Schoolplan
2012-2016 STichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen (STOVOH) RSG Wolfsbos
2
Schoolplan RSG Wolfsbos | 2012 - 2016
Inhoudsopgave Schoolplan RSG Wolfsbos 2012 - 2016 Inleiding 1. Algemene schoolgegevens 2. Missie 3. Visie 4. Schoolontwikkeling 4.1 Onderwijs 4.1.1 Opleiden in de school 4.1.2 Onderwijs en ICT 4.1.3 Leerlingenzorg en –begeleiding 4.1.4 Sector vmbo en pro 4.1.5 Sector vmbo-TL, bovenbouw GL, havo en vwo 4.2
Organisatie 4.2.1 Personeelsbeleid 4.2.2 Kwaliteitszorg 4.2.3 Pr/communicatie 4.2.4 Stafafdeling financiën en administratie (fad) 4.2.5 Stafafdeling facilitair/ICT 4.2.6 Medezeggenschap
4.3
Samenwerking met externe partners 4.3.1 Basisonderwijs – voortgezet onderwijs 4.3.2 Mbo en hoger onderwijs 4.3.3 Andere ketenpartners
Cultuur en professioneel gedrag
4.4
Schoolplan RSG Wolfsbos | 2012 - 2016
3
4
Schoolplan RSG Wolfsbos | 2012 - 2016
Inleiding Dit schoolplan is het vervolg op het vorige schoolplan dat op 1 augustus 2012 afgelopen is. Het schoolplan is een verplicht wettelijk document en biedt het kader voor jaarplannen van onze onderwijsteams, sectoren en staf. We zijn in 2009 met deze systematiek gestart, waarbij er voor alle onderwijsteams één format gehanteerd wordt, waarin schoolspecifieke aspecten worden verbonden met inspectiecriteria. Het werken met deze jaarplannen werkt goed, wel zien we dat we hierin nog drie zaken kunnen verbeteren: 1.
Niet teveel willen: een goed jaarplan is een haalbaar jaarplan;
2.
Het formuleren van duidelijke doelen die meetbaar zijn;
3.
Het jaarplan nog nadrukkelijker door het team gezamenlijk laten opstellen.
De kunst is om waar te maken wat we formuleren en met elkaar het gesprek aan te gaan over de activiteiten en doelen. Zodra blijkt dat een team of afdeling wil of moet bijstellen, moet dat mogelijk zijn. De leidinggevende accordeert het betreffende jaarplan. Dit schoolplan is tot stand gekomen nadat eerst onze directie zich erover gebogen heeft. De eerste stap was het aanpassen van onze visie en het benoemen van kernwaarden. Daarna hebben we met diverse mensen aan dit document geschreven. Vanaf december 2011 is de Raad van Toezicht in dit proces meegenomen en vanaf maart heeft onze Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (Gmr) meegedacht. De Gmr heeft op 10 juli 2012 met dit schoolplan ingestemd, waarna de Raad van Toezicht het op 11 juli heeft goedgekeurd.
Dit schoolplan bestaat uit vier hoofdstukken: hoofdstuk 1 bevat de algemene schoolgegevens, waarna in hoofdstuk 2 onze missie en in hoofdstuk 3 onze visie volgen. Het grootste hoofdstuk is hoofdstuk 4 dat over onze schoolontwikkeling gaat. Onder “school” wordt RSG Wolfsbos verstaan: we zijn één school met verschillende locaties en onderdelen. Om het leesgemak te bevorderen, kiezen we voor de term “ouders”, daar waar “ouders/verzorgers” bedoeld is. Verder hanteren we de term “hij”, daar waar “hij/zij” is bedoeld. Ik dank allen die aan het tot stand komen van dit document hebben meegewerkt en wens een ieder veel leesplezier en een goede uitwerking bij activiteiten en jaarplannen. In de jaarplannen en in de activiteiten wordt immers een concrete vertaling gemaakt van alles wat in dit schoolplan staat beschreven. Dit schoolplan geeft richting en biedt kaders en is een dynamisch document. Tussen mei en oktober 2014 volgt dan ook een tussenbalans: hoever zijn we, wat is gerealiseerd en wat nog niet, en is bijstelling van onze plannen gewenst of noodzakelijk.
Dries Koster juli 2012
Schoolplan RSG Wolfsbos | 2012 - 2016
5
1 We hebben al een aantal jaren ongeveer 2.000 leerlingen. We kennen twee Brinnummers: de praktijkschool Meander en RSG Wolfsbos. In onze schoolgids staan allerlei feiten en namen en telefoonnummers vermeld: deze informatie wordt jaarlijks aangepast; de schoolgids is altijd actueel op onze site. Op deze site www.wolfsbos.nl staan ook de namen van onze teamleiders, stafhoofden, sectordirecteuren, directeur-bestuurder en leden van onze Raad van Toezicht. Portalen Sinds 1 augustus hebben we vier portalen: de website en per doelgroep een portal, namelijk medewerkers, leer-lingen en ouders. Soms staan documenten op alle portalen, soms niet. Documenten als klachtenregeling, leerlingenstatuut, pestprotocol, reglement schorsing en verwijdering zijn hier te vinden. Deze vier documenten staan ook op onze website. Andere documenten zoals bijvoorbeeld de notitie functiemix en notitie gesprekkencyclus zijn voor onze medewerkers en zijn alleen op het personeelsportal aan te treffen. Vensters voor verantwoording Sinds maart 2012 participeren we volledig in Vensters voor verantwoording. Op www.schoolvo.nl is veel over ons te vinden, zoals ons zorgplan, samenwerkingsrelaties, onderwijstijd, hoogte van de ouderbijdrage, examen-cijfers, tevredenheidsonderzoeken, financiële gegevens en herkomst leerlingen naar postcodegebieden. Dit is in feite HET medium om verantwoording af te leggen. We vullen het jaarlijks en we passen het aan. Het betreft hier 20 indicatoren, waarvan er 10 landelijk aangeleverd worden, zoals bijvoorbeeld financiële informatie. Maatschappij Onze school RSG Wolfsbos staat in Hoogeveen-Oost en bevindt zich midden in de maatschappij. We werken met erg veel organisaties samen en zijn ons bewust van onze maatschappelijke opdracht, namelijk kinderen voorbereiden op vervolgonderwijs en de arbeidsmarkt. Onze gebouwen zijn naast elkaar gelegen. In feite staat alles op een kleine campus inclusief groen en grasvelden waarop we sporten. We zijn openbaar onderwijs en zijn daar trots op. Kinderen zijn bij ons in goede handen!
Team Onze visie is volgens ons het beste uit te voeren door in teams te werken. We kennen sinds 1 augustus 2009 onderwijsteams verdeeld in twee sectoren met aan het hoofd een sectordirecteur. De ene sector is gelijk aan de locatie Groene Driehoek; de andere sector kent drie locaties: locatie Dikkenberg, Harm Smeenge en de Meander. Vanaf 1 augustus 2012 kent elke sector zes onderwijsteams. In een team horen bijvoorbeeld ook de mediatheekmedewerker en (technisch) onderwijsassistent. Elk onderwijsteam is verantwoordelijk voor het onderwijs en de zorg. Naast deze twaalf onderwijsteams kennen we een staf. De staf wordt aangestuurd door twee stafhoofden. Een aantal stafmedewerkers valt rechtstreeks onder de directeur-bestuurder. Betrokkenheid Bij onze besturingsfilosofie hoort uiteraard dat er van “hogerhand” besluiten worden genomen (teamleider, stafhoofd, sectordirecteur en directeurbestuurder), maar we gaan hierbij voor maximale betrokkenheid van de teams. Als teams aan de basis staan, moet daar het werk gebeuren. Dat neemt niet weg dat er schoolbreed diverse kaders zijn, zoals taakbeleid, medezeggenschap, pta-formats etc. Planning en control We werken met plannings- en controlcycli. We gebruiken een document jaarplanning schoolbreed met daarin genoemd relevante documenten. Daarnaast werken we met jaarplannen per organisatieonderdeel: team, sector, p&o, facilitair&ICT, financiën&administratie en directeurbestuurder. We hebben daarnaast een overzicht van data voor herziening documenten en evaluatiedata.
7
Algemene schoolgegevens
Algemene schoolgegevens
ontmoeting
Missie
We zijn een openbare school. Dit houdt in dat onze school toegankelijk is voor alle levensbeschouwingen. Verder is onze school een leer- en ontwikkelingsplaats waar onze leerlingen met voldoende kennis en vaardigheden worden toegerust. We betrekken onze leerlingen actief bij de ontwikkelingen die in de samenleving gaande zijn, om hen in staat te stellen vanuit hun eigen verantwoordelijkheid keuzes te maken. Het is voor ons vanzelfsprekend dat onze leerlingen en onze medewerkers verdraagzaamheid en respect voor opvattingen van de ander tonen. Kernachtig verwoord is onze missie: het aanbieden van aansluitend, toegankelijk en effectief onderwijs om het maximale uit elke leerling te halen. Voor ons geldt, net als voor veel andere scholen, dat de leerling centraal staat.
Om ons te onderscheiden van die andere scholen formuleren we een compact Wolfsbos-werkmotto:
Verbonden in kwaliteit, betrokken met resultaat. Het is de school waar je je vertrouwd voelt, met plezier werkt, leert en verblijft, die je ontwikkeling stimuleert en je motiveert. Het is de school waar je belangstelling voor elkaar hebt, elkaar vertrouwt en die ruimte biedt aan creativiteit.
Missie
UD MAGNIBH EX
2
9
verbinding
Visie
3 Daar waar een missie over het bestaansrecht gaat, betreft het bij visie de vraag welke school ons voor ogen staat, wat onze kernwaarden zijn en welke richting wij als school inslaan.
1. 2. 3.
We willen een school zijn waar goed en aantrekkelijk onderwijs wordt verzorgd, de rendementen op orde zijn en de ontwikkeling van leerlingen en personeel wordt gestimuleerd. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen goed worden voorbereid op het vervolgonderwijs en hun rol in de maatschappij. Als school staan we midden in die maatschappij en dus zoeken we voortdurend verbinding met partners (ouders, instellingen, bedrijven, andere scholen) om onze doelstellingen te realiseren.
Ontwikkeling Leerlingen leren hun mogelijkheden verkennen: individueel en samen met anderen. Uiteraard zijn hier grenzen: dat geldt voor zowel onze leerlingen als ons personeel: niet alles is mogelijk van datgene wat gewenst is.
Deze kernwaarden geven aan dat we het aanbieden van aansluitend, toegankelijk en effectief onderwijs op een betrokken en persoonlijke manier doen (ontmoeting), dat we vanuit verbinding reageren en ageren en dat ons schoolklimaat voor iedereen in school op ontwikkeling gericht is. Ontmoeting We ervaren binnen onze school het realiseren van een betrokken pedagogische relatie als onze eerste en belangrijkste opdracht. Zonder veiligheid en vertrouwen kan niemand leren. Je geaccepteerd en veilig voelen is een belangrijk kenmerk. Daarom willen we als school een ontmoetingsplaats zijn: je wordt gekend en doet ertoe en we spreken je aan op je gedrag, je keuzes en je prestaties. Dit geldt voor onze leerlingen en voor onze medewerkers. Tot slot vieren we successen met elkaar, benoemen problemen en werken aan oplossingen met elkaar. Verbinding We voelen ons betrokken en verbonden met leerlingen en ouders. We werken samen om de optimale ontplooiings-kansen voor leerlingen te realiseren. Onze school staat midden in de maatschappij en we voelen ons betrokken en verbonden met de lokale en regionale omgeving van Hoogeveen. We hechten belang aan de doorlopende leerlijn van basisschool tot en met de vervolgopleiding. We zoeken verbinding met het bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen, (inter)nationale organisaties om:
We ondersteunen onze leerlingen in het leren verantwoordelijk te zijn voor hun eigen ontwikkeling en voor de keuzes die ze maken. We stimuleren elkaar in het onderzoeken, experimenteren en het leren van fouten. We stellen hoge eisen aan ons functioneren, in ons vak, in de samenwerking met elkaar. We stellen ons ondernemend, lerend en experimenterend op in het belang van leerlingen en school in een open cultuur. We nemen hiervoor verantwoordelijkheid en leggen ook verantwoording af. Deze drie kernwaarden kleuren onze visie op leren. Visie op leren Bij de drie kernwaarden ontmoeting, verbinding en ont-wikkeling horen – zoals genoemd - prestaties en grenzen. De belangrijkste rol van de leraar is hierbij die van kennisaanbieder en begeleider van het leerproces. Dit leerproces vindt binnen structuren plaats. Volgens ons zijn leerlingen doorgaans gebaat bij structuur met daarbinnen variatie: variatie aan werkvormen en activiteiten. We zijn een school waarin altijd frontaal onderwijs aangeboden zal blijven, aangevuld met andere werkvormen. Alle werkvormen zijn middelen om onze leerlingen goed onderwijs te bieden en voor te bereiden op vervolgopleidingen en de maatschappij. Kort gezegd: goed onderwijs kan niet zonder goede leraren. Investeren in pedagogisch en in het didactisch handelen is dan ook voor ons cruciaal. In feite is dit een basisvoorwaarde om al het andere te laten slagen. Bij dit investeren in het pedagogisch en in het didactisch handelen hoort niet alleen scholing, maar ook elkaars lessen bezoeken, intervisie en het werken met proeftuinen: nieuwe werkvormen en nieuwe dingen uitproberen, ook op ICT-gebied. In feite is ons onderwijs zowel aanbodgericht als vraaggericht.
11
Visie
OMMY NONSE CORE
Onze drie kernwaarden die leidend zijn voor ons, zijn: Ontmoeting, Verbinding en Ontwikkeling: OVO.
Samen experimenten te starten; Aansluiting van ons onderwijs te realiseren; De participatie van onze leerlingen te bevorderen.
Onze leerlingen Elke jongere is in aanleg nieuwsgierig, wil zelf keuzes maken en wil zelf vorm en invulling kunnen geven aan datgene wat hij doet. Van echt leren is sprake wanneer hij verbanden gaat zien en merkt dat hij het geleerde kan toepassen. Een belangrijke randvoorwaarde is dat de leerling zich veilig voelt en dat de leeromgeving inspirerend is. Hij leert mede door deze kennis onderling te delen en is gebaat bij discipline en structuur. Het is onze taak om te zorgen dat iedere leerling op de juiste plaats en het juiste niveau terecht komt. Leren op school betreft niet alleen het opdoen van voldoende kennis en vaardigheden om het beoogde diploma te halen, maar tevens het zich eigen maken van sociale vaardigheden die belangrijk zijn om goed te kunnen functioneren in de maatschappij. Het onderwijs is er op gericht de leerling zelf verantwoordelijkheid te leren nemen voor zijn leerproces.Leerlingbegeleiding is er op gericht de leerling te helpen deze verantwoordelijkheid op zich te nemen. Leerlingbegeleiding is geen individuele zaak, maar deverantwoordelijkheid van een team. Hoe bereiken we dit?
