Schoffelen Clubblad voor en door leden van vtv Streven naar Verbetering
Met veel trots presenteren wij ons mega dikke zomernummer in een nieuwe felgekleurde jas. Vier pagina’s kleur en een zwaardere kwaliteit papier. Het kan niet op en dat allemaal binnen ons budget. Een verslag van het tot stand komen van de schoffelen make-over vind je uiteraard in dit blad. Wij, Jane, Ati en Ellen, hebben nog steeds veel plezier in het maken van Schoffelen en willen er zeker mee doorgaan. Zeker nu we een tijdschriftachtige uitstraling krijgen zijn we gewoon niet te stoppen. Het is iedere keer wel een hele klus om het blad te vullen. En deze keer is het zeer goed gelukt want dit blad is de dikste Schoffelen ooit. We hebben zelf nog een aantal artikelen moeten uitstellen tot een latere editie. Talea is begonnen met een eerste artikel in een rubriek over tuinieren voor dummies. Heel handig want zij denkt dat ze de enige hopeloze tuinder is op ons complex, maar wij weten wel beter. Marjo heeft in de korte tijd dat zij deze zomer op SNV was meteen de gelegenheid gebruikt om Leo en Riedewald over het milieupark te interviewen. We volgen weer de belevenissen van Yolanda en Gerrit die nog steeds hard bezig zijn in hun tuin. Esther heeft zich weer gestort op de kinderpagina, Daimy en Ashley pakken deze keer uit met een extra lange strip. Onze coördinator van het algemeen werk geeft een mening over onze waterhuishouding. Uiteraard ontbreken de vaste rubrieken niet in dit nummer. Zo zijn we twee keer gaan Gluren bij de Buren, Ati klapt weer uit de tuin, de stoel is weer bezet geweest met tuinders die hun zegje willen doen. Ben je ook zo benieuwd naar wie de gouden schoffel is gegaan? En we zijn er dit keer voor het blad geïnterviewd? En weet je weie de hoogste zonnebloem heeft laten groeien? Als redactie zitten we nog boordevol ideeën en in dit nummer zijn we onder andere begonnen met een recensie over een tuinboek. Tevens zijn wij deze editie ook gestart met het idee om een tuinder een hele pagina toe te wijzen die naar eigen inzicht ingevuld mag worden. De spits wordt charmant afgebeten door Conny. We zijn ook heel blij dat er steeds meer tuinders zijn die een bijdrage willen leveren voor ons blad. Het is tenslotte een blad voor en door leden van SNV. En voor het eerst is er een ingezonden brief van een tuinder naar aanleiding van een artikel in vorige schoffelen. Als redactie juichen we dit toe, zeker als het tot een goede discussie gaat leiden. Wil je ook reageren op een bijdrage in Schoffelen stuur of mail dan vooral een brief naar de redactie. Heb je een leuk idee voor een bijdrage, schroom niet en neem contact met een van ons op en wie weet sta je de volgende keer ook in Schoffelen. We wensen jullie veel leesplezier en een heerlijke nazomer toe. Jane, Ati, en Ellen
Ons adres: de brievenbus bij de bestuurskamer of emailadres:
[email protected] een pdf van Schoffelen kunt je downloaden van: www.vtv-snv.nl
Als je wilt reageren op een artikel uit deze Schoffelen, dan kan dat via ons emailadres.
Wij van de redactie willen iedereen die zo enthousiast aan dit nummer hebben meegewerkt hartelijk bedanken.
De redactie bestaat uit: Ati, Ellen en Jane De vaste medewerkers van Schoffelen zijn: Esther (jeugdpagina), Marjo en Talea. De eindredactie was dit keer in handen van Jane. Wil je iets gebruiken uit Schoffelen, dan vragen we je eerst contact met ons op te nemen.
Hebben we in vorige edities van schoffelen tips gegeven om je tuin egel en/of vogelvriendelijk te maken nu zijn de vlinders aan de beurt. Een vlindervriendelijke tuin. Ook in je eigen tuin kan je zelf iets doen voor vlinders. Gladgeschoren gazons met een coniferen rij ernaast zijn niet meteen vlindervriendelijk. Een meer natuurlijke tuin is vaak veel aangenamer om in te vertoeven en vergt minder onderhoud. Met een paar eenvoudige maatregelen kan je de tuin aantrekkelijker maken voor vlinders. En je levert meteen een bijdrage aan de verbetering van ons leefmilieu. Want de totale oppervlakte aan tuinen is vele malen groter dan die aan beschermd natuurgebied. Hier vind je alvast enkele vlindervriendelijke tuintips. PLANTENKEUZE Voedsel voor rupsen – waardplanten Alle dieren hebben voedsel nodig om te kunnen overleven. Vlinders fladderen vrolijk van bloem naar bloem om nectar te drinken en zijn vaak tevreden met verschillende soorten bloeiende planten. Rupsen zijn heel wat minder mobiel en ze zijn dikwijls bijzonder kieskeurig. Vlinders moeten ervoor zorgen dat ze hun eitjes leggen op de plant die de rups graag eet. Wanneer de rupsen dan uitkomen, vinden ze een overvloed van hun favoriete hapje. De planten waarop vlinders hun eieren leggen worden waardplanten genoemd. De meeste vlindersoorten beperken zich tot een aantal waardplanten.De meeste waardplanten zijn inheemse soorten. Je kan waardplanten in verschillende groenvormen in je tuin inpassen. Heel wat waardplanten komen van nature voor in graslanden. Door een stukje van je gazon om te vormen tot een bloemenweide, kan je heel wat waardplanten in je tuin integreren. De meeste soorten kan je ook gewoon in een bloemenborder toepassen of in potten op je terras of balkon zetten.
Zandoogjes en dikkopjes gebruiken grassen als waardplant. Vlinders houden van een gevarieerde begroeiing met veel structuurvariatie. Met bomen, struiken, klimplanten, hagen en heggen geef je structuur aan je tuin. Vuilboom, hulst, wegedoorn, vlinderstruik, iep, aalbes, klimop, oost-indische kers en hop zijn belangrijke waardplanten. Brandnetels zijn meestal niet zo’n geliefde planten in een siertuin. Omdat verschillende vlinders brandnetels als waardplant gebruiken, kan je toch ergens in een hoekje van je tuin een bosje brandnetels laten staan. Je bewijst er alleszins de kleine vos, de dagpauwoog, de atalanta, het landkaartje en de gehakkelde aurelia een dienst mee. Het landkaartje en dagpauwoog zullen vnl. brandnetels kiezen die op een vochtige plek in de halfschaduw groeien tegen een bomen- of struikenrand. Kleine vos verkiest brandnetels in de zon. Voedsel voor vlinders - nectarplanten Vlinders zijn verzot den ze in bloemen. voordeel bij veel omdat die instaan Om zoveel mote trekken halen trukendoos bovormen en ze vlinders naar lokken.
op nectar. Die nectar vinPlanten hebben er alle insecten aan te trekken voor hun bestuiving. gelijk vlinders aan bloemen een hele ven: met kleuren, hoogtes trachten hun bloemen te
2010-05 augustus
pagina 3
De Gouden Schoffel Door Ati
Ria en Ton hebben er lang over nagedacht aan wie ze de Gouden schoffel wilden doorgeven. In het interview gaven ze al aan hoe leuk ze het vinden dat er zoveel nieuwe jonge tuinders bijgekomen zijn de laatste tijd. Ze geven dan ook de Gouden Schoffel aan een tuin die opvalt door zijn natuurlijke uitstraling. Ze vinden de tuin mooi en eigentijds en de tuinders zijn ook zo vriendelijk. Genoeg redenen om eens in het zonnetje gezet te worden. Voor de Gouden Schoffel ga ik naar tuin 315 van Jörn en Irma. Hun tuin vind je op het eerste pad tegenover speelplaats geel (in de volksmond nu al de mini-speeldernis genoemd). Het is een ruime tuin met veel bomen. Wat opvalt is dat ondanks het schaduwrijke karakter van de tuin, de begroeiing zeer gevarieerd oogt. Overal bloemen en mooie doorkijkjes. We spreken op een maandagavond af om samen te eten en in één moeite door het interview te doen. Met een pan tomatensoep in mijn handen (waarvan je het recept verderop in dit blad kunt vinden) loop ik voorzichtig naar tuin 315. Irma heeft een Aziatisch wok gerecht voorbereid, dus verhongeren zullen we niet. Jörn moet wel lachen dat ze de Gouden Schoffel doorgegeven krijgen van Ria en Ton. Hun tuin vind hij één van de mooiste op het complex. Ze hebben nu 6 jaar een tuin op SNV. Ze waren al een tijdje aan het zoeken naar een buitenverblijf. Een huisje aan de kust was te duur en België te ver. Olivier en Sigrun hadden al een tuin op SNV en via hun gingen ze ook maar eens kijken. Ze vonden al snel een tuin die ze erg aansprak, en de beslissing was snel gemaakt. Het idee van een huis en buitenverblijf in de stad spreekt ze erg aan. Je bent in de stad maar er toch helemaal uit. Jörn komt oorspronkelijk uit Duitsland dus ik vraag hoe hij in Nederland verzeild is geraakt. Irma glimlacht en Jörn vertelt dat hij in 1988 als uitwisselingsstudent een jaartje aan de TU Delft ging studeren waar hij Irma leerde kennen die daar ook voor architect studeerde. Na een jaar ging hij weer terug om zijn studie af te maken. Hij was eerder klaar dan Irma en ging bij haar in Nederland wonen. Als Irma eerder klaar was geweest hadden ze nu in Duitsland gewoond. Na jaren voor verschillende architectenbureaus gewerkt te hebben, heeft hij nu samen met een partner een eigen bureau. Ze proberen hun hoofd boven water te houden tijdens de economische crisis en dat lijkt te lukken. Wie minder geluk had was Irma, na 10 jaar trouwe dienst werd ze een jaar geleden ontslagen. In september begint ze aan een nieuwe studie voor landschapsarchitectuur. “Je kunt wel brieven blijven schrijven maar ik wilde iets gaan doen wat me heel erg leuk lijkt. Vooral met de natuur bezig zijn spreekt me erg aan. Dat heb ik wel geleerd van een tuin hebben . Met deze opleiding kan ik dat combineren”.
Inmiddels is de soep allang op en heeft Irma het wok gerecht op tafel gezet. Ik kijk om me heen en wat me vooral opvalt is dat de tuin wel verschillende hoekjes heeft, maar toch als een rustig geheel overkomt. Jörn vertelt dat ze alleen in het begin een tekening hebben gemaakt, maar dat de tuin als geheel toch is ontstaan uit toeval en opportunisme. “De tuin oogde als een groen bos zonder bloemen toen we hem kochten. Irma had nooit getuinierd. Ik had als kind wel mee moeten werken in de grote tuin van mijn ouders. Niet echt inspirerende klussen maar meer in de orde van grasmaaien en dode bloemen verwijderen”. Toch kwam de tuin van zijn ouders nog aardig van pas in hun, toen nog, nieuwe tuin. Alle bloemen die ze mooi vonden in de tuin van Jörn zijn ouders wezen ze aan en kregen ze mee. Zo kwam er langzaam maar zeker kleur in de tuin. Toen de buurman een aantal bomen kapte kwam er opeens zon in een gedeelte van de tuin. Hier kwam de moestuin. Het meest extreme voorbeeld van hun bij toeval ontstane stijl zijn wel de elzen achter hun huis. Hun tuin grenst , door een sloot gescheiden, aan het park. Erg mooi, maar zo nu en dan werden er vanuit het park met stenen een ruit in gegooid. De grote elzen uit het park zorgen voor veel zaailingen in de tuin. Ze hebben 2 van die boompjes achter het huisje gezet en nu die gegroeid zijn is het niet meer mogelijk de ruit in te gooien. Jörn en Irma zijn nu allebei erg tevreden met de tuin. Ik moet wel lachen want de meeste tuinders die ik ken hebben altijd grote plannen (vooral mederedactielid Ellen). Maar Jörn en Irma lijken mee te gaan met de mogelijkheden die de tuin hun geeft. Hun huisje is van binnen betimmerd met houten platen . Op de plek waar vroeger het aanrecht stond staat nu een zelfgemaakt houten kookeiland. Het oogt allemaal heel rustig en basic, eigenlijk net als de tuin. Ze vinden SNV een leuk complex omdat het zo gemixt is. Oude Rotterdammers en nieuwe Nederlanders, klassieke tuinders, eco tuinders. Jörn doet het algemeen werk en hij vindt het leuk om met veel verschillende tuinders samen te werken. Ook valt ze allebei op dat er een nieuwe wind waait op SNV. Er hangt een sfeer van verandering in de lucht en dat vinden ze leuk. Irma lijkt het een leuk idee als er een inventaris wordt opgemaakt van alle talenten en vaardigheden die tuinders van SNV hebben. Er is tenslotte zoveel know how op ons complex. Ik ben het natuurlijk roerend met haar eens. Lieve tuin 315, ik vond het een gezellig bezoek en ben nu al benieuwd wie de volgende gouden schoffel krijgt.
pagina 4
Schoffelen
Uit het leven gegrepen Als je in de redactie zit hoor je veel verhalen. Praatjes gaan vaak de diepte in en het is soms jammer om er niets mee te doen. In deze nieuwe rubriek wil ik persoonlijke verhalen delen van tuinders van onze vereniging. Het kan over alles gaan. Dus ben je 50 jaar getrouwd, verwacht je een drieling of ben je al een half jaar van de drank, en wil je dit delen: vertel het Ati. De weg naar het succes.......Chaco tuin 710 Door Ati
De meeste mensen kennen hem wel: Chaco, een brede stoere man, compleet met een tatoe en een hoofd zo kaal als een biljartbal. De afgelopen jaren was hij de motor achter een aantal zeer geslaagde zomeractiviteiten. Vooral de samen met Rob georganiseerde jungleparty van vorig jaar is nog niet vergeten. De Griezelavond, nu alweer 2 jaar geleden, staat in ons collectieve geheugen te boek als een avond waarop SNV met zijn allen weer eens een ouderwets gezellige en spectaculaire avond beleefde. Het bijzondere was, dat ook al was het initiatief hiervoor genomen door Chaco , heel veel mensen meededen aan dit feest. Als je niet iets engs op je tuin deed dan hielp je wel mee aan de voorbereiding. Ik moet nog steeds lachen als ik denk aan al die mensen die doodskisten en dergelijke aan het timmeren waren op klaarlichte dag.. Ik denk dat argeloze bezoekers raar gekeken zullen hebben. Drijvende kracht was Chaco die van hot naar her liep om de boel te coördineren en steeds meer mensen enthousiast wist te maken. Het grote succes van deze avond had nog een ander effect. Chaco besefte opeens dat hij toch wel erg goed was in het organiseren van activiteiten en dat zette hem aan het denken. Voor stukadoor opgeleid, had hij altijd in de bouw gewerkt. Nadat het bedrijf waarvoor hij werkte failliet ging had hij al een keer het roer radicaal omgegooid en was in de beveiliging gegaan. De leukste tijd beleefde hij nog wel bij de RET als begeleider op de tram. Het dagelijks contact met de reiziger lag hem erg goed . Maar het was het toch niet helemaal en de bouw lokte ,dus Chaco werd wederom bouwvakker. Gerommel op het werk zorgde ervoor dat zijn contract niet verlengd werd en in de winter na de griezeloptocht vond Chaco zichzelf terug op het arbeidsbureau. De werkcoach vroeg zich af of het niet beter voor Chaco zou zijn om zich te laten omscholen, tenslotte liep hij al zoetjes aan tegen de veertig. Geen slecht idee, maar omscholen tot wat. Gelukkig ging er bij Chaco een lampje op en hij vertelde hoeveel plezier hij had beleefd aan het organiseren van de griezeltocht. Het leek dan ook het slimst als hij een opleiding tot activiteitenbegeleider zou volgen. Werk in zorg en welzijn, meestal afgekort tot SPW. Het grote struikelblok voor Chaco was wel dat dit een MBO4 opleiding en zijn vooropleiding LTS is. Best wel moeilijk want niet alleen riep dat bij hem vragen op als: lukt het me wel om te studeren met mijn
suffe veertigershersenen en is mijn Rotterdams wel goed genoeg voor een opleiding die bol staat van het vakjargon? Ook bij de opleiding waren er bedenkingen, waardoor Chaco extra zijn best moest doen en extra toetsingen van zijn algemene niveau moest ondergaan. Hij werd aangenomen met de hakken over de sloot. Ze kozen voor hem omdat hij zeer gemotiveerd overkwam. Nou, die motivatie had hij dan ook hard nodig want het werd een pittig jaartje. Na al die jaren weer in de schoolbanken. Werk inleveren en hulp van de docenten gaat tegenwoordig via het internet en Chaco had daar de ballen verstand van. Mary, de penningmeesteres van het vorig bestuur, hielp hem de computer te beheersen en zij bracht hem op het spoor van Marja. Marja, algemeen bestuurslid in het vorig bestuur, is iets hoogs bij “het centrum voor dienstverlening”, en misschien kon ze wat voor hem betekenen. Chaco is ontzettend blij met haar. Ze heeft hem geholpen met alles. Hoe werkt het speciale zorgtaaltje. Hoe maak je verslagen. Hoe kom ik aan een stageplaats. Allemaal vragen waarin Marja het antwoord wist en zelfs nu staat ze hem nog bij met raad en daad. Door keihard studeren en niet aflatend enthousiasme ploegde Chaco zich door de stof heen. De eerste examens leverden hard bevochten zesjes op en nu een jaar later is het vaak een acht en zelfs een incidentele 9. Het moet hem wel van het hart dat hij het zonder Saskia en hun kinderen nooit gered had. Chaco moest zelf zijn stageplaats regelen en deed dat op eigen wijze door de fiets te pakken en her en der bij zorgcentra aan te kloppen en te kijken of er stageplaatsen waren. Iemand bij wie hij aanklopte was daar zo van onder de indruk, dat hij, ook al had hijzelf geen stageplaatsen, een plaats bij “Reakt “ voor hem regelde. Nu, aan het eind van zijn opleiding, zet Chaco zijn handtekening onder een tijdelijk contract als activiteitenbegeleider, bij een dagopvang voor volwassenen met psychische problemen. Hij geniet van zijn werk. Het was hard werken en nu eerst lekker vakantie op de tuin. Een waar succes verhaal.
Waarom zwemmen vissen aan de oppervlakte van de vijver en happen zij naar lucht? Door Marjo Er is duidelijk zuurstofgebrek in de vijver. Dat probleem komt het meest voor in de zomer, want hoe hoger de temperatuur hoe minder zuurstof er in het water kan oplossen; een vicieuze cirkel, want vissen hebben bij hogere temperaturen juist meer zuurstof nodig. Zorg voor voldoende zuurstofplanten. VUISTREGEL: vier tot vijf bosjes per 1000 liter water. Breng een pomp of een fontein aan. Voor een snelle dosis zuurstof: laat met een tuinslang in een grote boog water op het oppervlak neerkomen. De belletjes zorgen ervoor dat het vijverwater sneller zuurstof uit de lucht kan opnemen.
2010-05 augustus
Van Origine-Silva van tuin 818 Door Ellen.
