Schoolplan Praktijkschool Eindhoven

Schoolplan 2015-2019 Praktijkschool Eindhoven

Eindhoven, maart 2015

Inhoud 1.

Inleiding .............................................................................................................................. 2

2.

Algemene schoolgegevens ................................................................................................. 3 2.1 Adresgegevens van de school ........................................................................................... 3 2.2 Directiestructuur ................................................................................................................ 3

3.

Algemene kenmerken ........................................................................................................ 5 3.1 Visie .................................................................................................................................... 5 3.2 Missie ................................................................................................................................. 5 3.3 Identiteit van de school ..................................................................................................... 6

4.

Onderwijs en begeleiding ................................................................................................... 7

5.

Personeel............................................................................................................................ 9

6.

Organisatie ....................................................................................................................... 10

7.

Kwaliteitsbeleid ................................................................................................................ 11

8.

Financieel beleid............................................................................................................... 12

9.

Leerlingaantallen .............................................................................................................. 13

10.

Tot slot.............................................................................................................................. 14

11.

Bijlagen ............................................................................................................................. 15

Bijlage 1: ................................................................................................................................. 15 Bijlage 2: ................................................................................................................................. 16 Bijlage 3: ................................................................................................................................. 17

Schoolplan PSE 2015-2019

1

1. Inleiding

Voor u ligt het schoolplan 2015-2019 van Praktijkschool Eindhoven. In dit plan leggen we onze ambities uit en geven we aan hoe wij de samenhang zien tussen de verschillende onderdelen van het plan. Bij het maken van dit plan zijn we uitgegaan van : - het schoolplan 2010-2014, - de bevindingen van de onderwijsinspectie, na visitatie in april 2014 - de uitslag van de veiligheidsmonitor, afgenomen in maart 2014 - de ontwikkelingen en verplichtingen die, door de invoering van Passend Onderwijs op ons afkomen en onze positie binnen het samenwerkingsverband - speerpunten voor beleid, vastgesteld na studiedag op 18 februari 2014 met het team Na de algemene schoolgegevens en een korte beschrijving van de directiestructuur (hoofdstuk 2) volgt het hart van ons schoolplan in hoofdstuk 3 waarin de missie, visie, ambitie en identiteit van de school staan beschreven. In de hoofdstukken 4 tot en met 9 wordt per onderdeel de huidige en gewenste situatie weergegeven. Elk hoofdstuk sluit met een opsomming van de doelen die we aan de eind van de periode waarover dit schoolplan gaat, willen bereiken. Hoofdstuk 10 bevat een aantal bijlagen. Na goedkeuring van dit schoolplan zullen de gestelde einddoelen de basis vormen van een jaarlijkse beleidsagenda en van de aanvullende teamplannen. Deze zullen verschijnen in de vorm van een matrix om als concreet werkdocument te kunnen dienen. De teamplannen, beleidsagenda en de voortgang van de doelen van het schoolplan zullen jaarlijks worden geëvalueerd om, waar nodig, gefundeerd bij te kunnen stellen. In 2019 verschijnt ons volgende schoolplan. Dit schoolplan is op 9 december 2014 ter instemming voorgelegd aan de deelraad van PSE. Zij heeft haar instemming verleent. E. van Vugt-van de Moosdijk vestigingsdirecteur


2

2. Algemene schoolgegevens

Praktijkschool Eindhoven (PSE)is onderdeel van Scholengroep Het Plein (SHP) en de enige praktijkschool in Eindhoven. SHP bestaat uit 6 scholen die met elkaar samenwerken: • Aloysius /de Roosten • Antoon Schellenscollege • Pleinschool Helder • Praktijkschool Eindhoven • Sint-Joriscollege • Vakcollege Eindhoven De scholengroep valt onder het bestuur van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO) te Tilburg. Praktijkschool Eindhoven telt ongeveer 300 leerlingen en 60 personeelsleden. De Praktijkschool heeft een eigen Arbeidstoeleidingscentrum, dat is gevestigd op Industrieterrein De Hurk te Eindhoven. Doordat PSE een onderdeel is van SHP, heeft de school eveneens een LOOT-status. (LOOT staat voor Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport. De stichting LOOT is een samenwerkingsverband tussen 30 scholen in het voortgezet onderwijs, die toptalenten in sport ondersteunen om hun schoolcarrière met hun topsport te kunnen combineren).

