RWZI Morkhoven: renovatiewerken beluchtingsbekken 2 Projectnummer: V0083002 fijnbellenbeluchting Aanbestedingsdossier
DEEL 1 : Bijzondere administratieve bepalingen SYNOPSIS Naam en adres van de bouwheer die voor betaling instaat nv. Aquafin Dijkstraat 8 2630 AARTSELAAR Voorwerp van de opdracht Plaatsing van fijnbellenbeluchting voor afvalwaterzuivering RWZI Morkhoven gelegen langsheen de Wiekevorsteweg 44 te 2200 Herentals. De opdracht omvat in hoofdzaak: Afbraak en afvoer van bestaande blowers,leidingwerk en beluchtingsschotels Afbraak van bestaande betonnen constructie en steunen in het bekken en betonherstelling Leveren, plaatsen en in dienst stellen van een nieuwe fijnbellenbeluchting met buitenopgestelde blowers Elektrische aanpassingswerken De opening van de inschrijving De offertes worden elektronisch verzonden via de e-tendering applicatie zoals omschreven onder de wijzigingen op het K.B. van 15 juli 2011 in Artikel 90 in Artikel, opgenomen in de administratieve bepalingen van dit document. Wijze van gunnen van de opdracht Algemene offerteprocedure voor WERKEN. Vereiste erkenning De inschrijver dient een erkenning te bezitten in de klasse overeenkomstig zijn inschrijving (klasse 3 volgens de raming) voor de categorie V. Een VCA*-certificaat is verplicht. Gunningscriteria Total cost of ownership (investerings, onderhouds en energiekost) Kwaliteit en onderhoud Plaatsbezoek Gezien de aard van de locatie een aantal specifieke moeilijkheden gepaard gaan, wordt de aannemer verplicht vóór zijn prijsopmaak de plaats der werken te bezichtigen. Dit plaatsbezoek wordt éénmalig georganiseerd op donderdag 16/06/2016 om 9.00u. De aanwezigheid dient te worden bevestigd aan Schueremans Maarten, afdeling Asset Management, Aquafin (03 450 47 13). . Naam en adres van de ontwerper Maarten Schueremans – studieverantwoordelijke EM Aquafin NV Dijkstraat 8 2630 Aartselaar
Plaats, dag en uur van de opening der offertes De opening van de inschrijvingen heeft plaats in de lokalen van Aquafin N.V., Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar op dinsdag 28/06/2015 om 10u00. De offertes worden elektronisch ingediend via de e-Tendering website. De met elektronische middelen opgestelde offertes moeten in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften worden opgesteld. De offertes worden opgemaakt Microsoft Office, PDF of gelijkwaardig. De bestanden dienen de volgende naamgeving te volgen: XXX -
- DEEL1 - .xls/doc/pdf XXX : volgnummer (001, 002 enz.) : naam van de inschrijver DEEL 1 : deel van de offerte Bijvoorbeeld: 001-Aquafin-DEEL1-Inschrijvingsbiljet.doc De offertes moeten worden ingediend via de e-Tendering internetsite https://eten.publicprocurement.be. Meer info kan worden bekomen op de website http://www.publicprocurement.be of via de eProcurement helpdesk op het nummer +32-2-790 52 00. Een handleiding voor het elektronisch indienen van de offerte bevindt zich eveneens op deze website. De procedure beschreven in de handleiding dient strikt gevolgd te worden. Verzending van een offerte per elektronische mail is NIET toegestaan; deze offerte wordt beschouwd als een onregelmatige offerte.
Bescheiden Het volledig bestek met betrekking tot de hiervoor vermelde opdracht wijzigt en of vult volgende bestek aan : algemene administratieve bepalingen AAB RWZI - 1 lot + PS-BBB - september 2014.docx Zie algemene administratieve bepalingen artikel 7 Plaatsing voor het overzicht van de van toepassing zijnde typebestekken en documenten. De algemene bestekken zijn kostenloos af te laden van de kennisbank van Aquafin. Plannenlijst De plannenlijst in bijlage geeft een overzicht van de aanbestedingsplannen. V0083002_M241_01 V0083002_A921_01 V0083002/2/16-2-M-241 P&ID 0083_P202revC_bestaande toestand beluchting P&ID 0083_P202revD_nieuwe toestand beluchting Voorwerp van de opdracht Afbraak en afvoer van bestaande blowers incl. leidingwerk, bekabeling en lokale borden Afbraak en afvoer bestaand leidingwerk en beluchtingsschotels incl. appendages Afbraak en afvoer bestaande betonsokkels in het beluchtingsbekken en betonherstelling Leveren, plaatsen en in dienst name van fijnbellenbeluchtingskaders incl. blowers, schotels, kaders, leidingwerk, appendages en bijhorende elektrische aanpassingswerken Leveren, plaatsen aansluiten instrumentatie
1 Wet overheidsopdrachten 15 juni 2006 ARTIKEL 23 De opdracht wordt gegund bij algemene offerteprocedure. Er worden geen varianten toegelaten. De prijzen worden niet afgeroepen.
2 KB VAN 15 JULI 2011 (PLAATSING) ARTIKEL 7 Plaatsing 1. Technische kwaliteit: De aangeboden installatie moet voldoen aan de volgende minimumvereiste. Indien er niet wordt voldaan aan deze vereisten wordt de offerte als technisch niet conform beschouwd en dus onregelmatig:
Minimum zuurstofcapaciteit en beluchtingsrendement cfr. paragraaf 0.17.3.8 van bijzonder bestek EM. Minimaal vereist membraanoppervlak, cfr. hfdst.11 bellenbeluchting in bijzonder bestek EM.
2. Onderhoudsprogramma: De inschrijver voorziet in zijn offerte een conform onderhoudsprogramma. Hiervoor verwijzen we naar bijlage 7.
ARTIKEL 19 – Plaatsing .2° Aanwezigheid van kabels en leidingen in de ondergrond Verantwoordelijkheid aannemer : De aannemer dient er rekening mee te houden dat er op het terrein diverse ondergrondse leidingen, kabels en mogelijk ongekende massieven aanwezig zijn die de uitvoering bemoeilijken. In het aanbestedingsdossier zijn plannen bijgevoegd met aanduiding van de vermoedelijke ligging van de procesleidingen, kabeltracés en nutsleidingen. De juistheid van deze gegevens wordt niet gegarandeerd. De uitvoeringsmoeilijkheden, veroorzaakt door de aanwezige kabels, leidingen of andere installaties, kunnen door de aannemer niet ingeroepen worden om een prijsherziening of termijnverlenging te bedingen. Extra kosten voor rendementsverlies ten gevolge van de aanwezigheid van deze kabels, leidingen en/of massieven worden niet aanvaard.
Sonderingen : Teneinde de plans met aanduiding van kabels en leidingen te controleren en eventueel aan te passen zal de aannemer op alle nodige plaatsen overgaan tot het bepalen van de juiste ligging van de leidingen door het graven van dwarse sleuven op de nodige plaatsen. De aannemer stelt hiervoor een voorstel op met aanduiding van de locaties waar hij sonderingen wenselijk acht. Het is echter de leidend ingenieur die uiteindelijk beslist waar gesondeerd wordt. Alle ontdekte kabels en leidingen worden topografisch ingemeten. Dit resultaat wordt getekend op het grondplan van de installatie. Elke locatie waar een sondering is uitgevoerd krijgt op het grondplan een nummer. Van elk van de sonderingen wordt een aparte fiche opgesteld met vermelding van : nr. dat refereert naar het grondplan diepteligging in TAW (voor leiding bovenzijde) aard van de kabels tekening op schaal 1/1000 of 1/500 foto Voorstel sonderingen moet uiterlijk 30 dagen na aanvang der werken worden ingediend. Alle sonderingen dienen in principe (wanneer dit mogelijk is) binnen de 60 dagen na aanvang der werken uitgevoerd te zijn. Na uitvoering van de sonderingen dient de aannemer de resultaten binnen de 10 werkdagen aan de leidend ingenieur over te maken. Het sonderen naar kabels en leidingen dient met handkracht te gebeuren en omvat zowel de uitgraving en aanvulling als de verdichting van gronden. In deze kostprijs is inbegrepen : De afbraak van eventuele verharding, het met mankracht uitvoeren van het nodige grondwerk tot op een diepte van de te sonderen objecten, de beschoeiing, de opmeting en rapportage zoals hierboven vermeld, het aanvullen en verdichten van de ontstane putten en het voorlopig herstellen van de eventuele verharding. Voor de bepaling van het uitgegraven volume van sleuven wordt gerekend met een sleufbreedte van 50 cm.
Meetcode : VH sonderingen naar leidingen en kabels : in m³
7° Elke aannemer moet op eigen kosten het water en de elektriciteit aanschaffen die nodig zijn voor het uitvoeren van de werken van zijn aanneming. In de prijs van de aanneming moeten eveneens de kosten voor beproeving, vergunningen of attesten in verband met de aansluiting van het water, elektriciteit, telefonie, … nodig voor de uitvoering der werken inbegrepen zijn. Aanvulling : Indien er op de installatie voldoende vermogen beschikbaar is, kan de aannemer een aanvraag doen om elektriciteit af te nemen van Aquafin. Hij dient hiertoe dan een overeenkomst te ondertekenen conform onderstaand model. Op de installatie zijn volgende volgende vermogens beschikbaar via industrieel CEE stopcontact 3*400V+N, 32A en CEE stopcontact 3x400V+N, 63 binnen een straal van 50m van de werkzone.
OVEREENKOMST BETREFFENDE HET VERBRUIK VAN ELEKTRICITEIT
Project: Projectnummer: Lot: Aannemer:
RWZI ……………………… …………….. ……………… …………….
Tussen : de NV AQUAFIN, met maatschappelijke zetel te 2630 Aartselaar, Dijkstraat 8, en ingeschreven in het handelsregister onder nummer 276.982, hier vertegenwoordigd door …………………………., Projectleider Projectbeheer en ………………………., Groepsleider Projectbeheer enerzijds; en …………………….., met maatschappelijke zetel te ………………………………………….., en ingeschreven in het handelsregister onder nummer ………………,hier vertegenwoordigd door de heer ……………………………………., anderzijds; Wordt overeengekomen wat volgt: De firma …………………………………………. kan elektriciteit gebruiken van de aansluiting op de RWZI ………………………………….. onder de volgende voorwaarden :
Het betreft een aansluiting van ………. A op …………….. V De aansluiting (incl. teller) wordt door de nv …………………..zelf gerealiseerd op een door Aquafin ter beschikking gestelde voeding. Voor indienstname dient …………………….. aan Aquafin een keuringsattest voor te leggen van een door een erkend organisme uitgevoerde keuring van de elektrische werfinstallatie. Het verbruik wordt afgerekend op basis van een tarief dat gebaseerd is op de jaarafrekeningen van elektriciteit voor de RWZI ……………………………………... Aquafin zal zelf de termijnen bepalen waarop het verbruik van de elektrisch verbruik wordt doorgerekend. De elektrische aansluiting wordt uiterlijk 30 dagen voor de voorlopige oplevering afgekoppeld.
Deze overeenkomst maakt integraal deel uit van het bijzonder bestek nr ………………………. Voor het overige gelden de bepalingen van het bijzonder bestek ……………….., onverkort tenzij er in deze overeenkomst uitdrukkelijk van wordt afgeweken. Opgemaakt in evenveel originele exemplaren als er partijen zijn, waarvan elke partij erkent één origineel exemplaar ontvangen te hebben, te Aartselaar, op Voor de aannemer
Voor Aquafin N.V.
…………………….
projectmanager
groepsleider
ARTIKEL 20 Plaatsing Herziening van toepassing cfr AAB RWZI 1 lot.
ARTIKEL 40 Plaatsing Voorwerp van de opdracht Het voorwerp van de opdracht betreft de renovatie, de uitbreiding en opstart voor het gedeelte van de fijnbellenbeluchting incl. de toebehoren, zoals in onderhavig bestek beschreven. De aanneming omvat alle noodzakelijke zaken om tot een afgewerkt geheel te komen, ook de niet expliciet omschreven zaken. 0. Afbraak en reglemantaire afvoer van bestaande EM-installatie: a) Afbraak en afvoer van bestaande surpressoren (3st) incl. alle leidingwerk, beluchtingsschotels, appendages, verluchting en randapparatuur b) Afbraak en afvoer van bestaande elektrische installatie thv de surpressoren en in het LS-lokaal. c) Afbraak en afvoer van bestaande betonconstructie aan en betonsokkels in het beluchtingsbekken d) betonherstelling/bescherming wapeningsijzers thv weggenomen betonnen constructie en steunen e) afbraak en afvoer van bestaande sproeierinstallatie f) afbraak en afvoer van bestaande elektrische voorzieningen op loopbruggen tot in de surpressorruimte 1. De levering, het monteren en indienststellen van: a) Zuiveringstechnische uitrusting, omvattend volgende nieuwe onderdelen: Fijnbellenbeluchting en toebehoren. Surpressorinstallatie en toebehoren Allerlei boven- en ondergrondse leidingen, inclusief appendages. b) Elektrische uitrusting Aardingen en equipotentiaalinstallaties. Bekabelingen voor voeding, sturing en signalisatie van de toestellen en instrumentaties. Frequentiesturingen. Lokale bordjes c) Instrumentatie Debietmetingen. Procesmetingen. Toestelgebonden apparatuur. 2. Bouwkundige werken Storten betonplaat ikv plaatsen van de surpressoren Nodige doorvoeren in bestaande constructies maken en/of opstorten Allerlei werken (graaf-, terrein-, heraanleg, …) 3. Onderhoud Het uitvoeren van een onderhoudsprogramma (vanaf indienstname installatie). De inschrijver zal hiertoe bij zijn inschrijving een onderhoudscontract voegen. 4. Elektrische aanpassingswerken in bestaande laagspanningsborden * Aanpassingen in LSB1.01: scheiden van de voeding van de stuurkringen en de voeding van de instrumentatiekringen incl. leveren en plaatsen nodige scheidingstransfo en beveiligingen. * Aanpassingen in ALSB: bijplaatsen van vermogenschakelaar voor een mobiele noodgroep, incl.nieuw borddeel.
ARTIKEL 69 Plaatsing Selectiecriteria Op straffe van nietigverklaring van de offerte dient aan volgende voorwaarden voldaan te zijn:
1. De leverancier dient minstens opgave te doen van volgende referenties: 3 verschillende referenties aangaande “gelijkaardige leveringen en installaties” van surpressoren en fijnbellenbeluchting van de leveranciers niet langer dan 5 jaar in dienst gelegen in de EU; met opgave van type, hun bedrag, data en de publieke- of privaatrechterlijke instanties waarvoor ze bestemd zijn. Per referentie dient de leverancier van de referentie duidelijk adres, contactpersoon, contactgegevens bij te voegen. Eveneens dienen de technische specificaties van het toestel opgegeven te worden (type, luchtdebiet, opvoerdruk, vermogen, aantal geïnstalleerde toestellen,ed). Tenslotte dient tevens een tevredenheidscertificaat, ondertekend door bouwheer/ expoitant, voorgelegd te worden tenzij het een levering en installatie betreft bij Aquafin. Met “gelijkaardige leveringen” wordt bedoeld, een toestel met dezelfde technologie als dit van het aangeboden toestel. Op eenvoudige vraag van de opdrachtgever dienen in het kader van de evaluatie van de biedingen verdere details, contactpersonen en coördinaten van deze referenties beschikbaar gesteld te worden, teneinde de opdrachtgever toe te laten de geldigheid van de referenties te verifiëren. Het model voor opbouw van de referentielijst, dat zich in bijlage 3 bevindt, dient ingevuld en bijgevoegd te worden aan de inschrijving. 2. VCA certifiëring De inschrijver moet in het bezit zijn van een VCA* certifiëring voor de uitvoering van deze werken, een bewijs hiervan dient bijgevoegd te worden in de bijlage nr 2.
