trffitrfi8
rusilffiffi1 BEDRIJFSCOMMUNICATIE
Hergebruik ZOAB Eindrapport Informatiedag maart 2000
Contactpersoon Dienst Weg- en Waterbouwkunde J. van der Kooij 015-2518268
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Di
rectoraat-G
en
eraal Rijkswaterstaat
Dienst Weg- en Waterbouwkunde
Inhoud
1 2 3 4
De informatiedagen
3
Meest gestelde vragen en opmerkingen
4
Enquête onder de deelnemers aan de informatiedagen
10
Conclusies
14
De informatiedagen Eind 1998 is het eindrapport Hergebruik ZOAB Dat gaat ZOI! verschenen. In dat rapport worden veel mengsels en technieken beschreven voor het onderhouden en hergebruiken van ZOAB. Het zijn er echter te veel om even te bestuderen en meteen toe te passen. Om die reden is door de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van de Rijkswaterstaat een korte en bondige vorm van kennisoverdracht ontwikkeld: een informatiedag, waarop deskundigen in korte presentaties diverse aspecten van het hergebruik van ZOAB belichten. Op die manier konden gebruikers van het eindrapport Hergebruik ZOAB Dat gaat ZO!! zich de materie meer eigen maken.
De primaire doelgroepen van de informatiedagen waren materiaaldeskundigen, bestekschrijvers en projectleiders, allen werkzaam bij Rijkswaterstaat. Er werden zestien informatiedagen gepland, waaronder drie inhaalsessies en een
extra bijeen-
komst. Op elke informatiedag hielden - in de meeste gevallen - twee presentatoren (deskundigen van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde) presentaties over: . ZOAB en onderhoud/hergebruik . de advisering over het hergebruik van ZOAB r bestekschrijven en het hergebruik van ZOAB . de CD-rom (behorend bij het eindrapport) r asfalt bereiden met hergebruikt ZOAB Verder was er veel tijd ingeruimd voor het behandelen van 'cases' en het beantwoorden van vragen van de deelnemers. Vaak was een D\ /W-adviseur aanwezig die de tVON-advisering in de betreffende regio veaorgt.
Het programma voor de informatiedag was als volgt: 09.00 uur ontvangst 09.30 uur opening, kennismaking en doel informatiedag presentatie 1: ZOAB en hergebruik/onderhoud (Jasper van der Kootj) 09.45 uur presentatie 2: advisering (Richard van Gent) 10.00 uur pauze 11.00 uur presentatie 3: bestekschrijven (Jasper van der Kooij) 11.15 uur 12.15 uur lunchpauze presentatie 4: de CD-rom (Richard van Gent 13.15 uur presentatie 5: asfalt bereiden (Jasper van der Kooij) 13.45 uur pauze 14.15 uur 14.30 uur gezamenlijke case o.l.v. Jasper van der Kooij 15.30 uur afronding en evaluatie 16.00 uur afsluiting Van de 222 genodigden hebben aan de eerste uitnodigin g 144 mensen gehoor Segeven. Personen die zich hadden afgemeld of die niet aanwezigwaren op de dag waarvoor ze waren uitgenodigd ontvingen in december of januari een uitnodiging voor de 'bezemsessies'. Dit - en een extra bijeenkomst in 's-Hertogenbosch - leverde nog 33 deelnemers op. 19 personen bezochten de informatiedag op eigen initiatief (RWS'ers die door collega's waren geïnformeerd en enkele stagiaires). Daaróee komt het totale aantal van personen die de informatiedagen hebben bezocht op 196.
