Inhoud sa ng ha l e ntesc h r ift j rg.7 – n u m m e r 2
04 Welkom
46 Weidse leegte, niets heilig Ron S c h u i temaker
06 De dharma, onuitputtelijk diep en grenzeloos subtiel
51 Gedicht E r i c - J a n E vers
Gr et ha Aerts
10 Boeddha in Mexico-City
52 Over Lakshmanjoo en Vipassana P r a b od h K ensh in Jongepi er
Ivo Br a nd s en
16 Een daad van mededogen voor de deur van de zendo Ha ns Scho en
58 Foto-expo Hans Janssen 60 Oefeningen voor het zitten E va B oom s luit er
20 Stiltewandeling 22 Enmei Jukku Kannon Gyo en een bijzondere vraag Leo Huijg
62 Tip: Tan dun in De Doelen Colofon Zen Centr um Rotterdam K an z eon | Noordsingel 168 | 3032 BK Rotterdam | www.zenrotterdam.nl |
[email protected]
27 De zee | tankacyclus
Informatie
Ro b Fr a nk
Mar li Li ndeb oom 010 418 63 42 | T h eo M i lten b u rg 010 434 07 73
32 De zeven poorten van zenbeoefening bij Zen Centrum Rotterdam
Redactie Leo Huijg 010 476 87 37 |
[email protected] Pr abodh Ken sh i n J on g epier 010 418 21 09 |
[email protected] Mar iëtte Kamph u i s 010 456 87 63|
[email protected]
Gr et ha Aerts
Hans Schoen 010 466 57 13 |
[email protected]
40 Impressies van een beginneling Ma r ieke V een s tra
Vormgeving Stud i o M i n k e T h em an s | www.minkethemans.nl Coverfoto Ron van B ri em en
2
WELKOM
Ons blad kreeg een nieuwe vorm – met dank aan vormgeefster Minke Themans – en een nieuwe naam: KANZEON sangha (lente)schrift. Allereerst veranderde de naam omdat ‘de nieuwsbrief’ gewoon geen nieuwsbrief meer was. Die rol heeft de (prettige) maandelijkse mededelingenmail van Joost ten slotte overgenomen. Wij grepen deze gelegenheid aan om, voortbordurend op onze geschiedenis, KANZEON terug te laten keren in ons midden. De veelzijdige betekenis en verschijningsvorm van KANZEON zijn daarom ook als een rode draad door dit lentenummer verweven. Behalve een bewust genieten van de seizoenen willen we bovendien uitdragen dat ons blad voor en door onze sangha geschreven wordt en zo betekenis krijgt. Voila: KANZEON sangha lenteschrift. Wat dit betreft is dit nummer ook zeker representatief, want er werd door velen aan bijgedragen. Fotograaf Ron van Briemen nam onze uitnodiging aan om jaarrond – voor vier seizoenen – de coverfoto te verzorgen. Als thema koos hij ‘het bijzondere in het alledaagse’, met dit keer de ontluikende natuur in het prille voorjaar. Als bijschrift schreef hij bovendien een haiku:
Nog beduusd van kou groeit het blad stil aan de boom het ruisen komt veel later.
Wij wensen jullie een mooie lente. Leo, Pra b o dh , H a ns e n M a r i ë t t e Schoonheden in een lente storm, Keisan Eisen, Moritaya (circa 1828, Rijksmuseum/Rijksstudio)
De dharma, onuitputtelijk diep en grenzeloos subtiel Kanzeon Kanzeon als naam
Kanzeon en vele verschijningsvormen
Begin jaren tachtig vorige eeuw kwam Genpo Roshi als jonge zenleraar uit Polen naar Nederland. Kernramp Tjernobyl had zich net voltrokken. Ik zie hem nog levendig voor me in de theeruimte van de Kosmos – een New Age centrum in Amsterdam – omringd door enthousiaste adepten. Hij gaf een voordracht op de zenzolder. Kort hierna kwam hij in Nederland wonen met zijn gezin en begon op regelmatige basis met een zitgroep. Voor deze groep moest een naam bedacht worden en op voorstel van Nico werd dat Kanzeon, naar de bodhisattva van Mededogen. Na terugkeer naar de Verenigde Staten stichtte Genpo Kanzeon Sangha International. In de daarop volgende jaren verschenen er ook zitgroepen in Nederland (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Enschede, Den Bosch en Nijmegen), Engeland, Polen, Frankrijk, België en Duitsland onder de naam Kanzeon. In 1988 werd de Zengroep Rotterdam Kanzeon opgericht als zelfstandige stichting. Deze naam ging jaren mee, om in 2011 te veranderen in Zen Centrum Rotterdam in navolging van Zen Centrum Amsterdam. Dit leek stoer en passend bij de overdracht van de geestelijke leiding van Nico naar Gretha. Toch waren er nostalgische geluiden om de naam Kanzeon in gebruik te houden. Doordat we op twee locaties activiteiten hadden, werden de namen Kanzeon en Shofukan gekoppeld aan de beide zendo’s. Met de verhuizing van de Doopsgezinde kerk naar de Noordsingel, waardoor nu alle activiteiten in dezelfde ruimte/zendo plaatsvinden, verviel het naamgebruik zendo Kanzeon. Maar met de veranderde samenstelling van de redactie en de nieuwe vormgeving van de Nieuwsbrief keert Kanzeon terug in de naam van ons sanghablad.
Zoals gezegd is Kanzeon de bodhisattva van Mededogen. In het oudste Boeddhisme is de bodhisattva een figuur, die naar verlichting streeft en zo het Boeddhaschap wil verwerven. Later in het Mahayana Boeddhisme wordt het begrip bodhisattva gebruikt in een nieuwe context. De bodhisattva is niet slechts een wezen dat naar Verlichting streeft, maar ook een ‘Verlichtend Wezen’: een wezen dat heel actief anderen bijstaat op het pad naar boeddhaschap. In weer een andere, latere interpretatie kun je iemand alleen zover begeleiden als je zelf bent gegaan en wordt de bodhisattva als de mededogende kant van de Boeddha gezien: wijsheid en mededogen ineen. Er zijn meerdere mythische bodhisattva’s, zoals onder meer Manjushri (bodhisattva van Wijsheid) en Samantabhadra (bodhisattva van Perfecte Activiteit). In werkelijkheid zijn er ontelbare, maar daar kom ik later op. De bodhisattva van Groot Mededogen wordt ook wel Avalokiteshvara (India), Chenrezig (Tibet), Guanyin (China) of Kannon (Japan) genoemd. In China en Japan veranderde Kanzeon van een mannelijke personificatie van mededogen (hij die neerziet en het lijden van de mensen ziet) in een vrouwelijke personificatie: zij die het verdriet van de mensen hoort. Bekend zijn de Kanzeonbeelden met ontelbare armen, die allerlei attributen vasthouden. Hiermee wordt verbeeld dat de bodhisattva op ontelbare wijzen kan handelen om mensen te bevrijden van het lijden door ze tot ontwaken te brengen. Deze beelden zijn allen geïdealiseerd. Je hebt niet meteen het idee dat het mensen van vlees en bloed zijn. De witte Chinese en Japanse beeldjes die een lotusbloem, een mandje met vis, een traan of een flesje in hun handen houden, komen dichter bij een menselijke vorm, maar ook hierbij is sprake van een geïdealiseerde weergave.
6
De dharma, onuitputtelijk diep en grenzeloos subtiel
Gestalte geven aan Kanzeon in ons eigen leven Evenals de zittende Boeddha is Kanzeon een aansporing om dit ideaal in ons eigen leven te verwezenlijken. De weg naar verwezenlijking is om allereerst ten volle te beseffen dat we heel en compleet zijn zoals we zijn. We ontwikkelen helderheid, openheid en verantwoordelijkheid om onze eigen plaats op een heilzame wijze in het geheel in te nemen. We zijn met alles en iedereen onlosmakelijk verbonden in een oneindig netwerk van verbindingen. Iedere handeling die ik onderneem, ieder woord dat ik zeg, heeft effect. Net zo goed als ieder woord en iedere handeling van de ander(e/en) effect op mij hebben. Hier toont zich dat Kanzeon ontelbare gezichten heeft. Ieder ander mens is een bodhisattva voor mij om tot inzicht te komen, om mijn eigen geest te leren kennen, mijn eigen hart te openen, zodat ik even bodhisattva mag zijn voor ieder ander. G r e tha A e rts
‘Kanzeon pourring the water of compassion’. (links)
8
‘Kanzeon holding the Jewel of Enlightenment’. (rechts)
Boeddha in Mexico-City
Van aardbevingen, gespleten persoonlijkheden en menselijk ongemak Ik heb me voorgenomen af en toe een stukje te schrijven door gewoon mijn vingers op het toetsenbord te leggen en het te laten gebeuren. Je zou het een vorm van meditatie kunnen noemen. Eén van de regels is: geen teken terug, je moet echt doorschrijven. Dit stukje gaat over Mexico-City en het boeddhisme daar. In februari 2014 verbleef ik voor de tweede keer bij een vriend die er inmiddels tien jaar woont. In Mexico-City wonen zestien miljoen mensen in een gebied zo groot als de provincie Zeeland. De mensen zijn enorm verschillend. Dat heeft ook met de geschiedenis van Mexico te maken. Met de vele verschillende indiaanse volken die daar leefden en de komst van de Spanjaarden in de zestiende eeuw. Het mengen van de Spanjaarden en de oorspronkelijke bewoners begon met een affaire tussen veroveraar Hernan Cortez en zijn vrouwelijke tolk Malintzlni. Mexicanen zien in Malintzlni (in het Spaans La Malinche genoemd) de verraadster én de symbolische moeder van het Mexicaanse volk. Iets waaruit blijkt hoe complex en gespleten Mexico is. Mexico-City is geworden tot een smeltkroes. Maar goed, ik dwaal af, het punt dat ik wilde maken is: welke hobby of interesse je hebt, in MexicoCity zijn er altijd anderen waarmee je die hobby of interesse deelt. Het toeval wil dat er een Zencentrum op ongeveer 15 minuten lopen van mijn logeeradres is. Het betreft de Dojo van de Kosen-Sangha. De KosenSangha is gesticht door de Fransman Stephane Thibaut. Thibaut kreeg zijn onderricht van de Japanse meester Taisen Desimaru de naam Kosen. Gretha vertelde me dat Taisen Desimaru bekend stond als ‘strenge’ Meester in de Soto-traditie.
