Samenwerkingsverband Odisee CVO Lethas Brussel-CVO Kisp Aalst Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) 20 februari 2015 Datum vaststelling door de voorzitter NVAO Toets Nieuwerapport Opleiding
Adviesrapport
Inhoud 1
Samenvattend advies van de beoordelingscommissie
3
2
Beoordeling per generieke kwaliteitswaarborg 2.1 Onderwerp 1: Programma 2.2 Onderwerp 2: Inzet van personeel 2.3 Onderwerp 3: Voorzieningen 2.4 Onderwerp 4: Interne kwaliteitszorg 2.5 Onderwerp 5: Toetsing 2.6 Oordelen
5 5 9 10 11 12 13
3
Beoordelingsproces
15
4
Overzicht oordelen
16
Bijlage 1: Basisgegevens over de opleiding
17
Bijlage 2: Domeinspecifiek leerresultatenkader
18
Bijlage 3: Samenstelling beoordelingscommissie
19
Bijlage 4: Programma locatiebezoek
20
Bijlage 5: Overzicht van gebruikte of geraadpleegde documenten
22
Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen commissieleden, secretaris en procescoördinator
23
Bijlage 7: Lijst met afkortingen
29
pagina 2 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
1 Samenvattend advies van de beoordelingscommissie Het management van de samenwerkingspartners geeft in de gesprekken aan dat het ontwikkelen van HBO5 opleidingen, waaronder de opleiding Winkelmanagement, een strategisch speerpunt is voor de samenwerkingspartners. Wat betreft de uitwerking van het programma, stelt de commissie vast dat de opleiding het officiële opleidingsprofiel van Winkelmanagement als uitgangspunt heeft genomen voor het vormgeven van de opleiding. De domeinspecifieke leerresultaten zijn uitgewerkt naar de diverse opleidingsonderdelen en de ECTS-fiches voldoen aan de eisen die hieraan gesteld mogen worden. Het didactisch concept is helder en passend voor HBO5, maar het is nog niet duidelijk hoe dit concept zich concreet naar het onderwijsprogramma vertaalt. Het is de commissie niet duidelijk geworden hoe men de werkvormen passend denkt te maken voor afstandsonderwijs. De opleiding geeft aan dat de sleutel voor de doorontwikkeling van de professionele gerichtheid en het versterken van de retailcomponent in het programma ligt bij het werkveld. Vertegenwoordigers van het werkveld melden de commissie dat zij bereid zijn om input te geven over inhoudelijke onderwerpen die zij graag behandeld zien, maar zijn niet voornemens om een – door de opleiding gewenste - actieve rol in het opleiden in de school op te nemen. Er is contact geweest met het werkveld, maar het is niet duidelijk geworden op welke manier de inbreng terugkomt in de totstandkoming en de inhoud van de opleiding. De opleiding kan het ontwikkelen van retailvaardigheden en de verbanden met actuele ontwikkelingen in de retailsector nog niet waarborgen. De commissie is van oordeel dat de opleiding het werkplekleren als prominent en geïntegreerd onderdeel van het totale opleidingsprogramma aanbiedt. Opleidingsmanagement en docenten hebben duidelijke ideeën bij de didactische invulling van dit onderdeel. De commissie had graag gezien dat deze ideeën reeds waren afgestemd met het werkveld. De commissie waardeert het dat de opleiding de diversiteit in instroom wil aanwenden om aan leerdoelen te werken. Zij raadt aan om de hierbij te hanteren methode vooraf concreet in te vullen. Tevens adviseert zij om beleid te ontwikkelen voor didactische differentiatie van de verschillende doelgroepen en opleidingsvarianten. De fundamenten rondom personeelsbeleid binnen het samenwerkingsverband zijn op orde. Men werkt met een kernteam en een opleidingsteam en heeft helder beleid rondom professionalisering en beoordeling van personeel. De docenten die de commissie heeft gesproken, zijn kundig op hun vakgebied en gedreven. De commissie verbaasde zich erover dat er geen cv‟s voor beoogde docenten beschikbaar zijn, noch dat er volwaardige en realistische profielen zijn opgesteld. De docenten die de commissie heeft gesproken, ontberen specifieke noodzakelijke retailkennis. De commissie waardeert echter de wijze waarop de opleiding externe experts vanuit het werkveld wenst in te zetten. Zij adviseert om hierop zwaar in te zetten voor deze opleiding en het werkveld op deze (of vergelijkbare) manier te stimuleren bij te dragen aan de inhoudelijke retailcomponent binnen het curriculum. De voorzieningen zijn geschikt om het onderwijs dat de opleiding voor ogen heeft, vorm te geven. De commissie waardeert het dat de studentenvoorzieningen van de hogeschool waar mogelijk open worden gesteld voor HBO5 studenten. De e-learningomgeving wordt professioneel ondersteund, maar de commissie adviseert de opleiding een keuze voor een platform snel te maken. Studiebegeleiding en informatievoorziening zoals de opleiding deze vorm geeft, is passend voor de doelgroep.
pagina 3 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Het kwaliteitszorgsysteem zoals dit in het dossier is beschreven, is volgens de commissie effectief om de juiste verbetermaatregelen te kunnen treffen. Zij waardeert de plannen van de opleiding om het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool te verrijken met de specificiteiten van HBO5opleidingen. De opleiding beschikt over een doeltreffend systeem om haar medewerkers, cursisten, alumni en beroepenveld op een gestructureerde manier bij de kwaliteitszorg van de opleiding te betrekken. Het toetsbeleid voor deze opleiding is nog in ontwikkeling, maar kent een goede structuur. De toetscommissie is helder gepositioneerd en de commissie waardeert het dat hierin werkvelddeskundigen zijn vertegenwoordigd. De opleiding heeft helder voor ogen welk eindniveau ze van studenten verlangt en hoe ze evaluatie hiervan wil invullen. De commissie stelt vast dat het door de opleiding beoogde niveau overeenkomt met het eindniveau van HBO5. De commissie concludeert dat de basisingrediënten voor deze opleiding aanwezig zijn en dat deze een aantal sterke onderdelen bevatten. Zij is bovendien overtuigd van de kundigheid van de mensen die deze opleiding verder moeten vorm geven. Tegelijkertijd ziet zij dat de invulling op diverse onderdelen nog beperkt blijft tot ideeën en voornemens. De commissie heeft tijdens de locatiebezoeken veelvuldig gehoord wat men van plan is te ondernemen of te ontwikkelen als men “groen licht” krijgt voor deze opleiding. Gezien de prioriteit die de opleiding heeft bij het management van de samenwerkingspartners, gaat de commissie ervan uit dat na dit “groene licht” de hoogste prioriteit zal worden gegeven aan het verder ontwikkelen van de opleiding. De commissie is van oordeel dat de opleiding met de voorgenomen initiatieven, ook om het werkveld intensiever bij de opleiding te betrekken, in staat moet zijn om de opleiding tijdig gereed te hebben. Zij waarschuwt wel nadrukkelijk dat er slechts enkele maanden resteren. De commissie beveelt aan: – zo snel mogelijk de afstemming met het werkveld te bewerkstelligen wat betreft werkplekleren; – de methode die de opleiding wil hanteren om de diversiteit in instroom aan te wenden om aan communicatieleerdoelen te werken, vooraf concreet in te vullen; – beleid te ontwikkelen voor didactische differentiatie van de verschillende doelgroepen en opleidingsvarianten; – het werkveld intensiever te stimuleren om bij te dragen aan de inhoudelijke retailcomponent binnen het curriculum, bijvoorbeeld door het inzetten van externe experts vanuit het werkveld; – een keuze voor een online leerplatform snel te maken. De beoordelingscommissie (hierna: commissie) die de aanvraag van samenwerkingsverband Odisee voor Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) heeft beoordeeld, brengt een positief advies uit aan de NVAO. Zij baseert haar oordeel op het informatiedossier, het materiaal dat tijdens het locatiebezoek ter inzage lag en de gesprekken die tijdens het locatiebezoek zijn gevoerd.