Visie
1. Onze school is en blijft kleinschalig georganiseerd. Hierdoor kennen wij de leerling en kunnen wij de veiligheid borgen; 2. In ons onderwijs stimuleren en waarderen wij de eigen inbreng en creativiteit van leerlingen; 3. Ons aanbod prikkelt de nieuwsgierigheid van de leerling en heeft als doel het blikveld van de leerling te verruimen; 4. Onze docenten inspireren en begeleiden leerlingen bij het actieve gebruik van zijn leervermogens en talenten. 5. Elke leerling heeft recht op aandacht en gesprekken zowel binnen als buiten de les. We tonen aandacht voor problemen in thuissituatie en/of school, voor leerlingen die niet goed in hun vel zitten, voor stille leerlingen, voor luidruchtige leerlingen en voor leerlingen die boven verwachting of onder verwachting presteren; 6. Voor de leerlingen die gerelateerd aan gedrag en/of leervermogens extra leerlingzorg nodig hebben, is er extra begeleiding. De wijze waarop deze begeleiding plaatsvindt, is beschreven in ons zorgplan; 7. Onze school is een samenleving in het klein, waar de leerling in een beschermde omgeving zich kan ontwikkelen tot een verantwoordelijk burger. Onze begeleiding helpt leerlingen bij het sociaal functio-neren in school ter voorbereiding op de maatschappij; 8. We helpen leerlingen om zich bewust te worden van sterke en minder sterke eigenschappen; 9. We zorgen voor een zorgvuldige plaatsing en een goed leerlingvolgsysteem;
12
10. We zetten ons in om leerlingen uit te dagen om succeservaringen te laten beleven; 11. We werken met leerlingraden en medezeggenschap waarin leerlingen een belangrijke plaats hebben en we stimuleren leerlingen hieraan mee te doen; 12. We zetten in of naast de les (meer) activiteiten in waarbij leerlingen ondernemingsvaardigheden ontwikkelen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om contacten met bedrijven of om het starten van een bedrijf. De school: ons personeel Wij zijn een lerende organisatie: fouten maken mag als er maar lering uit wordt getrokken. Vertrouwen in elkaar is de basis voor onze bedrijfsvoering. Er is ruimte en vrijheid voor het uitvoeren van experimenten binnen gestelde kaders. Onze medewerkers blijven voortdurend ‘leren over leren’. Ons personeel stimuleert het leren bij leerlingen. Onze communicatie is open en transparant, zowel intern als extern. De school staat midden in de maatschappij en heeft, ten dienste van ons onderwijs, goede relaties met de lokale en regionale omgeving van Hoogeveen. Hoe bereiken we dit? 1. We tonen waardering en respect voor de leerbereidheid en de inzet van de leerling; 2. We zorgen ervoor dat de leerling zich vertrouwd, veilig en prettig voelt; 3. Bij het ontwerpen van het leerproces gaat de medewerker actief op zoek naar succeservaringen van leerlingen; 4. Wij stellen hoge eisen aan ons functioneren, in ons vak en in de samenwerking met elkaar; 5. Evaluaties van projecten zijn een belangrijke bron voor leren en ontwikkelen; 6. Wij zoeken verbinding met het bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen en (inter)nationale organisaties om samen experimenten te starten, aansluitend onderwijs te realiseren en de participatie van onze leerlingen te bevorderen.
Wat we bij dit alles (willen) uitstralen, is trots: op elkaar en op onze leerlingen. Bij deze trots hoort dat we meer letten op datgene wat goed gaat dan op datgene wat fout gaat. En we gaan ervan uit dat ook ouders trots op hun kind willen zijn.
Ouders We gaan er vanuit dat ouders naast het trots willen zijn op hun kind eveneens een positieve invloed op hun kind willen hebben. Zij willen een reëel beeld horen, inclusief waar hun kind goed in is. Verder willen ouders hun kind een goede opleiding geven en de grootste kans op een succesvol leven. Ze willen verder een goede relatie met hun kind hebben. Ouders willen bij het leerproces van hun kind betrokken zijn en worden. Voor ouders is een goede
relatie met de school belangrijk. We hebben als school de taak om de betrokkenheid en medezeggenschap van ouders in ouderraden, deelraden en Gmr groot te laten zijn. Na deze beschrijving van missie en visie volgt in het volgende hoofdstuk onze invulling van schoolontwikkeling. Voor ons belangrijke thema’s worden hier genoemd. Ze keren terug in jaarplannen.
Hoe bereiken we dit? 1. We communiceren goed met ouders en betrekken hen waar mogelijk bij de ontwikkeling van hun kind en de school. Daarbij hoort ook dat grenzen gesteld worden: niet alles is mogelijk. Hierdoor werken we aan een goede verstandhouding met hen; 2. Naast de inhoud van de communicatie is er de vorm. We communiceren via brieven en steeds meer via de portalen. De informatie voor ouders en ook hun kinderen staat op het ouder- dan wel leerlingportaal. De komende jaren neemt de papieren communicatie sterk af;
3. We voeren gesprekken met ouders over de voortgang van hun kind en we voeren extra gesprekken indien nodig: te bepalen door ons of door de ouders; 4. We leggen verantwoording af via tevredeheidsonderzoeken en via Vensters voor verantwoording; 5. We werken met ouderraden en medezeggenschap waarin ouders een belangrijke plaats hebben en we stimuleren ouders hieraan mee te doen.
Visie
13
ontwikkeling
Schoolontwikkeling
4 Na de beschrijving van onze visie in hoofdstuk 3 volgen nu tal van onderwerpen. We beginnen met het belangrijkste en dat is onderwijs (4.1). Zonder een goede organisatie en staf is goed onderwijs onmogelijk. Daarover gaat paragraaf 4.2. In paragraaf 4.3 wordt extra ingegaan op samenwerking met externe partners. Tot slot volgt in paragraaf 4.4 onze visie op cultuur, samenwerken en professionaliteit. 4.1 Onderwijs In deze paragraaf volgen eerst drie voor ons belangrijke thema’s. Allereerst is dat Opleiden in de school (4.1.1), gevolgd door onderwijs en ICT (4.1.2). Leerlingzorg- en begeleiding is een belangrijke pijler binnen onze school die in paragraaf 4.1.3 toegelicht wordt. In de paragrafen 4.1.4 en 4.1.5 wordt de ontwikkeling voor de komende beleidsperiode vanuit de beide sectoren belicht. 4.1.1 Opleiden in de school We maken sinds 2009 onderdeel uit van het Partnerschap Opleiden in de school Noord (PON), een schoolopleiding onder de vlag van Windesheim (hbo in Zwolle). Dit partnerschap werkt nauw samen met de lerarenopleiding van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Rijks Universiteit Groningen. Het doel van het partnerschap is om hbo-studenten op te leiden tot goede docenten. Door een nauwe samenwerking tussen de lerarenopleidingen en de school ervaren de studenten meer samenhang tussen datgene dat zij op de opleiding leren en dat wat zij ervaren in de praktijk. RSG Wolfsbos heeft zich verplicht ieder jaar minimaal 20 stagiaires te begeleiden.
Onze school ziet het “Opleiden in de school” (OIDS) als de motor van een kwaliteitsverbetering van het docenten-team. Voor leerlingen leidt dit tot rijker onderwijs met andere didactische werkvormen. Voor de hbo- en UOCG-studenten is RSG Wolfsbos een leerplek waarin theorie en praktijk gekoppeld worden en een school waar je de gelegenheid krijgt je te ontwikkelen. De coaches leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van de toekomstige docenten. De coaches doen nieuwe ideeën op en denken opnieuw na over leren. De school als geheel ontmoet nieuwe collega’s, deelt kennis en ervaring met de lerarenopleidingen, waardoor beweging en vernieuwing ontstaat. De opleidingsschool bestaat uit een VELON geregistreerde schoolopleider, vakcoaches en didactiekspecialisten. De komende jaren zullen enkele docenten worden getraind in het begeleiden van intervisiegroepen, in video interactie en in het begeleiden van de onderzoeken die studenten moeten uitvoeren. 4.1.2 Onderwijs en ICT Ten aanzien van onderwijs en ICT vinden we het nood-zakelijk een samenhangende visie te ontwikkelen. Najaar 2011 hebben we hiertoe contact gezocht met Kennisnet die ons goed op gang heeft geholpen. We hebben een beleidsplan ICT 20122016 ontwikkeld dat kort hieronder wordt weergegeven. Als uitgangspunt voor ons ICT-beleidsplan heeft de methodiek van Kennisnet “Vier in balans” gediend. Aan visie, deskundigheid, ICT-infrastructuur en digitaal lesmateriaal moet in samenhang worden gewerkt om een kwaliteitsverbetering te bereiken met betrekking tot onderwijsdoelen. Op grond van onze visie op leren in paragraaf 3 en gevoerde interne gesprekken hebben we twee speerpunten gekozen: 1. Maatwerk; 2. Activerende didactiek.
Schoolontwikkeling
In november 2012 zal het partnerschap deelnemen aan een nulmeting met betrekking tot de kwaliteitscriteria waaraan een opleidingsschool volgens de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) dient te voldoen. Vervolgens zal door het partnerschap een ontwikkelplan worden gemaakt dat er voor moet zorgen dat het partnerschap bij de accreditatie in 2015 voldoet aan de gestelde eisen. Inmiddels zijn 30 docenten opgeleid tot vakcoach en hebben 15 docenten een training gehad op het gebied van didactiek die gebaseerd is op het onderzoek van Marzano.
De vakcoaches spelen een rol bij het begeleiden van stagiaires, docenten in opleiding, beginnend docenten en kunnen ook worden ingezet voor interne coachings-trajecten.
Eind 2011 hebben we op onze school een externe doorlichting laten uitvoeren naar onder andere de
15
Algemene schoolgegevens
communicatiestructuur en rolverdeling met betrekking tot ICT. In het eindrapport worden aanbevelingen gedaan om dit te verbeteren. Eén van de aanbevelingen is om de overlegstructuur aan te laten sluiten bij de bestaande organisatie in teams. ICT wordt de komende beleidsperiode een vast onderdeel van de agenda van de teams, managementteams en de directie. In ons ICT-beleidsplan wordt uitvoerig ingegaan op twee kernvragen: “Wat zien we over vier jaar gebeuren aan maatwerk in de klas en wat is de rol van ICT daarbij?” “Wat zien we over vier jaar gebeuren aan activerende werkvormen in de klas en wat is de rol van ICT daarbij?” De Elektronische Leeromgeving (Elo) is voor ons wezenlijk; bij ons gaat het om It’s learning. Om de content van de Elo overzichtelijk te houden zijn een goed functioneel beheer en goede afspraken omtrent de inrichting noodzakelijk. Hierover zal een werkgroep zich buigen. Andere aspecten die in genoemd beleidsplan worden uitgewerkt: 1. Gevolgen voor lesmaterialen; 2. Gevolgen voor scholing; 3. Gevolgen voor de infrastructuur: draadloos netwerk, Virtual Desktop Infrastructure (VDI en digiborden); 4. Investeringen tot 2016.
Schoolontwikkeling
4.1.3 Leerlingzorg en –begeleiding De doelstelling van onze leerlingbegeleiding is het scheppen van condities en het ondernemen van activiteiten die erop gericht zijn dat leerlingen zich zowel individueel als in een groep optimaal kunnen ontplooien binnen een zich steeds veranderende school, die weer onderdeel uitmaakt van een snel veranderende samenleving. Onze leerlingbegeleiding kent de volgende uitgangspunten: 1. De school is verantwoordelijk voor het scheppen van een veilig en inspirerend school-klimaat waarin leerlingen zich goed kunnen ontwikkelen (zie hoofdstuk 3); 2. Het begeleiden van leerlingen is een taak van elke medewerker van de school; 3. Voor goed onderwijs is het welzijn van leerlingen van groot belang. We werken met een zorgplan waarin onze aanpak en onze interne overlegstructuur beschreven staan. Het is voor ons vanzelfsprekend dat we actief participeren binnen het Centrum Jeugd en Gezin. We hebben goede contacten met ketenpartners rond leerlingzorg.
16
Lwoo (leerweg ondersteunend onderwijs) Lwoo is extra ondersteuning die gericht is op het behalen van het diploma in een van de leerwegen binnen het vmbo. Op het aanmeldingsformulier en in het onderwijskundig rapport wordt door de basisschool aangegeven of een leerling hiervoor in aanmerking moet komen. Op grond van deze informatie geeft de Permanente Commissie Leer-lingenzorg (PCL) een pre-advies lwoo of pro (praktijkonderwijs). In principe is dit een slapende commissie. Vervolgens beoordeelt de Regionale Verwijzingscommissie (RVC) de gevolgde procedure en het pre-advies. Zij stelt de definitieve indicatiestelling op en geeft de beschikking af. De teams stellen op grond van voornoemde indicatiestelling handelingsplannen op, die met ouders worden besproken. Regionaal zorgbudget Het betreft hier leerlingen die geen lwoo-aanpak krijgen, maar wel intensieve begeleiding nodig hebben. Vanuit het samenwerkingsverband krijgen we jaarlijks ongeveer € 100.000,- die ingezet wordt op de locatie Dikkenberg voor leerlingen die niet in aanmerking komen voor lwoo of LGF (Leerling Gebonden Financiering), maar toch extra zorg nodig hebben. Het is niet helder hoe dit bedrag zich de komende beleidsperiode ontwikkelt, omdat het samenwerkingsverband vo uitgebreid wordt met de scholen Voortgezet Speciaal Onderwijs en gezamenlijk wordt beslist over Rugzakgelden, ondersteuning, reboundgelden, plusvoorzieningen en reguliere vso-plaatsen. Leerlingen in de rebound Het gaat hier om leerlingen die in het reguliere vo dreigen vast te lopen en waarvoor tijdelijke specifieke begeleiding buiten de eigen schoolomgeving gewenst is. Deze leerlingen kunnen, nadat een diagnose is gesteld, maximaal drie maanden in de reboundvoorziening worden geplaatst. Na afloop van de projectperiode tot 1/8/2011 is en nieuwe projectperiode tot 1/8/2012 en daarna tot 1/8/2013 ingesteld. De rebound is vanaf 1/8/2011 gehuisvest bij het Alfacollege in Hoogeveen. Deze rebound wordt bekostigd met middelen vanuit het samenwerkingsverband en door cofinanciering vanuit het Alfacollege. Meerbegaafden De sector vmbo-TL/havo/vwo kent het programma compacten en verrijken. Verder bieden we sinds 2010 leerlingen vanuit het basisonderwijs het programma “Talent binnen boord” aan. Het beleidsvoornemen is de komende tijd om vanuit de beide Hoogeveense vo-scholen + basisscholen een gezamenlijk aanbod te ontwikkelen. Dyslexie en dyscalculie Zoals in ons zorgplan staat beschreven, volgen we het dyslexieprotocol. De komende beleidsperiode wordt vooral in het begin ervan nagegaan in hoeverre we
Wat dyscalculie betreft, is het zaak dyscalculiebeleid te ontwikkelen. We volgen de discussies bij de CEVO (Centrale Examinering VO) en de inspectie qua beleid en reglementen hierover op de voet. In het begin van schooljaar 2012/2013 is ons dyscalculiebeleid gereed. Leerlinggebonden financiering: LGF, oftewel “Rugzakjes” Deze regeling bestaat sinds 1 augustus 2003 en maakt het mogelijk dat ouders een kind met een bepaalde beper-king in het reguliere onderwijs kunnen plaatsen. Het kan bijvoorbeeld gaan om auditieve problemen, communicatieve problemen, lichamelijke handicaps, moeilijk lerende kinderen en kinderen met gedragsproblemen. De school ontvangt hiervoor extra geld, het zogeheten rugzakje. Net als voor het regionaal zorgbudget en de reboundgelden, geldt dat ook dit de komende tijd wordt bezien in het kader van het uit te breiden bestuur van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Rond 2014 wordt dit bestuur
Algemene schoolgegevens
onze dyslexie-expertise moeten uitbreiden. Gezien het toenemende aantal casussen, is versterking nodig. Dat kan ook versterking van deskundigheid zijn, zonder fte’s uit te breiden.
uitgebreid met de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs in dit gebied. Met de komst van de nieuwe samenwerkingsverbanden in het kader van passend onderwijs wordt alles bij elkaar gevoegd en is het aan de samenwerkingsverbanden te beslissen waaraan het geld wordt uitgegeven. Dit is een brug naar het laatste onderwerp. Passend onderwijs De vo-scholen in Hoogeveen, Steenwijk en Meppel vormen het samenwerkingsverband passend onderwijs vo. Dit heeft als nummer 22.03 (tot 1/8/13 4.03): hetzelfde nummer als het po, maar bij ons betreft het dus vo. We hebben tot de overgang naar het grotere samenwerkingsverband weinig management en coördinatie en we streven ernaar dit de komende jaren minimaal te houden. Wel komt er meer regeldruk en overleg op ons af. In maart 2012 was de gedachte nog dat het nieuwe samenwerkingsverband vanaf 1/11/2012 zou aantreden en dat alle ontwikkelingen en besparingen rond rugzakjes en vso-aantallen (beiden moeten van het ministerie dalen) daarna zouden starten. In mei 2012 bleek dat dit een jaar wordt uitgesteld.