Hij heeft de grootste tuin op SNV en daar stopt hij ook erg veel tijd in. Curiso Augusto Silva heet hij voluit maar iedereen noemt hehem Silva of lange Silva. Er is immers nog iemand met dezelfde achternaam en die is 2 koppen kleiner, vandaar en om misverstanden te voorkomende noemen vele hem lange Silva. Silva is geboren in Kaap Verdië, op een van de eilanden van het land, Sint Antonius. Kaap Verdië is een land bestaand uit een eilandengroep voor de westkust van Afrika. Het land heeft 10 bewoonde en 1 onbewoond eiland. Het eiland waar hij geboren is is een van de grootste en bestaat uit 3 gemeentes waaronder zijn geboorteplaats Paulo. Als oudste van een gezin met drie kinderen groeide hij op in een huis met tuin die vergelijkbaar is met zijn huidige tuin. Rondom het ouderlijke huis stonden de bonen, suikerriet, maïs, papaja, cassave en bananen. Nu heeft hij ook veel groente in de tuin staan en vooral de vele rijen bonen vallen direct op. Als kind heeft hij veel geholpen in de tuin, soms als straf omdat hij stout was geweest op school. Vaker uit zichzelf om wat te doen te hebben. Er was weinig vertier in zijn dorp en op het eiland. Hij gaat naar de scheepsvaart school om daar een opleiding tot zeeman te volgen. Wat hij zich vooral herinnert is het leren zwemmen in zee. Een bootje voer achter de zwemmer aan. Hij heeft goed leren zwemmen in de hoge golven. Als kind heeft hij geen zwemles gehad, dit was niet gebruikelijk waar hij woonde, en zichzelf zwemmen geleerd maar dat was toch niet geschikt voor in zee. Toen hij 25 jaar was vroeg een neef die in Rotterdam woonde of hij naar Nederland wilde komen om er te gaan werken in de scheepsvaart. Eerst heeft hij aan zijn ouders toestemming gevraagd om als zeeman te gaan werken. Na goedkeuring van beide ouders is hij naar Rotterdam vertrokken. Vanuit Rotterdam is hij de hele wereld overgevaren. Hij heeft een goede tijd meegemaakt op zee en als hij aan wal was dan woonde hij in een zeemanspension. Na 16 jaar, waarvan hij de laatste jaren op de ferry Hoek van Holland- Harwich heeft gewerkt, hield hij het zeemansleven voor gezien. Hij heeft bewust gekozen om in Nederland te wonen en dan natuurlijk in Rotterdam. Het beviel hem goed hier.
pagina 5
Silva is bakker geworden en werkt als chef bakkerij in een bedrijf wat brood levert aan een grote supermarktketen. Voor we beginnen met het interview komt het jonge zwaantje in de sloot achter de tuin van Silva aangezwommen en blijft daar net zo lang ronddobberen totdat hij voldoende brood heeft gegeten. Sinds kort komt het jonge zwaantje zonder ouders in zijn eentje naar de tuin van Silva waar hij dagelijks versgebakken brood krijgt. In Rotterdam leert hij zijn vrouw Mary kennen, als Haagse was ze een avondje stappen in Rotterdam. Ze zijn al jaren samen en hebben 2 dochters. Silva heeft altijd wel een beetje heimwee naar de zee. Hij wilde eigenlijk een bootje kopen maar met twee kleine kinderen is dat te gevaarlijk. Het werd een tuintje op SNV. Via de krant zijn ze bij SNV terecht gekomen. Er stond een advertentie dat er een tuin te koop was. Ze hebben een afspraak met de eigenaar gemaakt om naar de tuin te kijken. Het werd niks want het huisje was te klein voor een gezin. Terwijl ze over het terrein naar buiten lopen komen ze een kennis van Mary tegen die een tuin had op SNV. Even later zitten ze op de koffie in de tuin van de kennis en vertelden wat ze kwamen doen op SNV. Via haar hoorden ze dat er nog meer tuinen te koop stonden. De vorige eigenaresse van de tuin, die ze nu hebben, wilde haar tuin wel verkopen. De tuin was een bos en er stond een groot maar vervallen huis op. Silva wilde deze tuin wel kopen maar wilde eerst overleggen met Mary of ze deze tuin wel geschikt vond. En dat vond ze goed mits Silva maar de tuin kon bijhouden. Nadat ze de tuin gekocht hadden konden ze flink aan de slag. Buiten de vele bomen, aan onderhoud aan tuin en huis was jaren niets gedaan, lag er ook veel beton in de tuin en er stond een gigantisch grote broeikas die zeer vervallen was. Silva heeft een grote kuil gegraven en daar al het beton en restanten broeikas in gegooid. Het eerste jaar was hij erg hard aan het werk en heeft ook meteen een enorme moestuin aangelegd met daarin bonen, aardappels tomaten en maïs. De opbrengst was overweldigend en ze hebben veel weggegeven aan vrienden, kennissen en buren. Het 2e jaar heeft hij het een stuk rustiger aangedaan. Inmiddels zit het gezin al 11 jaar op de tuin en Silva tuiniert echt voor zijn plezier. Ze hebben het naar hun zin en ook een goed contact met andere tuinders. De stokbonen in de tuin zijn wel typisch Kaapverdiaans alleen daar oogsten ze de bonen het hele jaar door. Silva is gek op koken en hij kookt ook meestal op de tuin. Mary kan wel een beetje Kaapverdiaans koken maar zij eet het liever dan dat zij het eten klaarmaakt.
pagina 6
Schoffelen
Ons milieupark ..... of is het inzamelplaats? Door Marjo Laat ik maar direct met de deur in huis vallen: volgens Leo is het de inzamelplaats van SNV !!! Nadat ik een gesprek heb gevoerd met de (sinds dit jaar) beheerder van onze inzamelplaats hoor ik voor het eerst dat het woord “milieupark” niet geschikt is voor onze vereniging want de ROTEB gebruikt deze term binnen hun eigen bedrijf. Deze zal zich geen buil vallen als wij dit plekje zo noemen op SNV. Maar officieel heet het bij ons dus inzamelplaats. Ik heb een gesprekje gevoerd met Leo Oosterveer: beheerder van onze inzamelplaats. Daarnaast heb ik met een vaste medewerker, Riedewald van tuin 325 (in het kader van algemeen werk) gepraat die al voor het vierde jaar in onze inzamelplaats werkzaam is. Om een duidelijk beeld te krijgen over wat zich afspeelt binnen de hekken/heggen laat ik beiden graag aan het woord. Over Riedewald Riedewald vertelt me dat het werken op deze plek hem zeer goed bevalt. Hij doet het dan ook niet voor niets al bijna 4 jaar. Hij staat hier als algemeen werker. Ik vraag hem naar zijn ervaringen op dit veel bezochte plekje. Allereerst zegt hij dat hij hier heel veel tuinders leert kennen en ook de nieuwe bewoners op ons complex binnen ziet komen. Op deze plek heeft hij zelfs zijn buurman Carlos goed leren kennen! Hij neemt vanuit zijn thuisfront meestal enkele van zijn kinderen mee: Laziren, Boula, Reollo en Zdonko komen afgewisseld mee op de zaterdagochtend om pappa te helpen met kleine klusjes. Zij vermaken zich goed. Riedewald zegt dat er fases in elk seizoen zijn af te lezen op deze plek. De topdrukte is er in het begin van het seizoen; men mag takken wegbrengen en ander wild snoeisel. Van mei t/m augustus ziet hij het als lopende band werk. September en oktober wordt weer topdrukte want dan geven de herfstdagen weer nieuw afval. Ik vraag of hij aandachtspunten heeft voor ons allemaal als bezoeker en gebruiker van de inzamelplaats. Welnu, Riedewald zou het erg waarderen als wij met ons afval (van welke aard dan ook) NIET op het laatste moment voor sluitingstijd komen. Want hij moet die hele berg nog verwerken in de containers, verpulveren enz. Dit vraagt veel tijd en dan is hij al lang over zijn werktijd heen. Zijn taak is namelijk ook de plaats netjes achter te laten voor de volgende vrijwilliger op woensdag. Wat hij ons ook wil meegeven is de regel dat al het afval in vuilniszakken moet en geen losse spullen de container in mogen. Hebben wij groter afval dan zal er voor betaald moeten worden: denk bijvoorbeeld aan oud ijzer, houten materialen, witgoed enz. Wij kunnen allemaal de regels voor het afvoeren van afval teruglezen op onze SNV website of in het reglement. Voor elk soort afval bestaat een aparte container. Het valt ook op, zegt Riedewald, dat er veel spullen duurzaam gebruikt worden; dit wil zeggen dat er veel gebrachte materialen ook weer door anderen worden meegenomen. Leuk om te zien !! Hij is blij met het feit dat er op zaterdag algemeen werkers (10.30 tot 12.30 uur) naar deze inzamelplaats worden gestuurd om wat kleine klusjes te doen; aanvegen, groenverzorging. Dit werkt veel prettiger voor hem! Riedewald zegt dat het ieder van ons is aan te raden eens te gaan werken op deze plek. Het blijkt ook dat alle vrijwilligers tot nu toe heel enthousiast zijn om hier te staan. Het beleid voor onze inzamelplaats vindt hij verder uitstekend geregeld. Het loopt als een trein als wij ons allemaal aan de regels houden. Het verdient ook een pluim dat wij als bezoekers zelf prima meehelpen het gebrachte afval te verdelen in containers e. d. Samen de schouders eronder op zaterdag en woensdag is het halve werk… Riedewald zal dit werk in de toekomst blijven doen want het geeft hem enorme voldoening..Dank je Riedewald voor je bijdrage in ons Schoffelen. groetjes ook aan je kinderen.
Over Leo De beheerder van onze inzamelplaats, Leo Oosterveer, is ook al voor het vierde jaar werkzaam achter het grote hek bij de kleine parkeerplaats. Kennen jullie hem nog? Hij heeft ooit de jeugdkantine prachtig beschilderd in de sfeer van een “westernfilm”. Ook de borden op het hek van de inzamelplaats zijn van zijn hand. Deze kunstenaar kan zijn handen in vele opzichten tot resultaten inzetten: op creatief gebied, en als het moet, in technisch of “rouw-douw werkzaamheden. Aan Leo stel ik vragen die ook te maken hebben met het beleid en met wie hij in de “ samenwerking” te maken heeft. Als beheerder staat Leo ook “gewoon” als vrijwilliger.
Waar denkt Leo zoal aan als het gaat om deze vrijwilligersplek? Hij vindt het leuk werk om te doen en wilde een extra bijdrage leveren aan onze vereniging door het beheer op zich te nemen. Vanuit deze positie komt hij aandachtspunten tegen die toch zeer van belang zijn voor ons allemaal. Ik vraag hem geen blad voor de mond te nemen maar te vertellen wat deze zoal zijn. Leo wil ons allemaal er nog een keer op wijzen dat afval echt gescheiden ingeleverd moet worden. Hij krijgt nog vaak de vraag waarom dit nodig is. (Gaat toch allemaal bij elkaar naar de ROTEB?) Welnu: dit gescheiden afval wordt in containers gedaan die wij afzonderlijk als vereniging moeten betalen. Groenafval is voor ons goedkoper dan huisafval. Groen afval is ook zeer geschikt en makkelijk om te verwerken. Gaan wij alles bij elkaar gooien dan betalen wij dit allemaal als huisafval en gaan de rekeningen voor SNV flink stijgen. Een tweede aandachtspunt wat Leo betreft is de bezetting van vrijwilligers. Men heeft al besloten dat er op zaterdag als het even kan één of meerdere algemeen werker(s) naar de inzamelplaats gaan die daar klusjes doen zoals aanvegen, onkruid plukken, groen verzorgen enz. Dit was nodig om deze plek op orde te houden en niet te vergeten om de plaats open te kunnen houden. Wij willen allen ons afval kwijt en op vaste dagen en tijden. Er zijn voor dit doel meer vrijwilligers nodig, blijkt. Elke woensdag tussen 13.00 en 15.00 uur hebben wij hier (het liefst) twee vrijwilligers staan. Het komt echter te vaak voor dat Leo alsnog wordt opgetrommeld om de plaats open te houden. Hij vertelt me dat iedereen zich kan aanmelden bij het bestuur om op een woensdag/zaterdag te staan. Dit als algemeen werk. Leo werkt iedere vrijwilliger goed in. Ook als je het maar eenmalig wil doen/proberen. Als er een groter clubje ontstaat kun je onderling ook ruilen van dienst. Alles is mogelijk. Er is geen sprake van een vaste ploegendienst : ten alle tijden kunnen je je aanmelden voor de zaterdag of de woensdag. Gelukkig is er wel al een kleine vaste vrijwilligeropkomst die hiervoor hebben gekozen en niets anders meer willen dan de inzamelplaats.
2010-05 augustus Wist u dat er een prikbord hangt op de verzamelplaats? Er hangt een prikbord waarop wij briefjes kunnen hangen waarin GEVRAAGD en GEZOCHT kan worden naar materiaal en andere behoeftes van mensen. Ook Te Koop aangeboden is een variant op dit prikbord. “Toch handig om te weten”, aldus Leo.
pagina 7
Vroegûr ... met Jan van tuin 307 Door Ellen Jan Laport heeft al 56 jaar een tuin en is daarmee hoogstwaarschijnlijk het langstzittende SNV lid. Hij kent SNV heel goed. Jan is hier opgegroeid omdat zijn ouders al sinds eind jaren dertig een tuin hadden. Zijn vader heeft via de werkverschaffing een tuin gekregen bij SNV. Na de oorlog keerde Jan met zijn moeder terug naar SNV. Als oudste van een gezin met drie kinderen hielp hij veel mee in de tuin. Zijn huidige tuin is de vierde tuin op SNV en deze is nog van zijn moeder geweest. Een paar keer moest Jan via de verkaveling van zijn tuin af en kon gelukkig iedere keer een andere tuin kopen op SNV. Ook heeft hij gezorgd dat zijn broers, zijn kinderen en schoonouders van zijn dochter een tuin kregen op SNV. Naast dat hij veel werkte in zijn eigen tuin hielp hij ook regelmatig de anderen in de tuin. Hij is geboren met groene vingers. Jan is altijd met zijn vrouw op SNV gebleven maar de rest van de familie is tijdelijk of geheel vertrokken van SNV.
Wist u dat het in goede aarde viel? Ja…. spreekwoordelijk helemaal juist en in de praktijk werkte het fantastisch. Het aanbod van zand en aarde op de inzamelplaats was een groot succes. . Het blijkt dat we de tuingrond graag willen verhogen en verbeteren. Het bestuur gaat in conclaaf of dit aanbod vaker zal geschieden. zeer welkom was het wel!! Ik hoor van Leo dat hij verder heel tevreden is over de gang van zaken met betrekking tot het beleid en de samenwerking met vrijwilligers en bezoekers. Leo groet alle lezers van Schoffelen en wenst jullie van harte welkom op de inzamelplaats. Dank je Leo voor je bijdrage in Schoffelen..!!!
Hoe snoei ik de coniferenhaag? Door Marjo Eind augustus en de eerste weken van september zijn een prima tijd voor deze klus. de haag heeft dan genoeg tijd om van de knipbeurt te herstellen voordat de winter invalt. knip hem aan de bovenkant wat smaller, zodat ook de onderkant van de haag voldoende licht en zon krijgt. zo blijft de hele haag, dus ook aan de onderkant, mooi groen.!!!
Vroeger verbleef hij hele zomers met zijn gezin op de tuin. Hij was wel blij dat er op een gegeven moment water en riolering kwam op de tuin. Voorheen moest water met jerrycans op het terrein gehaald worden. Ook was er een grote giertank aanwezig op het terrein. SNV was vroeger vele malen groter dan nu en Jan vertelt dat er ook een paar keer per week de kar van de bakker en melkboer over het terrein reed zodat men voor de deur inkopen kon doen. Omdat hij al zo lang op SNV zit heeft hij veel zien veranderen en hij ergert zich nu aan de rommelige en verwaarloosde tuinen. Hij vindt dit verschrikkelijk. Vroeger was alles veel strenger en als een lid zijn tuin niet netjes bijhield dan werd hij op het matje geroepen. Ook werd er niet gefietst op het complex behalve voor kleine kinderen werd een uitzondering gemaakt. Jan heeft ruim 40 jaar algemeen werk gedaan en is verder niet erg actief geweest op SNV. Wel heeft hij bijgesprongen bij de visclub als het echt nodig was. En vissen deed hij ook graag. De visclub was vroeger erg actief en bestond uit ongeveer 40 personen. Hij heeft overal in Rotterdam en omgeving wel gevist met de club maar meestal was het bij de vijver in het park of in het Kralingse bos. Vroeger was het leuk op SNV en werd er ook veel georganiseerd. Hij ging ook vaak koffie drinken in het clubhuis, je kon er klaverjassen, darten en er was een zangkoor. Ook werd er veel voor de kinderen georganiseerd. Nu is het niet veel meer en er wordt haast niets meer gedaan. Veel mensen van vroeger zijn weg en hij mist de gezelligheid wel. In het clubhuis komt hij niet meer. Hij vertelt nog wel dat zijn kleindochter het clubhuis geopend heeft. Jan 84 jaar, komt nog een paar keer per week met zijn vrouw naar de tuin, voorheen met de fiets en nu met het wijkbusje. Thuis heeft hij ook een voor en achtertuin maar aan zijn tuin op SNV is hij erg verknocht. De hoge bomen in zijn tuin heeft hij zelf nog geplant en zijn tuin ziet er ook keurig uit. Hij wordt regelmatig benaderd of hij zijn tuin niet wil verkopen en daar denkt hij echt nog niet aan. Vroeger vond hij het veel gezelliger en mist nu wel eens het praatje over de heg maar zijn tuin wil hij niet kwijt.
pagina 8
Schoffelen
Wat de pot schaft...op tuin 339 Door Ati,
Toen ik deze reeks begon was het mijn bedoeling om hierin vooral te schrijven over wat er zoal gegeten wordt op SNV. Vanaf het begin liep dat al spaak omdat de andere verhalen van de door mij geïnterviewde tuinders zo leuk waren, dat het hele voedsel aspect een ondergeschoven kindje werd. Ik wilde voor deze Schoffelen dan ook voor een keer een Wat de Pot schrijven die helemaal over eten gaat. Vorig jaar, laat in het seizoen, verzorgden Paul en Richard een grandioze Italiaanse maaltijd. Voor velen een absoluut hoogtepunt van dat seizoen. Ik besluit om Saskia en Richard te vragen of ze mee willen doen, gelukkig zeggen ze ja en we maken een afspraak. Richard heeft zijn eigen restaurant “mevrouw Meijer”. En laat hij nou net deze maand één van onze sponsors zijn. Puur toeval en voor de duidelijkheid: dit is geen advertentie, maar een “ Wat de Pot Schaft” op tuin 339 bij Saskia en Richard.
Het is heerlijk weer als ik om 11 uur bij schuif aan de ontbijttafel. De tafel staat vol met goed brood en beleg maar het meest in mijn oog springt toch wel een fraai vormgegeven metalen cilinder. Richard tilt het deksel op en het blijkt een barbecue te zijn . Hij wordt gestookt op briketten en het leuke aan het apparaat is dat je er ook in kunt bakken. Richards nieuwe speeltje is vandaag gevuld met een cobbler met aalbessen. Jammie, het leven van een Schoffelen medewerker gaat soms over rozen en cakebeslag.
Hoe zijn jullie in aanraking gekomen met SNV ? Saskia vertelt : We lieten de hondjes uit in het park en besloten eens op het complex te kijken. We wisten natuurlijk wel dat het er lag maar als je eenmaal het hek door bent blijkt het een compleet andere wereld te zijn. We kwamen Dick B tegen die ons vertelde hoe het werkte om een tuin te kopen, zijn vriendin deed toen de huisjesverkoop en zij liet ons wat huisjes zien. Deze tuin was een puinhoop, maar had potentie en de deal was snel gemaakt. Dat is nu zeven jaar geleden. We hadden nooit overwogen om een
volkstuin te kopen. Richard vult aan: eerder het tegenovergestelde. We hebben op de Kleiweg tegenover “Eigen Hof” gewoond. Ieder weekend was het een zooitje voor de deur. Alle parkeerplaatsen bezet en zakken vuilnis in de voortuin. Kortom, we waren anti volkstuin. Saskia lacht en zegt dat dat wel zo was maar vanaf dat we er zelf een hadden wilden we niet meer zonder. Onze twee Jack Russels trouwens ook niet.
Saskia, werk jij ook in de zaak ? Nee ik heb wel altijd gewerkt als kok maar tegenwoordig werk ik bij AHOY op de afdeling food and beverages. Ik ben nog steeds met horeca bezig maar nu met de financiële kant ervan. In de winter is het drukker dan in de zomer en dan spaar ik mijn ATV dagen, zodat ik deze in de zomer kan opnemen en altijd op maandag vrij ben. Richard werkt 4 dagen want de zaak is in het weekend en op maandag dicht en zo hebben we de hele zomer samen een lang weekend op de tuin. Richard wil je wat meer vertellen over “ Mevrouw Meijer” en hoe het zo gekomen is. Ik werk al jaren als kok. De laatste jaren voor dat ik voor mijzelf begon was ik op de Binnenweg chef van drie zaken tegelijk: Lux, Louis, en La Pizza. Ik werd gebeld door mijn huidige compagnon. Zij had een leuke zaak te koop gezien en het leek haar leuk om daar iets samen op te zetten. Dat werd “Mevrouw Meijer”. Ik sta samen met een assistent in de keuken en zij doet, zeg maar, de voorkant. We hadden al eerder samen gewerkt en hebben dezelfde ideeën over hoe een goed restaurant zou moeten zijn. Het gaat ons erom dat je een fijne avond hebt met goed eten in een goede persoonlijke sfeer. We willen dat als je bij ons weggaat je het gevoel hebt dat je verwend bent. De zaak die we overgenomen hebben was vier dagen open. We hebben allebei, zoals gebruikelijk in de horeca, altijd veel dagen met veel uren gemaakt dus wat meer vrije tijd leek ons wel wat en we besloten de openingstijden over te nemen. Wie kookt er op de tuin ? Saskia lacht en zegt: ‘Richard. Ik ben ook heel belangrijk, verantwoordelijk voor de bijpassende wijn. Het is wel zo dat nu we vaker op de tuin eten ik op mijn lijn moet letten’. Richard protesteert dat hij helemaal niet vet kookt. We moeten lachen want dat zal vast wel zo zijn maar vlak niet de calorieën van de bijpassende wijn uit. Koken jullie anders op de tuin dan thuis of op je werk ? Richard: In “Mevrouw Meijer “ kook ik Frans. Daarvoor vooral Italiaans. Ik merk dat ik op de tuin vooral op die manier kook. Vaak gaan we op zondag naar de visboer en kijk ik wat er mooi uitziet en ik creëer de rest van het menu daaromheen. Je hoort het goed: menu, want het moeten wel een aantal gangen zijn. Hetzelfde doe ik met de groenten en de kruiden in de tuin. Ik verbouw geen grote hoeveelheden maar heb altijd wel wat staan. Als bijvoorbeeld de bloemkool op zijn best is bouw ik daar de maaltijd omheen. We hebben nu de mazzel dat de buurman met vakantie is. Hij heeft een grote tuin vol met vruchten en groente en we mogen onbeperkt pakken.
