SCHEMA’S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE Dyslexie Wat?
Moeite met de techniek van het lezen en spellen, door problemen om het woordniveau en met als belangrijk kenmerk dat geen echte automatisering van het lezen en spellen ontstaat. Het centrale cognitieve probleem bij specifieke lees- en spellingsproblemen is een probleem met het fonologisch decoderen, het onderscheiden en herkennen van individuele klanken die een betekenisvol verschil veroorzaken. Kinderen met lees- en spellingsproblemen hebben problemen met het herkennen van fonemen in gesproken en geschreven taal. Leerstoornissen ontwikkelingsstoornissen Grote groep Geslachtsverschillen geen Niet verwarren met 1) zintuigelijke stoornissen 2) verstandelijke beperking Comorbiditeit 1) ADHD 2) gedragsstoornissen 3) angst en depressie (bij meisjes)
Dyscalculie Wat?
De rekenvaardigheid van een kind is ver beneden het niveau van wat verwacht mag worden obv de leeftijd vh kind, het gemeten IQ, de zintuiglijke functies en de hoeveelheid genoten onderwijs. Oorzaak is onbekend. Kinderen met dyscalculie hebben problemen met het beheersen van het concept aantal en hanteren strategieën om te tellen en te rekenen die passen bij een veel jongere leeftijd. Doordat ze problemen hebben met deze elementaire rekenstrategieën, bouwen ze veel langzamer een database op met geautomatiseerde rekenfeiten, waardoor ze verder achterop raken. Leerstoornissen ontwikkelingsstoornissen Grote groep Geslachtsverschillen / Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) dyslexie 2) ADHD 3) problemen met oog-handcoördinatie 4) onthouden van non-verbale zaken
1
Autisme Wat?
Is een continuüm. Vroeg begin en ernstige chronische beperkingen in het dagelijks functioneren. Kids met autisme hebben 1) contactstoornis 2) communicatiestoornis 3) beperkt repertoire aan bezigheden en interesses 4) andere eigenschappen Grote groep Autisme en andere pervasieve ontwikkelingsstoornissen ontwikkelingsstoornissen Geslachtsverschillen Meer jongens Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) enkele zeldzame en genetisch bepaalde afwijkingen zoals tubereuze sclerose ADHD (aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis) Wat?
Chronische stoornis die op jonge leeftijd begint en die uit aandachtsproblemen, hyperactiviteit en impulsiviteit bestaat. Pas als deze problemen in extreme mate aanwezig zijn en in meerdere levensdomeinen voorkomen, kan er van ADHD als stoornis gesproken worden. We onderscheiden 3 types: 1) gecombineerde type 2) aandachtsgestoorde type 3) hyperactief-impulsieve type Grote groep Externaliserende stoornissen Geslachtsverschillen Meer jongens Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) antisociale gedragsstoornis 2) angst en depressie 3) ontwikkelingsstoornissen 4) pervasieve ontwikkelingsstoornissen (PDD) 5) Ticstoornissen 6) Middelenmisbruik
2
Antisociale gedragsstoornis Wat?
Bij de antisociale gedragsstoornis gaat het om gedrag waarmee de fundamentele rechten van anderen worden overtreden. Symptomen: 1) agressie gericht op mensen en dieren 2) vernieling van eigendom 3) leugenachtigheid of diefstal 4) ernstige schendingen van regels Grote groep gedragsstoornissen Geslachtsverschillen Meer jongens Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) ADHD 2) depressie 3) angsstoornissen 4) middelenmisbruik Oppositioneel opstandige gedragsstoornis Wat?
Bij oppositioneel opstandige gedragsstoornis gaat het om verbaal of fysiek verzet van het kind of de jeugdige tegen het gezag van de ouders, leerkracht of andere volwassenen. Grote groep gedragsstoornissen Geslachtsverschillen geen Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) ADHD 2) depressie 3) angsstoornissen 4) middelenmisbruik Separatieangststoornis Wat?
Niet bij de ontwikkeling passen en overdreven angst gescheiden te worden van huis of van diegenen aan wie de betrokkene gehecht is. Grote groep angststoornissen Geslachtsverschillen / Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) andere angststoornissen 2) depressie 3) ADHD 4) middelenmisbruik
3
Gegeneraliseerde angststoornis Wat?
Buitensporige angst en bezorgdheid die moeilijk in de hand te houden zijn. Over dagelijkse dingen. Zij doen vaak beroep op hun omgeving ter geruststelling. Grote groep angststoornissen Geslachtsverschillen / Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) andere angststoornissen 2) depressie 3) ADHD 4) middelenmisbruik Specifieke fobie Wat?
Duidelijke en aanhoudende angst die overdreven of onredelijk is, uitgelokt door de aanwezigheid van of het anticiperen op een specifiek voorwerp of situatie. Grote groep angststoornissen Geslachtsverschillen / Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) andere angststoornissen 2) depressie 3) ADHD 4) middelenmisbruik Sociale fobie Wat?
Een duidelijke en aanhoudende angst voor een of meer situaties waarin men sociaal moet functioneren of iets moet presteren en waarbij men blootgesteld wordt aan onbekenden of een mogelijke kritische beoordeling door anderen. Er moeten aanwijzingen zijn dat het kind of de jeugdige in staat is tot bij de leeftijd passende sociale relaties met bekende mensen en dat de angst voorkomt in gezelschap van leeftijdgenoten en niet alleen maar in interactie met volwassenen. Grote groep angststoornissen Geslachtsverschillen / Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) andere angststoornissen 2) depressie 3) ADHD 4) middelenmisbruik
4
Paniekstoornis Wat?