ARTIKEL 101 Plaatsing Gunningscriteria De informatie noodzakelijk voor de beoordeling van de verschillende criteria wordt samengebracht op de voorziene bijlagen aan onderhavige administratieve bepalingen. De te realiseren installatie komt in een bestaand beluchtingsbekken welke bestaat uit 6 compartimenten. In onderstaande berekeningen moeten de gegevens van de totale installatie gebruikt worden. De kostprijzen, alsook de opgenomen vermogens en de te installeren capaciteit, zijn deze van de volledige installatie. De opdracht wordt gegund rekening houdend met volgende criteria: 90 punten: TCO: Total cost of ownership = IK + EK + OK - IK: Investeringskost - EK: Energiekost worden berekend zoals hierna bepaald over een periode van 15 jaar - OK: Onderhoudskosten voor een periode van 15 jaar, te rekenen vanaf indienstname van de installatie voor het onderhoudsprogramma berekend zoals hierna bepaald. 10 punten: Behoud van performantie Opgave van beluchtingsrendement bij opstart (ηofgas opstart) en rendement na 2 jaar (ηofgas na 2 jaar) mits uitvoering van het onderhoudsprogramma door de inschrijver. Punten worden procentueel toegekend, wie procentueel het minst rendement verliest krijgt de hoogste punten.
Criterium 1: TCO: investeringskost + energiekosten en onderhoudskosten over 15 jaar (90 punten). Toekenning van de punten: De rechtmatige inschrijver met het laagste TCO ‘inschrijver X’ krijgt een quotering van 90 punten. De andere rechtmatige inschrijvers ‘inschrijver Y’ krijgen een quotering volgens de formule 90 – 100*(TCO inschrijvingsbedrag Y – TCO inschrijvingsbedrag X) / TCO inschrijvingbedrag X. De quotering wordt steeds tot op twee cijfers na de komma afgerond. De minimale quoteringbedraagt 0 punten (er is dus geen negatieve quotering). a) Investeringskost: IK= Inschrijvingsprijs der werken voor de volledige fijnbellenbeluchtingsinstallatie (miv surpressoren) zoals in onderhavige besteksdocumenten omschreven. Hiervoor wordt de totaalprijs van de meetstaat volgens inschrijving op het onderhavig bestek beschouwd (= gunningsbedrag). Alle bouwkundige aanpassingswerken voortvloeiend uit de werken dienen vervat te zijn binnen de opgegeven eenheidsprijzen van de opdracht ongeacht of hier specifieke posten zijn voor voorzien. b) Energiekost: EK = Elektrisch verbruik wordt berekend over een periode van 15 jaar. De energiekost wordt bepaald op basis van het zuurstofinbrengend vermogen van de fijnbellenbeluchting. De inschrijving geeft hiervoor het door hem gegarandeerde minimum rendement van de fijnbellenbeluchting (in bedrijfsomstandigheden). ɳ opstart gegarandeerd = **,** kg O2/ kWh rendement met een nauwkeurigheid van 2 cijfers na de komma. P opgenomen = maximum kW opgenomen elektrisch vermogen, de som van alle toestellen, met een nauwkeurigheid van 2 cijfers na de komma
Energiekost beluchting:
1 EK B Factorbeluchting* k gO2 gegarandeerd k Wh
€
De vooropgestelde vermogens worden gecontroleerd aan de hand van vermogentesten (zie art. 0.17.3. van bestek Elektromechanica).
c). Onderhoudskost: De inschrijver dient hiervoor prijzen op te geven voor een volledig onderhoudsprogramma voor de surpressoren van de fijnbellenbeluchtingsinstallatie. De inschrijver dient de structuur in bijlage 7 te volgen en dit verder met eigen documenten te verduidelijken en de inschrijver kan geen algemene en bijzondere administratieve voorwaarden aan zijn offerte toevoegen. Algemene bepalingen met betrekking tot de onderhoudskost en het daarbij horende onderhoudsprogramma;
Het verplichte voorgestelde onderhoudsprogramma, inclusief slijt- en wisselstukken, heeft een bindend karakter voor de inschrijver. Dit onderhoudsprogramma dient eveneens ondertekend te zijn door de betrokken leveranciers. Alle opgegeven prijzen zijn bindend over een periode van 5 jaar te tellen vanaf indienstname van de installatie (prijsherziening volgens formule voor montage en levering, art. 20, te rekenen vanaf datum opening offertevraag). De onderhoudskost op 15 jaar wordt als volgt geëvalueerd.
𝑂𝐾 = (𝑋 + 𝑌) ∗ 3 + 𝑊 + 𝑍 + 𝑇 Dit is de som van de wisselstukkenlijst (X) en het onderhoudsprogramma (Y) (berekend voor 5 jaar) vermenigvuldigd met 3 om deze kost te extrapoleren over 15 jaar. Hierbij dienen de kosten voor groot onderhoud op de surpressoren (W) en de onderhoudskost van de beluchtingsschotels (Z) en de éénmalige vervanging van de beluchtingsschotels (T) opgeteld te worden. Voor de surpressoren moet er minstens één grote onderhoudsbeurt voorzien worden waarbij de lagers en de dichtingen vervangen moeten worden. Het surpressorblok moet hiervoor volledig gedemonteerd worden. Deze grote service beurt moet Aquafin vrijwaren van evt. gebreken aan deze vitale onderdelen in de eerste 2 jaar na deze service beurt. De kost die hiervoor gerekend moet worden houdt zowel de manuren als de nodige vervangonderdelen in (V). Eveneens dient de onderhoudsfrequentie opgegeven te worden door de leverancier (U), hiervoor dient van een normale belasting van 3400 draaiuren per toestel uitgegaan te worden en de uiteindelijke kost voor groot onderhoud die hiervoor gerekend dient te worden is : W = 15/U *V En dient opgenomen te worden onder ‘groot onderhoud surpressor’. (W) Onderhoud van de beluchtingsschotels wordt in regie door de aannemer uitgevoerd wanneer er een drukstijging vastgesteld wordt door de opdrachtgever van 35mbar of meer op de algemene drukmeting. Voor de berekening van de onderhoudskost wordt er uitgegaan van een 2 jaarlijkse manuele reiniging van de beluchtingsschotels. De kost voor een éénmalige reininging dient door de inschrijver opgegeven te worden (z). Om de totale onderhoudskost over 15 jaar te bekomen dient deze kost geëxtrapoleerd te worden over 15 jaar en wordt als volgt berekend: Z= z*7,5
Voor niet ophaalbare bellenbeluchting dient de inschrijver een prijs op te geven voor het manueel reinigen van de beluchtingselementen en kaders. Het droogzetten en het terug vullen van het bekken gebeurd door en voor rekening van de opdrachtgever.
Ruimingswerken zijn in alle gevallen steeds voor de opdrachtgever. Er wordt vanuit gegaan dat over de totale beschouwde TCO periode (15J) er minstens 1 vervanging van de beluchtingsschotels zal moeten plaatsvinden. Wanneer deze exact zal plaatsvinden is sterk plaats en situatie afhankelijk en bijgevolg niet op voorhand vast te leggen. De inschrijver dient hiervoor een prijs op te geven voor de éénmalige levering en plaatsing van alle beluchtingselementen op de RWZI in kwestie, excl. kraanwerken, droogzetten van bekkens en of ruimingswerken, deze laatste zijn steeds ten laste van de opdrachtgever. (T) Criterium 2: Behoud van performantie (2 jaar) De opdrachtgever wenst een systeem aangeboden te krijgen dat mits het toepassen van het correcte onderhoud zijn perfomantie maximaal behoud. Energieverbruik is hierbij een belangrijke factor. Om dit te kunnen controleren wordt er voor installaties waar een standaard OC proef kan gedaan worden ook nog een ofgas OC proef uitgevoerd na opstart. Het hieruit afgeleide beluchtingsrendement noemen we ηofgas opstart, , 2 jaar na voorlopige oplevering wordt dezelfde ofgas proef herdaan en het daaruit afgeleide beluchtingsrendement noemen we ηofgas na 2 jaar
Hoe dichter het rendement na 2 jaar bij het initiële rendement licht hoe beter het aangeboden systeem zijn performantie behoud en hoe meer punten deze installatie zal krijgen. Er worden 10 punten toegekend, en worden als volgt berekend :
ηofgas opstart = X ηofgas na 2 jaar = Y
= 10 −
10∗(X−Y) (X∗0,2)
Minimum is 0 punten en er kunnen geen negatieve punten toegekend worden.
ARTIKEL 92 Plaatsing De opening van de inschrijving heeft plaats op dinsdag 28 juni 2016 om 10.00u te Aquafin onder het voorzitterschap van: Dhr. Bart Van Eygen of zijn afgevaardigde.
3 KB VAN 14 JANUARI 2013 (Algemene uitvoeringsregels, AUR) ARTIKEL 36 – AUR Documenten opgemaakt door de opdrachtnemer C. opleveringsdossier (bouwkunde en elektromechanica) Een stelpost voor het opleveringsdossier is voorzien in de meetstaat.
ARTIKEL 42 – AUR In bijlage is een gedetailleerd proevenplan opgenomen
MIDDELEN VAN OPTREDEN VAN DE AANBESTEDENDE OVERHEID ARTIKEL 44 – AUR Straffen Straf in geval van een verstoring van het zuiverings- en/of slibverwerkingsproces als gevolg van een fout of nalatigheid van de aannemer De aannemer moet alle voorzorgen nemen om een verstoring en/of onderbreking, in zoverre niet voorzien in het werkschema van de ombouw, te voorkomen. In geval van verstoring en/of onderbreking ten gevolge van een fout of nalatigheid van de aannemer zal een boete toegepast worden van 250 euro/uur te rekenen vanaf het tweede uur van de onderbreking. Vanaf een verstoring en/of onderbreking groter dan 6 uur bedraagt de boete 750 euro/uur.
Artikel 45 –AUR
De eenmalige boete bedraagt 500€. De dagelijkse boete bedraagt 500€/dag zolang het probleem niet werd opgelost. Er wordt van de procentuele manier van berekening uit de wetgeving afgeweken gezien deze bedragen te laag zijn om de kosten van de door Aquafin opgelopen boetes wegens het niet halen van de zuiveringsresultaten inbreuken te dekken om tot de gewenste hieronder beschreven incentive te komen. De continue werking van de RWZI dient te allen tijde gegarandeerd te worden, waarbij de huidige procesvoering de vereiste is. De werken mogen de bedrijfsvoering niet hinderen. De effluentnormering (cfr. milieuvergunning) dient eveneens te allen tijde gegarandeerd te kunnen blijven. Dit geldt zowel voor de bestaande installaties als voor recent door de aannemer geïnstalleerde toestellen, welke defect zouden raken voorafgaand aan de voorlopige oplevering.
Boeteregeling mbt performantie De opgegeven performantie (rendement beluchting / verbruik menging/voortstuwing) dient getest te worden en de installatie dient onderworpen worden aan de garantieproef voor de beluchting en voortstuwing zoals beschreven in art. 0.17.3 van bestek EMA.
Na 0 jaar: voorwaarde tot voorlopige oplevering (aannemingslast); ɳopstart gegarandeerd
Bijkomend worden er ook ofgas metingen uitgevoerd op de beluchting in bedrijfscondities door een door Aquafin aangestelde firma om het behoud van performantie te controleren. De alpha factor wordt hierbij steeds opgemeten en alle meetresultaten worden omgerekend naar normaalomstandigheden.
Na voorlopige oplevering : proef bij installatie in bedrijf ; ɳofgas opstart Na 2 jaar: vwde tot def. oplevering , controle behoud van performantie ; ɳofgas na 2 jaar
1. Boeteberekening beluchtingrendement : De in onderhavig bestek vermelde waarde betreffende de vereiste zuurstofinbreng ( A kg zuurstof/h) is een absoluut minimum. Indien deze waarde niet gehaald wordt, wordt de beluchtingsinstallatie geweigerd. Het niet halen van de gestelde rendementen zal aanleiding geven tot een boeteregeling. Deze wordt bepaald door de energiekost te berekenen ten gevolge van het mindere rendement (rendement opgegeven bij inschrijving tov het werkelijk gemeten rendement). De boete wordt berekend op basis van onderstaande formules: Wat het rendement ( kg O2/kWh) betreft waarmee dit gebeurt, wordt het volgende onderscheid gemaakt: indien het rendement 10,0% of meer lager ligt dan de bij inschrijving gegarandeerde waarde door de aannemer: beluchtingsinstallatie wordt geweigerd en dient aangepast te worden op aannemingslast, dit is inclusief het opnieuw testen van de installatie; indien het rendement minder dan 10,0 % onder de, door de aannemer, gegarandeerde waarde ligt, kan het toestel aanvaard worden mits toepassing van een boete volgens onderstaande formule.
BBeluchting
1 1 Boetefactorbeluchting * kgO2 kgO2 gegarandeerd gemeten kWh kWh
,afgerond tot op 2 cijfers na de komma, rendementen in vuil water
Toelichting : Factor projectspecifiek te berekenen en te bepalen. Een beter rendement dan opgegeven bij de inschrijving, geeft geen aanleiding tot uitbetaling van bonussen. Er is slechts 1 tegenproef toegelaten, voor het berekenen van de minwaarde wordt het beste resultaat van proef/tegenproef in rekening genomen. 2. Boeteberekening beluchtingsrendement en behoud van performantie: Indien het opgeven rendement na 2 jaar meer dan 20% lager ligt dan de bij inschrijving gegarandeerde waarde door de aannemer : beluchtingsinstallatie wordt geweigerd en alle beluchtingselementen zijn op zijn kosten te vervangen (excl, kraan-ruim werken en of leegzetten van evt bekkens) Indien het opgegeven rendement van 2 jaar minder dan 20% lager ligt dan de bij inschrijving gegarandeerde waarde door de aannemer : aannemer dient de beluchtingselementen op zijn kosten manueel te reinigen totdat het rendement binnen de gestelde marge van 20% komt te liggen. De kosten voor de herkeuring zijn ten laste van de aannemer. Kosten voor het kraan-ruimwerk en of het leegzetten van de bekkens zijn voor de opdrachtgever.
ARTIKEL 76 – AUR Uitvoeringstermijnen De totale opdracht bestaat uit meerdere delen. Termijn in dagen: 180 kalenderdagen De uitvoeringstermijn van de opdracht begint op de aanvangsdatum die vastgelegd wordt op de dag van sluiting. De termijn wordt verdeeld in drie deeltermijnen: Deeltermijn 1: 33% of eerste 60 kalenderdagen van de uitvoeringstermijn Deeltermijn 2: 33% t.e.m. 83% of 90 kalenderdagen van de uitvoeringstermijn Deeltermijn 3: 83% t.e.m. 100% of 45 kalenderdagen van de uitvoeringstermijn
Voor elke deeltermijn wordt een apart aanvangsbevel gegeven. Deeltermijn1: Binnen 30 kalenderdagen na aanvang deeltermijn 1 dient een beperkt lot (min. 3stuks) van de aangeboden beluchtingsschotels overgemaakt worden aan Aquafin voor proefopstelling in een labotest. Binnen 60 kalenderdagen na aanvang deeltermijn 1 dienen definitief designnota, globaal ontwerp, detailplan van leidingwerk, technische voorstellen , … overgemaakt worden ter goedkeuring. Op einde deeltermijn 1 wordt een coördinatievergadering belegd door de inschrijver met Aquafin Operaties –Team Morkhove om de planning van de werken af te stemmen. Deeltermijn 2: Binnen 90 kalenderdagen, op einde deeltermijn 2 dient alle materiaal voor montage beschikbaar zijn bij de aannemer ter keuring in het atelier.
De aannemer dient de afbraak en afvoer van bestaande surpressoren, leidingwerk, beluchtingsschotels, appendages, bestaande elektrische installatie, de betonnen steunen, betonherstelling en gieten neiuwe betonplaat in te plannen en uit te voeren in de laatste 30 dagen van deeltermijn 2 in overleg met Aquafin Operaties - Team Morkhoven. Deeltermijn 3: Binnen de eerste 30 dagen van deeltermijn 3 dienen de montagewerken klaar te zijn. De montagewerken worden door de leidend ingenieur nagezien (droog nazicht). De montagewerken zijn beëindigd wanneer de goedkeuring door de leidend ingenieur is betekend aan de aannemer. Ten laatste bij ingebruikname bekken met afvalwater dient de OC proef te zijn uitgevoerd. Er wordt niet gewacht op het ontvangen van de resultaten van de OC-proef om het bekken in dienst te stellen. Enkel indien de aannemer voldoende tijd voorziet tussen de OC- proef en de indienststelling, kan hiervan afgeweken worden (minimaal 2 weken tussen OC-proef en ontvangen resultaten labo is in te rekenen). Na de monategwerken en nodige proeven wordt binnen deeltermijn 3 het beluchtingsbekken terug in dienst gesteld olv de aannemer in bijzijn van Aquafin.
Deeltermijn 3 wordt aansluitend gevolgd door een proefperiode van 30 kalenderdagen. In de proefperiode dient de installatie storingsvrij te werken voor een aaneensluitende periode van 14 kalenderdagen. De aannemer blijft verantwoordelijk voor de goede werking en de waterhuishouding gedurende deze proefperiode.