Het is nooit te laat voor zazen Vooraf heb ik een email gestuurd vanuit Nederland. Een dag later kreeg ik de reactie dat ik van harte welkom ben om deel te nemen aan de meditatie. En zo komt het dat ik vroeg in de ochtend de deur van de omheining van het pand waar ik logeer dicht trek. Ik loop eerst verkeerd. Om 06.45 u. ren ik door het donker ren richting de Insurgentes.
10
De Insurgentes is een weg van 22 kilometer lang dwars door MexicoCity van Noord naar Zuid. Een soort kruising tussen het Tunneltracé en de A13. Rennen in Mexico-City is een ervaring op zich. De stad ligt op meer dan 2400 meter hoogte, waardoor de lucht aanmerkelijk minder zuurstofrijk is dan hier. Bovendien is smog een groot probleem in Mexico-City. Dat wordt nog versterkt door het feit dat het in een soort kom ligt. Er om heen liggen bergen. De vieze lucht blijft dus letterlijk hangen. Om klokslag 07.00 u. bel ik aan bij de witte muur waarop staat Dojo Kosen Sangha. Na enige tijd doet een vrouw gekleed in zwart open. In een mengsel van half Spaans en half Engels maak ik duidelijk dat ik voor de meditatie kom. Ze gebaart mij haar te volgen over het binnenterrein. Het is duidelijk dat de vrouw in kwestie geen Engels spreekt. Mijn Spaans is niet veel beter. Binnen sta ik in een grote gang. De vrouw wijst me op de deuren van een kast waarin meditatiekussen liggen en enkele jassen en tassen. Dan valt mijn blik op het bordje van de deur naast de kast. Iets van Servicio Dental. Dat breekt een beetje de spanning bij me. Typisch dat een zendo en een tandarts de opgang delen. Een andere vrouw wacht bij de Dojo. Daar staan ze, na zevenen met een vreemde in de deuropening van de Dojo. De totale opkomst is, mij en de leidster incluis, drie personen. De vrouw die de deur voor me had opengedaan is duidelijk de leidster van deze sessie. Ze mompelt ‘mural’. Ik ga een ruimte van ongeveer vier bij vier meter binnen. In het midden staat een altaar met een boeddhabeeld. Ik heb nu wel een meditatiekussen maar nog geen mat, zoals de anderen. Mijn gedrentel leidt er toe dat de leidster een mat van de stapel die rechts in de hoek naast de deur ligt pakt. ‘Muchos gracias’, fluister ik. Ik zoek een plek met mijn gezicht naar de muur, op ongeveer anderhalve meter van de andere deelnemer. De leidster zit tegenover de andere muur. Ze luidt de gong en de meditatiesessie is begonnen.
Boeddha in Mexico-City
De eerste meditatiesessie Het zweet gutst over mijn rug. Mijn hartslag is aanmerkelijk hoger dan gewoonlijk. Maar goed; ik zit. En ik haal adem. Ik hoor het verkeer over de Insurgentes, die ader door de stad. Pffff. De adem gaat vanzelf. Ik hoef niets te doen. Ik vind dat naar de muur zitten raar. Ik merk dat ik hecht aan het naar elkaar zitten en aan zazen als groepsactiviteit. Weer terug naar de ademhaling. Laten gaan. Alleen maar ervaren. Zo verstrijkt de tijd. De gong klinkt, de eerste periode is voorbij. Ik vraag me af: wat nu? Probeer ook te ontspannen. Het is duidelijk de bedoeling dat we kinhin gaan doen. Eerst zet mijn buurvrouw haar mat min of meer rechtop tegen de muur. Ze gebaart (geirriteerd?) mij hetzelfde te doen. De gong klinkt weer, we buigen en de kinhin begint. Dan komt de leidster naar me toe. Ze wil dat ik mijn handen niet in de mudra hou zoals ik dat gewend ben, maar in de houding zoals dat hier hoort. Enigszins verbouwereerd volg ik haar instructies. Men houdt hier de handen veel hoger dan ik gewend ben en dan ik prettig vind. (Maar wie ben ik om er wat van te vinden, is ook een gedachte die opkomt.) Dus toch maar: de instructie volgen en gewoon doen.
Sutra-zingen? Oh nee, toch een tweede mediatiesessie Na de kinhin krijg ik een briefje. Daarop staan twee sutra’s, onder andere de hartsutra. Blijkbaar zit men hier maar één periode, dan kinhin en dan sutra-zingen. Ik drentel weer wat bij mijn kussen en kijk wat mijn buurvrouw doet. Ze gaat zitten met het briefje in haar hand en haar gezicht naar de muur. Ik doe hetzelfde in afwachting van de start van het zingen. Oh, weer fout: mijn buurvrouw heeft het briefje allang weggelegd. De gong klinkt voor de tweede meditatiesessie. Dat voelt niet fijn. En eigenlijk moet ik ook anders gaan zitten, maar de meditatiegong heeft al geklonken. Wat een gedoe, denk ik bozig. Nu zit ik helemaal niet lekker en voel ik me ook niet op mijn gemak. Terug naar de ademhaling. Opeens merk ik dat mijn rechteronderbeen trilt. Gek. Dat heb ik nog
nooit eerder zo meegemaakt. Het zal met de spanning te maken. Ben ik zo gespannen? Vreemd, dat valt ook wel mee. Toch maar weer terug naar de ademhaling. Het been blijft trillen. Alsof het geen onderdeel van mij is en een eigen leven leidt. Ik hoop niet dat de anderen er last van hebben. Weer terug naar de ademhaling. Na een tijdje merk ik dat het niet zozeer mijn been is dat trilt, maar het gebouw. Dat uit zich vooral in het been dat het meest in contact is met het gebouw. Is het een (lichte) aardbeving? Mexico-City ligt op het breukvlak van twee aardplaten. In 1985 was de laatste zware aardbeving. Die heeft een groot deel van de stad in puin gelegd. Men verwacht een nieuwe grote aardbeving, ooit. Ik bedenk dat als het al een aardbeving is, het om hele lichte schokken gaat. Het zou ook gevolg kunnen zijn van het verkeer dat nu echt goed op gang gekomen is. Terug naar de ademhaling.
Kinhin in Mexico-City (www.zenmexico.org).
12
Boeddha in Mexico-City
De klap en de aankondiging van het sutra-zingen
De afloop
Wat beweging en gestommel in de hoek waar de lerares zit. Gelijk weer een oordeel. Deze lerares kan niet goed zijn, want ze kan zelf niet eens stil zitten. Een oordeel over dat oordeel, dan weer terug naar de ademhaling. Ah, ze heeft iets gepakt en loopt rond. Doordat we ‘mural’ zitten is even ongemerkt spieken er niet bij. Het is een mysterie wat er gebeurt. Dan hoor ik iets van een klap. En ik krijg de indruk dat mijn buurvrouw een buiging maakt. Blijkbaar heeft ze een klap gekregen als aanwijzing om rechtop te gaan zitten. Ooit gelezen dat iemand op bezoek ging bij een Centrum in Parijs en dat dat daar ook gebeurde. Probeer bij mijn ademhaling te blijven, maar kan gedachten niet uitbannen. Krijg ik straks ook een klap? En wat doet dat met me? Moet toegeven dat enige aanmoediging en ondersteuning geen kwaad kan. Maar toch. Inmiddels is de lerares voorbij gelopen. Gestommel blijft even, dan verlaat zij de Dojo. Terug naar de ademhaling. Dan klinkt vanuit het binnenterrein de klank van hout op hout. Alsof iemand de klappers gebruikt om aan te geven dat het tijd is. Een aantal keer langzaam, dan met steeds kortere tussenpozen. Dat is mooi. Hier zijn de boeddha, de dharma en de sangha en dat laten we horen aan de buitenwereld. De lerares komt de Dojo weer binnen en slaat op de gong. De tweede meditatieperiode is ten einde. We gaan nu waarschijnlijk de sutra’s zingen. Of, hoe en waar we gaan zitten is mij onduidelijk. Erger is het gevoel dat me dat kwalijk wordt genomen en het gevoel dat ik er niet bij hoor. Ik zit nu op de vloer, want er is geen gelegenheid meer om mijn mat te pakken, omdat het sutra-zingen begonnen is. Het is een ingewikkelde sutra en hij wordt op een ingewikkelde manier gezongen. Mooi, maar wel jammer dat je hier heel erg getraind voor moet zijn om mee te doen. Zingen zou juist moeten verbinden en niet moeten scheiden. Verwarrend. Daarna zingen we de hart-sutra. Ook op een wat andere manier, waardoor ik maar half mee kan doen.