Den Haag, 20 februari 2015 Namens de commissie ter beoordeling van de toets nieuwe opleiding voor Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) van Odisee,
Eric Halsberghe (voorzitter)
Suzanne den Tuinder (secretaris)
pagina 4 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
2 Beoordeling per generieke kwaliteitswaarborg
2.1 2.1.1
Onderwerp 1: Programma Facet 1.1: Relatie tussen beoogde leerresultaten en programma De beoogde leerresultaten van de onderwijskwalificatie zijn opgenomen in het gemeenschappelijk opleidingsprofiel. Het programma is inhoudelijk samenhangend. Het didactisch concept en de daarbij aansluitende werkvormen garanderen dat de cursisten de beoogde leerresultaten kunnen verwerven. Bevindingen: Het samenwerkingsverband is voornemens om de opleiding Winkelmanagement aan te bieden vanaf september 2015. De opleiding bestaat uit de acht modules conform het officiële opleidingsprofiel Graduaat in het Winkelmanagement: Commercieel beheer en marketing (20 sp) Organisatie en ondernemen (20 sp) Logistiek beheer (9 sp) Financieel beheer (6 sp) Communicatie (12 sp) Leidinggeven en HR (12 sp) Integratie basis (17 sp) Integratie verdiepend (24 sp) De opleiding legt de relatie tussen de beoogde domeinspecifieke leerresultaten, de kennis / het inzicht dat de winkelmanager/departementsverantwoordelijke nodig heeft om die leerresultaten te bereiken en de opleidingsonderdelen van het programma waarin die kennisonderdelen worden aangeboden. In vier van de acht modules moet de student beroepshandelingen op het vastgestelde niveau uitvoeren, vaak in een reële context (werkplekleren), soms in een gesimuleerde context (projecten). Bij de opbouw van het programma volgt de opleiding het didactisch concept dat in alle opleidingen van het studiegebied Handelswetenschappen en Bedrijfskunde van Odisee gehanteerd wordt. Dit didactisch concept legt bij aanvang de nadruk op het verwerven van de nodige beroepskennis. Vervolgens ligt de nadruk op het inoefenen van vaardigheden in een klas- of werkplekcontext. Ten slotte wordt van de student verwacht dat hij de aangeleerde kennis, vaardigheden en attitudes geïntegreerd kan toepassen in verschillende contexten, dat hij autonoom kan functioneren en verantwoordelijkheid kan opnemen. De taken en opdrachten zijn beroepsgericht en worden steeds meer geïntegreerd en de context waarin zij moet worden uitgevoerd wordt steeds complexer naarmate men in de opleiding vordert. Docenten en opleidingsmanagement geven aan dat men indien mogelijk casusgericht zal werken, waarbij studenten casussen kunnen inbrengen. Waar wenselijk gaan docenten deductief te werk, waarbij zij studenten eerst de praktijk op de werkvloer laten ervaren en hier vervolgens het theoretisch kader bij aanreiken. Het is de commissie niet duidelijk geworden op welke wijze dit samen gaat komen in het onderwijsprogramma. De opleiding heeft het voornemen om mensen vanuit het werkveld hier intensief bij te betrekken. Het aspect communicatie in het Nederlands en in vreemde talen komt tijdens de opleiding expliciet aan bod tijdens de opleidingsonderdelen werkplekleren en stage. Studenten zijn verplicht om één van de twee stages uit de module Integratie basis in het Frans te doen. In de module Integratie verdiepend worden studenten gestimuleerd een buitenlandse ervaring op te doen via één van de partnerinstellingen.