2
Meest gestelde vragen en opmerkingen
Tijdens de bijeenkomsten bleek dat er veel vragen waren over de ondenruerpen die Sepresenteerd werden. Hieronder volgt een ovenicht van de meest gestelde vragen en de antwoorden. Vervolgens komen enkele opmerkingen aan de orde die tijdens de bijeenkomsten gemaakt ziini zt1 worden in deze rapportage opgenomen ter kennisname en ter inspiratie.
o Wat is de levensduur van ZOAB? Uit ondeaoek over een beperkt aantal ZOAB-vakken, uitgevoerd in 1993, is gebleken dat de levensduur van ZOAB rc-lPjaar is (in rechtstanden, baanbreed bekeken). Momenteel bestaat de indruk dat ZOAB langer meegaat; het is de bedoeling om de levensduur binnenkort weer te analyseren. Bij het toepassen van ZOAB in krappe boogstralen is de levensduur veel geringer dan in rechtstanden. Daarom wordt voorlopig geadviseerd op deze locaties geen ZOAB toe te passen totdat de DWW het keuzesysteem voor bindmiddelen gereed heeft om tot een langere levensduur op dergelijke locaties te komen. Er zijn enkele gevallen bekend met een heet korte levensduuri deze zijn terug te voeren op het gebruik van verkeerd materiaal en onvolkomenheden tijdens de uitvoering.
o Voor de levensduur van ZOAB wordt alleen naar de rafeling gekeken. Door vervuiling neemt het geluidsreducerend vermogen toch ook af. Zou eerder onderhoud noodzakel i i k zi jn? Het geluidsreducerend vermogen neemt inderdaad af. Toch is het nog altijd beter dan van een dichte deklaag. Bij ernstige rafeling geeft het band-wegdekgeluid wel meer lawaai dan een dichte asfaltdèklaag. Ovérigens neemt ook de geluidsproductie op DAB in de loop van de tijd 2dB(A) toe (CROW-publicatie 133, blz.25).
o Hoe komt een MIPO tot stand? Na de bespreking van de concept-AruPo met de dienstkring worden de eventuele wijzigingen door de DWW-Jduiseur venarerkt en wordt het definitieve exemplaar naar de dienstkring en de regionale directie gezonden. De regionale directie krijgt normaal gesproken geen concept.
o
Soms treedt
bij strookbreed onderhoud schade op aan de langsnaad. ls daar
wat aan te doen? De problemen zijn voor een deel te voorkomen door extra voorzorgen t'rjdens de uitvoering. To dienen de ingezette walsen zo min mogelijk over het oude ZOAB te rijden en moet het schranken op het oude ZOAB worden beperkt. Tevens moet er voor gezorgd worden dat er geen nieuw materiaal in het oude ZOAB wordt gewalst op de naden. Ter voorkoming van problemen kan eventueel na voltooiing van de werkzaamheden op het oude ZOAB een bitumenemulsie worden gesproeid op de randen. Hierdoor wordt de kans op steenverlies uit het oude ZOAB verkleind. Als de Sealtechniek uit de demo-fase is, kan schade aan de langsnaad worden voorkomen door het Sealen van een rand van 10-15 centimeter.
o Moet schade van velgen gerepareerd worden? De D\ÁAl/ adviseert van niet. Wellicht kan te zijner tijd door Sealen geconserueerd worden.
o Kan ZOAB ook als toeslagmateriaal in beton? Het uitgangspunt is om asfalt zoveel mogelijk in de asfaltketen te houden, dus ook ZOAB.
.
Remix gaat langzamer dan gewoon asfalteren, maar in de priis-prestatietabel
staat dat het net zo lang duurt. Bij Remix hoef je niet eerst te frezen, dit bespaart tijd. De snelheid van een conventionele spreid/afwerkmachine is gemiddeld circa 300 m/h (Remix circa 100 m/h). Doordat er niet gefreesd hoeft te worden en er weinig nieuwe materialen aangevoerd moeten worden is de schatting dat de werkduur in filegevoelige gebieden ongeveer gelijk is aan die van het frezen, afvoeren, reinigen en aanbrengen van nieuw ZOAB; er staat minder transport in de file. Overigens is er in Canada een nieuwe techniek ontwikkeld waarmee een wegdek sneller op te warmen is dan met de huidige infrarood gasbranders. Deze techniek heeft de aandacht van DWW en de branche.