2010-05 augustus Je had het op de algemene leden vergadering dat je graag een gemeenschappelijke steenoven wil. Vertel. Nou niet alleen wij. Mirjam en Paul en wat andere tuinders hebben al jaren het idee om een steenoven te bouwen waar iedereen gebruik van kan maken. In het seizoen zou hij dan bijvoorbeeld een paar keer per week gestookt kunnen worden zodat iedereen brood en andere zaken kan bakken. Ik heb al heel wat pizza’s in mijn leven gebakken dus dat zou ik als eerste doen, maar je kunt er natuurlijk ook je ovenschotel in kwijt. Mirjam is op het moment dit idee aan het uitwerken tot een goed en uitvoerbaar plan.
Inmiddels is het ontbijt gedaan en de cobbler op. We praten nog wat na. Richard vertelt dat hij dit jaar een stand heeft op “Rotterdam Kookt “ in de kunsthal . Dit is een jaarlijks terugkerend evenement waarin het helemaal draait om eerlijk en duurzaam geproduceerd eten. Richard vindt het een eer dat hij ervoor gevraagd is. Hij heeft een stand waar je crudites, huisgemaakte paté en andere Franse heerlijkheden kunt proeven. Nieuwsgierig geworden ? “Rotterdam Kookt” vindt plaats van donderdag 9 september tot en met zondag 12 september. Check voor meer details www.kunsthal.nl
Melding van het jeugdbestuur Sinds donderdag 22 juli ’10 is er een jeugd bestuur. De leden van het jeugd bestuur zijn Ricardo Fraaye, Dylan Wolfs, Dion van Dijk, Daimy van der Tor en Esther Oosterveer. Wij als jeugdbestuur zorgen onder andere voor de jeugdkantine, we zorgen dat hij open, schoon en gevuld blijft. Maar ook proberen we zoveel mogelijk voor de jeugd te regelen. Ook al gaat dat dit jaar waarschijnlijk niet heel veel meer worden. Maar hoe dan ook willen we dat iedereen weet dat de jeugd voor iedereen is voor alle leeftijden tot 18 jaar. De openings tijden van de jeugd zijn: ‘s middags van 2 tot 4 met uitzondering van donderdag i.v.m. tea time en ’s avonds van half acht tot tien. Wij van het jeugd bestuur nodigen jullie uit om eens te komen kijken dus tot gauw!
pagina 9
Mijn hangmat Door Ellen Eindelijk heb ik een hangmat, zo’n mooie felgekleurde uit Colombia. Vanaf het moment dat ik een tuin had gekocht op SNV wilde ik een hangmat om in te luieren. Het zal wel aan mijn luie aard liggen dat het vele jaren heeft geduurd voordat ik er een gekocht heb. Afgelopen jaren wel eens gezocht naar een hangmat maar ze waren niet mooi of te duur. Echt hard gezocht heb ik ook niet omdat er in mijn tuin geen goede plek is om de hangmat tussen de bomen op te hangen. En een standaard voor een hangmat vind ik niet mooi. De felblauw gekleurde hangmat is door mijn collega Aafke gekocht op een markt in Colombia. Haar vriend is onlangs verhuisd naar Colombia en zij wil hem in de toekomst gaan volgen als ze klaar is met haar opleiding Spaans. Tot die tijd probeert ze zo vaak mogelijk naar hem toe te gaan door zoveel mogelijk vrije dagen bijeen te sprokkelen en geld te sparen. Een paar weken terug was haar eerste reis. Ze had weken voor haar vertrek al geopperd om een paar hangmatten te kopen en mee te nemen naar Rotterdam om een handeltje in hangmatten te starten. Anders zou ze toch maar terug komen met nagenoeg lege koffers. Voor de heenweg had ze extra veel bagage voor haar vriend bij zich, allerlei spullen die hij bij vertrek vergeten was en of toch wel miste. Ik was meteen enthousiast over haar idee om een handeltje in hangmatten te beginnen en heb er direct een besteld. Doe maar zo’n mooi felgekleurde, iets met rood, blauw of paars erin dat vind ik altijd mooi. En het was ook lastig kiezen uit de verschillende kleuren hangmatten die ze heeft meegenomen, ze zijn allemaal mooi. Mijn collega heeft nog een paar hangmatten op marktplaats staan .Je vindt ze als je zoekt op nieuwe kleurrijke Zuid-Amerikaanse geweven hangmatten. En als ze weer een keer naar Colombia gaat dan neemt ze vast weer nieuwe mee. Nu ik een hangmat heb krijg ik het advies om er diagonaal in te gaan liggen want dat ligt comfortabeler en is ook beter voor de rug. Dit is ook alleen mogelijk in een hangmat zonder spreidstokken en gelukkig heb ik die. Beginners liggen er aanvankelijk vaak in de lengte van de hangmat. Dit veroorzaakt een kromme rug en het houdt de benen hoog. Wel is in de lengte liggen weer goed om de zon, wind en insecten weg te houden werd me verteld. Wat lijkt mij nou zo fijn aan een hangmat? Ik heb er natuurlijk wel eens in gelegen bij anderen maar nooit urenlang en meestal met kletsende vrienden om me heen. Maar nu heb ik er zelf één heb verheug ik me om er in te liggen luieren. En als ik ergens goed in ben dan is het luieren. Zeker nu ik in een krant (weet niet meer welke) heb gelezen dat het erg goed voor je is om helemaal niets te doen, vooral als je iets moet leren of creatief moet zijn. En uit eigen ervaring weet ik dat ik regelmatig uit het niets een leuk idee krijg tijdens het nietsdoen. Zit ik in de trein en kijk de reis alleen maar uit het raam dan kom ik ontspannen aan en heb vaak zonder er bewust over na te denken allerlei ingevingen gehad die natuurlijk niks met het voorbijglijdend landschap te maken hebben. Dus schuldig ga ik me zeker niet voelen als ik aan het luieren ben. Wel jammer dat ik nooit gecomplimenteerd word met mijn luie gedrag terwijl ik zo’n pluimpje graag wil verdienen. En het onkruid in de tuin kan nog best een paar dagen doorgroeien. Ik stoor mij er niet aan. Vogels, egels en vlinders evenmin want zij houden ook niet van mooi opgeruimde tuinen. En als ik dan in mijn hangmat lig te luieren dan krijg ik vast weer volop ideeën voor Schoffelen en dat is dan weer mooi meegenomen. Nu eerst maar gaan nadenken waar ik mijn hangmat aan vast kan maken zodat ik er heerlijk in kan gaan liggen. Wil sowieso een pergola gaan maken in de tuin en misschien is zo’n constructie ook geschikt voor mijn hangmat.
pagina 10
Schoffelen
Gluren bij de Buren ... op de Wielewaal Door Jane en Ellen. We brengen voor deze Schoffelen een bezoek aan volkstuinvereniging De Wielewaal in Rotterdam Charlois. Net als SNV ligt dit complex een pietsie verstopt in een best mooie omgeving. Door het vele groen in de omgeving en een wat landelijke weg naar het volkstuinencomplex, hebben wij het gevoel alsof we in het buitenland zijn. Dat gevoel is wel even weg als even later bus 65 langs rijdt, maar in ieder geval is De Wielewaal dus goed bereikbaar met het openbaar vervoer. De Wielewaal ligt tegen de Waalhaven aan en in plaats van treingeluiden klinken hier de havengeluiden over het terrein. Da’s weer eens wat anders en Rotterdamser dan dit kan het bijna niet. . We hebben afgesproken met Aad van Wingerden, de voorzitter van De Wielewaal. Ook de secretaris Ron den Brinker schuift aan, even later gevolgd door Jan van Rooyen, de werkmeester. De functie van werkmeester is te vergelijken met onze coördinator van het algemeen werk. We worden uitgenodigd plaats te nemen op het gezellige terras van het clubhuis. Lekker in de schaduw van een paar flinke bomen krijgen we een koud glaasje limonade en we zijn er helemaal klaar voor.
De Wielewaal is op 27 april 1962 opgericht en viert over 2 jaar dus haar 50-jarig jubileum. Het volkstuinencomplex is door de gemeente Rotterdam ingericht ter compensatie van de vele nieuwe flats die in die tijd in Rotterdam gebouwd werden. Rotterdam had te maken met een behoorlijke leegloop en mensen hadden behoefte aan groen om zich heen. In Rotterdam Charlois zijn in totaal 11 volkstuincomplexen waarvan de Wielewaal er één is. De Wielewaal heeft 128 tuinen met een gemiddelde grootte van 250 m2. Er zijn wat uitschieters naar grotere tuinen, maar geen enkele tuin is kleiner dan die 250 m2. Volgens Aad van Wingerden is er veel veranderd in de afgelopen
10 jaar. Was er toen nog een leegstand op De Wielewaal, nu is er sprake van een bescheiden wachtlijstje. Tegenwoordig dienen zich steeds vaker jonge gezinnen met kinderen aan en om die reden is er ook een speelveldje aangelegd. Aad van Wingerden vertelt hoe zij de gemeente daarom hadden gevraagd om ook de kleinere tuindertjes een eigen plek te geven. Het speelveldje ligt naast de kantine en is een vierkante lap gras met een zandbak en gezellige bankjes daar omheen. Tot onze grote verrassing zien we een wc-huisje staan. Aad en Ron vertellen ons dat niet elk huis een eigen toilet heeft. Nog steeds hebben zo’n 10 tuinen geen eigen sanitaire voorziening. Wat daar de reden van is is niet helemaal helder, maar blijkbaar bevalt het die tuinders zo prima. Ook op De Wielewaal zijn de huisjes niet aangesloten op het elektriciteitsnet. Het bestuur is aan het uit zoeken of het betaalbaar is om in ieder geval op de paden verlichting te laten plaatsen. Ook heeft men te maken met een toenemende behoefte naar elektriciteit op de tuinen. Ron vertelt ons dat men een aantal jaren geleden de mogelijkheden heeft onderzocht maar dat dat zó duur bleek dat men er van heeft af gezien. Onbetaalbaar voor De Wielewaal en haar leden. Men doet het dus maar met stroomvoorzieningen als generatoren en zonnepanelen. Net als bij ons eigenlijk.
We vragen Jan van Rooyen naar het algemeen werk op De Wielewaal. Van de 128 tuinen kunnen ongeveer 70 tuinen, oftewel de tuinders op die tuinen, hun algemeen werkbeurten maken. De werkbeurten zijn over 6 keer per jaar verdeeld en dan werkt men van 10 tot 12 uur. Werkmeester Jan houdt toezicht over die werkbeurten en wat gedaan moet worden. De Wielewaal heeft lang niet zoveel openbaar groen als SNV. Wij zijn wat openbaar groen betreft behoorlijk bedeeld blijkt maar weer. Onder het algemeen werk valt ook de afvoer van het afval, de schoonmaak van het clubhuis en keuken en het onderhoud van de gebouwen. Er is een werkploeg van ervaren vaklui die het onderhoud van de verenigingsgebouwen op zich neemt en dat doen ze prima! De gebouwtjes zien er mooi onderhouden uit. Vlakbij de ingang zijn alle verenigingsgebouwen te vinden, zoals de kantine, de werkloods, de gasopslag en het winkeltje. Ook staan bij de entree de rolcontainers opgesteld die elke vrijdag geledigd worden. Jan werkt zelf bij de ROTEB, dus het overleg met de ROTEB loopt helemaal prima. Elke donderdag worden de containers afgedekt klaargezet zodat op vrijdag de ledigingen soepel verlopen. We wisselen ervaringen uit en vooral is Jan benieuwd naar onze ervaringen met de vuilpers. Als wij vertellen over de besparingen die SNV met de vuilpers maakt is zijn belangstelling helemaal gewekt.
2010-05 augustus
pagina 11
Net als vtv Reyerwaard nodigt De Wielewaal jaarlijks een groep bewoners van een verzorgingshuis uit de omgeving uit. Aad vertelt ons dat er dan specifiek wordt gevraagd om mensen die geen of nauwelijks bezoek krijgen. Vrijwilligers van het verzorgingshuis en vrijwilligers van De Wielewaal spannen zich dan een hele dag in om het de gasten naar hun zin te maken. Hoewel die inspanning niet spectaculair groot is, hebben de bewoners van het verzorgingshuis een geweldige dag. Aad laat ons een fotoalbum zien van dit uitje van vorig jaar. Een bonte groep ouderen en mensen met een verstandelijke beperking worden een hele dag verwend met aandacht en zij genieten daar zichtbaar van.
Even later nemen de bestuursleden ons mee voor een rondje over het complex. Maar eerst laat men ons de kantine en de andere verenigingsgebouwen zien. Als we de kantine binnenstappen is het net alsof we een andere wereld in gaan. Geen centimeter is onbenut gelaten en overal hangt of staat wel iets. Wij kijken ons ogen uit. Het doet ons denken aan een ouderwetse gezellige bruine kroeg. En dat schijnt aardig te kloppen. De vrouw die het clubhuis runt heeft vroeger zo’n kroegje gehad. Er wordt heel wat geklaverjast en ge-bingo’d en dat gaat hier zomer en winter door. De kantine is altijd op woensdagen en in de weekenden open, ook in de donkere wintermaanden.
Veel verschillende mensen op evenveel verschillende tuinen. We voelen ons hier bijna thuis. Een absolute blikvanger is een enorme boomhut. Niet zo maar eentje. Vanaf de grond kunnen we zien dat hier een vakman aan het werk is geweest. Het ziet er fantastisch uit en ik denk dat elk kind wel zo’n boomhut zou willen hebben. Even later lopen we langs de tuin van de mevrouw die het clubhuis runt … ook hier een bonte verzameling van spulletjes aan haar tuinhek en huisje. Geef deze dame een hamer en een paar spijkers en ze spijkert alles vast wat ze in haar handen krijgt. Het doet erg gezellig en uitnodigend aan. De meeste tuinen worden gebruikt door mensen met liefde voor tuinieren, op een paar tuinen wordt nog hard gewerkt om er iets moois van te maken en een paar tuinen liggen er onverzorgd bij. Het bestuur en de werkmeester vinden dat vervelend. Wij van SNV kijken daar iets anders tegenaan …. och, het komt allemaal goed want dat doet dat bij ons ook altijd. Over een poosje wordt ook op deze tuinen weer hard getuinierd. Wij van de redactie vonden het een heel leuk bezoek aan een andere tuinvereniging. Vanaf deze plek willen wij het bestuur nogmaals hartelijk bedanken voor de gezellige ontvangst. Het was erg leuk om ervaringen uit te wisselen en we hopen van harte dat zij onze tegen-uitnodiging om eens op SNV te komen neuzen aannemen. Ze hebben het in ieder geval beloofd. Wij eindigden ons bezoek met een hele nieuwe uitdaging op lekke band-gebied.
En dan de paden op en de lanen in. Toen het complex werd aangelegd door de gemeente, koos men er voor geen heggen te planten. In plaats daarvan werden rozen neergezet. In de loop van de tijd zijn hier en daar de rozen vervangen door andere soorten van begrenzing zoals heggen, hekjes of schuttingen. Dat klinkt misschien alsof het heel rommelig zou zijn, maar dat is het niet. De mooie brede lanen geven het zelfs een beetje sjieke uitstraling. De tuinen zijn net zo divers als de bewoners. Tuinders uit alle windstreken geven De Wielewaal dezelfde kleuren en tonen als we op SNV kunnen vinden.
Ingezonden brief
Biodiversiteit ..... of verwaarlozing? Door:. J. Bakkers tuin 720 Met grote interesse heb ik het artikel gelezen van Sigrun in het vorige Schoffelen exemplaar en ben het met haar eens dat biodiversiteit heel goed toegepast kan worden op een volkstuin, maar… dan moet er toch enige vorm van gestructureerde aanleg aanwezig zijn. Nu heb ik waargenomen dat menige tuinder die biodiversiteit heeft aangegrepen om zo weinig mogelijk onderhoud te plegen, en Gods wateren over Gods akkers laat lopen zonder er verder naar om te kijken. Ik vroeg mij dan ook af of ik met mijn 75 jaar niet achter de hedendaagse volkstuinfeiten aanloop. Mijn vrouw en ik plegen met groot plezier nog dagelijks onderhoud aan onze tuin 720. Want volkstuinieren is niet om eens in de 2 á 3 maanden te komen om de BBQ aan te steken, en de verjaardag te vieren van een van de kinderen, met vele fietsen tegen de heg van de toegestroomde feestgangers. Uiteraard mag ieder tuinder zijn tuin indelen naar eigen goeddunken, maar toch in het achterhoofd met de eerste artikelen van onze statuten en reglementen, waarin duidelijk omschreven wat de regels zijn om een tuin bij SNV te bezitten en te onderhouden. Ik weet wel als je al 45 jaar lid ben van deze vereniging, dat de tijden en dingen veranderen. Maar willen wij het volkstuinieren blijven behouden en zo nodig stimuleren, dan moeten wij daar ook met ons allen aan meewerken. Volkstuinieren is ontstaan uit de armoedige tijd rond 1938 om de mensen een kans te geven wat voedsel te kweken om de sobere maaltijd aan te vullen. De schuurtjes uit die tijd werden vervaardigd uit thee en glaskisten van de van Nelle fabriek. Dat dit allemaal achterhaald is hoef je mij niet te vertellen. Maar het volkstuinieren is in principe niet veranderd. De een met een moestuin en de ander had een siertuin of een combinatie daarvan, en daar hoort nu bij een tuin met biodiversiteit, het mag van mij allemaal. Prima, maar wel binnen de regels zonder overlast te geven aan je buren. Wel wil ik de tuinders voor houden, dat het bezit van dat stukje volkstuin door voorgaande besturen met hand en tand is verdedigd. Het OBR smult van het artikel over vtv Ommoord en ziet reden om de grondprijs op te voeren en waar mogelijk te onteigenen. Grote bungalows, 60 m2, en campingachtige activiteiten, waar geen gras meer groeit en alles bestaat uit steen en beton. Ik en vele met mij hebben met hand en tand tegen deze werkwijze verzet. Wij hebben gevochten tegen de uitbreiding van het park en Diergaarde Blijdorp, met als resultaat dat mij hier nog steeds kunnen tuinieren. Zeker wij hebben ook veel in moeten leveren maar door goede onderhandelingen met Blijdorp, OBR, gemeente en S&R zit ook ik na al die jaren nog op mijn tuintje en hebben wij van de ca 800 tuinen er nog 214 over. Dus wees zuinig op je stukje volkstuin. Onder de noemer openbaar groen zijn wij toegevoegd aan de openbare wandelparken dat houd in dat iedere Rotterdammer mag wandelen op onze tuin van zonsopgang tot zonsondergang. E.e.a houdt in dat de tuinen vanaf het pad goed zichtbaar moeten zijn, dus geen dubbele heggen van 2 meter hoog en waarom mag een wandelaar niet in je tuin kijken? Je bent toch trots op je werk en dat mag iedereen zien. Of het nu een moes- sier- en of biotuin is, alles mag binnen de grenzen van het volkstuinieren en het openbaar groen. Zo ik heb mijn hart kunnen luchten en nu maar wachten op tegengas. Is het Biodiversiteit….. of verwaarlozing???? J Bakkers 720
De Stoel op tuin 431 We zetten de stoel op de tuin en kijken daar meteen ons ogen uit. Sinds oktober vorige jaar hebben Peter en Ellen nu hun tuin en wat hebben ze daar nu al een leuke plek van gemaakt! Deze tuin zou zo maar ergens in Frankrijk kunnen liggen. Het is een romantische bloementuin geworden. In de schaduw van een boom staan twee stoelen. Het uitzicht vanuit die stoelen is het huisje … wat ook al zo leuk geworden is. Er was een buitenruimte aangebouwd die Peter en Ellen weggehaald hebben. Het donkere luifel werd vervangen door een veel lichtere versie waardoor het terras veel lichter is geworden. Peter vertelt hoe hij ’s avonds zo kan genieten van de vogels. Laatst nog zag hij op een tak een uilen gezin zitten. ‘Ik had nog nooit uilen in het echt gezien en kon er maar niet over uit hoe geweldig het is dat ik nu die dieren gewoon in een boom zie zitten’, vertelt Peter. ‘Je kunt wel stellen dat wij significant gelukkiger zijn geworden sinds wij deze tuin hebben’, zegt Peter lachend. Peter en Ellen hebben aangeboden om af en toe een bardienst te draaien in het clubhuis. ‘Het is belangrijk dat we een clubhuis hebben op een complex als SNV en om dat te blijven houden willen wij graag ons steentje bijdragen’, legt Ellen ons uit. Goed nieuws dus. We hopen Ellen en Peter binnenkort in het clubhuis tegen te komen.