TER BESCHIKKING STELLEN VAN GRONDEN OF VAN LOKALEN ARTIKEL 77 – AUR Ter beschikking stellen van gronden C. Beschikbare werkzones op het terrein van de RWZI Het terrein van de RWZI mag gedeeltelijk door de aannemer gebruikt worden voor de plaatsing van zijn materieel en voor de stockage van materialen. De zone die hiervoor beschikbaar is op plan V0083002A921_01 aangegeven als werkzone. Het is de aannemer op generlei wijze toegelaten buiten deze werkzone te treden voor de stapeling van materialen en gronden, het plaatsen van materieel of een gedeelte van de werfinrichting.
Ter beschikking stellen van lokalen De toegang tot het dienstgebouw is enkel en alleen toegelaten voor de eventueel in het dienstgebouw geplande werkzaamheden. De aannemer mag in geen geval gebruik maken van de voor de operatoren voorbehouden aanwezige faciliteiten in de administratieve en sanitaire ruimtes.
Artikel 79 – AUR - ORGANISATIE VAN DE BOUWPLAATS VI. LEDIGEN EN REININGEN VAN CONSTRUCTIES EN LEIDINGEN Werken ten laste van Aquafin : Het éénmalig ledigen en reinigen (verwijderen slib/zand) van de nodige constructies is ten laste van de opdrachtgever (Aquafin), en dient tijdig (min 20 werkdagen op voorhand) aangevraagd te worden. Deze aanvraag dient via de procedure en werkwijze van de procesvergunning te verlopen. Deze reiniging is enkel een basisreiniging om het slib en zand te verwijderen. Extra reiniging t.b.v. de voorziene werken (bvb. omwille van aanhechting) is ten laste van de aannemer. Na dit éénmalig ledigen is de aannemer verantwoordelijk voor het continu droog en proper houden van deze constructie. De aannemer voorziet in zijn planning de benodigde tijd voor deze verwijdering van water/slib/zand door Aquafin. Volgende bekkens zullen eenmalig door Aquafin worden leeggezet en gereinigd : *Beluchtingsbekken2 De afvoer van zand uit de hierboven genoemde bekkens naar een erkende stortplaats is eveneens ten laste van Aquafin.
VIII. BEREIKBAARHEID CONSTRUCTIES De aannemer dient zijn werf zo in te richten dat de toegankelijkheid tot de verschillende gebouwen, lokalen en constructies voor het exploitatiepersoneel van de RWZI en voor levering en afname van slib, hulpstoffen (bvb. chemicaliën, brandstof), septisch materiaal te allen tijde gewaarborgd blijft. De zones die niet als werfzone zijn aangeduid mag de aannemer maar benutten na voorafgaand akkoord met Operaties.
Schade veroorzaakt door de aannemer / Verstoring van het proces : De aannemer zal de door hem aan de installatie / gebouwen / inrichtingen aangebrachte schade van welke aard ook onverwijld herstellen. Ook beschadigingen van kabels en/of leidingen worden hiermee bedoeld. Daarnaast zal de aannemer in eerste instantie Aquafin Operaties en daarnaast ook de leidend ingenieur, de werftoezichter en de projectverantwoordelijke van Aquafin onmiddellijk van de schade op de hoogte brengen. De onmiddellijke herstelling en de te nemen acties dienen in overleg met Aquafin Operaties te worden uitgevoerd. Indien Aquafin het nodig acht de schade zelf te herstellen, heeft zij hiertoe het recht. De kosten voor herstel zullen in dat geval verhaald worden op de aannemer.
Onderstaande bepalingen hebben betrekking op de afvalstoffen afkomstig van sloopwerken.
1. Basisprincipes i.v.m. opslag, transport en bestemming van afvalstoffen – algemeen geldend Gedurende de werken houdt de aannemer zich aan de voorschriften zoals deze bepaald zijn in de wetgeving (o.a VLAREM I, II en VLAREA). Opmaak planvoorstel inzake afvoer en behandeling
De aannemer dient voor elk van de afvalstoffen en puin vóór de aanvang van de werken een planvoorstel inzake afvoer en behandeling op te maken. Dit plan is op eenvoudige vraag van de bouwheer voor te leggen. Milieuheffing Bij het verwijderen van sommige afvalstoffen dient door de verwijderaar en/of overbrenger van de afvalstoffen een heffing te worden betaald op de verwijdering van deze afvalstoffen. Deze heffingen zijn een aannemingslast. Erkende overbrengers Afvalstoffen afkomstig van werven horen thuis in de categorie 'bedrijfsafvalstoffen'. Bedrijfsafvalstoffen dienen opgehaald te worden door een erkende overbrenger (zoals bepaald in het Besluit van de Vlaamse regering van 5 december 2003 (VLAREA)). Elke overbrenger die bovenvermelde afvalstoffen vervoert, moet beschikken over een erkenning en in het geval van vervoer van gevaarlijke afvalstoffen of KGA over een verplichte verzekering. Transportdocumenten De vrachten worden tijdens het transport vergezeld van het ingevulde identificatieformulier voor gevaarlijke of niet-gevaarlijke stoffen. Bestemming van afvalstoffen De aannemer staat in voor de selectieve afvoer van alle afvalstoffen naar een erkend sorteer- en recyclagebedrijf of stortplaats. Het verbranden en/of begraven van afvalstoffen of buiten gebruik gestelde voorwerpen of stoffen is verboden. Overzicht afvoer De aannemer is verplicht om – op eenvoudige vraag van de afgevaardigde van Aquafin NV – een overzicht van de afvoer per fractie te overhandigen aan de bouwheer en op diens vraag de afvoer te staven door middel van stortbonnen of facturen. Afvalstoffenregister De afvalstoffen en hun bestemming dienen opgenomen te worden in een afvalstoffenregister, waarvan jaarlijks melding gedaan moet worden aan de OVAM.
4. Gevaarlijke afvalstoffen Gevaarlijke afvalstoffen zijn de afvalstoffen die een bijzonder gevaar voor de gezondheid van de mens of het milieu opleveren of kunnen opleveren of in speciale inrichtingen moeten verwerkt worden (Afvalstoffendecreet Art. 3, §3). Bij B.Vl.Reg. van 5 december 2003 (VLAREA) werd door de Vlaamse Regering een limitatieve lijst van gevaarlijke afvalstoffen opgesteld. Op deze lijst, die terug te vinden is in bijlage 1.2.1.B van bovenvermeld besluit, zijn o.a. volgende afvalstoffen opgenomen : slib van mechanische bewerking, afvalolie, PCB-transfo's, batterijen, asbesthoudend isolatie- en bouwmateriaal, kwikhoudend afval (TL-buizen...), enz... Voor gevaarlijke afvalstoffen gelden bijkomende bijzondere verplichtingen (Afvalstoffendecreet Art. 23): Gevaarlijke afvalstoffen die verwijderd worden moeten geïdentificeerd en geregistreerd worden. Gevaarlijke afvalstoffen moeten bij de inzameling, het vervoer en de tijdelijke opslag deugdelijk verpakt zijn en/of opgeslagen en overeenkomstig de geldende internationale en Europese voorschriften zijn gekenmerkt. Tijdens het transport moeten gevaarlijke afvalstoffen vergezeld zijn van een identificatieformulier. De verschillende soorten gevaarlijke afvalstoffen moeten tijdens de verwijdering, de inzameling of de nuttige toepassing van elkaar gescheiden gehouden worden en gescheiden gehouden worden van de niet gevaarlijke afvalstoffen. Indien gevaarlijke afvalstoffen vermengd zijn met andere materialen of stoffen dan dient, voorzover dit technisch en economisch haalbaar is, een scheiding plaats te vinden.
De aannemer is verplicht bij opbraak van asbest een selectieve opbraak en afvoer met een afzonderlijke container te voorzien, ongeacht de grootte van de af te breken onderdelen. Milieu Er wordt gewezen op het feit dat de maximaal geluidsnormen zoals opgenomen in de milieuvergunning gehaald dienen te worden. De geldende geluidsnorm aan de dichtste woning bedraagt 40dB(A) in gebied op minder dan 500m van gebied voor openbaar nut bij afwezigheid van tonaal karakter. Dit is de wettelijke norm voor de volledige RWZI Morkhove in normaal werkingsregime De afstand tussen de blowers en de dichtste woning (Morkhovenseweg 38) bedraagt ca. 140m
RWZI
Overdag
‘s Avonds
‘s Nachts
dB(A)
dB(A)
dB(A)
40
40
40
Bijkomende eis is dat het geluidsniveau van twee blowers in werking op 1m afstand van de blowers niet meer bedraagt dan 80dB(A). De meting dient uitgevoerd te worden als: Bij het bedrijf van de surpressorgroepen aan volgende frequenties: 50, 40, 30 en 20 Hz Na volledige samenbouw van de surpressorinstallatie (miv luchtleidingwerk, ed.). De geluidsmetingen dienen bijgewoond te worden door Aquafin of diens gemachtigde. De kostprijs van de geluidsmeting is inbegrepen in de prijs van de supressoren.
ARTIKEL 80 – AUR §5 Volgende posten worden niet zeker uitgevoerd en er is dus geen vergoeding van 10% verschuldigd aan de aannemer bij niet uitvoering. Betreft *VH Sonderingen naar leidingen en kabels *GP Isolatie en geluidsdemping van luchtleidingnet en surpressoren cfr. BB * Alle betreffende posten voor aanleg asfaltweg
DEEL 2: Onderhoudsbepalingen 2.1. DOELSTELLING EN AFBAKENING VAN DE OVEREENKOMST De meerjarige onderhoudsovereenkomst heeft tot doel de surpressoren en beluchtingsschotels in voldoende conditie te houden gedurende de onderhoudsperiode, opdat steeds voldaan wordt aan de gestelde eisen.
De onderhoudsperiode bedraagt 5 jaar, te rekenen vanaf de voorlopige oplevering van de installatie. Tijdens de eerste 2 jaar na voorlopige oplevering zijn de standaard waarborgbepalingen van toepassing. 2.2. PRESTATIE-EISEN MEERJARIG ONDERHOUD 2.2.1. Algemene eisen Voor de organisatie van het onderhoud of herstelling van schade aan de installatie dient de opdrachtnemer rekening te houden met alle bepalingen opgenomen in het lastenboek, zoals deze ook tijdens de uitvoering/constructie van toepassing zijn.: o.a. algemene organisatie van de bouwplaats continuïteit van de bedrijfsvoering, administratieve bepalingen, functionele eisen, e.d.. Deze blijven integraal van toepassing gedurende de volledige duur van het onderhoudscontract (5 jaar). De voortvloeiende kosten dienen inbegrepen te zijn in de opgegeven prijzen van het onderhoudscontract. Specifieke voorwaarden van de opdrachtnemer worden niet aanvaard. Het onderhoud omvat alle maatregelen om tot een werkende bedrijfszekere installatie te komen. De opdrachtnemer wordt erop gewezen dat de onderhoudswerkzaamheden uit te voeren zijn op een bestaande en in bedrijf zijnde en te houden installatie. De continue werking van de RWZI dient te allen tijde gegarandeerd te worden, waarbij de procesvoering niet in het gedrang mag komen. De onderhoudswerken mogen de bedrijfsvoering niet hinderen. De aannemer dient hiermee rekening te houden en in het onderhoudscontract alle nodige voorzieningen in te rekenen (niet limitatief: vb. hijskraan, werkplaats, personeel, werktuigen,…). Elke onderbreking of wijziging aan normale procesvoering van de RWZI dient aangevraagd bij de teamcoordinator van Aquafin operaties door procesvergunning aan te vragen. De surpressoren staan in een 2 + 1 opstelling. Bij installaties zonder reserve surpressor zijn enkel kortstondige stilstanden (max. 6u) bij droogweer en na overleg met Aquafin operaties mogelijk (zie ook Artikel 97 – AUR ). Deze stilstandtermijn wordt beschouwd als de termijn tussen het uit dienst stellen van de nodige zaken en volledig terug automatisch in bedrijf van de volledige installatie. Er zal een boete toegepast worden van 250 euro/uur te rekenen vanaf het tweede uur van de niet-toegestane onderbreking (>6h bij toegekende procesvergunning of >0h bij niet toegekende procesvergunning). Vanaf een niet toegestane verstoring en/of onderbreking groter dan 6 uur bedraagt de boete 750 euro/uur. Indien de maximale stilstandtijd niet kan aangehouden worden dienen op kosten van de aannemer de nodige voorzieningen getroffen te worden: tijdelijke surpressoren, tijdelijke voedingen, tijdelijke kabels, tijdelijke leidingen, noodvoedingen, werfborden, tijdelijk afsluiten leidingen en kanalen, tijdelijke aansluitingen op nieuwe of bestaande constructies. Eventueel noodzakelijk ingrijpen en regulier onderhoud en beheer door de opdrachtnemer, dient in principe plaats dient te vinden tijdens normale werkuren (van 7.30 -16.00 uur) tijdens werkdagen. Binnen en buiten deze werkuren kan in het geval van calamiteiten ingegrepen worden door de opdrachtnemer. Alleen in het geval van zeer ernstige calamiteiten buiten de normale werkuren kan personeel van de opdrachtgever bijstand verlenen. In principe doet de opdrachtgever geen enkele actie voor onderhoud van de surpressoren. Gedurende de meerjarige onderhoudsperiode dient de opdrachtnemer blijvend te voldoen aan de eisen die zijn gesteld aan het lastenboek, o.a. het gegarandeerde rendement/verbruik, zie ook behoud van performantie.