We noemen enige uitdagingen en problemen zonder een datum. jaar van OC&W. Dat bedrag wordt vanaf 2014 of 2015 tussen de € 4.000.000,- en € 5.000.000,-. Ook die getallen veranderen. Dit bedrag wordt vervolgens in vijf jaar afgebouwd met tussen de € 300.000,- en € 500.000,- minder te besteden. Dit wordt de zogenoemde verevening genoemd. We moeten als samenwerkingsverband dus geld besparen. De reden is dat binnen onze regio zowel teveel rugzakjes als teveel vso-leerlingen aanwezig zijn. “Teveel” is gedefinieerd als zijnde “in verhouding tot het landelijk gemiddelde”. Dus we moeten ervoor zorgen dat er minder kinderen in het vso komen en/of dat er minder rugzakjes komen. En er dienen afspraken te worden gemaakt omtrent plusvoorzieningen, ambulant begeleiders etc.; • Er moeten ondersteuningsprofielen opgesteld worden die aangeven wat elke school aan begeleiding en zorg kan aanbieden.
Schoolontwikkeling
• Zoals hierboven al aangeduid dienen de vsobesturen binnen onze regio van het samenwerkingsverband opgenomen te worden in dit samenwerkingsverband; • Er dient een rechtspersoon van het samenwerkingsverband gekozen te worden. Het samenwerkingsverband krijgt verder een eigen brin; • Er dient een heldere overlegstructuur te ontstaan die anders is dan tot nu toe. Bestuur en toezicht dienen geregeld te worden inclusief de medezeggenschap. Er dient een separaat medezeggenschapsorgaan rond het samenwerkingsverband te komen; • Er dient op overeenstemming gericht overleg (OGO) met de gemeentes te ontstaan rond het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Dit plan komt in plaats van het huidige zorgplan van het samenwerkingsverband; • Tot de transitie passend onderwijs ontvangt ons samenwerkingsverband ongeveer € 800.000,- per
17
4.1.4 Sector vmbo en pro (locatie Dikkenberg, locatie Harm Smeenge en locatie de Meander) Hoe is deze sector voornemens invulling te geven aan de missie en visie voor deze komende beleidsperiode?
Schoolontwikkeling
Algemeen Onderwijs-inhoud • In het kader van maatwerk kunnen leerlingen in de helft van de lessen kiezen uit verschillende opdrachten of kiezen voor de wijze waarop een opdracht wordt uitgevoerd; zie ook de beleidsnotitie “Onderwijs en ICT”. • Bij ieder vak is voor leerlingen die moeite hebben met de leerstof extra oefenmateriaal beschikbaar. Evenzo is bij ieder vak voor leerlingen die meer aankunnen extra lesmateriaal beschikbaar waardoor de leerling zijn talenten optimaal kan ontwikkelen. Leerlingen kunnen zo mogelijk in bepaalde vakken op een hoger niveau examen doen. • Loopbaan oriëntatie en begeleiding (LOB) wordt een integraal onderdeel van het lesprogramma vanaf leerjaar 1 tot en met 4. Met alle leerlingen worden regelmatig loopbaangesprekken gevoerd. Leerlingen houden hun ervaringen en ontwikkeling bij in een loopbaandossier (e-portfolio). In het handelingsplan staat welke extra ondersteuning noodzakelijk is om de gewen
18
ste leerweg te halen, als er extra ondersteuning voor dit onderdeel nodig is, wordt dit in het handelingsplan gezet. Voor leerlingen van de Meander wordt dit vormgegeven via het individueel ont-wikkelplan (IOP). Onderwijs-didactiek • Gedurende de gehele beleidsperiode wordt prioriteit gegeven aan (ortho-)didactische scholing met de nadruk op activerende didactiek en maatwerk (waaronder ook wordt verstaan differentiatie, recht doen aan verschillen, talentontwikkeling); zie paragraaf 4.1.2 en notitie “Onderwijs en ICT”. Onderzocht moet worden hoe de werkwijze genoemd in deze notitie vertaald kan worden naar de doelgroepen van De Meander en Dikkenberg. • De activiteiten in het kader van Opleiden in de school (paragraaf 4.1.1) op het gebied van didactiek van RSG Wolfsbos hebben als speerpunt de didactiek van Marzano. Vakcoaches en LCdocenten (docentfunctie LC/LD) met het domein didactiek zijn voortrekkers bij scholing en invoering. Zij scholen collega’s en onder-steunen hen bij de uitvoering. • Teams maken afspraken over hoe activerende (ortho-)didactiek wordt ingezet. Teamleiders zorgen voor afstemming met secties.
• In het schooljaar 2012/2013 wordt een actieplan “gebruik It’s learning” opgesteld met als doel de Elo in te zetten ter ondersteuning van activerende didactiek en om maatwerk goed vorm te kunnen geven. Onderwijs-begeleiding • In 2012/2013 worden schoolbreed de ondersteuningsprofielen in het kader van passend onderwijs opgesteld. Parallel daaraan wordt onderzocht welke consequenties dit heeft voor het onderwijs en begeleiding in de sector. Eventuele aanpassingen in onderwijs, begeleiding en faciliteiten zijn uiterlijk schooljaar 2014/2015 gereed. • In schooljaar 2012/2013 wordt uitvoering gegeven aan het schoolbrede project Invoering digitaal Leerling Volgsysteem (Lvs). Uiterlijk schooljaar 2014/2015 zijn alle leerlingen conform de doelstellingen van dit project opgenomen in het Lvs. • Vanaf schooljaar 2012/2013 wordt voldoende expertise opgebouwd en gedeeld t.a.v. dyscalculie. • Het aanbod aan begeleiding van RSG Wolfsbos wordt overzichtelijk in kaart gebracht en gecommuniceerd naar de basisscholen. • Het aantal leerlingen zonder extra bekostiging vanuit de sector dat wordt verwezen naar de locatie Dikkenberg wordt per jaar met 10%
verminderd. Hiervoor wordt in het schooljaar 2012/2013 een beleidsplan geschreven. Personeel • Gedurende de gehele beleidsperiode wordt prioriteit gegeven aan scholing in het gebruik van ICT en digitale leermiddelen. Het leren gebruiken van It’s learning en Promotiedigitaal en scholing in het gebruik hiervan maakt hiervan onderdeel uit. • Schoolresultaten behaald onder verantwoordelijkheid van de docent zijn onderdeel van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Leerlingen • Met ingang van schooljaar 13/14 start het project “Schoolwacht”. In het kader van burgerschap en maatschappelijke stage lopen leerlingen wacht in pauzes. Alle leerlingen, zowel wachtlopers als niet wachtlopers, ontvangen hiervoor een korte training. Ouders • Er wordt extra inzet gepleegd om de vacatures voor oudergeleding van de deelraad in te vullen. Samenwerking • Instellingen en bedrijven krijgen door middel van op te zetten adviesraden een adviserende rol met betrekking tot het onderwijsaanbod.
Schoolontwikkeling
19
• Rekenen wordt als apart vak aangeboden. Voor leer-lingen met achterstanden wordt een remediërend computerprogramma aangeschaft. In de bovenbouw wordt onderzocht of rekenen per 1 augustus 2014 kan worden geïntegreerd met de praktijkvakken. • Taal wordt, behalve in klas 1, niet apart op het rooster gezet. Taalontwikkeling is de verantwoordelijkheid van alle docenten. Er wordt daarom gekozen voor een geïntegreerde aanpak binnen alle vakken. Het reeds opgestarte project leesbevordering wordt voortgezet. Docenten zullen hierin verder worden geschoold. Voor leerlingen met leerachterstanden wordt een remediërend computerprogramma aangeschaft. • In het schooljaar 2012/2013 wordt een discussie gestart over het onderwijsaanbod gemengde- en theoretische leerweg: handhaving huidige TL of introductie havo-kansklas en een op het mbo gerichte TL-stroom. • Om ondernemingsvaardigheden te ontwikkelen wordt onderzocht of het project “Jong ondernemen” ook in het techniekprogramma als keuzemodule kan worden opgenomen in leerjaar 4. Voor wat betreft leerlingen van de afdeling Dienstverlening & Commercie wordt deze module verplicht voor leerlingen met uitstroomprofiel ondernemen, uiterlijke verzorging en horeca/ toerisme. Onderwijs-didactiek • Docenten in de praktijkvakken worden geschoold in het werken met leerlingen van het praktijkonderwijs. Zie hiervoor ook de uitwerking van missie en visie voor De Meander. • In het kader van optimale ontplooiingskansen kunnen basisleerlingen die in klas 2 aan bepaalde voorwaarden voldoen in klas 3 vakken op kaderniveau volgen. Voorwaarde is dat ook het praktijkvak op kaderniveau wordt gevolgd. Onderwijs-begeleiding • De in augustus 2011 gestarte scholing “De docent van nu” wordt in 2012/2013 praktisch uitgewerkt en de opgedane kennis en werkwijze worden omgezet en geborgd in beleid. Dit beleid zal jaarlijks worden geëvalueerd. • Mentoren in leerjaar 1 leggen huisbezoeken af bij hun leerlingen. Hiermee zijn we in 2011/2012 gestart. Uit evaluatie blijkt dat dit de relatie ouder – mentor verbetert. • De begeleiding van lwoo leerlingen wordt planmatiger. Afspraken hiervoor zijn vastgelegd in een protocol.
Schoolontwikkeling
Locatie Harm Smeenge Onderwijs-inhoud • In leerjaar 1,2 en 3 wordt planmatig gewerkt aan verbetering van de resultaten. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de gegevens uit volgtoetsen van het Cito (Vas). De resultaten van de Vas-toetsen op locatie Harm Smeenge worden geanalyseerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen structurele verschillen en incidentele verschillen. Op grond van de analyse van de resultaten wordt een plan van aanpak gemaakt. • De examenprogramma’s in de bovenbouw worden veranderd. Het nieuwe programma biedt leerlingen de gelegenheid zich breed te oriënteren, zodat hij een bewuste keuze maakt voor een mboopleiding die goed past bij zijn mogelijkheden en ambities. Daarnaast wordt de leerling een goede beroepshouding bijgebracht en is de leerling zich bewust van de in acht te nemen veiligheidseisen. Leerjaar 3 wordt een breed, een op oriëntatie gericht leerjaar bestaande uit twee hoofdrichtingen: dienstverlening & commercie en een intersectoraal techniekprogramma. • In leerjaar 4 krijgt de leerling de mogelijkheid om meer lesuren te volgen in de richting van zijn keuze. Om dit mogelijk te maken is in 2011 samenwerking gezocht met het Roelof van Echten College en het Alfa College. • De sectoren economie en zorg, welzijn en dienstverlening worden per 1 augustus 2012 samengevoegd tot het intersectorale programma Dienstverlening en Commercie. • Dit programma zal in samenspraak met het Alfa College worden ontwikkeld. Ook zal dit programma worden voorgelegd aan de nog op te zetten adviesraden. • De afdelingen binnen de sector techniek zullen z.s.m. worden samengevoegd tot één breed aantrekkelijk intersectoraal techniekprogramma onder de naam “Techniek staat als een huis”. • Voor de onderbouw wordt een programma ontwikkeld waarin leerlingen de gelegenheid krijgen zich een beeld te vormen van beroepenvelden en de betekenis hiervan voor de samenleving. Bedrijven en instellingen zullen worden gevraagd hierin een rol te spelen in de vorm van gastlessen en bedrijfsbezoeken. Dit programma wordt zodanig vorm gegeven dat leerlingen ervaring op doen met werkvormen die ook in de bovenbouw worden gehanteerd. Het helpt de leerlingen een keuze te maken tussen de twee brede programma’s in klas 3: Dienstverlening & Commercie en “Techniek staat als een huis”. Het programma zal deels starten per 1 augustus 2012 en de komende jaren verder worden uitgebouwd. • Uiterlijk vanaf 1 augustus 2015 wordt in de onderbouw gewerkt in leergebieden.
21
Leerlingen • De leerlingenraad, die in schooljaar 2011/2012 is gestart, dient als klankbordgroep voor leerlingen deelraad, directie en teamleiders. Beleid dat rechtstreeks leerlingen betreft kan ter advies worden voorgelegd aan de leerlingenraad. Samenwerking • Met het Alfa College worden doorlopende leerlijnen gecreëerd. • Met het Roelof van Echten College, Alfa College, bedrijfsleven en instellingen wordt samenwerking gezocht om het mogelijk te maken dat leerlingen in leerjaar 4 meer uren kunnen volgen in de richting van hun keuze. • Ten behoeve van werving en een soepele overgang van po naar vo wordt het ontwikkelde vrijdagmiddag aanbod aan basisschoolleerlingen gecontinueerd. Locatie Dikkenberg Onderwijs-inhoud • Het programma in de onderbouw wordt aangepast, opdat leerlingen een goede keuze kunnen maken voor twee brede praktijkprogramma’s in leerjaar 3: dienstverlening & commercie en “techniek staat als een huis” Leerlingen worden goed voorbereid op de werkwijze in deze praktijkvakken. • Rekenen wordt als apart vak aangeboden. Voor leerlingen met achterstanden wordt een remediërend computerprogramma aangeschaft. • Taal wordt niet apart op het rooster gezet. Taalontwikkeling is de verantwoordelijkheid van alle docenten. Er wordt daarom gekozen voor een geïntegreerde aanpak binnen alle vakken. Het reeds opgestarte project leesbevordering wordt voortgezet. Docenten zullen hierin verder worden geschoold. Voor leerlingen met leerachterstanden wordt een remediërend computerprogramma aangeschaft.