Groentetuintjes aan de kust Door Marjo Wist u dit??? De Stichting Duinbehoud en de vereniging Kust & Zee promoten de bijzondere waarde en eigenschappen van planten die groeien op de zoet-zout overgangen langs de kust. Dat doen ze door “zeetuinen” aan te leggen met planten als zeekool en strandbiet, die door de vorm en structuur van hun bladeren perfect zijn aangepast aan hun zilte omgeving. Opvallend veel van de duin- en kustplanten zijn eetbaar en zitten boordevol mineralen en vitaminen. de nieuwe zeetuinen zijn te bewonderen bij natuurcafe en klimaatcenklimaatcen trum” De Zeetoren” in Hoek van Holland, waar het restaurestau rant deze kustgroenten ook serveert, en bij museum Terra Maris in het Zeeuwse Oostkapelle
door Leo ‘Meneer, is dit een hangplant?’, vroeg Annet aan de marktkoopman. ‘Ja mevrouwtje, als je hem geen water geeft!’. Een flauwe grap misschien, maar wel 100% de waarheid. Als je een plant geen water geeft dan gaat ie slap hangen. Als je zelf geen water drinkt ga je ook slap hangen. We bestaan voor ongeveer 70% uit water, dus heb je snel tekort. Als het vroeger lang niet geregend had spraken de boeren van droogte. Nu noemt het KNMI het een neerslagtekort. Het neerslagtekort wordt berekend door te kijken hoeveel water de planten opnemen en verdampen en hoeveel (regen)water daar voor nodig is. Vrijwel elk voorjaar hebben we een neerslag tekort. De aarde droogt uit en als we geen water geven gaan bepaalde planten slap hangen, met name nieuw geplante dingen en planten die ondiep wortelen. Bomen en struiken die al jaren staan hebben diepgaande wortels dus die hebben niet zo heel gauw last. Dit jaar hadden (en hebben) we weer een flink neerslagtekort. Dit wordt uitgedrukt door een getal. Zo half juli hadden we ongeveer een neerslagtekort van 150 mm. Eén millimeter neerslag in de regenmeter is gelijk aan één liter per vierkante meter. Bij een neerslagtekort van 150 mm komen we dus 150 liter water per m2 tekort. 15 gieters water per vierkante meter. Dat is nog al wat. Onze tuin is 330 m2, dus missen we 330 x 15 gieters = 4950 gieters water. 5000 gieters water geven, daar doe je een tijdje over om dat te geven, 50.000 liter water! Als ik de tuin zou bewateren met een tuinslang zou ik een aardig tijdje bezig zijn. Uit de slang komt ongeveer 10 liter per minuut, dus per m2 (waar we 150 liter tekort komen) zou je al een kwartier water moeten geven. Daar gaan je snipperdagen. Gelukkig hebben we de laatste tijd een paar keer aardige buien gehad om ons droogteleed wat te verzachten. In de 1e helft van juli had ik bij elkaar opgeteld ongeveer 50mm regen in de meter, dus omgerekend 50 liter per m2. Lekkere buitjes, maar nog lang niet genoeg. Ondanks dat er dan alleen op onze tuin al 50x330=16.500 liter water valt. Er zullen op SNV dan ook heel wat uren water gegeven (moeten) worden om niet allemaal hangplanten in de tuin te hebben. Toen ik over dit waterverhaal zat na te denken kwam ineens de term ‘neerslagtig ’bij me op. Is dat als je een rotbui hebt omdat het zo lang niet geregend heeft? Zonder neerslag word je neerslagtig (en je planten ook). Vreemd woord dus. Als ik nu iemand tegenkom die zegt dat hij of zij neerslachtig is, zal ik vragen of hij of zij misschien behoefte heeft aan een gietertje water. Hé lekker, dat frist op.
Onder de bomen Vrienden zijn het, bomen die gesprekken met je voeren je gedachten laten gaan als hun bladeren het licht laten schommelen. Het zijn je vrienden, bomen. Hun schaduw leggen ze als een arm om je heen als je alleen wilt zijn en niet alleen wilt zijn. uit: Plint poëzie en beeldende kunst
GeDiChT
Neerslagtig ?
Voor het eerst een merel horen zingen. Het eerste wilde viooltje gevonden. De kastanjes in bloei. Het eerste speenkruidbloempje gezien. De eerste zwaluw waargenomen. Voor het eerst gegeten zonder lamp. Bloeiend klein Hoefblad gevonden. Voor het eerst een koekoek gehoord. Het eerste gras gemaaid. De kersenbomen bloeien. De peren in bloei. De appels in bloesemtooi. De eerste aardbeien. De aalbessen rijp. De kersen rijp. De haver op het veld rijp. De eerste peren. De laatste maaltijd zonder lamp. De eerste appels. De eerste druiven. Het laatste bad in de open lucht. Het vertrek van de zwaluwen. Het laatste gras gemaaid. Voor het eerst de kachel aan. De eerste rijp. De laatste roos. De eerste sneeuw gevallen.
Uit de tuin geklapt Door Ati
Het is augustus en eindelijk is hij daar: de SNV oogstmaand. Mijn tuin geeft opeens overvloedig en dat geldt niet alleen voor mijn paradijsje. Kennen we tenslotte allemaal niet de verrassing van op de tuin komen en er ligt weer een komkommer, courgette of zak tomaten op je heg? Ik noem nou wel net de groenten op die het op ons complex prima lijken te doen, want je kunt er bijna niet tegenop eten. Vorig jaar zomer was het precies hetzelfde. Komkommers van Marianne, tomaten uit de kas van buurvrouw Cor en niet te vergeten mijn eigen overproductie van hele courgettes schreeuwden om verwerkt te worden. In deze rubriek dan ook de recepten die ik veel gebruikt heb. Je kunt de tomatensoep heel goed invriezen als je hem in grote hoeveelheden maakt. Hij is heel licht en fris, en net als de komkommersoep een ideale zomersoep. De courgettetaart is een verhaal apart. Ik leerde mijn mederedactieleden net kennen. Wat schetste mijn verbazing toen ik op de verjaardag van Ellen deze zoete courgettetaart voorgeschoteld kreeg. Ze maakt hem geregeld en altijd vind ik wel een royale punt op mijn heg. Deze zomer had ik een overdadig gevende zwarte bessenstruik. Ik kon het niet laten en ben dagen bezig geweest met het maken van bessenjenever. Toen ik klaar was hield ik 7 liter over. Dat leek mij wel wat veel, maar met wat weggeven en de ontdekking dat bessenjenever gedronken als siroop heel erg lekker is, is mijn voorraadje danig geslonken. Om me heen zie ik ook andere tuinders danig in de weer met de inmaak. Ook de bijen hebben niet stil gezeten. Esther, onze SNV imker, heeft haar raten geslingerd en als je eens honing van ons eigen complex wil proeven kun je een potje bij Esther kopen. Het is lindebloesemhoning, ik vond hem erg lekker en ook Esther is enthousiast. Wees er snel bij want de voorraad is beperkt. Oogst eens wat zaad. Stiekem koop ik zelf het liefst mijn plantjes . Ik vind het wel moeilijk om te zaaien en dan af te wachten en er gebeurt niets of misschien toch wel. Eigenlijk niet zo mijn ding maar nu is wel de tijd om van de eenjarige bloemen die zaad hebben gevormd de zaadknoppen te verwijderen en te drogen , Hoe doe je dat nou precies? Leve het internet .Ik vond een site die dat haarfijn uit de doeken doet. Een kort fragment. Bekijk de plant en de zaadhulzen. Pluk de verdroogde zaadhulzen en neem ze in een bakje mee naar huis. Doe dit bij voorkeur op een droge dag niet te vroeg in de ochtend (want dan zijn de zaden vaak nog vochtig van de dauw). Laat vers geoogste zaden niet te lang in een afgesloten plastic bakje zitten - heel snel zullen de zaden vochtig worden en uiteindelijk gaan rotten. Spreid thuis aangekomen dus zo snel mogelijk de zaden uit over een groter oppervlakte. Dat kan een krant zijn of een ondiep bord. Ik gebruik er graag schone witte bakjes voor waarin Chinees afhaaleten in heeft gezeten (op een witte ondergrond kun je altijd beter zien). En bij grotere hoeveelheden een dienblad met opstaande rand. Bekijk de zaden goed en haal eventuele
“ongewenste” beestjes zoals rupsen, spinnetjes, etc. weg en breng die weer waar ze thuis horen ( buiten :-) Doe direct een labeltje bij de zaden met welke plant het is, zeker wanneer je nog meer zaden hebt geoogst of wilt gaan oogsten.....het zou heel jammer zijn wanneer je uiteindelijk met verschillende soorten zaden zit waarvan je niet meer weet wat het is, of ze door elkaar haalt. Zaden drogen Leg de uitgespreide zaden niet in de zon, maar op een beschaduwde plaats die droog is. Buitenshuis is daar eigenlijk alleen geschikt voor wanneer het minimaal een aantal dagen droog blijft, maar zelfs dan heb je wel last van de dauw in de ochtend, en bovendien is er kans dat de zaden worden weggewaaid of meegenomen door vogels of muizen, etc. In een kas is drogen ook niet goed, met temperaturen boven de 40 graden, volle zon en een hoge luchtvochtigheid gaat ook hier de kiemkracht van de zaden snel achteruit. Ik zelf heb een kamertje op het Zuidwesten, lekker droog en warm genoeg, een raam dat open kan om te luchten. Alleen wat zonnig dus een plank gemaakt aan de muurkant zodat er geen zon op de zaden kan vallen. En dat is wel zo’n beetje ideaal. Hoe lang je de zaden moet laten drogen is zeer afhankelijk van de omstandigheden en de soort zaden. Bedenk dat je beter een week te lang kan drogen dan een dag te kort. Bij te lang drogen gebeurt er niets (tenzij de zaden te zonnig en/of te warm liggen). Te kort drogen betekent dat de kans zeer groot is dat de zaden die niet volledig gedroogd zijn vochtiger worden, gaan schimmelen en uiteindelijk gaan rotten. Het gemiddeld aantal dagen om te drogen ligt zo tussen de 3 en 6, maar dus liever een dag langer als je vermoedt dat de zaden nog niet goed droog zijn. Als je meer wil weten over dit onderwerp surf dan naar ruudendiana.webs.com
Janny en Hanny, en hun hang naar een welgevulde zaaddoos. Ik ken twee dames op SNV die waarschijnlijk moeten lachen om bovenstaande aanwijzingen. Voor hen hoeft het allemaal niet zo moeilijk. Zij verzamelen gewoon zaad, en in niet misselijke hoeveelheden. Als je op hun tuin komt zie je overal schoteltjes en doosjes vol met zaad liggen te drogen. Als ze de stad in gaan komen ze steevast met gevulde jaszakken terug. Zien ze op een tuin een bloem of plant die ze mooi vinden dan volgt al snel de vraag: Je vind het toch niet erg als ik wat van je uitgebloeide bloemen mee neem. De meeste tuinders vinden dat natuurlijk helemaal niet erg, op een enkele gierigaard uitgezonderd.
Vorig jaar werd Hanny’s voorraad zo groot dat ze besloot tot het instellen van wat ze Hannyzaad noemde. Van alle bloemen die ze mooi vond verzamelde ze handenvol zaad en gooide dat allemaal in een grote doos. Het jaar daarop kwam dit altijd van pas. Een klein kaal hoekje over? Hup maar weer een handje Hannie zaad erover uitgestrooid. Het leuke is dat je nooit zeker weet wat er opkomt . Ik word dan ook geregeld verrast door iets vreemds in mijn tuin wat dan weer uit Hanny’s zaaddoos komt. Jannie deelt haar passie maar pakt het allemaal wat methodischer aan. Zij legt een zaadbibliotheek aan gerangschikt op grootte ,kleur en bloeitijd. Het is wel handig hoor van die dames die altijd zaad op voorraad hebben. Van het voorjaar was er de dag van de tuin guerrilla. Dit zijn mensen die zaad verzamelen en dat uitstrooien over braakliggende terreinen in de stad. Als iets moeilijk te bereiken is bijvoorbeeld aan de overkant van een sloot gooien ze met zogenaamde zaadbommen. Hiervoor meng je klei met een fikse hoeveelheid zaad en maak je er dan ballen van ten grote van een tennisbal waarmee het goed gooien is. Lodewijk hun buurman had daarover gelezen in de Volkskrant en werd
Mevr. Batur, tuin 333. Bij diarree los ik een aspirientje op in een glas cola. Drink dit op en de diarree is over. Marja, tuin713. Neem tegen hooikoorts een lepel honing per dag. De honing moet geproduceerd zijn in de buurt van je leefomgeving ( Esthers SNV honing is zeer geschikt). Annemiek, tuin 331, Tegen fruitvliegjes in de keuken helpt het als je een basilicum plantje in de keuken zet. je hebt gegarandeerd geen last meer van fruitvliegjes. Ellen, tuin 431. Vaseline, smeer gewoon overal vaseline op. Ati, tuin 704. Als een bloemstengel geknakt is kun je hem spalken met plakband, vaak groeit hij dan gewoon door.
helemaal enthousiast. Weet jij hoe ik dat moet doen Ati? Het lijkt me zo leuk om bommen naar de walkanten van Blijdorp te werpen dan is het misschien volgend jaar wel een vrolijke bloemenzee. Nou ik wist het ook niet maar Janny wel. Met veel plezier maakten ze met Hannyzaad een respectabele hoeveelheid bommen die allemaal richting Blijdorp werden geworpen. Met recht creatief met zaad. Deze zomer gaan ze met hun obsessie zelfs de grenzen over. Familie, vrienden en tuinders worden allemaal gevraagd om vooral zaad mee te nemen verzameld bij hun vakantieadres. Een voorjaarsvakantie oogst uit Malta is al gezaaid en er word iedere dag gekeken of er al iets opgekomen is. Laatst toen ik met Janny bij Hanny aan de koffie zat belde haar dochter uit het uiterste zuiden van Italië en zei: mama ik wil best wel zaad verzamelen maar het is hier een totaal andere biotoop. Het gaat het never nooit doen in jouw schaduwrijke koude tuin. Lief kind zei Hanny: je weet het maar nooit. En schommelend in haar schommelstoel knikte Janny instemmend met haar wijze hoofd. Want zo is het maar net.
Zoete courgettetaart 100 g walnoten, grof Oven voorverwarmen op 175 °C. Walno- gehakt 2 courgettes ten in droge koekenpan kort roosteren 3 eieren en op bord laten afkoelen. Courgettes 200 g rietsuiker wassen, droogdeppen en grof raspen. 1 zakje vanillesuiker Courgetterasp in zeef laten uitlekken, 100 ml milde olijfolie vocht er zo veel 200 g bloem, gezeefd mogelijk uitdrukken. Courgette droog1 zakje bakpoeder deppen. In kom eieren, rietsuiker en 1 eetlepel koekkruiden vanillesuiker met mixer of garde luchtig kloppen. Olie erdoor kloppen. In andere kom bloem mengen met bakpoeder, koekkruiden en 1 tl zout. Bloem luchtig door eimengsel scheppen. Courgette en walnoten door beslag mengen. Beslag in ingevette en met bloem bestoven springvorm scheppen en op rooster in midden van oven zetten. Taart ca. 1 uur en 15 min. bakken tot buitenkant lichtbruin is, maar taart vanbinnen niet helemaal droog is. Vorm uit oven nemen en taart 10 min. laten afkoelen. Mes langs zijkant van cake halen en taartrooster of snijplank op vorm leggen. Voorzichtig samen keren, zodat taart zonder te breken uit vorm glijdt. Courgettetaart op rooster laten afkoelen. Bron: De allerhande. Tomaten créme soep
250 gr tomaten, grof gehakt Smelt de boter in een pan. Laat hierin 2 prei, in ringen de prei zachtjes fruiten, mag niet 3 el boter verkleuren. Voeg de tomaten toe en 4 el room bak mee tot ze vocht afgeven doe de aardappelen, suiker, zout en water in de 750 cl water 400 gr aardappelen, pan en laat aan de kook komen. Kook zachtjes met deksel op de pan 25 minu- geschild en in stukjes ten. Pureer de soep met een staafmixer. 1 bosje kervel, van de Maak af met de room, proef op zout en takjes gehaald zout, suiker suiker. Garneer met kervel. Bron: Elizabeth David.
Koude komkommersoep met munt
3 komkommers, in grove stukken Pureer de komkommers met een staaf- 150 ml water 50 ml muntazijn (zie mixer., doe de water, azijn diksap en zout erbij en laat een paar uur koelen in recept) of wijnazijn 2 el diksap de koelkast. 1 groene peper, ontDoe in 4 borden. Schep in ieder bord zaad en dunne sliertjes 1 el yoghurt en bestrooi met peper en 4 tl zout muntblaadjes. muntblaadjes 4 el volle yoghurt Bron: www.restaurantzinc.nl
pagina 16
Schoffelen
Clubhuis onder de loep Door Conny Ons clubhuis is een te grote financiële belasting voor de verenigingskas, bleek uit afgelopen ledenvergadering. We zijn daar een beetje van geschrokken. Een vereniging is meer dan een verzameling individuele tuinen en daar is een bindmiddel voor nodig. Initiatieven van leden, voor leden in een ruimte die daar uitermate geschikt voor is: een clubhuis. Want wat is een tuindersvereniging zonder kloppend hart? Juist in deze tijd waarin er heel veel nieuwe jonge tuinders (waaronder wij) enthousiast aan het schoffelen gaan, is het belangrijk om te weten wat er buiten je eigen tuin nodig is om als vereniging te kunnen blijven bestaan. Wellicht kunnen we wat leren van Franse dorpspleintjes, die nog steeds heel goed functioneren als ontmoetingsplekken tussen jong en oud. Een kaartje leggen, een spelletje petanque, een krantje, maar ook een hapje en een drankje. Wat zou voor SNV het equivalent voor petanque zijn? Een krantje en een internetverbinding? Wanneer zouden jullie het clubhuis een goeie plek vinden om af en toe heen te komen en collega-tuinders te ontmoeten? Kortom tijd voor een inventarisatie, dachten wij. Na een aantal informele gesprekken zijn we met een klein clubje om de tafel gaan zitten en hebben besloten dat we daar wel een steentje aan bij willen dragen. Als eerste een idee dat er wat meer licht binnen zou mogen en dat het wat minder kantine zou mogen zijn. Er bleken ramen te zitten onder de platen in de wand. Ed was zo goed om tijdens één van zijn vele clubhuis-diensten de platen er alvast af te schroeven om te kijken hoe dat werd. En het werd veel lichter. Ook het schoonmaakwerk was terecht een groot punt op de agenda. We zijn met poetsen gestart op de zaterdagochtenden in het kader van het algemeen werk. Vooralsnog zijn we met een paar mensen, maar daar kunnen er nog wel wat bij, zeker in het hoogseizoen. Dus wie biedt zich aan? Loop binnen bij het bestuur of stuur ze een mail. We realiseren ons dat dit seizoen alweer halverwege is en dat we voornamelijk wat kleine dingen kunnen doen, maar op de achtergrond wordt heel erg doorgedacht hoe we ons kloppend hart zouden kunnen reanimeren. De pizza-oven van Richard is zo’n initiatief. Een terras met picknick tafels op het grasveld. Een leestafel met laptop-oplaadpunten en internet is geopperd door Jane. Maar ondertussen ook een kritische blik op de kostenposten binnen het clubhuis en in het kostenplaatje bezien mogelijke combinaties van onze verenigingsgebouwen in het algemeen. Kunnen we een goede vorm vinden om al die kosten naar beneden te krijgen en tegelijkertijd alle faciliteiten behouden… Daarover later meer.
