I N F E C T I E Z I E K T E N Bulletin
artikel
Vaccinatiegedrag in gezinnen met kinderen op reformatorische scholen in de regio Zuid-Holland Zuid J.J.M.F. Wagemakers (1) , W.A. Karst (1), A. van Heukelum (3) en J.H.T.C. van den Kerkhof (1)
(1) GGD Zuid-Holland Zuid (2) GGD Zuidhollandse eilanden (3) GGD RotterdamRijnmond E-mail: hkerkhof@ ggdzhz.nl
S
amenvatting: De gegevens uit de jeugdgezondheidszorgdossiers van
8 reformatorische scholen in de regio Zuid-Holland Zuid zijn geanalyseerd met als doel meer inzicht te krijgen in de demografische kenmerken en het vaccinatiegedrag van gezinnen met een bevindelijk gereformeerde geloofsovertuiging. De gemiddelde vaccinatiegraad (DKTP IV of DTP III) bij deze kinderen was 61%. De vaccinatiegraad per school lag tussen 27% en 86%. In de 2 gemeenten met een lage vaccinatiegraad vormen de kinderen van de reformatorische scholen een groter percentage van de totale groep ongevaccineerden dan in de gemeenten met een hogere vaccinatiegraad. De leeftijd waarop vrouwen uit de studiepopulatie hun eerste kind kregen was gemiddeld 24 jaar, wat 3,5 jaar jonger is dan de gemiddelde Nederlandse vrouw. Verder zijn de gezinnen relatief groot, het gemiddelde aantal kinderen was 4,0 (Nederland: 1,9). Er werd bij de gezinnen een duidelijk omgekeerde relatie gevonden tussen het aantal kinderen en de vaccinatiegraad. Er zijn geen aanwijzingen dat ouders hun gedrag ten opzichte van vaccineren in de loop van de gezinsvorming wijzigen. Hiermee lijkt het beste interventiemoment om vaccinatie te stimuleren vlak vóór of direct na de geboorte van het eerste kind te zijn.
Achtergrond De incidentie van kinderziekten waartegen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) wordt gevaccineerd, heeft sinds de tweede helft van de vorige eeuw een dramatische daling doorgemaakt. (1) Aandoeningen als mazelen, rodehond, kinderverlamming en difterie zijn in Nederland bijna geheel verdwenen. Het RVP is zeer succesvol, zeker in aanmerking genomen dat deelname hieraan geheel vrijwillig is. Ondanks dit succes neemt Nederland samen met de Verenigde Staten en Canada een aparte positie in de wereld in. Deze landen worden met regelmaat geconfronteerd met epidemieën van ziekten die gezien de hoge vaccinatiegraad eigenlijk niet meer voor zouden moeten komen. (1-5) In Nederland doen deze epidemieën zich voor in een geografisch vrij scherp omschreven gebied dat zich uitstrekt van de Zeeuwse eilanden via het stroomgebied van de grote rivieren, de Gelderse vallei en Veluwe tot in de provincie Overijssel. Dit gebied wordt wel aangeduid als de bible belt. In deze regio woont een groot aantal mensen met een bevindelijk gereformeerde geloofsovertuiging, een groep die vaak afziet van vaccinatie vanuit het predestinatieprincipe (ziekte is door God voorbestemd). (6) Dit standpunt geldt
198 Jaargang 21 Nummer 6
juli
2010
niet voor alle bevindelijke gereformeerden. Naast de groep die vaccinatie principieel afwijst is er een tweede groep die juist vindt dat inenting geboden is uit verantwoordelijkheid voor de directe omgeving en de maatschappij in brede zin. Een laatste groep heeft als visie dat iedereen daarover vrijelijk mag beslissen ‘een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd’. (7) In 1978 en in 1992/1993 was er in de bible belt een polioepidemie. De epidemie van 1993 heeft zich verder verspreid naar Canada. In 1993 en 1999 werd de regio getroffen door een mazelenepidemie en in 2004/2005 heeft zich een epidemie met rodehond voorgedaan, terwijl er in 2007/2008 sprake was van vrij uitgebreide verspreiding van de bof. Deze epidemieën beperken zich hoofdzakelijk tot mensen met een bevindelijk gereformeerde geloofsovertuiging. De ongevaccineerden in de rest van de bevolking worden door de groepsimmuniteit beschermd. (8) Echter zowel bij de mazelenepidemie van 1999 als bij de rodehond- en bofepidemie werden ook een aantal gevaccineerde patiënten met deze ziektes aangetroffen. De GGD-regio Zuid-Holland Zuid (totale bevolking
I N F E C T I E Z I E K T E N Bulletin
Albasserwaard: 2 basisscholen
Hoeksche Waard:
Zwijndrechtse Waard: 2 basisscholen
Dordtse Waard: 2 basisscholen 1 VO-school
1 basisschool
Analyses op kindniveau
Alle kinderen van de acht scholen (n=2494) Uit 1520 verschillende gezinnen
Vaccinatiestatus identiek tussen de kinderen uit een gezin?