Schoolontwikkeling
Onderwijs-begeleiding • In het schooljaar 2012/2013 wordt het wolfsbosbrede zorgplan geëvalueerd en aangepast aan de te verwachten veranderingen in het kader van passend onderwijs. • De samenstelling van het zorgteam wordt m.i.v. 1 augustus 2013 aangepast aan het nieuwe zorgplan. Tot deze tijd worden eventuele vacatures tijdelijk ingevuld. Samenwerking • Door intensieve samenwerking met de basisscholen wordt de drempel voor toekomstige leerlingen en ouders naar locatie Dikkenberg verlaagd.
22
Locatie De Meander Onderwijs-inhoud • In het praktijkonderwijs wordt planmatig gewerkt aan het in kaart brengen van de definitieve uitstroomprofielen van de leerlingen. Vanuit het uitstroomprofiel dat beschreven is, zullen leertrajecten beschreven worden die aansluiten bij de beginsituatie van de leerling. • Binnen het praktijkonderwijs wordt in de eerste twee leerjaren gewerkt vanuit aanbod gericht onderwijs waarbij leerlingen zich oriënteren op verschillende leer- en arbeidsvaardigheden. • De leertrajecten in het praktijkonderwijs zijn grofmazig in drie categorieën verdeeld. Leertrajecten die leerlingen begeleiden naar een werkplaats in een Wsw-bedrijf, leertrajecten die leerlingen ondersteunen bij hun ontwikkeling voor het werken in een bedrijf of instelling en leertrajecten die leerlingen ondersteunen naar een vervolgtraject in het mbo. • De begeleiding van leerlingen binnen het praktijkonderwijs wordt ondersteund door een orthopedagogische en orthodidactische benadering van leerling. • Leerlingen binnen het praktijkonderwijs worden levensechte praktische leersituatie aangeboden. • Het praktijkonderwijs organiseert een warme overdracht naar een Wsw-bedrijf, vrij-bedrijf of mbo. Ondersteunend daarbij is het stageonderwijs of detachering naar het mbo vanuit het praktijkonderwijs. Onderwijs-didactiek • Ondersteunend aan de ontwikkeling van iedere afzonderlijke leerling is de orthodidactische benadering van iedere afzonderlijke leerling. Het op maat aanleveren van de genoemde benadering vindt plaats vanuit het individueel ontwikkelingsplan en het handelingsplan. Onderwijs-begeleiding • De begeleiding van leerlingen is planmatig en gericht op het beantwoorden van begeleidingsvragen van afzonderlijke leerlingen. Ondersteunend daarbij zijn de IHP, IOP besprekingen die gearrangeerd zijn van uit het Interne Zorgteam (Izo) van De Meander. • Mentoren leerjaar 1 leggen huisbezoeken af bij hun leerlingen. • De begeleiding van pro-leerlingen wordt planmatiger. Afspraken hiervoor zijn vastgelegd in een protocol. De aanpak wordt met ouders besproken (IOP en IHP) Leerlingen • Met ingang van schooljaar 2013/2014 start het project “Schoolwacht”. In het kader van burger
Samenwerking • Met het Alfa College worden doorlopende leerlijnen gecreëerd. 4.1.5 Sector vmbo-TL bovenbouw/havo en vwo (= locatie Groene Driehoek) Welke vertaling van de schoolbrede visie in concrete beleidsvoornemens en activiteiten zorgt er voor dat er in de Groene Driehoek goed en aantrekkelijk onderwijs wordt verzorgd, de rendementen op orde zijn en de ontwikkeling van leerlingen en personeel wordt gestimuleerd? Hoe worden onze leerlingen goed voorbereid op het vervolgonderwijs en hun rol in de maatschappij? En hoe worden de kwaliteiten van het personeel optimaal ingezet? Er zal voortdurend de vinger aan de pols gehouden worden om te kijken of we nog op koers liggen en om te bepalen of er aanpassingen noodzakelijk zijn. Hoe is deze sector voornemens invulling te geven aan de missie en visie voor deze komende beleidsperiode?
Onderwijs-didactiek • Gedurende de gehele beleidsperiode wordt prioriteit gegeven aan didactische scholing met de nadruk op activerende didactiek. We leggen aan het begin van het schooljaar 2012/2013 vast wat we verstaan onder activerende didactiek en leggen jaarlijks vast welke scholingsactiviteiten nodig zijn (kan zijn voor bepaalde leerjaren, secties, vakken of individuele docenten). • De activiteiten van RSG Wolfsbos als opleidingsschool worden op het speerpunt activerende didactiek afgestemd. Dat houdt o.a. in dat de (vak)coaches voortrekker zijn bij scholing en invoering én collega’s ondersteunen bij scholing/uitvoering. • Teams maken afspraken over hoe activerende didactiek wordt ingezet en hoe men elkaar daarbij kan ondersteunen. Teamleiders zorgen voor afstemming met secties.
Schoolontwikkeling
Onderwijs-inhoud • Vóór januari 2013 zijn verticale doorlopende leerlijnen voor alle secties beschreven. Vóór 1 maart 2013 is een voorstel voor (eventuele) aanpassing van de lessentabel 2013/2014 opgesteld en is vastgesteld welke secties gezamenlijk invulling geven aan vervolgactiviteiten (denk bijv. aan uitbouwen universumschool in onderbouw, integratie kunstvakken). Vóór 1 april 2013 is per sectie of cluster van secties een actieplan opgesteld om gewenste verticale doorlopende leerlijnen in te voeren. Regie ligt bij projectleiding verbetering rendementen. Secties zorgen voor blijvend onderhoud van deze leerlijnen en voor aanpassingen naar aanleiding van nieuwe ontwikkelingen. • Op basis van huidige planning project Verbetering Rendementen worden te realiseren doelen over één en twee jaar vastgesteld en voor de onder-delen Toetsbeleid, Determinatie en Motiveren van leerlingen. Uiterlijk aan het eind van deze beleids-periode moeten alle inspectie-indicatoren voor alle opleidingen voldoende zijn.
• Met ingang van het schooljaar 2012/2013 worden in de onderbouw zgn. linturen ingevoerd en zullen de uren zap/pso komen te vervallen. Deze linturen zijn bedoeld om meer individuele aandacht te schenken aan o.a. studie-vaardigheden, extra reken- en taalonderwijs, talentontwikkeling. • Voor de EM/CM-profielen wordt het thema Ondernemerschap centraal gesteld. Het leerwerkbedrijf Catering wordt onderdeel van dit thema. In het schooljaar 2012/2013 wordt uiterlijk 1 april 2013 een besluit genomen om mee te doen met het entreprenasium, de Vecon Businessschool of Jong Ondernemen. In schooljaar 2013/2014 wordt opname in het onderwijsprogramma voorbereid en vanaf schooljaar 2014/2015 gefaseerd ingevoerd. Vooralsnog vindt invoering alleen plaats voor de havo-opleiding (onderbouw én bovenbouw). • In schooljaar 2012/2013 wordt een discussie gestart over ons aanbod van onderwijs: handhaving huidige TL of introductie havo-kansklas (6-jarige havo, t.w. 4 jaar TL + 2 jaar havo). De TL-stroom gericht op het mbo maakt onderdeel uit van deze discussie (o.a. invulling, waar gehuisvest, externe samenwerking). • Maatwerk voor excellente leerlingen (alleen de vwo-leerlingen) wordt vormgegeven via het nieuwe programma Onderwijs aan Talenten (waar compacten en verrijken onderdeel van is). Gefaseerde invoering vindt plaats vanaf schooljaar 2013/2014. Vóór het einde van deze beleidsperiode (uiterlijk schooljaar 2015/2016) is vastgesteld hoe dit programma wordt aangepast/aangevuld t.b.v. talentvolle havo- en TLleerlingen.
Algemene schoolgegevens
schap en maatschappelijke stage lopen leerlingen wacht in pauzes. Alle leerlingen, zowel wachtlopers als niet wachtlopers, ontvangen hiervoor een korte training. • De leerlingenraad, die in schooljaar 2012/2013 gestart zal worden, dient als klankbordgroep voor leerlingen deelraad, directie en teamleiders. Beleid dat rechtstreeks leerlingen betreft kan ter advies worden voorgelegd aan de leerlingenraad.
23
Algemene schoolgegevens • Vóór januari 2012/2013 wordt een actieplan “gebruik It’s learning” opgesteld met als doel de Elo in te zetten ter ondersteuning van activerende didactiek én om maatwerk goed vorm te kunnen geven. In dat actieplan worden de jaarlijks te behalen resultaten zoveel mogelijk beschreven in wat zichtbaar is in de klas én hoe inrichting van de Elo plaats vindt. Bij scholing is gebruik Elo, gebruik digiborden/nieuwe ontwikkelingen een tweede speerpunt.
Schoolontwikkeling
Onderwijs-begeleiding • In schooljaar 2012/2013 worden schoolbreed de zorgprofielen in het kader van Passend Onderwijs opgesteld. Parallel daaraan wordt onderzocht welke consequenties dat heeft voor het onderwijs en de doorlopende zorglijn van de Groene Driehoek. Ervaringen vanuit vo-pilot Passend Onderwijs (havo-team) worden hierbij meegenomen. Tevens zal worden bepaald welke aanvullende expertise benodigd is en hoe we daar in kunnen voorzien (bijv. scholing kennis over dyslexie, dyscalculie, aanstellen RT). Eventuele aanpassingen in onderwijs, faciliteiten en doorlopende zorglijn zijn uiterlijk schooljaar 2014/2015 gerealiseerd. • In schooljaar 2012/2013 wordt uitvoering gegeven aan het schoolbrede project Invoering Lvs (Leerlingvolgsysteem). Volledige realisatie projectdoelstellingen uiterlijk in het schooljaar 2014/2015.
24
Personeel • Het werken in de huidige teamstructuur wordt verder versterkt door in teams afspraken te maken over opbrengstgericht werken. Daartoe wordt aan het begin van schooljaar 2012/2013 GD-breed vastgelegd wat we verstaan onder opbrengstgericht werken. • M.i.v. schooljaar 2012/2013 wordt in het vervolg op voorheen het seniordocentschap (die functie is vervallen) voor een aantal LC/LD-docenten jaarlijks aandachtsgebieden en bijbehorende opdrachten geformuleerd. Voor 2012/2013 gelden de volgende aandachtsgebieden: profiel NT/NG - Begeleiding excellente leerlingen én onderpresteerders, profiel EM/CM - voortrekker thema Ondernemerschap, jaar 3 – Kwaliteitszorg en Determinatie. • Scholing kent gedurende deze beleidsperiode 3 speerpunten: activerende didactiek, gebruik ICT, bijvoorbeeld onderwijs (onder andere Elo, digiborden) en scholing om aanbieden zorgprofielen te kunnen waarborgen. Leerlingen • Leerlingenparticipatie wordt als onderdeel van burgerschapsvorming jaarlijks geëvalueerd en verder uitgebouwd. Aan het eind van de beleidsperiode is gerealiseerd: leerlingenraad, schoolkrant, leerwerk-bedrijf Catering, huiswerk-ondersteuning bovenbouwleerlingen aan onder-bouwleerlingen, betrokkenheid leerlingen bij onderwijsontwikkeling en projecten die inrichting
Algemene schoolgegevens
Ouders • In schooljaar 2012/2013 wordt samen met ouders (bijv. uit ouderraad, deelraad) onderzocht hoe ouders meer te betrekken bij school. Start invoering ontwikkelde ideeën vanaf
schooljaar 13/14. • Ouders worden structureel betrokken bij invulling externe communicatie, bijv. wel/niet absentie-gegevens eigen kind zichtbaar op ouderportal (via SOM), vormgeving en invulling ouderportal en website. Samenwerking • M.i.v. schooljaar 2012/2013 wordt een deel van de sectorwerkstukken/profielwerkstukken ten behoeve van/in opdracht van bedrijven/ instellingen verricht. Aan het eind van de beleidsperiode betreft dit minimaal 50% van deze werkstukken. • In het schooljaar 2012/2013 wordt een besluit genomen over deelname aan het samenwerkingsverband Jetnet als onderdeel van het Universumschool zijn. Verbinding met het thema Ondernemerschap is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. • Aan het eind van de beleidsperiode zijn alle secties actief lid van samenwerkingsverbanden met andere scholen, vakkringen e.d. • Aan het eind van de beleidsperiode zijn alle MTleden actief lid van overleg/samenwerking in onderwijskolom (po, mbo, ho) en netwerken.
Schoolontwikkeling
van het gebouw/omliggend terrein betreffen. Vóór schooljaar 2012/2013 wordt vastgelegd welke interne activiteiten vallen onder de verplichting van de maatschappelijke stage. • M.i.v. schooljaar 2012/2013 krijgen leerlingen naast het einddiploma een zgn. Testimonial uitgereikt. Daarin staat vermeld aan welke (extra-) activiteiten zij hebben meegedaan (bijv. medezeggenschap, schoolkrant, compacten en verrijken, deelname open Dagen). Een dergelijk Testimonial is een tastbaar bewijs van hun extra-inspanningen tijdens hun schoolloopbaan en kan onderdeel uitmaken van hun portfolio t.b.v. een vervolgopleiding. • In schooljaar 2012/2013 wordt een besluit genomen over een samenhangend pakket van externe wedstrijden waar onze leerlingen aan mee doen. Dit betreft zowel kennisgebieden (bijv. wiskunde-olympiade), vaardigheden (bijv. debatwedstrijd) als sport (bijv. NK-zaalvoetbal). • Leerlingen weten dat hun successen worden gewaardeerd en waar mogelijk gevierd. Daarvoor zijn nodig: aandacht van docenten, rubriek in schoolkrant, prijzenkast, wall of fame. Er komt een prijs voor het beste profielwerkstuk .
4.2 Organisatie In deze paragraaf komen de volgende organisatieaspecten aan bod: allereerst ons personeelsbeleid (4.2.1), gevolgd door kwaliteitszorg (4.2.2). We heb
25
Algemene schoolgegevens
ben ervoor gekozen het thema in deze paragraaf op te nemen, maar duidelijk is dat in paragraaf 4.1. diverse keren over rendementen en kwaliteit is gesproken. In paragraaf 4.2.3 komt pr/communicatie aan bod, waarna ingegaan wordt op de beide stafafdelingen: financiën en leerling-administratie in 4.2.4 en facilitair/ICT in 4.2.5. Afgesloten wordt door aandacht te besteden aan de medezeggenschap. 4.2.1 Personeelsbeleid Personeelbeleid is het 5e thema in het bestuursakkoord / de prestatiebox, zoals dat vanaf 2102 geldt: “op scholen is sprake van een lerende cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van leraren en schoolleiders. Goed hrm-beleid is daarvoor een voorwaarde.”