Al met al ben ik blij als het voorbij is. Met buurvrouw Ruth, die wel Engels spreekt, praat ik even totdat ze het gesprek afkapt. Met een typisch Mexicaans “See you, mañana” nemen we afscheid. Naar mijn logeeradres lopend ben ik dankbaar dat ik dit ervaren heb, maar voel ik me ook tekort schieten. Er is bepaald geen klik tussen mij en de Kosen Sangha. Maar ik neem me voor morgen een tweede keer te gaan. Dan lees ik in een email dat mijn dochter huilend naar bed is gegaan en huilend wakker is geworden. Ze roept uit dat ze papa zo mist. De volgende ochtend zit ik niet in de zendo, maar met een kopje koffie in mijn hand te skypen met mijn dochter. Ook dat is Zen.
14
Ivo Bra nds e n
Een daad van mededogen voor de deur van de zendo Bij een nieuwe zendo hoort ook een nieuwe omgeving. We hebben het centrum van de stad verlaten en zijn in Rotterdam Noord geland aan de fraaie negentiende-eeuwse Noordsingel. Ooit aangelegd als onderdeel van het zogenoemde Waterproject; een serie singels aansluitend op de Maas, dat diende om het ziekteverwekkende afvalwater van de oude stad door te spoelen en te verversen. Een mooie parallel met de persoonlijke geestelijke hygiëne die we met de beoefening in de zendo nastreven. Ons gebouw zelf is vrij nieuw in de historische omgeving, nog een stukje niet gebombardeerd oud Rotterdam. Ofschoon enkele honderden meters verder op de singel wel enkele panden weg zijn door het bombardement. Maar de singel was een soort natuurlijke grens voor het vuur dat centrum van Rotterdam in mei 1940 in drie dagen deed afbranden. Het lijkt allemaal lang geleden en vrijwel verdwenen uit het huidige straatbeeld. Toch is er een historisch merkteken in het hier en nu vlak voor de zendo. Schuin aan de overkant van de singel onder de grote taxusboom staat een bijzonder herdenkingsmonument voor een zeker even bijzondere gebeurtenis. Het is goed om daar even bij stil te staan in dit nummer dat bijdragen heeft over Kanzeon en het mededogen. Bovendien komen de meidagen van herdenken er weer aan. We gaan terug naar woensdag 16 juli 1941. Behalve het Duitse vergeldingsbombardement in de meidagen van 1940, dat de hele binnenstad in as legde, is Rotterdam nog naar liefst zo’n 130 keer gebombardeerd in de oorlog. Meestal door geallieerde vliegtuigen, die uit waren op vernietiging van bedrijven, militaire objecten of haveninstallaties. Regelmatig ging het daarbij mis en vielen de bommen toch in de stad met dood en verderf tot gevolg. Bijvoorbeeld het grote bombardement in Rotterdam West bij het Marconiplein dat een hele buurt wegvaagde met honderden te betreuren doden. Naarmate oorlog vorderde was er een enorme technologische ontwikkeling in de verwoestende kracht die met bombardementen kon worden aangericht, vooral in oude dichtbevolkte steden. Vernietigingsmethodes vooral Het gecrashte vliegtuig in de Noordsingel (1941).
16
Een daad van mededogen voor de deur van de zendo
voor het leven van onbekende anderen. Zo bleven vele levens in het dichtbevolkte Oude Noorden gespaard; om nog maar te zwijgen over de volle gevangenis die slechts een steenworp van de rampplek verwijderd was. Zo kwam het vliegtuig bij de stenen voetgangersbrug over de Noordsingel tot stilstand. De hoop verwrongen staal werd de doodskist voor de drie jonge bemanningsleden. Hun graven zijn er nog altijd op begraafplaats Crooswijk. In ons hier en nu ligt er een modern fiets- en voetgangersbruggetje over de singel voor onze zendodeur op de plek van de oude brug. Het monument schuin aan de overkant is de enige stille getuigenis voor deze kleine ramp in een grote oorlog. Het reliëf vermeldt: “In grateful memory of the men of the R.A.F. who gave their lives for the freedom of the Netherlands”. Blijvende herinnering aan een daad van mededogen. Hans Sc h o e n, 1 m a a r t 2 0 14
door de Amerikanen en de Engelsen bedacht. Goed en kwaad zijn hierbij relatieve en weerbarstige begrippen, en niet zomaar zwart-wit toe te passen. Op deze juli woensdagmiddag van 1941 was de haven het doelwit van een half dozijn squadrons Engelse Blenheimbommenwerpers. Deze vliegtuigen vlogen zeer laag en waren dus een makkelijke prooi voor Duits afweergeschut. Meerdere vliegtuigen werden geraakt door Duits afweer en één waggelde snel dalend over de stad naar het Noorden. De piloot, wingcommander Thomas Partridge, bleef koelbloedig ondanks de zekere aanstaande dood van hem en zijn mannen. Buurtbewoners zagen hoe hij met veel moeite bewust de loop van de Noordsingel koos voor de onfortuinlijke crash. Uitgezonden op een missie voor dood en verderf, koos hij in het hier en nu voor mededogen: Monument op de Noordsingel voor de drie gesneuvelde R.A.F. bemanningsleden. Het reliëf is ontworpen door kunstenaar Willem Verbon.
18
Stiltewandeling januari 2014
‘Stills’ uit de stiltewandeling begin januari op een stralende zondag. Het lopen in stilte buiten is een bijzondere meditatieve ervaring; met iedere pas verdwijn je meer in het landschap en het landschap in jou. Wie mee wil doen; zondag 6 april en 1 juni is het weer zover. (Let ook op de aankondigingen in de medelingenmail.) Opgave en informatie via:
[email protected]
20
Enmei Jukku Kannon Gyo en een bijzondere vraag Een vriendin van mijn zus vroeg mij als boeddhistisch monnik of er een boeddhistisch ritueel is dat zou kunnen worden uitgevoerd wanneer het graf van haar vader werd opgeheven. Haar Chinese vader overleed 40 jaar geleden en de termijn dat het graf werd onderhouden, zou aflopen. Een bezoek aan de He Hua tempel in Amsterdam gaf veel informatie over de ceremonie voor overledenen; gedurende een hele dag – inclusief middagmaal – veel sutra’s reciteren en af en toe bloemen en wierook offeren. Deze sutra’s zijn in het Chinees en waren dus door ons niet te gebruiken. De opzet van het reciteren, bloemen en wierook offeren hebben we uiteindelijk wel gebruikt.
De Tien-zinnen-Kannon-sutra Verdere navraag leverde niet meer op tot ik me realiseerde dat in de toewijding van de Enmei Jukku Kannon Gyo die wij gebruiken, de overledenen herdacht worden. Bij het nalezen van die toewijding ontdekte ik dat ik nog nooit een vertaling van deze sutra gezien had. Op internet zijn wel een aantal Engelse vertalingen te vinden, maar geen Nederlandse vertaling. Dus zat er niets anders op dan er zelf maar een te maken. Ik heb daarbij gebruik gemaakt van de Engelse tekst van de Great Mountain Zen Centre (VS). Hierbij vond ik ook een verwijzing naar Hakuin (1686 – 1768). In een verhaal van Hakuin wordt deze sutra aanbevolen om de overledenen bij te staan in het verbeteren van hun positie. Daarnaast wordt de sutra ook gebruikt om bescherming van de levenden op te roepen, zoals de volledige titel ook aangeeft: De Tien Verzen Sutra Voor Het Voortzetten Van Het Leven Met Behulp Van Kanzeon. De Tien-zinnen-Kannon-soetra (jikku Kannon-gyo, Emmei Jikku Kannon-gyo) bestaat uit slechts 42 Chinese karakters die samen tien zinnen vormen. Deze tekst komt voor in de Verslagen van de boeddha’s en patriarchen (Fo-tsu Tang-ebi), een Chinees boeddhistisch werk uit de zuidelijke Song-dynastie. Waarschijnlijk werd de sutra als korte recitatietekst pas in Hakuins tijd in Japan algemeen gebruikt. Volgens
22
ENMEI JUKKU KANNON GYO Kanzeon na mu butsu yo butsu u in yo butsu u en bup po so en jo raku ga jo cho nen kanzeon bo nen kanzeon nen nen ju shin ki nen nen fu ri shin.
KANZEON! At one with the Buddha Related to all Buddhas in cause & effect. And to Buddha, Dharma and Sangha. Joyful, pure, eternal being! Morning mind is Kanzeon Evening mind is Kanzeon This very moment arises from Mind This very moment is not separate from mind. (Great Mountain Zen Centre, www.gmzc.org/sutras)
De Tien Verzen Soetra Voor Het Voortzetten Van Het Leven Met Behulp Van Kanzeon (1) Kanzeon! (2) én met Boeddha (3) erbonden met alle Boeddha’s in oorzaak en gevolg (4) En met Boeddha, Dharma en Sangha (5) Onze ware natuur is (6) Vreugdevol, puur, eeuwig zijn! (7) Ochtend geest is Kanzeon (8) Avond geest is Kanzeon (9) Dit moment verschijnt uit de geest (10) Dit moment is niet gescheiden van geest.
