Samenzang na de dienst
Datum: 29 juni 2014 Plaats: Schildkerk
1
Alle roem is uitgesloten Alle roem is uitgesloten, onverdiende zaligheen, heb ik van mijn God genoten, ‘k roem in vrije gunst alleen. Ja, eer ik nog was geboren, eer Gods hand, die alles schiep. Iets uit niets tot aanzijn riep, heeft Zijn liefde mij verkoren. God is liefd’, o eng’lenstem, mensentong, verheerlijkt Hem. Zo, zo lief had God de wereld, dat Hij Zijnen eigen Zoon, voor die afgevallen wereld, overgaf aan smaad en hoon. Ja toen wij nog zondaars waren, schonk d’ Ontfermer ons gena, stierf Zijn Zoon op Golgotha, stierf voor ons, die zondaars waren. God is liefd’, o eng’lenstem, mensentong, verheerlijkt Hem.
Ik bouw op u Ik bouw op U mijn schild en mijn verlosser niet eenzaam ga ik op de vijand aan (sterk in uw kracht gerust in uw bescherming ik bouw op U en ga in uwe naam 2X) Gelovend ga ik eigen zwakheid voelen en telkens meer moet ik uw kracht verstaan (toch rijst in mij een lied van overwinning ik bouw op U en ga in uwe naam 2x) 2
Samen in de naam van Jezus Samen in de naam van Jezus Heffen wij een loflied aan Want de geest spreekt alle talen En doet ons elkaar verstaan Samen bidden, samen zoeken Naar het plan van onze heer Samen zingen en getuigen Samen leven tot zijn eer Heel de wereld moet het weten Dat God niet veranderd is En zijn liefde als een lichtstraal Doordringt in de duisternis Refrein Samen bidden De weg van god is niet te keren Omdat hij er over waakt En de geest verbreekt de grenzen Die door mensen zijn gemaakt Prijs de Heer De weg is open Naar de Vader naar elkaar Jezus Christus, triomfator, mijn verlosser, middelaar Vader met geheven handen Breng ik u mijn dank en eer Het is uw Geest die mij doet zeggen Jezus Christus is de Heer
3
Kom tot uw Heiland
Kom tot uw Heiland, toef langer niet, kom nu tot Hem, Die redding u biedt, Die ook voor u de hemel verliet, hoor naar Zijn roepstem: 'Kom'. Heerlijk, heerlijk klinkt de vreugdetoon, van de zaal'gen juichend bij Gods Zoon, als zij vergaad'ren rondom de troon, daar waar de eng'len staan. Laat kind'ren komen, zo klonk zijn stem, spring op van vreugd, verblijd u in Hem. O, luister naar die lieflijke stem, toef langer niet, maar kom. Heerlijk, heerlijk klinkt de vreugdetoon, van de zaal'gen juichend bij Gods Zoon, als zij vergaad'ren rondom de troon, daar waar de eng'len staan.
Ik heb de vaste grond gevonden Ik heb de vaste grond gevonden, waarin mijn anker eeuwig hecht: de dood van Christus voor de zonden, van eeuwigheid als grond gelegd. Die grond zal onverwrikt bestaan, als aarde en hemel ondergaan.
4
Het is het eeuwige erbarmen, dat mijn besef te boven gaat, het zijn de liefdevolle armen, het is Zijn hart, dat openstaat. Hij noodt de zondaar, Hij vergeeft die Hem het hart gebroken heeft. O afgrond, waarin alle zonden verzinken en niet meer bestaan! O diep geheim van Christus' wonden, het oordeel is te niet gedaan! O Heer, Uw bloed roept voor altijd: barmhartigheid, barmhartigheid! Daarop wil ik gelovig bouwen, getroost, wat mij ook wedervaart; mij aan Gods vaderhart vertrouwen, wanneer mijn zonde mij bezwaart. Steeds vind ik daar opnieuw bereid oneindige barmhartigheid.
Machtig God, sterke Rots Machtig God, sterke Rots, U alleen bent waardig. Aard' en hemel prijzen U, glorie voor Uw naam.
Lam van God, hoogste Heer, heilig en rechtvaardig, stralend licht, morgenster, niemand is als U. 5
Prijst de Vader, prijst de Zoon, prijst de Geest die in ons woont, prijst de Koning der heerlijkheid, prijst Hem tot in eeuwigheid.
U die mij geschapen hebt U die mij geschapen hebt, U wil ik aanbidden als mijn God, in voor- en tegenspoed, uw liefde doet mij zingen. U die mij geschapen hebt, U wil ’k danken hoe ik mij ook voel en U gehoorzaam zijn, Heer U bent mijn doel. U bent mijn bestemming, U hebt mij gemaakt om als uw kind, in voor- en tegenspoed, uw liefde uit te stralen. Dit is mijn bestemming, dienen met verstand en met gevoel, vanuit gehoorzaamheid, Heer, U bent mijn doel.
Gedicht
6
'k Ben reizend naar die stad 'k Ben reizend naar die stad, waar Christus 't licht zal zijn, om eeuwig daar te zijn bij hem, bevrijd van zorg en pijn.
allen
Geen smart meer daar omhoog, geen smart meer daar omhoog, God zelf wist daar de tranen droog, geen smart meer daar omhoog. Daar is geen dood, geen rouw, geen leed, geen zielsangst meer, maar eeuw'ge blijdschap wacht de ziel, daarboven bij de Heer.
dames
Geen smart meer daar omhoog, geen smart meer daar omhoog, God zelf wist daar de tranen droog, geen smart meer daar omhoog. Daar is de strijd voorbij, daar wacht de gloriekroon, daar vindt de ware strijder rust en God Zelf is zijn loon.
heren
Geen smart meer daar omhoog, geen smart meer daar omhoog, God zelf wist daar de tranen droog, geen smart meer daar omhoog.
7
De dag, door uwe gunst ontvangen De dag, door uwe gunst ontvangen, is weer voorbij, de nacht genaakt; en dankbaar klinken onze zangen tot U die 't licht en 't duister maakt. Die dan, als onze beden zwijgen, als hier het daglicht onderduikt, weer nieuwe zangen op doet stijgen, ginds waar de nieuwe dag ontluikt. Zodat de dank, U toegezonden, op aard' nooit onderbroken wordt, maar steeds opnieuw door mensenmonden gezongen en gesproken wordt. Voorwaar, de aarde zal getuigen van U, die thans en eeuwig zijt, tot al uw schepselen zich buigen voor uwe liefd' en majesteit.
8