pagina 5 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Om aan te sluiten bij de behoeften van de verschillende doelgroepen, wordt het programma zowel in contactonderwijs als in afstand aangeboden. Overwegingen: De commissie stelt vast dat de opleiding het officiële opleidingsprofiel van Winkelmanagement als uitgangspunt heeft genomen voor het vormgeven van de opleiding. De domeinspecifieke leerresultaten zijn uitgewerkt naar de diverse opleidingsonderdelen en de ECTS-fiches voldoen aan de gestelde eisen. De commissie is van oordeel dat het didactisch concept helder en passend is, maar het is nog niet duidelijk hoe dit concept zich concreet naar dit onderwijsprogramma vertaalt. Het is de commissie niet duidelijk geworden hoe men de werkvormen passend denkt te maken voor afstandsonderwijs. Oordeel: voldoende
2.1.2
Facet 1.2: Professionele gerichtheid In het programma wordt gebruik gemaakt van actuele vakliteratuur en aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele en internationale beroepspraktijk en ontwikkelingen in het vakgebied. Bevindingen: De opleiding maakt gebruik van een handleiding voor docenten voor de ontwikkeling van schriftelijk studiemateriaal. De opleidingscommissie benadrukt dat de lesstof waar mogelijk praktisch zal worden ingestoken. In bijvoorbeeld taallessen zal zoveel mogelijk worden geoefend met het daadwerkelijk voeren van een (verkoop)gesprek. De literatuur die tijdens het locatiebezoek ter inzage lag, is naar de mening van de commissie erg omvangrijk en eerder geschikt voor VKS niveau 6. Docenten beamen dit en geven aan dat een uiteindelijke selectie van literatuur nog moet worden gemaakt. Docenten zijn voornemens om in overleg met het werkveld deze selectie te maken en het studiemateriaal te ontwikkelen. De commissie heeft niet kunnen herleiden hoe aandacht voor actuele ontwikkelingen binnen de retailsector in de opleiding structureel wordt ingebed. Ook heeft zij in het dossier slechts globaal beleid aangetroffen om specifieke kennis en ervaring op retailgebied in de opleiding te borgen. Zij heeft hierover uitgebreid met opleidingsmanagement, docenten en werkveld gesproken. De opleidingscommissie geeft aan dat zij van plan is om regelmatig met preferente partners uit het werkveld om tafel te gaan om na te gaan wat de belangrijkste ontwikkelingen in de sector zijn. Contacten hebben toegezegd hieraan mee te werken. Docenten geven aan de specifieke kennis met betrekking tot retail op te willen halen uit het werkveld. Zij zijn van plan om mensen vanuit het werkveld te benaderen om hen een structurele rol in de ontwikkeling van het onderwijs en het lesgeven op te laten pakken. De overtuiging van docenten dat het werkveld bereid is om een actieve rol te spelen in het verder ontwikkelen van deze opleiding en het verzorgen van lessen, heeft de commissie bij de vertegenwoordigers van het werkveld slechts beperkt terug gehoord. Er is oriënterend contact geweest met het werkveld, maar het is niet duidelijk geworden op welke manier dit terugkomt in de totstandkoming en de inhoud van de opleiding. Daarnaast geeft de opleidingcommissie aan dat het werkveld intensiever bij de opleiding zal worden betrokken, zodra het fiat voor de opleiding gegeven is. Het is de commissie niet duidelijk geworden op welke wijze dit gestalte gaat krijgen. Overwegingen: De opleiding heeft plannen om mogelijkheden te creëren om blijvend en structureel aansluiting te vinden met het werkveld. Momenteel zijn deze contacten nog beperkt en gefragmenteerd. De commissie concludeert dat het werkveld niet tot nauwelijks inbreng heeft gehad in de opleiding
pagina 6 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
zoals deze nu voorligt. De retailkennis en –ervaring van de beoogde docenten en ontwikkelaars is momenteel beperkt. De opleiding kan volgens de commissie het ontwikkelen van retailvaardigheden en de verbanden met actuele ontwikkelingen in de retailsector nog niet waarborgen.
Oordeel: onvoldoende
2.1.3
Facet 1.3: Werkplekleren Het programma bevat een (kwalitatief en kwantitatief) relevant aandeel werkplekleren, waarbij het geïntegreerd aanleren en toepassen van de beoogde leerresultaten in werksituaties op het passende kwalificatieniveau centraal staat. Bevindingen: Werkplekleren betekent voor deze opleiding volgens het dossier het inoefenen van vaardigheden in een praktijkcontext. Het leren tijdens onderwijsactiviteiten op school en het leren op de werkplek gaan daarbij hand in hand. Het leren op de werkplek gebeurt door observatie, daarna door deelname aan het denkproces en ten slotte door zelf deel te nemen aan een activiteit die verbonden is aan de DLR. De praktijkcontext kan daarbij eventueel gesimuleerd zijn, bijvoorbeeld via simulatiesoftware. On the job training vindt ook plaats tijdens de stages waarbij studenten “ hands on” meelopen in een junior functie als assistent van de winkelmanager/ departementsverantwoordelijke en nemen delen van het werk over waar het kan. De opleidingscommissie geeft aan dat zal worden gewerkt met voorziene periodes van werkplekleren, waarbij werkplekleren in een bepaalde periode in het teken zal staan van een bepaald onderwerp, bijvoorbeeld voorraadbeheer. De ervaringen van studenten hiermee kunnen zo in de klas gericht worden teruggekoppeld en kan de opgedane ervaring aan de theorie worden gekoppeld. Via een stageportfolio kunnen studenten aantonen over welke competenties ze beschikken. Ze kunnen hiertoe bewijsmateriaal, zoal filmpjes, uploaden in de online leeromgeving. Studenten dienen gedurende het werkplekleren een logboek bij te houden zodat de docent na kan gaan met welke taken de student bezig geweest is. Deze kan zo nagaan of de afgesproken taken en doelstellingen matchen met de activiteiten in het logboek. Volgens de opleidingscommissie zullen studenten in ieder geval bij aanvang, halverwege en bij de afsluiting van de werkplek bezocht worden. Volgens het dossier beschikt het samenwerkingsverband over voldoende bedrijfscontacten om de nood aan werkplekervaring/stageplaatsen in te vullen. Docenten geven aan dat ze met geprefereerde partners willen samenwerken. Op de vraag van de commissie op basis van welke criteria zij partners willen selecteren, geven docenten aan dat screening van werkplekken nog niet is uitgekristalliseerd. Zij veronderstellen dat, indien de opleiding van start mag gaan, er criteria zullen worden opgesteld waaraan een werkplek en begeleider moeten voldoen, zoals dit bij andere opleidingen van de partners momenteel reeds gebeurt. Overwegingen: De commissie is van oordeel dat de opleiding het werkplekleren als prominent en geïntegreerd onderdeel van het totale opleidingsprogramma aanbiedt. Opleidingsmanagement en docenten hebben duidelijke ideeën bij de didactische invulling van dit onderdeel. De commissie had graag gezien dat deze ideeën reeds waren afgestemd met het werkveld, aangezien ze nu gedeeltelijk op aannames berusten en de haalbaarheid en wenselijkheid nog niet met het werkveld is afgestemd. Zij raadt aan om zo snel mogelijk de afstemming met het werkveld te bewerkstelligen. Oordeel: voldoende
pagina 7 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
2.1.4