Enmei Jukku Kannon Gyo en een bijzondere vraag
een verhaal in Törei’s Biografie (1745, 60 jaar oud) begon Hakuin met het verspreiden van de sutra op verzoek van een hooggeplaatste ambtenaar genaamd Inoue Hyoma. Terwijl hij in vervoering was geraakt, ontving Hyoma rechtsreeks bericht van Yama, de koning van de hel. Deze vertelde hem dat Hakuin de enige levende persoon was die de sutra bekend kon maken bij een groot publiek. Een verslag van Hakuin (getiteld Kleefkruid) bevat verhalen over mensen die uit verschillende moeilijke situaties gered worden door het voortdurend reciteren van de Tien-zinnen-Kannon-sutra.
Wie is Kannon/Kanzeon? Kanzeon is de bodhisattva met duizenden armen. Zij verschijnt overal waar hulp nodig is. Oorspronkelijk was zij Avalokitesvara, ce (mannelijke) bodhisattva van mededogen; de Heer, (het Goddelijke) die overal wordt gezien. Avalokitesvara vormt samen met Mahasthamaprata, de kracht van wijsheid, en Amitabha, de boeddha van grenzeloos licht een drieeenheid. Deze drie heiligen worden vooral aanbeden om overleden geliefden van de hel te redden. Vandaar dat het reciteren van de soetra gebruikt wordt als helend ritueel. In het Chinese boeddhisme wordt Mahasthamaprata echter afgebeeld als een vrouw die lijkt op Guan Yin (Guan Yin = Chinees, Kannon en Kanzeon = Japans).
De ceremonie bij het graf Voor de ceremonie bij het graf heb ik de Japanse tekst gebruikt. Het ritueel bij het graf kreeg de volgende vorm: eerst werd door mij een wierookstokje aangestoken en een bloem in de vaas gezet. Daarna reciteerde ik de Japanse tekst terwijl iedereen, ongeveer 18 deelnemers, de dochter, kleinkinderen, achterkleinkinderen, verdere familie en enkele vriendinnen, ieder een wierookstokje aanstaken en een bloem in de vaas zette.
Het was een bijzondere gewaarwording om daar op een mooie herfstdag, langs de rand van een bos, in mijn monnikskleed te staan en deze sutra eindeloos te herhalen. Af en toe kijkend naar de grafsteen, denkend aan de man die daar lag, dan naar zijn familie die zacht meezong en wierook en bloemen offerde. De verhalen van Hakuin over de karmische toestand van de overledene speelden in mijn achterhoofd en ik voelde de stille, ingetogen reactie van de levenden naast mij. Aan het reciteren van een mantra wordt een bepaalde werking toegeschreven. In dit geval werkte het goed als bindende element waarbij na verloop van tijd iedereen meedeed aan iets waarvan niemand eigenlijk wist wat het betekende. De rest van de bloemen werden bij een paar andere graven gezet waar ook familie lag.
Twee versies van Kanzeon met ‘duizend helpende handen’.
24
Links op een reliëf bij een Chinese tempel (fotografie Nat Krause, 2004).
De Zee | tankacyclus
Enmei Jukku Kannon Gyo en een bijzondere vraag
Het reciteren deed me denken aan het reciteren van litanieën tijdens mijn katholieke jeugd. Op een bepaald moment neemt het gemeenschappelijk gezang je eigen stem over alsof je in een stroomversnelling terecht komt. Zoals in de zendo, als het tempo van het reciteren van de Enmei Jukku Kannon Gyo flink omhoog gaat en er door het samenvallen van alle stemmen één gedreven ritmisch gezang ontstaat. Al met al was het een bijzondere vraag, die een bijzonder onderzoek opleverde en de ervaring hoe een ritueel, voor een situatie waar je eigenlijk niet weet wat je ermee moet, kan werken.
Betekenis
Onze sanghagenoot Rob Frank schrijft haikus en tankas, Japanse dichtvormen die een nauwe relatie hebben met zen. Hij neemt ook deel aan de Haiku Kring Nederland. Eerder publiceerde hij al in dit schrift over wat haikus zijn. Dit keer publiceren wij uit een tankacyclus genaamd ‘De zee’ zes van de tien tankas. De beter bekende haiku is een compacte Japanse dichtvorm van drie regels en slechts 17 lettergrepen, die een diepe impressie van het moment en schijnbaar onbelangrijke
Het verbaast me nu dat ik me eerder nooit heb afgevraagd heb wat we reciteerden. Nu ik de vertaling ken gaat er iets heel anders van de sutra uit. Het zijn vooral de twee zinnen ‘ochtend-geest Kanzeon’, ‘avond-geest Kanzeon’ die er voor mij uitspringen. Dit levert een nieuwe beoefening op: zodra je wakker wordt ‘ de Geest’, of ‘je geest’, instellen op Kanzeon en ook bij het slapen gaan nog eens de Kanzeon-geest bevestigen. Zoals de de zenmeester die ‘s morgens bij het buigen voor het Boeddhabeeld zichzelf vroeg: “Ben je wakker Meester?” en antwoordde: “Ja Meester, ik ben wakker”. “Zul je je niet laten misleiden vandaag?” “Nee meester, dat zal ik niet doen”.
zaken schetst; vaak aan de natuur ontleend. Een haiku ademt verbondenheid en liefdevolle aandacht uit. De tanka kent twee extra regels, dus vijf in totaal. Die extra, vaak langere regels geven ruimte om persoonlijke gevoelens weer te geven. Een tanka is dan ook lyrischer van karakter dan een haiku. Je zou ook kunnen zeggen een tanka is een haiku met persoonlijk commentaar. De tanka is een nog oudere dichtvorm dan de haiku. In de cyclus ‘De zee’ heeft Rob Frank bewust gekozen
L e o H u ijg
voor de tankavorm, omdat het een cyclus is die gaat over het thema lijden. De zee staat symbool voor het leven zelf in al zijn wisselvalligheid. Als woeste golven kan het leven uit een opeenvolging van moeilijk te verwerken gebeurtenissen bestaan. Daarna volgt een verlangen naar een kalme zee van rust en een einde aan het lijden.
26
De Zee
Tanka (2)
Zie, het schip verdwijnt. En nu al hunkert mijn hart naar haar terugkeer. De kranen schrijven cirkels in de stilte van mijn ziel. Tanka (3)
Fel slaat de branding op de rotsen uiteen. En rolt dan terug. Hoe verlangt mijn hart ernaar rust te vinden in de zee. Tanka (5)
Letters in het zand meegenomen door een golf terug naar zee. Ach mogen mijn gedachten zinken in vergetelheid.
De zee bij Katwijk, Jan Toorop (1887, Rijksmuseum/Rijksstudio)
28
De Zee
Tanka (7)
Als de zee wegvloeit komt een zandplaat tevoorschijn ... en verdwijnt dan weer. Zal ik morgen nog weten wat ik vandaag heb gezien? Tanka (8)
Lopend langs de rand van een inktzwarte zee proef ik niets dan zout. Hoe wrang smaakt toch het leven als het licht is verdwenen. Tanka (10)
In open water van ieder hart verlaten is de kracht ten eind. Waar in die eindeloosheid kan ik mijn toevlucht vinden? Rob Fra nk
Zeegezicht, Charles Daubigny (1876, Rijksmuseum/Rijksstudio)
30
De zeven poorten van zenbeoefening bij Zen Centrum Rotterdam Zen Centrum Rotterdam is een plek om stil te zijn en stil te worden, een ruimte voor bezinning en meditatie midden in de stad. Een plek ook voor beoefening en training in de zentraditie, toegesneden op deze tijd. Als je voor het eerst naar ons centrum komt, dan is dat waarschijnlijk om enige instructie te krijgen over meditatie; over hoe te mediteren, stil te staan bij waarom je zou mediteren en wat je wel of niet kunt verwachten. Je maakt kennis met een mooie, vrijwel lege ruimte, de zendo. Op de grond liggen zwarte matten, met daarop een rond zwart kussen. Tegen de muur zit op ooghoogte een bronzen Boeddha, afkomstig uit Birma, geflankeerd door bloemen en een brandende kaars. Je krijgt te horen over de mogelijkheden van beoefening en over de activiteiten in Zen Centrum Rotterdam. Je hoort dat er een leraar is, die op de gezamenlijke avonden een dharmaverhaal vertelt en dat de mogelijkheid bestaat om met haar een persoonlijk gesprek te voeren over de meditatiebeoefening. Je komt te weten dat een zendo in een traditie van overdracht staat van de ene leraar op de andere. In ons geval is dit de White Plum Asangha, gesticht door Maezumi Roshi. Deze Japanse Zenmeester emigreerde in 1956 naar de Verenigde Staten om een zencentrum te beginnen in Los Angeles. Hij gaf dharmatransmissie aan onder meer Genpo Roshi (VS). Genpo Roshi gaf dharmatransmissie aan Niko Tydeman Sensei (Nederland) en deze laatste gaf dharmatransmissie aan Gretha Myoshin Sensei. Zij is de spiritueel leider van Zen Centrum Rotterdam. Genpo Roshi en Niko Sensei zijn beide haar leraar. Iedereen is welkom bij onze activiteiten, zonder enige verplichting. Als je meer verbinding of training wenst, word je uitgenodigd om door een of meer poorten van zenbeoefening te gaan.
