan. Leerkrachten kunnen voorstellen om thuis ook extra te oefenen. In overleg met ouders en kind worden afspraken gemaakt. Leerkrachten blijven verantwoordelijk voor de voortgang. 3.5.3 Externe hulp Het komt voor dat het zorgteam zelf geen mogelijkheden meer ziet om de problemen op te lossen. In dat geval kunnen het zorgplatform of andere instellingen hulp bieden. Er kan aan de ouders advies gegeven worden om hulp te zoeken bij externe instellingen of het zorgteam kan, na toestemming van de ouders, een kind aanmelden bij het Zorgplatform van WSNS (Weer Samen Naar School) voor nader onderzoek. In al deze gevallen worden de ouders door de school op de hoogte gebracht van de te nemen stappen en moeten de ouders schriftelijk toestemming verlenen 3.5.3.1. Externe instanties Indien gewenst kan de school of kunnen de ouders hulp zoeken bij verschillende externe instanties: - Het Zorgplatform bij gedragen leerproblemen, psychologisch onderzoek of capaciteitenonderzoek.; - Schoolgericht maatschappelijk werk; - De Jeugdarts bij medische of sociaal-emotionele problemen; - Bureau Jeugdzorg bij opvoedingsproblemen; - Het RIAGG bij sociaal-emotionele problemen (via doorverwijzing); 3.6 Organisatie Alle leerjaren zijn ingedeeld in combinatiegroepen waardoor elke leerling elk jaar een wisselende rol heeft als “novice” of “role-model”. De leerlingen kunnen hun “onderwijsvraag” neerleggen bij elkaar , de leerkracht of externe hulp (RT, stagiaires). 15

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



De medewerkers worden op o.a. didactisch vlak ondersteund door elkaar (intervisie, consultatie, overleg), door IB (als situationeel leider, van sturende naar ondersteunende begeleiding) en interne c.q. externe scholing. Daarnaast kunnen medewerkers individuele coaching trajecten doorlopen. 3.7 Beleidsplannen voor de komende jaren 3.7.1 Welke speerpunten/verbeterpunten voor de komende jaren hebben we op dit terrein? De aankomende jaren zal er verder gewerkt worden aan onze opzet en inrichting van het thematisch werken. Het onderdeel Techniek zal hierbinnen een meer prominente plek gaan krijgen. Voor Technisch lezen wordt een nieuwe methode aangeschaft en ingevoerd. Voor de leerlingen met dyslexie zal de uitbreiding van bestaande instrumentaria onderzocht gaan worden. De Stichting hecht een grote waarde aan ICT als ondersteuning, ook daarvoor worden met firma Reinders de didactische mogelijkheden onderzocht. Protocol hoogbegaafdheid blijven monitoren en bijstellen. 3.7.2 Wat willen we concreet bereiken en hoe meten we dat? -Verdere uitwerking en invulling van de themaboxen. -Cyclisch aanbieden van de thema‟s per bouw. -Betrekken van de schooltuin ( middels het concept “het groene klaslokaal”) in het thematische en aanschouwelijke onderwijs. -'t Panorama heeft inmiddels de certificering gekregen van een „Vindplaats-school”. Dit betekent dat in beleidsvorming en implementatie van het beleid, techniek en kunst tot speerpunten van de school benoemd zijn. Een concrete doelstelling hiervoor is nog niet geformuleerd. -Ook schaft de school een nieuwe methode technisch lezen aan. De CITO uitslagen zullen daardoor significant moeten verbeteren. -ICT ondersteuning binnen het methodisch werken. Hardware en software zullen trend moeten houden met de schoolontwikkelingen. 3.7.3 Wat betekent dit concreet voor onze school en haar partners? Bij leerlingen zullen regelmatig, volgens PDCA, de speer- en verbeterpunten gemonitoord en geborgd moeten worden. Eigen initiatief (zelfontplooiing) is hierin het uitgangspunt , omdat niet elk speerpunt/verbeterpunt geschoold hoeft te worden. Leren van en met elkaar in optima forma. Het aantal werkgroepen behoeft geen uitbreiding, maar vraagt om bijstelling van haar doelstellingen. 3.7.3 Wat betekent dit concreet voor het personeelsbeleid, kwaliteitsbeleid en het financiële beleid? De beleidsvoornemens worden ook materieel, personeel en financieel gefaciliteerd. Het idee is om leerkrachten vanuit hun affiniteit te laten deelnemen aan een werkgroep om de nieuwe doelen te kunnen bereiken. Vernieuwing binnen de werkgroep is wellicht wenselijk. Initiatief daarvoor ligt bij de leden zelf. Kosten worden over meerdere jaren gespreid indien noodzakelijk. De werkgroepen worden cyclisch gevolgd volgens de PDCA circle.