Schoolontwikkeling
Dit 5e thema bestaat uit vijf onderdelen: 1. Aanwezigheid bekwaamheidsdossier: in 2015 moet 100% van de leraren een bekwaamheidsdossier hebben; 2. Functioneringsgesprekken. In 2015 moeten alle leraren minstens 1 keer per jaar een formeel gesprek met de leidinggevende hebben. Dit vinden we geen ambitieuze doelstelling. Wij gaan voor meer. In onze notitie gesprekkencyclus die in 2011 is vastgesteld, staat dat alle medewerkers ieder jaar een functioneringsgesprek hebben en één keer in de twee jaar een beoordelingsgesprek. Dit gebeurde voor de eerste keer integraal in het schooljaar 2011/2012. We hebben per functie zelf formulieren ontwikkeld. Het streven is dat iedereen een persoonlijk ontwikkelingsplan maakt naar aanleiding van het functioneringsgesprek; 3. Tevredenheid over de begeleiding. In 2015 moet 80% van de beginnende leraren tevreden zijn over de begeleiding. Deze gegevens halen we niet uit onze tevredenheidsonderzoeken, maar vanuit Opleiden in de school (zie paragraaf 4.1.1); 4. Bekwaamheid leraren. In 2015 moet 50% van de leraren geregistreerd zijn in het nog landelijk te ontwikkelen register. Verder dienen leraren hun bekwaamheden systematisch te onderhouden; 5. Bekwaamheid schoolleiders. In 2015 moet 90% van de schoolleiders voldoen aan de geldende bekwaamheidseisen en dienen alle beginnende schoolleiders de basisopleiding voor schoolleider te volgen. Onder “schoolleider” wordt ook teamleider gerekend, dus niet alleen directie.
26
Functiemix De functiemix is een instrument om de loopbaanmogelijkheden van leraren te bevorderen en daarmee het beroep van leraar aantrekkelijker te maken. Con-
form de Cao zijn binnen de school jaarlijkse streefcijfers tot 2014 afgesproken. Deze streefcijfers worden gehaald. We werken met invoeringsplannen en hebben een bewuste keuze gemaakt bij het invullen en uitgeven van de LC- en LD-functies. We hebben in april 2012 de 1e tranche geëvalueerd en naar aanleiding daarvan worden vervolgvoorstellen gemaakt. Gesprekkencyclus In 2011 is gestart met de gesprekkencyclus. Dit betekent dat iedere medewerker elk jaar een functioneringsgesprek heeft en om het jaar een beoordelingsgesprek; zie hiervoor bij het 2e deelthema. Voor alle functies zijn maatwerkbeoordelingsformulieren opgesteld zodat de herkenbaarheid voor de medewerker optimaal is. In 2012 vinden de eerste beoordelingen conform de gesprekkencyclus plaats; de nieuwe formulieren zullen in 2013 worden geëvalueerd en eventueel worden bijgesteld. In 2014 zal de gesprekkencyclus als geheel worden geëvalueerd. Functieboek In de loop der jaren is het pakket aan functies binnen de school gegroeid. Het functieboek is een dynamisch document, maar verdient enige opschoning. Dit betekent dat er een inventarisatie plaatsvond van alle geldende functies en van functies waarbij de beschrijving- en of waardering niet (meer) correct is. Het complete functieboek met vastgestelde functies is ter informatie in april 2012 aan de (P)Gmr verstrekt. Nieuwe beschrijvingen zullen eerst ter instemming worden voorgelegd aan de (P)Gmr. Flexibele schil Na jarenlange groei gaat onze school door een vermindering van leerlingen krimpen. Om dit goed op te vangen is een flexibele schil noodzakelijk. In 2012 wordt onderzocht op welke wijze een flexibele schil kan worden vormgegeven binnen de kaders van de wet en Cao. Werkkostenregeling Werkgevers mogen bepaalde zaken onbelast vergoeden of verstrekken, zoals reiskosten, verblijfkosten, kerstpakketten, studie- en opleidingskosten, en verhuiskosten. Sinds 1 januari 2011 is hiervoor de werkkostenregeling ingevoerd waarbij een overgangsperiode van drie jaar geldt. Dit betekent dat onze school uiterlijk eind 2013 een werkkostenregeling dient te hebben vastgesteld. Scholing Om de doelstellingen van de school te kunnen behalen worden er hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van alle medewerkers. Permanente scholing speelt hier een cruciale rol in. Zowel collectief als individueel worden opleidingstrajecten ingezet. Naast kwaliteit gaat het ook om ontwikkelingen binnen het onderwijs
en binnen de samenleving. Voorbeelden hiervan zijn ontwikkelingen op het terrein van de informatie –en communicatietechnologie, waarbij ook de nieuwe media een rol spelen. We werken STOVOHbreed met een scholingsplan. In het schooljaar 2012/2013 zullen scholingsplannen per sector worden opgezet, waarbij de sector/-teamplannen en de pop’s als uitgangspunten zullen dienen. In februari 2013 zal het scholingsbeleid geëvalueerd worden, waarbij in ieder geval gerapporteerd zal worden over de beleidsuitgangspunten, de behaalde resultaten en de financiële verantwoording. Personeelsplanning Om goed te kunnen blijven sturen op de formatie en de kwaliteit van het onderwijs te kunnen borgen is het noodzakelijk over een nauwkeurige meerjarenpersoneelsplanning te beschikken. Dit is ook van belang om de komende uitstroom aan oudere docenten op tijd op te kunnen vangen. De verwachting is dat de meerjarenpersoneelsplanning eind 2012 gereed is.
Taakbeleid Taakbeleid is de vastgelegde verdeling van werkzaamheden voor een persoon binnen de randvoor-
Evenredige vertegenwoordiging in de schoolleiding De WVO gaat uit van een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de leiding van de school. Hiervoor dient de school eenmaal per vier jaar een plan van aanpak op te stellen en aan te geven op welke wijze de evenredige vertegenwoordiging bereikt wordt.Onze school voldoet niet aan het criterium voor evenredige vertegenwoordiging. Uiterlijk 1 januari 2013 zal het plan van aanpak gereed zijn.
Schoolontwikkeling
Inbesteding Personeelssalarisadministratie (psa) Per 1 januari 2012 is de psa overgeheveld van een extern salarisbureau naar de school. Doel van deze maatregel was kostenbesparing, efficiënter administreren en muteren en een betere informatievoorziening. Om de extra werkzaamheden op te vangen heeft er een tijdelijke uitbreiding van 0,2 fte plaatsgevonden, waarmee nog steeds een forse besparing is gerealiseerd. Uiterlijk eind 2013 zal beoordeeld worden of de inbesteding volledig binnen de formatie van p&o kan worden opgevangen.
waarden van de Cao. We werken sinds 2010 met een nieuw taakbeleid voor het onderwijs personeel, waarmee meer dan 2/3 van de leraren heeft ingestemd. We evalueren dit jaarlijks, vooral ten aanzien van het nakomen van afspraken en ten aanzien van werkdruk. Om goed en redelijk taakbeleid te voeren is het noodzakelijk dat iedereen aan het begin van het schooljaar een plan van inzet heeft. Verder is het nodig helder inzicht te hebben in onder andere de gerealiseerde lessen We hebben hiervoor in 2012 software van Untis aangeschaft, maar deze bevalt niet goed. Het leidt vervolgens net zoals op vrijwel alle vo-scholen tot handmatig tellen. En enorme klus. Afgesproken is dat onze leraren ieder jaar een overzicht krijgen van de gerealiseerde uren, zodat tijdig bijgestuurd kan worden in de taakbelasting waardoor eventuele (ervaren) werkdruk voorkomen kan worden.
Niet rokenbeleid Met ingang van 1 augustus 2011 is het rookbeleid binnen de school van kracht geworden. Dat betekent dat de interne rookruimtes zijn afgeschaft. In overleg met het personeel zijn en worden rookplekken aangewezen: uit het zicht van leerlingen. In overleg met leerlingen en ouders zullen rookzones worden aangewezen voor de locaties. Dit is met
27
uitzondering van het brugklasgebouw locatie Groene Driehoek waar het gehele schoolplein nu al rookvrij is. De eerste fase loopt van 1 augustus 2011 tot augustus 2014 en zal nadrukkelijk gericht zijn op het ontmoedigen van roken. Ons personeel kreeg en krijgt anti-rook trainingen aangeboden en voor de leerlingen geldt dat in ieder leerjaar aandacht besteed zal worden aan de gevaren en risico’s van roken. In het voorjaar van 2014 vindt een evaluatie plaats van het ontmoedigingsbeleid en wordt bepaald of de school met ingang van 1 augustus 2014 rookvrij wordt. 4.2.2 Kwaliteitszorg Dit onderwerp wordt binnen onze school breed benaderd: niet alleen de inspectie-indicatoren, maar ook het cyclisch werken. We werken met een planning en controlcyclus voor verplichte en gewenste procedures. Het betreft hier ons zorgplan, onderwijstijd, scholingsbeleid, functiemix, evaluaties etc. Verder werken we met jaarplannen: elk onderwijsteam, de beiden sectordirecteuren, beide hoofden, P & O en de directeur-bestuurder hebben een jaarplan. Verbinding Om de samenhang te bewaken, is in 2011 een document gemaakt waarbij de relaties tussen alle documenten gelegd worden, inclusief het benoemen van expiratie- en evaluatiedata. In de waan van de dag, willen beide laatste onderwerpen wel eens aan de aandacht ontsnappen. We zoeken met elkaar de balans tussen duidelijke doelen stellen en “geen managementcontracten met alleen cijfertjes”. Passend bij onze visie is dat we altijd vanuit verbinding werken. Dat betekent dat alleen cijfers niets zeggen. Het gaat om de context en het verhaal. Duidelijke doelen zijn echter wel nodig. Wat we verder merken, is dat we vaak de neiging hebben veel te willen. Ons motto is ”beter drie zaken goed doen, dan zes zaken half”. Daarbij hoort focussen en het maken van keuzes.
Schoolontwikkeling
Vensters voor verantwoording Sinds maart 2012 is Vensters voor verantwoording bij ons operationeel. Vensters is eigenlijk HET instrument voor verantwoording. Hierin staan 20 indicatoren die voor iedereen openbaar zijn. Het betreft hier onder andere de hierboven genoemde rendementen, verder fte’s, financiële informatie, onderwijstijd, schoolplan, ouderbijdragen, samenwerking met partners en het zorgplan. In feite is alles wat daar staat het jaarverslag: www.schoolvo.nl Bestuursakkoord Op 14 december 2011 is tussen de VO-Raad en het Ministerie van OC&W het bestuursakkoord VO-Raad – OCW 2012-2015 afgesloten. Eigenlijk een vervolg op de kwaliteitsgelden 2008 tot en met 2011.
28
Dit bestuursakkoord is bedoeld om de onderwijskwaliteit verder te verbeteren en de opbrengsten te vergroten. Er zijn vijf thema’s genoemd. De hieronder genoemde aspecten betreffen landelijke doelen. 1. Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken en worden breed gevormd. Het gaat hier allereerst om het gemiddelde eindcijfer voor Nederlands, Engels en Wiskunde voor vwo, havo en vmbo-TL. Dat moet landelijk in 2015 0.2 punt hoger zijn dan in 2010. Verder gaat het om het percentage leerlingen dat voor techniek of N-profiel/sector kiest. In havo/vwo minstens 55% in 2015 een N-profiel, vmbo beroepsgericht minstens 30% in 2015 Techniek/N-sector en; vmboTL/GL minstens 50% kiest in 2015 NASK; 2. Scholen werken systematisch aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen, dat wil zeggen ze werken opbrengstgericht. In 2015 dient 50% van de scholen in ons land opbrengstgericht te werken en dienen alle leraren aantoonbaar opbrengstgericht te werken; 3. Leraren signaleren verschillen tussen leerlingen – niet alleen de gemiddelde leerlingen, maar ook de cognitief zwakkere en sterkere leerlingen – en gaan hier op een adequate wijze mee om. In 2015 dienen alle leraren de instructie, verwerking en onderwijstijd af te stemmen op verschillen in ontwikkeling van leerlingen; 4. Op scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. Hierbij gaat het om het volgende. Allereerst moet in 2015 de gemiddelde score op het eindexamen van de 20% best presterende vwo-leerlingen landelijk met 0.2 punt gestegen te zijn in vergelijking met 2010. Verder moet in alle afdeling-en het percentage leerlingen stijgen dat in meer vakken examen doet; eveneens het percentage leerlingen dat in een vak examen doet op een hoger niveau; 5. Op scholen is sprake van een lerende cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van leraren en schoolleiders. Goed hrm-beleid is daarvoor een voorwaarde (zie paragraaf 4.2.1). Deze thema’s komen deels terug in de beschrijving van de onderwijssectoren in par. 4.1.4 en 4.1.5 en zullen in de komende beleidsperiode gekoppeld worden aan diverse activiteiten. Documenten Bij kwaliteitszorg hoort ook dat we zorgvuldig met onze medewerkers, leerlingen en ouders omgaan. We hebben in 2010 en 2011 tal van documenten ont-
wikkeld die de komende beleidsperiode geüpdate worden. We noemen in de context van kwaliteitszorg: 1. Leerlingenstatuut; 2. Klachtenreglement; 3. Privacyreglement; 4. Regeling schorsing en verwijdering; 5. Protocol hoe om te gaan met agressie en geweld; 6. Pestprotocol; 7. Meldcode kindermishandeling; 8. Informatievoorziening gescheiden ouders. Verder onderschrijven we de gedragscode schoolkosten die ouderorganisaties, besturenorganisaties en de VO-Raad hebben opgesteld. Protocollen en reglementen We hebben de afgelopen jaren tal van protocollen en reglementen gemaakt die ook geüpdate worden. We huldigen hierbij niet het uitgangspunt dat door reglementen de werkelijkheid meteen verandert, maar protocollen en reglementen geven aan hoe we handelen - zo staat in het leerlingenstatuut het nodige over het aantal dagen nakijken na een toets - zodat we aanspreekbaar en controleerbaar zijn op ons gedrag. Verder zijn ze soms nodig voor formele organen, zoals inspectie. Tot slot is het handig en soms nodig documenten te hebben die helder aangeven hoe te handelen bij noodsituaties. We hebben een lijst van documenten die we moeten hebben en een lijst van documenten die handig zijn om te hebben. Beleidsnotities en proto collen zullen uiteindelijk moeten leiden tot concreet gedrag en worden met dat oogmerk geschreven.