2.1 Adresgegevens van de school Praktijkschool Eindhoven Amundsenlaan 6, 5623 PV Eindhoven Tel: 040-2450778 e-mail: website:

[email protected] www.praktijkschooleindhoven.info

Arbeidstoeleidingscenturm (ATC) Rooijakkerstraat 3, 5662 BA Eindhoven Tel: 040-2661060

2.2 Directiestructuur De schoolleiding van PSE bestaat uit: - Vestigingsdirecteur mw. E. van Vugt-van de Moosdijk - Teamleider onderbouw hr. D. van Steen - Teamleider bovenbouw mw. S. van Lieshout - Coördinator ATC hr. H. van den Broek De schoolleiding wordt ondersteund door een aantal diensten: financiën, administratie, orthopedagoog (inclusief zorgteam en interne begeleiding) en facilitair.


3

De vestigingsdirecteur legt verantwoording af aan de kerndirectie van SHP: Rector: mw. C. Sebregts Directeur organisatie en beheer: hr. J. Taphoorn


4

3. Algemene kenmerken 3.1 Visie

Koers 2016, het visiedocument van OMO (vastgesteld in 2010), vormt het kader voor de visie, het beleid en de identiteit van Scholengroep Het Plein en dus ook voor Praktijkschool Eindhoven. In het Algemeen Schoolplan van Scholengroep het Plein wordt deze samenhang uitvoerig beschreven. Praktijkschool Eindhoven is een school voor leerlingen van twaalf tot en met achttien jaar, die gericht opleidt voor de toekomst. Een toekomst, die vraagt om zelfbewuste en sociaal vaardige jongeren die zelfstandig hun weg weten te vinden in onze samenleving. Het praktijkonderwijs heeft als doel leerlingen voor te bereiden op een passende plek op de arbeidsmarkt en daarmee op een zinvolle plek in de samenleving. Het onderwijs concentreert zich op vier domeinen: wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. De keuzes die we maken worden ingegeven door de eisen die maatschappij stelt aan haar burgers, onder andere: zelfredzaamheid (ook financieel), participatie, informatietechnologische vaardigheden. (zie ook H5: 21st century skills). De volgende uitgangspunten vormen het raamwerk voor de wijze waarop we met elkaar optimaal van alle mogelijkheden gebruik kunnen maken: • • • • • • •

PSE is een veilige school voor leerlingen en personeel Leerlingen en personeel ervaren plezier op school PSE biedt onderdak en onderwijs dat ruimschoots voldoet aan alle relevante wettelijke vereisten Leerlingen en personeel willen leren en werken vanuit een positieve grondhouding (naar elkaar, naar het onderwijs en naar de maatschappij) We werken aan mogelijkheden: voor leerlingen, personeel en voor de school Ouders zijn voor ons belangrijke partners; we zoeken uitdrukkelijk naar samenwerking in het belang van de ontwikkeling van de leerlingen PSE beschikt over expertise om de doelgroep effectief te begeleiden. We zijn goed in wat we doen en we willen de komende vijf jaar beter worden: We willen de beste praktijkschool van Nederland zijn.

3.2 Missie

‘Werken aan mogelijkheden’ is ons motto. We willen werken aan mogelijkheden op een eigentijdse en praktijkgerichte school. Op PSE willen we aan zowel leerlingen als personeel optimale ontwikkelingskansen bieden, waarbij wensen en mogelijkheden centraal staan. We gaan uit van kwaliteiten die verder ontwikkeld worden om ambities te realiseren en niet van beperkingen. De missie en visie van PSE passen in het beleid van SHP, waarin de volgende kernwaarden zijn geformuleerd: • Ontwikkelingsgericht • Diversiteit • Toekomstgericht • Samenwerkingsgericht • Vertrouwen • Op orde Deze kernwaarden hebben, toegepast op PSE de volgende betekenis:


5

-

-

ontwikkelingsgericht: We bieden zowel leerlingen als personeel ontwikkelingskansen, uitgaande van de mogelijkheden van de mensen, de organisatie en de maatschappij. diversiteit: Het onderwijsaanbod is divers en gericht op het toekomstperspectief van de leerlingen. Er is aandacht voor eigenheid en verscheidenheid. toekomstgericht: Alle activiteiten binnen school zijn gericht op een goede, stabiele toekomst; het vergroten van mogelijkheden. samenwerkingsgericht: we onderhouden contacten met al onze partners, gericht op het bieden van optimale kansen voor leerlingen en de ontwikkeling van de school. vertrouwen: Medewerkers ervaren dat ze het vertrouwen hebben van de directie en in hun ontwikkelingsmogelijkheden. Daardoor zijn ze in staat om ook voor leerlingen vanuit vertrouwen een positief ontwikkelingsklimaat te creëren. op orde: We voldoen aan de wettelijke criteria voor het praktijkonderwijs, we werken effectief en efficiënt, en controleren dit door het uitvoeren van de PDCA-cyclus (Plan-DoCheck-Act) om de kwaliteit van ons werk te evalueren, verbeteren en te borgen.