16

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



HOOFDSTUK 4 PERSONEELSBELEID: INZET EN ONTWIKKELING VAN PERSONEEL 4.1 Missie en visie Leerkrachten bepalen uiteindelijk de kwaliteit van het onderwijs. Daarom wil Fluvius de beste leerkrachten. Handelingsbekwaam zijn en vakbekwaam zijn vraagt voortdurend leren en ontwikkelen en draagt bij aan vitaliteit van leerkrachten. Een handelingsbekwame en vakbekwame leerkracht kan het unieke schoolprofiel door zijn/haar dagelijkse werk aan iedereen tonen. Hiervoor dragen wij zorg bij werving en selectie en ook bij het behoud van al onze werknemers. De uitdagende (leer-)omgeving voor het kind krachtiger neerzetten, betekent ook een groei in de rol van de professionele hedendaagse leerkracht. Professionaliteit bevordert vitale scholen. De eisen en verwachtingen die er zijn over de invulling van deze professionele rol verdienen onze aandacht. We streven ernaar professionaliteit op een heldere en hoogwaardige manier vorm en inhoud te geven. Fluvius meet zijn rijkdom vooral af aan de inzet, de energie, de betrokkenheid en de talenten van al haar medewerkers. Er is volop ruimte voor verschil, voor eigen zinnigheid, voor eigenzinnigheid, voor creativiteit en ondernemerschap. Aan het gedrag van mensen herken je de vitaliteit van de scholen en onze Stichting. De inzet, betrokkenheid en kundigheid van de medewerkers liggen op een hoog niveau. Dit wordt, binnen de gesprekscyclus, een cultuuritem waarvoor naleving of commitering wordt gevraagd. Van medewerkers zal ook een flexibiliteit gevraagd worden om ruimte te krijgen voor nieuwe ontwikkelingen. De rol van docent of leerkracht zal meer en meer verschuiven naar die van een HBO+ medewerker met ruim voldoende skills op didactisch, pedagogisch en sociaal emotioneel gebied.

4.2 De school als professionele organisatie Binnen school wordt continue gewerkt aan het scheppen van alle condities (zoals structuur, cultuur, leiderschap) om samen én individueel een goede prestatie te verrichten. De formele overlegmomenten ( team- en bouwvergaderingen zijn zo ingericht dat ze complementair zijn aan elkaar (introductie en implementatie van vastgesteld beleid en de uitwerking per bouw). De (in)formele contactmomenten kenmerken zich door visitatie en consultatie. De formele gesprekscyclus is een instrument voor het vastleggen, volgen, bijstellen en bespreken van de resultaten in persoonlijke ontwikkeling en schoolontwikkeling. In de gesprekscyclus wordt ook het commitment aan of naleven van de uitgangspunten van school en Stichting vastgelegd. Voor scholing worden collega‟s individueel of groepsgewijs benaderd. Taakdifferentiatie wordt formeel in de bemensing van de groepen meegenomen, evenals het taakbeleid, conform de richtlijnen van Fluvius. Het functiebouwwerk en de functiemix zijn afgestemd op ons onderwijskundig concept. School en medewerkers streven naar een zo open en transparant mogelijke organisatiecultuur. Daarin zijn onze kernwaarden maatgevend. De informele cultuur, kenmerkt zich door een grote betrokkenheid , inzet en loyaliteit, een respectvolle, collegiale verstandhouding en plezier in het werk. Gezien het competentieniveau van de medewerkers, de structuur en cultuur kan de directie als situationeel leider zich hoofdzakelijk focusseren op de ondersteuning van de medewerkers. Het toewerken naar een zelfsturend team heeft vanuit het verleden een natuurlijke ontwikkeling ondergaan. Deze ingeslagen weg zal voortgezet blijven worden. Individuele sturing is daar een noodzakelijk en bewust onderdeel van.

4.3 Personeelsbeleid 4.3.1 Doelen van het personeelsbeleid Integraal personeelsbeleid onder andere met als doel hoge professionaliteit en gedrevenheid & Schoolontwikkeling en Kwaliteitszorg zijn de komende planperiode de doelstellingen voor de Stichting.

17

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Fluvius hecht veel waarde aan goed personeelsbeleid in het kader van kwaliteitsontwikkeling. Alle instrumenten voor personeelsbeleid, alsmede de daarop betrekkinghebbende beleidsstukken, zijn te vinden op de site van onze Stichting. Onze school levert met de uitvoering van het personeelsbeleid op school een bijdrage aan het verwezenlijken van de doelstelling. 4.3.2 Formatiebeleid Jaarlijks wordt op Stichtingsniveau het meerjaren formatieplan geformuleerd. De aanbevelingen daarin worden op Stichtingsniveau vertaald in voorstellen voor nieuw beleid en of maatregelen welke de Stichting c.q. de school vertaalt naar de eigen praktijk. Op schoolniveau wordt er extra formatie gegenereerd vanuit: de rugzakleerlingen, de schakelklas (verlengde schooltijd) , de formatie vanuit GOA en WSNS en extra formatie vanuit de taalpilot. Deze extra formatie wordt aangewend om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. 4.3.3 Taakbeleid Per twee jaar worden alle activiteiten die we ondernemen in kaart gebracht. De betrokken leerkrachten geven aan hoeveel tijd een bepaalde activiteit ongeveer inneemt. Uitgangspunt is, dat alle personeelsleden naast hun lesgevende taken ook schooltaken hebben. De verdeling van taken komt in onderling overleg tot stand en er wordt rekening gehouden met de werktijdfactor, wensen en competenties van leerkrachten. Een en ander is uitgewerkt in ons taakbeleid. De schoolleider heeft een centrale rol en een bepalende taak bij kwaliteitszorg. Hij is verantwoordelijk voor het kwaliteitsbeleid en staat centraal bij het opzetten, implementeren en uitvoeren (procesbewaking, motiveren, analyseren, formuleren van beleidsvoornemens) van dat beleid. Belangrijk hierbij is dat het team zich verantwoordelijk voelt voor de resultaten en dat stappen die genomen moeten worden om de kwaliteit te verbeteren, door iedere betrokkene worden gedragen. Dit betekent dat er conclusies worden getrokken en maatregelen worden genomen op leerkrachtenniveau en schoolniveau. Voor het verder uitwerken en afstemmen van zaken hebben we elke week of een teamvergadering of een bouwvergadering. Zaken die op de teamvergadering aan de orde zijn geweest worden in de bouw verder uitgewerkt. Zaken die in de bouw besproken zijn worden via notulen voor iedereen bekend en de besluitvorming vindt enkel in de teamvergadering plaats.