Besteding Om de ambities van scholen te realiseren, ontvangen scholen in de jaren 2012 tot en met 2015 een vast bedrag per leerling; wel is er halverwege een landelijke tussenmeting waarin wordt nagegaan of de vo-sector op koers ligt. Voor de bevordering van excellentie in de bovenbouw van het vwo komt daar nog een bedrag bij. Over de besteding van het
Good governance Bij kwaliteitszorg hoort ook het feit dat we werken met de good governance code die door de VO-Raad is vastgesteld. In schooljaar 2012/2013 wordt binnen de STOVOH de klokkenluidersregeling gemaakt. 4.2.3 Pr/communicatie RSG Wolfsbos is een open organisatie, transparant en in interactieve relatie met haar directe en indirecte omgeving. We kennen allerlei activiteiten op het gebied van pr- en communicatiebeleid die, hoewel zij een structurele plaats en functie hebben in de jaarlijkse activiteiten van de school, nog niet verankerd zijn in een samenhangend en vanuit de visie van de school gedragen communicatiebeleid. De uitvoering van de diverse activiteiten gebeurt door de pr-/communicatiemedewerker en door andere medewerkers van onze school. Doel voor de komende jaren is het opstellen van een pr- en communicatieplan, waarvan een jaarlijks activiteitenplan en de daaraan gekoppelde evaluatie en rapportage een belangrijk onderdeel vormen. Daarnaast moet de voortgangscontrole en kwaliteitsbewaking van deze activiteiten worden geborgd. De website, inclusief portalen De website van RSG Wolfsbos heeft zowel een externe als een interne functie. Er is een algemeen toegankelijk deel, waarin derden allerlei informatie van en over de school kunnen vinden. Daarnaast is er een intranetgedeelte, dat uitsluitend toegankelijk is voor gebruikers die een directe relatie hebben met de school. Zo kunnen leerlingen en ouders de ingevoerde cijfers en de aanwezigheid in ons administratiesysteem (SOM) opzoeken en kan ons personeel buiten de school hierop inloggen. De komende jaren staat de verdere ontwikkeling van de website op de agenda. De website zal worden gemoderniseerd, geactualiseerd en inhoudelijk worden uitgebreid. Algemeen toegankelijke documenten zoals de schoolgids en rapportages in het kader van Vensters voor Verantwoording en kwaliteitszorg staan op de website. Verande-ringen op het gebied van ICT volgen elkaar in rap tempo op en dit heeft ook invloed op de wensen en eisen die er aan communicatiemiddelen zoals websites worden gesteld. Bij het aanbrengen van herzieningen in de website dient voldoende aandacht te worden besteed aan de zorgvuldigheid en veiligheid van het informatiebeheer.
Schoolontwikkeling
Tevredenheidsonderzoek Daarnaast voeren we periodiek tevredenheidsonderzoeken uit. In 2009 vond een groot Mto (medewerkerstevredenheidsonderzoek plaats, in 2010 een Oto (ouders) en Lto (leerlingen), in het voorjaar van 2012 opnieuw het Mto, 2013 vindt het Lto plaats, 2014 Oto en zo één keer per jaar een dergelijk onderzoek. De resultaten worden breed gecommuniceerd: intern en ook onder ouders en leerlingen, inclusief het plaatsen op Vensters (www.schoolvo.nl). Aanbevelingen komen terug in jaarplannen.
geld dienen we jaarlijks verantwoording af te leggen in de jaarrekening en het jaarverslag. De Gmr heeft instemming op de plannen zodra er formatie mee gemoeid is, omdat het dan onderdeel van het formatieplan is. Materiële zaken die onder dit bestuursakkoord vallen, komen bij de begroting terug.
29
Tot slot is het zoeken naar de balans tussen het brengen en halen van informatie. Veel – zo niet alles – staat op de portalen en/of de site en medewerkers moeten daar naartoe. Om het zoeken te stimuleren en te vergemakkelijken, zijn en worden instrumenten ontwikkeld. Sponsoring De school voert een terughoudend beleid ten aanzien van sponsoring. We onderschrijven het convenant “scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring”, zoals dat door het Ministerie van OC & W in 2009 met veertien organisaties is afgesloten. De kern is: 1. Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid; 2. De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige samenwerking hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen; 3. De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring. It’s Learning Naast de website vormt de elektronische leeromgeving It’s Learning een belangrijke rol op het gebied van de digitale communicatie. It’s Learning is een systeem dat zowel voor pedagogisch-didactische doelen als voor begeleidings- en communicatiedoelen wordt ingezet. Het programma biedt geavanceerde, maar eenvoudig te gebruiken tools, waaronder e-mail, chatten met video, een discussieforum en nog veel meer voor informatie en samenwerking. Docenten communiceren met leerlingen, leerlingen communiceren onderling en daarnaast is er communicatie binnen allerlei mogelijke verbanden in het personeel zoals vakgroepen, afdelingen of andere verbanden van collega’s. Overigens is de toepassing van It’s Learning uitgebreider dan uitsluitend communicatief.
Overdracht van leerlingen Het basisonderwijs RSG Wolfsbos hecht grote waarde aan een ononderbroken ontwikkelingslijn in de onderwijsloopbaan voor alle leerlingen. De contacten met het basisonderwijs op het niveau van de individuele leerling zijn uiterst zorgvuldig. Al wordt dit thema in paragraaf 4.3.1 beschreven, een aantal zaken volgt hieronder. We vinden dit erg belangrijk. De school zet zich in voor een zogenaamde warme overdracht, die als doel heeft de overstap van leerlingen van de diverse basisscholen naar het voortgezet onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. De leerkrachten van groep 8 van de basisschool geven per opgegeven leerling aan of er contact moet zijn over de betreffende leerling om de overgang van po naar vo zo goed mogelijk te laten verlopen. Voor de zomervakantie neemt iemand (mentor, zorgcoördinator of teamleider) vanuit ons contact op met de betreffende leerkracht om de leerling te bespreken. Elk najaar organiseren we een bijeenkomst voor de basisschoolleerkrachten om bepaalde leerlingen te bespreken.
Schoolontwikkeling
Voorlichting en leerling-werving We hebben een breed aanbod aan communicatiemiddelen met een informatief, voorlichtend of wervend karakter. De belangrijkste jaarlijkse publicaties zijn de schoolgids, brochure wolfsbosbreed en de brochure voor basisscholen ‘op naar het vo’. Daarnaast wordt de website van de school benut voor zowel berichten over actuele gebeurtenissen op school als algemene informatie. De schoolgids richt zich in de eerste plaats op de ouders van de reeds ingeschreven leerlingen van geheel Wolfsbos. In de komende beleidsperiode zal - al in het begin ervan - verantwoording van het gevoerde schoolbeleid op het gebied van onderwijs, begeleiding en kwaliteitszorg, hetgeen nu nog in de schoolgids is te vinden, geheel worden ondergebracht op de web
site van de school. Op het moment dat de schoolgids in zijn geheel op de website te vinden is, wordt deze niet langer als papieren versie aan alle ouders toegezonden. Voor ouders die geen website kunnen bezoeken, zal een aantal uitgeprinte exemplaren op school aanwezig zijn. De brochure ‘Op naar het vo’ heeft daarentegen een brede pr-functie. Deze brochure, die we gezamenlijk ontwikkelen met het Roelof van Echten College wordt verzonden naar de toeleverende basisscholen voor verspreiding onder belangstellende ouders en leerlingen. Op deze wijze kunnen alle belangstellenden in de omgeving van de school kennis nemen van de ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs en op onze school. Vanaf 2013 geeft de school daarnaast voor de nieuwe ouders en leerlingen een brochure uit, waarin nader wordt toegelicht hoe een en ander werkt op onze school, hoe de opbouw van de school is, enzovoorts.Onze school streeft ernaar het totale pakket aan schriftelijke publicaties te stroomlijnen en drukwerk waar mogelijk zo veel mogelijk te vervangen door digitale publicaties. De huisstijl dient verder ontwikkeld te worden.
Het vervolgonderwijs: mbo, hbo en universiteit In het kader van de kwaliteitsborging is de aansluiting van Wolfsbos op het vervolgonderwijs erg belangrijk. Via decanenplatforms is er overleg tussen de school en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) en de universiteiten. Een aantal scholen voor middelbaar beroepsonderwijs, hogescholen en universiteiten
31
rapporteert rechtstreeks aan de school over de vorderingen van onze oud-leerlingen. In paragraaf 4.1.4 en 4.1.5 is in de beschrijving van de onderwijssectoren hierover het een en ander opgemerkt en in paragraaf 4.3.3 wordt hierover meer geschreven Interne communicatie Personeel De voornaamste middelen van interne communicatie zijn het Intranet (personeelsportal), SOM, de educatieve leeromgeving It’s Learning, weekberichten en de nieuwsbrief van de directeur-bestuurder. Het weekbericht/het mededelingenblad van de sectordirecteuren verschijnt regelmatig. In dit weekbericht, dat uitsluitend een digitale versie kent, vindt men naast allerlei verslagen, algemene berichtgeving over de organisatie en onderwijskundige ontwikkelingen. In SOM wordt de leerling-administratie in de breedste zin van het woord bijgehouden. Binnen SOM informeren de mentoren, de zorgcoördinator, de onderwijsassistenten en de teamleiders de overige personeelsleden over allerlei specifieke afspraken die er met leerlingen zijn gemaakt en hierin is ook de actuele vertrouwelijke informatie over individuele leerlingen te vinden.
Schoolontwikkeling
Leerlingen en hun ouders De interne communicatie richting leerlingen verloopt hoofdzakelijk via de mentor van de klas. De mentor is het eerste aanspreekpunt van, voor en over leerlingen uit zijn of haar mentorklas. De begeleiding is erop gericht leerlingen steeds zelfstandiger te laten opereren. De grootste begeleidingsrol is weggelegd voor de mentor van de brugklassen, dit in het licht van de warme overdracht. Veel informatie voor ouders staat op het ouderportal, hoewel dat voor veel ouders nog wennen is. Uiteraard worden er nog brieven verstuurd, maar dit aantal willen we laten afnemen. Het is nog erg zoeken naar een goede vorm, want alle informatie op de site leidt tot kansen op het missen van informatie, het meegeven van brieven aan kinderen werkt niet altijd in verband het zoekraken of niet doorgeven en het opsturen via de post kost extra geld. E-mail kan hierin een uitkomst zijn. Uiteraard vervullen andere functionarissen, zoals decanen en teamleiders en de docenten die de leerlingenraad onder hun hoede hebben, ook een belangrijke rol in de communicatie naar ouders en leerlingen. Decanen en teamleiders doen dit deels structureel in de vorm van voorlichtings-bijeenkomsten. Daarnaast kunnen zowel ouders als leerlingen gedurende het gehele schooljaar een afspraak met hen maken; het eerste aanspreekpunt is echter de mentor. De teamleiders organiseren jaarlijks voorlichtingsavonden voor de ouders van hun leerlingen. Zij dragen er daarnaast zorg voor dat de ouders alle relevante informatie over het leerjaar, waarin hun
32
kind zit, ontvangen.Daarnaast worden leerlingen dagelijks geïnformeerd over met name roostergerelateerde zaken via de website. Betrekken van leerlingen bij onze school We willen leerlingen meer meegeven dan een diploma. We willen hen leren verantwoordelijkheid te dragen, niet alleen voor hun eigen leerproces, maar voor hun leeromgeving en de ontplooiing van hun eigen talenten. Dat betekent dat we leerlingen ook gebruik leren maken van vormen van inspraak en tevens de mogelijkheid geven om daadwerkelijk invloed uit te oefenen op de gang van zaken in de schoolorganisatie. Dit gebeurt via de leerlingenraad en de leerlinggeleding van de Gmr/deelraad. We hebben een leerlingenstatuut waarin de recht-en en plichten van de leerlingen zijn opgenomen. Daarnaast wordt regelmatig naar hun oordeel gevraagd in het kader van de kwaliteitszorg. Zo is er een leerlingenenquête, waarin leerlingen worden bevraagd over het functioneren van de leraren van wie zij onderwijs ontvangen. Ook nemen alle derdejaarsleerlingen deel aan de vragenlijst voor de Vensters voor verantwoording waarvan de resulta-ten verschijnen op www. schoolvo.nl. Leerlingen worden ingeschakeld bij de organisatie en beheer van faciliteiten zoals corvee aansluitend aan de pauze, organisatie feesten, schoolkrant, diploma-uitreiking en het samenstellen van het Jaarboek voor de examenkandidaten. We hebben op vrijwel elke locatie een leerlingraad. Goed vanuit burgerschap en het draagt bij aan verbetering van de kwaliteit van onze school, leerlingen leren ervan en het houdt ons scherp. Een leerlingraad kan verder een klankbord zijn voor de leerlinggeleding van de Gmr of een van beide deelraden. Betrekken van ouders bij onze school Participatie van ouders is van groot belang voor onze school. Dit belang vloeit voort uit onze visie. Deze participatie gebeurt op verschillende manieren. De school maakt graag gebruik van de expertise van ouders voor de ontwikkeling van de school en organisatie. De ouderraden van onze school zijn erg actief en staan de school met raad en daad ter zijde. De inspraak is formeel geregeld middels de ouder-geledingen van de Gmr en beide deelraden. Ouders kunnen meewerken aan allerlei activiteiten. Daarnaast nemen alle ouders van de derdejaarsleerlingen deel aan de vragenlijst voor de Vensters voor verantwoording waarvan de resultaten verschijnen op www. schoolvo.nl. Tevens zullen ouders worden bevraagd ten behoeve van de verbetering van de gang van zaken op school in het systeem van kwaliteitszorg. Contacten met de pers RSG Wolfsbos vindt goede contacten met de media erg belangrijk om de school op een positieve manier
onder de aandacht te brengen. Er wordt frequent over de activiteiten van de school bericht in de regionale huis-aan-huisbladen, Hoogeveensche Courant, Dagblad van het Noorden en diverse nieuwswebsites. Gewenst resultaat Een helder en transparant pr en communicatiebeleid zodat voor iedereen duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is en wat de eventuele eigen bijdrage is; 1. Een pr- en communicatieplan; 2. Doorontwikkelen website die vooral voor personeel, leerlingen en ouders aantrekkelijker, informatiever en gebruiksvriendelijker is; 3. Vervangen van schriftelijke publicaties door digitale publicaties.