o Waar moet in het
bestek de PEN komen te staan van het onderzochte ZOAB? Net zoals bij teerverontreinigd asfalt kan dit in de bestekspost in deel 2.2 worden vermeld. Deze opmerking is doorgegeven aan het Hoofdkantoor om als voorbeeld-bestekspost te worden opgenomen in het Suppletiebestand en de Standaard RAW-bepalingen.
o Op een werk is ZOAB te veel verdicht (110%). De steen is verbriizeld en er ziin onvoldoende holle ruimten. Hierdoor is wateroverlast aanwezig. Dit is gelukkig een uitzondering. De holle ruimte moet maximaal 5% buiten het ontwerp-percentage van het voorondezoek liggen. Op basis daarvan kan dit 'ZOAB' worden afgekeurd. Er is wel eens een mengsel geleverd met voldoende holle ruimte. Functioneel voldeed dit mengsel niet omdat veel holle ruimten niet toegankelijk waren.
o ln het RWS Suppletiebestand wordt gesproken over ZOAB met gemodificeerde bitumen. ls dit een doorbraak? Het beleid is er toch op gericht geen PMB toe te passen? Er wordt nog steeds terughoudendheid betracht. Deze tekst is bedoeld voor situaties "waar nodig....."
o IVON7
geeft onvoldoende inzicht welke maatregelen worden gecalculeerd (NASW). Hopeliik is dit in IVON2 beter? Ja; ook wordt meer achtergrondinformatie gegeven.
o Wat gebeurt er straks als allerleí ZoA9-mengsels met verschillende steenslag' soorten (Nederlandse steenslag/moren en groeve materialen oP een hoop ZO AB -gran ulaat worden verzameld: opgemen gd? Dit is nog moeilijk in te schatten; opmengen wordt niet uitgesloten.
o Hoe worden nieuwe ontwikkelingen bekend gemaal
.
Bestaat er een excelbestand voor de berekeningvan korrelverdelíng van oud +
nieuw granulaat? Ja, ook de Pen wordt in dit bestand berekend. Het is bij Richard van Gent of Jasper van der
Kooij van de DWW op te vragen (bijvoorbeeld via e-mail:
[email protected] of j. vd
kooij@dww. rws. minvenw. nl)
o Hebben ingenieurs- en adviesbureaus ook een uitnodiging gekregen voor deze informatíedagen? Zo nee, hoe worden deze bureaus dan gei'nformeerd? f
.
n 2000 zal deze bureaus gevraagd worden een informatiedag bij te wonen.
Moet bij frezen elk freesvak apart worden geboord (met het oog op het aantal monrters)? Hoe moet ie mitieutechnisch omgaan met ZOAB? De strook naast de vangrail zat meer vervuild ziin met zink. Moet ie deze strook apart frezen / ondenoeken? (Het antwoord is opgesteld in overleg met de helpdesk DWW Bouwstoffenbesluit.) Toepassen van bouwstoffen Votgens het Bsb moet bij de toepassing van steenachtige bouwstoffen worden aangetoond dat *oidt voldaan aan de eisen. Dit kan worden gedaan met een Erkende kwaliteitsverklaring Bsb of een partijkeuring. Asfaltproducten zullen op grond van BRL 9320 worden geleverd met een Erkende kwaliteitsverklaring. In dat gevat z'ljn partijkeuringen niet nodig. (zie ook het procesdiagram van de kwaliteitsketen op pagina 8). Vri j komende bouwstoffen
De opdrachtgever van een werk heeft op grond van de UAV de plicht om gegevens over aard en hoedanigÉeid van vrijkomend materiaal ter beschikking te stellen. ln BRL 9320 staat dat de producent in zijn kwatiteitssysteem moet beschrijven hoe hij de acceptatiecontrole van het aangeleverde asfaltgranulaat uifuoeÉ. De acceptatiecontrole is een middel om te zorgen dat het èindproduct voláoet aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit. De producent heeft dus de gegevens van de opdrachtgever nodig. Hieronder wordt beschreven wat de werkwijze (voor de opdrachtnemer) is bij ZOAB-granulaat.
