Scholingsaanbod voor loopbaanbegeleiders Koning Willem 1 College
Professionalisering op het gebied van loopbaanbegeleiding
Maart 2014
Professionalisering op het gebied van loopbaanbegeleiding
1
Inleiding/Voorwoord Loopbaan oriëntatie en begeleiding (LOB) is “een verzameling van activiteiten binnen een loopbaangerichte leeromgeving om jongeren actief te laten werken aan hun loopbaan- en studiekeuze, waardoor zij zichzelf en de wereld van onderwijs en beroep beter leren kennen en een bewustere keuze kunnen maken voor opleiding en beroep”.1 LOB levert een belangrijke bijdrage aan doorstroom en talentontwikkeling binnen het onderwijs en richting de arbeidsmarkt. In de regio ‘s-Hertogenbosch wordt dit gezamenlijk aangepakt, aan de hand van een door onderwijsinstellingen gedragen visie op en gezamenlijk geformuleerde doelen van LOB.2 LOB is een actief, ervaringsgericht proces. Het ondersteunt de leerlingen om zelf op zoek te gaan naar een opleiding en beroep. LOB leert de leerling dat hij doelen stelt, keuzes maakt, reflecteert en beslissingen neemt voor nu en in de toekomst op sociaal gebied, op het gebied van arbeid en beroep en op deelname aan de maatschappij. LOB helpt de leerling tijdens zijn schoolloopbaan een duidelijke en realistische relatie te leggen tussen zijn eigen waarden, interesses, ambities, mogelijkheden en beperkingen. Hij koppelt dit direct aan het onderwijs dat hij volgt (en gaat volgen) en de wereld van arbeid en beroep. Verheldering van het zelfconcept en kennis van de wereld van arbeid en beroep zijn daarbij essentieel. Onderdeel van de gezamenlijke Bossche aanpak is een professionaliseringstraject voor de loopbaanbegeleiders op de VOscholen, het MBO en het HBO. Dit document dient als basis voor deze professionaliseringstrajecten en geeft zowel de inhoud als de procedure weer.
Avans Hogeschool (2010). Loopbaan oriëntatie en loopbaanbegeleiding in de onderwijsketen in ’s Hertogenbosch. Avans Hogeschool. 2 Deze visie is opgesteld op basis van input vanuit de pilotscholen in het project “Professioneel LOB in regio ’s Hertogenbosch” van Regie Leren en Werken van de Gemeente ’s Hertogenbosch. Pilotscholen: Jeroen Boschcollege, Ds. Piersoncollege, Sint Janslyceum, Baanderheren College (Boxtel), Koning Willem 1 College 1
Professionalisering op het gebied van loopbaanbegeleiding
2
Professionalisering LOB In het bepalen van de inhoud en procedure van de training worden 4 stappen onderscheiden: Stap 1: Oriëntatie op inhoud, doel en onderdelen training De trainers hebben een gesprek met de betrokkenen van de school waar de training gegeven gaat worden. Dit gesprek vindt bij voorkeur plaats door twee trainers, zodat de continuïteit en de objectiviteit beter zijn gewaarborgd. Bovendien worden bij groepen groter dan 15 a 20 personen beide trainers ingezet, en zijn beide trainers ook meteen in het vizier. Vanuit de school zit er minstens één beslissingsbevoegd persoon bij, iemand die op de hoogte is van het professionaliseringsbeleid en de gevolgde professionalisering tot dan toe, iemand die weet hoe de begeleidingsstructuur op school geregeld is en zou moeten zijn, iemand die de schoolvisie op LOB kent en in de praktijk kan vertalen en iemand die de groep kent waaraan de training gegeven gaat worden. Dit kunnen vijf verschillende personen zijn, maar ook minder. In dit gesprek wordt afgesproken op welke thema’s de training zich zal richten en welk doel(en) beoogd wordt/worden te halen. De lijn die wordt voorgesteld is te starten met basis gesprekstechnieken en te eindigen met het voeren van een loopbaangesprek, de zogenoemde loopbaandialoog. Een loopbaandialoog is gestoeld op de loopbaancompetenties van Marinka Kuijpers. Deze competenties vormen dan ook de kapstok voor de trainingsonderdelen en worden een voor een ingetraind. Met het voeren van de loopbaandialoog wordt de training afgesloten. Maatwerk is mogelijk. (mogelijke) Onderdelen van de training zijn: 0. De vijf loopbaancompetenties Korte introductie van de vijf loopbaancompetenties:
Professionalisering op het gebied van loopbaanbegeleiding
3
1. Concrete ervaring In dit onderdeel zit de basis van de gesprekstechnieken. Dit onderdeel wordt opgedeeld in drie delen: a.