2.3. ONDERHOUDSASPECTEN 2.3.1. Algemeen Deze overeenkomst omvat het onderhoud van de door de opdrachtnemer geplaatste surpressoren en beluchtingsschotels. Binnen het kader van de meerjarige onderhoudsovereenkomst worden de volgende door de opdrachtnemer uit te voeren onderhoudsaspecten onderscheiden: - preventief onderhoud; - correctief onderhoud; De opdrachtnemer dient bij aanbesteding een gedetailleerd onderhoudsplan in te dienen, waarop is aangegeven hoe het preventief en correctief onderhoud is geborgd. Het preventieve onderhoud dient minstens een jaarlijkse servicebeurt te omvatten voor de surpressoren. De opdrachtnemer staat in voor de verwijdering en vernietiging van afval, afvalolie en smeermiddelen, conform met de wettelijke bepalingen. Er mag geen afgewerkte olie op de installatie opgeslagen worden. Voor de beluchtingsschotels houdt het preventieve onderhoud het reinigen van de schotels in. Het leegzetten van het bekken (indien mogelijk) voor vaste kaders is ten laste van de opdrachtgever. Het ophalen van de kaders is eveneens ten laste van de opdrachtgever en dient door de opdrachtnemer minstens 2 weken op voorhand aangevraagd te worden. Het evt ruimen van aanwezig slib is ten laste van de opdrachtgever. De opdrachtnemer geeft voor het reinigen van de elementen een regieprijs op zoals beschreven onder onderhoudskosten en deze worden jaarlijks in regie afgerekend. Het onderhoudscontract omvat alle onderhoudskosten. Dit bevat ondermeer alle kosten voor verbruiksmaterialen (waaronder olie, filters, …ea), vervangingen van defecte of versleten onderdelen, revisies. Deze kosten vallen ten laste van de onderhoudverstrekker en zijn dus in de prijs inbegrepen. Alsmede ook de kost voor de afzet voor verdere verwerking van de gebruikte olie of ander afvalmateriaal zijn ten laste van onderhoudverstrekker. Het herstellen van de schade veroorzaakt door externe oorzaak welke niet voorspelbaar of niet vaststelbaar is via preventieve controle door de onderhoudverstrekker en die niet had kunnen voorkomen worden door het volgen van het onderhoudsschema van de constructeur, is niet inbegrepen in de kostprijs en is dus ten laste van Aquafin. Indien gewenst kan de opdrachtnemer zelf alarmen van de door hem geïnstalleerde toestellen doorkrijgen, om deze toestellen op te volgen en zonodig in te grijpen. 2.3.2. Preventief onderhoud Het preventief onderhoud dient gericht te zijn op het voortijdig opsporen van afwijkingen en problemen met als doel incidenten (welke correctief onderhoud vereisen) te voorkomen. In principe bepaalt de opdrachtnemer de termijnen voor alle acties, een jaarlijkse service beurt voor de surpressoren is het absolute minimum. Enkele kenmerken van preventief onderhoud zijn: - alle technisch gerelateerde activiteiten om storingen te herstellen of het verwachte disfunctioneren van de aanwezige installaties te voorkomen; - hiertoe behoort het preventief onderhoud waarbij dit onderhoud gekenmerkt wordt door specialistische kennis van het object. Het uit te voeren preventieve onderhoud wordt vastgelegd in het onderhoudsplan, bijlage 7; - activiteiten, voortkomende uit de waarneming tijdens een van de servicebeurten van het overschrijden van een toestand c.q. het achteruitgaan van een conditie - hiertoe behoren onderhoudsactiviteiten welke liggen binnen de elektrische bevoegdheid en voor de mechanische activiteiten binnen een niveau waarbij met speciale hulpmiddelen, veiligheidsvoorzieningen en specialistische kennis de activiteiten kunnen worden uitgevoerd. Onderdeel van preventief onderhoud is vervanging, controle en rapportage van: - controle van de juiste instellingen en controle op beschadigingen, controle van normale werkingsregime’s; - preventieve vervanging van slijtende onderdelen zoals: × vervanging V riemen
× vervanging filters; × oliën en vetten; × alle reguliere servicebeurten die door de fabrikant zijn voorgeschreven; × …. - preventieve manuele reiniging van de beluchtingschotels; - het beheren van het onderhoudssysteem; Aquafin verbindt zich ertoe de procesparamemeters (druk en indien mogelijk debiet) op te volgen en deze 2 maandelijks over te maken aan de opdrachtnemer zodat deze in staat is de correcte preventieve maatregelen te nemen of op te leggen aan de opdrachtgever. Voor drukstijgingen groter dan 35mbar zal er overgegaan moeten worden op een manuele reiniging van de schotels volgens de eisen van de leverancier zodat de installatie in optimale condities kan blijven werken. Het manueel reinigen dient te gebeuren volgens de richtlijnen van de leverancier. 2.3.3. Correctief onderhoud Gebreken en/of storingen aan de installatie kunnen onder meer worden veroorzaakt door de volgende factoren (niet limitatief): 1. gebrekkige kwaliteit van de installatie; 2. slijtage (excl. slijtage door externe objecten) 3. onvoldoende onderhoud; Indien een gebrek en/of storing geconstateerd wordt en de opdrachtnemer van mening is dat een bepaald gebrek of bepaalde storing conform de hieronder omschreven beschrijving voor rekening en risico van de opdrachtgever komt, dient hij onverwijld (METEEN) (telefonisch, email en per aangetekend schrijven) dit te melden t.a.v. de contactpersoon van de opdrachtgever en de oorzaak van de storing aan te kunnen tonen. Aquafin zal dan zonodig zelf de nodige, eventueel voorlopige, maatregelen nemen om de procescontinuïteit of veiligheid te garanderen. Indien later blijkt dat de verantwoordelijkheid wel degelijk bij de opdrachtnemer lag, zijn alle kosten voor de voorlopige en/of definitieve oplossing ten laste van de opdrachtnemer mits de opdrachtnemer op de hoogte gehouden werd van de uitgevoerde herstellingen en/of vervangingen. Een ingebrekestelling is in dit geval niet meer nodig. 1). Gebreken en/of storingen die worden veroorzaakt door een gebrekkige kwaliteit van de installatie zijn cfr. de standaard waarborgbepalingen enkel tot aan definitieve opelevering voor rekening en risico van de opdrachtnemer. 2). Gebreken en/of storingen die worden veroorzaakt door slijtage (excl. door externe objecten) zijn ten laste van de opdrachtnemer. 3). Gebreken en/of storingen die worden veroorzaakt door het uitvoeren van onvoldoende/gebrekkig onderhoud zijn voor risico van de opdrachtnemer. 4) Kosten ten gevolge van onjuist of onoordeelkundig gebruik worden steeds gedragen door Aquafin. Indien herstelling niet mogelijk is of te duur is wordt het Aquafin hiervan ASAP op de hoogte gesteld zodat snel op een andere manier een (tijdelijke) oplossing kan voorzien worden. 5) Aquafin vergoedt de opdrachtnemer voor loze interventies. Een loze interventie is een tussenkomst van Contractant waarbij de storing na aankomst kan verholpen worden door een actie te ondernemen die tot de overeengekomen taken van Aquafin behoort. 2.4. ONDERHOUDSRAPPORT 2.4.1. Periodieke rapportage De opdrachtgever zal minstens 2 maandelijks de bedrijfsparameters aan de opdrachtnemer over maken zodat deze de toestand van de installatie voldoende kan opvolgen. De opdrachtnemer dient hiervoor een contactpersoon met mailadres op te geven. De opdrachtnemer zal minstens jaarlijks voorzien in een samengestelde schriftelijke rapportage waarbij de volgende aspecten inzichtelijk gemaakt worden aan de contactpersoon binnen Aquafin:
- interventies vorige periode *uitgevoerde interventies: opmerkingen, stand draaiuurteller, vervangen onderdelen, huidige werkingscondities *(indien van toepassing) analyse van de storingsoorzaak, vervangen onderdelen die vervangen zijn voor de voorzien einde levensduur. - voorstel tot afrekening Voor zaken die een dringende actie van Aquafin vereisen zijn tussentijdse hoogdringende meldingen noodzakelijk. In samenspraak met Aquafin wordt de exacte vorm van de rapportage vastgelegd. Deze rapportage zal schriftelijk aan de opdrachtgever worden toegezonden, gelijktijdig met het voorstel tot afrekening. Zonder (volledige) rapportage kan niet tot facturatie of betaling worden overgegaan. 2.5. BETALINGSMODALITEITEN Afrekening onderhoud gebeurt jaarlijks volgens effectief uitgevoerd onderhoud (max. beperkt tot aantallen opgegeven bij offerte). Alle opgegeven prijzen zijn bindend over een periode van 5 jaar, te tellen vanaf opening offerte (prijsherziening volgens formule voor herzieningen uit algemene administratieve bepalingen (montage en levering). Bij niet aflevering van de gevraagde rapportage kan niet gefactureerd worden en zal de vraag tot betaling geweigerd worden. Bij ieder rapport dient een voorstel tot afrekening van de desbetreffende termijn te worden toegevoegd en aan de projectmanager van Aquafin voorgelegd te worden. Aquafin heeft 30 kalenderdager de tijd om dit voorstel na te kijken. Na 30 kalenderdagen mag de opdrachtnemer dit voorstel factureren. Facturen die zonder een voorafgaand voorstel met een tussen termijn van min. 30kalenderdagen gestuurd worden zullen geweigerd worden. Aquafin behoud steeds het recht om na goedkeuring voorstel, niet nazicht voorstel, facturatie of betaling rechtzettingen te doen, indien hier aanleiding zou toe zijn. Alle facturen worden na goedkeuring van Aquafin betaald dertig dagen einde maand na ontvangst van de factuur. De facturatie jaarlijks door de onderhoudsverstrekker. De facturen worden gestuurd naar Aquafin N.V., Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar, t.a.v. Financiële Dienst en omvatten minstens volgende informatie: het project/bestelbonnummer van de bestelling van Aquafin NV. *het nummer en titel van het bestek *periode onderhoud. *berekening kosten *berekening index (onderliggende indexwaardes en berekening) (herziening volgens formule uitvoering administratieve bepalingen) *verwijzing naar referantie periodieke rapportage Van de betaling kunnen extra volgende worden afgehouden: o.a. -adminstratieve boetes -effectief geleden kosten indien de opdrachtnemer niet, niet tijdig aan zijn verplichtingen voldoet 2.6 UITVOERINGSTERMIJN EN OPZEGGINGSMODALITEITEN De overeenkomst heeft een duur van vijf jaar. Zie ook artikel 44 – AUR Het onderhoudscontract, inclusief slijt- en wisselstukken heeft een bindend karakter voor de inschrijver.
De opdrachtnemer is gedurende 5 jaar na opstart van het onderhoudscontract volledig aansprakelijk voor de toevertrouwde onderhoudswerken. Indien de opdrachtnemer na een ingebrekestelling ingebreke blijft dan kan Aquafin eenzijdig beslissen om het onderhoudscontract te verbreken (zonder opzegtermijn). Indien de opdrachtnemer niet voldoet aan de contractuele bepalingen zal de effectief geleden schade door Aquafin verhaald worden op de opdrachtnemer. Deze mogelijks effectief geleden schade omvat onder meer (niet limitatief): -ambtshalve kosten (herstel, vervanging …) -meerkost onderhoud door aangestelde derde -administratieve kosten -projectmanagement -verder aan te vullen met andere effectief geleden kosten
2.7 AANSPRAKELIJKHEID De opdrachtnemer is verantwoordelijk ten aanzien van Aquafin en derden en vrijwaart Aquafin voor alle fouten en/of nalatigheden begaan door de onderhoudverstrekker zelf en door zijn aangestelden. Deze vrijwaringsverplichting strekt zich uit over alle schade die deze fouten en/of nalatigheden veroorzaken, inclusief onrechtstreekse schade, aan Aquafin en aan derden veroorzaakt. De opdrachtnemer zal het nodige bekwame personeel inzetten, evenals de benodigde materialen, uitrusting en transportmiddelen aanwenden voor de uitvoering van de overeenkomst en de overeenkomst uitvoeren volgens de regels van de kunst. De opdrachtnemer verbindt zich ertoe alle activiteiten die in het kader van deze overeenkomst uitgevoerd worden, uit te voeren in overeenstemming met de desbetreffende wetgeving betreffende gezondheid, veiligheid en milieu, zoals ondermeer uiteengezet in A.R.A.B., Codex, A.R.E.I. en Vlarem II. De opdrachtnemer verklaart dat hij kennis heeft genomen van en akkoord gaat met de veiligheidsvoorschriften van Aquafin zoals o.a. omschreven in het veiligheidsreglement. De onderhoudverstrekker zal alle maatregelen nemen die nodig zijn om te verzekeren dat voornoemde voorschriften worden nageleefd. De onderhoudverstrekker verbindt zich er toe deze voorschriften bekend te maken voor de aanvang van de opdracht bij haar werknemers en diens aangestelde. 2.8 VERZEKERINGEN Tijdens uitvoering/bouw geldt de ABR-verzekering die wordt afgesloten cfr. de algemene administratieve bepalingen ABB RWZI – 1 lot + PS-BBB september 2014. Deze ABR verzekering is niet geldig tijdens de periode meerjarig onderhoud. Tijdens de onderhoudsperiode verzekert de opdrachtnemer zich voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid ‘uitbating’ (art. 1382 tot en met 1386 B.W.) in zijn hoofde voor schade aan Aquafin, VMM en/of derden voor de foutloze aansprakelijkheid (art. 544 B.W.) in hoofde van Aquafin en de VMM, beperkt tot deze opdracht, met als bijzondere voorwaarden: - afstand van verhaal van de verzekeraar t.o.v. Aquafin en haar opdrachtgevers - voorziene vrijstelling : max. 2.500 EUR per schadegeval - voorziene kapitaal lichamelijke, materiële en immateriële gevolgschade vermengd: min. 1.250.000 EUR per schadegeval - voorziene kapitaal accidentele milieuschade: min 500.000 EUR per schadegeval Deze polis dient geldig te zijn voor de gehele duur van deze overeenkomst. Alle verzekeringen moeten voldoen aan de wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992 en haar aanvullingen en de wet van 1 april 2014. De opdrachtnemer staat zelf in voor schade beneden de vrijstelling, de vrijstellingen en de niet-verzekerde risico’s en doet hierbij afstand van verhaal t.o.v. Aquafin en haar opdrachtgevers.
DEEL 2: Opbouw van de offerte Deze bijlagen worden als bewerkbaar word document ter beschikking gesteld door het studiebureau. De hierna vermelde bijlagen incl. lijsten dienen, verplicht, door inschrijver ingevuld en ondertekend te worden en bij zijn inschrijving te worden gevoegd. De opbouw van de offerte van de aannemer gebeurt volgens onderstaande structuur. De inschrijver moet zich houden aan de verplichte layout van de in te vullen tabellen en bijlages. Het onvolledig invullen van deze lijsten/bijlages kan aanleiding geven tot nietigverklaring van de inschrijving. Bijlage 1: Inschrijvingsbiljet Bijlage 2: Selectiecriteria VCA* Bijlage 3: Selectiecriteria referenties (ondertekend door opdrachtgevers) Bijlage 4: Technische en andere gegevens Bijlage 5: Gunningscriteria: TCO investeringskost (IK) Bijlage 6: Gunningscriteria: TCO energiekost (EK) Bijlage 7: Gunningscriteria: TCO onderhoudskost (OK) Bijlage 8: Gunningscriteria: Behoud van performantie Bijlage 9: Veiligheids- en gezondheidsplan inschrijver Bijlage 10: Overige documenten: In dit deel kunnen alle overige documenten die de inschrijver nuttig acht gegroepeerd worden, met uitsluiting van de algemene en bijzondere voorwaarden van de opdrachtnemer. De naamgeving van de documenten die ingediend worden via het digitale platform moeten starten met de bedrijfsnaam, gevolgd door documentnummer, gevolgd door documentnaam. Per documentnummer wordt een aparte pdf opgeladen door de inschrijver. Hiertoe bundelt de inschrijver zijn diverse documenten tot 1 pdf per documentnummer.
Bijlage 1: Inschrijvingsbiljet
INSCHRIJVINGSBILJET * Projectnr./lot:
V0083002
* Naam van het project:
RWZI Morkhoven : renovatie beluchtingsbekken2
* Aanbestedingsdatum:
28/06/2016 om 10.00u
A. IDENTITEIT EN VERBINDING 1. Natuurlijke persoon: - De ondergetekende ............................................................................................................... (naam en voornaam) - Hoedanigheid of beroep: ....................................................................................................... - Nationaliteit: ........................................................................................................................... - Woonplaats: .......................................................................................................................... (land, gemeente, straat, nummer, telefoonnummer) ofwel 1 2. Rechtspersoon: - De vennootschap: ................................................................................................................. (handelsvorm of benaming) - Rechtsvorm: .......................................................................................................................... - Nationaliteit: ........................................................................................................................... - Zetel: ...................................................................................................................................... - Telefoonnummer: .................................................................................................................. - Faxnummer: .......................................................................................................................... vertegenwoordigd door de ondergetekende(n): .................................................................... ................................................................................................................................................ in de hoedanigheid van ......................................................................................................... ofwel 2 - De ondergetekende(n):
1 2
Doorhalen wat niet van toepassing is Doorhalen wat niet van toepassing is
(voor elk van hen dezelfde gegevens als hierboven) ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ die zich tijdelijk hebben verenigd voor deze aanneming, verbindt of verbinden zich op zijn of op haar of op hun roerende en onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van voornoemd bestek, van de in dit bestek beschreven opdracht met betrekking tot de in hoofding vermelde aanneming van werken.
B. PRIJS Tegen de som van 3:
TOTAAL BEDRAG
Bedrag BTW-plichtige 4 opdrachtgevers
Bedrag niet BTWplichtige opdrachtgevers
Aquafin
Basis (excl. BTW) BTW - bedrag Totaal Basis Variant 1 (excl. BTW) BTW - bedrag Totaal Variant 1 Variant 2 (excl. BTW) BTW - bedrag Totaal Variant 2
C. IDENTITEITSGEGEVENS - Inschrijving bij de RSZ: nr(s) ................................................................................................. - Ondernemingsnr: ................................................................................................................... - Inschrijving op lijst der erkende aannemers: ......................................................................... nr(s): ...................................................................................................................................... categorie(ën), ondercategorie(ën) en klassen: ..................................................................... - Inschrijving op lijst v/d geregistreerde aannemers: ............................................................... nr(s): ...................................................................................................................................... - I.g.v. voorlopige erkenning: datum van toekenning: .............................................................