Het essentiële kenmerk van een paniekstoornis is het zonder enige oorzaak en herhaaldelijk krijgen van spontane paniekaanvallen, met als mogelijk gevolg het vermijden van alleen reizen of agorafobie. Grote groep angststoornissen Geslachtsverschillen / Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) andere angststoornissen 2) depressie 3) ADHD 4) middelenmisbruik Posttraumatische stressstoornis (PTSS) Wat?
Wordt gekenmerkt door een extreme, vaak levensbedreigende gebeurtenis gevolg door een kenmerkende constellatie van symptomen, o.a. het herhaald beleven vh trauma, verhoogde waakzaamheid en vermijding van situaties die met het trauma geassocieerd zijn. PTSS kan het beste gezien worden als een abnormale reactie op een abnormale gebeurtenis en is het resultaat van een complexe interactie tussen biologische, psychologische en sociale oorzakelijke factoren. Grote groep angststoornissen Geslachtsverschillen / Niet verwarren met 1) aanpassingsstoornis – gebeurtenis hoeft niet extreem of levensbedreigend te zijn 2) acute stressstoornis – symptomen hoeven niet langer dan één maand aanwezig te zijn 3) specifieke fobie – geen sprake van herbeleving van het trauma 4) gegeneraliseerde angststoornis – ook veel lichamelijke spanning 5) rouwreactie – normale reactie dus niet pathologisch, indien sterker of langer dan verwacht aanpassingsstoornis 6) andere niet-pathologisch reacties op stress – leiden niet tot disfunctioneren op sociaal gebied of op het werk of school 7) ADHD – gelijkaardige symptomen van verhoogde arousal, maar geen trauma Comorbiditeit 1) andere angsstoornissen 2) depressie 3) gedragsstoornissen 4) middelenmisbruik 5
Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) Wat?
De OCS wordt gekenmerkt door dwanggedachten (obsessies) en/of dwanghandelingen (compulsies). De patiënt ervaart spanning en angst als hij aan zijn of haar dwanggedachten en dwanghandelingen probeert te weerstaan. OCS wordt gedefinieerd als recidiverende zich opdringende gedachten en/of handelingen die ongewenst zijn en die interferen met normaal dagelijks functioneren of die beduidend lijden veroorzaken. Dwanggedachten en –voorstellingen worden meestal als zinloos en hinderlijk ervaren. Er kan enige bewuste controle uitgeoefend worden op de symptomen. Grote groep angststoornis Geslachtsverschillen geen Niet verwarren met 1) dwangverschijnselen als normaal fenomeen – goed functioneren 2) anorexia nervosa – dwanggedachte beperkt zich tot eigen gewicht en lichaam 3) stereotypieën en preoccupaties bij een pervasieve ontwikkelingsstoornis – ontbreken van de egodystonie 4) syndroom van Gilles de la Tourette – tics ipv dwanghandelingen 5) depressie – dwanggedachten (rumineren) gaat gepaard met schuldgevoelens 6) psychotische stoornis – ontbreken van egodystone karakter Comorbiditeit 1) ticstoornissen 2) depressie 3) angststoornis 4) specifieke ontwikkelingsstoornis 5) ADHD 6) gedragsstoornissen De voorbijgaande ticstoornis Wat? Grote groep Geslachtsverschillen Niet verwarren met Comorbiditeit
Tics zijn niet langer dan 12 maanden aanwezig ticstoornissen Meer jongens / /
6
De chronische motorische of vocale ticstoornis Wat? Grote groep Geslachtsverschillen Niet verwarren met Comorbiditeit
Tics bestaan wel langer dan 12 maanden. ticstoornissen Meer jongens / /
Het syndroom van Gilles de la Tourette Wat?
Bestaat uit chronische motorische tics en minstens één vocale tic. Grote groep ticstoornissen Geslachtsverschillen Meer jongens Niet verwarren met / Comorbiditeit 1) Obsessieve-compulsieve stoornis 2) ADHD en stoornissen in de executieve functies 3) depressie en angst 4) aanvallen van woede of zelfbeshadigend gedrag 5) slaapproblmen Depressie Wat?
Een depressieve stoornis wordt gedefinieerd als een beloop gekenmerkt door een of meer depressieve episoden. - Centraal bij een depressieve stoornis staat de aanwezigheid van een sombere stemming en/of verlies van interesse en plezier in dagelijkse activiteiten gedurende enkele weken. - Daarnaast moet het kind of de jeugdige nog enkele andere symptomen hebben gedurende de depressieve episode. - Depressie wordt naast een sombere of geprikkelde stemming en interesseverlies gekenmerkt door cognitieve symptomen, zoals een verminderd vermogen om na te denken en zich te concentreren. - Er kan sprake zijn van gevoelens van minderwaardigheid en van schuldgevoelens. - Verder kunnen er lichamelijke symptomen voorkomen Grote groep stemmingsstoornissen Geslachtsverschillen Meer meisjes Niet verwarren met 1) dysthyme stoornis – lichtere vorm Comorbiditeit 1) gedragsstoornissen 2) angststoornissen
7