Basisschool met laagste vaccinatiegraad 957 kinderen uit 211 gezinnen (waarvan 449 kinderen op deze basisschool zitten)
Nee
Gezinnen met niet identieke vaccinatiegraad (n=5). Op basis van 13 kinderen
Ja Analyses op gezinsniveau (muv aantal kinderen)
Gezinnen met identieke vaccinatiegraad (n=1515) Op basis van 2479 kinderen
Selectie: Laatste kind geboren voor 2000
Analyses op gezinsniveau (aantal kinderen)
Voltooïde gezinnen (n=677) Op basis van 891 kinderen Figuur 1 Schematische weergave van de dataselectie
477.000) ligt in de bible belt. De vaccinatiegraad (eerste revaccinatie DKTP 2008) in de gemeenten uit deze regio verschilt echter aanzienlijk; de gemeente met de laagste vaccinatiegraad is Korendijk (76,0%) en de gemeente met de hoogste vaccinatiegraad is Gorinchem (98,2%). (9) 6 Van de 19 gemeenten hebben een vaccinatiegraad onder de 90%. (9) Het hier beschreven onderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de demografische kenmerken en het vaccinatiegedrag van bevindelijk gereformeerde gezinnen met kinderen op reformatorische scholen in de regio Zuid-Holland Zuid.
Methode Dataverzameling
Er is een dossieronderzoek uitgevoerd waarbij de jeugdgezondheidszorgdossiers van alle leerlingen van 8 reformatorische scholen (N=2494) zijn bestudeerd. Eén basisschool was gelegen in de Hoeksche Waard, 2 in de Alblasserwaard, 4 in de Dordtse en Zwijndrechtse Waard en een school voor voortgezet onderwijs (VO) was gelegen in Dordrecht. Deze dossiers zijn met behulp van de door de school beschikbaar gestelde leerlingenlijsten opgezocht. Voor 1 school uit de
Alblasserwaard zijn de leerlingenlijsten uit het schooljaar 2005/2006 gebruikt, voor de andere scholen de lijsten uit het schooljaar 2006/2007. De persoonsgegevens (geslacht, geboortedatum en postcode van het woonadres) en de schoolgegevens (naam van de school en de groep of klas) zijn overgenomen van de leerlingenlijst. Uit de jeugdgezondheidszorgdossiers zijn de geboortejaren van ouders, broers en zussen, de gezinssamenstelling en de vaccinatiestatus overgenomen. Bij adoptiekinderen is het geboortejaar van de adoptieouders overgenomen. De positie in het gezin is bepaald met behulp van de geboortejaren van alle broers en zussen. De geboortejaren van broertjes of zusjes die tijdens het invullen van de jeugdgezondheidszorgdossiers nog niet geboren waren werden nagezocht via de Gemeentelijke Basis Administratie. De vaccinatiestatus voor DKTP is onderzocht. Om deze te bepalen is gekeken naar de meest actuele (bekende) status zoals vermeld in de dossiers. De immunisatie voor DKTP is als voldoende gescoord bij 4 DKTP-vaccinaties in het eerste levensjaar op de aangewezen momenten, of bij 3 DKTP- of DTP-vaccinaties na het eerste levensjaar met inachtneming van een minimum interval van 1 maand tussen de eerste 2 en van 6 maanden tussen de laatste 2 vaccinaties.