3.3 Identiteit van de school

PSE is een school met een zeer diverse populatie: we hebben twintig verschillende nationaliteiten in huis, waarbij het merendeel (80%) de Nederlandse nationaliteit bezit. Omgaan met verschillen tussen mensen, met waardering voor hun eigenheid is voor ons vanzelfsprekend. We vinden het belangrijk dat leerlingen leren hoe ze zich in de maatschappij dienen te gedragen en wat er van hen verwacht wordt. Respect voor elkaar, vriendelijk en verdraagzaam zijn, niemand buitensluiten en voor zichzelf opkomen zijn gedragskenmerken die worden aangeleerd. We besteden veel aandacht aan omgangsvormen en sociale vaardigheden. Op tijd komen, afspraken nakomen en verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gedrag zijn eveneens belangrijke houdingsaspecten. De levensbeschouwelijke grondslag van de school kenmerkt zich door een open katholiek karakter dat tot uitdrukking komt in normen en waarden, in stijl en omgangsvormen en in maatschappelijke interactie. OF, zoals beschreven in Koers 2016*: Goed onderwijs is eigentijds onderwijs, dat zich richt op het ontwikkelen vanuit een katholieke identiteit, van kennis van en begrip voor elkaars religieuze en levensbeschouwelijke opvattingen. In de Nederlandse cultuur –en ook in veel andere culturen trouwens – gelden als belangrijke waarden: maatschappelijke betrokkenheid, zorg en aandacht voor het welbevinden van anderen, respect voor verschillen, verantwoord omgaan met de natuur en met je omgeving (niets vernielen dus), en een democratische houding. Zo’n democratische houding betekent dat je in staat bent om je eigen mening te verwoorden maar ook openstaat voor de opvattingen van anderen, dat je opkomt voor jezelf, maar ook rekening houdt met de belangen van anderen.

*)uit: Koers 2016, OMO Tilburg, 2010


6

4. Onderwijs en begeleiding We werken aan de kwaliteit van het praktijkonderwijs. We blijven innoveren. Het Praktijkonderwijs heeft geen eindtermen op de gebieden taal en rekenen. Leerlingen komen met grote achterstanden binnen in het eerste jaar. Toch streven wij naar een zo hoog mogelijk niveau. Voor de meeste leerlingen is het niveau 1F uiteindelijk haalbaar. Slechts voor een beperkt aantal leerlingen is het niveau ‘hoger dan het 1F’ haalbaar. Zoals vermeld in H3, heeft het praktijkonderwijs als doel leerlingen voor te bereiden op een passende plek op de arbeidsmarkt. Ons hele programma is erop gericht om dit doel te bereiken. We hebben een geïntegreerd LOB-programma van leerjaar 1 t/m leerjaar 5. Het eerste jaar is een algemeen basisjaar. In het tweede jaar volgen leerlingen een interne groepsstage in de vorm van het vak Facilitaire dienst. Het derde leerjaar volgt een externe groepsstage, waarin kennis gemaakt wordt met verschillende sectoren. Vanaf het 15e jaar kan een leerling naar het Arbeidstoeleidingscentrum voor arbeidstraining. Na een positieve beoordeling (op basis van Melba arbeidscompetenties) wordt voor een leerling een externe stage gezocht in een regulier bedrijf. Leerlingen lopen in het algemeen stage op drie verschillende bedrijven. De laatste stage is veelal een plaatsingsstage, die leidt tot een reguliere baan. Uit evaluaties, onder andere van de onderwijsinspectie, is gebleken dat er samenhang ontbreekt in ons onderwijsprogramma. Om dit te verbeteren hebben we de volgende zaken in gang gezet: -

-

Met ingang van augustus 2014 is een onderzoek gestart naar de arbeidsmogelijkheden in onze regio. Dit onderzoek moet eind van dit schooljaar leiden tot een gefundeerde keuze voor het invoeren van sectoren. Tegelijkertijd is een werkgroep ‘sectoren’ gestart die onderzoek doet naar goede voorbeelden van het indelen van het onderwijsprogramma op basis van sectoren. (economie, techniek, zorg en welzijn etc). In augustus 2014 is ook een werkgroep ‘leerlijnen’ gestart die onderzoekt hoe het lesprogramma binnen de domeinen kan worden gestroomlijnd. In april 2015 moet duidelijk zijn of en hoe we leerlijnen gaan implementeren in ons onderwijsprogramma. Er wordt onderzocht of certificeringstrajecten onderdeel kunnen worden van het individuele onderwijsprogramma, afgestemd op de sectorkeuze van leerlingen. Om te komen tot een goede individuele begeleiding wordt ingezet op training van docenten op het gebied van gespreksvoering met leerlingen en PBS (Positive Behaviour Support, zie bijlage 1) Alle nieuwe leerlingen maken een instaptoets (Deviant) om het niveau voor rekenen en taal te bepalen. Jaarlijks worden volgtoetsen afgenomen om de vorderingen te volgen, zodat de gericht gewerkt kan worden aan de individuele leerlijnen van de leerlingen. Het IOP is het document waarin de leerdoelen op de verschillende domeinen worden vastgelegd. We werken binnen PSE met arbeidscompetenties volgens het MELBA-systeem. Dit schooljaar wordt bekeken of we dit kunnen handhaven of dat we over moeten stappen op een ander systeem (Dariuz).