LAB405 Door Conny van tuin 405 Wat zo goed is aan onze tuin is de schaal. Het is absoluut groot genoeg om je voortdurend in beweging te houden zonder moe te worden en het is klein genoeg om er van alles in uit te proberen zonder het overzicht te verliezen. Onze tuin als laboratorium. Om preciezer te zijn: Jip’s laboratorium wat betreft alternatieve energie-onderzoeken… en ik ben zijn lieftallige assistente. Eén van de eerste dingen die op onze tuin als prototype het daglicht zag was een zonneboiler met een zelfgemaakte collector op het dak. Het idee erachter was dat het toch mogelijk moest zijn om in de zomer afwaswater te maken, zonder er een geiser voor
te laten branden. Na een weekje uitzoeken, buigen en solderen lag er een plat glazen kastje op ons dak. Daaraan een aanvoeren afvoerslang naar een koelbox op de grond, die 20 liter water bevatte. Het water werd rondgepompt door een dompelpomp, gevoed door de stroom opgewekt met onze zonnepanelen. Aan het eind van de dag was het water in de koelbox 50 graden Celcius. Afwaswater! Jip’s links: dit is een hele goede en erg goed te doen http://www. builditsolar.com/Experimental/PEXColDHW/Overview.htm als je kunt solderen ;-) Deze kun je maken voor een paar dollar met wat tape: http://www.thesietch.org/projects/solarthermalpanel2/index.htm Het volgende project wordt een sedum-dak: ter isolatie, het reduceert de slijtage aan het dak en gewoon omdat het mooi is. Het experiment zit ‘m in het feit dat het een doe-het-zelf sedum dak is. Kijken of het hier lukt en of het dus op een groter dakopervlak op deze manier ook goed te doen zou zijn. Het grappige is: bij navraag blijkt dat er op een tuinhuis- of schuurdak van minimaal 10 m2 subsidie te krijgen is. Meer informatie op deze site http://www.groenedaken.net en op deze site http://rotterdamclimateinitiative.org/ Ik ben benieuwd of ik volgend seizoen naast de tuin ook ons dak moet schoffelen ;-))
2010-05 augustus
pagina 17
Tuinieren voor dummies
Voorstellen: Ellen Tielemans
Door Talea
Door Ellen van tuin 431
Bent u er ook zo eentje, die het verschil nog niet kent tussen onkruid en opkomende groenten in de moestuin? Ik loop met regelmaat over ons complex en dan zie ik al die mooie tuinen, siertuinen, moestuinen, tuinen die zo dicht mogelijk bij de natuur worden gehouden, mengelmoestuinen en dan denk ik bij mezelf: “ Hoe doen ze dat toch? Hoe krijgen ze die tuin zo mooi en hoe zit het met het onderhoud van die tuin? Is iedereen hier op ons complex van nature met groene vingers geboren? Ik kan toch niet de enige zijn op ons complex die de ballen verstand heeft van tuinieren??! “ Ik moet tot mijn grote schande bekennen dat ik geen idee heb van wat tuinieren nu precies inhoud, laat staan dat ik het verschil zie tussen onkruid en een opkomend plantje in de moestuin! Nou moet u weten dat mijn opa en oma van mijn vaderskant vroeger in Westerlee woonden, in de buurt van Winschoten in het noorden van ons kikkerlandje en die hadden een enorme moestuin! Ik heb als kind heel vaak door die tuin gezworven en dan vond opa me weer in m'n goeie witte goed in de kersenboom.. Als u dat even in gedachten houdt, als u dan ook nog weet dat manlief bijna alles weet van tuinieren.. Dan word de situatie bepaald lachwekkend, nietwaar! Hoeveel keer hij al tegen me gebruld heeft dat ik met m'n tengels van dat plantje af moest blijven, geen idee... Dan dacht ik namelijk, na wat boekjes te hebben gelezen uit de bibliotheek waar ik lid van ben, dat het plantje toch echt onkruid was... Welnee hoor, dat waren de opkomende tomatenplantjes...Of de opkomende bospeentjes... Het probleem is dus dat als alles nog piepklein is en moet opkomen in de moestuin, dat ik dan dus geen verschil zie tussen onkruid en de opkomende groenten... U begrijpt, ik ben er inmiddels van overtuigd dat ik er met het lezen van alleen boeken nog lang niet ben! Ik blijf tegenwoordig dan ook wijselijk van onze moestuin af.. Manlief moet er zo nu en dan toch ook erg om lachen. Dan krijg ik weer naar m'n hoofd geslingerd dat ik toch ben opgegroeid in een dorp, tussen de akkers en de weilanden?? Klopt helemaal! Ware het niet dat ik vaker bij m'n opa op z'n roterijtje te vinden was waar hij aan autootjes sleutelde en niet op de akkers of in de weilanden... Ik weet meer van auto's dan van tuinieren en dat als echt boerentrientje!! Ik moest me schamen! MAAARRR!! Ik ben niet helemaal geschuffeld, dus ik ben gewoon verder gaan kijken hoe ik me dan het tuinieren eigen zou kunnen maken. Dan moet je dus klein beginnen. Op naar de bibliotheek dan maar. Daar vond ik 2 boeken die mij wel konden bekoren. De eerste was een boek van Allan Mea, getiteld: Het onkruidboek, en het tweede was van Peter Bauwens, getiteld: Een tuin van eten: vier seizoenen oogst. Daar ga ik nu aan beginnen. Verder was het internet ook heel erg behulpzaam. Zo kwam ik een website tegen over tuinen en alles wat daarbij kwam kijken, zoals het bestrijden van ziekten in je planten en groenten, wat je wanneer moet zaaien en ga zo maar door! Het adres van die website is als volgt... www.tuinen.nl Makkelijker kan gewoon niet! Maar alle gekheid op een stokje, even serieus nu.. Ik hoop dat er ooit een dag komt waarop ik manlief gewoon kan helpen in de tuin zonder dat hij me met argusogen in de gaten moet houden omdat ik anders misschien wel de groente weer eens aanzie voor onkruid.. Als ik naar de kinderen kijk voel ik me soms nogal dommig, ze weten al meer van tuinieren dan ik en ze zijn pas veertien en elf jaar oud! Nog meer redenen om mezelf eens flink onder handen te nemen.. Ooit komt het goed, maar dit jaar nog niet! Ik wens u nog heel veel tuinierplezier toe dit jaar en mooi weer!
Als laatste bestuurslid dat wordt voorgesteld in Schoffelen is Ellen Tielemans, de tweede penningmeester van SNV, aan de beurt. Ellen is sinds februari 2010 penningmeester, samen met Wieke. Eerst krijg ik een rondleiding over de tuin. De tuin is erg gezellig en heeft veel leuke plekjes. Ellen en haar vader vinden het erg leuk om mij rond te leiden. De tuin laat een goed beheerste nonchalance zien. Het is hier fijn toeven. Op de veranda nemen we het interview af onder het genot van een kopje thee en een stroopwafel. Ellen is min of meer toevallig op SNV terecht gekomen. Zij woont al vanaf haar jeugd in het Nieuwe Westen, op loopafstand van het complex. Als kind werd ze meegenomen door haar ouders naar het complex als ze bijvoorbeeld iets wilde weten over groenten, bloemen of beestjes. Toen haar neefje later een bijzondere aandacht voor tuinieren bleek te hebben, heeft zij samen met haar broer en haar vader besloten hier een tuin te nemen. Dit was 11 jaar geleden. Zij heeft er nooit spijt van gehad, En dat is ook te zien aan de leuke plek. Toen Wieke werd gevraagd om penningmeester te worden in het nieuwe bestuur, gaf zij aan dit niet alleen te willen doen vanwege de enorme hoeveelheid tijd die in goed penningmeesterschap gestoken moet worden. Wieke vroeg of Ellen als tweede penningmeester wilde optreden. En gelukkig heeft Ellen ja gezegd. Zo is de boekhouding van onze vereniging in goede handen. Ook in het dagelijks leven werkt Ellen als boekhouder. Ellen boekt facturen en rekeningen en werkt het debiteuren bestand bij. Volgens haar kan de vereniging net aan de verplichtingen voldoen. Voor grote uitgaven die eigenlijk gedaan moeten worden is niet altijd voldoende geld in de pot aanwezig. Ellen en de rest van het bestuur en enkele vrijwilligers doen hun uiterste best om allerlei creatieve oplossingen te vinden om de eindjes aan elkaar te knopen. Ellen is nu bijvoorbeeld aan het uitzoeken hoe de enorm hoge energierekening omlaag kan. Om zo extra financiële ruimte voor de vereniging te creëren. Het bestuur is ook aan het onderzoeken hoe de gebouwen-situatie verbeterd kan worden door bijvoorbeeld alle activiteiten onder te brengen in de kantine. Ook worden er door vrijwilligers ideeën bedacht om de kantine winstgevender te maken door deze op te pimpen. Zodat leden eerder geneigd zijn de kantine aan te doen voor een babbeltje, een drankje en een snack. Gerustgesteld vertrek ik naar mijn eigen tuin: De boekhouding is volgens mij in goede handen.
Over de Tai Chi lessen Door Annet
Aangezien ik in het park gespot was met het oefenen van Tai Chi, werd mij gevraagd een interviewtje te doen met Rob Gruis. Hij geeft namelijk deze zomer Tai Chi lessen aan geïnteresseerde verenigingsleden. Daar heb ik ja tegen gezegd want je moet toch alles een keer gedaan hebben in je leven, dus ook een interview. Bij onze eerste kennismaking bleek hij een lange, rustige en vriendelijke man te zijn die welwillend stond tegenover het idee hem mee te laten helpen om ons clubblad te vullen. Na een prettige en 1,5 uur lange, leerzame eerste les in de schaduw van een grote boom in het park, spreken we een week later af voor een vraaggesprekje. Als ik maar niks over de voetbal(uitslagen) zou vragen. Nou dat kost me niet veel moeite want daar heb ik niet veel mee. Voor Rob is dat een ander verhaal want hij heeft vroeger zelf gevoetbald, maar daar hebben we het dus niet over. Toch heeft hij op zijn 19e de overstap gemaakt naar de oosterse vechtsport, die hem tot op heden nog steeds boeit. Ik ben wel benieuwd naar de oosterse vechtsport en daaruit voortgekomen bewegingskunsten. Wu Shu is de verzamelnaam van deze tak van sport waarvan Tai Chi er 1 is. (Rob ziet het liever als Taiji geschreven staan.) Sanda en Taolu horen daar ook bij en Rob heeft jarenlang deze laatste .beoefend. Dit zou je vechtturnen kunnen noemen en is een snelle, intensieve, belastende en relatief zware sport waarin ook sprongen gemaakt worden. Dit is door de zwaarte ervan niet iets om tot op hoge leeftijd te doen, en rond je 25e levensjaar begint het dan ook tijd te worden naar wat anders uit te kijken, want hoe ouder je word, hoe lastiger het wordt om dit lichamelijk vol te houden. Door op een gegeven moment ook aan tai chi lessen mee te gaan doen maakt hij uiteindelijk dus weer een overstap. Deze keer blijft hij in de oosterse vechtsport, maar gaat over naar de rustigere vorm die tai chi genoemd wordt. De bewegingen worden langzaam en beheerst uitgevoerd en vereisen concentratie en veel training. Vooraf worden er vaak qigong (spreek uit: chi kung) oefeningen gedaan, die op ademhalingstechnieken en losmaken gericht zijn. Men zegt dat tai chi gezond is om te doen voor lichaam en geest en ik vraag Rob waar hem dat nou in zit. Het reguliere ademhalen in combinatie met de bewegingen laat de energie (chi) stromen en zorgt uiteindelijk voor ontspanning. Door veel te oefenen ga je de bewegingen (en de volgorde!) beter beheersen, wat weer een positief effect heeft op het op ontspannen wijze uitoefenen van de vormen. Als je echt goed bezig bent dan kan je het zelfs voelen tintelen in je lijf. Zover ben ik dan dus blijkbaar nog niet, maar dat
kan wel kloppen want ik ben er nog maar een half jaar mee bezig. Het is dan ook geen sport om zomaar even te gaan doen. Tegenwoordig moet alles snel en wil men steeds wat anders, maar dan ben je bij tai chi dus aan het verkeerde adres. Je moet er wel voor gaan en er de tijd voor nemen, want het is niet eenvoudig en levert in korte tijd niets op voor snelle en ongeduldige mensen. Het is een uitdaging die je aangaat, want er is erg veel te leren en je blijft streven naar verbetering. Wat dat betreft is het eigenlijk hetzelfde als een volkstuin nemen, ook dat is een ons welbekende uitdaging waarin je moet volharden om het te krijgen zoals je het wilt hebben. Rob leert ons nu de 10. Wat betekent dat, de 10? Dit is een vorm, (ikzelf zie het als een soort choreografie) met 10 verschillende bewegingen die als 1 vloeiende beweging (een langzame dans), worden uitgevoerd. Alles heeft zijn oorsprong in een verdedigende of aanvallende beweging. Handen en voeten moeten tegelijkertijd, op elkaar afgestemd, iets doen. In het begin lukt het dan ook niet om je op beide tegelijk te concentreren. Ook zijn we bezig met de 24, ja inderdaad, 24 verschillende bewegingen achter elkaar, en in de juiste volgorde. Maar als we deze zomer de 10 leren, mogen we blij zijn. (Je hebt ook nog de 108! Dit is dus echt voor gevorderden!!!) De 24 doen we er voor het leuk ook nog een beetje bij, maar dit is bij lange na niet haalbaar in deze zomer want er is zoveel waar je op moet letten. Ik merk zelf dat door de concentratie je geest ontspannen word. Heerlijk om te doen, maar dit terzijde. In ieder geval, Rob is helemaal verknocht aan de tai chi, heeft zeker 16 jaar lang les gehad van veel (goede) leermeesters en is ook in China geweest. Helaas maar 1x vertelt hij, maar het heeft wel indruk gemaakt, en hij zou graag nog weer eens gaan. Hij ging daar naar toe als bestuurslid en atleet bij de First World Championship. We krijgen dus niet zomaar les van de eerste de beste, al is het lesgeven voor hem wel nieuw! Na al die jaren van lessen volgen is hij er voor korte tijd door omstandigheden mee gestopt. Toen hij besloot de draad weer op te pakken vroeg hij zich af van wie hij nou nog graag les zou willen krijgen en wat hij nog kon en wilde leren. Aangezien daar geen goed antwoord op te geven was heeft hij het over een andere boeg gegooid, en huurt hij al een jaar of 3, 1 x per week een zaaltje waar hij zelf veel oefent. Hij liep de laatste tijd wel rond met plannen om zelf misschien les te gaan geven, en we hebben het dan ook aan zijn vriendin te danken dat wij zijn proefproject zijn, want zij heeft ervoor gezorgd dat hij deze stap heeft gemaakt.
2010-05 augustus
Van gazon naar wilde bloemenweide Door peter Kremer.
Een goed onderhouden gazon zonder (on)kruiden is voor veel tuinbezitters een must; wat is er fijner dan op een mooie dag in het gras te liggen of s’ochtends vroeg op blote voeten met een bakje koffie in de hand door het natte gras te lopen. Maar er zijn meer mogelijkheden dan een strak engels gazon, zoals een bloemenweide ofwel een natuurlijk graslandje met wilde bloemen. Als plantenecoloog en tuinontwerper ben ik al jaren aan het experimenteren met het omvormen van een gazon naar de wildere en meer natuurlijke variant, een bloemenweide, zoals dat ook meer in het wild voorkomt. Ooit deed ik onderzoek langs het beekdal van de Drentse Aa, de enorme bloemenpracht van dit gebied in mei-juni was fantastisch om te zien; echte koekoeksbloem, breedbladige en gevlekte orchis, zwarte rapunzel, ratelaar, boterbloemen, zenegroen en nog veel meer soorten kleuren deze graslanden in een kleurenpalet dat je voor Nederland niet voor mogelijk houdt.
Uitgaande van een bestaand gazon en het maaibeheer zijn er verschillende varianten mogelijk. Indien het gazon niet meer iedere week, maar bijvoorbeeld om de twee of drie weken gemaaid wordt komen vanzelf madeliefjes, paardenbloem, witte en rode klaver, hondsdraf, boterbloemen en verschillende soorten havikskruid in het gras. Van de laatste is het oranje havikskruid een mooie soort die in mei-juni bloeit en op ons complex op verschillende plekken te vinden is. Ook Zenegroen is bij ons veel te zien, deze lipbloemige wordt ook vaak aangeplant en vormt mooie tapijtjes van donkergekleurd blad en in april- mei blauwe toortsjes. Penningkruid groeit als bodembedekker in tuinen, en ook goed in het gras en bloeit op dit moment massaal met goudgele bloemen. Dit jaar had ik voor het eerst ratelaar in het gras, een half-
pagina 19 parasiet die op grassen teert, met lichtgele lipbloemen en ratelende zaaddoosjes. Deze 1 jarige plant kan het gras in toom houden en versnelt het proces van het omvormen naar bloemenwei. Indien een gazon of grasland een tijdlang niet gemaaid wordt zal het gras uiteindelijk kniehoog of nog hoger groeien. Dit was het geval toen ik mijn tuin op SNV betrok drie jaar geleden, het was vreselijk verwilderd met distels en zuring en niet meer doorheen te komen met een grasmaaier. Uiteindelijk moest ik het maaien met de bosmaaier en bleef er een droog stoppelveld over met veel kale plekken van molshopen erin. Dit was niet wat ik voor ogen had, maar de open plekken heb ik gebruikt om een wildbloemenmengsel in te zaaien en te beplanten met diverse soorten narcissen. Uiteindelijk heeft het zo’n twee jaar geduurd voor het grasveld een soort evenwicht kreeg met diverse grassoorten en bloemen. De stukken waar ik veel op loop worden vaker gemaaid dan andere want hoog gras dat plat op de grond gaat liggen geeft veel kale plekken. De stukjes die niet belopen worden mogen hoger groeien en worden 1- 2 keer per jaar gemaaid (vanaf half juni). Indien uiterlijk half juni gemaaid wordt lukt het nog goed om het grasveld snel weer groen te krijgen. Waar is dit maaien nou goed voor? Dit is vooral om een teveel aan voedingsstoffen af te voeren en kans te geven aan kruiden om te ontkiemen op open plekjes. Bemesting van een bloemenweide is sowiezo uit den boze! Indien we helemaal niet meer zouden maaien zullen we uiteindelijk een ruigtekruidenvegetatie krijgen met brandnetels, distels, zuring, smeerwortel, leverkruid en guldenroede. En uiteindelijk zal dit zich verder ontwikkelen naar een elzen-wilgenbos op ons terrein. En wat is er nu zo leuk aan een wild grasveld cq bloemenweide? Het is het genieten en blijven verbazen over de natuur, en onverwachtse momenten zoals een nieuwe soort die aan is komen waaien of een zeldzaam vlindertje dat op een bloem neerstrijkt. Dat is wat tuinieren met de natuur en niet tegen de natuur in, zo boeiend maakt. En misschien komen er nog een orchideeen spontaan aanwaaien……….
pagina 20
Schoffelen
Puinruimen Door Gerrit en Yolanda Sinds anderhalf jaar zijn Gerrit en Yolanda eigenaren van het huisje op tuin 465. In deze column vertellen ze over hun ervaringen met hun eerste volkstuin. Hieronder de vierde aflevering. Ken je dat, dat je op zo’n punt zit dat je denkt dat je het werk niet meer overziet? Nou, dat punt hebben we bereikt, ongelofelijk hoeveel er nog moet gebeuren. De vijverpartij is eruit en ik ben gaan spitten. Er is gebleken dat er onder de vijvers, nog een vijver ligt! Vakkundig aangelegd en van beton. En niet te klein ook. Even leek het erop dat ik een zwembad aan het uitgraven was. En als je als criteria voor een zwembad, de huidige zwembaden die veel tuinders in hun tuin hebben staan gebruikt, dan zaten we er ook niet heel ver vandaan. Maar ik houd vol. Wat ik erbij moet vertellen, is dat de vijver ook nog eens volgestort is met puin. Maar ik houd vol! Velen verklaren me volslagen voor gek, maar ik blijf stug puin tillen en aarde scheppen. Op een mooie zaterdag besluiten we al het puin naar de stort te brengen. Gerrit had een opruimbui. Alles wat niet in de tuin hoorde, moest eruit. Dus, kar gescoord en rijden maar. Heel de auto vol gruis, maar voor een goed doel. En ik moet zeggen, het ruimde inderdaad lekker op, maar de dag erna leek het of we niets afgevoerd hadden. Er bleek nog zoveel puin in de grond te zitten, dat ik ‘met gemak’ weer net zoveel puin geproduceerd had, als we de dag ervoor hadden weggehaald. Het lijkt wel, of er voor dit tuinhuis een volledig appartementencomplex heeft gestaan, waarvan ik nu de fundering aan het verwijderen ben. Er liggen nl. witte stukken beton o.i.d. bij, die zo ontzettend massief en zwaar zijn, dat je je serieus afvraagt hoe die in de tuin terecht gekomen zijn.
exact dezelfde combinatie. Het was ons nog niet opgevallen, maar inderdaad, het huisje heeft exact dezelfde kleuren! Ondertussen slaat de twijfel toe, of dit wel de kleurencombinatie is die we voor ogen hadden. Terug naar de ‘Doe het Zelf’ om kleurstalen te halen. Van oudroze tot wit, maar we kunnen niet kiezen. We besluiten om eerst het huisje maar helemaal de ongecompliceerde kleur te geven en we leggen ons neer bij de bruine kozijnen. En nu we toch aan het verven geslagen zijn, vinden we dat we het af moeten maken. Omdat we zo lekker bezig zijn, denken we ook dat we een nieuwe toilet willen. Het ding wat er staat is zo vies, dat we het eigenlijk niet eens willen verwijderen, omdat we het dan aan moeten pakken. Maar omdat vrienden, die ook een huisje op het terrein hebben, ernstig zonder zitten, doen we het toch. Ding van z’n plek gehaald en naar de tuin van de vrienden versleept. Zij gaan direct keihard aan de slag met schoonmaakmiddelen en zowaar, het wordt beetje bij beetje een ding waar je op zou kunnen gaan zitten. Knap werk! Des te pijnlijker was het, dat we erachter kwamen dat de uitgang die op de riolering aangesloten dient te worden, aan de onderkant blijkt te zitten. En dat kwam niet overeen met z’n nieuwe onderkomen. Daar werd nl. en achteruitgang van ‘hem’ verwacht. Dus kregen we een superschone toilet terug en misschien heel gek, maar dat hadden we toch liever niet gezien. We dachten dat we er mensen blij mee hadden gemaakt, die ook niet voor hun lol een toilet schoon hebben staan maken. Maar al met al, het toilet staat weer waar het ooit begon, in het huisje op tuin 465!
