RUP BOVEN ROT EN DE HELLE wijziging BPA nr. 3

Gemeente Boortmeerbeek Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Opdrachtgever:

Gemeente Boortmeerbeek Pastorijstraat 2 3190 BOORTMEERBEEK

Datum opmaak: Datum aanvullingen n.a.v. adviezen:

06/04/2012 03/08/2012

RUP BOVEN ROT EN DE HELLE wijziging BPA nr. 3

VERZOEK TOT RAADPLEGING

Opdrachthouder

BURGERLIJKE VENNOOTSCHAP Leuvensesteenweg 350 3190 BOORTMEERBEEK tel. 015/51.30.24 fax 015/51.81.78 [email protected] - www.architeam.be

ONDER DE VORM VAN EEN BVBA BTW 448.325.387 RBV Leuven 570 Fortis 001-2460545-22 Kredietbank 425-0087481-83

RUP BOVEN ROT EN DE HELLE

verzoek tot raadpleging

INHOUD

1. Inlichtingen en coördinaten van de initiatiefnemer

p.3

2. Beschrijving en verduidelijking van het voorgenomen plan en in voorkomend geval redelijke alternatieven voor het plan of onderdelen ervan p.4 2.1. Situering van het plangebied 2.2. Beslissing tot opmaak 2.3. Doelstelling van de herziening van het BPA – opmaak RUP Boven Rot en de Helle 2.4. Begrenzing van het ontwerp-RUP 2.5. Beschrijving van het ontwerp-RUP 2.6. Bestaande juridische toestand 2.7. Mogelijke alternatieven - nulalternatieven 2.8. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-mer plicht

p.4 p.6 p.7 p.8 p.8 p.10 p.12 p.13

3. Een beschrijving en een inschatting van de mogelijke aanzienlijke milieu-effecten van het voorgenomen plan of programma p.14 3.1. Bodem en water 3.2. Fauna en flora 3.3. Landschap en erfgoed 3.4. Geluid en trillingen 3.5. Lucht 3.6. Geur- en stofhinder 3.7. Mens en verkeer 3.8. Seveso-bedrijven

p.14 p.17 p.18 p.19 p.19 p.19 p.20 p.21

4. Grensoverschrijdende effecten

p.21

5. Conclusie

p.21

Architeam bvba, Leuvensesteenweg 350 - 3190 Boortmeerbeek

2



1. INLICHTINGEN EN COÖRDINATEN VAN DE INITIATIEFNEMER initiatiefnemer Het initiatief voor het opmaken van het ‘RUP Boven Rot en de Helle’ gaat uit van de gemeente Boortmeerbeek. Opdrachtgever:

Gemeentebestuur van Boortmeerbeek Pastorijstraat 2 3190 Boortmeerbeek

Opdrachthouder:

Architeam bvba Leuvensesteenweg 350 3190 Boortmeerbeek Tel.: 015/509.571 Fax: 015/51.81.78 e-mail: [email protected] contactpersoon: Kathleen Vandevenne (rechtstreeks tel. nr. 015/509.571)


3



2. BESCHRIJVING EN VERDUIDELIJKING VAN HET VOORGENOMEN PLAN EN IN VOORKOMEND GEVAL REDELIJKE ALTERNATIEVEN VOOR HET PLAN OF ONDERDELEN ERVAN 2.1. Situering van het plangebied Kaart 1: Situering gemeente Boortmeerbeek in de provincie Vlaams-Brabant

Boortmeerbeek bevindt zich in het noorden van de provincie Vlaams-Brabant, naast de gemeenten Zemst, Kampenhout en Haacht. Ten noorden van Boortmeerbeek bevinden zich Bonheiden en Mechelen in de provincie Antwerpen. Kaart 2: Situering plangebied in de gemeente Boortmeerbeek