Jaargang 21 Nummer 6
juli
2010 199
I N F E C T I E Z I E K T E N Bulletin
Om te onderzoeken in hoeverre kinderen uit gezinnen met een bevindelijk gereformeerde achtergrond een bijdrage leveren aan de lage vaccinatiegraad in een gemeente hebben we de absolute aantallen niet-gevaccineerde 4-jarige kinderen per gemeente vergeleken met de absolute aantallen niet-gevaccineerde kinderen uit groep 1 voor de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Nieuw-Lekkerland en Zwijndrecht. Daarnaast hebben we gekeken in hoeverre deze kinderen naar een reformatorische school in de eigen gemeente gaan om er zeker van te zijn dat de bijdrage aan de lage vaccinatiegraad in de gemeente ook geleverd wordt door de kinderen op de school in de betreffende gemeente. Om inzicht te krijgen in het vaccinatiegedrag van ouders gedurende de gezinsopbouw is voor de school met de laagste vaccinatiegraad de vaccinatiestatus opgevraagd bij het RIVM. In totaal zijn van 957 kinderen uit de 211 gezinnen waarvan kinderen op deze basisschool zitten de gegevens opgevraagd, dus ook van de broers en zussen die niet (meer) op deze school zitten. Van 10 gezinnen (4,7%) was de vaccinatiestatus niet bekend. Analyse
Alle gegevens zijn per kind ingevoerd en geanalyseerd. Om uitspraken te kunnen doen op gezinsniveau zijn de kindgegevens geaggregeerd tot een dataset met alle gezinnen (n=1520) op basis van identieke 6-positie postcode, gezinssamenstelling en geboortejaren van de ouders. Voor de analyses met betrekking tot aantal kinderen per gezin zijn alleen gegevens gebruikt van de ‘voltooide’ gezinnen (n=677). Een gezin is gedefinieerd als ‘voltooid’ als het laatste kind voor 2000 geboren is. In onze onderzoekspopulatie is namelijk in 97% van de gevallen de tijd tussen de geboorte van 2 kinderen maximaal 6 jaar. Op het moment van onze dataverzameling was een geboorte voor 2000 meer dan 6 jaar geleden.
Voor de analyse werden de kinderen ingedeeld in wel en niet gevaccineerd met D(K)TP. Op basis van de vaccinatiestatus van de kinderen werden ook de gezinnen ingedeeld in wel en niet gevacccineerd. Gezinnen waarin kinderen een niet-identieke vaccinatiestatus hadden, hebben een extra controle gekregen door de vaccinatiegegevens te verfiëren bij het RIVM. De gezinnen waarbij ook na controle de vaccinatiestatus van de kinderen niet identiek was, zijn niet meegenomen in de analyses. Zowel per school als per groep werd de vaccinatiegraad berekend. Om op gezinsniveau een verband te kunnen vaststellen tussen demografische kenmerken en vaccinatiegraad werden verschillende subgroepen met elkaar vergeleken met een Chi-kwadraattoets. Het aantal kinderen per gezin is ingedeeld in 5 categorieën (≤ 2,3,4,5-8 en > 9 kinderen), de geboortejaren van de moeder en van het eerste kind zijn ingedeeld in kwartielen. Met de t-toets werd significantie van de verschillen in gemiddelde leeftijd en gemiddeld aantal kinderen tussen de groepen getoetst. Het verband tussen het geboortejaar van de moeder en de leeftijd waarop zij haar eerste kind krijgt is geanalyseerd met behulp van lineaire regressie. P-waarden ≤ 0,05 werden als significant beschouwd. Voor dit onderzoek werd toestemming verleend door de Medisch Ethische Toetsingscommissie van academische werkplaats Cephir in Rotterdam.
Resultaten De onderzoekspopulatie bestond uit 2494 kinderen, 1252 meisjes en 1237 jongens en van 5 kinderen was het geslacht niet bekend. De geboortedata van de kinderen liggen tussen augustus 1989 en mei 2003, de geboortejaren van de eerste kinderen uit deze gezinnen liggen tussen 1971 en 2003. De gemiddelde vaccinatiegraad (DKTP IV of DTP III) was 61%.