4.3.4 Beleid ten aanzien van loopbaan, begeleiding en scholing Met de invoer en uitvoer van integraal personeelsbeleid wil de Stichting en de school medewerkers in staat stellen hun bekwaamheid te ontwikkelen en te onderhouden en tevens medewerkers te stimuleren het maximale uit hun loopbaan te halen, ten gunste van de kwaliteit van de school en het onderwijs. Het onderliggende beleid staat beschreven in het Opleidingsbeleid van de Stichting. De professionalisering van de medewerkers is gerelateerd aan de missie, visie en strategische doelstellingen van de school/Stichting. Zodoende wordt aandacht besteed aan gemeenschappelijke en individuele scholing. Op school is één en ander vastgelegd in het Professionaliseringsdocument. Dit document wordt regelmatig aangepast op basis van uitkomsten van de gesprekscyclus. 4.3.5 Overige aspecten van het personeelsbeleid De Stichting kent binnen het personeelsbeleid naast het opleidingsbeleid onder andere ook mobiliteitsbeleid, werving en selectiebeleid, leeftijdsbewust personeelsbeleid, verzuim- en arbobeleid. De school voert dit beleid uit en levert daarmee een bijdrage aan de verwezenlijking van eigen doelstellingen alsook aan de doelstellingen van de Stichting. 18

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



4.3.6 Het beleid gericht op de verbetering van de arbeidsomstandigheden Zoals reeds eerder vermeld voert de school het op Stichtingsniveau geformuleerde arbobeleid. De school heeft binnen het arbobeleid op drie aspecten geformuleerd, te weten: veiligheid, gezondheid en welzijn en schoolspecifieke maatregelen. Dit is opgenomen in het school arbobeleidsplan. De risico inventarisatie en evaluatie (RI&E) maakt standaard deel uit van het arbobeleidsplan op schoolniveau en wordt jaarlijks geactualiseerd. 4.3.7 Het beleid ten aanzien van de bevordering van de arbeidsdeelname van allochtone werknemers De school is zich bewust dat de arbeidsdeelname van allochtonen verhoogd moet worden en zal hier in de sollicitatieprocedures ook naar handelen. 4.4 Personeelontwikkeling 4.4.1 Functionerings-/R&O gesprekken Stichting en school vinden het van groot belang dat ook de ontwikkeling van het personeel vanuit een doorgaande lijn verloopt. Daarvoor is op schools niveau een gesprekscyclus ingericht van Startgesprekken, Functioneringsgesprekken en Beoordelingsgesprekken. Deze cylcus die in een tijd van maximaal vier jaar wordt doorgevoerd. Gezien de nulmeting voor de nieuwe directie, wordt in starten functioneringsgesprek besproken 4.4.1.1 Het startgesprek bestaat uit de bespreking van heldere (SMARTI) afspraken met betrekking tot de te verwachten activiteiten, taken, competenties en ontwikkeling van de beginnende medewerker en de mate en vorm van ondersteuning die de leidinggevende of de organisatie kan bieden. Ook besproken en vastgelegd wordt het commitment aan of naleven van de uitgangspunten van de school

4.4.1.2 Het functioneringsgesprek bestaat uit de bespreking van voortgang, verbetering, ontwikkeling van de medewerker met betrekking tot de te verwachten activiteiten, taken, competenties en ontwikkeling. Ook besproken en vastgelegd wordt het commitment aan of naleven van de uitgangspunten van de school 4.4.1.3 De beoordeling van een medewerker bestaat uit de beoordeling van 1. de functiebestanddelen en activiteiten uit de functiebeschrijving 2. de in het startgesprek gemaakte werkafspraken 3. een samenvattend oordeel over het totale werkresultaat. 4. Daarnaast worden de omstandigheden vermeld die de functievervulling hebben beïnvloed. 5. Het commitment aan of het naleven van de uitgangspunten van de school 4.5 Taakbeleid

Alle scholen van Fluvius maken gebruik van het instrument ww.taakbeleid.nl, zodat de jaaruren van alle medewerkers eenduidig verwerkt worden. Tevens heeft de stichting verwoord wat de uitgangspunten en geldende principes zijn. Op sommige punten kunnen scholen gemotiveerd afwijken. Daar waar relevant zal dit in het schoolplan worden genoemd. 4.6 Functiemix De Stichting Fluvius heeft gekozen voor 3 functiemixprofielen, te weten taalspecialist, rekenspecialist en onderwijsachterstanden specialist. Elke school heeft de vrijheid hierin een keuze te maken. Binnen school willen wij minimaal voldoen aan het beleid rondom de functiemixprofielen, waarvoor Stichtingbreed een verdeelsleutel is opgesteld. Wij blijven streven naar een excellent niveau van medewerkers binnen een professionele organisatie