Verdieping en training “Deze wereld is ongrijpbaar, ondenkbaar en wonderbaarlijk. Door wat worden we aangeraakt en wat raken wij hier en nu aan?” Daito Kokushi In het zenboeddhisme onderscheidt men de drie juwelen: de Boeddha, de Dharma en de Sangha. Zen Centrum Rotterdam biedt in lijn met de drie juwelen een zentraining aan. De beoefening kent meerdere facetten, die elkaar versterken en verdiepen. Boeddha: Ieder mens kan in zijn/haar eigen leven de compleetheid ervaren van zichzelf en het bestaan (verlichting, bevrijding, ontwaken, inzicht, eenheid). De historische Boeddha heeft dit inzicht, verkregen uit zijn eigen ervaring door training van lichaam en geest, doorgegeven. Hij is voorbeeld en inspirator. In de eerste eeuw na Christus kwam in de ontwikkeling van het boeddhisme naast het verkrijgen van inzicht ook de nadruk op de beoefening van compassie te liggen. Dharma: De leer van de Boeddha, zoals deze zich in zijn onderricht tijdens zijn leven heeft ontwikkeld. Deze leer evolueert door de kleur en de smaak van de tijd, de plaats en de cultuur, waar het boeddhisme vorm krijgt. Dharma betekent ook: alles wat bestaat (alle verschijnselen, mensen, dieren, dingen, maan, woorden, gevoelens, klanken, enzovoorts) De wisselwerking tussen deze verschijnselen wordt aangeduid met dharma’s. Sangha: Van oorsprong is dit de groep van beoefenaren. De beoefening is echter niet alleen gericht op de eigen bevrijding, maar ook op de gelijktijdige bevrijding van ieder ander. Het gaat hier over handelen met compassie , gevoed door inzicht, in iedere situatie van je bestaan. De zes
32
De zeven poorten van zenbeoefening bij Zen Centrum Rotterdam
paramita’s (adequaat handelen in een situatie) geven aanwijzingen voor een oefenpraktijk.
Zeven Poorten van beoefening In de zentraining zijn zeven facetten te onderscheiden, toegangspoorten tot een speciale beoefening. Zonder hiërarchische volgorde blijft ieder facet de hele zenweg een eigen rol spelen. Boeddha Dharma Sangha
1. Beoefening 2. Luisteren en spreken (dharmales) 3. Persoonlijke band met de leraar (daisan en shogen) 4. Studeren 5. Ritueel (service, jukai, tokudo, life vows) 6. Beoefening van de paramita’s, als zorg voor het geheel 7. De zendo uit, het ‘dagelijkse’ leven in
1. Beoefening: Zazen De Boeddha zei na zijn verlichtingservaring: “Ik en al wat is, is reeds verlicht, is compleet, alleen we realiseren ons dat niet”. Deze realisatie is essentieel. Iedere beoefening van zazen geeft je de mogelijkheid om tot realisatie te komen: een ervaring van heelheid, eenheid, niet gescheidenheid. De beoefening is het wakker maken van de Boeddha in ieder van ons. Zitten, lopen, reciteren van sutra’s, buigen in de zendo. Het leren omgaan met gong, bellen en kleppers. Het innemen van de posities, waarmee we een kader scheppen voor de beoefening. Deze oefening neem je mee als je opstaat van het kussen en de zendo verlaat.
34
2. Luisteren en spreken (dharmales) Luisteren met open geest en hart naar de dharmales. De dharmales kan uitleg bevatten over de leer van de Boeddha, de zenmeesters, maar is vooral ook een directe expressie van de Dharma. In een dharmales kan je reageren op wat gezegd is en vragen stellen. Zo kan er een dialoog ontstaan. Het is ontmoeting, waar een ieder zijn/haar rol in kan hebben. Leren spreken. Als sanghalid heb je de mogelijkheid om te oefenen in een positie van overdracht: het verzorgen van een dharmales, het geven van een workshop, het begeleiden van een (studie)groep. Essentieel hierbij is, dat je geworteld bent in de traditie van de White Plum Asangha, en dat je een persoonlijk contact hebt met de huidige leraar. Regelmatig geven gastsprekers een dharmales. Zij kunnen uit andere tradities komen en/of over een onderwerp spreken, dat inspirerend en leerzaam voor ons is.
3. Persoonlijke band met de leraar In daisan heeft een ontmoeting plaats van hart tot hart, van Boeddha tot Boeddha. Kan de student in de leraar een levende Boeddha zien en kan de leraar in de studen een levende Boeddha zien? Er is wederzijds geven en ontvangen. De student brengt zichzelf, zijn/haar vragen, opmerkingen, twijfels, inzichten en liefde in. De leraar brengt zijn/haar wezen in, onbevooroordeeld. Zo vindt transmissie plaats van ‘iets’. Dat ‘iets’ is als in de sutra “Het wezen van de grote wijze uit India wordt op intieme wijze overgebracht.” Leerling worden (shogen). Dit gebeurt pas als je voldoende vertrouwen hebt in de persoon van de leraar en je graag deze band wilt bevestigen door te vragen om begeleiding op het spirituele pad. Ter bevestiging vindt een klein ritueel plaats. Ter verdieping van de training kan een leerling koanstudie op zich nemen.
De zeven poorten van zenbeoefening bij Zen Centrum Rotterdam
4. Studeren Veel boeken zijn geschreven over de Boeddha, het boeddhisme, zen, boeddhanatuur, oorspronkelijk gelaat, het absolute en het relatieve. Zen lijkt steeds te willen zeggen: met een theorie kan ik het water (het echte leven) niet proeven, daar moet ik echt het glas water voor leegdrinken. Toch kan studie, teksten lezen en met elkaar bespreken een nieuw, acht licht werpen op waar het in de training over gaat.
5. Ritueel Zelfs de beoefening van zazen is niet los te zien van het geheel. Je zult altijd ingebed zijn in een omgeving, al dan niet met andere mensen. Loopmeditatie is de meest simpele vorm waarin je niet anders kan dan rekening houden met de ander. Als de ander sneller loopt, loop jij sneller, als de ander naar zijn plaats gaat, ga jij naar je plaats. Je loopt niet meer apart, er is een gezamenlijke beweging, als één lichaam. In de service reciteren we gezamelijk een of meer teksten. Het zijn belangrijke boeddhistische teksten of teksten uit de zentraditie. Desondanks gaat het hier ook over het kunnen overgeven aan het reciteren zelf, het met elkaar even één stem worden. Bijzondere ceremonies: Jukai: Boeddhistische geloften aannemen. Tokudo en Life Vows: De geloften van thuisloosheid (in de geest) aannemen.
6. Beoefening van de paramita’s (actieve houding), als zorg voor het geheel Het zenpad gaan we niet alleen. Er is een proces van voortdurende wederzijdse overdracht gaande. De belangrijkste paramita is Dana, de paramita van het geven. De training van Dana komt naar voren in het ontvangen en nemen van verantwoordelijkheid met betrekking tot het reilen en zeilen van de hele organisatie. We hebben onze eigen ruimte,
36
die vraagt om het behouden en onderhouden van een stralende sfeer van openheid, gastvrijheid en stilte. Dit betekent schoonmaken, de was doen, boodschappen doen, bijhouden van de website, besturen, redactiewerk, enzovoorts. Iedereen die een taak op zich neemt, heeft hiermee een positie in het geheel. Naar beste vermogen draag je bij aan het geheel. Het is een vorm van vrij geven aan de zendo, ten bate van alle deelnemers en gasten die over de drempel komen. Het vraagt ook dat je elkaar de ruimte gunt voor een handelswijze, waarvan je denkt dat je het zelf ‘beter’ (anders) zou doen. De beoefening vraagt vrij te geven, geduld te oefenen, discipline om te doen wat je op je genomen hebt of te zorgen dat gedaan wordt, doorzettingsvermogen voor als het soms wat tegenzit, enthousiasme om te werken vanuit het hart en aandacht voor het geheel. Als je het ‘goed, onzichtbaar’ doet, dan stroomt het. Soms stagneert er iets of is verandering nodig. Om een en ander dan vlot te trekken, hebben we een structuur met werkgroepen en een bestuur, waarin de posities zijn ondergebracht. De werkgroep(leden) zijn in principe autonoom. Bij stagnatie of een wens tot verandering, kan zowel de leraar een rol spelen, als het bestuurslid waaronder de werkgroep valt. Een keer per jaar organiseren bestuur en leraar een bijeenkomst voor de vrijwilligers/werkgroepsleden met als doel: ontmoeting, uitwisseling, inbreng van ideeën/verbeterpunten, gezelligheid, sanghavorming. ‘Dana = Geven’ toont zich ook in de financiële zorg voor de zendo. Je bent vrij om te geven wat je kan missen. Met elkaar zijn we hier verantwoordelijk voor.