Bovenstaande acties en activiteiten zorgen ervoor dat we over vier jaar (2018): - een onderwijsprogramma hebben, waarbij het uitstroomprofiel van de leerling de te volgen leerlijn op een bepaald domein bepaalt; - hebben vastgesteld wat de voorwaarden zijn om een bepaald uitstroomprofiel te kunnen volgen; Schoolplan PSE 2015-2019

7

-

gebruik maken van een arbeiscompetentiesysteem dat aansluit op systemen van mbo en gemeente (UWV); het uitstroomprofiel “Leren” hebben afgestemd op de eisen van de Entree-opleiding van het MBO.

We vinden het belangrijk dat onze leerlingen worden voorbereid op de maatschappij. Het leren omgaan met digitale (leer)middelen en sociale media en een vorm van digitale geletterdheid zijn hierbij onontbeerlijk. We hebben de volgende maatregelen genomen om te zorgen dat we op PSE leerlingen het juiste onderwijsaanbod kunnen bieden: - Er komt een wifi-netwerk (2015) binnen de school waardoor er meer gewerkt kan worden met digitale leermiddelen. Het individualiseren van het leerprogramma wordt daardoor makkelijker. Er is in 2014 een ICT beleidsplan gemaakt waarin we uitdrukkelijk het gebruik van mobiele apparatuur (laptops of tablets) - Er is per augustus 2014 een onderwijs-ICT’er aangesteld. Deze krijgt als taak om in kaart te brengen wat docenten nodig hebben om leerlingen media-wijs en vaardig te maken, aan te geven wat daarvoor nodig is en een tijdspad te maken. In 2015 is dit plan klaar. Vervolgens trekken we twee jaar uit om het te effectueren en te volgen middels de PDCAcyclus. - Tijdens lessen ICT wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan het omgaan met sociale media. In 2018 maken we, met name in de theorielessen, in minimaal 25% van de lestijd gebruik van digitale leermiddelen ten behoeve van de individualisering van het lesprogramma.


8

5. Personeel PSE is een moderne, praktijkgerichte school, voor haar leerlingen, maar ook voor haar medewerkers. Om ‘goed onderwijs’ te realiseren voor iedere leerling, is het nodig ook goed werkgeverschap te tonen. Het functioneren van de mensen heeft effect op het functioneren van de leerlingen: goed voorbeeld doet goed volgen. Van medewerkers wordt verwacht dat zij de competenties van de 21ste eeuw (21ste century skills, zie bijlage 2) bezitten of zich er zo goed mogelijk in bekwamen. De competenties zijn: • Samenwerken • Creativiteit • Ict-geletterdheid • Communiceren • Probleemoplossend vermogen • Kritisch denken • Sociale en culturele vaardigheden Verder verwachten wij een betrokken, ondernemende en nieuwsgierige houding van alle medewerkers, gericht op vakmanschap, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen. Door vanuit deze houding te werken, tonen de medewerkers van PSE voorbeeldgedrag voor de leerlingen. Om deze kwaliteiten te realiseren worden een aantal instrumenten ingezet: - Vanaf het schooljaar 2013-2014 is de gesprekscyclus in combinatie met de bio-monitor over de gehele schoolorganisatie doorgevoerd. Met elk personeelslid wordt jaarlijks een functionerings- of beoordelingsgesprek gevoerd in het kader van competentie en loopbaanontwikkeling - Met elk personeelslid wordt jaarlijks het persoonlijk ontwikkelingsplan besproken en worden leerdoelen geformuleerd in redelijkheid en in overleg met de betrokkenen. Focus hierbij zijn de eigen didactische competenties (gericht op de doelgroep) en de ontwikkeling van informatietechnologische vaardigheden - Alle nieuwe docenten krijgen een persoonlijke coach - Alle medewerkers krijgen een individueel scholingsbudget en worden gestimuleerd daar gebruik van te maken voor hun individuele deskundigheidsbevordering - Jaarlijks wordt minimaal één onderwerp gekozen voor collectieve scholing - Om het ‘leren van elkaar’ te stimuleren, wordt collegiale consultatie ingevoerd In 2019 hebben we op personeel gebied de volgende resultaten bereikt: - alle medewerkers zijn zich bewust wat de competenties van de 21ste eeuw zijn, bezitten ze die en kunnen ze die overdragen aan de leerlingen; - maakt 30% van de docenten jaarlijks gebruik van hun individueel scholingsbudget om didactische, pedagogische en/of informatietechnologische competenties te vergroten; - zijn er collectieve scholingen geweest op het gebied van gespreksvoering, PBS (Positive Behaviour Support) en veiligheid. Hierdoor zijn leerlingen meer tevreden op school en is het gevoel van veiligheid op school toegenomen; - kan 60% van de docenten goed overweg met een digibord en digitale leermiddelen; - gaan alle docenten twee keer per jaar op lesbezoek bij een collega, om van elkaar te leren (collegiale consultatie).