19

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



4.7 Het beleid ten aanzien van de vergroting van het aantal vrouwen in de schoolleiding De Stichting/school heeft als doelstelling geformuleerd te streven naar een evenwichtige samenstelling van het personeelsbestand en dus wenst de Stichting/school ook een evenwichtige verdeling mannen en vrouwen in de directie van scholen. Mocht een verschuiving worden geconstateerd, dan wordt beleid ontwikkeld en worden maatregelen getroffen om deze verdeling weer in evenwicht te brengen. 4.8 Beleidsplannen voor de komende jaren 4.8.1 Welke speerpunten/verbeterpunten voor de komende jaren hebben we op dit terrein? De cyclus van gesprekken (startgesprek, FG en BG) is door de vele wisselingen niet in lijn voortgezet. Portfolio, competentie beleid en taakbeleid worden nog niet volledig uitgenut. 4.8.2 Wat willen we concreet bereiken en hoe meten we dat? Gesprekscyclus zal weer opgepakt gaan worden. Er zal voortgebouwd worden op wat in dossier is vastgelegd. Er zal op Stichting niveau bekeken en besproken gaan worden of het instrument Taakbeleid gecompleteerd zal worden door individuele bekwaamheidsdossiers aan te leggen. We gaan toewerken naar een portfolio waaruit: vaardigheden, opleiding, scholing, en ontwikkeling duidelijk zullen worden. In aanloop blijven wensenlijstjes passend binnen ons strategisch kader de opmaat voor een meer professionele aanpak. 4.8.3 Wat betekent dit concreet voor onze school en haar partners? Ervaringen, vaardigheden en attitudes zullen meer en meer een rol gaan spelen voor de inzet binnen school en Stichting. Medewerkers kunnen gerichter ingezet worden op projecten of vraagstellingen, ook met partners buiten de Stichting,

20

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



HOOFDSTUK 5 KWALITEITSBELEID: BEWAKING EN VERBETERING VAN ONDERWIJSKWALITEIT 5.1 Missie en Visie Op basisschool ‟t Panorama zien we kwaliteitsbeleid terug in drie belangrijke aspecten: - cyclisch en systematische schoolontwikkeling - verantwoording en verbetering van resultaten - beschrijven en borgen 5.2 Organisatie Cyclische en systematische schoolontwikkeling (Integraal) De school heeft missie waarden en visie ontwikkeld. Om deze visie in de praktijk vorm te geven formuleren we in het meerjarenperspectief van het schoolplan de doelstellingen voor de komende vier jaar. Van elke doelstelling wordt een veranderkaart geschreven door de verantwoordelijke persoon, team of werkgroep. Deze veranderkaart omvat een SMART doel, activiteiten, tijdpad, overlegmomenten, facilitering en gewenste begeleiding. Elke laatste studiedag van het schooljaar worden de doelstellingen verantwoord en getoetst aan het strategisch beleid en de visie. De verantwoordelijke werkgroep, team of persoon geeft een samenvatting van de ontwikkeling en onderbouwt of de doelstelling behaald is en geeft advies voor verdere ontwikkeling. Vervolgens worden nieuwe doelstellingen geformuleerd en besproken welke doelstelling door de bouwen, teams of werkgroepen worden uitgevoerd. Deze worden verwerkt in nieuwe veranderkaarten. 5.3 Onderwijskundige kwaliteitsbewaking Verantwoording en verbetering van resultaten Stichting Pas noemen De resultaten van het onderwijs worden jaarlijks gemeten met behulp van het Cito leerlingvolgsysteem en de Cito-eindtoets in groep 8. Deze resultaten worden twee keer per jaar geanalyseerd en vastgelegd in een trendanalyse. In de schoolgids worden de resultaten gecommuniceerd naar de ouders. De resultaten en trendanalyses maken tevens deel uit van het zorgplan. 90 80 70

74,9

74,9

65,8

65,2

60

80,1 65,4 studievaardigheden

50 40

42,1

42,3

30

29,5

29,6

46,3 31,5

10 0 arnhem

taal wereldorientatie

20

landelijk

rekenen

panorama

21

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



540 539 538 537 536 2010

535

2011

534 533 532 531 de Basis

Delta

Fluvius

t Panorama

Verantwoording vindt daarnaast plaats in het jaarverslag. Daarin is opgenomen een verantwoording van de behaalde doelstellingen uit de veranderkaarten en een samenvatting van de gegevens uit de interne en externe kwaliteitsmeting. Voor meer informatie over het “Werken met kwaliteitskaarten” (WMK) , het hulpmiddel voor interne en externe kwaliteitsmeting, verwijzen we naar de handleiding. Zelfkennis door middel van Interne kwaliteitsmeting Om de kwaliteit van ons onderwijs in kaart te brengen maken we gebruik van de volgende instrumenten voor intern gebruik. Quick scan WMK-PO. Deze scan meet in grote lijnen de kwaliteit van onze school op alle beleidsterreinen. Naar aanleiding van de resultaten kan worden gekozen voor een gedetailleerde meting per onderdeel. Het WMK-PO wordt hierna verder uitgewerkt. Kwaliteitskaarten uit WMK-PO. Kwaliteitskaarten geven een beschrijving in de vorm van indicatoren en kernkwaliteiten van de kwaliteit die de school biedt. Daarnaast bevatten kwaliteitskaarten informatie die van belang is voor het beoordelen van de geboden kwaliteit. De standaard beschreven kwaliteitskaarten kunnen schoolspecifiek gemaakt worden en er kunnen nieuwe kaarten ontwikkeld worden passend bij de specifieke kwaliteit van de school. Afhankelijk van het onderwerp worden de standaard kaarten aangepast aan het schoolprofiel en cyclisch ingezet. Deze volgorde wordt aangepast als de Quickscan of schooldiagnose daartoe aanleiding geven. De kaarten worden gebruikt door middel van een gedetailleerde interne meting aan, afhankelijk van het onderwerp, één of meerdere resonansgroepen en tijdens groepsbezoeken. Gesprekken met leerkrachten middels de gesprekscyclus beschreven in het personeelsbeleid. De directeur voert in de gesprekscyclus doelstellingengesprekken (POP) en functioneringsgesprekken- en beoordelingsgesprekken met medewerkers Gesprekken met directeur en Stichting? middels de gesprekscyclus van de Stichting. Klassenbezoeken. De directeur bezoekt de groepen in het teken van een vooraf afgesproken kwaliteitskaart uit de WMK-PO gekoppeld aan de schoolontwikkeling. SMT en RIE. Jaarlijkse gesprekken met het sociaal medisch team (SMT) met de Arbo-dienst geven informatie over welzijn en veiligheid van de medewerkers. De RIE (Risico inventarisatie) wordt vierjaarlijks afgenomen en geeft informatie over welzijn en veiligheid van de kinderen en medewerkers. PAGO, dit instrument geeft informatie over de arbeidstevredenheid van medewerkers en wordt vierjaarlijks afgenomen.