Facet 1.4: Instroom De opleiding informeert potentiële cursisten over de vereiste instapcompetenties. De organisatie van het programma sluit op flexibele wijze aan op het profiel van de instromende cursisten. De opleiding biedt adequate verkorte trajecten aan op basis van EVC en EVK. Bevindingen: De informatieverstrekking aan generatiestudenten verloopt via infobrochures, SID-ins, infodagen en openlesdagen. Voor heroriënteerders bestaan er specifieke brochures en organiseren de trajectbegeleiders infusies. De informatieverstrekking voor werkenden en werkzoekenden verloopt volgens de klassieke kanalen (website, brochures, infosessies) en voor de werkzoekenden ook via VDAB en Actiris. Het samenwerkingsverband richt zich primair op generatiestudenten, heroriënteerders vanuit VKS6, werkzoekenden en werkenden die zich wensen te heroriënteren. Tijdens de gesprekken geven gesprekspartners aan dat zij te maken hebben een grote diversiteit aan generaties, talen en culturen. Deze diversiteit willen zij in de opleiding aanwenden om studenten contactvaardigheden bij te brengen en te leren zich in iemand met een andere achtergrond te verplaatsen. De commissie heeft niet duidelijk kunnen krijgen hoe de opleiding didactisch denkt aan te sluiten bij de diverse profielen van de instromers en de verschillende opleidingsvarianten. Studenten met een relevante vooropleiding of werkervaring kunnen in het kader van EVC/EVK vrijstellingen aanvragen. Vrijstellingen kunnen worden toegekend zowel op het niveau van opleidingsonderdelen als op het niveau van modules. De samenwerkende partijen richten een werkgroep “vrijstellingenbeleid en toelatingsproeven” op om een gemeenschappelijk beleid ter zake verder uit te stippelen. De werkgroep rondt zijn werkzaamheden 31 maart 2015 af en stelt ze voor aan de verantwoordelijken van de betrokken instellingen. Overwegingen: De commissie vindt de informatievoorziening naar potentiële cursisten passend. Door het aanbieden van zowel dag-, avond- als afstandsonderwijs speelt zij in op de diverse doelgroepen. De commissie waardeert het dat de opleiding de diversiteit in instroom wil aanwenden om aan communicatieleerdoelen te werken. Zij raadt aan om de hierbij te hanteren methode vooraf concreet in te vullen. Tevens raadt zij aan om beleid te ontwikkelen voor didactische differentiatie van de verschillende doelgroepen en opleidingsvarianten. De opleiding biedt voldoende waarborgen voor een professionele EVC/EVK procedure vanuit de partners. De commissie vindt het positief dat er initiatieven zijn genomen om procedures op elkaar af te stemmen, zodat dit gereed is als de opleiding van start gaat. Oordeel: voldoende
2.1.5
Facet 1.5: Studieomvang 1 De omvang van het programma bedraagt 90 of 120 studiepunten . De studiebelasting sluit aan bij de normen vastgesteld in het decreet: één studiepunt bedraagt ten minste 25 en ten hoogste 30 uren studiebelasting (onderwijs-, leer- en toetsactiviteiten). Bevindingen: Het opleidingsprogramma Winkelmanagement omvat 120 studiepunten, bestaande uit 1.440 lestijden en is opgebouwd uit acht modules. De begrote studielast voldoet aan de decretaal gestelde voorwaarden en per opleidingsonderdeel zijn de begrote studiepunten opgenomen in de
1
Uitzondering hierop zijn de HBO5-opleidingen verpleegkunde waar de studieduur moet voldoen aan de Europese richtlijnen.
pagina 8 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
ECTS-fiches. Aan cursisten die de opleiding combineren met een betrekking en de colleges in afstandsonderwijs of in avondonderwijs volgen wordt – omwille van de haalbaarheid – aangeraden het studietraject te spreiden over 3 jaar in fases van telkens 40 studiepunten. Studenten die de opleiding in dagonderwijs volgen kunnen – indien zij dit wensen – de 120 studiepunten verwerven in twee jaar. Overwegingen: De commissie stelt vast dat het programma 120 studiepunten omvat en qua studiebelasting aansluit bij het decreet. Oordeel: voldoende 2.1.6
Facet 1.6: Uitstroom naar andere opleidingen (indien van toepassing) De opleiding is afgestemd op aansluitende opleidingen van het hoger (beroeps)onderwijs via verkorte of aangepaste trajecten. Bevindingen: Afgestudeerden krijgen de mogelijkheid om een vervolgprogramma te volgen naar een professionele bachelor in het Bedrijfsmanagement, afstudeerrichting Marketing. Voor studenten die beschikken over relevante werkervaring omvat dit traject 89 studiepunten. De opleiding geeft in het dossier een overzicht van de te behalen modules voor dit traject met de bijbehorende studiepunten, en maakt een vergelijkend overzicht van de beoogde leerresultaten. Overwegingen: De commissie waardeert het dat de opleiding reeds in kaart heeft gebracht welke modules nog gevolgd moeten worden naar een bacheloropleiding. Oordeel: voldoende
2.2 2.2.1
Onderwerp 2: Inzet van personeel Facet 2.1: Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. De opleiding heeft hiertoe een doeltreffend personeelsbeleid dat voorziet in de realisatie van de benodigde kwalificaties, professionalisering en beoordeling van het personeel. Bevindingen: Voor deze nieuwe opleiding wordt deels voortgebouwd op de aanwezige expertise van docenten die zijn verbonden aan de samenwerkingspartners. De cvo‟s stellen de personeelsleden ter beschikking die instaan voor het werkplekleren en de talen, en Odisee voor de andere opleidingsonderdelen. Het dossier bevat geen cv‟s van beoogde docenten, maar de commissie constateert dat zich onder de docenten die zij heeft gesproken slechts zeer beperkt specifieke kennis en ervaring met retail bevindt. Een van de gesprekspartners vanuit het werkveld heeft tevens een aanstelling als extern expert bij de hogeschool. In deze rol is hem gevraagd om de praktijkkant van de opleiding te beoordelen en om een rol in het onderwijs op zich te nemen, bijvoorbeeld door studenten uitleg te geven over bepaalde retailconcepten. De opleiding geeft in de bijlagen bij het dossier een overzicht van de aan te werven profielen. Dit overzicht geeft per opleidingsonderdeel aan welk diploma een docent moet hebben en of bedrijfservaring of internationalisering noodzakelijk is. De commissie verbaasde zich over de eis van de opleiding dat alle docenten een masterdiploma moeten hebben. Bovendien dienen alle
pagina 9 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
docenten naast het Nederlands ook het Frans en Engels te beheersen. De opleidingscommissie geeft aan dat dit wellicht wat zware eisen zijn waaraan niet altijd strikt vastgehouden hoeft te worden. Het merkt op dat masteropgeleide docenten wel bijdragen om de overgang voor studenten te stimuleren naar een bacheloropleiding. Om de betrokkenheid van het personeel te garanderen, wordt regelmatig door studenten, docenten en directie met elkaar overlegd over onderwijskundige en organisatorische aangelegenheden in de maandelijkse vergaderingen van het kernteam. Minstens tweemaal per jaar wordt ook overlegd met alle personeelsleden in de vergaderingen van het onderwijsteam. Om de vakinhoudelijke en didactische kwaliteit van de personeelsleden op peil te houden, sluit de opleiding aan bij het programma van interne professionalisering dat aan Odisee georganiseerd wordt. Bij het interne opleidingsaanbod zal rekening worden gehouden met de specifieke noden van de opleiding Winkelmanagement. Overwegingen: De commissie is van oordeel dat de fundamenten rondom personeelsbeleid binnen het samenwerkingsverband op orde zijn. Men werkt met een kernteam en een opleidingsteam en heeft helder beleid rondom professionalisering en beoordeling van personeel. De docenten die de commissie heeft gesproken, zijn kundig in hun vakgebied en gedreven. De commissie verbaasde zich erover dat er geen cv‟s voor beoogde docenten beschikbaar zijn, noch dat er volwaardige en realistische profielen zijn opgesteld. Ook het beleid hieromtrent lijkt nog niet uitgekristalliseerd. De docenten die de commissie heeft gesproken, ontberen de specifieke noodzakelijke retailkennis. De commissie waardeert echter de wijze waarop de opleiding externe experts vanuit het werkveld wenst in te zetten. Zij adviseert om hierop zwaarder in te zetten en het werkveld op deze (of vergelijkbare) manier te stimuleren bij te dragen aan de inhoudelijke retailcomponent binnen het curriculum. Oordeel: voldoende 2.2.2
Facet 2.2: Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding op een kwaliteitsvolle manier te realiseren en de cursisten te begeleiden bij het verwerven van de leerresultaten. Een belangrijk aandeel van de lesgevers is in staat om de link te leggen tussen het programma en de beroepspraktijk. Bevindingen: De opleiding geeft aan dat zij voor het volledige programma in contactonderwijs en afstandsonderwijs/blended learning een totale personeelsbezetting voorziet van 3,26 VTE. Hierin is opgenomen het verzorgen van onderwijsactiviteiten, de studie- en trajectbegeleiding, de kwaliteitszorg en de coördinatie van het programma. Overwegingen: De commissie heeft kennis genomen van de totale personeelsbezetting die voor het programma wordt voorzien. Oordeel: voldoende
2.3 2.3.1
Onderwerp 3: Voorzieningen Facet 3.1: Materiële voorzieningen De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.