9

6. Organisatie Om de gewenste ontwikkelingen te kunnen doorvoeren wordt de organisatie van de school doorgelicht en aangepast. Het gaat om de organisatie binnen PSE (wie doet wat én hoe) en de organisatie van het onderwijs- en begeleidingsproces. Door de invoering van passend onderwijs wordt het extra belangrijk dat we met onze externe partners goed blijven communiceren over verwachtingen en mogelijkheden van de school, dat we duidelijk zijn over wat we kunnen en willen en wat we voor anderen kunnen betekenen. Leerlingen van PSE worden voorbereid op de arbeidsmarkt. Een groot deel van de voorbereiding op werk vindt plaats op ons Arbeidstoeleidingscentrum (ATC). Momenteel wordt, in opdracht van de kerndirectie SHP, onderzocht of we de taken van het ATC kunnen aanvullen met bijv. jobcoaching en of we de producten van het ATC beschikbaar stellen voor een bredere doelgroep. We zoeken actief naar samenwerking binnen het Regionaal Samenwerkingsverband VO , het Summa (School 23) en de gemeente om doorstroming van onze eigen leerlingen te verbeteren en onze expertise beschikbaar te stellen voor meer jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt. In 2019 hebben we op organisatorisch gebied de volgende resultaten bereikt: - er zijn taakomschrijvingen van alle medewerkers, voor zover niet evident vanuit de cao, compleet met bijbehorende (handelings)protocollen; - er zijn formats vastgesteld voor de Individuele Ontwikkelingsplannen (IOP) en het Ontwikkelingsperspectief (OPP) in Magister, afgestemd op de behoeften van de leerlingen en wordt de afgesproken werkwijze door alle docenten gevolgd; - is Magister geïmplementeerd op school: dwz alle administratie gaat in/via Magister, cijfers en competenties worden bijgehouden in Magister en ouders en leerlingen krijgen inzage en een inlogcode; - verloopt 75% van de communicatie met ouders digitaal; - worden op het ATC, naast leerlingen van PSE, ook andere leerlingen/jongeren voorbereid op arbeid.


10

7. Kwaliteitsbeleid Als school zijn we in eerste instantie verantwoordelijk voor het verzorgen van goed onderwijs en systematisch verbeteren daarvan. Schoolontwikkeling staat bij ons hoog in het vaandel. De schoolontwikkeling betreft verbetering van het primaire proces (het leerproces en de opbrengst ervan) maar ook de positie van de school in de maatschappelijke omgeving. PSE heeft grote ambities (de beste praktijkschool van Nederland worden) in een veranderende omgeving: onder andere de invoering van Passend Onderwijs, de invoering van de wet Werk en Zekerheid, de ontwikkeling van de arbeidsmarkt en de start van Entree opleidingen binnen het ROC. Al deze ontwikkelingen hebben invloed op ons onderwijs en de keuzes die we daarin maken. We willen een veilige school zijn: Leerlingen en personeel moeten zich plezierig en veilig voelen. De veiligheidsmonitor, afgenomen in het voorjaar 2014, dient als uitgangspunt ter verbetering. -