3
Tabel uitbreiden indien nodig BTW-plichtige opdrachtgevers zijn deze die over een BTW-nummer beschikken. Voor hen wordt er geen BTW bijgeteld voor de betrokken werken. Gemeentes hebben vaak een BTW-nummer enkel voor rioleringswerken. Voor de overige werken treden zij dus op als niet BTW-plichtige opdrachtgever. 4
D. INLICHTINGEN BETREFFENDE DE ERKENNING (Valse verklaringen betreffende de erkenning kunnen de toepassing tot gevolg hebben van de sancties bepaald in artikel 19 van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken). a. Categorie en ondercategorie 1. Deze erkenning(en) stemt (stemmen) overeen met de in het bestek bepaalde voorwaarden betreffende de categorie of ondercategorie. ofwel 5 2. Deze erkenning(en) stemt (stemmen) niet overeen met de in het bestek bepaalde voorwaarden betreffende de categorie of ondercategorie. Deze offerte geldt tevens als de voorgeschreven aanvraag van een afwijking. Een volledig dossier is bij de Erkenningscommissie ingediend om de vereiste erkenning te verkrijgen en een afschrift van het ingevolge artikel 6 par. 2 van het KB van 26 september 1991 afgegeven getuigschrift, is hier bijgevoegd. b. Bedrag van de offerte 1. Het bedrag van de offerte overschrijdt het maximum van de verkregen erkenningsklasse niet. ofwel 1 2. Het bedrag van de offerte overschrijdt het maximum van de verkregen erkenningsklasse. Deze offerte geldt tevens als de voorgeschreven aanvraag van een afwijking. Een volledig dossier is bij de Erkenningscommissie ingediend om de vereiste erkenning te verkrijgen en een afschrift van het ingevolge artikel 6 par. 2 van het KB van 26 september 1991 afgegeven getuigschrift, is hier bijgevoegd. c. Maximumbedrag van gelijktijdig uitgevoerde werken 1. Het totaal bedrag van de werken, zowel openbare als private, die in geval van gunning van de opdracht gelijktijdig zullen moeten worden uitgevoerd, rekening houdend met de stand van de aan de gang zijnde aannemingen, zal het maximum van de verkregen erkenningsklasse niet overschrijden. ofwel 1 2. Het totaal bedrag van de werken, zowel openbare als private, die in geval van gunning van de opdracht gelijktijdig zullen moeten worden uitgevoerd, rekening houdend met de stand van de aan de gang zijnde aannemingen, zal het maximum van de verkregen erkenningsklasse overschrijden. Deze offerte geldt tevens als de voorgeschreven aanvraag om afwijking. Een volledig dossier is bij de Erkenningscommissie ingediend om de vereiste erkenning te verkrijgen en een afschrift van het ingevolge artikel 6 par. 2 van het KB van 26 september 1991 afgegeven getuigschrift, is hier bijgevoegd.
5
Doorhalen wat niet van toepassing is
Alle nodige gegevens voor het eventueel onderzoek van deze aanvraag door de Commissie voor Erkenning, zullen op eenvoudig verzoek onverwijld worden verstrekt.
E. ONDERAANNEMERS -
Mijn buitenlandse onderaannemers zijn: .............................................................................. .............................................................................................................................................. (nationaliteit en woonplaats)
-
Het bedrag van de werken die zullen worden opgedragen aan mijn onderaannemers: 1. onderdanen van een EU-lidstaat, beloopt ......................,- (per land) 2. onderdanen van een ander land, beloopt ......................,- (per land)
F. PERSONEEL Mijn personeel belast met de uitvoering van deze opdracht bezit de volgende nationaliteit: .............................................................................................................................................. ..............................................................................................................................................
G. MATERIALEN 1. Voor de uitvoering van deze opdracht zullen geen producten worden gebruikt die niet afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie. 6 ofwel 7 2. Overeenkomstig de bepalingen van artikel 81 van het KB van 15 juli 2011 (met inbegrip van latere wijzigingen), gaat hierbij een afzonderlijke nota, gedateerd en ondertekend, houdende vermelding van de herkomst van de te leveren producten en/of de te gebruiken materialen die niet afkomstig zijn uit de lidstaten van de Europese Unie. - Zij vermeldt per land van oorsprong het bedrag exclusief douanerechten, dat die producten en/of materialen in de inschrijving vertegenwoordigen. - Wanneer het gaat om op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie af te werken producten en/of materialen vermeldt zij de prijs van de grondstoffen. 8
H. BETALINGEN
6
Geen rekening houdend met de door het bestek opgelegde producten van vreemde oorsprong Doorhalen wat niet van toepassing is 8 De inschrijver die deze aangifte niet heeft gedaan wordt geacht voor de uitvoering van de ganse aanneming geen producten of materialen te gebruiken die niet afkomstig zijn uit lidstaten van de Europese 7
De betalingen zullen geldig worden uitgevoerd door overschrijving: - op de postchequerekening nr. ................................................................................................. geopend op naam van ............................................................................................................. ofwel 9: - op rekening nr.. ........................................................................................................................ van de volgende financiële instelling ....................................................................................... geopend op naam van .............................................................................................................
I. SOCIALE WETTEN
1. Voor de aannemers van vreemde nationaliteit: Bij deze inschrijving voeg ik - of voegen wij - de in artikel 62§2 van het KB. van 15 juli 2011 bedoelde attesten voor buitenlandse inschrijvers. ³ 2. Bovendien mag Aquafin alle nodige inlichtingen van financiële en morele aard omtrent de ondergetekende(n) of omtrent de hier inschrijvende vennootschappen inwinnen bij andere instellingen.
J. BIJLAGEN Bij deze inschrijving zijn eveneens gevoegd: - de documenten gedateerd en ondertekend, die luidens het bestek van de onderhavige aanneming moeten worden voorgelegd.10 - de door het bestek vereiste modellen en monsters.4
Gedaan te ..........................................., de ..................................
De inschrijver(s)
9
Doorhalen wat niet van toepassing is Doorhalen wat niet van toepassing is
10
Bijlage 2: Selectiecriteria VCA*
Bijlage 3: Selectiecriteria referenties
Surpressoren: Klant & locatie + contactgegevens
Type geïnstalleerde toestellen
Toestelspecificaties (debiet, druk, kW, technologie,…)
Aantal geïnstalleerd
Jaar indienstname
Type geïnstalleerde toestellen
Toestelspecificaties (debiet, kW, propellortype, toerental, …)
Aantal geïnstalleerd
Jaar indienstname
Mengers: Klant & locatie + contactgegevens
Beluchtingselementen: Klant & locatie + contactgegevens
Type element
Elementenpecificaties (materialen, afmetingen,….)
Aantal geïnstalleerd
Jaar indienstname
Bijlage 4: Technische en andere gegevens
Verantwoordingsstukken mbt berekeningen o Document met de berekening van de door de aannemer gegarandeerde op te geven rendement. Dit rendement wordt gebruikt voor de bepaling van de punten van het energieverbruik. Een rekennota voor de bepaling van de mengers , rekening gehouden met de aanwezigheid van de beluchtingsinstallatie. Technische informatie van het equipment o Technische fiches met alle gegevens van de surpressoren (ook elektrisch, …), de beluchtingsdiffusoren en menginstallatie. Onderhoudsvoorschriften leveranciers, preventief onderhoudsplan contractor Een omvattende omschrijving van de organisatie van zijn onderhoudsdiensten (aantal personen, locatie, permanenties,….); gegarandeerde interventietijden ingeval van storing of calamiteit ; algemene dienstverlening. Dit is de tijd welke verloopt tussen een oproep (email, tel, fax enz) en het effectief ter plaatse zijn.
Bedrijfsomstandigheden Afgeleverd luchtdebiet (Nm³/h) per surpressor Nm³/h
……..
Nm³/h
……..(nom)
Nm³/h
……..(max)
Nm³/h
…….. %
Nom/Max
Aantal beluchtingselementen (totaal)
……..
Stuks
Totale beluchtingsoppervlakte (som effectieve beluchtingsoppervlakte beluchtingselementen):
……..
m²
Beluchtingselementcapaciteit (nom en max), en verhouding (Nom/Max) Alle data afgerond op 2 cijfers na de komma
Bijlage 5: Gunningscriteria: TCO investeringskost (IK) meetstaat
Bijlage 6: Gunningscriteria: TCO energiekost (EK)
Bedrijfsomstandigheden Beluchtingsrendement ɳopstart gegarandeerd *: (incl. vermogen frequentiesturing van de blowers ) op te geven bij een beluchtingscapaciteit van 252 kg O2/h in bedrijfsomstandigheden uitgevoerd cfr. Beschrijving TB AQF
……….
kgO2/kWh
*Voor het opgegeven rendement en vermogen dient de meetonnauwkeurigheid reeds in rekening gebracht te zijn.
Bijlage 7: Gunningscriteria: TCO onderhoudskost (OK) Wisselstukkenlijst: Deze lijst bestaat uit een beschrijving van alle onderdelen die bij oordeelkundig gebruik van de surpressoren in het kader van voorliggende opdracht (niet limitatief): filters, ventilatie,oliën, V-riemen, elektrische installatie,.. binnen een exploitatieperiode van 5 jaar na opstart van de installatie volcontinu gebruik bij nominale werking (uitgaande van 3400 werkuren per jaar per toestel) dienen vervangen te worden, zowel qua verwachte slijtage als qua preventief onderhoud. Op de lijst, in te vullen in bijlage, dient eenduidig beschreven te zijn: de beschrijving van het onderdeel en de duiding van de slijtage; de levertermijn en de beschikbaarheid; de gegarandeerde eenheidsprijs per onderdeel (gedurende 5 jaar) ; deze prijs is inclusief levering; de gegarandeerde levensduur per onderdeel bij “normaal gebruik” van het toestel (maw. de te verwachten vervangingsfrequentie). Deze lijst omvat minstens alle reeds door Aquafin NV opgegeven wisselstukken aangevuld met onderdelen die in de onderhoudsinstructies worden opgelegd en aanbevolen. De totale kostprijs aan wisselstukken dient alzo opgegeven te worden over een periode van 5 jaar, als de vervangingsfrequentie (obv gegarandeerde levensduur) x gegarandeerde eenheidsprijs (zie invulformulier in bijlage). De totale kostprijs van de wisselstukkenlijst wordt berekend als volgt: - per onderdeel: kolom B x kolom C x kolom D / kolom E x 5 jaar - voor al de voorziene toestellen: Xi som van de waarden van kolom Fi Wisselstukkenlijst surpressor A1 Naam Onderdelen
B1 # stuks opgesteld in het toestel
C1 # toestellen
D1 EH-prijs per stuk
E1 Gegarandeerde levensduur
F1 Kostprijs (gedurende 5 jaar)
(€)
(jaar)
(€/5 jaar)
Aanzuigfilter
1J
V-riemen
2J
Olie + filter
1J
Terugslagklep
5J
Totaal na 5 jaar alle toestellen
X=
Onderhoudsprogramma:
Het onderhoudsprogramma omvat alle preventieve handelingen en curatieve interventies die voorgeschreven zijn teneinde de continuïteit van de bedrijfsvoering, aan de gestelde garantievoorwaarden, van de geïnstalleerde toestellen te garanderen. Dit programma omvat minstens alle handelingen die in de onderhoudsinstructies van de leverancier worden opgelegd en aanbevolen. De materiële toestelonderdelen ten behoeve van dit onderhoud, dienen geput te worden uit de wisselstukkenlijst . De kostprijs van dit onderdeel omvat aldus enkel nog alle manuren, gereedschap, toebehoren en interventies om het preventieve onderhoudsprogramma ook concreet uit te voeren, en dit opgesplitst per jaar. Surpressor F1
G1 Onderhoudsprogramma 1 toestel (€)
1e jaar na opstart 2e jaar na opstart 3e jaar na opstart 4e jaar na opstart 5e jaar na opstart Totaal na 5 jaar Per toestel (€) Aantal toestellen Totaal na 5 jaar alle toestellen (€)
Y=
Groot onderhoud van de surpressoren Hieronder wordt voor de surpressoren minstens één totaalrevisie voorzien waarbij het blowerblok volledig gedemonteerd en gecontroleerd wordt. Hierbij worden minstens de lagers en de dichtingen vervangen. De kost die hiervoor gerekend moet worden houdt zowel de manuren als de nodige vervangonderdelen in (V). Eveneens dient de onderhoudsfrequentie opgegeven te worden door de leverancier (U), hiervoor dient van een normale belasting van 3400 draaiuren per toestel uitgegaan te worden, de uiteindelijke kost voor groot onderhoud die hiervoor gerekend dient te worden is : W = (15/U) *V* # surpressoren
Prijs van 1 groot onderhoud surpressor [€]
V=
Onderhoudsinterval
U=
Aantal surpressoren Totaalprijs groot onderhoud surpressoren [€]
W=
Onderhoud beluchtingschotels Hieronder worden alle kosten gerekend voor het manueel reinigen van alle beluchtingsschotels. De kost voor een éénmalige manuele reininging dient door de inschrijver opgegeven te worden (z). Om de totale onderhoudskost over 15jaar te bekomen dient deze kost geextrapoleerd te worden over 15jaar en wordt als volgt berekend: Z= z*7,5
Voor niet ophaalbare beluchtingsvelden dient de prijs opgegeven te worden voor het reinigen van de schotels en velden in het bekken dat door Aquafin tijdelijk uit bedrijf wordt genomen.
Eénmalige reiniging van de beluchtingsschotels [€]
z=
Totaalprijs reiniging van de beluchtingsschotels [€]
Z=
Vervanging beluchtingsschotels Er wordt vanuit gegaan dat over de totale beschouwde TCO periode (15J) er minstens 1 vervanging van de beluchtingsschotels zal moeten plaats vinden, wanneer deze exact zal plaatsvinden is sterk plaats en situatie afhankelijk. Totaalprijs éénmalige vervanging beluchtingsschotels [€]
T=
Totale onderhoudskost, op basis van de gegevens hierboven:
Wisselstukken 5 jaar
X=
Onderhoudsprogramma 5 jaar
Y=
Onderhoudskost na 5 jaar
OK5 = X + Y
Onderhoudskost na 15 jaar
OK15 = OK5 * 3
Totaalprijs groot onderhoud surpressoren
W=
Totaalprijs manuele reiniging beluchtingschotels
Z=
Totaalprijs éénmalige vervanging beluchtingsschotels
T=
Totale Onderhoudskost na 15 jaar = OK
OK = OK15 +W + Z + T
Bijlage 8: Gunningscriteria: Behoud van performantie
Bedrijfsomstandigheden Beluchtingsrendement ɳ ofgas na 2 jaar*: (incl. het vermogen van de mengers, incl. vermogen frequentiesturing van de blowers ) op te geven bij een beluchtingscapaciteit van 252kg O2/h in bedrijfsomstandigheden uitgevoerd dmv ofgas meting.
……….
kgO2/kWh
Bijlage 9 Veiligheids- en gezondheidsplan inschrijver
Bijlage 10 Overige documenten In dit deel kunnen alle overige documenten die de inschrijver nuttig acht gegroepeerd worden, met uitsluiting van de algemene en bijzondere voorwaarden van de opdrachtnemer.
Deel 2 : Bijzondere technische bepalingen Bouwkunde 0.Allerhande afbraak- en aanpassingswerken aan de bestaande bouwkundige constructie Algemeen Alle afbraakmaterialen en af te voeren grond worden vervoerd naar en gestort op door OVAM erkende stortplaatsen te zoeken door de aannemer. De kosten hiervoor dienen inbegrepen te zijn in de prijs.
Afbraakwerken per locatie *Bestaande betonconstructie incl. trap en aanwezige leuningen De betonconstructie heeft een geschatte afmeting van 1.5m X 20m X 1.2m (BxLXH) De betonconstructie wordt even hoog en gelijk met de buitenwand van het bekken afgebroken, gezaagd vlgns detail en hersteld waar nodig. De betonconstructie is traditioneel gewapend. *Aanbrengen van hechtmiddel en bescherming van wapening op de constructie na zaag- en afbraakwerk Volgende lagen zijn ter bescherming op het zuiver beton aan te brengen. Het ganse vlak van de zaagsnede of afbraak wordt behandeld volgens onderstaande procedure.
na het zagen/breken reinigen met hogedruk reiniger 2 lagen Sikatop Armatec 110 Epocem, 2x 1 mm, 4 kg/m² voor de 2 lagen, te bestellen (min. 1 week levertijd) 2 lagen Sikatop 107, 2x 0,8 – 1 mm, 3 à 4 kg/m², op stock.
In bijlage vindt u de nodige technische specs voor toepassing van de producten.
*bestaande betonsokkels in het beluchtinigsbekken (+/-180st) De betonsokkels hebben een geschatte afmeting van LxBxH : 1700mm X 150mm X 400mm. De betonsokkels dienen zo kort mogelijk tegen de bodem afgezaagd worden middels kabelzaagmachine. Er mag maximaal 2 à 3cm blijven staan van de sokkel ikv goede montage nieuwe kaders. De betonsokkels zijn traditioneel gewapend. *Aanbrengen van hechtmiddel en bescherming van wapening op de sokkel na zaagwerk Volgende lagen zijn ter bescherming op het zuiver beton aan te brengen. Het ganse bovenvlak van de zaagsnede wordt behandeld volgens onderstaande procedure.
na het zagen reinigen met hogedruk reiniger 2 lagen Sikatop Armatec 110 Epocem, 2x 1 mm, 4 kg/m² voor de 2 lagen, te bestellen (min. 1 week levertijd) 2 lagen Sikatop 107, 2x 0,8 – 1 mm, 3 à 4 kg/m², op stock.
