SANJA MITROVIĆ: ‘IK VOELDE EEN BEHOEFTE OM DE OORLOG BESPREEKBAAR TE MAKEN’ (eerder verschenen in TM, november 2010) De ster van mimer Sanja Mitrović is rijzende. Haar voorstelling Will you ever be happy again won de BNG Nieuwe Theatermakers Prijs en werd genomineerd voor de Prix Jardin d’Europe. De productie 1:SONGS (A solo with missing choir), die Mitrović speelde en maakte met Nicole Beutler, schitterde in de selectie van het Nederlands Theater Festival en won de VSCD Mimeprijs 2010. In november beleeft haar nieuwe voorstelling A Short History of Crying haar première in het Veemtheater in Amsterdam. De Val van de Muur was niet voor iedereen een bevrijding. De beste feesten in Servië vonden plaats in 1999, het jaar van de NAVO-bombardementen. Het zijn verhalen die afwijken van de ‘officiële’ geschiedschrijving die de Servische-Nederlandse theatermaker Sanja Mitrović (Joegoslavië, 1978) wil belichten in haar werk. In Will You Ever Be Happy Again? (2008) diepte ze daarvoor samen met haar Duitse tegenspeler Jochen Stechmann herinneringen op uit hun eigen jeugd. In 1:Songs van Nicole Beutler belichtte ze het vrouwelijk perspectief door vrouwen uit de toneelliteratuur te verklanken, van Euripides’ Medea tot Gretchen uit Goethes Faust. En voor haar nieuwe voorstelling A Short History of Crying verkent ze het uiten van verdriet als een persoonlijk en tegelijk sociaal fenomeen. ‘Al mijn werk gaat over de verhouding tussen individu en samenleving,’ vertelt Mitrović. ‘Er is een verschil tussen wat een individu ervaart en wat de samenleving als gedragscode hanteert. Of tussen de officiële geschiedenis zoals die in de boeken is vastgelegd en de duizenden persoonlijke verhalen binnen die geschiedenis. Ik wil proberen juist die kleine momenten, die misschien niet belangrijk lijken, gewicht te geven.’
Nieuw leven Sanja Mitrović studeerde Japanse taal en literatuur toen ze auditie deed bij de Kroatische groep Montažstroj, die in 1999, dus vlak na de oorlog, workshops gaf in Servië. Na dat project vergezelde ze het gezelschap naar Nederland om mee te werken aan een nieuw project. Via een van de andere spelers maakte ze kennis met de Mimeopleiding. Ze deed auditie, werd aangenomen en stond voor een belangrijke beslissing: terug naar Servië of in Nederland aan een nieuw leven beginnen. ‘Theater was iets wat ik er tot dan toe bij deed. Toch koos ik voor de Mimeopleiding. In Servië was geen school die de kans gaf zowel te leren maken als te spelen. Bovendien interesseerde ik me voor die andere opvatting over auteursschap, die afwijkt van het klassieke regisseurstoneel maar uitgaat van de mogelijkheid vanuit jezelf te werken.’ Het leek haar een mooie kans en Mitrović heeft er geen spijt van dat ze die heeft aangegrepen. ‘In kunst is het belangrijk je eigen visie te ventileren. De Mimeopleiding bood me technieken, maar ook ruimte om mijn eigen stijl te ontwikkelen. Ik kreeg er de vrijheid bij mezelf te blijven en te zeggen wat ik nodig had. Dat is zeldzaam.’ Haar vorige voorstelling Will You Ever Be Happy Again? vertrok vanuit persoonlijke verhalen van Mitrović en Stechmann. De jury van de BNG Nieuwe Theatermakersprijs noemde het een boeiende en persoonlijke voorstelling ‘waarin Mitrović en haar tegenspeler Jochen Stechmann de relatie tussen nationaliteit en identiteit proberen bloot te leggen’. Mitrović reflecteerde op haar jeugd tijdens de etnische conflicten en het uiteenvallen van Joegoslavië in de jaren negentig. Stechmann overpeinsde de herinneringen van zijn familie uit de periode na de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog. Beiden maakten mee hoe hun land opnieuw een identiteit moest zien te ontwikkelen en hoe hun volk zich moest opstellen jegens de beschuldigende vinger van Europa. Zij werden immers gezien als de boosdoeners die de oorlog hadden veroorzaakt. Met het resultaat van hun persoonlijke samenwerking reist Mitrović door heel Europa. De reacties lopen sterk uiteen, maar zijn altijd positief. Mitrović: ‘In