pagina 10 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Bevindingen: De activiteiten voor studenten zullen grotendeels worden georganiseerd in de gebouwen van de hogeschool, in dezelfde onderwijsruimten als die studenten van de bacheloropleiding gebruiken. Docenten en studenten kunnen – onder bepaalde voorwaarden – gebruik maken van de bibliotheek van de hogeschool. De dienst ICTO van de hogeschool ondersteunt projecten i.v.m. digitale communicatie en e-leren en staat eveneens ter beschikking van studenten van deze opleiding. De opleiding zal gebruik maken van de bestaande informatica-infrastructuur op de campussen van Odisee. Het opleidingsmanagement geeft aan capaciteit vrij te maken om docenten te begeleiden om met de on-line leeromgeving te werken. Nieuwe collega‟s krijgen uitleg over de werking van het platform. Het is nog niet duidelijk met welk platform men gaat werken, Toledo of Smartschool. Overwegingen: De commissie is van mening dat de voorzieningen geschikt zijn om het onderwijs dat de opleiding voor ogen heeft, vorm te geven. De commissie waardeert het dat de studentenvoorzieningen van de hogeschool waar mogelijk open worden gesteld voor HBO5 studenten. De commissie is van oordeel dat de e-learningomgeving professioneel wordt ondersteund, maar adviseert de opleiding een keuze voor een platform snel te maken. Oordeel: voldoende 2.3.2
Facet 3.2: Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan cursisten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van de cursisten. Bevindingen: De studie- en trajectbegeleiding heeft betrekking op de instroom, de doorstroom en de uitstroom van studenten en ligt in handen van een coördinator die ook de begeleiding voor de bacheloropleiding verzorgt. De begeleidingstaken worden uitgevoerd in samenwerking met de docenten/trajectbegeleiders en de opleidingshoofden. Bij de instroom ligt het accent volgens het dossier op correcte en duidelijke informatieverstrekking op maat van de individuele student en op het inspelen op zijn behoeften. De doorstroombegeleiding is erop gericht bijzondere vragen snel op het spoor te komen, in remediëring te voorzien of door te verwijzen. De uitstroombegeleiding heeft vooral betrekking op de toeleiding naar de arbeidsmarkt. Overwegingen: De commissie is van oordeel dat de studiebegeleiding en informatievoorziening zoals de opleiding deze vorm geeft, passend is voor de doelgroep. Oordeel: voldoende
2.4 2.4.1
Onderwerp 4: Interne kwaliteitszorg Facet 4.1: Kwaliteitszorgsysteem De opleiding voorziet in een systeem van interne kwaliteitszorg waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen, periodieke evaluaties en monitoring verbetermaatregelen worden getroffen. Bevindingen: Het samenwerkingsverband kiest er expliciet voor om zich in te schakelen in het interne kwaliteitssysteem van de hogeschool. Het management geeft aan dat er in 2012 een verkennende visie is uitgevoerd bij het cvo waaruit bleek dat er veel kwaliteitszorg binnen de instelling aanwezig
pagina 11 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
is, maar dat dit niet altijd gestructureerd en omkaderd is. De Hogeschool beschikt reeds over een uitgebreid arsenaal aan instrumenten. De partners zijn voornemens om de globale kaders van de hogeschool te gebruiken en dit specifiek in te vullen voor HBO5. Bij aanvang van de opleiding zal een kwaliteitscoördinator worden aangesteld specifiek voor HBO5. Het systeem van de hogeschool is opgebouwd volgende de Plan-Do-Check-Act cyclus. De werking hiervan is geconcretiseerd in het kwaliteitszorgplan. Ten behoeve van HBO5 zullen diverse specifieke documenten aan het systeem worden toegevoegd. Overwegingen: Het kwaliteitszorgsysteem zoals dit in het dossier is beschreven, is volgens de commissie effectief om de juiste verbetermaatregelen te kunnen treffen. Zij waardeert de plannen van de opleiding om het kwaliteitszorgsysteem van de hogeschool te verrijken met de specificiteiten van HBO5opleidingen. Oordeel: voldoende 2.4.2
Facet 4.2: Betrekken van medewerkers, cursisten, alumni en beroepenveld Medewerkers, cursisten, alumni en beroepenveld worden actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg. De opleiding houdt middels haar kwaliteitszorgsysteem zicht op de verdere beroeps- en studietrajecten van de afgestudeerden en gebruikt die bij de monitoring van de opleiding en navorming. Bevindingen: De opleiding werkt met een kernteam en een opleidingsteam, waarin met docenten en studenten aspecten van onderwijsontwikkeling en kwaliteitszorg worden opgevolgd en volgens een systematische planning besproken. Studenten zijn daarnaast vertegenwoordigd in de resonantieraad en worden regelmatig bevraagd over aspecten van de onderwijsverstrekking en de dienstverlening. De voor hun relevante resultaten worden ter beschikking gesteld via het studentenportaal. De betrokkenheid van het beroepenveld wordt volgens het dossier gegarandeerd via projecten, werkplekleren, eindwerk en stages en de inzet van personeelsleden die de link leggen tussen het bedrijfsleven en het onderwijs (bv. ook gastprofessoren en gastsprekers). Daarnaast is het werkveld actief betrokken bij de opleiding via de resonantieraad waar de verschillende grote thema‟s van de opleiding besproken worden. Overwegingen: De opleiding beschikt over een doeltreffend systeem om haar medewerkers, cursisten, alumni en beroepenveld op een gestructureerde manier bij de kwaliteitszorg van de opleiding te betrekken. Oordeel: voldoende
2.5 2.5.1
Onderwerp 5: Toetsing Facet 5.1: Toetsbeleid De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing dat is uitgewerkt in een toetsbeleid. De toetsen en de beoordeling zijn valide, betrouwbaar en voor cursisten inzichtelijk. Bevindingen: Bij de beoordeling van studenten maakt de opleiding gebruik van het competentiemodel dat ook in de hogeschool gebruikt wordt. Zij zal op basis hiervan een visietekst uitwerken, ermee rekening houdend dat de toetspraktijk het resultaat is van overleg binnen de opleiding, dat deze valide, betrouwbaar en transparant is. De opleiding streeft naar een variatie in toetsvormen.