7. De zendo uit, de wereld in. Het dagelijkse leven als beoefening Wisselwerking zendo en dagelijks leven. We betreden niet alleen de zendo, we gaan er ook altijd weer uit, naar ons ‘dagelijkse’ bestaan. Zentraining gaat gewoon door in ons leven en ons leven is zentraining. Er is geen verschil. In iedere situatie worden we door het leven, de
De zeven poorten van zenbeoefening bij Zen Centrum Rotterdam
ander, de natuur, de dingen aangeraakt en wij raken met woorden, daden, gedachten en ons leven de ander en al het andere aan. Deze wisselwerking vormt mij, vormt de ander. Er is niets anders dan het leven van moment tot moment. Moge deze hele training in het teken staan van het welzijn van iedere beoefenaar en van al wat is. G r e tha M yos hin Aer ts , febr uar i 2014
Het bewonderen van de kersenbloesem te Asukayama, katsukowa Shuncho (1785 – 1790, Rijksmuseum/Rijksstudio)
38
Impressies van een beginneling
Sesshin o.l.v. Nico Tydeman sensei en Gretha Aerts sensei 16 t/m 19 januari 2014 Arnold Jansen klooster, Wahlwiller (Limburg)
Donderdag 16 januari Mijn eerste sesshin in het Arnold Janssen klooster in Walhlwiller. Ik vind het spannend, de eerste keer. Zal ik het volhouden? Word ik niet gek van de onrust in mezelf? Kan ik zo lang stil zijn en stilzitten? We gaan het zien. We worden verwelkomd door Marli en Sandra; een warm welkom. Ik heb een echt kloosterkamertje op de eerste verdieping. Een eenpersoons bed, alles hout, schoon en saai. Het is hier zo stil als het maar stil kan zijn. Ik zet mijn telefoon uit, wil helemaal stil en alleen zijn. De eerste sessie in de zendo valt me mee, niet zo lang. Nico en Gretha zijn in officiële kledij. Een wit onderkleed en een soort zwarte pij er overheen. Er is veel traditie. Zij buigen voor het altaar en wij buigen ook vaak. De groep is groot en de sfeer is serieus. Na het zitten de vier geloftes. Daarna een paar buigingen op de grond. Ik doe gewoon mee en observeer. Ik vind het wel interessant allemaal.
Vrijdag 17 januari Vanmorgen om zes uur opgestaan. Snel douchen en om tien voor half zeven naar beneden. Met z’n allen de dag in stilte beginnen, dat heeft iets moois. De eerste zit begint Nico met welkomstwoorden. Het is mooi om de zusters boven ons te horen die hun eigen dienst hebben en zingen bij het orgel. Dat geeft een mooie serene sfeer. Om acht uur ontbijt, ook in stilte. Daarna een half uur yoga. Van 10 – 12 uur is er weer zazen en kinhin en de eerste dharma-les van Nico. Hij zegt dat het gaat om het grote onderzoek. Kijken naar jezelf als mysterie zoals je op je kussentje zit. In gesprek met een leraar mag je vragen stellen. Het is de kunst om mensen te ontmoeten die je dingen kunnen leren. Vraag of je van hen mag leren. Doe hen na, schaam je daar niet voor. We hoeven niet allemaal bijzonder en anders te zijn. We zijn
40
verbonden, meer verbonden dan verschillend. Leren door nadoen, leren door vragen, leren door onderzoeken. De lunch is om 12 uur en is heerlijk ouderwets. Warm eten tussen de middag. Op je vaste plek aan tafel. Een bord onbestemde zoute soep. Daarna gebakken vis, aardappelpuree, flauwe gekookte groeten en sla. Als toetje vanillevla. Het roept herinneringen op aan mijn oma. Zo ruikt het hier ook. Naar oude oma’s. En zo is het natuurlijk ook. De 27 zusters die hier wonen zijn allemaal vreselijk oud. Na de pauze word ik uitgenodigd voor groeps-daisan met Nico en Gretha. We mogen vraagstukken inbrengen die we met elkaar bespreken. Aan het eind van de middag weer mediteren en afsluiten met ‘de service’. Heel veel buigen en reciteren en luisteren naar goede wensen voor iedereen en mensen die bij naam worden genoemd. Het doet me denken aan de kerk van vroeger met al die rituelen en wierook. Ik kijk mijn ogen uit. Avondeten om zes uur. Daarna pauze tot half acht. Tot slot een lange sessie met 3x zazen en 2x kinhin. In totaal hebben we vandaag negen keer gezeten. Ik heb pijn in mijn billen en mijn bovenrug doet zeer. Een lekkere massage zou wel fijn zijn. Maar nee, kopje thee met een koekje en dan naar bed.
Zaterdag 8 januari 2014 Tweede dag, het voelt al vertrouwder. Ik heb buitengewoon goed geslapen. De rust is blijkbaar in me gevaren. Half zeven start de dag met meditatie. Na de eerste zit en het lopen word ik gehaald voor daisan bij Nico. Hij vraagt waar ik het over wil hebben. Ik zeg dat mijn grootste vraag is waar ik hier eigenlijk ben en wat zen voor mij kan betekenen. Het voelt goed maar het valt me op dat er iets zwaars in de lucht hangt. Andere tradities zingen en dansen en knuffelen. Maar hier is het stil, er wordt gezwegen, gelezen, gesproken over thema’s. Nico zegt dat het wel klopt en dat het waarschijnlijk samenhangt met het boeddhisme. Er is lijden vanwege vergankelijkheid. Er is de doorn in je hart en het
Impressies van een beginneling
Sesshin in het Arnold Janssen klooster in Wahlwiller, Limburg (Leo Huijg en Theo Miltenburg)
42
Impressies van een beginneling
uittrekken daarvan doet pijn. De weg van het boeddhisme is geen gemakkelijke weg. Het spirituele pad vraagt moed om gelukkig te zijn met inachtneming van het lijden. Na het zitten even pauze en weer een half uurtje bewegen. Even energie en soepelheid in het lichaam brengen. Dat is fijn en ook wel nodig. Want ik word stijf van al dat zitten. Voel het vooral in mijn schouders, rug en benen. Maar ik vind het wel heel fijn hier! Mooi om te zien hoe alles ingebed raakt en dat er een groep ontstaat zonder dat je met elkaar praat. Puur op gevoel waarin alles en iedereen er mag zijn. Dit komt terug in de dharma-les van Gretha. Ze vindt het zo mooi dat we in zo’n grote kring zitten. Allemaal op onszelf maar ook verbonden. De grote leegte middenin, het mysterie van het leven. Lunch en daarna pauze. Ik zou het lang kunnen volhouden in dit ritme. Lekker mediteren, lezen, schrijven, wandelen. Niets hoeft, voor alles wordt gezorgd en alles heeft zijn plek. Het brengt me gemoedsrust, ook tranen maar vooral een in en in rustig en vredig gevoel. Jammer dat morgen alweer de laatste dag is.
Zondag 19 januari 2014 Derde en laatste (halve) dag. Na de eerste zit mag ik voor daisan naar Gretha. Ik vertel hoe ik het vind. Dat ik om me heen kijk met de ogen van een beginner en me tegelijkertijd erg thuis voel. Dat ik me afvraag wat ‘de Boeddhaweg’ is? Hoe ziet die er uit? Wat kan ik doen? Ik vraag Gretha om mijn leraar te zijn. Dan volgt een buitengewoon ontroerend en vreugdevol moment. Gretha reageert blij en dankbaar, buigt voor me en zegt direct ja. Ze zegt dat ik alle vrijheid krijg om mijn pad te vinden. Ik mag weggaan en weer terugkomen. Zij zal er altijd voor mij zijn. Jee zeg, wat is dat een verrassend mooi geschenk. Ongelofelijk! Na het gesprek kan ik nog meedoen aan een zitronde. Ik voel me heel warm, blij en ontroerd van binnen. Wat goed dat ik deze vraag heb gesteld. En wat fijn dat me dit zo maar aangereikt wordt. Nico spreekt erover tijdens de dharma-les. Hij zegt dat de taak van de leerling veel Het Limburgse landschap rond het Arnold Janssen klooster in Wahlwiller (Leo Huijg)
44
moeilijker is dan die van de leraar. Het is een belangrijk moment als de leerling een leraar vraagt om begeleiding. Vanaf dat moment ga je luisteren, zitten, kijken, vertellen, dan komt er van alles in beweging. Verhalen helpen ons om te leren. Nico vertelt een paar verhalen van Joshi. Na de lunch volgt de laatste meditatiesessie. We sluiten af met een cirkel. Iedereen in een grote kring en een kaars in het midden. Om de beurt zeggen we iets met de praatstok in de hand. Ik vertel dat ik het spannend maar vooral heel fijn heb gevonden. Veel op mezelf maar zeker niet alleen. Ik heb in verwondering rondgekeken en me afgevraagd wat de Boeddhaweg is en wat die vraagt van mij. Nu ik weet dat het gewoon ‘mijn weg’ is, voel ik me aangemoedigd om verder te gaan. Deze sesshin vormt een prachtige afronding van mijn eerste stap op dit pad. Marieke V e e ns t r a
Weidse leegte, niets heilig
Sesshin o.l.v. Nico Tydeman sensei en Gretha Aerts sensei 16 t/m 19 januari 2014 Arnold Jansen klooster, Wahlwiller (Limburg) Toen me gevraagd werd een impressie over deze sesshin te schrijven, was mijn eerste reactie: Wat moet ik daar nou over schrijven? Als ik in mijn herinnering graaf, zie ik aanvankelijk niets dan ‘weidse leegte, niets heilig’. Niets dat het vertellen waard lijkt als het gaat om concrete, uiterlijke dingen en wat ik er beleefd heb, valt toch niet onder woorden te brengen. Wel kan ik volmondig zeggen dat het voor mij een uiterst waardevolle sesshin was. Om toch maar ergens te beginnen, zal ik eerst wat concrete herinneringen beschrijven. Na een lange, gezellige rit samen met mijn zit-maatje uit de Bergense groep naar het uiterste zuiden van Limburg, komen we in het donker aan en zie ik de silhouetten van Nico en Gretha de trap beklimmen naar het katholieke klooster. Het klooster ligt boven op een heuvel en in het duister zie ik in het dal overal lichtjes en waan ik me in een ander land. Het doet me denken aan de wintersport en dat helpt om me prettig te voelen. De deuren gaan automatisch open (God zorgt voor alles…) en ik zie een kraakheldere en ruime kloostergang. De kamers zijn sober, maar met een heerlijk bed, een bijbel en een Maria-icoon aan de muur. Wat wil een mens nog meer? Tijdens de eerste bijeenkomst wordt aan iedereen - best een grote groep, een man of 35 – de vraag gesteld: Wat laat je achter? Deze vraag brengt me paradoxaal in het hier en nu en dat lijkt me een goede starthouding voor de sesshin. De posities worden uitgedeeld : ik word tot jikido (time keeper) gebombardeerd. Wel grappig, want als er iemand altijd te laat is… Toch ben ik er heel blij mee, want het dwingt me allereerst uiteraard om op tijd te zijn en bovendien om ‘er helemaal te zijn’. Dat is voor mij een goeie, want ik heb er nogal een handje van om me vrijblijvend op te stellen.