Alblasserwaard 1 (n=443)
27
Albasserwaard 2 (n=238)
37
Dordtse Waard 1 (n=139)
62
Hoeksche Waard (n=454)
64
Zwijndrechtse Waard 1 (n=206)
68
Zwijndrechtse Waard 2 (n=234)
84
Dordtse Waard 2 (n=201)
86 0
10
Figuur 2 Vaccinatiegraad per basisschool (%)
200 Jaargang 21 Nummer 6
juli
2010
20
30
40
50
60
70
80
90
100
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20
0
Aantal
Percentage
I N F E C T I E Z I E K T E N Bulletin
0 Alblasserdam
Dordrecht
Nieuw-Lekkerland
Zwijndrecht
Aantal ongevaccineerde 4-jarige in de gemeente Aantal ongevaccineerde kinderen uit groep 1 op een reformatorische basisschool in de gemeente Percentage ongevaccineerde kinderen uit de gemeente dat op de reformatorische school in de gemeente zit Vaccinatiegraad (2e revaccinatie DKTP), % Figuur 3 Absolute en relatieve aantal ongevaccineerde 4-jarigen per gemeente en per school
Vaccinatiegraad op scholen
De vaccinatiegraad per basisschool is weergegeven in figuur 2. De vaccinatiegraad van de school voor voortgezet onderwijs was 74% (n=579). De vaccinatiegraad verschilt sterk tussen de scholen; op de basisscholen in de Alblasserwaard is deze het laagst. In figuur 3 wordt voor de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Nieuw-Lekkerland en Zwijndrecht het verschil in ongevaccineerde 4-jarigen en het aantal ongevaccineerde kinderen uit groep 1 op een reformatorische basisschool weergegeven. Van het totale aantal ongevaccineerde kinderen in een gemeente gaan in de 2 gemeenten met de laagste vaccinatiegraad (Nieuw-Lekkerland en Alblasserdam) de meeste ongevaccineerde kinderen naar de reformatorische basisschool. In de 2 andere gemeenten gaat het overgrote deel van de ongevaccineerde kinderen niet naar de reformatorische basisschool. Het totale aantal kinderen dat op een van de reformatorische basisscholen zit maar niet in de eigen gemeente naar school gaat is zeer klein, namelijk 37 (1,9%). Hiervan waren 5 kinderen ongevaccineerd. In tegenstelling tot kinderen op de basisscholen komen de kinderen op scholen van het voortgezet onderwijs uit een veel groter gebied. Er is geen significant verschil in vaccinatiegraad tussen de verschillende klassen binnen een basisschool of tussen de klassen in het voortgezet onderwijs gevonden.
Bij 5 gezinnen was de vaccinatiestatus van de kinderen niet identiek, waardoor zij dus niet ingedeeld konden worden in wel of niet gevaccineerd. In de betreffende analyses zijn deze gezinnen niet meegenomen. Het gemiddelde aantal kinderen per voltooid gezin in de onderzoekspopulatie is 4,0 (standaard deviatie (SD) 1,9). Het gemiddelde aantal kinderen bij de niet gevaccineerde gezinnen is met 5,0 (SD 2,2) significant hoger (p<0,001) dan het aantal van 3,6 (SD 1,6) bij de gevaccineerde gezinnen In grotere gezinnen is de vaccinatiegraad lager dan in kleinere gezinnen (p<0,001, zie figuur 4) De leeftijd van de moeder bij de geboorte van het eerste kind ligt tussen de 14 en 44 jaar, met een gemiddelde van 24,3 jaar (SD 3,5). De gemiddelde leeftijd van moeders die hun kinderen niet vaccineren is bij de geboorte van hun eerste kind met 23,6 jaar (SD 3,5) lager dan de gemiddelde leeftijd van de moeders die hun kinderen wel vaccineren (24,7 jaar, SD 3,5,p<0,001). Er is een duidelijke positieve relatie gevonden tussen het ge-
100 80 60
Gezinskenmerken en vaccinatiegraad
De 2494 kinderen uit de onderzoekspopulatie behoorden tot 1520 gezinnen waarvan 677 voltooid waren (Zie figuur 1 voor een schematische weergave). In totaal was in 3 gezinnen (0,4%) het aantal kinderen onbekend, in 17 gezinnen (1,1%) het geboortejaar van het eerste kind onbekend en in 30 gezinnen (2,0%) het geboortejaar van de moeder onbekend.