Om de kwaliteit van ons werk te toetsen en van hoog niveau te houden, gaan we met ingang van 2014-2015 structureel werken met het PDCA (Plan-do-check-act) model Elke twee jaar wordt het PrOZO-kwaliteitsonderzoek gehouden onder medewerkers, leerlingen en ouders. Het onderzoek van 2014 zal leiden tot aandachts- en verbeterpunten die in de komende jaarplannen zullen worden opgenomen. Jaarlijks wordt de uitstroommonitor (van het Platform Praktijkonderwijs) ingevuld en worden de resultaten ervan geëvalueerd om waar nodig bij te kunnen sturen. De bio-monitor wordt structureel ingezet om personeel feedback te geven: elke drie jaar volgt een leerlingevaluatie én een brede evaluatie door collega’s Elke twee jaar wordt een veiligheidsmonitor afgenomen onder docenten en leerlingen. De resultaten ervan worden besproken en verbeterpunten worden geïdentificeerd Ouders worden geïnformeerd over de vorderingen van hun kind en over de mogelijkheden die de school kan bieden. Het bezoek van ouders aan informatiebijeenkomsten (nu < 30%), rapportgesprekken (< 80%)etc. kan verbeterd worden.

In 2019 hebben we op het gebied van kwaliteitsbeleid de volgende resultaten bereikt: - bij alle processen wordt de PDCA cyclus gehanteerd; - blijkt uit het ProZo onderzoek dat wij minimaal even goed scoren als gemiddeld de praktijkscholen in Nederland; - we presteren bij de veiligheidsmonitor op alle gebieden minimaal even goed als vergelijkbare OMO-scholen; - komt 50% van de uitgenodigde ouders op informatiebijeenkomsten en 90% van de ouders komt naar de rapportgesprekken.


11

8. Financieel beleid Financieel staat PSE er goed voor. De begroting is al jaren sluitend. Dit komt mede door de inzet van ESF-middelen (project van het Europees Sociaal Fonds) . Inmiddels is er een aanvraag ingediend voor een nieuw ESF-project, dat echter minder middelen zal opleveren. Om hierop voorbereid te zijn, wordt gekeken naar onder andere een efficiëntere bedrijfsvoering van het ATC en het genereren van extra inkomsten door ATC-activiteiten uit te voeren voor derden. Vooralsnog ziet het ernaar uit dat de invoering van Passend Onderwijs geen grote financiële gevolgen zal hebben voor PSE. De bekostiging voor het praktijkonderwijs blijft gelijk en er is (nog) geen sprake van verevening. We investeren in gebouw (verbouw en onderhoud) en middelen (onder andere wifi-aanleg en inzet van tablets) om een moderne, veilige en plezierige werkomgeving te creëren voor iedereen. Er wordt kritisch gekeken naar taken, functies en beschikbaar personeel: waar mogelijk gaan we meer onderwijsondersteunend personeel inzetten voor taken die nu nog vaak uitgevoerd worden door onderwijzend personeel. Er is nu sprake van 1 fte boventallig personeel, ontstaan door deelname aan een eerder ESF-project. In 2019 hebben we op financieel gebied de volgende resultaten bereikt: - de exploitatie van het ATC is sluitend of licht winstgevend; - beschikt 70% van de docenten over een digitaal device tbv lessen; - de formatie is zodanig herverdeeld, dat er geen sprake is van boventallig personeel; - taken worden uitgevoerd door personeel in een daarvoor geschikte salarisschaal.


12

9. Leerlingaantallen Het leerlingenaantal vertoont de laatste jaren een lichte groei maar lijkt nu stabiel rond de 290 leerlingen. Het aantal aanmeldingen voor klas 1 toont een lichte daling, evenals de instroom in hogere leerjaren. Onze doorstroom- en uitstroom cijfers zijn te vinden via ‘Scholen op de kaart’: http://www.scholenopdekaart.nl/Middelbare-scholen/1908/1136/PraktijkschoolEindhoven/Uitstroom-leerlingen?School=1908&presentatie=2 Vooralsnog hebben we geen reden om aan te nemen dat het leerlingenaantal sterk zal stijgen door de invoering van Passend Onderwijs. PSE werkt mee aan arrangementen binnen het Regionaal Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs (RSV-VO) nodig blijken om leerlingen onderwijs op maat te kunnen bieden. De groep leerlingen die deels gebruikmaken van het onderwijsaanbod van PSE zal daardoor groeien. Als dit betekent dat deze leerlingen zo meer mogelijkheden krijgen, dan zoekt PSE graag naar oplossingen om deze arrangementen te realiseren. Door het verbreden van de werkzaamheden van het ATC verwachten we in trajecten wel extra jongeren te kunnen begeleiden.


13

10.