In bijlage vindt u de nodige technische specs voor toepassing van de producten.
Aanpassingswerken per locatie *Alle opgebroken doorvoeren worden waterdicht opgestort. Het betreft hier de doorvoeren van het leidingwerk en ventilatie in het surpressorgebouw en in de loopconstructies tussen de bekkens *Een gewapende betonnen vloerplaat wordt voorzien incl. nodige funderingen cfr. typeopbouw plan M2410 *Bestaande asfaltweg wordt verlengd tot aan de nieuw te storten vloerplaat Asfaltweg wordt opgebouwd volgens volgende: * onderfundering is van het Type I, onderfundering van zand. * fundering: Een steenslagfundering met niet-continue korrelverdeling volgens V.4.2 van SB 250 In standaardsituaties wordt de fundering aangelegd in twee lagen: onderlaag: dikte = 12 cm afwerklaag: dikte = 8 cm Indien geen opsluiting van de verharding voorzien is, reikt de fundering 20 cm voorbij de rand van de verharding. *Verharding: De verharding wordt in KWS uitgevoerd, aangelegd in twee lagen: onderlaag: dikte = 6 cm, type APO (Asfalt met Prestatievoorschriften voor Onderlagen) toplaag: dikte = 4 cm, type ADe uitvoering van de asfaltweg voldoet aan : *Breedte asfaltverharding = minimaal 4.0 meter. *Dwarshelling: minimum 2% *Langshelling in functie van de terreinpeilen, echter zo klein mogelijk. Richtlijn hiervoor is om geen helling steiler dan 6% toe te passen *Kantstroken als opsluiting worden niet toegepast, voor zover de verharding aansluit aan de groenvoorziening en er voldoende afwatering verzekerd wordt. Waar geen afwatering naar de groenzone mogelijk is, worden straatgoten voorzien. *Een beperkt aantal wachtbuizen onder de wegenis voorzien (PVC 160) zonder trekputten. De wachtbuizen zijn afgesloten en voorzien van een trekdraad.
Typebestek Elektromechanica
A. MECHANICA 0.17.3.8. Proeven op de beluchting 0.17.3.8.1 Bedrijfsomstandigheden en garanties bij de beluchtingsproef
BELUCHTINGSPROEF
EIS
met Off-gassmethode
volgens de standaardnorm DWA-M 209
Bepalingen volgens
0.17.3.8 Beproeving op de beluchting
Waterhoogte, boven de bekkenbodem, tijdens de proef, tpv de uitgang van het beluchtingbekken.
3.88 m
3400 m³ Volume Dit is de zuurstofinbreng voor het bekken 420 kg O2/uur Vereiste totale zuurstofinbreng (alle beluchtingselementen in bedrijf) in rein water (drinkwater) Dit is de zuurstofinbreng voor het bekken Vereiste totale zuurstofinbreng (alle elementen in bedrijf) in vuil water (bedrijfsomstandigheden) Dit is de zuurstofinbreng voor het bekken
252 kg O2/uur
Vereiste totale zuurstofinbreng (alle elementen in bedrijf) in effluent. Dit is de zuurstofinbreng voor de het bekken Vereist minimaal rendement*
400 kg O2/uur
(alle beluchters in bedrijf) in rein water (drinkwater)
In de situatie alle elementen in dienst.
Vereist minimaal rendement*
Min. 1.5 kg O2/kWh
(alle beluchters in bedrijf) in vuil water. (bedrijfsomstandigheden)
In de situatie alle elementen in dienst.
Vereist minimaal rendement*
Min. 2.38 kg O2/kWh
(alle beluchters in bedrijf) in effluentwater.
In de situatie alle elementen in dienst.
Min. 2.5 kg O2/kWh
Werking blowers tijdens de beluchtingsproef. Het opgenomen vermogen van de blowers wordt gemeten op de klemmen in de LS-kast voor de frequentiesturing van de blowers. Maximaal debiet 6Q14 van 46.000 IE = 3086 Propstroom m³/h. Maximaal gemeten debiet = 3400m³/h Gemiddeld dagdebiet in 2015 bedroeg: 16.080 m³/d Maximaal dagdebiet in 2015 bedroeg: 63.020 m³/d
Aantal proeven en bedrijfsvoering bij deze proeven.
Er dient 1 proef in het bekken uitgevoerd te worden. Er mogen maar 2 van de 3 blowers draaien.
* Van de vermelde rendementen werd de meetonnauwkeurigheid reeds in mindering gebracht. Het opgegeven beluchtingsrendement is bindend voor de verschillende beproevingsmedia (drinkwater, effluent en bedrijfsomstandigheden) mits omrekening van de aangegeven te behalen waarden. De beluchtingsproef zal gebeuren met slibwater volgens de off-gass methode. Deze meting is alleen geschikt voor bellenbeluchting. Het principe van de off-gas meting is de vergng van de zuurstofconcentratie van de (met waterdamp en CO2 gecorrigeerde) lucht die in het water wordt gebracht O 2in (omgevingslucht) en uit het beluchte afvalwater O2uit komt. Hieruit kan het percentage zuurstof OTE (Oxygen Transfer Efficiency), welke is overgedragen naar het water, worden berekend. Meetprincipe:
De drijvende gas collector wordt geplaatst op de te testen locaties en het verzamelde gas wordt d.m.v. een slang naar de analyse apparatuur geleid en continu geanalyseerd. Na elke ca. 10 – 15 minuten wordt de gas collector verplaatst naar een nieuwe locatie. Door de kap op verschillende plaatsen boven het beluchtingsveld te plaatsen wordt tevens inzicht worden verkregen in de luchtverdeling. De aannemer assisteert het aangstelde labo bij alle verplaatsingen van de drijvende gascollector op het bekken. Dit zit mee vervat in de post GP ‘voobereiding beluchtingsproef’. Het staat het bestuur vrij om het beproevingsmedium te veranderen. Garanties van de rendementen zijn te waarborgen bij nominaal regime, dit is bij een buitentemperatuur van 20°C (gemeten aan de aanzuig) en een luchtdruk p (gemeten aan de aanzuig) van 1,013bar. Correcties voor beluchtingscapaciteit op afwijkende luchttemperaturen (Tin °C) en luchtdrukken (p in bar) : OCnom= OCgemeten* (273+Tgemeten)/ (273+20) * 1,013/pgemeten
0.VI.Boetes en Minwaarde Zie tevens besteksbepalingen volgens Art 101 Gunningscriteria
3.
Surpressoren
3.1.
Algemeen
Wordt aangevuld met: De surpressoren worden opgesteld in een 2+1 opstelling. De surpressoren worden buiten opgesteld. De surpressoren zijn van het type rootsblower. De motoren worden frequentiegestuurd uitgevoerd .
Plasvorming ter hoogte van de blower dient vermeden te worden. Hiervoor kan de beton in helling geplaatst worden, en de blower horizontaal opgesteld worden d.m.v. regelbare steunpunten. Het onderhoud en service van de toestellen moet mogelijk zijn aan de voorzijde.
3.3
Luchtaanzuig
Wordt aangevuld met: Doeltreffendheid van de filters: 90% gemiddeld vlekrendement, gemeten volgens DIN 24185
3.4.
Geluiddemping
3.4.2. Buiten opgestelde surpressoren Wordt aangevuld met: De geluiddempende kast die geschikt moet zijn voor buitenopstelling dient bijkomend aan de volgende voorwaarden te voldoen: -
hellend dak in RVS waarop geen regenwater kan blijven staan (minimum helling 10%)
-
vlamdovende en vlamvertragende binnenisolatie met merkteken “verboden te slijpen, branden en lassen binnen de omkasting”
De omkasting mag niet rusten of in contact komen met de betonplaat.
4 LEIDINGEN EN APPENDAGES IN GESLOTEN LEIDINGEN 4.1 Leidingen 4.1.1 Materialen Wordt aangevuld met: Het van toepassing zijnde materiaal voor de leidingen voor deze opdracht is … Het leidingwerk van de blowers naar de bovengrondse headers van de beluchtingskaders wordt uitgevoerd in RVS 1.4307 (incl. aansluitnippel 1’’ voor injectiedosering van mierezuur voor reiniging) Voor het leidingwerk voor lucht is de wanddikte mimimaal de volgende : *Tem DN 80: min. 2.6 mm *DN 100 tem DN 150: min. 2.9 mm *DN 200 tem DN 350: min 3.2 mm Het leidingwerk wordt voorzien van de nodige appendages en geluidsisolatie. Het leidingwerk van de vaste beluchtingskaders wordt gedimensioneerd door de inschrijver en uitgevoerd in RVS 1.4307.
Op elke kader is minstens één purgeerleiding aanwezig in RVS1.4307 met manuele bediening . 4.1.6 Montage van leidingen Wordt aangevuld met;
De luchtsnelheid < 8 m/s.
4.1.10 Opmerkingen leidingen De leidingen worden forfetair opgemeten. Verder wordt gesteld dat volgende toebehoren steeds zijn inbegrepen: *Alle bevestigings- en ondersteuningsbenodigdheden, beugels, profielen, ankers, Alle flenzen, bochtstukken, T-stukken, leidingenbrug ed., zijn eveneens inbegrepen in de eenheidsprijs of de forfaitaire prijs van de leidingen, ondersteuning en inklemming of opgenomen in de toestellengroep waartoe ze behoren. *Het leveren en plaatsen van compensatoren, teneinde differentiële zettingen te kunnen opnemen. De noodzakelijkheid van compensatoren wordt bepaald door studie van de aannemer. Bijzonderheden *De leidingen zijn geïsoleerd vanaf de surpressor tot peil bovenkant beton beluchtingsbekken, *De aannemer dient bij de keuze van het materiaal, alwaar dit toegestaan is, rekening te houden met de nodige overgangsstukken teneinde de in- en uitwendige secties op elkaar af te stemmen. Deze overgangsstukken horen vervat te zijn in de prijs van desbetreffende leiding. Deze bepaling is tevens geldig voor passtukken ten behoeven van inbouw van uitbouwstukken (van toepassing bij aansluiting van muurdoorvoerstukken, toestellen, instrumentatie, ed.). Leidingwerk *Luchtleidingwerk vanaf surpressors tot en met collector *Hoofdcollector beluchting *Aansluiting van condensafvoer op het laagste punt van het luchtleidingwerk *Collector trillingsvrij te monteren op RVS 304 sokkels of profielen. *Aansluiting (pers) van luchtleiding op surpressors te voorzien van trillingsabsorberend overgangsstuk.(de compensatoren zijn voorzien van flenzen) * Aansluitingen op de hoofdcollector voorzien van compensator. *In het leidingwerk dienen de nodige uitzettingsappendages voorzien te worden om rekening te houden met de voorkomende temperatuurswisselingen (tot 100°C) in de leidingen. De aannemer dient een rekennota voor te leggen ter staving van keuze van compensatie voor opvangen zettingen leidingwerk. Door de aannemer zijn de nodige compensatoren met flenzen te voorzien in de leiding. *Condensaflaten (incl. handmatige kogelkranen) op de luchtleiding, opgesteld op het laagste punt. *Indien nodig voor de goede werking en de eisen naar geluid dienen de genaakbare delen collector en leidingen thermisch en akoestisch geïsoleerd te worden door middel van rotswoldekens 80mm, afgewerkt met aluminium afschermbeplating (0,8 mm). De aluminium afschermingsbeplating is aan de binnenzijde een antidreungeluidsisolatie geplakt van 2,5mm dik aan 5 kg/m² (minimale demping: 15 dBA). * Per aansluitleiding van blower op de hoofdcollector wordt tevens één extra nippel voorzien. Ook in de header wordt één extra nippel voorzien om eventuele metingen uit te voeren. *Het leidingwerk wordt trillingsvrij gemonteerd op RVS profielen (AISI 304), voorzien van een EPDM oplegging. De ondersteuning van het surpressorleidingwerk dient verder te gebeuren
d.m.v. een segmentstuk, zodat een gelijkmatige belasting van de leiding wordt bekomen. Meetcode: *Leidingwerk m.i.v.nodige aansluitnippels : TP *Bevestigingenen en ondersteuningen : TP *Condensaflaten zijn opgenomen te worden in een aparte post van de meetstaat *Isolatie/ geluidsdemping van luchtleidingwerk indien nodig: TP
4.3. Regelkleppen 4.3.2. Toepassing bij lucht-, drink- en effluentwaterleidingen In de meetstaat zijn het minimum aantal regelkleppen voorzien. Mocht door ontwerp van het leidingwerk het aantal en de DN-maat groter zijn dan nu voorzien in de meetstaat, dienen de regelkleppen toch vervat zitten in de prijs van de betreffende posten.
4.8 Compensatoren De aanneming omvat het leveren en plaatsen van de nodige compensatoren in de luchtleiding. De compensator is van het dubbelflens type en de flenzen zijn uitgevoerd in RVS 304. Het aantal en locatie van de compensatoren dienen bepaald te worden door de aannemer. Meetcode: TP in desbetreffend post van leidingwerk of bellenbeluchting
11 BELLENBELUCHTING
Het uiterst minimum voor het membraanoppervlak bedraagt 68 m² (effectieve membraan oppervlakte per bekken). Er worden vaste kaders voorzien; Er worden enkel beluchtingsschotels (minimum 9inch) toegelaten; Het totaal aantal beluchtingsschotels wordt uniform verdeeld over het ganse oppervlak van de 6 straten Elke beluchtingskader wordt voorzien van een manuele condensaflaat. De manuele bediening is zo te voorzien dat deze vanop het maaiveld bereikbaar is voor de operator.
Montage van beluchtingsframes; Bij renovaties en bestaande bodems dient de aannemer er rekening mee te houden dat er een onvlakheid van de bodem mogelijk is. Hij voorziet hiervoor op de kaders een regelsysteem met max regelbereik van 50mm voor montage op de bodem dmv draadstangen.
Deze dienen eventueel op de werf op lengte gezaagd en ontbraamd te worden na opmeting ervan.
21. Allerhande afbraak- en aanpassingswerken aan de bestaande mechanische uitrusting Algemeen Alle afbraakmaterialen worden vervoerd naar en gestort op door OVAM erkende stortplaatsen te zoeken door de aannemer. De kosten hiervoor dienen inbegrepen te zijn in de prijs. Bepaalde materialen blijven echter eigendom van Aquafin. Zij worden omzichtig opgebroken en verzameld opgesteld op het terrein der RWZI, in overleg met de bouwheer. In de onderstaande lijst is aangeduid welke materialen eigendom blijven van Aquafin. : Werken per locatie De afbraakwerken omvatten minimum volgende: *Alle surpressoren (C12412 tem C12415) incl. leidingwerk (aanzuig en pers), motoren, overbrenging, ondersteuning en chassis, appendages, meettoestellen en isolatiemateriaal *bestaand leidingwerk van aan de surpressorruimte (incl.doorvoeren en appendages) tot aan de beluchtingskaders, de beluchtingskaders en –schotels. *manuele vlinderkleppen (VA-Z12411-106 tem VA-Z12411-111) *bestaand sproeiersysteem thv. beluchtingsbekken *Ventilatoren (C12421 tem C12423) en verluchtingskoker incl. geluidsdempende omkasting en filters Onderstaande onderdelen worden door de aannemer omzichtig afgebroken en op palet klaargezet op het maaiveld voor transport naar onderhoudsdienst van Aquafin. *Surpressor 1: Blower: Robuschi, RBS125/V-F.I., serienr. 1106551, fabricatienr. 016561, bouwj. 2011 Motor: Electramo, Y3-250M2-4, bouwj. 2013 Alle bovenstaande werken zitten vervat in de post TP van “afbraak en aanpassingswerken van bestaande mechanische installatie” Het witte reinzand mag in de betreffende constructies blijven na verwijdering van de gestelde materialen.
B.