46
Tja , en dan wordt het weer moeilijk om te beschrijven wat er gebeurde, want het was om 6 uur opstaan, koppie koffie, drie keer 25 minuten zitten, opstaan, ontbijten, pauze, koffie en weer zitten. Veel meer kan ik er niet over zeggen. Ook niet over de dharma-talk van Nico. Niet omdat die niet interessant was, maar het laat zich – althans door mij – niet navertellen. Ik herinner me er wel van dat hij zeer uitnodigend was om vragen te stellen. In de middagpauze maak ik een prachtige wandeling over de Limburgse heuvels. Door de rust van het lieflijke, glooiende landschap kan ik mijn meditatieve concentratie gemakkelijk bij me houden en ik geniet van het schitterende weer. De volgende dag – zaterdag - ziet er qua programma ongeveer hetzelfde uit, behalve dat Gretha nu de dharma-talk verzorgt. Hiervan herinner ik me dat alles een deur naar het Absolute, de Weidse leegte (woorden waar ik eindeloos op kan zuigen, trouwens..) kan zijn en enkele prachtige gedichten van Leonard Cohen. Vooral de strofe over zijn Meester: “he ’s sitting on his original face “… Na afloop van deze lange dag zitten, ging de hemel onverwachts open, toen bleek dat er in de koelkast enkele koele biertjes op ons stonden te wachten. Ik hoef niet te zeggen hoe heerlijk dit smaakte en wat een pret we hadden: zen geeft plezier! ‘s Nachts word ik wel om het uur wakker, omdat ik denk dat het al tijd is want het is de schrik van elke jikido om te laat te komen… Dan is het alweer de laatste dag. Gek hoe de tijd toch vliegt; het lijkt me zelfs alsof tijd in een sesshin helemaal niet bestaat. Ook deze dag is min of meer hetzelfde, al gaven Nico en Gretha nu samen een talk. Mooi om te zien hoe verbonden ze zijn en tegelijkertijd zo ieder hun eigen draai aan de dharma geven. Tenslotte is er een ‘council circle’ waarin ieder kort vanuit zijn hart kan aangeven wat hij kwijt wil. Ik herinner me enkele haiku’s, zoals:
Weidse leegte, niets heilig
“ik verdwaalde in de vrijheid… de weg terug kan me gestolen worden…“ Wat ik het meest opmerkelijk vond, is dat ik me in zo’n korte tijd (het had best een dagje langer mogen zijn) zo verbonden voelde met de mensen om me heen. Wat ik meeneem uit deze sesshin kan ik niet zeggen: ‘weidse leegte, niets heilig’. Het circus werd opgebroken, als in de film Jesus Christ Superstar; ieder gaat zijns weegs en laat het klooster achter… Ro n S c hu i temaker ( s an gha B ergen)
Schoonheden in een lente storm, Keisan Eisen, Moritaya (circa 1828, Rijksmuseum/Rijksstudio)
48
“Ik wil een nieuwe, andere manier van intimiteit gaan zien” Niet die alleen verbonden aan mijn eigen beperkte beeld van mijn lichaam, en van dat van een ander, maar meer intiem in haar geheel zoals de natuur in me is, en ik in de natuur, het open en dichtgaan, donker en licht zijn, het blauwe, grijze, roze, oranje, gele en zwarte van de wolken zijn, naar gelang het licht er van welke invalshoek op schijnt. En de hele totaliteit van de lucht, de ruimte in me voelen, die rond loopt naar alle uithoeken. Om te kunnen zien dat alles, alle tienduizend dingen op en steeds weer ondergaan in m’n eigen geest, dat niets blijft, en alles onzeker is, en dat alles van dit mij terug kan leiden naar het verlichten van mijn lijden”. Eric-Jan E v e r s ( s e s s h i n 2 8 – 3 0 j uni 2 0 13 , H a nde l )
Schoonheden in een lente storm, Keisan Eisen, Moritaya (circa 1828, Rijksmuseum/Rijksstudio)
Over Lakshmanjoo en Vipassana: interview met twee meditatieleiders Simin Abravesh Simin, een jaar geleden deed ik mee met een Vipassana meditatie in het centrum Djoj onder jouw leiding. Binnenkort komt jouw Vipassana meditatiegroep naar ons Zen Centrum (ZCR) op de Noordsingel. Wat vind je van ons Zen Centrum? We zijn erg blij dat we in de mooi ingerichte ruimte van ZCR mogen mediteren. We hebben daar één keer gezeten op woensdag 18 december. Dat was een ‘proefavond’. Dat is ons zo goed bevallen dat we hebben besloten om onze vaste meditatie-activiteiten daar te laten plaatsvinden. Vanaf 5 maart zitten we daar elke woensdagavond (19:30 – 21:30 uur). We sluiten de avond meestal af met een metta meditatie (liefdevolle vriendelijkheid naar iedereen) en we praten wat na met thee. Minimaal één zondag per maand houden we een stiltedag of een geleide meditatie in het Zen Centrum. Op zondag 2 februari hadden we daar al een stiltedag. De sfeer was heel fijn, heel stil. Ik kan voelen dat het als meditatiecentrum is gemaakt en dat er vaker gemediteerd wordt. In juni komt er een tweedaags meditatieweekend. Hoe ben je er toe gekomen om Vipassana te gaan doen Een vriendin van mij had tweeëntwintig jaar gelen een tiendaagse Vipassana retraite gedaan in India. Ik was toen onder de indruk van wat zij in de retraite had mee gemaakt en de inzichten die ze had opgedaan. Dat was een zaadje wat later is uitgegroeid tot een sterke behoefte om te gaan mediteren. Toen ben ik cursussen gaan volgen en ben ik steeds langer gaan zitten. Het sluit goed aan bij hetgeen ik nodig heb en geeft mij meer inzicht in het leven. En ook niet onbelangrijk: ik heb altijd goede leraren gehad. Zo heb ik Mettavihari (1942 – 2007) ontmoet, die Vipassana naar Nederland bracht. Hij was als gast bij retraites aanwezig en hield Dharma talks. (Meer over Vipassana en Mettavihari: zie mijn artikel “Gluren bij de
52
buren” in de Nieuwsbrief Lente 2013.) Op dit moment is Jotika Hermsen mijn leraar en begeleider. Het valt mij op dat jij jezelf meditatiebegeleidster noemt en geen meditatieleraar. Om meditatieleraar te worden heb je meer ervaring nodig met langdurige en intensieve retraites en erkenning door een gekwalificeerde lerarengroep. Tot slot bekijken we de Stages of Meditative Concentration – The Nine Stages of Calm Abiding. Hierin staan onder meer de voorwaarden om te kunnen mediteren; de noodzaak om een meditatieobject in gedachte te nemen en negen plaatjes van een monnik die een olifant achterna zit, tot hij er tenslotte op wegrijdt. Deze plaatjes zijn te vergelijken met de in zenkringen bekende tien plaatjes van de os. In beide gevallen gaat het om het tot rust brengen van de geest en is er nooit een eind aan het verkrijgen van meer inzicht.
Willem de Vos Enkele maanden geleden heb ik meegedaan aan een meditatie op zondagmorgen met Willem de Vos. Hij is gefascineerd door het gedachtegoed van de hindoe meester Lakshmanjoo. Deze zondagochtend stond in het teken van zijn werk. Swami Lakshmanjoo Raina (India 1907 – 1991) was mysticus en leraar; aanhanger van het Kashmir Shaivisme. Dit is een stroming in het hindoeïsme waarin Shiva wordt vereerd als de hoogste vorm van God. Shiva is een goddelijke persoonlijkheid in het hindoeïsme. De belangrijkste betekenissen van Shiva zijn welzijn en allerhoogste kennis. Het Shaivisme is één van de meest gevolgde sekten van het hindoeïsme. Het is ook bekend als een stroming die het non-dualisme benadrukt. De Vigyan Bhairava is een bekend boek binnen deze traditie.