Tot slot

In dit schoolplan hebben we aangegeven wat de speerpunten zijn voor het beleid van de komende jaren. We willen naar een samenhangend onderwijsprogramma, met als uitgangspunt: Werken aan mogelijkheden. Mogelijkheden van de leerlingen, van de medewerkers, van de school en van de omgeving. Er zijn veel ontwikkelingen waarvan we nog niet weten wat ze voor ons en ons onderwijs gaan betekenen: Passend Onderwijs, WMO, Wet Werk en Zekerheid, Participatiewet, oprichting van het gemeentelijk Werkbedrijf, opheffing van de Wajong, beperking van de SWV, start van de Entree-opleidingen, economische ontwikkelingen in het algemeen. PSE zal zich steeds bezinnen op de wijze waarop we op ontwikkelingen moeten reageren om de toekomstkansen van onze leerlingen zo groot mogelijk te houden. Als we zelf duidelijk hebben waar we naar toe willen en als we gaan voor kwaliteit, is het makkelijker om in een veranderende omgeving keuzes te maken.


14

11. Bijlagen Bijlage 1: Over School Wide Positive Behaviour Support: SWPBS is een bewezen, effectieve manier om gedragsproblemen te verminderen, leerprocessen te optimaliseren en te werken aan een positieve en veilige leeromgeving waarin de effectieve instructie- en leertijd toeneemt. Daarnaast zien we: • een afname van het aantal leerlingen dat slachtoffer wordt van verbaal geweld, • een toename van sociaal gedrag op school, in de klas en thuis., • een betere samenwerking van het schoolteam met ouders en (jeugd)zorg, • een reductie van het aantal disciplinaire maatregelen (zoals schorsing of verwijdering), • minder handelingsverlegenheid van leraren, • meer collegialiteit. Zie ook: http://www.swpbs.nl


15

Bijlage 2: 21st Century skills Benodigde vaardigheden voor de 21ste eeuw Zie ook: http://www.21stcenturyskills.nl/ http://www.onderwijsmaakjesamen.nl/actueel/21st-century-skills/ Wat moeten jongeren nu leren om optimaal voorbereid te zijn op de samenleving in de 21ste eeuw? Verschillende organisaties wereldwijd hebben hiervoor verschillende modellen. Kennisnet heeft deze modellen vertaald naar de Nederlandse situatie. Naast taal en rekenen en de kernvakken, zijn de volgende vaardigheden van belang: • samenwerken, • creativiteit, • ict-geletterdheid, • communiceren, • probleemoplossend vermogen, • kritisch denken en • sociale en culturele vaardigheden Ook een betrokken, ondernemende en nieuwsgierige houding komen van pas in de 21ste eeuw. Het SLO (Stichting leerplan) ontwikkeling stelt: We verstaan hieronder: generieke vaardigheden en daaraan te koppelen kennis, inzicht en houdingen die nodig zijn om te kunnen functioneren in en bij te dragen aan de kennissamenleving. http://www.slo.nl/downloads/documenten/digitale-geletterdheid-en-21e-eeuwsevaardigheden.pdf/ In de brochure’ Digitale geletterdheid en 21e eeuwse vaardigheden in het funderend onderwijs: een conceptueel kader’ komt het SLO tot de volgende conclusie: De conclusie is dat digitale geletterdheid een belangrijk deel uitmaakt van 21e eeuwse vaardig-heden en van een curriculum dat daar aandacht aan besteedt. Daarbij gaat het om een combinatie van technologische vaardigheden (kunnen omgaan met ICT), informatievaardig-heden (kunnen omgaan met informatie) en mediawijsheid (kunnen omgaan gaan met media). Het gaat erom deze vaardigheden bij leerlingen te stimuleren en om deze te benutten in het onderwijs waarin ICT-toepassingen een belangrijke plaats innemen. Een geïntegreerde aanpak van de vaardigheden is daarom van belang.


16

Bijlage 3: PDCA-cyclus (uit: Kwaliteitsbeleidsplan Scholengroep het Plein 2015-2019) 1.1 Beschrijving PDCA-cyclus Duidelijke ontwikkelingsdoelen, zelfevaluaties en feedback kenmerken een organisatie die permanent wil leren, en dat willen wij als SHP. We noemen dit ‘het doorlopen van een leercyclus’. Het gaat er daarbij om samen de gewenste kwaliteit zo concreet mogelijk te benoemen, de uitvoering in de gaten te houden en na te gaan in hoeverre de gewenste kwaliteit is bereikt. Deze cyclus in vier fasen wordt aangeduid met de term PDCA-cirkel van Deming (Plan-Do-Check-Act). Met behulp van de PDCA-cyclus kan iedere vestiging van SHP en daarmee de scholengroep in zijn geheel op een hoger prestatieniveau worden gebracht.