Hoeveel leven past er in 30x30x30 cm?
Het huisje was al wind en waterdicht, en de binnenkant is bijna helemaal betimmerd. Maar het is nog steeds donkerbruin. En daar willen we wat mee. Daarbij is een schilderbeurt geen overbodige luxe. We trekken dus naar de ‘Doe het Zelf’… Alleen al een kleur bepalen (heb ik het nog niet over het daadwerkelijk schilderen) is al een opgaaf! Heel internet hebben we afgestruind op zoek naar vergelijkbare huisjes. We hebben huisjes in de Caribean gezien, in Ierland, Schotland en Zweden. Uiteindelijk valt de keus op een ondefinieerbare kleur groen/blauw/grijs, met de fantastische naam: ongecompliceerd We hebben geluk, want de beits dekt bijzonder goed. We willen deze kleur combineren met de bruin die er al opzat. En in eerste instantie zijn we daar ook tevreden mee. Geen voor de handliggende combinatie en daardoor des te grappiger als we van een tuinder horen dat er vooraan op het terrein een huisje staat met
Om die vraag te beantwoorden ging fotograaf David Littschwager op reis met een groen metalen, kubusvormig frame met zijden van één Engelse voet (inhoud circa dertig liter). Hij bezocht uiteenlopende stukken natuur: land en water, tropisch en gematigd klimaat. Overal observeerde en fotografeerde hij de soorten die de kubus passeerden of er even verbleven. Met een assistent en een groot aantal biologen verzamelde hij minutieus elk dier van een millimeter of groter dat zich in het frame waagde, gedurende een periode van ongeveer drie weken per locatie. In totaal fotografeerde hij ruim duizend organismen. In het nummer van de National Geographic van afgelopen februari verscheen over deze reis van David Littschwager een prachtige reportage met even prachtige foto’s, zoals we van National Geographic gewend zijn. Heb je deze National Geographic gemist , dan kun je op de site van NG een exemplaar bestellen, http://magazine.nationalgeographic.nl/. In de Engelstalige NG kun je dit artikel in het maartnummer vinden. Ook heb je weleens de mazzel om bij De Slegte voor weinig geld oude edities te vinden.
2010-05 augustus
pagina 21
Verhalen van de achterbank, oftewel groene souveniers door Marjo van tuin 451
Hebt u dat ook wel eens? U bent ergens buiten ons tuincomplex en u denkt : dit kan ik mooi gebruiken op mijn tuintje. Ik pluk van dit een stekkie en ik neem daar een zaadje van mee. Geweldig idee!! Welnu dit overkomt veel mensen in heel Nederland. In het bijzonder “tuiniers”die op reis gaan kunnen het vaak niet laten om iets van het lokale groen mee te plukken. Maar: hoe en wat? Ik wil enkele bijzondere ervaringen met jullie delen die mensen meemaken als het gaat om het groen “”versieren” buiten je eigen tuintje. Judasboom uit Jeruzalem: Op vakantie in Israel bezocht een stelletje in Jeruzalem de Kerk van het laatste Avondmaal. Weer buitengekomen puffen zij op het kerkplein even uit op de rand van een stenen plantenbak. Terwijl zij de roze-paarse bloemen van een kleine boom boven hen hoofd bewonderen, vroegen zij zich af welke dat nu kan zijn. Eronder lagen allemaal zwarte peulen, overgebleven van vorig jaar. Zij kon de verleiding niet weerstaan stak er enkele in haar zak. Thuis gekomen heeft zij deze in het kweekkasje gezet. Na veel speurwerk komt ze erachter welke boom zij heeft meegesmokkeld: Het blijkt de Judasboom of Cercis te zijn. Natuurlijk stond deze voor de kerk om te herinneren aan het verraad van de apostel die zich volgens de overlevering later aan deze boom ophing. De meegenomen peulen kiemden onmiddellijk. Het was er ook de juiste tijd voor om ze te zaaien!!!! Voorbereid op vakantie Als men op vakantie gaat neemt men vaak veel ….heel veel mee. Ook plastic bakjes en zakjes met hechtstrook: je weet immers maar nooit. Zo zag een stelletje in Brazilie ooit een beeldschone leliesoort. En, wat een geluk: de zaden waren rijp. Deze gingen thuis meteen in een grote pot met potaarde, vermengd met een beetje van de aarde die zij ook uit Brazilie hadden meegenomen. Daarna in de kas. Na lange tijd kwamen er zowaar groene spietjes. In de winter ging de pot naar een warmere plaats. Ja hoor, in het voorjaar werden zij beloond met wel drie bloemen. Het jaar erop was het een volwassen plant vol bloemen. Soms loopt het minder goed af. Een stekkie van een mooie vetplant met knalroze bloemen, die gewoon bij een Grieks strand groeide kwam in een broodtrommel terecht om mee te nemen. De wortels omwikkeld met nat keukenpapier in de koffer naar huis genomen. Een zomer lang genoten zij ervan, maar bij de eerste koude nacht was het gedaan. Kapers op de kust Tijdens een vakantie in eigen land wordt er op de Internationale Kwekerijdagen te Bingerden een nieuw soort basilicum gekocht. Met heerlijk geurende blaadjes ziet het er veelbelovend uit. In een potje met natte keukenrol, plastic er omheen in de warme auto. Het kruidenpotje gaat naar hun eigen tuintje en al snel ziet het polletje er zielig uit: het hing slapjes over de pot. Toch te lijden gehad van de hitte?? Een gietbeurt helpt niet…Ook de volgende dag lag het plantje over de rand heen. Terwijl de blaadjes er eerder toch gezond uitzagen. Dan… bij toeval ontdekken ze de reden; een eekhoorn vlak uit het bos bij hun uit de buurt vond de geur ervan kennelijk ook erg lekker. Hij lag er languit overheen….de geluksvogel!!!!!
Als bomen in bakken op de boulevard Men kan verrukt worden van de bloemenpracht aan de Franse Riviera…en vooral van de oleanders die als bomen in bakken op de boulevard groeien. Een echtpaar toogt in de schemering – om vooral maar niet op te vallen- met een schaartje op zak naar de boulevard. Na het kiezen van de kleuren knippen zij enkele stekken af. Met de uiteinden gewikkeld in een prop natte watten gingen de stekjes in een plastic boterhamzakje voorzichtig tussen de kleding de koffer in: Thuisgekomen gaan de stekjes richting vensterbank. Nu …ruim 15 jaar later staan de oleanders in 20 liter-kuipen. Elk jaar worden deze de garage ingesjouwd om de winter te overleven. Zo mooi kan het worden dus!! Kommer en kwel Ooit nam men eens uit Zuid-Frankrijk een spuitkomkommer mee naar Nederland. Zo’n soort augurkenplant waarvan de vruchten aan het eind van de zomer ontploffen: het zaad springt dan overal in het rond. Men kreeg zowaar een plantje toen het gedroogde zaad het volgend voorjaar in de grond werd gezet. De komkommer heeft ons barre klimaat echter niet overleefd; Te veel regen, verdronken…. ATTENTIE: Let op dat u geen beschermde plantensoorten meeneemt. Meer dan 140 landen ondertekenden het CITES-VERDRAG ( Convention on International Trade in Endangered Species of wild Flora and Fauna) Hieronder vallen ruim 800 dieren- en plantensoorten waarvan de inen export verboden is. • In Nederland mag u niet beschermde bloemen, planten groenten en fruit in kleine hoeveelheden alleen voor eigen gebruik invoeren tot maximaal 5 kilo. In veel andere landen is dat niet toegestaan. • Bij twijfel kunt u bellen met het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, vanuit Nederland 0800-22333 (gratis), vanuit het buitenland: • 0031-592 33 29 58 (niet gratis) Zie ook: www.douane.nl ofwww.wijsopreis.nl of www.cites.org
Vlinder weetjes Vlinders hebben een lange roltong. Hiermee kunnen ze tot heel diep in bloemen nectar gaan snoepen van bijvoorbeeld lavendel en salie. Planten met gevulde bloemen vormen echter een probleem. Gevulde bloemen zijn meestal het gevolg van kunstmatige selectie van planten. Hierbij wordt geselecteerd op bloemen waarvan de meeldraden omgevormd zijn tot kroonblaadjes. Door al die kroonblaadjes kunnen de vlinders niet meer tot bij de nectarbronnen. Doordat de overblijvende meeldraden verstopt zitten tussen de vele kroonblaadjes zijn die bloemen ook voor andere insecten minder interessant. Afwisseling Vlinders houden van afwisseling en variatie. Ze oriënteren zich met behulp van de planten in een tuin, zoals wij bijvoorbeeld aan de hand van bepaalde gebouwen weten waar we zijn. Het is daarom belangrijk om in de tuin variatie aan te brengen in de hoogte van de planten, zodat vlinders er hun weg kunnen vinden. Hoogteverschillen tussen planten creëren vaak ook meer beschutte plekjes, waar vlinders graag gebruik van zullen maken.
pagina 22
Schoffelen
De tuinfluisteraar De eigenaar heeft het gras geverticuteerd, bemest, gemaaid en besproeid. En toch is het gazon een hobbelige lappendeken van lichtgele vlekken waar her en der plukken frisgroen gras uit omhoog schieten. Het is niet eerlijk. Zijn inspanning verhoudt zich op geen enkele manier tot het resultaat. Tuincoach Henk Grotenhuis voelt met zijn klant mee. ‘Zo te zien doe je alles goed. Maar gras is nu eenmaal geen gemakkelijke plant. ‘Na de jobcoach, de opruimcoach en de opvoedcoach is er nu ook de tuincoach. Wie bij het openslaan van de tuindeuren een lichte paniek voelt opkomen in plaats van blijdschap om het bezit van een eigen tuin, is rijp voor een handjevol tuincoaches dat zich aanbiedt via internet of kwekerij. Tuincoach Hen Grotenhuis, van kwekerij De Limieten in Huizen, is er een. Hij rijdt dagelijks in zijn bordeauxrode VW-bus langs tuinbezitters in verschillende stadia van ontreddering. ‘Je mailde dat je iets wilde toevoegen aan je tuin’, zegt Grotenhuis (55). Hij staat met zijn klant, een degelijke veertiger, in een vrijwel lege achtertuin omzoomd door schuttingen en een blinde muur. Op de gehavende grasmat slingert een driewielertje. In de smalle borders zijn dode en halfdode planten elkaar in de armen gevallen. De worsteling van de tuineigenaar met de natuur is beklemmend aanwezig. ‘Ik kom notabene van het platteland’, grapt de klant, ‘mijn vader is een echte tuinkabouter. Maar ik, eh, ik heb de tijd niet om er wat van te maken.’ Alleen water geven kan hij nog opbrengen. Zegt hij. De tuin zwijgt: ze wil het baasje niet tegenspreken. Grotenhuis adviseert de borders vol te zetten met sterke struiken en grote groepen vaste planten die tegen een stootje kunnen. Hij dicteert de plantennamen. De klant schrijft ze op.. De schrale zandgrond moet worden aangelengd met potgrond, vindt de coach. Potgrond? Grotenhuis knikt: ‘Ja, dat doet veel meer dan bemeste tuinaarde.’ Ondertussen laat hij zien hoe de lavendel moet worden gesnoeid.
Een tuinman schoffelt en snoeit. Een tuinarchitect tekent een ontwerpt. En een tuincoach praat. Eerst om erachter te komen wat de klant wil. Daarna om kennis te delen. ‘We nemen vooral een stukje onzekerheid weg’, zegt Grotenhuis, die de Sociale Academie heeft gevolgd, en tijdens zijn studie verslingerd raakte aan de plantenwereld. De volgende tuinbezitter bij wie hij langsgaat, is inderdaad onzeker als het om haar tuin gaat. Hoge bomen omgeven het sfeervolle jarentwintighuis: ceders, dennen en coniferen. Geplant door de vorige bewoners. ‘Het loopt uit de klauwen’, zegt de klant, een brunette van begin veertig. Toen ze het fenomeen tuincoach op internet ontdekte werd ze helemaal blij. ‘Het klinkt zo bemoedigend, een tuincoach. Vind je niet?’.
De tuincoach maakt en razendsnelle analyse. Deze klant houdt van haar tuin. Ze wil wat aanpassingen, maar geen grote ingrepen. ‘Zullen we eerst op zoek gaan naar de sieraden in je tuin?’, vraagt de coach. De klant fleurt op. ‘Sieraden?’ Grotenhuis wijst op een kerngezonde magnolia. En op een grillig gevormd sierappeltje met felroze bloemknopjes waar helaas een conifeer doorheen groeit. ‘Is die sierappel niet dood?’, vraagt mevrouw. ‘Helemaal niet. Als u die conifeer weghaalt, zult u zien wat een prachtig boompje erachter staat. Gaat nog zeker twintig jaar mee.’ De kale hulsthaag heeft wel een ‘probleempje’. Grotenhuis plukt een blaadje en krabt het open met de nagel van zijn duim. Met wat extra mest en water wordt de haag weer wat voller. Er is ook slecht nieuws: de grote rode prunus is dood. Hij formuleert het als volgt: ‘Deze boom heeft geen toekomst meer.’ Grotenhuis(afritsbroek, wandelschoenen, beginnende grijze krullen) eet een boterhammetje achter het stuur. Op zijn kaki overhemd staat het logo van de kwekerij, een enorme eikenboom. Vroeger, vertelt Grotenhuis, kamen de klanten massaal met aanhangwagentjes naar de kwekerij. Anno 2010 is er geen aanhangertje meer te bekennen. ‘De mensen willen geen vieze handen maken. Ze hebben er ook geen feeling meer voor. Ik hielp als kind mijn ouders in de moestuin en met grasmaaien. Maar waar gebeurt dat nog?’ En dus hebben de mensen steeds meer hulp nodig. Bij het inrichten van de tuin en het onderhoud daarvan. ‘Als kwekerij moet je jezelf telkens vernieuwen’, vindt Grotenhuis. Als de klanten niet naar hem toekomen, gaat hij wel naar de klanten toe. Hij wijst intussen op een dieprode, 4 meter hoge prunus die op het terrein van de kwekerij te koop staat. ‘Die zal ik de klant laten zien als ze volgende week komt. Als ze ziet dat we precies zo’n boom kunnen terugplaatsen, maakt het de beslissing om de oude boom te rooien een stuk makkelijker.’ De Limieten is gespecialiseerd in XXL: Joekels van planten, struiken en bomen die bij uitstek geschikt zijn voor ‘ongeduldige tuinliefhebbers’. Vandaag staat een knostige, volwassen perenboom op transport. Een echte klimboom en volop in bloei. Het prijskaartje hangt er nog aan :2.450 euro. ‘Die verkopen we niet elke week natuurlijk.’ De moderne witte hoekwoning van de derde en laatste klant van vandaag heeft een voortuin met twee namaak 17de-eeuwse buxusperken. De perken zijn leeg, de buxushagen geel. ‘Het belangrijkste is dat wij geen tuiniers zijn’, zucht mevrouw. ‘Maar dat had je zelf al gezien denk ik.’ De tuincoach zwijgt beleefd. Mevrouw vervolgt: ‘Een bakje met viooltjes vullen, vind ik wel oke, Maar dan houdt het op.’ Ook de achtertuin maakt een verwaarloosde indruk. Het gras heeft de zandbak, de zwembadjes en de bouwkeet van de recente verbouwing niet overleefd. Het grind is vies. Op de keukentafel legt mevrouw een plattegrond van de achtertuin. Ingetekend zijn de elementen die het echtpaar er graag in wil. Het terras bij het huis moet blijven. Achter in de tuin willen ze een loungeterras met een buitenkeuken en een overkapping. Ze willen een afgeschermd hoekje voor de hond. En op het pad naar de garage moeten de twee Volvo’ s naast elkaar kunnen staan. Zodat niet mevrouw haar auto eruit hoeft te halen als mijnheer eerder van huis moet of omgekeerd. Er resteert dan net genoeg plek voor de trampoline. In de tuin trekt de tuincoach met zijn voet een streep in het zand om aan te geven tot waar het nieuwe terras moet komen. ‘Wat doe je nou man. Mijn gras’, grapt mijnheer. Eigenlijk wil het echtpaar van de achtertuin een openlichtwoonkamer maken. Vindt een plantenman als Grotenhuis dat niet lastig? ‘Eer blijft weinig ruimte voor groen’, zegt hij diplomatiek als we weer in de VW-bus zitten.’ Maar tegen de tijd dat de kinderen groot zijn, beseffen ze dat zelf ook wel. Dan kan de trampo eruit en kunnen ze daar struiken en vaste planten neerzetten. Uit: Volkskrant Magazine, juni 2010
2010-05 augustus
Taxonomie Taxonomie wordt soms omschreven als een wetenschap en soms als een kunst, maar in werkelijkheid is het een slagveld. Zelfs nu nog is er meer wanorde in het systeem dan de meeste mensen zich realiseren. Of een bepaalde grassoort Aegilops incurva, Aegilops incurvata of Aegilops ovaya genoemd moet worden zal geen aangelegenheid zijn waar niet-biologen opgewonden over zullen raken, maar in de juiste kringen kan dit de aanleiding zijn voor een zeer levendig debat. Het probleem is dat er vijfduizend grassoorten zijn en dat veel daarvan ontzettend veel op elkaar lijken, ook voor mensen die verstand van grassen hebben. Het gevolg is dat sommige soorten op zijn minst twintig keer zijn gevonden en benoemd, en naar het schijnt zijn er nauwelijks grassoorten die niet minstens twee keer onafhankelijk zijn geïdentificeerd. Het tweedelig Manual of the Grasses of the United States wijdttweehonderd dichtbedrukte bladzijden aan het uitzoeken van alle synoniemen, zoals de wereld van de biologie deze slordige maar zeer gebruikelijke verdubbelingen noemt. En dat geldt dan alleen nog voor de grassen van een enkel land.