i stratiev e o n d e r b o uw i n g) reeds uitgevoerde ondezoeken is gebleken dat (zoab)asfaltgranulaat gewoonlijk Omdat uit aan de eisen van het Bouwstoffenbesluit voldoet, zal het voldoende zijn om administratieve gegevens te overhandigen. Deze bestaan uit: i. Éistorische ondeaoeken naar de kwaliteit van asfaltgranulaat in het algemeen [1]* en [2], waaruit blijkt dat bij asfalt- en ZOAB-granulaat geen problemen te verwachten zijn D o ss i e r- o n d e no e k (ad m i n
aangevuld met: 2. dóssieronderzoek naar de kwaliteit van de te frezen of op te breken asfaltverharding (let daarbij op leeftijd, soort bitumen, eventuele verontreiniging e.d. (zie voor hergebruik van ZOAB het protocol 3.3.2 van het rapport, blz 31 /33 Í21). Wanneer gebruik wordt gemaakt van de beschreven administratieve onderbouwing, dan sluit dat aan o[ tret mogen oÀderbouwen waarom bepaalde stoffen wel of niet worden ondezocht (zoals beschreven in t3l). Wanneer namelijk bepaalde stoffen een zeer geringe kans op overschrijden hebben, dan hoeven deze stoffen niet te worden ondezocht. In het Bsb is echter niet 'hard' omschreven aan welke eisen deze onderbouwing moet voldoen. Hoewel ZOAB beperkt is ondeaocht, l'rjken kritische parameters niet van toepassing te zijn. ïjdens de informatiedagen is aangegeven dat het zinvol is om deze beperkte kennis te vermeerderen. Het is niet de bedoeling om ongericht en uitgebreid ondezoek te gaan verrichten, maar een goede balans te vinden tussen daverantwoordelijkheid voor de aanlevering van de juiste gegevens en de daarvoor benodigde inspanning.
de vraag naar een verhoogd PAK-gehalte In het gival van een verontreiniging met teer (PAK) is duidelijk dat nader onderzoek gewoon
* de nummers tussen teksthaken verwijzen naar de literatuur genoemd op pag. 7
nodig is; hiervoor is een leidraad opgesteld [4]. Voor ZOAB betekent dit: . ZOAB wordt nu ruim 10 jaar aangelegd. De kleeflagen die voor ZOAB zijn toegepast, zijn niet teerhoudend. Wanneer alleen ZOAB wordt gefreesd bestaat dus op zich geen gevaar dat teerhoudend asfaltgranulaat vrijkomt en is de administratieve onderbouwing op dit aspect voldoende.
. Wanneer echter diep wordt gefreesd,
dan kan teerhoudend asfaltgranulaat uiteraard wel vrijvoor het hiermee omgaan bestaan proceverhardingslagen; komen uit oudere onderliggende dures [4J.
Een ander voorbeeld:
de vraag naar de aanwezigheid van zink (ter plaatse van de vangrails) Het is niet bekend of ter plaatse van vangrails verhoogde zinkverontreiniging in ZOAB aanwezig is. Voor dicht asfalt speelt dit in ieder geval geen rol. In ZOAB zou zink in de nabijheid van de vangrail in verhoogde concentraties kunnen worden vastgelegd in het ingevangen vuil in de poriën. Om hier meer inzicht in te kr'rjgen, kunnen monsters worden genomen en geanalyseerd. Eventueel kan dit worden gecombineerd met de kernen die worden geboord voor civieltechnisch onderzoek (onder andere naar de kwaliteit van het bitumen uitgedrukt in Pen). Omdat het zinkgehalte zeer waarschijnlijk samenhangt met de aanwezigheid van ingevangen vuil in de poriën, kan worden gedacht aan de volgende opzet: r p€r rijstrook 2 cilinders @ 15O mm, 1 in en 1 tussen de rijsporen; . in de vluchtstrook 2 cilinders @ 150 mm; . ondezoek op uitloging van zink met kolomproef door aangewezen laboratorium (volgens
. .