22

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Beoordeling door externe kwaliteitsmeting Om de kwaliteit van ons onderwijs in kaart te brengen maken we gebruik van de volgende instrumenten voor externe kwaliteitsmetingen. Ouder enquête. Eenmaal per vier jaar wordt een ouder enquête gehouden. In deze enquête wordt de mening van ouders gevraagd over de kwaliteit van onze school. Inspectiebezoek PKO Auditing Zorgniveau

Beschrijven en borgen De onderwijskundige werkwijze wordt beschreven per bouw in basismappen. In schooljaar 2002-2003 hebben de bouwcoördinatoren de huidige stand van zaken ontwikkeld, besproken in de betreffende bouw en opgeschreven. Na deze beschrijving vond evaluatie plaats en werd een vierjaren planning op schoolniveau gemaakt voor ontwikkeling per vakgebied per bouw. Twee keer per jaar worden deze basismappen bijgewerkt na ontwikkeling en besproken in het coördinatie overleg. Algemene afspraken en beschrijvingen zijn vastgelegd in protocollen. Die protocollen zouden kunnen worden vergeleken met de kwaliteitskaarten uit het WMK-model, zij het dat de protocollen gemaakt zijn voor en door de leerkrachten en directie en niet als meetinstrument zijn bedoeld, maar als instrument dienen voor het borgen van afspraken en beleid. De aankomende planperiode zal het borgen voor beleid een hoge prioriteit gaan krijgen. Bestaande en nieuwe afspraken worden cyclisch belicht, indien noodzakelijk geactualiseerd of bijgesteld en levend gehouden tijdens de dagelijkse gang van z aken. 5.4 Beleidsplannen voor de komende jaren 5.4.1 Welke speerpunten/verbeterpunten voor de komende jaren hebben we op dit terrein? De speerpunten voor de aankomende jaren vanuit Stichting, School of overheid geïnitieerd: o 1-zorgroute (het opstellen van groepshandelingsplannen binnen het onderdeel Rekenen) o Begaafdheid ( implementering van het protocol) o SCOL (implementeren van een leerlingvolgsysteem op sociaal emotioneel gebied) o ICT o Communicatieplan schrijven o Dyslexieprotocol opnieuw onder de aandacht brengen en de laatste afspraken borgen en bekend maken bij het team.(Kurzweil) 5.4.2 Wat willen we concreet bereiken en hoe meten we dat? De 1-Zorgroute heeft als uiteindelijk doel om kinderen binnen het primair onderwijs datgene aan ontwikkeling te kunnen bieden wat het beste bij hun individuele hulpvraag hoort. De invulling met groepsplannen is het inrichten van een klassenmanagement, waardoor op meerdere ontwikkelingsniveaus differentiatie geboden kan worden. Deze structuur is nadien één op één overdraagbaar naar andere vormingsgebieden. Het protocol Begaafdheid is in de vorige planperiode in een definitieve vorm vastgelegd. De uitwerkingen van de aanbeveling op onderwijskundig en organisatorisch vlak is de volgende stap. De methode SCOL is aangeschaft, maar is niet geïmplementeerd. De aankomende planperiode willen wij ook deze gegevens in kaart brengen om zo een completer beeld te krijgen van het kind en zijn sociaal-emotionele ontwikkelingsbehoefte. ICT moet als ondersteunend dienstpakket aan gaan passen bij ons onderwijsaanbod. Het systeem moet voldoen aan de hedendaagse eisen en toekomstige mogelijkheden.

23

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Het communicatieplan is voor een betere interne en externe communicatie onontbeerlijk. Tijdige en eenduidige informatieverstrekking volgens meer gestandaardiseerde lijnen. Informele communicatie is ook een wezenlijk onderdeel binnen dit plan evenals afspraken rondom ICT. Veiligheid en Integriteit zijn hiervoor belangrijke uitgangspunten 5.4.3 Wat betekent dit concreet voor onze school en haar partners? Door onze speerpunten uit te werken versterken we onze marktpositie en onderscheidend vermogen. Voor school betekent met name de kwaliteitsverbetering in de randvoorwaardelijke sfeer een enorme tijdsinvestering. Doelen en uitkomsten zijn helder. Het is zorg om hierin de weg van geleidelijkheid te kiezen.