Om de meningsverschillen op mondiaal niveau te regelen, bemiddelt een organisatie die de International Association for Plant Taxonomy wordt genoemd bij problemen van prioriteit en verdubbeling. Zo nu en dan vaardigt ze decreten uit, verklaart ze dat de Zauschneria californica (een veelvoorkomende plant in rotstuinen) voortaan Epilobium canum zal heten, of dat de Aglaothamnion tenuissimum nu mag worden gezien als gelijksoortig aan de Aglaothamnion byssoides, maar niet aan de Aglaothamnion pseudobyssoides. Gewoonlijk is dit een kwestie van een beetje ordenen die weinig aandacht trekt, maar als het om de geliefde tuinplanten gaat, wat soms het geval is, volgen er onvermijdelijke kreten van protest. Aan het eind van de jaren tachtig werd de veel voorkomende chrysanthemum verbannen (kennelijk op grond van gedegen wetenschappelijke principes) uit het geslacht van dezelfde naam en overgeplaatst naar de vergelijkenderwijs oninteressante en onwenselijke wereld van het geslacht Dendranthema. Chrysantenkwekers zijn trots en met velen, ze protesteerden bij het echt bestaande maar onwaarschijnlijk klinkende Committee on Spermatophyta. (Er zijn onder andere ook comités voor Pteridophyta, Bryophyta en Fungi, die allemaal verslag uitbrengen aan een leidinggevende die de Rapporteur-Général wordt genoemd; dit is echt een instituut om te koesteren.) Hoewel verwacht wordt dat de regels voor de nomenclatuur streng worden toegepast, zijn plantkundigen niet onverschillig voor gevoelens en in 1995 werd het besluit teruggedraaid. Vergelijkbare scheidsrechterlijke uitspraken hebben de petunia’s, euonymes, en populaire amaryllissoorten voor degradatie behoed, daarentegen heel weinig geraniumsoorten, die een paar jaar geleden onder luid protest naar het geslacht Pelargonium werden overgeplaatst. Deze geschillen zijn op een amusante manier samengevat in Charles Elliotts The Potting-Shed Papers. Een zelfde soort geschillen en herordeningen kan in alle andere rijken van het leven worden gevonden, dus is het geven van een totaaloverzicht lang niet zo’n simpele zaak als je zou verwachten.
pagina 23 Het gevolg hiervan is het nogal verbazingwekkende feit dat we niet het minste idee hebben – zelfs niet bij benadering de orde van grootte van wat er zoal onze planeet bewoont. Schattingen gaan van drie miljoen tot tweehonderdmiljoen. Nog opmerkelijker is dat, volgens een verslag in de Economist, misschien wel 97 procent van de planten- en diersoorten nog op ontdekking wacht. Volgens de Wall Street Journal zijn er op aarde ‘ongeveer tienduizend actieve taxonomen’- niet zo’n groot aantal als je bedenkt hoeveel er nog geregistreerd moet worden. Maar, voegt de Journal daaraan toe, gezien de kosten (ongeveer 2000 dollar per soort) en het papierwerk, kunnen per jaar niet meer van vijftienduizend nieuwe soorten op alle gebieden worden bijgeschreven. ‘Het is geen biodiversiteitscrisis, maar een taxonomencrisis’, bromt Koen Maes, hoofd van de afdeling ongewervelde dieren van het nationaal museum van Kenia in Nairobi, in 2002. Hij vertelt dat er in heel Afrika geen taxonoom was te vinden. ‘Er was er een in de Ivoorkust, maar ik geloof dat hij met pensioen is gegaan’. De opleiding van een taxonoom duurt acht tot tien jaar, maar in Afrika meldt zich niemand. ‘Zij zijn de echte fossielen,’ voegde Maes daaraan toe. Hijzelf zou er aan het eind van dat jaar me stoppen zei hij. Na zeven jaar Kenia werd zijn contract niet verlengd. ‘Geen geld’, legde Maes uit. In een artikel in het blad Nature schreef de Engelse bioloog C.H. Godfray dat er voor taxonomen waar dan ook een chronisch ‘gebrek aan prestige en fondsen’ is. Het gevolg is dat ‘veel soorten vaag worden beschreven in afzonderlijke publicaties, zonder een poging een nieuwe taxon* met bestaande soorten en classificaties in verband te brengen. (* de officiële benaming voor een zoölogische categorie als phylum en genus. Het meervoud is taxa) Veel taxonomen, aldus Godfray, ‘besteden het grootste deel van hun carrière aan een poging het werk van negentiende-eeuwse systematici te interpreteren, het deconstrueren van hun vaak inadequaat gepubliceerde beschrijvingen of het overal ter wereld aflopen van musea op zoek naar vergelijkend materiaal dat zich nogal eens in slechte staat bevindt’. Godfray benadrukt in het bijzonder het gebrek aan aandacht voor de mogelijkheden tot systematiseren die het internet biedt. Het is een feit dat de taxonomie over het algemeen nog altijd op een vreemde manier aan het papier is verslingerd. In een poging het een en ander op het niveau van deze tijd te brengen, startte Kevin Kelly, medeoprichter van het tijdschrift Wired, in 2001 een onderneming die de All Species Foundation heet en tot doel heeft elk levend organisme te vinden en in een databank op te nemen. De kosten van zo’n onderneming zijn geschat op ergens tussen de twee miljard en vijftig miljard dollar. In het voorjaar van 2002 beschikte de stichting over 1,2 miljoen dollar en vier vaste medewerkers. Als, zoals de getallen doen vermoeden, we misschien nog honderd miljoen insectensoorten moeten vinden en het tempo van ontdekking de huidige tred zal aanhouden, zullen we over iets meer van vijftienduizend jaar aan het uiteindelijke totaal insecten zijn gekomen. De rest van het dierenrijk kan nog wel wat meer tijd vergen.
pagina 24
Schoffelen
Gluren bij de Buren - Tot Nut en Genoegen door: Ellen en Jane We worden hartelijk ontvangen op Tot Nut & Genoegen. De koffie is snel gezet en we hebben veel te vertellen aan elkaar. SNV en TN&G zitten allebei in deelgemeente Noord en om die reden zitten we in de unit Noord. In het verleden schudde onze twee verenigingen de boel een beetje op en trokken we ten strijde tegen de plannen van absurde grondhuurverhoging die door de politiek als proefballonnetjes in de media werden losgelaten. De besturen van beide verenigingen hadden het daar best druk mee en zo stonden de beide verenigingen zij aan zij om de belangen van de tuinders in deelgemeente Noord te verdedigen. Anno 2010 zijn op beide verenigingen nieuwe besturen en wordt het unitoverleg weer aangehaald.
Tot Nut en Genoegen bestaat sinds 1935 en na alle inlevering van tuinen aan verschillende bestemmingen zijn er nog 122 tuinen. En wát voor tuinen! De gemiddelde tuinen op TN&G zijn tussen de 300 en 350 m2 groot en het valt al snel op dat er veel stenen huisjes staan. Ook op TN&G heeft de aanleg van de HSL tuinen gekost. Het aanzicht van de entree is om die reden ook best veranderd in de loop van de tijd. De bereikbaarheid van het complex in de nabije toekomst baart heel wat tuinders van TN&G zorgen. De weinige parkeerplaatsen vallen binnenkort onder het tariefsysteem en met het openbaar vervoer is het praktisch niet te doen. Als je dus bent aangewezen op het eigen vervoer per auto ben je mooi de klos.
De voorzitter, Ivo Zondervan, is sinds mei vorig jaar lid op TN&G en het had niet veel gescheeld of hij was een SNV’er geweest. Maar toen hij zich ook ging oriënteren bij onze zustervereniging TN&G waren er twee zaken die voor hem doorslaggevend waren om toch op TN&G een tuin te nemen, namelijk: op TN&G zijn de tuinen op elektriciteit aangesloten én het straalt het traditionele volkstuinieren uit. Dat laatste is karakteristiek voor dit volkstuinencomplex. Administratieve duizendpoot Diana Soek schenkt de koffie in en vertelt ons graag over haar vereniging. Diana is de penningmeester én secretaris van de club. Een gedreven vrouw die naast alle vrijwilligerswerk voor de tuinvereniging een fulltime baan heeft als ICT-consultant. Iemand die niet stil kan zitten dus. Iemand die ook niet stil kan zitten is Will Bontje, de complexbeheerder en coördinator van het algemeen werk.
Diana, Ivo en Will vertellen honderduit en beantwoorden alle vragen die we hebben over het complex en de vereniging. Van hoe komen al die heggen toch zo keurig, welk beleid wordt gehanteerd met betrekking tot het algemeen werk tot hoe het clubhuis werkt. Het algemeen werk is langzaamaan veranderd naar de ploegendiensten die wij al jaren kennen op SNV. Ook op TN&G hebben zij daar goede ervaringen mee. Wat wij op andere volkstuincomplexen ook al zagen, geldt ook op TN&G: het openbaar groen is niet zo veelomvattend als op SNV. Wel heeft men daar van wat open plekken leuke projecten gemaakt. Als er maar een beetje border te vinden is, is er een tuinder die daar een eigen draai aan geeft. Speelse stukken groen met grind en vaste planten. Achteraan het complex zijn veel schaduwranden te vinden en daar groeien en bloeien Hosta’s uitbundig. Ook is er een speeltuintje te vinden voor de kleine tuindertjes en afgelopen zaterdag is de orangerie geopend. Wat eerst nog een braak stukje ellende was, is omgetoverd tot een plek waar iedereen
2010-05 augustus
pagina 25
terecht kan voor een spelletje Jeu de Boule, een theetuin en een enorme broeikas. Nergens zien wij sloten hangen en de enorme kas is toegankelijk voor iedereen. Je kunt er een plant ophalen en ook een plant achterlaten. Twee dames hebben de kas onder hun beheer en de start is in ieder geval geweldig leuk. Aan het enige grote plein op het complex ligt het winkeltje. Vanwege de zomerhitte staat er een groot zwembad waarin men wat af kan koelen. Op zaterdagen en als het winkeltje open is wordt er koffie geschonken en volgens Diana is het er dan heel gezellig. Men schuift dan aan de picknicktafels die op het plein staan en bij een lekkere kop koffie kan men bijbabbelen.
Ook op TN&G zien wij de laatste heggentrends terug. En ook hier zijn de meningen daarover verdeeld. Halfronde heggen, heggen die van boven naar beneden van smal naar breed gesnoeid worden. … maar hoe de heggen ook zijn gesnoeid, er zijn maar weinig heggen te zien waaraan niets gedaan is. Will legt ons uit dat het hier gebruik is om drie keer per jaar de heggen te snoeien en dan het liefst allemaal tegelijk. Will hangt dan een briefje op in de mededelingenborden en binnen 2 weken snoeit men dan de heggen. Bij tuinen waarvan bekend is dat de tuinder ziek of op vakantie is, worden de heggen gedaan, maar als er geen reden bekend is waarom de heg er onverzorgd bij staat gaat men er achteraan. Zo te zien werpt dit gebruik zijn vruchten af.
Tot Nut en Genoegen heeft maar één sloot op het complex en dan rekenen we niet de buitensloot om het complex mee. Deze brede sloot is vorig jaar niet alleen gebaggerd, maar ook helemaal beschoeid. (Zo dan!) In een tuin ligt een moeder eend met haar jongen en de tuinder heeft een plankje in de sloot gelegd zodat de eenden gemakkelijk op de kant kunnen komen. Op ons rondleiding over het complex lopen we natuurlijk ook langs de beroemde paddepoel van TN&G. Wat ooit als een leuk ideetje begon is uitgewerkt tot een mini-parkje waar veel te zien is. De paddepoel van TN&G heeft zelfs de Prix Becque prijs gewonnen. Een stukje verder lopen we langs de enige flinke border van TN&G en ook hier steekt een van de tuinders flink veel werk in.
Dan zijn we weer bij de entree aangekomen en we nemen afscheid van Diana, Ivo en Will. Dank jullie wel voor de hartelijke ontvangst en Will …… bedankt voor de vele goeie tips voor een rotstuin en hoe wij ook zo’n schuin toelopende heg kunnen krijgen. We zien jullie binnenkort op SNV als we jullie ons complex kunnen laten zien!
pagina 26
Schoffelen
Recensie plantenkaarten RECENSIE Door: Ellen Jaarlijks verschijnt er een keur aan boeken, tijdschriften en tv programma’s over tuinieren. De redactie van Schoffelen begint in dit nummer met een nieuwe rubriek waarin we een pas verschenen uitgave recenseren. Ik krijg direct een doos in mijn handen gedrukt om de spits af te bijten van deze rubriek. Plantenkaarten Kies de beste planten voor de kleine tuin. Succesvol tuinieren met het unieke kaartsysteem van Modeste Herwig staat op het doosje. Het doosje ziet eruit als een groot kwartetspel en als je het open doet zie je direct de kaarten met foto’s liggen. Er staat ook veel informatie op de kaarten. Voordat ik de kaarten goed ga bekijken neem ik eerst de gebruiksaanwijzing door. En komt te weten: Op elke kaart staat een foto van een plant. De Nederlandse en Latijnse naam van de plant wordt boven de foto vermeld . Onder de foto staat nog wat algemene informatie over de plant. Het zijn korte teksten van hooguit 5 regels en vermelden bijvoorbeeld goede bodembedekker, blad is zeer aromatisch, decoratief, gevoelig voor winterse kou en nattigheid. Bovenaan de kaart is een balkje gemaakt waarin de bloeitijd en kleur van de plant worden weergegeven. In de ene bovenhoek staat de lichtbehoefte in symbool weergegeven en in de andere bovenhoek in symbool het type plant. Verder worden onderop op de kaart de hoogte en breedte van de plant vermeld met cijfers. En in de andere hoek de grondsoort. Verder staat nog in de gebruiksaanwijzing hoe je een stappenplan kan maken bij het ontwerp van je tuin, hoe kleuren te combineren en een achttal voorbeelden voor inspiratie tuinen. Tot zo ver de gebruiksaanwijzing en nu aan de slag met de kaarten. Al snel zie ik in een oogopslag alle informatie over de plant en ik besluit eerst de kaarten te sorteren op grondsoort. Gelukkig staat er ook bij grondsoort stelt weinig eisen. Dit lijkt mij wel geschikt om mee te beginnen immers ik heb een gedeelte in de tuin wat nu een doods droog hoekje is en waar ik volgend jaar planten in wil zetten. Vervolgens neem ik weer de stapel kaarten door op kleur omdat ik volgend jaar een gedeelte van mijn border wil gebruiken voor oranje rode en paarse bloemen. Ik begin er handigheid in te krijgen om steeds de stapel kaarten door te nemen op een rubriek. Het zijn wel erg veel kaarten, geteld heb ik ze niet en zie ook niet op de doos het aantal staan maar ik schat dat het ruim 150 kaarten zijn. Het handige van het kaarten systeem vind ik, dat wat je niet wil of niet kan in je tuin, je die kaarten meteen kan wegleggen. De stapel bruikbare kaarten wordt steeds kleiner op het moment dat je de criteria aan scherpt. De informatie over stappenplan en kleuren combineren leg ik naast mij neer en de voorbeelden van inspiratie tuinen zien er op de foto’s al erg gekunsteld uit. Dit zijn ook zaken die in elk tuinboek staan. Mijn conclusie Het doosje met plantenkaarten is een handig overzichtelijk en bruikbaar systeem om zo tot een geschikte keuze te komen voor planten in de tuin. Vooral als je op meerdere rubrieken selecteert krijg je een goed overzicht. Je legt alle overbodige kaarten opzij en houdt uiteindelijk nog een paar geschikte planten over. En van plaatjes af kiezen doe je met gevoel. Met dit systeem geen gedoe van stukjes papier tussen de bladzijde van een boek leggen of een rij plantennamen opschrijven en iedere keer terugbladeren om plant weer te bekijken. Met de geselecteerde plantenkaarten op tafel heb je een goed overzicht. Deze plantenkaarten ga ik zeker gebruiken voor mijn tuin en kan ze ook aanraden aan tuinders die willen kiezen op basis van
plaatjes en bepaalde eigenschappen waaraan de plant moert voldoen. Titel: Plantenkaarten. Kies de beste planten voor de kleine tuin. Succesvol tuinieren met het unieke kaartsysteem van Modeste Herwig Uitgeverij: Terra ISBN 13: 9789089891464 Prijs: 14,95
Brood verbroedert en brengt mensen samen Door Mirjam In alle culturen is brood het teken van vriendschap. Op onze tuinvereniging zijn er dit jaar plannen ontstaan om een houtoven te gaan maken. Na wat rondvragen en een rondgang op ons complex is er een goede plek gevonden. Naast de kantine is er een leegstaand elektriciteit huisje gevonden. Ons aller Ed zag er wel brood in om er een pizza oven van te maken. In het voorjaar gaat het plaatsvinden dus als mensen nog willen helpen, graag. Dit najaar word het fruitbomen hout al verzameld en bewaard voor de oven. Volgend voorjaar gaat, als alles meezit, de oven aan. Voor iedereen die een perfecte pizza of zijn eigen brood wil bakken is dan van harte welkom.
Vallende sterren Dit jaar zijn de omstandigheden gunstig om vallende sterren te zien van de Perseïdenzwerm. Tijdens het hoogtepunt van deze meteorenzwerm, in de nacht van 12/13 augustus, gaat de maan al vroeg onder en kunnen we ook zwakkere meteoren zien. En als ook het weer meewerkt, kunnen we tot wel honderd vallende sterren per uur zien! Elke nacht verschijnt er een aantal vallende sterren aan de hemel. Met een beetje geluk zien we er één langs schieten als we een tijdje buiten staan. Vallende sterren zijn geen echte sterren die naar beneden vallen, maar kleine steentjes die vanuit de ruimte de dampkring van de aarde binnendringen. Zo'n brokje steen heeft in de ruimte een grote snelheid van vele tientallen kilometers per seconde en als het de dampkring binnenkomt, remt de lucht het steentje af. Het wordt dan heet en verdampt op een hoogte van zo'n tachtig tot honderd kilometer. Het lichtverschijnsel dat we zien is niet van het steentje zelf, maar van de lucht er omheen die ook sterk wordt verhit en gaat gloeien. Dit lichtverschijnsel noemen we een meteoor.
2010-05 augustus
pagina 27
Van het bestuur Ontsnapt en gevangen Op 10 juli was een Europese Oehoe uit de diergaarde weggevlogen. We hebben toen op verzoek van de vogelverzorgers emails gestuurd aan onze leden om naar de Oehoe uit te kijken. Later kregen we een telefoontje van de vogelverzorgers dat de gevederde vriend weer veilig en wel in zijn kooi zat. Zijn avontuur liep gelukkig dus goed af.
Gesnapt en gevangen Door oplettende tuinders werd in het midden van de nacht een inbreker betrapt. De politie werd gebeld en de man is aangehouden. Later liet de politie ons weten dat de man de inbraken heeft bekend. Hij was door een sloot op ons complex gekomen en was bij aanhouding zo blauw als een balletje, oftewel behoorlijk dronken.
Maak kans op een jaar gratis tuinieren Wat moet u doen: 1. Stuur uw persoonlijk e-mail adres naar
[email protected], uiterlijk tot 1 november 2010. 2. Stuur daarbij een kopie van uw jaarnota 2010 3. Als u geen internet heeft, stuurt u deze gegevens per post naar de RBvV, Strevelsweg 700-308, 3083 AS Rotterdam onder vermelding van “gratis tuinieren” Wat krijgt u ervoor terug: In december van dit jaar zal via loting worden bepaald welke drie tuinders de kosten van hun jaarnota 2010 door de RBvV krijgen terugbetaald zodat zij een jaar gratis hebben kunnen tuinieren.
Over zonnebloemen en pompoenen Door Jane
Door Ati
Hou je vast ...... de prijswinnaar is bekend. De hoogste zonnebloem wedstrijd 2010 is gewonnen door ...... tada ...... Rob van tuin 706 . De zonnebloem staat voluit te pronken met een hoogte van 338 cm. Rob heeft van de redactie een grote zak drop gekregen en krijgt natuurlijk eeuwige roem met zijn vermelding in ons clubblad. Gefeliciteerd !!! Wil je de zonnebloem bekijken dan kan dat, want vanaf het pad is hij goed te zien.
Lastig hoor zo’n pompoenwedstrijd. De zonnebloemen staan overal vier in top en je kunt met elkaar twisten over wie de grootste heeft, maar met pompoenen is dat een ander verhaal.