Bsb);
na analyse en toetsing aan toegestane immissiewaarden Bsb vaststellen of over de volle breedte van de r'rjbaan danwel over een beperkte breedte een overschrijding plaatsvindt; waarschijnlijk is er geen sprake van een overschrijding. Mocht dit toch het geval zijn, dan kan in overleg met de DWW een verdere strategie worden bepaald.
Het wordt op prijs gesteld als een afschrift van ondenoeksresultaten aan de DWW worden gezonden, t.a.v. de Helpdesk Bouwstoffenbesluit. Door bundeling van de resultaten ontstaat te zijner tiid ook van ZOAB-granulaat een completer beeld van de milieuhygiënische kwaliteit; hierover zal dan nader bericht worden (gedacht wordt aan 2001). Ook voor de branche zijn deze gegevens van belang voor de acceptatiecontrole die in BRL 9320 is genoemd.
Literatuur 1. Bouwstoffen nader bekeken, RIVM, IWACO, VROM, DWW, Uitgeverij Eburon, 1998 2. Hergebruik ZOAB Dat gaat ZO!/ P-DWW-98-O55, december 1998 3. 'Gebruikersprotocol schone grond en bouwstoffen' (hoofdstuk 1 van bijlage F van de Uitvoeringsregeling van het Bsb) 4. Mededeling 124, Leidraad omgaan met teerhoudend asfalÉ, CROW Ede, maart 1998
Opmerkingen tijdens de bijeenkomsten
.
Opgebroken asfalt van de oude rijbanen gaat in de BRAC. Dit is toch zonde? De aannemer heeft het materiaal niet nodig voor warm hergebruik. RWS doet niet in elke provincie mee aan een asfaltbank.
o Het is wellicht handig o
lichte bitumen toe te passen zodat minder veroudering optreedt.
Bij het bakfrezen kan het water niet meer weglopen door de vervuilde vluchtstrook. Speciale
vluchtstrookconstructies zijn wenselijk voor de afwatering, omdat de vluchtstrook vervuilt.
.
Soms is de vluchtstro ok zo snel en ernstig vervuild door zandtransport dat zelfs veelvuldig reinigen (veel vaker dan de 2 keer per jaar die DWW adviseert) niet helpt. Als we ervan uitgaan dat de vervuiler betaalt, is het wetlicht een goed idee om te controleren op afdekking van de lading. Indien deze onvoldoende is, zou er een boete opgelegd kunnen worden of zouden de
reinigingskosten in rekening kunnen worden gebracht bij de transporteur. Een andere optie alternatieven overwegen (bijvoorbeeld geen ZOAB op de vluchtstrook, zoals in NoordNederland).
is:
De molenregistratie wordt 5 jaar bewaard. ZOAB gaat langer mee, dus wil je deze gegevens graagvoor het remixen hebben na een jaar oÍ 10 à 12. De bewaartermijn zou dan aangepast moeten worden in nieuwe bestekken. Er is grote behoefte aan een prijzenoverzicht van de nieuwe maatregelen. Er zou een afweegmodel voor de pc gemaakt moeten worden op basis van de prijs-prestatie-
indicatoren.
3
Enquête onder de deelnemers aan de informatiedagen
De evaluatie die gehouden is direct na afloop van de bijeenkomsten, is door 188 deelnemers ingevuld (enkele deelnemers konden de informatie dag slechts gedeeltelijk bijwonen en hebben daardoor niet mee kunnen doen aan de evaluatie). De evaluatie werd gehouden om inzicht te krijgen in: . de houding van de deelnemers ten aanzien van het hergebruik van ZOAB; . de beoordeling van de deelnemers van de manier van informeren en de kwaliteit ervan. De evaluatie bestond uit onderstaande uitspraken, waarmee men het al dan niet eens kon zijn of waarover men geen mening had. Dit zijn de uitkomsten:
1.
lk vind deze informatiedag een goede manier om kennis over te dragen. aantal percentage antwoord 185 98,4o/o ja
0 2 1
2.