40 20 0
1-2 kind(eren) (n=128)
3 kinderen (n=189)
4 kinderen (n=152)
5-8 kinderen (n=179)
>9 kinderen (n=26)
Figuur 4 Gezinnen waarvan de kinderen niet zijn gevaccineerd met DKTP (%)
Jaargang 21 Nummer 6
juli
2010 201
I N F E C T I E Z I E K T E N Bulletin
Kwartielen geboortejaren
Tabel 1 Percentage gezinnen waarbij de kinderen niet zijn gevaccineerd met DKTP Geboortejaar eerste kind n <1988 353 1988-1991 333 1992-1996 442 >1996 375
Geboortejaar moeder % 44* 33 31 34
<1963 1963-1967 1968-1971 >1971
n 344 391 334 421
% 38 36 29 36
* Waarde van dit kwartiel wijkt significant af van de andere kwartielen. P < 0,05.
boortejaar van de moeder en de leeftijd van de moeder bij de geboorte van het eerste kind (p<0,001). Dat wil zeggen dat moeders die later geboren zijn, hun eerste kind ook pas op latere leeftijd kregen. Er is geen verband gevonden tussen het geboortejaar van de moeder en het kiezen voor vaccinatie. ( Tabel 1a) Wel is er een verband gevonden tussen het geboortejaar van het eerste kind en het vaccineren van de kinderen. (Tabel 1b). De kinderen geboren voor 1988 werden significant vaker niet gevaccineerd dan de kinderen geboren na 1988.
Discussie en conclusie
groep zijn namelijk landelijke vaccinatiegegevens van het RIVM beschikbaar (2e revaccinatie DKTP) die goed te vergelijken zijn met de gegevens van onze studiepopulatie. Op latere leeftijd wordt de vergelijkbaarheid van de data minder doordat we in onze definitie van volledig gevaccineerd geen rekening houden met de tijdigheid van de vaccinatie, terwijl het RIVM dat wel doet. Een nadeel dat we alleen naar de jongste leeftijdsgroep hebben gekeken is dat de resultaten gebaseerd zijn op kleine aantallen. Daarnaast hebben we de kinderen uit groep 1 vergeleken met de 4-jarigen uit de gehele gemeente. De kinderen uit groep 1 in onze dataset waren niet altijd 4 jaar maar soms ook 5 jaar. We verwachten echter niet dat dat een relevante invloed heeft op de bevindingen.
Vaccinatiegraad op scholen
Het percentage volledig gevaccineerde kinderen in bevindelijk gereformeerde gezinnen is duidelijk lager dan het percentage volledig gevaccineerde kinderen in de Nederlandse bevolking. Wanneer op schoolniveau wordt gekeken, blijkt dat er per school een duidelijk verschil is in vaccinatiegraad. Dit verschil in vaccinatiegraad wordt waarschijnlijk veroorzaakt doordat er verschillende stromingen binnen het bevindelijk gereformeerde geloof zijn, die lokaal vaak clusteren rondom een specifieke kerk, en waarbij niet alle stromingen vaccinatie afwijzen. Van 4 gemeenten (Alblasserdam, Dordrecht, Nieuw-Lekkerland en Zwijndrecht) zijn alle reformatorische basisscholen onderzocht. Op basis van deze data bleek dat in de gemeenten met het laagste aantal inwoners (Alblasserdam en Nieuw-Lekkerland) de vaccinatiegraad op de reformatorische scholen het laagst was. In deze 2 gemeenten zitten van het absolute aantal 4-jarige kinderen die ongevaccineerd zijn relatief gezien de meeste op de reformatorische basisschool. Daarom lijkt het aannemelijk dat in deze 2 gemeenten de reden om niet te vaccineren voornamelijk van religieuze aard is. In de andere 2 gemeenten zat er een relatief grotere groep ongevaccineerde kinderen op andere scholen, zodat het in deze gemeenten aannemelijk is dat er ook een groep mensen woont die om andere redenen afziet van vaccineren (figuur 3). We hebben ervoor gekozen om de jongste leeftijdsgroep uit onze onderzoekspopulatie (leerlingen van groep 1) af te zetten tegen alle kinderen uit dezelfde leeftijdsgroep uit de gemeente. Voor deze leeftijds-
202 Jaargang 21 Nummer 6
juli
2010
Gezinskenmerken en vaccinatiegraad