Servië reageren de toeschouwers heel emotioneel. Ze herkennen bijvoorbeeld bepaalde muziek uit de jaren negentig. Muziek die onlosmakelijk is verbonden met de oorlog en heel veel herinneringen oproept. In Duitsland biedt de parallel die we trekken tussen het Servische en het Duitse verleden het publiek de mogelijkheid zijn eigen geschiedenis in een nieuw perspectief te zien. De voorstelling opent een deur om de vergeten momenten van de officiële geschiedenis, gebaseerd op persoonlijke ervaringen, opnieuw te overdenken. Ze roept universele én heel persoonlijke vragen op over geluk, identiteit en aansprakelijkheid.’ Aan de gesprekken na afloop van de voorstelling met het publiek hecht Mitrović daarom net zoveel belang als aan de voorstelling zelf. Het zijn de momenten waarop herinneringen worden opgehaald en persoonlijke verhalen naar buiten komen. Zoals dat van een man uit Leipzig die vertelde dat hij de val van de Muur niet als een bevrijding had ervaren. Om die dialoog met het publiek is het Mitrović te doen. ‘De voorstelling kwam voort uit mijn eigen behoefte om de oorlog het bespreekbaar te maken en daar niet twintig jaar mee te wachten, zoals in Duitsland is gebeurd. Het is een pijnlijke geschiedenis, maar het is het beste erover te praten en een gemeenschappelijke basis te vinden. Ik zocht naar een taal om dat te kunnen doen. In Will You Ever Be Happy Again? bieden kinderspelletjes zo’n taal. Ze maken de voorstelling speels en voorkomen een sfeer van beschuldiging, maar toch openen ze deuren om die moeilijke vragen te stellen.’ Passie Engagement is voor Mitrović onlosmakelijk verbonden met persoonlijke betrokkenheid en passie. ‘Ik kan me niet voorstellen dat kunst zonder passie kan bestaan. Als ik rationeler zou zijn, zou ik wetenschapper zijn. Als ik afstandelijker zou zijn, was ik leraar. Als ik kritischer was criticus. Kunst is meer dan werk. Kunst vraagt om passie.’ Diezelfde betrokkenheid en passie vraagt ze van haar spelers. ‘Juist omdat ik de verhouding tussen individu en samenleving vaak centraal zet in mijn werk, speelt het persoonlijke verhaal
van de performers een belangrijke rol. Een performer die echt iets geeft om wat hij doet en niet simpelweg een rol vervult, raakt me. Simpelweg omdat ik dan voel dat hij meer geeft dan wat hem is gevraagd.’ Zelf werkt Mitrović niet alleen als maker, maar ook als speler. Dit najaar speelt ze in Adem van Olivier Provily en reist ze met 1:Songs naar Istanboel en Frankfurt. Die laatste productie is een muzikale performance waarvoor teksten van vrouwelijke personages uit de toneelgeschiedenis de basis vormden. Vanachter vijf microfoons herhaalt Mitrović namens Gretchen ‘I kiss him’ op dreigende fluistertoon in een lange sequentie, schreeuwt ze als Antigone ‘I know too well I’m going to die’ en mijmert ze Medea’s woorden ‘What a fool I am to let my heart admit to such sentimental reasons’. Dat alles op een soundscape van Gary Shephard die varieert van een rustige gitaarbegeleiding tot een stampende housebeat waarop Mitrović met uitgestoken armen haar bovenlichaam laat schokken in een adembenemende intensiteit. Huilen In de ‘stand-up tragedie’ A Short History of Crying legt ze de vinger op de sociale codes rond het vergieten van tranen. ‘Mijn persoonlijke herinneringen en die van mensen die ik ken wil ik een plaats toekennen ten opzichte van de publieke uiting van verdriet in hedendaagse culturen. Hoe worden emoties uitgedrukt in de politiek, op televisie, in de media, in de literatuur? En waarom tonen we onze tranen dan niet publiekelijk?’ Ter voorbereiding reisde ze door het zuiden van Servië en Montenegro op zoek naar vrouwen die hun rouw uiten door het zingen van specifieke liederen aan graven. Zij maken deel uit van een eeuwenoude traditie die langzaam uitsterft. Ook in deze voorstelling neemt ze de verhouding tussen individu en samenleving onder de loep. Mitrović: ‘Al van oudsher zijn tranen verbonden met culturele opvattingen over geslacht, leeftijd en klasse. Wanneer mag je wel huilen en wanneer niet? De verhouding tussen gecontroleerde sociale structuren en innerlijke spontane reacties is fascinerend.’
Bekentenissen van de performer en persoonlijke reacties die ze kreeg op een oproep contrasteren in de voorstelling met iconische huilscènes uit de hedendaagse cultuur. ‘Huilen wordt vaak geïnterpreteerd als een roep om troost, aandacht, verontschuldiging of hulp. Volgens sommige sociale theorieën is huilen een appèl aan anderen om iets te doen, een poging tot communiceren als woorden niet volstaan. Tegelijkertijd heeft het huilen zich in de westerse cultuur ontwikkeld tot een intieme en private handeling. Je doet het alleen, of in een kleine kring van familie en vrienden. Het tonen van emoties is antisociaal; het weerspiegelt zwakte en onvermogen om je irrationele impulsen te onderdrukken. De laatste twee decennia, met de opkomst van realityshows en de “biechtcultuur”, is het private lijden een publiek spektakel geworden. Vandaag de dag is het niet alleen tóegestaan om emoties en pijn te delen met miljoenen anderen, het wordt zelfs aangemoedigd.’