24

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



HOOFDSTUK 6 FINANCIEEL BELEID 6.1 Missie en visie 6.2 Financieel beleid Stichting Fluvius Fluvius is een financieel gezonde organisatie. Om financieel in controll en balans te blijven streven we naar deugdelijke meerjarenbegrotingen, inzichtelijk risicomanagement en adequate managementrapportages, evenals tijdige bijsturing van activiteiten en inzet van personeel. We willen behoudens nog onbekende grote, opgelegde bezuinigingen, financieel voorspelbaar zijn en geen grote financiële problemen creëren. Door integraal te begroten is de koppeling met andere beleidsdomeinen transparant (kwaliteit, personeel, innovatie, visie en onderwijsresultaten). Hiertoe wordt efficiënt en kwalitatief goed samengewerkt met diverse externe partijen. Er is een heldere administratieve organisatie, die consequent wordt toegepast. Het inkoop beleid is gerationaliseerd. Fluvius heeft een nieuw toedelingmodel voor personele budgetten ontwikkeld, waarbij de middelen in geld begroot zullen gaan worden in plaats van in fpe. De aansluiting tussen loonbaten en loonlasten wordt daarmee meer inzichtelijk, de toewijzing meer flexibel, het analyseren van loonontwikkelingen meer eenvoudig. Fluvius ontwikkelt interne benchmark gegevens op leerkracht en leerling niveau. Hieruit worden, daar waar relevant en haalbaar, normen vastgesteld. De (school)begroting is op deze normen gebaseerd. e Onderzocht wordt of het mogelijk collectief is meer gebruik te maken van 3 geldstromen. . 6.3 Interne geldstromen De interne geldstromen: - Medegebruik gebouw (buurtvereniging, BSO Allio, Pharos, Muzieklessen, Ouderraadbijdrage, Bag2school, Schoolacties, Schoolkamp) 6.4 Externe geldstromen - Subsidiegelden (Vindplaatsschool, Techniek, Excellent leren, Groene Klaslokalen, LGF) 6.5 Beleidsplannen voor de komende jaren De financiële positie van school moet de aankomende jaren gezond blijven. Streven naar extra middelen voor projecten of pilots. De personele belastbaarheid moet rond de 85% blijven liggen indien de school alleen HBO+ medewerkers heeft. Begrotingen moeten beleidsrijk gaan worden ( welke middelen en hoeveel zetten we op de plannen van één of meerdere jaren).

25

BIJLAGE 1: TERUGBLIK SCHOOLPLANPERIODE 2007-2011 In onderstaand schema een samenvattend overzicht van de plannen uit de schoolplanperiode 2007-2011 en een korte evaluatie daarop. Onderwerp

Plannen 2007-2011 1 Verdieping zorgbreedte 1.1 Protocol voor 2008-2009 versnellen of verlengen van de basisschool 1.2 Standaardiseren 2007-2008 uitvoering dyslexieprotocol

Evaluatie / opbrengsten

Aandachtspunten/plannen voor schoolplanperiode 2011-2015

Protocol is opgesteld in 2010-2011

Moet nog naar M.R. en team

Is opgesteld 2010-2011

Moet nog naar M.R. en team. Implementeren van L2S en verdiepen in Kurzweil. Het dyslexieprotocol is weer hernieuwd maar dit is nog niet naar het team gegaan of besproken.

1.3 Actualiseren protocol meerbegaafdheid 1.4 Vergroten van taakbetrokkenheid van kinderen

2007-2008

Protocol opgesteld en vastgesteld door MR

Geen actie noodzakelijk. Onderwerp in vorige planperiode voltooid

2008-2009

Effectieve leertijd is vergroot door toepassing weektaken, panoramakaarten en zelfstandig werken

Hoe te borgen: cyclische auditing van de kwaliteitskaarten Er wordt nog geen vast instructie model (zoals bijv. directe instructie model) gebruikt door de hele school

1.5 Aanschaf en implementatie observatie sociaal emotionele ontwikkeling 1.6 Vervanging en actualiseren Citotoetsen

2007-2008

Methode is aangeschaft. Implementatie nog niet doorgevoerd

Implementatie SCOL

2007-2008

Uitgevoerd. Vervanging wordt nu geïndiceerd vanuit Stichting PAS en ten dele (tempotoets technisch lezen) door STREEF

2. Thematisch werken – natuur en techniek 2.1 Natuur en techniek 2008-2010 Natuur en Techniekwerkgroep uitgebreid met Kunst. In Verdere structurele uitwerking van groep KB tot BB met deze planperiode natuur ontdekkaarten vast aantal taakkaarten is noodzakelijk ontwikkeld.Techniekbakken aangeschaft 2.2 Evaluatie – 2008-2009 Vervangen door het thematisch werken. Thematisch werken moet blijven ontwikkelen en borgen. Inzet van de bijstelling materialen onder de aandacht blijven brengen. Loopt zeker de komende periode nog door. wereldoriëntatie

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Onderwerp

Plannen 2007-2011

Evaluatie / opbrengsten

3. Kunstonderwijs 3.1 Beeldende vorming 2007-2008 Kunsttraject i.s.m. Edu-Art gerealiseerd 3.2 Muziek 2008-2009 3.3 Dans 2009-2010 3.4 Drama 2010-2011 4. ICT 4.1 Implementatie 2008-2011 Implementatie digiborden doorgevoerd digitale schoolborden MB - BB 4.2 Implementatie C3LO 2007-2008 Voltooid 4.3 Implementatie en 2008-2011 Website geïmplementeerd. Intensivering is intensivering gebruik toegenomen: foto‟s, nieuwsitems, digitale jaarkalender website + legenda,gebruik gastenboek 4.4 Oriëntatie leerling 2009-2010 Eerste stap mee gemaakt in deze planperiode portfolio 4.5 Scholing leerlingen 2008-2010 Niet Uitgevoerd digitaal rijbewijs 5. Versterken van de hulpmiddelen bij ons onderwijs 5.1 Nieuwe 2007-2008 “Taal op maat” aangeschaft en ingevoerd taalmethode 5.2 Nieuwe 2008-2009 “Wereld in getallen” aangeschaft en gefaseerd rekenmethode ingevoerd. 5.3 Nieuwe methode 2010-2011 Doorgeschoven naar volgende planperiode 2011-2015 voortgezet technisch lezen 5.4 Rapportage 2009-2010 Eerste stap mee gemaakt in deze planperiode 6. Teamontwikkeling 6.1 Vergroten leren van 2007-2008 In deze planperiode hebben Functionerings en met elkaar gesprekken en Beoordelingsgesprekken plaatsgevonden. Werken met Kwaliteitskaarten opgesteld en geaudit 27

Aandachtspunten/plannen voor schoolplanperiode 2011-2015

Voortzetting samenwerking en uitvoeren van Kunstprogramma‟s

Scholing KB touchscreen en het blijven scholen van de verschillen binnen het team.