pagina 12 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
De opleiding bewaakt de kwaliteit van het toetsgebeuren via een externe toetscommissie die periodiek vaststelt of het evaluatiebeleid consequent wordt uitgevoerd. Deze commissie doet verbetervoorstellen en volgt deze samen met de opleiding op. Er hebben twee werkvelddeskundigen zitting in deze toetscommissie. De opleiding voorziet in interne professionaliseringsonderdelen op het gebied van toetsing, zowel periodiek als naar aanleiding van concrete vragen, projecten en dergelijke. Overwegingen: Het toetsbeleid voor deze opleiding is nog in ontwikkeling, maar kent volgens de commissie een goede structuur. De toetscommissie is helder gepositioneerd en de commissie waardeert het dat hierin werkvelddeskundigen zijn vertegenwoordigd. Oordeel: voldoende 2.5.2
Facet 5.2: Afsluitende toetsing De afsluitende vormen van toetsing gaan na of alle competenties van de onderwijskwalificatie zijn bereikt. Bevindingen: In de stage en de eindproef wordt geëvalueerd of de student de eindkwalificaties van de opleiding heeft bereikt. In de verdiepende integratiestage komen alle 14 DLR‟s aan bod, wordt de ontwikkeling van de generieke hbo-competenties in rekening gebracht en wordt geëvalueerd in welke mate de student in staat is om zijn belangrijkste leermomenten kernachtig te duiden. De stage en het stageportfolio worden geëvalueerd door de docent-stagebegeleider in samenspraak met de stagementor in het bedrijf. De student moet een keuze maken tussen een stage als departementsverantwoordelijke groot verkooppunt of als winkelmanager klein of middelgroot verkooppunt en schrijft hieraan gelinkt zijn eindwerk. Met dit eindwerk toont de student aan dat hij of zij beschikt over de competentie om oplossingen voor te stellen voor specifieke problemen uit de praktijk. De opleidingscommissie benadrukt dat het uitgangspunt bij het eindwerk altijd een praktisch probleem is en dat er vanuit dat oogpunt naar wordt gekeken. Studenten hoeven niet, zoals bij een bachelorproef, een theoretische omkadering te maken. Zij krijgen de bijbehorende theorie aangereikt om hiermee het praktische probleem te kunnen oplossen. Studenten dienen het resultaat van deze opdracht te presenteren voor een jury. Overwegingen: De commissie is van oordeel dat de opleiding helder voor ogen heeft welk niveau ze van studenten verlangt en hoe ze dit een specifieke invulling wil geven. De commissie stelt vast dat het niveau dat zij beoogt, overeenkomt met het eindniveau van HBO5. Oordeel: voldoende
2.6 2.6.1
Oordelen Eindoordeel De commissie is van oordeel dat de kwaliteit van de opleiding “voldoende” is. Het opleidingsprofiel is uitgewerkt naar de diverse opleidingsonderdelen en de ECTS-fiches voldoen aan de gestelde eisen. De opleiding beschikt over een goed kwaliteitszorgsysteem, een doeltreffend personeels- en professionaliseringsbeleid en kundige docenten. Het toetsbeleid kent een goede structuur. De fundamenten van de opleiding zijn daarmee op orde. De commissie heeft echter geconstateerd dat de opleiding voor de doorontwikkeling wacht op “groen licht” om van start te mogen gaan. Zij dringt
pagina 13 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
er op aan dat de verdere invulling van de opleiding per direct prioriteit krijgt en dat het werkveld bij deze ontwikkeling intensief wordt betrokken. Een prominente rol van het werkveld is noodzakelijk, vooral voor het vergroten van de professionele gerichtheid van de opleiding en bij het ontwikkelen van het werkplekleren.
pagina 14 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
3 Beoordelingsproces De beoordeling werd uitgevoerd aan de hand van het „Toetsingskader Nieuwe om te vormen en nieuwe HBO5-opleidingen (20 september 2015). De commissie heeft zich aan de hand van de door de opleiding verstrekte documenten op de beoordeling voorbereid. Tijdens een voorbereidende vergadering op 19 en 28 januari 2015 heeft de commissie alle verkregen informatie besproken en heeft zij tevens alle gesprekken van het locatiebezoek voorbereid. Het locatiebezoek vond plaats op 29 januari 2015. Tijdens dit bezoek zijn de vraagpunten van de commissie aan de orde gesteld in de verschillende gesprekken. Het programma van het locatiebezoek is toegevoegd in bijlage 4. De commissie heeft alle informatie besproken en vertaald naar een voorlopig oordeel. De commissie heeft deze conclusie in volledige onafhankelijkheid genomen. Het totaal aan beschikbare gegevens is verwerkt tot een ontwerp van adviesrapport dat naar alle commissieleden werd verstuurd. De feedback van de commissieleden is verwerkt. Het definitieve adviesrapport werd naar de NVAO gestuurd op 20 februari 2015.