Omdat kwaliteitszorg een cyclisch proces is, zijn er verschillende mogelijkheden om ermee te beginnen. Een zelfevaluatie maar ook een strategisch beleidsplan, schoolplan of teamplan kan een startpunt vormen in de cyclus. Voor SHP is het schoolplan 2015-2019 een nieuw startpunt. De PDCA-cirkel helpt om op teamniveau- en op sectieniveau systematisch te werken aan kwaliteitverbetering en -borging. Heldere doelstellingen in het team en binnen de sectie en concrete afspraken over de manier waarop resultaten bereikt moeten worden, zijn een voorwaarde. Daarnaast hanteren we de PDCA-cyclus op verschillende beleidsterreinen of onderdelen daarvan. De verantwoordelijkheid voor het goed doorlopen van de cyclus ligt dan meer bij de vestigingsleider. Het financieel beleid kent bijvoorbeeld al een cyclische plancontrolbenadering van begroting-monitoring (kwartaalrapportages-jaarrekening-opstellen nieuwe begroting). De gesprekkencyclus is hier ook een voorbeeld van. De instrumenten zijn dan het functionerings-, voortgangs- en beoordelingsgesprek en natuurlijk de persoonlijke ontwikkelplannen van medewerkers. Binnen SHP is afgesproken om te gaan werken met beleidsafspraken. Dit zijn doelstellingen die binnen een kalenderjaar moeten worden gerealiseerd. De beleidsafspraken delen in feite de doelstellingen uit het schoolplan op in kleinere, op elkaar aansluitende stappen. Daarmee worden in vier jaar de doelstellingen uit het schoolplan gerealiseerd. 1.2 De stappen van de cyclus Het cyclische proces van kwaliteitszorg begint vaak met een zelfevaluatie, die als ‘spiegel’ fungeert. Wat gaat goed of kan beter? In het kader van de PKO’s (periodieke 24


17

kwaliteitsonderzoek) van de Onderwijsinspectie zijn op de verschillende vestigingen zelfevaluaties gehouden. Inmiddels zijn we zover dat iedere vestiging een schoolplan 2015-2019 heeft opgesteld en zich daarbij heeft gebaseerd op een sterkte-zwakteanalyse. Voor ons is dat nu het startpunt van de PDCA-cyclus van kwaliteitszorg. 1.2.1 PLAN: concreet maken van een voornemen In deze stap wordt de gewenste kwaliteit bepaald en worden normen gesteld. Kernvragen zijn: wat willen we bereiken en wanneer zijn we tevreden? Naar aanleiding van een ontwikkelde visie en uitgevoerde diagnose wordt bepaald welke kwaliteiten de school belangrijk vindt en wil nastreven. De geformuleerde kwaliteiten komen voort uit wettelijke vereisten en uit schoolspecifieke doelstellingen die zijn genoemd in het schoolplan en de daarop gebaseerde teamplannen. 1.2.2 DO: het uitvoeren van dit voornemen Vanuit de doelen en vanuit de geformuleerde kwaliteiten wordt bekeken wie verantwoordelijk is voor de processen om deze kwaliteiten te bereiken en binnen welke tijd dit moet gebeuren. Hierover worden binnen de vestiging (beleids)afspraken gemaakt. Deze afspraken worden uitgevoerd door de medewerkers van de vestiging, die ondersteund kunnen worden door de stafdiensten van SHP. De kerndirectie zal tijdens deze fase van uitvoering ondersteunen en monitoren. Het resultaat wordt gezamenlijk vastgesteld in de check-fase. 1.2.3 CHECK: controleren De controle in deze fase is gericht op de uitvoering en de resultaten. Is de uitvoering correct verlopen en wat zijn de oorzaken als dit niet zo is? Hebben we bereikt wat we willen? In hoeverre komt het resultaat overeen met de gestelde norm(en)? Om dit te weten te komen, worden evaluatieve, diagnostische instrumenten ingezet. Afhankelijk van de aard van de doelstelling worden bijvoorbeeld ouders, leerlingen, personeelsleden en externen betrokken. De resultaten van de check-fase zijn altijd aanleiding voor reflectie. Hoe zijn de resultaten te verklaren? Klopt het resultaat met de verwachting en betekent dat, dat acties tot het gewenste resultaat hebben geleid? Als dat niet het geval is, neemt de vestigingsdirectie maatregelen. Vaak betreft het dan acties om te werken aan gerichte verbetering. 1.2.4 ACT: handelen aan de hand van de bevindingen Kwaliteitsbeleid zonder verbeteracties is ondenkbaar Het gaat hier om het borgen van datgene wat goed gaat en het opstellen van een verbeterplan voor om de gewenste resultaten te bereiken. De vestigingsdirectie bespreekt dit verbeterplan met de kerndirectie en/of geeft aan welke maatregelen genomen worden om te borgen.


18

Schoolplan Praktijkschool Eindhoven

Recommend Documents