ELEKTRICITEIT
0. Algemeen, motoren, keuringen en testen 0.1. Algemeen … Enkel Eplan of 100% naar Eplan converteerbare tekenpaketten met behoud van schema intelligentie zijn toegelaten. Indien de aannemer zijn schema’s niet maakt in Eplan dient hij deze op zijn kosten te laten overzetten naar Eplan met behoud van de schema intelligentie. … Wordt vervangen door: De bestaande elektrische schema’s zijn verdeeld over verschillende bestandsformaten. Deze bestanden dienen geïmporteerd te worden in een nieuw Eplan P8 bestand zodat er slechts 1 bestand voor de ganse installatie bekomen wordt. De Eplan P8 sjabloon met structuur, instellingen en juiste plotkader worden na gunning aangeleverd. De bestanden moeten in de juiste structuur geïmporteerd worden. Bij de import van de DWG moet de DWG (incl. de plotkader) binnen de plotkader van Eplan zitten. Het pagina type in het Eplan P8 bestand moet hiervoor type “tekening” zijn en de paginabeschrijving (met vermelding vermogen/stuurkring/PLC + beschrijving toestel + TAG nr (indien vermeld op CAD)) bevatten. De plotkader die van de DWG meekomt moet hierna verwijderd worden. Na volledige import en deleten plotkader DWG: -
verwerken van project (genereren titelpagina + inhoudsopgave) Nazicht op correctheid door studieverantwoordelijke Na goedkeuring door studieverantwoordelijke toepassen van revisiebeheer en project afsluiten.
Overzicht van de bestanden welke geïmporteerd moeten worden: Onderwerp
Pakket
Aantal blz.
lichtschermen filterpersen
ACAD
3
Algemeen laagspanningsbord sliblijn LS3
ACAD
624
Lokaal bord indiktafel
ACAD
30
Algemeen laagspanningsbord waterlijn LS1-LS2
ACAD
695
Biogas - gasmotor
ACAD
63
LS bord traproosters DWA en RWA
ACAD
10
LSB zandvanger RWA - DWA
ACAD
18
verwarming
ACAD
13
PE-aanmaak filterpers
ACAD
16
Takel rolbrug
Acrobat
19
verwarming
Acrobat
52
Verdeelbord dienstgebouw
Acrobat
10
bord atelier 01
ACAD
2
bord atelier 02
ACAD
4
uitbreiding Deckx beluchting
ACAD
70
bord WKK
ACAD
1
Voor de import van de bestanden is een aparte post in de meetstaat opgenomen. Het bestand op basis van de geïmporteerde CAD-bestanden zal dus niet over volledige Eplan intelligentie beschikken. De nodige aanpassingen die aan het schema gedaan moeten worden voor deze opdracht zullen echter wel met Eplan intelligentie uitgevoerd worden volgens de geldende tekenafspraken elektrische schema’s. Bijkomende aanvullingen hierop zijn: -
-
Nieuwe pagina’s voor meerlijnige schema’s worden als type schema meerlijnig ingevoegd Voor aanpassingen die gedaan moeten worden op bestaande pagina’s wordt een zo groot mogelijke Eplan intelligentie nagestreefd en geld volgende prioriteit (1e is hoogste prioriteit): o Volledig meerlijnige pagina overtekenen met Eplan intelligentie o Combinatie van de 2 onderstaande o Enkel PLC blok overtekenen met Eplan intelligentie o Enkel potentiaalpijlen of afzonderlijke onderdelen overtekenen met Eplan intelligentie Voor de eerste wordt de pagina als type schema meerlijnig ingesteld. Voor de 3 laatste wordt de pagina volgens type schema P&I ingesteld. De aanpassingen aan de PLC gebeuren dmv. de vastgelegde PLC configuratie.
Bepaalde principeaanpassingen voor deze opdracht zijn in bijlage toegevoegd. De principe elektrische schema’s geven enkel het principe van sturing en opstelling weer. Het is een taak van de aannemer om deze zo aan te passen dat deze praktisch uitvoerbaar zijn en tevens voldoen aan de bestek vereisten. Indien er toestellen een andere nummering krijgen, is het hernummeren van de kabels en de toestellen in het elektrisch bord en het integreren van deze aanpassingen in de elektrische schema’s in E-plan een last van de aanneming. Voor de aanpassingen die aan het elektrisch schema gedaan moeten worden voor deze opdracht is geen aparte post in de meetstaat opgenomen, deze worden verondersteld te zijn opgenomen in de verschillende posten. Zowel het digitale Eplan P8 bestand als een hardcopy versie maakt deel uit van het opleveringsdossier. 0.6 0.6.4.
Proeven en keuringen Keuring van de volledige bedrijfsklare elektrische installatie, na montage op de werf.
Wordt aangevuld met: De keuring zal door Aquafin NV worden georganiseerd. De kosten zijn ten laste van Aquafin NV. Indien een niet gunstig rapport wordt afgeleverd zal de herkeuring door hetzelfde keuringsorganisme uitgevoerd worden. De kosten van deze herkeuring zijn ten laste van aannemer. 0.6.5.
Bijkomende conformiteitskeuring van het afgewerkt ALSB
Wordt aangevuld met: Na de aanvraag voor de voorlopige oplevering zal een door Aquafin aangeduid onafhankelijk keuringsorganisme een bijkomende controle uitvoeren van de afgewerkte elektrische installatie. Het wegwerken van de eventueel gemaakte opmerkingen is een last van de aanneming. Het uitnodigen van de keurder op de werf is een last Aquafin. De aannemer dient niet aanwezig tijdens de keuring.
3. LAAGSPANNINGSBORDEN 3.2.2. Opbouw van het ALSB van RWZI Wordt aangevuld met: Het bestaande ALSB dient deels aangepast en deels uitgebreid te worden met nieuwe kastdelen. De beveiligings- en sturingscomponenten (motorcircuits) voor de surpressors dienen opnieuw in het bestaande kastdeel B1.05 ingebouwd te worden. Leveren, plaatsen en aansluiten van het geheel is een aannemingslast en zit vervat in de post “Elektrische uitrusting surpressors”. De opstelling van de frequentieomvormers voor de nieuwe surpressors is te voorzien in het LS-lokaal. De opstelling kan gebeuren in een apart kastdeel of als losstaande vloer opstelling. Indien de de frequentieomvormers losstaand geplaatst worden dienen deze een minimale beschermingsgraad IP42 te bezitten. Onafhankelijk van de opstelling dienen er de nodige voorzieningen voor ventilatie en koeling getroffen te worden. Leveren, plaatsen en aansluiten van het geheel is een aannemingslast en zit vervat in de post van de frequentieomvormers. Een nieuw kastdeel voor opstelling van een bijkomende vermogenschakelaar volgens §3.8.2, voor aansluiting van een mobiele noodgroep is te voorzien in het HS-lokaal waar ook het borddeel “ALSB” staat. Leveren, plaatsen en aansluiten van het geheel is een aannemingslast en zit vervat in de post “Laagspanningsbord voor net-noodschakelaar”. Voor de ondersteuning van de nieuwe borddelen is een aparte post in de meetstaat voorzien.
3.4.3. Frequentieomvormers Wordt aangevuld met: De 3 surpressoren (TAG-nr.: C-22412, C-22413 en C-22414) dienen voorzien te worden van een frequentiesturing. De levering, plaatsing, aansluiting en programmatie volgens voorschriften van de fabrikant is een last van de aanneming. Indien uit de voorschriften van de fabrikant blijkt dat de beveiliging van de frequentiesturing dient te gebeuren met zekeringen, is er tevens een reserveset per regelaar aan te leveren. Dit reserveset dient volledig te zijn bij de voorlopige oplevering. Voor de frequentieomvormers (incl.opstelling) is een post in de meetstaat opgenomen.
3.8. Toestellen 3.8.2 Vermogenschakelaars Wordt aangevuld met: Er dient in het nieuwe kastdeel een schakelaar voorzien te worden voor de aansluiting en handmatige omschakeling naar een mobiele noodgroep van 1000KVA. De schakelaar dient een regelbare instelling te hebben voor zowel de thermische als voor de magnetische beveiliging en is afgestemd op de noodgroep. Deze schakelaar wordt via een mechanisch interlocksysteem met de hoofdbeveiliging van de installatie verbonden zodat slechts 1 van de 2 schakelaars gelijktijdig opgeschakeld kan worden.
3.8.6. Modulaire automaten Wordt vervangen door: Modulaire automaten moeten de karakteristieken bezitten geschikt voor het type belasting dat ze voeden. Ze moeten een zodanig kortsluitvermogen hebben, dat back up zekeringsbeveiliging niet vereist is; voor AC toepassingen is het minimale onderbreekvermogen Icu volgens IEC 60947-2 10kA voor het aantal polen en de gebruiksspanning Ue volgens de toepassing. Voor DC-toepassing is Icu volgens IEC 60947-2 minimaal 6kA voor het aantal polen en de gebruiksspanning Ue volgens de toepassing. Ze moeten thermische en magnetische uitschakelelementen bevatten en conform de industriële norm NBN EN 60947-2 uitgevoerd zijn. De modulaire automaten in AC-toepassingen hebben een mechanische levensduur van minimum 10.000 schakelingen en een elektrische levensduur bij Un, In van minimum 10.000 schakelingen. De modulaire automaten in DC-toepassingen hebben een mechanische levensduur van minimum 10.000 schakelingen en een elektrische levensduur bij Un, In van minimum 1.000 schakelingen. Dimensionering van de automaten moet strikt volgens de instructies van de fabrikant gebeuren.
3.8.16. Klemmen Wordt aangevuld met: Klemmen zijn van het type schroefklem.
3.8.20. Sturingstransformatoren Wordt aangevuld met: De bestaande opstelling van de sturingstransformator 61DT1 voor stuurkringen en instrumentatie dient te worden aangepast. De aanpassingen houden ondermeer volgende zaken in: -
Leveren, plaatsen en aansluiten sturingstransfo (incl.beveiligingen) Verplaatsen van beveiliging 61DF6 naar nieuwe transfo bijkomend vertrek “voeding instrumenten DEEL 2”
De aanpassingswerken die hier voor nodig zijn vervat in de post “Allerhande aanpassingswerken aan de bestaande elektrische uitrusting”.
3.10. Lokale bedieningskastjes Wordt aangevuld met: Bij de supressoren wordt er minstens een lokaal bedieningskastje “Type III” per toestel voorzien. Indien de opstelling van het lokale bedienigskastje niet binnen handbereik is tijdens werkzaamheden aan de bewegende delen van de surpressors dienen er binnen handbereik van deze bewegende delen bijkomende bedieningskastjes “Type I” voorzien te worden. De aannemer moet rekening houden met het feit dat de inplanting zoals eventueel voorgesteld op de verschillende plannen enkele meters (max. 5m) kan wijzigen. Dit kan geen aanleiding geven tot een meerkost. De exacte positie, afmetingen en layout dienen tijdens de uitvoering ter goedkeuring voorgelegd worden aan de projectverantwoordelijke. De bedieningskastjes worden gemonteerd op een steun vervaardigd uit RVS 304L. Op deze steun is er tevens een kabelgoot met deksel voorzien. Deze volledige steun dient inbegrepen te zijn in de post in de meetstaat. Op de lokale bedieningskastjes is minimaal de overeenkomstige tagnummer en bordnummer conform de lijsten aangebracht.
4. Aardings- en equipotentiaalinstallatie 4.2. Equipotentiale verbinding Wordt aangevuld met: Het is een last van de aanneming om de nodige equipotentiaalverbindingen te voorzien op de geleidende delen die zich in de directe genaakbare omgeving van de laagspanningsinstallatie bevinden.
5. Leidingen en kabels 5.1.
Inleiding
Wordt aangevuld met: Voor de nieuwe kabels dient er een kabel- en selectiviteitsberekening uitgevoerd te worden. De kabelberekening dient te worden uitgevoerd met CanecoBT Expert. De basisparameters waarmee rekening dient gehouden te worden en het basismodel van de installatie zijn na gunning via de projectverantwoordelijke op te vragen.
5.2. 5.2.1
Kabels en leidingen Kabels
Wordt aangevuld met: Alle kabels (incl. plaatsing en aansluiting) tussen LS-bord en toestellen of (meet)apparatuur, inclusief eventuele vertakking via verdeeldoos, dienen inbegrepen te zijn. Niet gebruikte aders van een kabel worden aan beide zijden afgelegd op klemmen en aan 1 zijde (de vertrekkende kant van de kabel) geaard. Alle kabels zijn voorzien van een passende beschermingsgeleider.
5.3. 5.3.1.
Het plaatsen van kabels Algemeen
Te plaatsen kabels : *Aarding- en equipotentiaalverbindingen *Voeding- , instrumentatie- en sturingsbekabeling voor plaatsen van een druk, temperatuur en luchtdebietmeting. *Voedings-, instrumentatie- en sturingsbekabeling voor de nieuwe surpressors.
5.3.2. Kabels die op een constructie bevestigd zijn Wordt aangevuld met: Voor de plaatsing van de nieuwe kabels zal in het dienstgebouw zoveel mogelijk de bestaande constructies gebruikt worden. Waar dit niet mogelijk is zal er een nieuwe kabelgoot of –ladder voorzien worden volgens de voorschriften van het typebestek elektromechanica. Er dient de nodige aandacht besteedt worden aan de plaatsing van de kabels in de kabelgoten. De bekabeling dient zodanig geplaatst te worden dat een elektrisch stoorveld geen slechte functionering van de aangrenzende uitrusting kan veroorzaken. De kabelgoten of –ladders (zowel voor binnen- als buitenaanleg) zijn van het type RVS 304.
5.3.3. Ondergrondse kabels direct in de grond gelegd Wordt vervangen door: Het traject van de kabelsleuf volgt het traject van de bestaande kabeltracés De breedte van de kabelsleuf is in functie van: - Wijze van aanleg (kabelberekening) - het aantal laagspanningskabels De kabels die direct in de grond gelegd worden, moeten een minimum afdekdiepte van 600mm hebben. Deze moeten op de volgende manier geplaatst worden: -
-
-
Uitgraven kabelsleuf o Het uitgraven van de sleuf o Het verwijderen van eventuele hindernissen in de sleuf (massieven, ondergrondse metsel- en betonwerken,…) indien de omvang van de afzonderlijke stukken telkens kleiner is dan 0.5 m³ Plaatsing kabels o Kabels mogen niet gelegd worden in materiaal dat schade aan de kabels kan veroorzaken. o De kabels moeten op een zuiver zandbed van 100mm op de bodem van de sleuf worden gelegd. Ingeval hiervoor zuiver zand moet aangevoerd worden is dit in de eenheidsprijs begrepen. Het gebruik van grond of zand verrijkt met kalk is niet toegelaten. o De vermogenkabels zijn gescheiden van de overige bekabeling Opvullen o Een laag van 100 mm zuivere zand leggen om de kabels te bedekken, met daarop kabeldekpannen of een kunststof kabelbeschermband met minimum dikte van 2 mm als mechanische bescherming over de hele lengte. Ingeval van een kabelband moet de band een overbreedte hebben van minimum 50mm langs weerszijde van de kabel(-s).
o o
-
-
Verder opvullen met het uitgegraven materiaal tot 150mm van de oppervlakte. Gele tape van ongeveer 15cm breed met opschrift elektriciteitskabel over de hele lengte leggen. o Verder opvullen met het uitgegraven materiaal. Herstellen maaiveld o Het herinzaaien van de open gegraven delen in het grasperk o Het terugplaatsen van de open gegraven verhardingen (klinkers en asfalt) Alle noodzakelijke werken en middelen die nodig zijn om de toegang te vrijwaren
5.3.4. Ondergrondse kabels in buizen gelegd Wordt aangevuld met: De kabels onder verhardingen moeten over dat gedeelte in wachtbuizen worden gelegd. Dit is ondermeer zo voor de betonplaat waarop de surpressors geplaatst worden. Vermogenkabels moeten gescheiden lopen van meet- of signalisatiekabels, om storing te verminderen. Er dient dus steeds een aparte wachtbuis voorzien te worden voor de vermogenkabels. Leveren en plaatsen van de wachtbuizen is een last van de aanneming.
5.4. Verdeeldozen Wordt aangevuld met: Het geheel van klemmenkast en wartels dient IP55 te zijn. De kast dient dubbel geïsoleerd te zijn (volgens AREI art. 30.03 en art. 75) om de gebruiker een absolute veiligheid tegen onrechtstreekse aanraking te waarborgen. De wartels bevinden zich in de bodem van de verdeeldoos.