Voor het vaststellen van de relatie tussen het aantal kinderen in het gezin en het vaccinatiegedrag is ervoor gekozen alleen díe gezinnen mee te nemen die voltooid zijn, dus waarvan het laatst geboren kind minimaal 6 jaar voor de onderzoeksdatum geboren was. Deze 6 jaar lijkt een goed afkappunt, aangezien de spatiëring in 97% van de gevallen maximaal 6 jaar was. Wij hebben hiervoor gekozen om vertekening door gezinnen die nu klein zijn maar in de toekomst mogelijk nog groot gaan worden uit te sluiten. Het gemiddelde aantal kinderen in onze onderzoekspopulatie lag op 4,0, waarbij in de niet gevaccineerde gezinnen het aantal kinderen hoger lag dan in de gevaccineerde gezinnen. Het gemiddelde aantal kinderen in Nederland lag tussen 1,8 en 1,9 in de periode waarin de moeders uit onze onderzoekspopulatie geboren zijn (1946 tot 1983). (10) Opgemerkt moet worden dat het verschil deels te verklaren is doordat in onze populatie de kinderloze vrouwen per definitie niet meegenomen zijn in tegenstelling tot de landelijke cijfers. Echter wanneer wij er vanuit gaan dat in deze groep mensen bijna iedereen vanuit hun gereformeerde achtergrond een kinderwens heeft en het percentage ongewilde kinderloosheid 12% is, is het gemiddelde aantal kinderen in deze groep mensen nog steeds veel hoger dan het Nederlandse gemiddelde. (11) De gemiddelde leeftijd waarop een moeder haar eerste kind krijgt is landelijk toegenomen van 24,3 jaar in 1971 naar 29,3 jaar in 2003. De gemiddelde leeftijd over al deze jaren is 27,5 jaar. (12) De leeftijd waarop een moeder haar eer-
I N F E C T I E Z I E K T E N Bulletin
ste kind krijgt is in deze groep bevindelijk gereformeerden lager dan het Nederlandse gemiddelde. Wel is ook in deze groep de trend waarneembaar dat moeders steeds ouder hun eerste kind krijgen. De kinderen uit de gezinnen waarin het eerste kind vóór 1988 is geboren zijn vaker ongevaccineerd. Dit verschil is waarschijnlijk veroorzaakt doordat de gezinnen waarin kinderen zijn geboren voor 1988 de grote gezinnen zijn. Immers bij kleine gezinnen zouden de jongste kinderen al niet meer op de basisschool of middelbare school zitten ten tijde van dit onderzoek. De bevindelijk gereformeerde populatie heeft duidelijk andere demografische kenmerken dan de algemene Nederlandse bevolking. De moeders zijn jonger bij het krijgen van hun eerste kind en zij krijgen meer kinderen dan de gemiddelde Nederlandse vrouw. Zij vaccineren hun kinderen veel vaker niet en deze non-compliance is persistent. In gemeenten met een, over het geheel genomen, lage vaccinatiegraad is de vaccinatiegraad op reformatorische scholen lager en is het relatief aandeel van bevindelijk gereformeerde kinderen aan de totale ongevaccineerde populatie in de gemeente hoger. In de gezinnen waarbij de kinderen niet zijn gevaccineerd is het kindtal hoger en de leeftijd waarop de moeder haar eerste kind krijgt lager. De vaccinatiestatus van de kinderen binnen een gezin is bijna altijd identiek.
Interventiemoment
In slechts 5 gezinnen (2%) waren kinderen met een onderling afwijkende vaccinatiestatus. Het is hiermee aannemelijk dat slechts weinig ouders van niet gevaccineerde kinderen op een later moment alsnog tot vaccineren besluiten. In ons onderzoek is, voor het bepalen van de vaccinatiestatus echter geen rekening gehouden met de tijdigheid van vaccineren. Daardoor is het mogelijk dat ouders die besluiten om een pasgeboren kind, in tegenstelling tot oudere broers of zussen, wel te laten vaccineren, ook hun oudere kinderen laten vaccineren. GGD Zuid-Holland Zuid heeft echter in de afgelopen jaren slechts enkele gezinnen alsnog gevaccineerd. Om uit te sluiten dat oudere broers en zussen die niet (meer) op één van de onderzochte scholen zitten een afwijkende vaccinatiestatus hebben, zijn van de school met de laagste vaccinatiegraad de vaccinatiegegevens van al deze gezinsleden opgevraagd bij het RIVM. Deze gegevens lieten geen afwijkend beeld zien. Hiermee lijkt het beste interventiemoment om vaccinatie te stimuleren vlak voor of direct na de geboorte van het eerste kind te zijn.