pagina 15 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
4 Overzicht oordelen De onderstaande tabel geeft per oordeel en facet het oordeel van de commissie uit hoofdstuk 2 weer.
Onderwerp-facet
Oordeel
1 Programma
Voldoende
1.1 Relatie tussen beoogde leerresultaten en programma 1.2 Professionele gerichtheid
Voldoende
1.3 Werkplekleren
Voldoende
1.4 Instroom
Voldoende
1.5 Studieomvang
Voldoende
1.6 Uitstroom naar andere opleidingen (indien van toepassing) 2 Inzet van personeel
Voldoende
2.1 Kwaliteit personeel
Voldoende
2.2 Kwantiteit personeel
Voldoende
3 Voorzieningen
Voldoende
3.1 Materiële voorzieningen
Voldoende
3.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening 4 Interne kwaliteitszorg
Voldoende
4.1 Kwaliteitszorgsysteem
Voldoende
4.2 Betrekken van medewerkers, cursisten, alumni en beroepenveld 5 Toetsing
Voldoende
5.1 Toetsbeleid
Voldoende
5.2 Afsluitende toetsing
Voldoende
6 Eindoordeel
Voldoende
Onvoldoende
Voldoende
Voldoende
Voldoende
pagina 16 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Bijlage 1: Basisgegevens over de opleiding Partner samenwerkingsverband Naam, adres, telefoon, e-mailadres, website instelling
Partner samenwerkingsverband Naam, adres, telefoon, e-mailadres, website instelling
Partner samenwerkingsverband Naam, adres, telefoon, e-mailadres, website instelling
Naam, functie, telefoon, e-mail contactpersoon Naam opleiding (graad, kwalificatie, specificatie) Niveau en oriëntatie Bijkomende titel (Delen van) studiegebied(en) Opleidingsvarianten: vestigingen doelgroepen (vb dag-,avond-) Onderwijstaal Vestiging(en) opleiding Studieomvang (in studiepunten) Nieuwe opleiding voor Vlaanderen Aansluitingsmogelijkheden en mogelijke vervolgopleidingen
CVO Lethas Brussel Verheydenstraat 39, 1010 Anderlecht + 32 (0) 24 26 61 23
[email protected] www.cvolethas.be Odisee Warmoesberg 26, 1000 Brussel + 32 (0) 22 10 12 11
[email protected] www.odisee.be CVO Kisp Aalst Industrieweg 228, 9030 Mariakerke + 32 (0) 92 16 84 84
[email protected] Walter Roossens + 32 (0) 49 55 0 36 87
[email protected] Graduaat in het Winkelmanagement HBO5 Dagopleiding, avondopleiding, afstandsonderwijs
Nederlands 120 Ja - bachelor in het bedrijfsmanagement, afstudeerrichting marketing
pagina 17 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Bijlage 2: Domeinspecifiek leerresultatenkader 1. De gegradueerde in het winkelmanagement adviseert en informeert klanten over producten en verkoopt ze. 2. De gegradueerde in het winkelmanagement bepaalt verkoopdoelstellingen en een commerciële en marketingstrategie rekening houdend met de klantendoelgroep en het imago van de winkel, en stelt deze bij wanneer nodig. 3. De gegradueerde in het winkelmanagement behandelt klachtendossiers en stelt oplossingen voor. 4. De gegradueerde in het winkelmanagement organiseert promotie-acties voor de klanten. 5. De gegradueerde in het winkelmanagement organiseert zelfstandig een verkoopeenheid en deelt deze in, rekening houdend met toegankelijkheid, voorraad en producteigenschappen. Hij respecteert de openingstijden en stelt een realistische planning en uurroosters op, conform de handelswetgeving en overige vigerende regelgeving. 6. De gegradueerde in het winkelmanagement neemt de verantwoordelijkheid op voor het beheer van de afdelingen en voor de ordelijkheid en netheid van de winkel, zonder daarbij hinder te veroorzaken voor klanten. 7. De gegradueerde in het winkelmanagement controleert en registreert leveringen. Hij ontvangt producten en slaat deze op of plaatst ze in afdelingen. 8. De gegradueerde in het winkelmanagement volgt de voorraad op, stelt tekorten vast en maakt de nodige bestellingen. 9. De gegradueerde in het winkelmanagement bedient het kassa- en registratiesysteem, controleert de correctheid van inkomsten en uitgaven en maakt waar nodig BTW-bonnen en facturen volgens de wettelijke normen. 10. De gegradueerde in het winkelmanagement realiseert de administratieve en boekhoudkundige opvolging, analyseert de omzet, de marge, de aankopen, de lasten, de winst en het assortiment van het verkooppunt. Hij gebruikt daartoe de nodige software. Hij neemt initiatieven om knelpunten op te lossen. 11. De gegradueerde in het winkelmanagement communiceert met klanten, leveranciers, personeel en andere stakeholders in het Nederlands, en mondeling in het Frans en het Engels. 12. De gegradueerde in het winkelmanagement selecteert leveranciers, dienstverleners of aannemers, onderhoudt contacten, onderhandelt over contractvoorwaarden en controleert producten en diensten. 13. De gegradueerde in het winkelmanagement coördineert en superviseert de activiteiten van een team, bepaalt prioriteiten, biedt hulp en grijpt in wanneer nodig, onder andere op vlak van verkoop, personeel, hygiëne, (voedsel)veiligheid en milieu. 14. De gegradueerde in het winkelmanagement beheert personeelszaken, inclusief aanwervingen, vervangingen, coaching, feedback en vorming van werknemers en stagiairs, conform de sociale wetgeving en overige vigerende regelgeving.
pagina 18 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Bijlage 3: Samenstelling beoordelingscommissie E ric Halsberghe (voorzitter) was tot 2012 algemeen directeur KATHO Katholieke Hogeschool ZuidWest-Vlaanderen, ondervoorzitter VVKHO (Vlaams Verbond van Katholieke Hogescholen), bestuurder VLHORA (Vlaamse Hogescholenraad) en deed hij verschillende opdrachten in de VLOR, bestuurder en secretaris Raad van Bestuur Associatie KULeuven, voorzitter Associatieraad Onderwijs en bestuurder en secretaris Raad van Bestuur VLUHR (Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad). Hij werd al ingezet als voorzitter van instellingstoetsen en hij werkt tevens mee aan TNO‟s (Ba/Ma) van de NVAO. Koert de Langen (vak- en onderwijsdeskundige) volgde o.m. een doctoraalstudie Bedrijfskunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen en werkte van 2005 tot 2011 in diverse instellingen (Ziekenhuis, Baan Benelux, Reeds Elsevier, Albert Heijn) als P&O manager en HR manager. Sinds 2011 is hij docent management en organisatie in de opleiding Small Business & Retail Management in Avans Hogeschool. Hij geeft tevens in de duale (Associate Degree) opleiding. Daarnaast coördineert hij het studieloopbaanbeleid en is hij verantwoordelijk voor het instroombeleid en de introductie van studenten in SBRM. Ria Motmans (werkvelddeskundige) is sedert 2010 actief als HR Manager Benelux bij Euro Shoe Group NV (Avance, Shoe Discount, Bristol) en daarbij o.m. verantwoordelijk voor het samenstellen van alle opleidingen. Heeft 30 jaar ervaring als generalist in HR in diverse bedrijven en sectoren (GLS (logistiek), LBC (petrochemie), Rettig en HMZ (metaal). Niki Smeets (student-lid) is freelance multimedia designer en volgt momenteel zijn tweede jaar marketing aan CVO Crescendo ( Mechelen).