Het voeren van een ‘leuk/makkelijk’ gesprek. Hierbij moet je denken aan vaardigheden als Luisteren, Samenvatten en Doorvragen, het hebben van een open blik, het herhalen van wat de ander zegt, oordeelvrij kijken en geen suggesties doen, het afstemmen op de ander, de non-verbale communicatie.
b.
Het inzetten van extra technieken, zoals oplossingsgericht complimenten geven, de schaalvraag, positief herkaderen en prikkelende vragen stellen.
c.
Het voeren van lastige gesprekken (‘wat nou als de leerling niets zegt?’ bijvoorbeeld). Bij dit deel zullen we werkvormen laten zien om leerlingen wel te laten vertellen. Ook gaan we hier kijken naar de begeleider zelf, naar de vier succesfactoren van coaching en naar de kwaliteiten en de valkuilen van de begeleider.
2. Kwaliteiten- en motievenreflectie Het werken met kwaliteitenkwadranten en het kwaliteitenspel. Hoe kom je van valkuil naar kwaliteit? Het werken met het drijfverenspel. Wat is belangrijk voor jou? Deze aspecten kunnen heel goed door de deelnemende mentoren ervaren worden voor ze het gaan toepassen op de leerlingen. Het oefenen met concrete casussen (op papier of op film): ga met elkaar bekijken welke kwaliteiten hieronder zitten. 3. Werkexploratie 4. Loopbaansturing 5. Netwerken Deze laatste drie onderdelen worden ondersteund met werkvormen, mogelijke vragen en oefenen met en op elkaar, maar eenmaal hier gaan we ervan uit dat de basis gespreksvaardigheden op orde zijn. Vervolgens kunnen we, ter afsluiting, de complete loopbaandialoog oefenen. Als we deze cyclus hebben doorlopen, doen we dat nog een keer, maar dan vanuit het perspectief: ‘wat nou als…..?’: -
De leerling geen antwoord geeft (‘boeien!’, ‘kan mij het schelen!’, ‘wat maakt jou dat nou uit!’, et cetera)
-
De leerling het niet weet (‘nou, gewoon’, ‘kan ik toch niet’, ‘ik heb geen successen’)
-
De leerling geen kwaliteiten kan achterhalen.
Tussen de bijeenkomsten door zal de docenten gevraagd worden de loopbaandialoog te oefenen in de praktijk met leerlingen. Dit zou kunnen worden opgenomen of bijgewoond door een collega. In de laatste bijeenkomst zal aandacht besteed worden aan: -
Waar loop je nu in de praktijk tegen aan?
-
Hoe zijn de gesprekken verlopen?
Professionalisering op het gebied van loopbaanbegeleiding
4
-
Waar blijken jouw ‘loopbaandialoogkwaliteiten’ te liggen?
-
Wat heb je nodig om dit in de komende schooljaren goed uit te kunnen voeren?
-
Et cetera.
Andere (mogelijke) onderwerpen voor trainingen of werkbijeenkomsten zijn: -
Het invullen van een LOB matrix, waarbij duidelijk wordt welke LOB-opdrachten wanneer worden aangeboden. Dit maakt inzichtelijk hoe het verband is tussen de verschillende LOB opdrachten en hoe de logische lijn is, waar eventueel extra opdrachten moeten worden toegevoegd, welke loopbaancompetenties niet of onvoldoende worden aangesproken, op welke logische momenten loopbaangesprekken kunnen worden gevoerd, et cetera.