186 1
1
0
182 0 5 1
183
0
4
1
6.
4,5y"
percentage
99,4oÁ A,5o/"
antwoord
ja nee
0,5y"
geen mening
Q,oo/o
niet ingevuld
percentage
96,8o/o O,OY"
zijn
geslaagd
hun kennis over dit onderwerp
antwoord
ja nee
2,70/o
geen menrng
0,50/"
niet ingevuld
tk vind dat op vragen uit de zaal goed is gereageerd door de presentatoren/cursusleiders.
aantal
5.
geen mening niet ingevuld
tk vind dat de presentatorenlcursusleiders erin aan mij over te dragen.
aantal
4.
nee
1,10/"
tk vind dat de presentatoren/cursusleiders voldoende kennis hebben van het onderwerp.
aantal
3.
O,OY"
percentage 97
,4y"
antwoord
ja
0,0%
nee
2,10/o
geen mening
0,5Yo
niet ingevuld
lk vind de presentatíes duideliik. aantal percentage antwoord
177 2 8 1
lk vind de aantal
155 5 24 4
94,1Y"
ja
1,10/"
nee
4,3yo 0,5V"
geen mening niet ingevuld
cases leenaam.
percentage
antwoord
82,4o/o 2,7Yo
ja
12,80/o 2,10/o
geen menlng niet ingevuld
nee
7.
lk vind dat de informatiedag goed is georganiseerd. aantal percentage antwoord 1
80
0
95,7y"
6 2
8.
ja
0,07"
nee
3,2o/o
geen mening
1,10/0
niet ingevuld
De informatiedag was gericht op materiaaldeskundigen, bestel<sschriivers en proiectleiders van Riikswaterstaat. 8a tk behoor tot een van deze categorieën en ik vind dat de informatiedag inderdaad geschikt was voor mij.
aantal
158 6 3 21
percentage
84,4o/" 3,2o/o 1,60/"
11,2yo
antwoord
ja nee
geen menrng niet ingevuld
8b lk behoor niet tot een van deze categorieën maar ik vind dat ik er toch voldoende aan heb gehad.
aantal
30 5
1 152
9.
percentage
15,9Y" 2,7"/"
antwoord
ja nee
0,50/"
geen mentng
80,9Y"
niet ingevuld
lk vind dat Rijkswaterstaat een verantwoordeliikheid heeft ten aanzien van de milieutechnische kwaliteit van het ZOAB-granulaat dat van de weg komt. aantal percentage antwoord 166 88,3y" ja
5 11 6
2,7o/" 5,8y" 3,20/o
nee
geen mentng niet ingevuld
10. lk verwacht
dat de informatiedag zal biidraten tot betere keuzes bii het onderhouden en hergebruiken van ZOAB.
aantal
166 4 18 0
11.
% 2,1oÁ 9,6Y" O,OT"
88,3
antwoord
ja nee
geen mening niet ingevuld
tk ben van plan de informatie die ik vandaag gekregen heb te gebruiken: (hier waren meerdere antwoorden mogel i ik)
aantal
87 140 90 2
12.
percentage
percentage 46,3Vo
74,50Á 47,9To
1,1y"
antwoord
bij mijn dagelijks werk; om een keer iets op de zoeken als ik het nodig heb; om aan anderen door te geven. niet ingevuld
tk ga de nieuwe mogelijkheden voor het onderhouden en hergebruiken van ZOAB toepas' sen.
aantal
100 11 68 9
percentage
53,2o/" 5,8Y" 36,20/" 4,8Y"
antwoord
ja nee
geen mening niet ingevuld
13.
tk weet nu hoe ken van ZOAB.
aantal
161 5 19 3
ik
keuzes moet maken
percentage
bij
beslissingen over het onderhouden en hergebrui-
antwoord
85,6"Á 2,77"
ja
10,10/"
geen menrng
1,6"/"
niet ingevuld
nee
14. tk weet nu waar ik een antwoord kan krijgen
op mijn vragen over het onderhouden en her'
gebruiken van ZOAB.
aantal
184 1 2 1
15.