Intensivering website plus de beperkte gebruiksmogelijkheden en nieuwe features vragen om een andere opzet van webpagina Verdere oriëntatie en invulling noodzakelijk Heroverweging van noodzaak in deze palnperiode

Geen actie noodzakelijk. Onderwerp in vorige planperiode voltooid “Wereld in getallen”invoeren in groep 8 Aanschaf en implementatie in deze planperiode

Verdere oriëntatie en invulling noodzakelijk Structurele auditing om kennisontwikkeling te kunnen borgen

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Onderwerp 6.2 Gebruik maken van vakinhoudelijke kwaliteiten 6.3 Human Dynamics

Plannen 2007-2011 2008-2009

Evaluatie / opbrengsten In deze periode werkgroepen ingericht op basis van affiniteit en kwaliteit. Taakbeleid ingericht

2009-2010

7. Ouders en communicatie 7.1 Opstellen 2007-2008 communicatieplan 7.2 Ouder- enquête 2008-2009

Aandachtspunten/plannen voor schoolplanperiode 2011-2015 Portfolio‟s opstellen, Gesprekscyclus opnieuw doorvoeren.

Commitment aan uitgangspunten organisatie en school. Personeel gaan zien en beoordelen als Human Capital Niet opgesteld

Communicatieplan opstellen

Digitale ouderenquête uitgevoerd in 2010-2011. Opzet werd erg door ouders bekritiseerd

Nieuwe enquête einde schooljaar 2011-2012

28

BIJLAGE 2: OVERZICHT VERWIJZINGEN In dit schoolplan wordt verwezen naar de volgende schooldocumenten: Begaafdheidsprotocol Dyslexieprotocol Panoramakaarten Weektaken Schoolgids Instrument Taakbeleid Instrument SCOL Zorgplan Protocol voor versnellen of verlengen van de basisschool Ouder enquête

In dit schoolplan wordt verwezen naar de Fluvius documenten, die te vinden zijn op de website: www.fluvius.nl

BIJLAGE 3: TOTAALOVERZICHT SPEERPUNTEN 2011-2016 Schooljaar Beleidsterrein

Speerpunten

Identiteit van de school Onderwijskundig beleid

Personeelsbeleid

2011 2012

2012 2013

2013 2014

2014 2015

(Inter)nationale oriëntatie

x

x

x

x

Thematisch werken (waaronder Groene Klaslokalen)

x

x

Techniek (waaronder Vindplaats-school)

x

x

Technisch lezen

x

x

Gesprekscyclus

x

Portfolio & Competentiebeleid

x

x

Inrichten 1-Zorgroute

x

x

x

x

Begaafdheid

x

x

x

x

SCOL invoeren

x

x

ICT

x

x

x

x

Communicatieplan

x

Beleidsrijk begroten

X

x

x

x

x

x

Kwaliteitsbeleid

Financieel beleid

30

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



BIJLAGE 4: JAARPLAN 2011-2012 In deze bijlage wordt het concrete jaarplan voor studiejaar 2011-2012 uitgewerkt. Dit betekent dat de geformuleerde speerpunten worden vertaald naar smartgeformuleerde doelen per beleidsterrein. Het gaat hier om de doelen die van toepassing zijn voor schooljaar 2011-2012.

Beleidsterrein

Smartgeformuleerde doelen

Identiteit van de school

(Inter)nationale oriëntatie. Ingaande schooljaar 2011-2012 gaan wij onze internationale allure uitstralen. Over vier jaar bieden we meertalig onderwijs, hebben we minimaal 2 “ scholenbanden” en internationale contacten

Concrete activiteiten -

-

Onderwijskundig beleid

Thematisch werken (waaronder Groene Klaslokalen) . Wij blijven gedurende de planperiode werken aan verdiepend en verbredend thematisch onderwijs voor onze zaakvakken. Daarin is er een evenwichtige balans tussen zaakvakken en creatieve vakken. De aansluiting op het VO blijft op niveau

-

Techniek (waaronder Vindplaats-school) is over vier jaar een wezenlijk onderdeel van thematisch werken. Het onderwijsspectrum van de school is een reëlere afspiegeling van de latere arbeidsmarkt

-

31

-

-

KPI

Aangaan van “scholenband” ( idem als stedenband) Aanbieden van stageplaatsen voor buitenlandse studenten Meertaligheid van kinderen en reimmigratie geen belemmering voor aanname Bewust uitdragen van (inter)nationale school

Minimaal 2 “scholenbanden” moeten op website zichtbaar zijn Website is meertalig School wordt “bezocht” door internationale contacten

In stand houden van de werkgroep thematisch werken Werkgroep natuur en techniek. kunst blijft samengevoegd Behaalde resultaten meten en in kaart brengen Inspelen op actuele thema‟s

Zijn alle streefdoelen van de zaakvakken behaald Wordt aan alle referentieniveaus van het P.O. voldaan

Techniek is aanwezig en wordt ingericht Lego dacto gebruiken tijdens techniek Techniek onderdelen blijven actualiseren

Techniek is geintegreerd in het thematisch werken De resultaten worden vastgelegd en bewaakt

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Beleidsterrein


Technisch lezen. Aankomende twee jaar willen wij een nieuwe methode technisch lezen hebben uitgekozen en schoolbreed ingevoerd