-
Het schrijven van LOB opdrachten. Ook hier wordt gekeken naar wat er al ligt, wat er ontwikkeld moet worden en worden op basis van een of meerdere loopbaancompetenties opdrachten geschreven, plannen bedacht en ideeën uitgewisseld.
-
Het structurerend uitwerken van de LOB visie, doelen en beleid in een jaarplanning die past binnen de jaarplanning van de school.
-
Het ondersteunen van de decanen bij het instrueren en coachen van en overleggen met mentoren en docenten bij de uitvoering van hun LOB-taak in de les en in de (vakoverstijgende) gesprekken.
-
Het voeren van doelgerichte gesprekken met de personeelsleden in een veilig gespreksklimaat.
-
Het managen van een klas en het beïnvloeden van de groep.
-
Het bieden van een veilige leeromgeving.
-
Het vertalen van het eigen vak/leergebied vanuit de onderwijsprincipes van de school in levensecht leren waarbij het ‘hier en nu’, de actualiteit en de samenleving een hoofdrol spelen.
-
Het optimaal functioneren als team met behulp van de teamrollen van Belbin (alleen voor volledige teams).
In dit eerste gesprek met de school komt ook ter sprake hoeveel tijd de betrokkenen in gedachten hebben en kunnen plannen voor de professionalisering. Dit bepaalt mede hoe diep je op bepaalde onderwerpen in kunt gaan. Stap 2: vaststellen definitieve opzet en inhoud training De trainers maken een globale opzet voor de training en/of werkbijeenkomsten. Hierin staat vermeld wat het doel is van de training en welke onderdelen wanneer worden aangeboden. De groep waarmee het eerste gesprek is gevoerd geeft haar goedkeuring aan deze opzet. Bij voorkeur wordt de opzet door de betrokkenen al voorgelegd aan de groep die getraind gaat worden, om zo optimaal commitment te creëren.
Professionalisering op het gebied van loopbaanbegeleiding
5
Stap 3: Intake trainingsgroep; inventariseren leervragen, check motivatie en voorkennis Er vindt een intakebijeenkomst plaats met de groep die getraind gaat worden. In deze intakebijeenkomst worden de leervragen binnen de groep geïnventariseerd met betrekking tot het gekozen thema. Tevens wordt hiermee voor de trainers duidelijk in hoeverre de groep gemotiveerd is om aan dit thema te werken. Ook wordt in deze bijeenkomst duidelijk op welk punt de groep staat met betrekking tot het gekozen thema ten opzichte van het te bereiken doel. Doel van deze bijeenkomst is dat beide partijen weten waar ze aan beginnen en dat de trainers hun programma kunnen verfijnen op het niveau en de leervragen van de groep. Voor deze bijeenkomst zijn de exacte trainingsmomenten gepland, zodat de trainers deze ook kunnen doornemen met de groep. Stap 4: Start training De eerste trainingsbijeenkomst vindt plaats. Na elke trainingsbijeenkomst vindt een evaluatie plaats met (een deel van) de betrokkenen uit stap 1 en een delegatie uit de getrainde groep van stap 4. In deze evaluatie wordt teruggekeken naar de uitgevoerde trainingsbijeenkomst en wordt besproken of het voldeed aan de verwachtingen, of het doel op deze wijze bereikt wordt, of er zaken aangepast, verfijnd of veranderd moeten worden en wat de insteek voor de volgende bijeenkomst kan zijn. De trainer maakt vervolgens weer een opzet voor de volgende bijeenkomst, die weer wordt voorgelegd aan de evaluatiegroep. Na de laatst geplande trainingsbijeenkomst wordt gekeken naar een mogelijk vervolg. De trainers zullen hierin adviseren, maar de schoolleiding bepaalt uiteraard.
Professionalisering op het gebied van loopbaanbegeleiding
6