97,9"/" 0,5Yo 1,10/" 0,50/"
antwoord
ja nee
geen mening
niet ingevuld
lk vind de informatiedag geslaagd. aantal percentage antwoord 1 80 95,8y" ja
O
7 1
'16.
percentage
A,0o/o
nee
3,7Y"
geen mening
0,50/"
niet ingevuld
lk had iets anders verwacht van deze dag, nameliik: 10 deelnemers (= 5,3%) gaven aan ietste hebben gemistop de informatiedag: . meer aandacht voor het kostenaspect (2 keer opgemerkt) o de voorbereiding van nieuwe werken (2 keer opgemerkt) . meer gerichte informatie met reële voorbeelden/film met prakt'ljkvoorbeelden (2 keer opgemerkt) o informatie over hoe om te gaan met freesmateriaal van ZOAB en overlagen van ZOAB op ZOAB (1 keer opgemerkt) . informatie over Duurzaam Bouwen, met name de materiaalcyclus na bijvoorbeeld twee maal hergebruik (1 keer opgemerkt) e informatie t.a.v. schadebeelden en daarop afgestemde onderhoudsstrategieën (1 keer
opgemerkt) o meer discussies, zoals in de case (1 keer opgemerkt) 17.
a) Míin ciifer voor de informatiedag
aantal
0 4 1 49 6 113 13
0 2 b)
. o o r
percentage
O,OT" 2,1o/o 0,5Y" 26,1Yo 3,2Y" 60jy" 6,9Y"
is:
cijfer
5
6
6,5 7 7 ,5
8
9
O,Oo/o
10
1,10/o
niet ingevuld
lk geef
een voldoende omdat 128 deelnemers (= 68"/") hebben het door hen toegekende cijfer toegelicht (met soms meerdere argumenten): lk voldoende heb geleerd en een stuk wijzer ben geworden (41 x) Er goede/duidelijke informatie is gegeven, door deskundige, betrokken docenten (36 x) De informatiedag voldeed aan mijn gestelde doel en al mijn vragen z'ljn beantwoord (30 x) De verstrekte informatie nuttig was en op de praktijk gericht Qa x) 12
o o
De presentaties goed vezorgd waren: goed tempo, goede toelichtingen (30 x) en er was voldoende ruimte voor discussie en het beantwoorden van vragen (5 x) De informatiedag goed georganiseerd was (9 x) en het materiaal er zeer ve(zorgd uifuag? x)
18. lk heb nog opmerkingen: 21 deelnemers (=11,1%) hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog 'overige
opmerkingen'te maken: Inhoudeliik De verhalen zijn nu te theoretisch; iets meer praktijkvoorbeelden was beter geweest (3 x) Er moet meer duidelijkheid komen over de kosten van de diverse oplossingen (2 x) De dag is meer gericht op de werkzaamheden van een dienstkring (2 x) Er moet op tijd onderhoud worden uitgevoerd, als de Pen-waarde nog voldoende is (1 x) Voor mensen die alleen met reconstructie te maken hebben, is de stof wel interessant, alleen zullen die de meeste methoden niet kunnen toepassen (1 x) . De technische toepassing/afweging is niet altijd even helder (1 x) o Misschien nog iets meer verduidelijking door een videofilm (1 x) . Het dagprogramma had voor mij geen duidelijke lijn, waardoor ik de indruk kreeg dat sommige ondenverpen meerdere keren aan de orde kwamen (1 x) o De grote lijn miste ik, omdat er van vele kanten een benadering werd gepresenteerd; ook drong de inhoud van de begrippen 'Repave' en 'Remix' niet snel genoeg tot mij door. Het schema van de verschillende mogelijkheden was erg verhelderend (1 x) Orsanisatorisch o Het kantoor van de dienstkring is een betere locatie dan een keet van TZ (1 x) o Het is handiger de Hand-out van tevoren uit te reiken in verband met het maken van aantekeningen (1 x) . Een en ander had korter/bondiger/sneller gekund (x.2,5 uur) (1 x) . De toelichting op de CD-rom is niet noodzakelijk. Men kan dat zelf wel uitzoeken als dat
. r . -o .