Over Lakshmanjoo en Vipassana: interview met twee meditatieleiders
Paul Reps (5e druk 1998, Ankh-Hermes) worden in het vierde deel ‘Zoeken naar het middelpunt’ de 112 manieren van Lakshmanjoo genoemd. Voor mij zijn het even zovele upaya’s. Ik ben voortdurend met deze manieren bezig. Ze gaan voor mij over dit dagelijks leven en mijn beoefening. Wat is voor jou de essentie van de uitspraken van Lakshmanjoo? Ik heb lang nagedacht over de woorden vergankelijkheid, tijdelijkheid en veranderlijkheid. Vooral het laatste woord intrigeert me en samen met Nico en Gretha verken ik nog steeds deze begrippen. Veranderlijkheid is feitelijk het enige onveranderlijke in deze wereld. Ook Lakshmanjoo heeft daarover een treffende uitspraak gedaan. Deze ‘108ste manier’ van Lakshmanjoo is dan ook wel mijn favoriet: “Hier is het een gebied van verandering, verandering, verandering. Door verandering verteer verandering.”
Willem, wat is jouw fascinatie als zenbeoefenaar voor deze Hindoe meester Lakshmanjoo? Lakshmanjoo is een grote meester die mij laat zien dat zijn uitspraken als upaya, een verzameling pedagogische middelen of bevrijdingsstrategieën, opgevat kunnen worden. Upaya’s hebben een heilzaam effect op ons dagelijks leven, activiteiten, handelen en ervaren. Ze motiveren ons om een bepaalde praktijk te beoefenen waarin we worden uitgenodigd onze houding van vasthouden op te geven voor een houding van openheid. Het stimuleert ons om het bestaan te zien als een bevrijd bestaan Het zijn skillfull means of wel compassievolle middelen. Upaya’s zijn bedoeld om ons vasthouden te transformeren in een houding van openheid. In het boekje “Zen-zin Zen-onzin”, een verzameling van Zen- en pre-Zen-geschriften bijeengebracht door
Simin Abravesh, Vipassana meditatiebegeleidster Willem de Vos, meditatieleider
54
Bij het begeleiden van de kinhin wil ik dit raadsel, deze koan, deze wijsheid of hoe je het ook wilt noemen, nog wel eens gebruiken. Wat was de kern van jouw dharmales over het dagelijks leven op die zondag? De 112 manieren van Lakshmanjoo kunnen we rangschikken onder bepaalde thema’s. Binnen het thema ‘dagelijks leven’ hebben we onder meer. de volgende manier van Lakshmanjoo besproken: ”Wanneer u in wereldse bezigheden bent verwikkeld, blijf dan aandachtig tussen de twee ademhalingen en wees zodoende in enkele dagen opnieuw geboren.” Deze uitspraak herinnert mij eraan dat we zen altijd kunnen beoefenen en dat ons leven zen is. Onze zen is een continue eindeloze oefening. Het doet me ook denken aan éénminuutzen.
Over Lakshmanjoo en Vipassana: interview met twee meditatieleiders
Wat is het thema voor de komende zondag 30 maart? De laatste zondag van de maand maart hebben we het over de geest. We gaan het begrip verkennen. Wat is het eigenlijk? Er is zoveel moois over geschreven. Lakshmanjoo heeft er ook mooie uitspraken over gedaan. Wat te denken van deze: “Waar je geest ook dwaalt, binnen of buiten, juist op die plaats, dit.” Wat is dat ‘dit’? Daar ben je wel een heel leven mee bezig om het te ervaren, om ons ervan bewust te zijn. Ja, van wat eigenlijk? Simin en Willem, allebei bedankt! P r a b o d h K en s hin J o n gepi er
56
Foto-expo Hans Janssen
In onze theeruimte wordt een kleine wisselexpositie ingericht. Als eerste zijn hier foto’s te zien van Hans Janssen, gemaakt tijdens een reis door Japan.
Japan-reis: natuur-steen-tempel-gevel-lijnen In 2012 reisden Gretha en ik met vrienden naar Japan. Het was het jaar na de zeebeving, de erop volgende tsunami, de ramp met de kerncentrale in Fukushima en de dood en verderf die van dit alles het gevolg was. De reisroute liep niet door het getroffen gebied, wel langs oude cultuurschatten, soms langs minder voor de hand liggende stadsdelen of buitengebieden. De tempel van Nara, stapstenen in een park in Takamatsu, een abstracte figuur op een parkeerterrein in Utchiko en een begroeide boom in de Iyavallei, dat zijn de beelden die ik selecteerde voor de mini-tentoonstelling in de prachtige zendo van Zen Centrum Rotterdam. Het zijn beelden die een zekere harmonie uitstralen, een effect dat versterkt wordt door de iets getinte zwart-wit druk, waarin ik ze heb verpakt. Een vertekend beeld levert dat op. Japan is namelijk ook zeer kleurrijk en levendig. De steden zijn uitgestrekt, veel beton-nieuwbouw is er te vinden en bovengrondse bekabeling. Het is er niet altijd mooi en klassiek. Toch is mijn beeldvorming in de getoonde foto’s niet helemaal misleidend. Japan is een bijzondere en vaak complexe mix van westerse, technische realiteit en oosterse spiritualiteit die vaak prachtig ineengeweven is en die je in details van hoffelijkheid en vormgeving elk moment kunt waarnemen. En van die twee elementen ben ik natuurlijk het meest getroffen geweest door die tweede dimensie. Dat heb je bij een eerste bezoek. Dat ‘tweede’ element is daarom in mijn foto’s vooral aanwezig: natuur-steen-tempel-gevel-lijnen. H a n s J a n ssen, B ergen 201 4
58
Oefeningen voor het zitten
De vis en de kameel zijn twee achterwaartse buigingen die de borst openen en daarmee het hartgebied.
De vis (Matsyasana)
Lig op je rug op je mat met je benen gestrekt. Houd je armen dicht naast je lichaam. De handpalmen rusten op de grond. Span je buik- en bekkenbodemspieren en druk met je onderarmen en ellebogen in de grond. Richt daarbij je bovenlichaam iets op en open je borst. Breng je schouderbladen naar elkaar toe, buig je bovenrug en je nek, zó dat je de kruin van je hoofd op de grond kunt plaatsen. Let erop dat je je onderrug niet hol trekt. Het hoofd is in deze houding een rustpunt, geen steunpunt. Voel de ruimte en de opening in de borst. Blijf enige tijd in deze houding; zolang als voor jou prettig voelt. Als je uit de houding komt, til dan eerst je hoofd op. Rol dan langzaam je rug en nek af naar de grond. Voel even na.
De kameel (Ustrasana)
Ga zitten met de knieën op de mat, je billen op de hielen. Richt vanuit die houding met behulp van de bilspieren het bovenlichaam op, zó dat de bovenbenen verticaal boven de knieën komen te staan. Laat de armen los langs je lichaam hangen. Houd de schouders laag. Span je buik- en bekkenbodemspieren aan en buig vanuit je bekken de rug en de nek achterover. Open je borst. Pak met je handen je hielen. Lukt dit niet, laat dan je armen naast het lichaam hangen of gebruik een bankje om je handen op te plaatsen. Blijf zolang in de houding als voor jou zelf goed voelt. Kom dan rustig terug naar kniezit en voel na. E va B o o m sl u iter
60
Eva Boom s l ui t e r
TIP: Componist Tan Dun in De Doelen Op 14 april dirigeert de boeddhistische Chinese componist Tan Dun (1957) zelf zijn “Water Passion after St. Matthew”; een imposante compositie rond het lijdensverhaal volgens Matheus. In zijn dramatische muziek speelt de klankrijkdom van zelfontworpen waterinstrumenten een cruciale rol. De klank van water bepaalt nog steeds het leven van Tan Dun. Tan Dun streeft zoveel mogelijk naar een vaste afwisseling van drie maanden componeren in stilte en één maand reizen en werken met musici. Tijdens zijn werkperioden sluit hij zich volledig af van de digitale wereld; hij leeft dan als een boeddhistische monnik. Hij trekt zich terug in het 1700 jaar oude dorp Zhujiajiao, vlak bij Shanghai, waar hij als vrijwilliger het vervuilde grachtenwater reinigt. Daar kan hij in alle rust werken. Hij houdt het water schoon, zowel op fysiek als op spiritueel niveau. Toen hij van de Bach Akademie in Stuttgart de opdracht voor deze compositie kreeg, vond hij dat aanvankelijk doodeng. Die angst verdween toen hij ontdekte dat veel thema’s, zoals het Laatste Avondmaal en de Wederopstanding, hun (zen)boeddhistische equivalenten hebben. Tijdens zijn lijdensweg wint Christus met iedere stap aan nederigheid, wat hem dichterbij het Goddelijke brengt. In het boeddhisme speelt het lijden een vergelijkbare rol in de weg die men moet afleggen om verlost te worden van ego. Tan Dun stond als dirigent voor wereldberoemde orkesten, won diverse prijzen en is in 2013 op Wereldwaterdag benoemd tot UNESCO Goodwill Ambassador. P r a b o d h K en s hin J o n gepi er
62
Grote Zaal van De Doelen, Rotterdam, 20:15 uur Water Passion after St. Matthew (Nederlandse première) Capella Amsterdam m.m.v. solisten van het Nieuw Ensemble: Maria Chiara Chizzoni, sopraan, Stephen Bryant, bas-bariton, Yuanlin Chen, sampler, Uri Rapaport, licht Meer informatie: www.dedoelen.nl/tandun
www.zenrotterdam.nl