5.5. Kabeldoorvoeringen: Wordt aangevuld met: Voor het binnenbrengen van de kabels in het dienstgebouw waar het ALSB staat, kan er in eerste instantie gebruik gemaakt worden van de bestaande kabeldoorvoeringen. Bijkomende kabeldoorvoeren voor vermogen- en signaalkabels in buitenmuren dienen voorzien te worden van een gas- en waterdicht systeem waarvan het model dient goedgekeurd te worden door Aquafin. De locatie is steeds te bepalen in overleg met de projectverantwoordelijke.
5.6. Meetcode Wordt vervangen door: Per toestel zijn in de meetstaat i.v.m. de bekabeling twee TP’s opgesteld, namelijk: -
1 post (TP) voor de vermogenbekabeling 1 post (TP) voor de andere bekabeling, zijnde stuursignalen, signalisatie en analoge signalen
Per instrumentatie (massadebietsmeting, temperatuurmeting en drukmeting) is er 1 post (TP) voorzien voor alle bekabeling, zijnde vermogen-, stuur-, signalisatie- en analoge bekabeling.
Het leveren, plaatsen en aansluiten van de kabels dient inbegrepen te zijn in de TP van de kabels. Het maken en nadien terug waterdicht afwerken van wand- en muurdoorvoeringen voor kabels dient eveneens inbegrepen te zijn in de TP van de kabels. Eventuele posten voorzien in de meetstaat voor doorvoeringen door bestaande wanden zijn bedoeld voor andere zaken en kunnen hier niet voor aangesproken worden.
11. Allerhande afbraakwerken aan de bestaande elektrische uitrusting Algemeen Alle afbraakmaterialen worden vervoerd naar en gestort op door OVAM erkende stortplaatsen te zoeken door de aannemer. De kosten hiervoor dienen inbegrepen te zijn in de prijs. Bepaalde materialen blijven echter eigendom van Aquafin. Zij worden omzichtig opgebroken en verzameld opgesteld op het terrein der RWZI, in overleg met de bouwheer. Werken per locatie De afbraakwerken omvatten minimum volgende: *Alle elektrische kabels en bekabeling, lokale borden, kabelladders en –goten, motoren en componenten van de elektrische installatie van de surpressoren in het blowerlokaal en het LS-lokaal. Alle elektrische kabels en bekabeling, lokale borden, kabelladders en –goten, motoren en componenten van de elektrische installatie van de ventilators in het blowerlokaal en het LS-lokaal. *Alle elektrische componenten en kabels vanop de loopbordessen tussen de beluchtingsstraten tot in de LS-kast van het blowerlokaal. De bekabeling dient binnen de gebouwen of betoncontructies volledig verwijderd te worden tot het punt dat deze kabels direct in de volle grond liggen. Alle bovenstaande werken zitten vervat in de post TP van “afbraakwerken van bestaande elektrische installatie”
12. Allerhande aanpassingswerken aan de bestaande elektrische uitrusting De aanpassingswerken omvatten minimum volgende: *Aanpassingen in kastdeel B1.01: scheiden van de voeding van de stuurkringen en de voeding van de instrumentatiekringen incl. leveren en plaatsen nodige beveiligingen, differentieel en scheidingstransfo conform schema ‘V0083002 – voeding stuur- en instrumentatiekring’ in bijlage. *Verplaatsen van 5 bestaande voedingskringen welke nu afgetakt zijn op het barenstel algemene diensten naar de bijgeplaatste scheidingstransfo *Vernieuwen bestaande klemkasten in het blowerlokaal voor de bekabeling van algemene diensten die in dienst blijven. Alle bovenstaande werken zitten vervat in de post TP van “Allerhande aanpassingswerken aan de bestaande elektrische uitrusting”
C. INSTRUMENTATIE 2. Debietmetingen 2.5. Massadebietmetingen 2.5.1 Opstelling De debietmeter (TAG-nr: (FE-22473) moet gemonteerd worden op een goed bereikbare plaats waar hij gemakkelijk kan worden gedemonteerd dmv uitbouwstukken (vergelijk 4.7 deelA). Indien de locatie van de meetomvormer onderhevig kan zijn aan accidentele onderdompeling (droge kelder) dient deze IP68 uitgevoerd te zijn, anders volstaat IP67. De thermische massa debietmeter voor gassen en lucht meet het luchtdebiet. De debietsmeter dient mvb een specifieke lasmof aangesloten te worden. Montage/rechte leidinglengte voor en achter de debietmeter dient te gebeuren volgens de richtlijnen van de fabrikant. Voor de inbouwdebietmeter(s) dient een passtuk meegeleverd te worden. De prijs van het passtuk dient prorata vervat te zijn in de eenheidsprijs van de betreffende debietmeter. Voor insteekdebietmeter(s) dient een afsluitstop meegeleverd te worden. De prijs van de afsluitstop dient prorata vervat te zijn in de eenheidsprijs van de betreffende debietmeter.
2.5.2 Werking De thermische massa debietmeter werkt volgens het principe van thermische dispersie. Thermische dispersie steunt op de meting van twee temperatuursensoren in de toevoerleiding. Praktisch is dit een thermische massa debietmeter met onderaan de sensor twee voelelementen met ingebouwde temperatuurdetectoren. Eén van de temperatuurdetectoren laat met op de procestemperatuur, die via de sensor gemeten wordt. De andere wordt opgewarmd tot een gekende temperatuur. De gasstroming zal de verwarmde detector afkoelen waardoor het temperatuurverschil tussen de beide detectoren verkleint. De sensor wordt dus gebruikt als detector van gasstroming. Het massadebiet wordt bepaald aan de hand van de toegevoerd energie. Via ingebouwde elektronica wordt een constant temperatuursverschil tussen beide detectoren ingesteld. De stroom door de leiding gaat de sensoren doen afkoelen. Hoe meer stroming er is, hoe meer energie er nodig is om het constante ingestelde temperatuursverschil te behouden. Aangezien de eigenschappen van het gas gekend zijn kan de toegevoerde energie (nodig om temperatuursverschil constant te houden) teruggerekend worden naar massadebiet. Er is een mogelijkheid tot drukcompensatie en dynamische temperatuurcompensatie. Toepassing
De aanneming omvat het leveren, plaatsen en aansluiten van de thermische massa debietmeter in de persleiding van de surpressoren. Type sensor; insteek vanaf DN300: lengte te bepalen door de leverancier, incl. schaal voor instelling van de insteekdiepte De sensor heeft een vrijwel onbestaande drukval De dummy’s en de lokale uitlezingen zijn inbegrepen in de eenheidsprijs van de debietmeter Er dient een lokale uitlezing voorzien te worden, op te stellen op een gemakkelijk afleesbare plaats.
Mogelijkheid van drukcompensatie Mogelijkheid van dynamische temperatuurcompensatie Meting van massadebiet gebeurt in Nm³/h Druk van het medium: -0,5-20 bar Materiaal RVS 316 Ti/L Nauwkeurigheidsklasse:typisch 1,5% Zeer groot dynamisch bereik: typisch 100:1 Beschermingsgraad IP67 Uitgangssignaal: Analoog (Profibus DA of HART) of digitaal (Profibus DP), actief of passief (instelbaar) en galvanisch gescheiden. Met automatische zelfbewaking en stoormeldingrelais Voedingsspanning 16-62VDC gescheiden uitvoering. Met verlicht display, bediening in het Nederlands, met 3 druktoesten Certificaat van de fabrikant dient meegeleverd te worden met het toestel.
3. Procesmetingen 3.1. Algemeenheden 3.1.1. Standzuil Wordt aangevuld met: Er dient een standzuil met aansluitingspaneel (volgens § 3.1.1.1.) en contactdoos ALSB (volgens § 3.1.2.) voorzien te worden voor de aansluiting van de bestaande zuurstofmeter (TAG-nr: OE-12470), De opstelling wordt terug voorzien op dezelfde postie als de huidige, met dien verstande dat de standzuil tegen de wand van beluchting bevestigd dient te worden. De standzuil wordt eveneens van een draadgoot voorzien volgens § 5.3.1. uit Deel B: Elektriciteit. Een principe van deze standzuil is opgenomen in bijlage. Deze standzuil zit mee opgenomen in de post “Wegnemen en herplaatsen bestaande zuurstofmeting ikv werken”.
3.11.
Temperatuurmetingen
3.11.1. Algemeen Het leveren, plaatsen en aansluiten van de temperatuurmeting (TAG-nr: TE-22471), de bekabeling tot op de plaats van opstelling, de uitrusting in het ALSB, de koppeling met de PLC en het voorzien van de nodige contactdozen en lokale borden zijn een aannemingslast. 3.11.2. Werkingsprincipe Een verandering van de temperatuur leidt tot een variatie van de elektrische weerstand in de meetkring, waarbij een 4-20 mA signaal gegenereerd wordt in de meetomvormer, gelineariseerd volgens de norm DIN 43760. 3.11.3. Opnemer De opnemer bestaat uit een thermo-voeler Pt 100 of Pt 1000, ondergebracht in een roestvrijstalen waterdichte huls, met geringe speling tussen element en buitenmantel. De ruimte tussen de thermo-
voeler en de huls is opgevuld met warmtegeleidend materiaal zodat het thermo-element een grotere reactiesnelheid krijgt. De opnemer is geschikt voor de meten van de temperatuur van het luchtdebiet van de blowers. De meting wordt in de gecollecteerde blowerleiding gemonteerd. De meetsonde moet tijdens de werking uitgewisseld kunnen worden en is daarom voorzien van een schroefverbinding. De aansluiting tussen sensor en meetomvormer gebeurt door middel van een driedraadssysteem (compensatie weerstand draden). 3.11.4. Meetomvormer De omvormer geeft naar de PLC het volgende signaal door : -
de temperatuur (analoge waarde).
3.11.5. Nauwkeurigheid De nauwkeurigheid bedraagt 0,2 °C over het meetbereik. Het meetbereik wordt opgegeven in het Bijzonder Bestek. 3.11.6. Kalibratie Kalibratie kan gebeuren door de sonde te ijken op twee punten. Hiervoor bestaan 2 verschillende methoden: ofwel eerst in een meetvat met ijswater van 0 °C en daarna in een meetvat met kokend water van 100 °C, waarbij een geijkte labo-thermometer met een nauwkeurigheid van 0,1 °C wordt gebruikt als controlereferentie, ofwel d.m.v. een Pt 100 simulator. 3.11.7. Reiniging Reiniging kan gebeuren d.m.v. een zachte borstel. 3.11.8. Opstelling Temperatuurmeting/sonde wordt op de gecollecteerde blowerleiding geplaats. De uitlezing/omvormer wordt gemonteerd tegen de wand van het lokaal voor . 3.11.9. Opmerking De temperatuur- en de massadebietmeting mogen eventueel gecombineerd worden in één toestel met omvormer en uitlees-unit voor beide waarden (debiet en temperatuur). In dit geval moet dan voldaan zijn aan de bepalingen onder 2.5 (massadebietmeting) en 3.3 (temperatuurmetingen).
5.Toestel gebonden apparatuur 5.9. Drukmeting 5.9.1. Werkingsprincipe De te meten druk werkt rechtstreeks in op een membraan. De verplaatsing van het membraan wordt doorgegeven volgens het principe van een luchtcondensator of halfgeleider. De capaciteits- of weerstandsverandering die hierdoor ontstaat, wordt door de meetomvormer omgezet in een stroomsignaal.
5.9.2. Opnemer De drukopnemer is vervaardigd uit roestvrij staal AISI 316. Het membraan bestaat uit edelstaal (minimum kwaliteit RVS AISI 316 Ti of Hastelloy C) of uit een droge keramische meetcel. De diameter van het membraan bedraagt minimum 30 mm. Het membraan is vrij opgesteld zodat het volledige oppervlak van het membraan rechtstreeks blootgesteld is aan het medium. Overbelastbaarheid: tenminste 15x ten opzichte van het maximum meetbereik (wel beperkt tot 25 bar). 5.9.3. Meetomvormer De meetomvormer is zelfbewakend. Bij onderbreking of kortsluiting van de aansluitkabels tussen de omvormer en de meetopnemer, wordt een ingebouwd alarmrelais gestuurd. Daartoe vloeit door de desbetreffende kabel een genormaliseerd gelijkstroomsignaal. Ook een defect in de elektronische eenheid van de meetwaarde-opnemer wordt gemeld. De omvormer wordt geplaatst in het ALSB en geeft naar de PLC volgende signalen door:
de ogenblikkelijke analoge waarde van de druk
Een instelbare tijdsvertraging laat toe het effect van plotse drukvariaties te verminderen. 5.9.4. Nauwkeurigheid De totale fout is kleiner dan 0,50% van het ingestelde meetbereik. 5.9.5. Kalibratie Kalibratie gebeurt op twee ijkpunten en met druktoetsen op de meetomvormer. 5.9.6. Opstelling Het drukelement (TAG-nr: PE-22472) heeft een G1/2” buitendraad procesaansluiting die rechtstreeks op de leiding geschroefd wordt. 5.9.7. Reiniging Bij verontreiniging kan de opnemer gereinigd worden met een zachte borstel. 5.9.8. Toepassing Volgende drukmeting wordt voorzien: - drukmeting op gecollecteerde luchtleiding
6. Allerhande afbraak- en aanpassingswerken aan de bestaande instrumentatie Algemeen Alle afbraakmaterialen worden vervoerd naar en gestort op door OVAM erkende stortplaatsen te zoeken door de aannemer. De kosten hiervoor dienen inbegrepen te zijn in de prijs. Bepaalde materialen blijven echter eigendom van Aquafin. Zij worden omzichtig opgebroken en verzameld opgesteld op het terrein der RWZI, in overleg met de bouwheer.
Werken per locatie Bij werken aan de betonconstructie wordt de bestaande zuurstofmeting (TAG-nr: OE-12470) tijdelijk uit dienst genomen, afgebroken en na de werken terug op dezelfde locatie geplaatst, aangesloten en terug in dienst genomen door de aannemer. Alle nodige werken en materialen zijn inbegrepen in de post.” Wegnemen en herplaatsen bestaande zuurstofmeting (OE-12470) ikv werken”.
D. AUTOMATISATIE 1. PLC- hardware Wordt aangevuld met: De aansturing en signalisatie van de toestellen zal gebeuren door de bestaande PLC. Hiervoor zullen in eerste instantie de bestaande IO’s die vrijkomen terug hergebruikt worden. Indien deze ontoereikend zijn zal de aannemer, in overleg met de projectverantwoordelijke, een voorstel met nieuwe IO’s ter goedkeuring voorleggen.
3. Plaatsen van de hardware 3.1. Algemeenheden Wordt aangevuld met: Bij het opstarten van de installatie moet de aannemer aan de bouwheer bijstand verlenen. Het opladen en opstarten van de PLC door Aquafin NV en het proefdraaien van de installatie gebeurt in aanwezigheid van de aannemer. De kosten zijn een last van de aanneming.
3.5. Hardwarematige proeven op de plaatsing en de bekabeling van de PLC Wordt aangevuld met: Vóór het aanpassen van de PLC programmatie en de daar bijhorende IO testen door Aquafin NV, dient de aannemer zelf de nodige IO testen uit voeren. Om deze testen te staven zal de aannemer een IO-lijst met de geteste IO’s bezorgen aan de projectverantwoordelijke.
E. OPLEVERINGSDOSSIER 2. Opleveringsdossier voor RWZI’s: Wordt aangevuld met: De aannemer staat in voor het opmaken van de as-built plannen van alle door hem gemaakte uitvoeringsdocumenten en plannen betreffende de door hem uitgevoerde werken. Het opleveringsdossier in hardcopy wordt in twee exemplaren afgeleverd. De aannemer maakt het dossier tevens digitaal op een elektronisch drager over waarbij de verschillende fiches en onderdelen afzonderlijke documenten op deze drager zijn. Zonder dit dossier, zowel de twee exemplaren in hardcopy als de digitale versie, zal de voorlopige oplevering geweigerd worden. Er is een aparte post voorzien voor de kost voor de opmaak van het opleveringsdossier
De aannemer dient de relevante oorspronkelijke plannen op te vragen (o.a. kabeltracé’s, terreinverlichting, elektrische schema’s, …) en na uitvoering van de werken een as-built te maken. Bij aanpassingen aan bestaande borden dient een nieuw elektrisch schema van het volledige bord te worden afgegeven.
1.4. Berekeningsnota’s Wordt aangevuld met: De kabel- en selectiviteitsberekening dienen te gebeuren in CanecoBT. De vermogenbalans maakt integraal deel uit van de kabelberekening. Het basisbestand wordt aangeleverd door Aquafin NV. Zowel een planafdruk als digitale versie van de berekening moeten worden afgeleverd in het opleveringsdossier.