o . . r r
nodig is (1 x) De presentatie is iets te 'geforceerd' (1 x) Een toepassing van de behandelde technieken zal nog ca.3-4 jaar op zich laten wachten. Een opfriscursus is dan zinvol (zie IVON) (1 x) Bij nieuwe ontwikkelingen graag weer een informatiedag (1 x) Hou de ontwikkelingen op het gebied van wettelijke geluidsaspecten in de gaten met het oog op het feit of alle technieken toepasbaar zijn (1 x) De nevenaspecten bij het overlagen van ZOAB moeten kritisch worden bekeken, vooral in verband met goten, bermhoogten, vluchtstrookbreedte enz. (1 x, maar vaker t'rjdens de case)
13
4
Conclusies
De deelnemers hebben de informatiedagen zeer positief beoordeeld. Dit geldt zowel voor de manier van informatie geven als voor de kwaliteit van de informatie, de organisatie en de
presentatiemiddelen. De presentatoren zijn er volgens de deelnemers goed in geslaagd hun kennis over het onderwerp over te dragen. De presentaties werden als duidelijk ervaren en de deelnemers vonden dat er goed werd omgegaan met vragen uit de zaal. De meerderheid van de aanwezigen (ruim 82%) vond de cases leerzaam. De informatiedagen waren gericht op materiaaldeskundigen, bestekschrijvers en projectleiders van de Rijkswaterstaat. Van de aanwezigen behoorde 84% tot deze categorieën. Van de overige 16% gaf het grootste deel aan voldoende informatie te hebben opgedaan, hoewel men niet tot de primaire doelgroep behoorde. Bijna 90% van de aanwezigen vindt dat Rijkswaterstaat een verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de milieutechnisclre kwaliteit van het ZOAB-granulaat dat van de weg komt. Eenzelfde percentage verwacht dat de informatiedag zal bijdragen tot betere keuzes bij het onderhouden en hergebruiken van ZOAB. Vrijwel alle aanwezigen (98,9%) zijn dan ook van plan de informatie die ze gekregen hebben (en het eindrapport Hergebruik ZOAB Dat gaat ZO!!), te gaan gebruiken, waarvan ruim de helft (46,3"/") bij hun dagelijks werk. Bijna 75% van de aanwezigen zal het eindrapport (ook) gebruiken als naslagwerk en een kl'eine 48% zal de informatie (ook) aan anderen doorgeven. Van de 188 deelnemers aan de informatiedagen die een evaluatieformulier hebben ingevuld, vindt bijna 96% de informatiedag geslaagd; 4% heeít geen mening. De deelnemers waarderen de door hen bijgewoonde informatiedag met een gemiddeld cijfer van 7,7 (7O% beoordeelde de dag met het cijfer 8 of hoger). Als belangrijkste argumenten voor die positieve waardering worden aangedragen dat men votdoende heeft geleerd, dat de informatie nuttig en duidelijk was en dat de dag geheel voldeed aan het gestelde doel. Verder vond men de presentaties goed vezorgd en waren er positieve geluiden over de organisatie van de dag en de veaorging van het materiaal. Bovendien werd er gewezen op een vervolg van de informatiedagen, omdat toepassing van de behandelde technieken voor sommige RWS'ers nog ca. 3-4 jaar op zich zal laten wachten. Een opfriscursus is dan zinvol, aldus een van de deelnemers. Ook een van zijn collega's pleitte ervoor bij nieuwe ontwikkelingen nogmaals een informatiedag te organiseren.
14