Personeelsbeleid

Gesprekscylcus. De aankomend vier jaar worden in een cyclus functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken gevoerd (met een interval van twee jaar). Startgesprekken alleen voor “nieuwe”leerkrachten

Concrete activiteiten

-

-

Portfolio & Competentiebeleid. In de komende planperiode wordt meer en meer aangestuurd op verbetering c.q. handhaving van professionaliteit door kwaliteitsmetingen te doen en de inzet binnen de organisatie op de zichtbare kwaliteiten af te stemmen Kwaliteitsbeleid

Inrichten 1-Zorgroute. Geinitieerd vanuit het SWV streven wij naar de rol en positie van een netwerkschool. Wij wensen preventief en proactief te denken en te handelen

32

-

-

-

Vergelijken van methode lezen op doelstellingen van school en het strategisch kader Methode aanschaffen Methode (stapsgewijs) invoeren Methode monitoren Gesprekken plannen Voorgaande FG meenemen in de nieuwe cylus. Acties verbinden aan bespreekpunten Status verbinden aan Acties Noodzaak van BG duiden op korte of langere termijn Over Missie, Visie en Strategisch kader commitment of naleving laten uitspreken Naleving of Commitment vastleggen en juridisch zekeren Onderzoeken of binnen het instrument taakbeleid het bekwaamheidsdossier kan worden doorgevoerd. Zicht krijgen op de kwaliteiten en inzetbaarheid van de medewerkers Groepshandelingsplannen worden ingevoerd per augustus 2011 olv KPC op initiatief van SWV Structuur oudergesprekken structureel uitgebreid met twee

KPI

-

-

-

-

-

Methode lezen past binnen de uitgangspunten van de school en haar strategisch kader De opbrengsten moeten over twee jaar zichtbaar verbeterd zijn (CITO eindtoets en LVS) Gesprekken worden tijdig gevoerd Gesprekken worden vastgelegd Leidinggevende moet medewerker wijzen op niet of onvolledig nakomen van vastgelegde afspraken Aan het beoordelingsgesprek kunnen rechtpositionele consequenties of sancties worden verbonden

De juiste vrouw en/of man zit op de juiste plaats Stichtingsaanstelling wordt beter benut (blijde mobiliteit is toegenomen

Er wordt gewerkt met groepshandelingsplannen Het meten, vastleggen en bewaken van ook de sociaal emotionele ontwikkeling Groepsbespreking en leerlingbespreking zijn

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Beleidsterrein



-

-

Begaafdheid. Over vier jaar zijn wij in de aanbieding van ons onderwijs aan begaafden gelijkwaardig aan een plusklas

-

-

SCOL invoeren. Het aankomende jaar wordt het LVS emotionele ontwikkeling ingevoerd in school

-

ICT. Het gebruik van digiborden en (netwerk) computers zal danig uitgebreid en uitgediept zijn. De kennis van leerkrachten is op technisch, pedagogisch/management en inhoudelijk voldoende groot voor een adequate ondersteuning van de leerlingen

33

-

-

contactmomenten zorgbespreking Leerkrachten ondersteunen/faciliteren in het veranderende klassenmanagement Leerkrachten houden LVS structureel op orde en houden dossier leerling bij. Protocol onder de aandacht van de leerkrachten brengen Registratie en beoordeling van Panoramakaarten Implementeren Acadin ICT als ondersteuning voor kennisverbreding en professionalisering Lopende zaken inventariseren. Wat is er nog nodig Online programma wordt op de netwerkserver geplaatst. Collega‟s worden intern geïnstrueerd over het gebruik Collega‟s voeren twee maal per jaar de benodigde gegevens in Digiborden voor nog meer ondersteuning, verdieping en verbreding inzetten Touchscreens in de kleuterbouw Gebruik van sociale media onderzoeken (LinkedIn, Facebook, Twitter, MSM, vitruele media, Skype, E-learning

KPI handelingsgericht Zorgroute wordt 2 x per jaar met ouders besproken

Passend onderwijs voor begaafde kinderen uit ons afzetgebied wordt op „t Panorama geboden

-

Einde schooljaar 2012-2013 gebruikt iedereen SCOL volgens plan

Alle groepen zijn voorzien van touchscreens of digiborden Leerkrachten maken hun geëxcelleerde vaardigheden voor ouders zichtbaar

verwondering

ruimte geven

integriteit

veiligheid



Beleidsterrein

Financieel beleid



Beleidsrijk begroten. In de komende planperiode wordt de begroting nauwgezetter ingericht. Niet alleen ervaringscijfers maar ook prognoses en verwachtingen spelen bij het opstellen een rol

-

Beleidsrijk begroten. In de komende planperiode wordt de begroting nauwgezetter ingericht. Niet alleen ervaringscijfers maar ook prognoses en verwachtingen spelen bij het opstellen een rol

-

-

-

-

34

Wat gaan we doen aankomend jaar waarvoor we geld nodig hebben en hoeveel Wat zijn de cijfers vanuit het verleden. En vraagt dat om een bijstelling. Wat gaan we doen aankomend jaar waarvoor we geld nodig hebben en hoeveel Wat zijn de cijfers vanuit het verleden. En vraagt dat om een bijstelling. Welke extra inkomsten kunnen worden gegenereerd die niet in de e begroting zijn opgenomen (2 geldstroom)

KPI -

-

Budget neutraal proberen te begroten Begroting blijft realistisch Overschrijdingen zijn bekend en legitiem, omdat er vooraf een akkoord op is gegeven Budget neutraal proberen te begroten Begroting blijft realistisch Overschrijdingen zijn bekend en legitiem, omdat er vooraf een akkoord op is gegeven

Schoolplannen Stichting Fluvius Bs. t Panorama 03XV

Recommend Documents