Financiën Qua financiën hebben we een strikte planning en controlcyclus geïmplementeerd, ondersteund door het nieuwe financiële pakket AFAS. Door periodieke rapportages wordt de organisatie voorzien van (financiële) stuur informatie. Tijdig bijsturen is
Leerling-administratie De raakvlakken met het onderwijs zijn hier het grootst; het administratie pakket - in 2011 hebben we het nieuwe pakket SOM als opvolger van @VO 2.0. geïmplementeerd - is de administratieve “back bone” van onze organisatie. Alle informatie over het onderwijs en de leerlingen wordt in dit systeem geregistreerd. Het belang van dit systeem zal de komende jaren alleen maar groeien. Hierboven is gesteld dat afgezien van wettelijke bepalingen het registreren geen doel op zich is, maar wel het genereren van informatie uit deze data: welke informatie is er nodig voor het onderwijs? Dit betreft het genereren van rapporten, signaleren van afwezigheid, boekenlijsten etc, maar ook het leveren van kwaliteitsinformatie. Omdat de raakvlakken met het onderwijs hierbij groot en divers zijn, zal veel aandacht worden besteed aan de communicatie en het structureren daarvan met het onderwijs, ook omdat hier de afhankelijkheid van de input vanuit het onderwijs het grootst is. De komende beleidsperiode wordt ook ons digitale leerlingvolgsysteem uitgebreid. Roosterbureau Ondanks het feit dat er gebruikt wordt gemaakt van een roosterprogramma, is het goed rooster maken deels nog een “ambacht”. Dit maakt dit proces moeilijk planbaar. Dit moet de komende periode verbeteren. Planbaarheid heeft nog meer dan handwerk te maken met elkaar tijdig informeren, goede prognoses en een stabiele onderwijsorganisatie. Naast het feit dat er geroosterd dient te worden voor een nieuw schooljaar of nieuwe roosterperiode, is het proces operationeel gericht en bijzonder gevoelig voor operationele storingen die direct van invloed zijn op ons primair proces; de docent meldt zich ’s ochtends afwezig en vanaf het 2e uur dient er een oplossing te zijn. Daarnaast is het zo dat het roosterbureau ook verantwoordelijk is voor het opleveren van informatie (onderwijstijd) betreffende het primaire proces. De komende periode wordt gebruikt om te onderzoeken of de complexiteit van het roosterwerk gereduceerd kan worden door te kijken naar
Schoolontwikkeling
4.2.4 Stafafdeling financiën en administratie (fad) Bij de financieel administratieve dienst is de afgelopen periode een veranderingsproces in gang gezet. De veranderingen hebben te maken met een herijking van de rol en plaats binnen de school. Kort samengevat het antwoord op de vraag wat de toegevoegde waarde is van deze stafafdeling voor de organisatie en het onderwijs. In antwoord hierop verandert het karakter van de afdeling van een primair registrerende afdeling naar een afdeling die de organisatie van informatie voorziet, noodzakelijk voor het organiseren van het primaire proces. Dit behelst dat niet alleen werkwijzen en systemen veranderen - zo hebben we in 2011 belangrijke systemen/pakketten vervangen – maar dat er ook cultuurveranderingen optreden. Het gaat dan met name om houding en gedrag: proactief communiceren en meedenken. Hierdoor wordt toegevoegde waarde gecreëerd voor de onderwijssectoren en teams. Servicegerichtheid hoort hierbij. Service- gerichtheid houdt echter niet in dat aan elk verzoek gehoor geven kan worden. Om de rol te kunnen waarmaken is het noodzakelijk dat de manier van samenwerken met het onderwijs zakelijker wordt. Bij cultuur hoort ook dat deadlines hard zijn en niet meer goed bedoelde intentieverklaringen zijn. Vaak is de fad de laatste schakel in een proces. Indien het proces in een eerder stadium gaat schuiven, dan gaat ook het tijdstip van het opleveren van het gehele proces schuiven, met als gevolg ontevreden klanten en soms problemen.
hierdoor mogelijk. De komende beleidsperiode wordt besteed aan het borgen en optimaliseren van deze veranderingen. Daarnaast zal er komende periode veel aandacht worden besteed aan het verder invullen van de adviseursrol, zoals het ten behoeve van het management doorrekenen van beleidsvoornemens en het anticiperen op veranderingen in bijvoorbeeld de bekostiging.
33
eventuele nieuwe systemen. Daarnaast is het splitsen van de werkzaamheden in operationeel en langere termijn werkzaamheden cruciaal. 4.2.5
Stafafdeling facilitair/ICT
Veiligheid Onze school heeft veiligheid hoog in het vaandel staan. De school heeft in 2012 voor het eerst een schoolveiligheidsplan opgesteld dat de komende beleidsperiode geactualiseerd moet worden. Dit schoolveiligheidsplan is een document waarin alle protocollen en beleidsdocumenten staan die de school gebruikt om de veiligheid in de breedste zin van het woord te waarborgen. Voorbeelden hiervan zijn het pestprotocol, absentiebeleid en het bedrijfshulpverleningsplan. Het schoolveiligheidsplan zal jaarlijks gecontroleerd worden op actualiteit en eventueel worden aangepast.
Schoolontwikkeling
Arbo Een goed Arbobeleid draagt bij aan een plezierige werkomgeving. De school zet zich in om onze medewerkers en leerlingen zo optimaal mogelijk te faciliteren. Dit betekent o.a. dat aan de hand van een risico inventarisatie en evaluatie (RI & E) alle Arbo gerelateerde items geïnventariseerd worden. Eventuele noodzakelijke aanpassingen worden opgenomen in een plan van aanpak. De school maakt hierbij gebruik van de branchegerichte RI & E die namens de VO-raad in de VO Arbo catalogus is opgenomen. De school
34
heeft volgens de Arbowetgeving zorgplicht. Dit betekent dat de school minimaal een keer per vier jaar een RI & E zal afnemen of minimaal net zo vaak als noodzakelijk. Op alle locaties wordt in de periode 2012 -2016 minimaal een RI & E uitgevoerd. Bedrijfshulpverlening De RI & E is erop gericht zoveel mogelijk risico’s weg te nemen. Sommige risico’s zijn niet te voorkomen zoals ongelukjes tijdens lichamelijke oefening. Bijvoorbeeld doordat iemand een breuk oploopt door een nare val. Onze bedrijfshulpverleners zijn er in getraind en geoefend om op een professionele manier een slachtoffer eerste hulp te verlenen en zo snel mogelijk deskundige externe hulpverleners in te schakelen. In de periode 2012-2016 wordt de bedrijfshulpverlening verder geprofessionaliseerd door regelmatig te trainen en te oefenen. Zo moet op alle locaties aan het begin van het nieuwe schooljaar minimaal een gedeeltelijke of een volledige ontruiming plaatsvinden. Incidentenregistratie Het is belangrijk dat alle incidenten die betrekking hebben op de veiligheid op school worden geregistreerd. Vanaf september 2012 zijn scholen verplicht de door de overheid opgelegde incidenten items te registreren. Onze school evalueert minimaal een keer per jaar de incidenten en past eventueel haar veiligheidsbeleid aan op deze informatie.
Integraal huisvestingsplan Het integraal huisvestingsplan (IHP) maakt ontwikkelingen inzichtelijk welke spelen op het gebied van onderwijshuisvesting. Onderwijshuisvesting is namelijk een dynamisch beleidsveld. Ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Het is belangrijk dat de huisvesting goed aansluit bij de visie en ontwikkelingen van onze school maar ook zo efficiënt mogelijk wordt aangepakt. Het IHP geeft meerjarig inzicht in de omvang, kwaliteit en kosten van schoolgebouwen. Twee belangrijke aspecten hierin zijn de prognoses van het aantal leerlingen op langere termijn en de verwachtte levensduur van de bestaande gebouwen. Onderhoudsprojecten, renovaties en verbouwingen worden altijd getoetst aan het IHP. Een keer per twee jaar overhandigt de school het IHP aan de gemeente. Meerjaren onderhoudsplanning Sinds 2010 heeft de school een meerjaren onderhouds planning (MOP). Dit is een onderhoudsplanning om onze gebouwen in een goede conditie te houden. In 2010 is gestart met de uitvoering van de uit de mop voortkomende werkzaamheden. Omdat er sprake is van achterstallig onderhoud op sommige elementen is er voor gekozen eerst uitvoering te geven aan al die werkzaamheden die van doen hebben met de veiligheid. Hierbij kan gedacht worden aan brandveiligheid, legionella bestrijding en veiligheidseisen ten aanzien van de technische installaties. Deze werkzaamheden hebben in het meerjaren onderhouds plan een hoge prioriteit en worden in 2012 en 2013 uitgevoerd. Werkzaamheden die betrekking hebben op technische werking zoals het goed sluiten van ramen en deuren, hebben een hogere prioriteit als de esthetische uitstraling van sommige elementen. De facilitaire dienst heeft zich ten doelgesteld in 2016 het achterstallige onderhoud tot een aanvaardbaar niveau te hebben teruggebracht. Dit niveau is vastgelegd in Nen normen en zal worden gecontroleerd door een hiervoor gecertificeerd bedrijf.
ICT Daar waar voorheen de functionele mogelijkheden van ICT met name afhankelijk waren van de techniek en min of meer werden vastgesteld door de ICT-afdeling, is er nu een omslag gaande naar een klantgerichte inrichting van de ICT-omgeving. De school heeft met behulp van Kennisnet eind 2011 een start gemaakt met het opstellen van een nieuw ICT-beleid; zie paragraaf 4.1.2. De kern van de nieuwe ICT-infrastructuur moet in 2016 zo zijn ingericht dat er plaatsonafhankelijk, tijdsonafhankelijk en device onafhankelijk gebruik gemaakt kan worden van de faciliteiten die de school biedt. 4.2.6 Medezeggenschap Vanaf augustus 2010 werken we met één Gmr en twee deelraden. Dit doen we omdat we sinds 1 augustus 2009 met een andere organisatiestructuur werken en medezeggenschap de zeggenschap volgt. We werken met door de medezeggenschap vastgestelde reglementen die onder meer aangeven bij welk onderwerp er advies- dan wel instemmingsrecht geldt. De sectordirecteuren overleggen met de deelraden; de directeur-bestuurder overlegt als bevoegd gezag met de Gmr. De secretaris van de Gmr schrijft jaarlijks een jaarverslag over onderwerpen en gedane voorstellen. Al het personeel krijgt tijdig inzage in de ver gaderstukken; vanaf februari 2012 gebeurt dit op het personeelsportal zodat iedereen er overal bij kan. Voor de functiemix hebben we een slapende medezeggenschap per Brin die actief wordt zodra er notities besproken moeten worden, zoals het invoeringsplan. De medezeggenschap is voor de directeur-bestuurder en voor de beide sectordirecteuren een belangrijk orgaan. We hechten aan een goede relatie met dit gremium. We zien de medezeggenschap als een goed orgaan en niet als een noodzakelijk kwaad. Bij bepaalde onderwerpen overleggen we samen met de AOB. Dit is bijvoorbeeld in 2011 en 2012 gebeurd rond de arbeidstijden- en verlofregeling voor het onderwijs ondersteunend personeel. Dit bevalt goed.
Schoolontwikkeling
Inkoopbeleid Na een jaar van onderzoek en voorbereiding heeft de afdeling in maart 2012 een nieuw inkoopbeleid opgesteld. Doel van dit nieuwe inkoopbeleid is dat alle goederen en diensten ten gunste van de school tegen de meest optimale condities worden ingekocht. Daarnaast moet het nieuwe inkoopbeleid ertoe leiden dat het voor personeel eenvoudig wordt om goederen en diensten die nodig zijn voor het uitvoeren van de werkzaamheden op eenvoudige maar tevens
ook verantwoorde wijze kunnen worden aangeschaft. Met dit nieuwe inkoopbeleid voldoet de school aan aankomende eisen ten aanzien van de Wet Openbaar Bestuur die vanuit de overheid verplicht worden gesteld.
35
4.3
Samenwerking met externe partners
4.3.1 Basisonderwijs – voortgezet onderwijs We hechten sterk aan een goede samenwerking met de aanleverende basisscholen. We krijgen van ongeveer 60 basisscholen leerlingen bij ons. De samenwerking krijgt op diverse manieren gestalte: 1. Eén keer per jaar een middag in februari waarin alle basisscholen worden uitgenodigd om te horen hoe het gaat met de kinderen van hun school die nu in klas 1 zitten; 2. Jaarlijkse terugkoppeling van informatie in oktober. De basisscholen willen en moeten weten hoe hun oud-leerlingen het bij ons doen. Het gaat dan om de vergelijking van basisschooladviezen met de plaatsing bij ons in klas 1, 2 en 3; 3. Voorlichting op basisscholen; 4. Beide vo-scholen in Hoogeveen organiseren elk jaar een bijeenkomst voor vertegenwoordigers van alle toeleverende basisscholen om over onderwijsinhoudelijke thema’s van gedachten te wisselen en (wijzigingen in) het beleid van onder andere RSG Wolfsbos toe te lichten; 5. “Op naar het vo”: een prachtige Hoogeveense brochure die we verspreiden onder basisscholen waarvan we leerlingen (kunnen) krijgen; 6. Het bezoeken van basisscholen om een goed beeld te krijgen van ons imago en met elkaar in gesprek te gaan over diverse onderwerpen; 7. In het schooljaar 2012 – 2013 wordt een pilot met de openbare basisscholen in Hoogeveen uitgevoerd waarbij leerlingen worden geplaatst in een niveaugroep op grond van de gegevens van het Cito-leerlingvolgsysteem van de basisschool, aangevuld met de informatie van de leerkrachten en wensen van ouders. De Cito-eindtoets wordt dan als een check achteraf gebruikt. Op grond van de aangeleverde gegevens bepaalt de plaatsingscommissie van onze school in welke niveaugroep de leerling wordt geplaatst.
Schoolontwikkeling
Hiervoor genoemde activiteiten worden de komende beleidsperiode gecontinueerd en uitgebreid indien gewenst of nodig. Naast de hiervoor genoemde activiteiten is er meer. We maken hierbij onderscheid tussen openbare basisscholen in de gemeente Hoogeveen, openbare basisscholen buiten de gemeente Hoogeveen en niet openbare basisscholen. Openbare basisscholen gemeente Hoogeveen Allereerst de openbare basisscholen in de gemeente Hoogeveen. We zijn een openbare school en iedereen is welkom – zie onze missie. Het is onmogelijk met 60 basisscholen te praten over onderwerpen als doorlopende lijnen, referentiekader Rekenen en Taal, lesbezoek. We zijn in 2010 structureel overleg met de openbare basisscholen in de gemeente Hoogeveen
36
(Bijeen) gestart. Dit werkt erg goed en het vindt twee-drie keer per jaar plaats. Hiermee gaan we de komende beleidsperiode door. Er zijn vruchtbare resultaten geboekt, zoals: 1. Het informatiepakket over het aanmelden en plaatsen voor leerkrachten; 2. Het techniekprogramma op onze school voor leerlingen van de basisschool, inmiddels uitgebreid met lessen in zorg & welzijn en koken & bakken. Leerlingen van groep 8 (soms 7) komen 5-7 vrijdagmiddag per jaar bij ons. We zijn hiermee gestart in schooljaar 10/11 en blijven dit de komende beleidsperiode aanbieden. In totaal betreft het hier ongeveer 20 basisscholen. Alle scholen van Bijeen nemen hieraan deel en ook scholen op eigen verzoek: openbare basisscholen buiten de gemeente Hoogeveen en scholen voor bijzonder basisonderwijs; 3. Het programma “talent binnen boord” op RSG Wolfsbos voor begaafde leerlingen. We gaan de komende beleidsperiode onderzoeken of we dat willen en kunnen combineren met Dotato voor het bijzonder onderwijs; 4. Het testen op de basisschool van basisschoolleerlingen op dyslexie. Genoemde resultaten zijn overdraagbaar naar alle basisscholen. We gaan hiermee de komende jaren verder. Overige openbare basisscholen De tweede groep wordt gevormd door openbare basisscholen buiten de gemeente Hoogeveen. Sommige van deze scholen doen mee aan het techniekprogramma, zie punt 2 hierboven. Verder onderhouden we goed contact met de Stichting Wolderwijs: de openbare basisscholen in de gemeente De Wolden en hebben we incidenteel contact met de Stichting Openbaar Basisonderwijs Midden-Drenthe (OBOMD). Deze contacten worden de komende beleidsperiode geïntensiveerd. Scholen voor bijzonder basisonderwijs Vervolgens zijn er de scholen voor bijzonder basisonderwijs. Kinderen van deze scholen zijn bij ons van harte welkom. Sterker nog: de instroom in 2012/2013 is 40% vanuit de scholen voor bijzonder basisonderwijs. Dit betekent dat het van belang is de contacten met deze scholen ook goed te onderhouden. We verkennen de komende tijd hoe we deze banden sterker kunnen aanhalen. Pr-overwegingen spelen uiteraard een rol, maar de legitimering van versterking van deze contacten is gelegen in het feit dat we dus kinderen van deze scholen op onze school hebben en krijgen. Dan is niet alleen terugkoppeling van informatie over oud-leerlingen van belang, maar ook het elkaar weten te vinden met betrekking tot de
doorgaande lijn. Met de periode van krimp op komst zal de strijd om de leerling toenemen. We hebben in Hoogeveen de goede gewoonte pr en voorlichting redelijk af te kunnen stemmen tussen beide vo-scholen. Beide vo-scholen gaan voor een sterk Hoogeveens vo, zodat zoveel mogelijk kinderen van basisscholen uit de omgeving van Hoogeveen voor een van beide voscholen kiezen.
