Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
SAMENVATTING 105920 - Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO Een ouder klaagt erover dat de directie de vervanging van de natuurkundelessen niet adequaat heeft geregeld, bewust onwaarheden heeft verteld op de ouderavond en inhoudelijke knelpunten heeft vertaald naar persoonlijke problemen van klaagsters zoon. Gegeven het feit dat er een tekort aan bevoegde natuurkundedocenten voor het voorgezet onderwijs is, het om een vervanging van zo'n zes á acht schoolweken ging aan het eind van het schooljaar, een wervingsprocedure enkele weken in beslag neemt en de vervanging op korte termijn geregeld moest worden, is onder deze omstandigheden de keuze voor de vervanging door de technisch onderwijsassistent te begrijpen. Daarbij weegt mee dat op deze wijze het aantal wisselingen beperkt bleef. Uit de stukken en hetgeen ter zitting is gesteld, is voorts gebleken dat de school heeft gezorgd voor een back-up door een bevoegde docent. De school heeft daarmee de vervanging onder deze omstandigheden adequaat geregeld. In die zin is de klacht ongegrond. Omdat niet aannemelijk is geworden dat de school bewust onwaarheden heeft verteld en of er al dan niet concrete toezeggingen gedaan zijn, is de klacht op dit onderdeel ongegrond. Door de afspraak dat de zoon van klaagster contacten onderhield met de directie in zowel zijn formele rol als vertegenwoordiger van de leerlingenraad als in de rol van een individuele leerling met klachten, ontstond een aanzienlijk risico dat de rollen door elkaar heen zouden lopen. Van een professional had verwacht mogen worden dat hij de inschatting van een dergelijk risico had kunnen maken en eerder gestopt zou zijn met de afspraak zoals die gemaakt is. In zoverre is de klacht gegrond. De Commissie heeft de aanbeveling gedaan om - zeker bij een ouderavond die is ingelast vanwege (een) klacht(en) van ouder(s) - sneller een verslag of afsprakenlijst te maken en te verspreiden onder ouders.
ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A en de heer B te G, moeder en verzorger van C, klagers tegen de heer D, rector E, locatie F, te G, verweerder
1.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij klaagschrift met bijlagen van 3 juli 2013, nader aangevuld op 23 en 25 september en 17 oktober 2013, hebben klagers via tussenkomst van de Klachtencommissie voor Katholiek Onderwijs Regio Zuid op grond van de geldende klachtregeling een klacht tegen verweerder ingediend met de volgende inhoud: Klagers klagen over het optreden van de heer D, rector van het E, zoals nader geïllustreerd in het klaagschrift. Zo stellen klagers dat: 105920/advies d.d. 20 november 2013 Pagina 1 van 5
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
-
de rector de vervanging van de natuurkundelessen in schooljaar 2012-2013 niet adequaat heeft geregeld; tijdens de speciaal ingelaste ouderavond door school bewust onwaarheden zijn verteld en geen concrete toezeggingen zijn gedaan; de rector de knelpunten die klaagsters zoon C als vertegenwoordiger van de klas bij de rector had neergelegd, heeft vertaald naar persoonlijke problemen van C.
Na ontvangst van het klaagschrift heeft de Commissie het bevoegd gezag op 15 juli 2013 de gelegenheid geboden om tot een oplossing te komen. Verweerder heeft vervolgens een verweerschrift d.d. 6 september 2013 ingediend. Derhalve nog voordat daar door het secretariaat om gevraagd was. De interne klachtafhandeling heeft niet geleid tot het intrekken van de klacht. Het secretariaat van de Commissie heeft telefonisch met partijen overleg gevoerd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling door de Commissie. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie. De Commissie heeft de klacht op 30 september 2013 in behandeling genomen en aan verweerder de gelegenheid geboden om een aanvullend verweerschrift in te dienen. Het bevoegd gezag heeft namens verweerder op 14 oktober 2013 een aanvullend verweerschrift ingediend. Op verzoek van de Commissie heeft ook het bevoegd gezag toelichtende schriftelijke informatie verstrekt. Alle stukken zijn over en weer in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 23 oktober 2013 te Eindhoven. Partijen waren in persoon aanwezig. Klagers werden vergezeld door C, zoon van klaagster, als getuige. Verweerder werd vergezeld door de heer H, lid College van Bestuur, als vertrouwd persoon. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven.
2.