De commissie werd bijgestaan door Lieve Desplenter, beleidsmedewerker NVAO, procescoördinator en Suzanne den Tuinder van Odion Onderwijsonderzoek, secretaris. Alle commissieleden, de procescoördinator en de secretaris hebben een onafhankelijkheids- en geheimhoudingsverklaring en ondertekend waarmee zij tevens instemmen met de NVAO gedragscode.
pagina 19 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Bijlage 4: Programma locatiebezoek Datum locatiebezoek: 28 januari 2015 Locatie: Campus Dirk Marten, Kwalestraat 92-94, 9320 Nieuwerkerken-Aalst 10:15
10:30
10:30
11:30
11:30
12:00
12:00
13:30
Aankomst en ontvangst commissie Gesprek met docenten
Gesprek met vertegenwoordiger s werkveld
Myriam De Wolf
Ignace Dermaux
Verantwoordelijke Bedrijfsmanagement, Marketing en postgraduaat Sales, docent marketing en verkoop Docent Marketing en bedrijfsorganisatie
Joris De Lee
Docent Marketing, verkoop en ondernemersschap
Rudy Vanheygen
Docent sales management
Igor Nowé
Marketingdirecteur Carlsberg Importers
Ramses Buekens
Deelraad Handel en horeca en Economische Raad Aalst
Intern overleg en lunch
Locatie: Campus Brussel, Warmoesberg 26, Brussel 15:00
15:15
15:15
15:30
15:30
16:15
Ontvangst, kort vooroverleg commissie Gesprek met vertegenwoordiger s van het opleidingsmanagement
Gesprek met opleidingscommis sie (ontwikkelteam)
16:15
17:30
Intern overleg
17:30
18:00
Gesprek met vertegenwoordiger s werkveld
Dirk De Ceulaer
Algemeen directeur
Mia Sas
Voorzitter professionele opleidingen
Paul Garré
Directeur onderwijs en kwaliteit
Veerle Adams
Directeur CVO Lethas Brussel
Walter Roossens Ria Van den Bossche Ria Wauters
Directeur studiegebied Bedrijfskunde
Lut Asselberg
Opleidingscoördinator CVO Lethas
Jan van Holsbeke
Regiomanager Okay, Colruyt
Verantwoordelijke Bedrijfsmanagement, Marketing Adjunct-directeur CVO Lethas Brussel
pagina 20 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Jan de Brabant
Gedelegeerd bestuurder BECI
Katrien Noblesse Xavier Vanbellegem Sandra Brondeel
Regiomanager Brabant, Standaard Boekhandel Directeur logistiek, Decathlon Willebroek WH Commercieel directeur Brussel en VlaamsBrabant, Randstad
pagina 21 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Bijlage 5: Overzicht van gebruikte of geraadpleegde documenten Informatiedossier opleiding - aanvraagdossier Toets Nieuwe Opleiding Graduaat in het Winkelmanagement Odisee - Bijlagen bij het aanvraagdossier: o Uittreksel uit het Werkingsreglement Odisee 2014-2015 o Aanbevelingsbrieven van BECI en Abercrombie & Fitch o Lijst van buitenlandse partners o Het gehanteerde didactisch concept (competentiemodel) o Modeltraject 1 in drie fases voor afstandsleren/blended learning o Modeltraject 2 in twee fases voor contactonderwijs o De relatie tussen de beoogde beroepsvaardigheden en de opleidingsonderdelen van het programma o Handleiding schriftelijk studiemateriaal o Samenstelling, bevoegdheden en werking van OT en KT van de Graduaatsopleiding in het winkelmanagement o Coördinatie van de Graduaatsopleiding in het Winkelmanagement: taken en opdrachten van de verschillende actoren o Raming kosten inrichting programma in contactonderwijs (dagprogramma en programma in afstand/blended learning) en profiel personeelsleden o Financieel plan, inclusief begroting personeelskosten o Beschrijving vna de werking van de resonantieraad o Beschrijving vna de werking van de externe toetscommissie o De door de Vlaamse Regering goedgekeurde onderwijskwalificatie o Onderwijskwalificatie Graduaat in het Winkelmanagement o Beroepskwalificatie Winkelmanager klein en groot verkooppunt o De samenwerkingsovereenkomst tussen de hogeschool en HBO5-instellingen o Verkort traject in de aansluitende opleiding Bachelor in het Bedrijfsmanagement, afstudeerrichting Marketing en een vergelijkend overzicht van de beoogde resultaten o Een schematisch overzicht van het volledige opleidingsprogramma, gebaseerd op het gemeenschappelijk ontwikkelde opleidingsprofiel o Per onderdeel van het opleidingsprogramma en voor ten minste de eerste 60 studiepunten van de opleiding: een inhoudsbeschrijving met vermelding van leerresultaten, leerdoelen, werkvorm(en), wijze van toetsing, voorgeschreven literatuur, (beoogde) docent(en) en studiepunten o Literatuurlijst (verplicht/aanbevolen) voor de volledige opleiding o Onderwijs en examenreglement (OER), centrumreglement en/of schoolreglement o Overzicht van aan te werven profielen o Kwaliteitszorgplan
Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek: o Strategie- en werkingsplan 2014-2015 o Gezamenlijk Onderwijs- en Examenregeling en evaluatiereglement HBO5-opleidingen 2015-2016 o Strategie en werkingsrapport 2013-2014 o Kwaliteitsraamwerk Dienst Onderwijs en Kwaliteit o Kwaliteitsdocument CVO Lethas Brussel
pagina 22 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen commissieleden, secretaris en procescoördinator
pagina 23 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
pagina 24 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
pagina 25 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
pagina 26 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
pagina 27 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
pagina 28 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015
Bijlage 7: Lijst met afkortingen
DLR
domeinspecifiek leerresultaat
ECTS
European Credit Transfer System
EVC
Erkenning van verworven competenties
EVK
Erkenning van verworven kwalificaties
HBO5
Hoger Beroepsonderwijs niveau 5
NVAO
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
SP
studiepunt
Het adviesrapport is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op toetsing van de nieuwe opleiding Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) van samenwerkingsverband Odisee.
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
3496
pagina 29 NVAO | Samenwerkingsverband Odisee |Graduaat in het Winkelmanagement (HBO5) | 20 februari 2015