Daarnaast zijn er diverse organisaties rond de zorg (Accare, Jeugdzorg, etc.), is er overleg met de politie (ook structureel overleg samen met de gemeente) en zijn er diverse contacten met SWW, zoals rond de maatschappelijke stage en schoolmaatschappelijk werk. Als derde categorie is er de gemeente. Daarmee bestaan diverse contacten. Deze contacten worden de komende periode gecontinueerd. We noemen: 1. Overleg over ons terrein in relatie tot verkeersveiligheid en infrastructuur. We hebben hierover structureel overleg met de gemeente; 2. Samenwerking met de gemeenteraad via de debatclub; 3. Leerplichtambtenaren; 4. Centrum voor Jeugd en Gezin; 5. De lokaal educatie agenda (lea): een overleg met gemeente, basisonderwijs en voortgezet onderwijs; 6. Overleg over Bentinckspark; 7. Overleg over Smederijen en het MFC wijk Wolfsbos; 8. Overleg met de burgemeester en college van b&w; 9. De directeur-bestuurder heeft structureel overleg met alle gemeenteraadsfracties; 10. Overleg met de gemeente in het kader van de rebound en passend onderwijs en de transitie Jeugdzorg. Gezien onze visie hechten we ook aan een goed contact met de buurt. Eén keer per jaar worden direct omwonenden uitgenodigd voor een diner in ons restaurant. We doen dit sinds 2011 en gaan hiermee door. Verder is vanaf 2011 een start gemaakt met verkennende gesprekken rond samenwerking staf met: 1. Bijeen. Met de openbare basisscholen in Hoogeveen is een aantal keer gesproken. Eind 2011 is een stuurgroep in het leven geroepen die een startnotitie heeft geschreven. 2. Andere middelbare scholen in de regio. Na diverse gesprekken wordt in 2012 een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Esdal College in Emmen en De Nieuwe Veste in Coevorden. Er zijn in 2011 vijf werkgroepen opgericht, zoals financiën, hrm en kwaliteitszorg.
Schoolontwikkeling
4.3.2 Mbo en hoger onderwijs Vrijwel al onze leerlingen gaan of naar het mbo of naar het hoger onderwijs. Het is dan ook evident dat we contacten in deze onderwijskolom van groot belang achten. Het “ontvangende veld” heeft hierin ook een taak, net als wij dat richting ons “voorliggende veld” (paragraaf 4.3.1) hebben. Maar we nemen hierin ook zelf positie. In het kader van de kwaliteitsborging is de aansluiting van onze school op het vervolgonderwijs erg belangrijk. Via decanenplatforms is er overleg tussen de school en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), het hoger beroepsonderwijs (hbo) en de universiteiten. Los van deze belangrijke contacten hechten we aan het uitvoeren van concrete projecten, zoals het maken van sectorwerkstukken onder begeleiding van docenten van het Alfacollege en een stagebureau van het Alfacollege. We willen deze activiteiten de komende beleidsperiode uitbreiden. Ongeveer ¾ van onze mbo-ers gaat immers naar het Alfacollege. En zeker nu vanaf augustus 2013 er nog maar 1 ROC in Hoogeveen bestaat, namelijk het Alfacollege, is het zaak daarmee uitstekende contacten te hebben. Onze profilering zal zijn dat we zeker in klas 3 de kleinschaligheid van onze campus handhaven en in klas 4 meer met onze leerlingen buiten de schooldeuren gaan doen: hetzij in bedrijfsleven, hetzij in of met het Alfacollege. Zeker ook omdat onze leerlingen van de Meander en de Dikkenberg de praktijkvakken op de locatie Harm Smeenge volgen, is het wel zaak hier verstandige besluiten te nemen. Want een besluit voor het vmbo Harm Smeenge raakt hier meer doelgroepen. Harm Smeenge is een mooie, veilige, kleinschalige locatie, waar we leerlingen voorbereiden op het mbo. We hebben een paar keer per jaar overleg met het Alfacollege over bovenstaande zaken. Vrijwel alle havo- en vwo-leerlingen gaan naar het hbo of de universiteit. We houden bij waar onze leerlingen naartoe gaan, organiseren voorlichting op school over het hoger onderwijs en nodigen oud-leerlingen uit om iets over de overstap te vertellen. Met de Hanzehogeschool is afgesproken dat we jaarlijkse terugkoppeling krijgen omtrent de studieprestaties in het 1e jaar van onze oud-leerlingen.
4.3.3 Andere ketenpartners We noemen de volgende activiteiten: 1. Via stageplekken vmbo en pro; 2. Via gastlessen door bedrijven bij ons op school; 3. Via structureel overleg over aansluiting onderwijsbedrijfsleven. Een voorbeeld is de in januari 2012 gestarte adviesraad techniek voor ons vmbo. Er volgen in 2012 en 2013 meer adviesraden; 4. Netwerkactiviteiten: o.a. participatie in de Zakenkring, CHO, Sociëteit Forum in de Tamboer en VNO-NCW; 5. Via maatschappelijke stages.
37
Algemene schoolgegevens
4.4 Cultuur en professioneel gedrag Los van alle bovenstaande inhoudelijke zaken vinden we het van groot belang het nodige te schrijven over onze gewenste cultuur en over professioneel handelen en samenwerken. Dit alles in relatie tot onze drie kernwaarden in onze visie: ontmoeting, verbinding en ontwikkeling. Bij de beschrijving van het bestuursakkoord/de prestatiebox betrof het 5e thema de lerende cultuur: “ Op scholen is sprake van een lerende cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van leraren en schoolleiders. Goed hrm-beleid is daarvoor een voorwaarde.” We beschrijven deze paragraaf aan de hand van een aantal trefwoorden en sluiten af met onze vijf gedragsregels, ook wel huisregels genoemd. Deze regels zijn ook opgenomen in ons leerlingenstatuut.
Schoolontwikkeling
Burgerschap Burgerschap gaat - kijkend naar onze kernwaarden vooral over ontmoeting en verbinding. We willen onze leerlingen en ouders zoveel mogelijk met ons verbinden. Een aantal concrete voorbeelden: 1. Per locatie een leerlingraad. Dit is in 2012 het geval. Op de Meander is het zoeken naar een goede vorm. Verder is het streven alle leerlingraden met een reglement te laten werken. In principe zijn leerlingen voorzitter; 2. Per locatie een ouderraad; 3. Nadat in 2009 de organisatiestructuur van onze school is veranderd (kleinere directie, twee stafhoofden en werken in teams die verantwoordelijk zijn voor onderwijs en zorg), is in 2010 de medezeggenschap gewijzigd. We werken sinds augustus 2010 met twee deelraden. Dit blijven we de komende periode doen. Wat nog versterkt kan worden, is de relatie tussen de leerlinggeleding van onze Gmr en leerlinggeleding van de deelraden. Verder is het soms nuttig de leerlingraden te gebruiken als klankbord voor notities die in de Gmr aan de leerlinggeleding worden voorgelegd. Idem voor ouderraden; 4. Het maximaal betrekken van leerlingen bij veranderingen in de school: rookplekken, inrichting aula’s en andere ruimtes; 5. Het voeren van debatten en het hebben van een debatclub. Op de locatie Groene Driehoek is al jaren lang een debatclub actief; 6. Het houden van een opvoeddebat; 7. Schoolkrant gemaakt door leerlingen; 8. Betrokkenheid en deelname van leerlingen bij studiedagen voor ons personeel, zoals dat ook voor en bij de studiedag sociale media en ICT op 12 januari 2012 gebeurde; 9. We hebben in 2011 twee LC-docenten burgerschap benoemd en burgerschap is één van de onderwerpen in ons scholingsbeleidsplan.
38
Los van hiervoor genoemde nuttige zaken heeft burgerschap een plaats in het curriculum en is het een van de aspecten waaraan de inspectie tijdens haar onderzoeken aandacht besteedt. Een ander aspect van burgerschap is voorbeeldgedrag van docenten ten aanzien van regels en het elkaar aanspreken op regels. Dat kunnen grote dingen zijn, maar ook kleine zaken. Je kunt niet van anderen gedrag(sverandering) verwachten als je zelf geen voorbeeldgedrag vertoont. Cultuur De cultuur van de STOVOH kenmerkt zich door openheid en transparantie. Wat bedoelen we hiermee? 1. We investeren in de ontwikkeling van professioneel gedrag om de doelstellingen te realiseren; 2. Het nemen en afleggen van verantwoordelijkheid op alle niveaus in de organisatie; 3. Er is sprake van een aanspreekcultuur, die stimuleert om het beste uit jezelf en de ander te halen. Ons motto is “hard op de inhoud, zacht op de persoon”. Er is altijd een spanningsveld tussen “bottom up” en “top down”. Geen van beiden is beter, we bezien altijd per onderwerp welke route we bewandelen. Sommige onderwerpen gaan erg bottom up, zoals het nieuwe taakbeleid dat in 2009 gestart is. Andere zaken gaan top down zoals het anti roken beleid. Sommige onderwerpen worden integraal in onze onderwijsteams besproken alvorens tot besluitvorming te komen, andere onderwerpen eerst in de beide managementteams en andere onderwerpen alleen in de directie. In relatie tot bovenstaande past het in onze cultuur dat de directie altijd (zelf)kritisch kijkt naar de gevolgde route: “deden we het goed, moe(s)t het anders?”. We verwachten een dergelijke zelfkritische houding van iedereen. Het is binnen onze school het streven dat zelfreflectie en zelfverantwoordelijkheid bovenaan staan. Voorbeeldgedrag vanuit leiding is hierbij cruciaal. Bij dit voorbeeldgedrag hoort ook het nakomen van afspraken en het stellen van deadlines. Aan een afspraak die je maakt dien je je te houden. Als het niet lukt de afspraak na te komen, meld je dit tijdig zonder naar anderen te wijzen. Bij onze cultuur hoort dat hoe druk het ook is, we altijd belangstelling voor elkaar (s ontwikkeling) hebben: zie onze drie kernwaarden. Ontwikkeling, Verbinding en Ontmoeting zijn cruciaal en horen bij het leveren van prestaties. Zonder een goede samenwerkingsrelatie ontstaat er geen prestatie. Dat geldt voor onze onderlinge relaties, maar ook voor prestaties in de klas. Een ander belangrijk aspect bij onze cultuur is de focus op het geven van complimenten en het vieren van successen. Dit doen we – mits welgemeend – nooit genoeg. De keerzijde is dat het normaal is construc-
tieve kritiek te geven en ernaar te vragen. Het gaat hierbij ook om de vorm. Ons adagium is: “wanneer je ergens mee zit, ga je met betrokkene om tafel, wanneer je iets raars hoort, check je het bij de bron.” Dit is nog geen gemeengoed. Afrondend: bij onze cultuur hoort: het tonen van trots, staan voor de school en extern positief zijn (intern s.v.p. stevig discussiëren). Durf te veranderen, probeer iets nieuws. Als het misgaat, leer je ervan = lerende cultuur. In de beoordelingssystematiek “is er een positieve bijdrage geleverd aan de gewenste cultuur?” een vast onderdeel. Professioneel gedrag We verstaan onder professioneel gedrag het volgende: 1. Organisatiebelang gaat voor eigen belang; 2. Je bent proactief ten aanzien van je eigen leerproces; 3. Je bent respectvol: je zet leerlingen op de eerste plaats.
1. Zorg voor een goede werksfeer We willen dat we een rustige en prettige sfeer op school hebben. Dat betekent dat we niet schreeuwen, rustig zijn in het gebouw en de lessen niet verstoren. 2. Wees aardig voor elkaar We willen dat je respectvol met elkaar omgaat. Dat geldt ook voor de omgang tussen ons personeel en onze leerlingen. Dat betekent vooral: niet pesten, geen ruzie maken, geen spullen van elkaar afpakken, geen grof taalgebruik, geen discriminatie en elkaar niet intimideren. We willen ook dat onze leerlingen zich bewust zijn van het effect van hun gedrag op anderen. Al te intiem gedrag wordt niet door iedereen gewaardeerd. 3. Zorg voor een veilig gevoel We willen dat het veilig is in onze scholen. Daar heeft iedereen een taak. Dus geen opnames met mobiele telefoons, geen (internet)pesten, geen alcohol/ drugs/wapens.
4. Je communicatie is oplossingsgericht: je bent open over de behaalde resultaten en je maakt heldere afspraken (wie doet wat wanneer); 5. Je geeft, vraagt en ontvangt feedback: • je kunt opbouwende feedback geven en ontvangen in welke vorm dan ook; • je neemt initiatieven om eigen resultaten te verbeteren; • je signaleert resultaten van anderen en spreekt mensen hierop aan. We sluiten dit schoolplan af met onze vijf huisregels of gedragsregels, zoals ze in het leerlingenstatuut worden genoemd. In dit statuut staat als toelichting: “Voor het gemak is er een gedragscode met vijf basisregels opgesteld zodat iedereen de belangrijkste regels gemakkelijk kan onthouden en naleven. Tegenwoordig wordt vaak de term burgerschap gebruikt.” Onze vijf gedragsregels
4. Denk aan de omgeving We willen dat iedereen zoveel mogelijk meewerkt de ruimtes, zoals lokalen, trappen en aula zo schoon mogelijk te houden. Daar heeft iedereen - personeel en leerlingen - een taak. Dus is het uitgangspunt dat we geen rommel maken in en om het gebouw, niets beschadigen of stukmaken en voorzichtig met spullen van school en van een ander zijn. De praktijk is vaak anders, maar deze basisregel is voor ons cruciaal. Laat iedereen zich gedragen alsof hij in een woonomgeving verkeert: onderhoud je omgeving. In feite geldt dit ook voor de directe omgeving bij de school. 5. Houd je aan de afspraken We willen dat iedereen zich aan gemaakte afspraken houdt. Dat geldt uiteraard ook voor ons personeel onderling en richting leerlingen, maar in dit statuut gaat het vooral om het gedrag van onze leerlingen. Dus: kom op tijd in de les, vergeet niet je spullen en houd je aan de regels.
Schoolontwikkeling
39
Locatie Groene Driehoek Valkenlaan 1- 3, 7905 AA Hoogeveen tel.: 0528-268636,
Locatie Harm Smeenge Wolfsbosstraat 3, 7905 BZ, Hoogeveen tel.: 0528-262621
Locatie Dikkenberg Wolfsbosstraat 7, 7905 BZ Hoogeveen tel.: 0528-265357
De Meander Wolfsbosstraat 7A, 7905 BZ Hoogeveen tel.: 0528-234862 Postbus 199, 7900 AD Hoogeveen www.wolfsbos.nl