De tweede plaats is voor Peter van tuin 823. Zijn zonnebloem is maar liefst 328 cm hoog. De derde plaats is voor Sigrun van tuin 442 en die zonnebloem meet niet minder dan 324 cm. Zonnebloemen van meer dan 3 meter!! De groei van Peter’s zonnebloem was de hele tijd ook goed te volgen vanaf het pad en is meerdere malen opgemeten. Het ding bleef maar groeien. De zonnebloem van Sigrun’s familie was minder zichtbaar te volgen, maar dankzij een oplettende tuin-oppas tijdens de vakantie is de zonnebloem toch tijdig opgemeten. Cees, lid van de tuincommissie, zei dat hij behoorlijk onder de indruk was van de vele hoge zonnebloemen. Speciaal voor het opmeten van de zonnebloemen ontwikkelde hij een meetding om de hoge bloemen goed te kunnen meten. Cees, heel erg bedankt voor de vele keren dat we je erbij riepen om een zonnebloem te meten.
Ze zijn verstopt onder een woud van grote groene bladeren, en nu nog heel klein. De plant word steeds groter en neemt in een gruwelijk tempo de hele tuin over maar de vruchten zelf zijn nog niet groter als een ei. Reuze pompoenen hebben we pas in oktober als het seizoen al lang weer achter ons ligt. Wil iedereen die mee doet aan de wedstrijd zich opgeven bij Cees van de tuincommissie, of bij Ati van Schoffelen. In oktober word er op een zaterdag bekend gemaakt wie de grootste pompoen heeft en word iedereen uitgenodigd voor een kopje SNV gemaakte pompoensoep. De exacte datum hiervoor kun je te zijner tijd vinden op het prikbord bij de bestuurskamer. Natuurlijk zijn we reuze benieuwd wie er met de eer gaat strijken.
pagina 28
Schoffelen
In de stoel ..... JP van tuin 411 We treffen JP als hij met een zwabber in zijn handen op weg naar zijn tuin is. ‘Even de boel schoonmaken’, legt JP ons uit. Natuurlijk, dat gaat gewoon door. JP heeft het naar zijn zin op de tuin en is er dan ook vaak. Vooral bijzonder vindt hij het hoe mensen hier best wat voor elkaar over hebben. ‘Er heerst hier een kameraadschap en verbondenheid die door alle rangen en standen heen gaat. Ik maak wel mee dat ik zelfs hulp af moet slaan als ik ergens hulp bij nodig heb’, vertelt JP ons. JP vindt dat mensen in hun waarden worden gelaten en dat men elkaar accepteert hoe ze zijn en ook dat vindt hij belangrijk. JP wil wel even kwijt dat men even de hondenpoep op zou moeten ruimen wanneer de hond iets heeft gedaan op het complex. ‘Ik heb zelf ook een hond en voel me altijd erg verantwoordelijk wanneer iemand zijn/haar hond heeft laten poepen zonder het op te ruimen. Het is vies en al helemaal omdat hier kinderen overal lekker moeten kunnen spelen zonder dat er hondenpoep ligt’, zegt JP. En daar heeft hij helemaal gelijk in!
Zij er vriendelijke manieren om mieren te verjagen? Door Marjo Er zijn heel wat milieuvriendelijke huis- tuin- en- keuken-oplossingen voor dit probleem: * Strooi witte peper over het mierenpad of wrijf er met een teentje knoflook overheen; * Mieren hebben een hekel aan beide geuren * Plant goudsbloemen, afrikaantjes, lavendel, boerenwormkruid of bieslook bij de plaats waar de mieren overlast bezorgen en ze maken een omweg: ook aan de geur van deze planten hebben ze een hekel * Spuit een streep afwasmiddel met citroen over de plek waar ze steeds vandaan komen * Span koperdraad voorde drempel van de deur, want daar komen ze niet overheen. * Ook een paar koperen muntstukjes in de buurt van de deur houden mieren op een afstand.
2010-05 augustus
Tuinverhalen van Teun en Sien Door Mies van tuin 313 Sien en Teun waren in mei en juni jarig en daarom hadden wij bedacht dat het wel leuk zou zijn om dat te vieren met een groots tuinfeest op Pinksterzondag. Daar dacht onze tuin iets anders over... Na jarenlang verwaarloosd te zijn kon er natuurlijk niet zomaar een feestje plaatsvinden en er moest eerst gewerkt worden! Dus Koos en ik hebben hebben onze vaste oppas gebeld en gevraagd of zij de maanden april en mei alle zaterdagochtenden op wilde passen, zodat Koos en ik even flink konden doorbikkelen in de tuin. En als wij dan op zaterdagochtend klaar stonden in onze klusoutfit vroeg Teun steevast aan ons, lullie eel ard werke in tuin?, waarbij hij zijn woorden kracht bijzette door heel hard in zijn knuistjes te knijpen. Voor zijn derde verjaardag kreeg hij een klein kruiwagentje, een overalletje en een kindertuingereedschap set. Alle speeltoestellen ten spijt, Teun wil alleen nog maar eel ard werke, want zo hoort het. Als Teun staat de scheppen met zijn ijze (ijzeren) schep roept hij ons met een dramatische uithaal bij zich: “ Oooh mama, papa kijt ammaal wormere (1 worm, 2 wormere) en daar een mimi (mini) worm...! Wij roepen dan uiteraard in koor dat dat geweldig is en stimuleren Teun vervolgens om de wormen met beleid een rustig plekje onder de heg te geven. Als Teun die kant oploopt met in zijn knuistje een worm, kijkt hij nog even trots om naar ons en zegt zachtjes: echt een schiggerende (schitterende) worm, ja toch? Alle eendjes hebben jonkies en Teun draagt er trouw zorg voor dat deze beestjes niets te kort komen. De overgebleven boterhammen gaan in een zakje mee naar de tuin om daar gevoerd te worden. Soms moet je natuurlijk even wachten, voordat de eendjes langs jouw tuin zwemmen, maar Teun heeft daar een oplossing op gevonden hij roept gewoon keihard: EENDJES KOM NOU! En gek genoeg blijkt dat nog te werken ook, want even later hoor je Teun enthousiast zeggen: Kijt daarissie, eend met jongetjes! Bijen halen honing uit bloemen, maar wat jullie nog niet wisten en Teun wel: slakken halen roning (honing) uit hosta’s en poepen als je ze oppakt op je hand, bah. En vandaag legde Teun mij nog even uit hoe het zat met de bloemen in de tuin: Mama kijt, deze bloemen zijn goed, dan vallen dunne bloemen hoppetee op grond en dan zijn ze klaar.
pagina 29
1.Karate kid 2.Eclipse 3.Shutter island 4.Streetdance 3D 5.Step up 3D 6.New moon 7.Shrek: The last chapter 8.The wolf man 9.Gangsterboys 10.Case 39
Top tien zomer hits 1.Waka waka 2.Wave your flag 3.Airplanes 4.We no speak americano 5.California gurls 6.Break your heart 7.Alejandro 8.Billionaire 9.Clap your hands 10.Te amo
Shakira k’naan b.o.b ft Hayley Williams Yolanda be cool us. Dcup Katy Perry ft. Snoop dogs Taio Cruz Lady Gaga Travie Mccoy ft. Bruno Mars Sia Rihanna
Mensen verwarren de daas heel vaak met de horzel. Maar een groot verschil tussen deze twee beesten is dat de daas wel kan bijten en de horzel niet. Dazen zijn famillie van de vlieg en hebben een mooi kleuren patroon op hun ogen. Maar als de daas dood is, vervaagd dat patroon snel. De daas gaat op je zitten en neemt bijna meteen een hapje uit je vlees. De bult die dan ontstaat kan flink gaan jeuken en pijn gaan doen enzelfs gaan ontsteken. De daas kan zo bijten omdat zijn snuit uit heel veel mesjes bestaat die zo je huid open snijden. Door deze mesjes kan een daas wat een mug niet kan namelijk door je kleding heen bijten. Een voordeel is dat alleen het vrouwtje kan steken
Kun je dit lezen? Vlgones een oznrdeeok op een englnese uvinretsiet mkaat het niet uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltter op de jiutse patals saatn de rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gewoeon lzeen wat er saatn odmat we niet ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel
Volgens een onderzoek op een engelse universiteit maakt het niet uit in welke volgorde de letters in een woord staan. Het enige wat belangrijk is dat de eerste en de laatste letter op de juiste plaats staan. De rest van de letters mogen willekeurig geplaatst worden en je kunt vervolgens gewoon lezen wat er staat, omdat we niet elke letter op zich lezen maar het woord als geheel.
Top tien zomer films:
2010-05 augustus
Er staat een supermarkt op een terrein met een grote toverballen automaat voor de deur. Je moet een kwartje in de automaat stoppen en er vallen een aantal ballen uit. Langs de supermarkt loopt een sloot en aan de overkant van de sloot is een groot weiland waar een ezel op rondloopt. In het weiland is een hele diepe kuil gegraven, waar een man met een krat bier in zit. Hij kan er niet meer uit! Hij hoort de toverballen automaat en snakt naar een toverbal. Hoe lukt het hem een toverbal te krijgen?
Oplossing Toverballen
De man in de kuil drinkt al het bier op en wordt LADDERzat. Met deze ladder klimt hij uit de kuil en hoort daar de ezel BALKEN. Met deze balken bouwt hij een (ezels)bruggetje en gaat daarmee de sloot over. Tja, dan moet hij nog een kwartje hebben voor de toverballen automaat. Hij denkt en hij denkt en hij denkt - en opeens valt het kwartje! En zo kan hij eindelijk de toverbal kopen.
Toverballen
pagina 31
bit fax modem processor software cyberspace floppy muis provider systeem digitaal helpdesk net ram video disk informatie pagina rom web diskette internet pc scan www email link pentium shareware
ABC Spreekwoorden A. B. C. D. E. F. G. H. I. J. K. L. M. N. O. P. Q. R. S. T. U. V. W. X. Y.
Nu komt de Aap uit de mouw Nu blijkt pas de ware bedoeling Je beste Beentje voor zetten Je uiterste best doen Dat is een fluitje van een Cent Dat is een makkie Een Duit in het zakje Je ermee bemoeien Een Ezel stoot zich geen 2x aan dezelfde steen - Je maakt niet 2x dezelfde fout Ik dank je Feestelijk Ergens echt geen zin in hebben Geen Gat meer in zien Geen oplossing meer weten Twee Handen op één buik Alles met elkaar eens zijn Hij gaat niet over 1 nachtje Ijs Hij is voorzichtig, denkt goed na Een huishouden van Jan Steen Een slordig en rommelig huishouden Een Kind kan de was doen Dat is heel gemakkelijk Hij is zo mak als een Lammetje Hij is erg rustig en zachtaardig Iemand iets op de Mouw spelden Iemand iets wijs maken Geen Nagel om zijn gat te krabben Geen geld of bezittingen hebben Iemand de Ogen uitsteken Iemand jaloers maken Daar heb je de Poppen aan het dansen Nu beginnen de moeilijkheden Op je Qui vive zijn Op je hoede zijn, oppassen Hij is door de Ratten besnuffeld Hij is raar of gek Op het puntje van de Stoel zitten Je ongemakkelijk voelen Met de mond vol Tanden staan Niet weten wat je moet zeggen Een Uiltje knappen Een dutje doen In Vuur en vlam staan Verliefd zijn, heel enthausiast zijn Water naar de zee dragen Nutteloos werk doen Hij is een mooi eXemplaar Hij is niet te vertrouwen Loop niet zo te Ysberen Loop niet steeds heen en weer
pagina 32
2010-05 augustus
pagina 33
pagina 34
Schoffelen
Een vrijwilliger: Peet Door Jane Nauwgezet en geconcentreerd rijdt hij zijn rondjes over het grasveld. Alle gras moet gemaaid en dat luistert nu eenmaal nauw. Peet van tuin 449 is al sinds jaren ingedeeld in de zitmaaierploeg. Voor de gewone schoffelaar zoals ik lijkt het bijna het onbereikbare op SNV om ingedeeld te worden op een zitmaaier. Hoe zit dat? Peet schiet hard in de lach als hij me vertelt hoe dat in zijn werk is gegaan. ‘Ik vond er helemaal niks aan om op de zaterdagochtenden ingedeeld te worden in de algemeen werkploegen. Ik ben een technische man en helemaal geen tuinman. Ik moest mezelf echt naar de werkbeurten slepen en ergerde me bijna overal aan. Cock van de loods heeft me toen gevraagd om het eens in de zitmaaierploeg te proberen en dat vond ik meteen al leuk. Al 3 jaar doe ik dit met heel veel plezier’, vertelt Peet.
complexen en heeft dus wat ervaring opgedaan in het volkstuinwezen. ‘SNV is een leuk complex’, zegt Peet stellig. De sfeer en de mensen bevallen hem goed. Destijds stond hij voor de keuze om óf zelf een huisje te bouwen op een ander complex óf een kant en klaar stenen huis te kopen of SNV. Die keuze had hij snel gemaakt: het werd kant-en-klaar op SNV en daar hebben Peet en zijn gezin nooit spijt van gehad. ‘….. enne, als ik wat kan doen om te helpen, dan weet je me te vinden, ok?’, zegt Peet als hij weer zijn oordoppen op zet om verder te zitmaaien. Ik weet dat hij dat niet zomaar zegt maar dat hij dat echt meent.
Peet is specialistisch lasser. Hij doet restauratiewerk en dan specifiek aan bijzondere auto’s. Hij onderhoudt het wagenpark van een aantal verzamelaars en heeft een hele goede reputatie opgebouwd in zijn vakgebied. Vanuit heel Europa weet men tegenwoordig zijn werkplaats te vinden waardoor hij het erg druk heeft. Onlangs heeft hij zijn nieuwe werkplaats geopend en daar is hij de afgelopen tijd erg bezig mee geweest. Tot nu toe hebben en zijn gezin geen tijd gehad om eens te ontspannen op hun tuin. ‘Maar dat verandert snel’, aldus Peet, ‘We komen binnenkort weer lekker naar de tuin om tot rust te komen van alle werk en drukte’. Op SNV hebben Peet en zijn gezin het helemaal naar hun zin. ‘Ook de jongens hebben het hier leuk en dat is voor ons belangrijk’, zegt Peet. Hij heeft ervaring op 2 andere volkstuin-
Hoe het ook kan ...(en gelukkig nu gaat!) Door Rob - complexbeheer en algemeen werk In de vorige editie van “Schoffelen” was een oproep te lezen over het opknappen van de “voetbaldoelen” op een grasveld achter op het complex. Niet geheel onterecht, want meer dan vier ijzeren palen is het op het moment niet. Een lid is deze oproep ook opgevallen en hij is dan ook bij het bestuur geweest met het aanbod om nieuwe doelen te maken. Als vereniging kan je alleen maar blij zijn dat er leden zijn die daadwerkelijk “iets” willen doen. Op hetzelfde moment speelt er nog iets, de klimrekken op het complex met de twee wipkippen zijn afgekeurd. De beheerder van het complex (= het O.B.R.) heeft dringend “verzocht” deze speeltoestellen per zo spoedig mogelijk te verwijderen. Een andere tuinder had het idee om gedeeltes van het klimrek te gebruiken als doel. Met een ploeg van het algemeen werk en zijn hulp is dan ook het eerste klimrek verwijderd. De bedoeling was om op dezelfde dag de twee “bogen” van het rek als doel in te graven op het achterveld. Op dat moment waren er dus twee ideeën voor doelen. Gelukkig is er een actief bestuur dat, na overleg met de twee leden, het een en ander gecombineerd heeft (want om nou vier doelen op een grasveld te hebben gaat wel ver). Het is nu de bedoeling dat gedeeltes van het klimrek gebruikt gaan worden voor het maken van
twee doelen. Hopelijk gaat alles een beetje voorspoedig en kan er nog deze zomervakantie gebruikt gemaakt worden van de doelen. Natuurlijk is het jammer dat er binnenkort geen speeltoestellen meer op het complex te vinden zijn. Met veel jonge gezinnen/kinderen is hier eigenlijk wel behoefte aan, maar de kosten voor een speeltoestel zijn echt heel erg hoog. En eerlijk is eerlijk, twee antieke klimrekken met 2 halve wipkippen stelt nou ook weer niet zoveel voor. Dit was al opgemerkt door andere ouders. In het voorjaar is dan ook een begin gemaakt met de creatie van een “mini” speelwildernis. Onder leiding van Sigrun Lobst en enkele ouders is, soms met behulp van het algemeen werk op zaterdag, vol enthousiasme begonnen met het inrichten van een grasveldje als speelplaats voor de jeugd. Ongetwijfeld zal hier volgend jaar iets moois te vinden zijn. Volgens mij gaat dit alles zoals je heel graag op een vereniging wilt zien. Leden die niet alleen maar praten hoe alles beter kan of was, maar daadwerkelijk de mouwen opstropen om iets aan te pakken. Zonder ook maar een keer te denken aan de “20 uur algemeen werk” gewoon iets doen om de vereniging vooruit te helpen. Als vereniging kan je volgens mij niet zonder en ik heb dan ook respect voor leden die zich zo belangeloos opstellen. Van mijn kant uit is het alleen maar fijn om deze leden te helpen daar waar het mogelijk is.
2010-05 augustus
pagina 35
Een daggie uit met kleurrijke gevolgen Of: wat deed de redactie in Arnhem? door Jane We hadden eigenlijk alles al wat een redactie van een clubblad zich kon wensen: kopij—zoveel kopij dat soms zelfs geschrapt moet worden, medewerking van de leden—elke editie weer krijgen we veel medewerking, en vooral veel plezier in wat we doen. Het enige wat bleef knagen was dat er geen spatje kleur in het blad te bekennen was. Na een jaar van ontevreden berusting in de zwart/wit uitgaven van Schoffelen, een jaar van zoeken en onderzoeken, rondbellen, netwerken en onze neus stoten, kwamen we uit bij een enthousiast jong bedrijf wat zich in Arnhem heeft gevestigd. Online je clubblad maken tegen een scherpe prijs. In die scherpe prijs zitten 4 pagina's in kleur en een clubblad op mooi glossy papier. En om ook onze digitale lezers helemaal blij te maken een digitale versie waarin je kunt bladeren voor op de website en de email. En dat allemaal binnen het budget wat wij van de ledenvergadering hebben gekregen. Joepie! Onze vriendelijke contactpersoon, Stan, nodigde ons uit om een workshop te komen volgen waarin ons de kneepjes van het online bladen maken zou worden uitgelegd.
te vullen met een spanningsgehalte van een kerkbode. Stan bleef rustig en vriendelijk onder onze commentaren. Waarschijnlijk weet hij allang tegen welke problemen wij aan zullen gaan lopen. Na de workshop gaf Stan ons een rondleiding door de drukkerij en we maakten kennis met Wilhelmina en Juliana, de enorme machines waar aan de ene kant digitaal een ontwerp ingevoerd wordt en waar aan de andere kant een kant en klaar blad wordt
En zo togen we, onder de bezielende leiding van Ellen op een bloedhete en broeierige klamme woensdag naar Arnhem. Met de trein. Onder de bezielende leiding van Ellen de trein instappen betekent dat je van tevoren en tot op de minuut weet wanneer en waar je op elkaar staat te wachten en dat er uitgeprinte briefjes met reisinformatie voor je klaarliggen. Ellen werkt, denkt en reist in schema's, wat een paniekzaaier als ik alleen maar een rustig gevoel geeft om een trein in te stappen. Met Ellen erbij gaat gewoon niks mis! Onderweg kregen we een boel informatie over sporen en treinen, over perronnen en stations. Een overstapje hier en een boemeltje daar later kwamen we dan aan in Arnhem.
uitgespuugd. We liepen langs de enorme stapels papier naar de machine waar de nietjes en het vouwwerk gebeurt en bij al die machines kregen we tekst en uitleg. Over de kwaliteit, het werk en vooral: het resultaat. Moe, maar tevreden en vol nieuwe informatie stapten wij later de deur weer uit en gingen op zoek naar een leuke plek om te lunchen. En zo zaten wij even later op een terrasje naar elkaar te grijnzen. Ik kon het niet laten om ons opgewonden gevoel woorden te geven: We Zijn Een Tijdschrift!
Op de drukkerij werden we hartelijk ontvangen. En na een lekker koud glas limonade kregen we alle uitleg die we nodig hebben om van een blaadje een blad te maken. Stan had het maar druk met ons en antwoordde geduldig en nog steeds enthousiast al onze redactievragen. Welk lettertype, hoeveel kolommen, wat te doen bij een beetje gecompliceerd paginaontwerp? Wat nu als we meer of minder pagina's maken dan we vooruit bedacht hadden? Hoe groen is het papier wat gebruikt wordt? Affijn, niet gehinderd door enige kennis leek het alsof we de nieuwe editie van de Libelle of Margriet zaten te bespreken. We keken een stapel bladen door van organisaties die al in het klantenbestand zitten en besloten dat ons clubblad veel leuker is. Sommige verenigingen en organisaties hebben een budget waar wij steil van achterover vallen, 32 pagina's in kleur weten zij dan