DE FEITEN
C, zoon van klaagster, was vanaf schooljaar 2010-2011 leerling op het E, locatie F te G. Schooljaar e 2012-2013 zat hij in de 3 klas vwo (Evw3A). In 3 vwo kreeg C natuurkundeles van drie verschillende docenten. Tot 1 maart 2013 heeft de heer I de natuurkundelessen verzorgd. Vanaf 1 maart 2013 moest het lesrooster aangepast worden, omdat één van de docenten sabbatical verlof had opgenomen. In het aangepaste lesrooster was de heer I niet langer ingeroosterd voor klas Evw3A. De school heeft voor deze klas vervanging geregeld in de persoon van de heer J. De heer J heeft kort na aanvang van de werkzaamheden opgezegd, omdat hij per 1 april 2013 een baan elders had aanvaard. De school heeft de heer K, die als technisch onderwijsassistent al in dienst was bij de school, ingezet voor de vervanging vanaf 1 april 2013 tot de zomervakantie (29 juni 2013). Via Facebook heeft klaagster kritiek geuit onder andere over de regeling van de vervanging van de natuurkundelessen. In dagblad De Limburger is op 17 mei 2013 een artikel verschenen naar aanleiding van de op Facebook geuite kritiek. Op 15 mei 2013 heeft de school de ouders van de leerlingen van klas Evw3A uitgenodigd voor een ingelaste ouderavond op 23 mei 2013. C is enkele jaren klassenvertegenwoordiger geweest en vanaf de oprichting was hij betrokken bij de leerlingenraad. Schooljaar 2012-2013 was hij voorzitter van de leerlingenraad en vertegenwoordiger van de klas. C zit inmiddels niet meer op het E. Hij staat per 1 augustus 2013 ingeschreven op het L College te M. 105920/advies d.d. 20 november 2013 Pagina 2 van 5
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
3.
OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE
Partijen hebben ter zitting ingestemd met het behandelen van de klacht aan de hand van de klachtsamenvatting en hetgeen ter zitting naar voren wordt gebracht. Een school kan worden geconfronteerd met de (tijdelijke) afwezigheid van een docent. Die afwezigheid kan lang van tevoren bekend zijn, maar kan ook onverwacht plaatsvinden. In alle gevallen dient de school(leiding) ervoor te zorgen dat leerlingen daar niet de dupe van worden door voor adequate vervanging te zorgen of anderszins compenserende maatregelen te nemen. De Commissie stelt vast dat ten gevolge van een sabbatical van één van de docenten vanaf maart 2013 de school per 1 maart 2013 vervanging geregeld had voor het vak natuurkunde. De school is voor een voldongen feit geplaatst door de onverwachte opzegging van de docent die per 1 maart 2013 was aangetreden. Partijen verschillen van mening over het moment waarop bekend werd dat de docent na één maand zou vertrekken. De Commissie overweegt dat zelfs als bij de school vóór 1 maart 2013 bekend was dat de docent al na één maand zou vertrekken, het voor de hand lag de docent in ieder geval voor die maand in dienst te nemen, omdat niet te verwachten is, dat op zo’n korte termijn andere vervanging geregeld kan worden. Partijen verschillen ook van mening of verweerder op de hoogte was van het disfunctioneren van de heer J voordat hij werd aangenomen. Verweerder heeft dat weersproken. Nu klagers geen andere informatie hebben aangedragen die hun stelling ondersteunen, acht de Commissie dit punt niet aannemelijk gemaakt. De school stond voor de opgave om in ieder geval per 1 april 2013 opnieuw vervanging te regelen tot eind juni. Gegeven het feit dat er een tekort aan bevoegde natuurkundedocenten voor het voorgezet onderwijs is, het om een vervanging van zo’n zes á acht schoolweken ging aan het eind van het schooljaar, een wervingsprocedure enkele weken in beslag neemt en de vervanging op korte termijn geregeld moest worden, begrijpt de Commissie onder deze omstandigheden de keuze voor de vervanging door de technisch onderwijsassistent. De Commissie weegt daarbij mee dat op deze wijze het aantal wisselingen beperkt bleef. Uit de stukken en hetgeen ter zitting is gesteld, is voorts gebleken dat de school heeft gezorgd voor een back-up door een bevoegde docent. Daarnaast zijn twee extra lessen door de bevoegde docent gegeven en is in algemene zin de toezegging gedaan dat altijd bij de bevoegde docent kon worden binnengelopen. De school heeft daarmee de vervanging onder deze omstandigheden adequaat geregeld. In die zin oordeelt de Commissie de klacht ongegrond. De Commissie overweegt dat de omstandigheid dat de school bij het regelen van de vervanging tot andere keuzes gekomen is dan de keuze die klagers zouden maken, de klacht om die reden niet gegrond maakt. De Commissie voegt hieraan toe dat de klacht dat les gegeven is door een onbevoegde docent eerst en vooral het terrein van de Onderwijsinspectie bestrijkt. De school had ouders en leerlingen echter tijdiger moeten informeren over de invulling van de vervanging per 1 maart 