Dit onderzoek werd gefinancierd vanuit het programmabudget van het project ‘Regionale Ondersteuning’ (RIVM)
Behavior regarding vaccinations within orthodox protestant families in the Southern part of the province of Zuid-Holland. In spite of the high vaccination coverage in the Netherlands there are regular outbreaks of vaccine preventable infectious diseases associated with people who for religious reasons refrain from vaccination. They are mainly residing in the bible belt area, stretching from the south-west to eastern parts of the country. The aim of this study is to determine the relationship between demographic characteristics and the behavior regarding vaccination of parents with children at orthodox protestant schools. Data from the community health services in the region covering the southern part of the Zuid-Holland province are used. The average immunization rate among these children was 61%. The immunization rate differed markedly per school ranging from 27% to 86%. In our study population the average age of women having their firstborn was 24 years (national: 27.5 years), the mean number of children within these families was 4.0 (national 1.9). There was an inverse association between the number of children within a family and the immunization rate. The relative contribution of these children to the low immunization rate in a municipality is higher within municipalities with a lower overall immunization rate. There were no indications that parents change their behavior regarding to vaccine acceptance in the course of their childbearing years. The best moment for intervention regarding to vaccination behavior seems to be around the birth of the firstborn child.
Literatuur: 1. Rümke HC, Oostvogel PM, van Steenis G, van Loon AM. Poliomyelitis in the Netherlands: A review of population immunity and exposure between the epidemics in 1978 and 1992. Epidemiol Infect 1995; 115: 289-298. 2. Van den Hof S, Conyn-van Spaendonck MAE, van Steenbergen JE. Measles epidemic in the Netherlands, 1999-2000. J Infect Dis 2002; 186(10): 1483-6.
Jaargang 21 Nummer 6
juli
2010 203
I N F E C T I E Z I E K T E N Bulletin
3. Oostvogel PM, Wijngaarden JK, van der Avoort HGAM, et al. Poliomyelitis outbreak in an unvaccinated community in the Netherlands, 1992-1993. The Lancet 1994; 344: 665-70. 4. Hahné SJM, Ruijs RS, Abbink F, Van Binnendijk F, De Melker HE. Rubella-epidemie in Nederland. Infectieziekten Bulletin 2005; 16(2): 42. 5. Hahné SJM, Abbink F, Van Binnendijk RS, Ruijs WLM, Van Steenbergen JE, De Melker HE. Rubella-epidemie in Nederland in 2004/’05: alertheid op congenitaal rubellasyndroom vereist. Ned Tijdschr Geneeskd 2005; 149: 21. 6. Graeves-Otte, JGW. Getroffen door Polio. Ervaringen van zeven bevindelijk gereformeerde gezinnen van polio-patiënten in Zuid-Holland Zuid (1992/1993). Dordrecht: GGD Zuid-Holland Zuid, 1995. 7. Romeinen 14:5. Statenvertaling. 8. Burgmeijer RJF, Hoppenbrouwers KPM, Bolscher DJA. Handboek vaccinaties. Theorie en uitvoeringspraktijk. Assen: Van Gorcum, 2007. 9. E.A. van Lier et al., Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland, verslagjaar 2006-2008. RIVM Report 210021007/2008. 10. Geboorte; kerncijfers vruchtbaarheid, leeftijd moeder, regio. Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/ Heerlen, 2008. 11. Anoniem. Statistisch Jaarboek. Centraal Bureau voor de Statistiek; Voorburg/ Heerlen, 1997. 12. Geboorte naar diverse kenmerken. Centraal Bureau voor de Statistiek; Voorburg/ Heerlen, 2008.
204 Jaargang 21 Nummer 6
juli
2010