2013, zodat dat ruim tevoren bekend was. Daarnaast had de school moeten beseffen, dat een tweede vervanging binnen korte tijd de nodige onrust met zich brengt en dat het van belang is die onrust zo veel mogelijk te beperken door de ouders en leerlingen te informeren over de wijze waarop aan de vervanging invulling gegeven wordt. Voor zover het de communicatie over de vervanging betreft, oordeelt de Commissie de klacht gegrond. De Commissie zal op dit punt een aanbeveling doen. De Commissie vraagt zich af of het benaderen van de lokale media een passende vorm is om klachten over de handelwijze van de school bespreekbaar te maken en begrijpt goed dat de school met een ingelaste ouderavond heeft beoogd de (imago)schade te beperken. De Commissie stelt vast dat partijen elk over een eigen verslag van de ouderavond beschikken en daarmee een eigen lezing hebben van hetgeen is voorgevallen. 105920/advies d.d. 20 november 2013 Pagina 3 van 5
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
Verweerder heeft de stellingen van klagers weersproken en klagers hebben hun visie niet aannemelijk gemaakt. Omdat het de Commissie niet aannemelijk is geworden dat de school bewust onwaarheden heeft verteld en of er al dan niet concrete toezeggingen gedaan zijn, oordeelt Commissie de klacht op dit onderdeel ongegrond. De Commissie zal de school de aanbeveling doen om – zeker bij een ouderavond die is ingelast vanwege (een) klacht(en) van ouder(s) – sneller een verslag of afsprakenlijst te maken en te verspreiden onder ouders. De Commissie stelt vast dat C contacten onderhield met verweerder in zowel zijn formele rol als vertegenwoordiger van de leerlingenraad als in de rol van een individuele leerling met klachten. De Commissie constateert dat beide partijen hebben ingestemd met deze afspraak die, naar de Commissie begrijpt uit hetgeen ter zitting is ingebracht, met de beste bedoelingen is gemaakt. Met het maken van deze afspraak heeft de situatie kunnen ontstaan, dat C in een positie kwam waarbij niet altijd duidelijk was in welke rol hij verweerder benaderde. Wat er ook zij van de stelling van klagers, dat verweerder knelpunten die C als vertegenwoordiger van de leerlingenraad had neergelegd vertaalde naar persoonlijke problemen van C. In ieder geval ontstond door de gemaakte afspraak een aanzienlijk risico dat de rollen door elkaar heen zouden lopen. Van een professional had verwacht mogen worden dat hij de inschatting van een dergelijk risico had kunnen maken en eerder gestopt zou zijn met de afspraak zoals die gemaakt is. De Commissie oordeelt de klacht gegrond voor zover de klacht betrekking heeft op het creëren van een situatie waarin de rollen door elkaar heen zijn gaan lopen. De Commissie zal een aanbeveling doen aan de school om klachten neer te leggen bij het bevoegd gezag ter verdere afhandeling op het moment dat de school moet constateren dat klachten op het niveau van de school niet naar tevredenheid kunnen worden behandeld.
4.
OORDEEL VAN DE COMMISSIE
De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht - dat de vervanging van de natuurkundelessen in schooljaar 2012-2013 niet adequaat geregeld is gegrond is voor zover het de communicatie hierover betreft en voor het overige ongegrond is; - dat tijdens de ouderavond door de school bewust onwaarheden zijn verteld en geen concrete toezeggingen gedaan zijn, ongegrond is; - dat de rector de knelpunten die klaagsters zoon C als vertegenwoordiger van de klas bij de rector had neergelegd, heeft vertaald naar persoonlijke problemen van C, gegrond is voor zover de klacht betrekking heeft op het creëren van een situatie waarin de rollen door elkaar heen zijn gaan lopen.
5.
AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE
De Commissie beveelt het bevoegd gezag van het E, locatie F te G aan: 1. om ouders en leerlingen te informeren over de regeling van de vervanging in gevallen waarin dit ruim tevoren bekend is en in situaties die onrust en onduidelijkheid met zich kunnen brengen; 2. om – zeker bij een ouderavond die is ingelast vanwege (een) klacht(en) van ouder(s) – sneller een verslag of afsprakenlijst te maken en te verspreiden onder ouders; 3. om klachten neer te leggen bij het bevoegd gezag ter verdere afhandeling op het moment dat de school moet constateren dat klachten op het niveau van de school niet naar tevredenheid kunnen worden behandeld.
105920/advies d.d. 20 november 2013 Pagina 4 van 5
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
Aldus gedaan te Utrecht op 20 november 2013 door mr. R. van de Water, voorzitter, drs. W.D. Hajonides van der Meulen, drs. M.H.W.C. Voeten, leden, in aanwezigheid van mr. H.J. van der Ende, secretaris.
mr. R. van de Water voorzitter
105920/advies d.d. 20 november 2013 Pagina 5 van 5
mr. H.J. van der Ende secretaris