Het plangebied is gelegen in het westen van Boortmeerbeek langs de Leuvensesteenweg (N26) en het Kanaal van Mechelen naar Leuven ter hoogte van de Bieststraat die Hever met Schiplaken verbindt. De N26 kent een sterke verlinting waardoor deze omgeving wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een mix van bedrijven, handelszaken en woningen. De zuidelijke rand van het projectgebied wordt gevormd door het Kanaal van Mechelen naar Leuven. Architeam bvba, Leuvensesteenweg 350 - 3190 Boortmeerbeek

4



Afbakening plangebied (FIGUUR 1) Het plangebied van het op te maken RUP is ruimer dan dit van het huidige BPA. Het RUP ‘Boven Rot en de Helle’ wordt begrensd, zoals aangeduid op het grafisch plan, door achtereenvolgens - West: de as van de G. Gezellestraat (chemin nr.14) / westelijke perceelsgrens van het bedrijf F.D.M. bvba op perceel 71F, - Noord: achterste perceelsgrenzen Omnipack-Reyniers bvba / tuincentrum Van Beersel perceel 498L, - Oost: Bieststraat / perceel Antiek Ter Bronnen perceel 549M, - Zuid: Kanaal Leuven-Dijle Bestaande functies binnen het plangebied (FIGUUR 2) Er zijn momenteel meerdere bestemmingen binnen de perimeter van het RUP: woningen, bedrijven, handelszaken en reca. Woonfuncties Binnen de contour van het plangebied bevinden zich woningen langsheen de N26 en langsheen de Bieststraat. Aan de Bieststraat bevinden zich woningen, hoofdzakelijk in open verband binnen de gewestplanbestemming woongebied met landelijk karakter (voorste 50m) en bijgevolg zone-eigen. Langs weerszijden van de N26 situeren zich enkele woningen in een goedgekeurde verkaveling en enkele woningen binnen de gewestplanbestemming woongebied met landelijk karakter (voorste 50m). In het noordelijk deel van het plangebied situeren enkele woningen zich zonevreemd in agrarisch gebied. Bedrijven en handelsfuncties De bestaande bedrijvenzone binnen de plancontour is van lokaal belang. Binnen de grenzen van het BPA nr.3 Binnen de contour van het bestaande BPA hebben zich in de loop der jaren diverse bedrijven en handelszaken gevestigd: - in de zone voor ambachten en kmo ten zuiden van de Leuvensesteenweg: - Trans RD Logistics (transportbedrijf) - Ampli (audiovisueel materiaal) - Dietmar’s Car Cleaning (carwash) - in de zone voor gemengde activiteiten ten zuiden van de Leuvensesteenweg: - De Gouden Wok (restaurant) - Vanderauwera (tegels) - … - in de zone voor bedrijvigheid ten noorden van de Leuvensesteenweg: - Omnipack-Reyniers bvba (verpakkingsbedrijf) Buiten de grenzen van het BPA nr.3 - In het agrarisch gebied situeren zich enkele niet-woonfuncties: - F.D.M. bvba (containerdienst, opruimings- en saneringswerken, recyclagewerken, parking- en wegeniswerken, aanleg van sportterreinen en groenzones en levering van aanvulgrond) - Tuincentrum Van Beersel (bloemen en planten / serres en verkoop) - … - In het woongebied met landelijk karakter bevinden zich ook enkele niet-woonfuncties: - Ottevaere nv (autogarage) - Antiek Ter Bronnen (verkoop van antiek meubilair) - VM Sport (verkoop van sportkledij en –artikelen) - … Mobiliteit binnen en aan de randen van het plangebied


5



Centraal doorheen het plangebied loopt de Leuvensesteenweg (N26), de verbindingsweg tussen Leuven en Mechelen. Het is een drukke 2x1 rijvaksbaan met fietspaden aan weerszijden. De N26 is de verbindingsweg op regionaal niveau tussen Leuven en Mechelen op basis van mobiliteitsgenererende activiteiten op provinciaal niveau en zorgt voor de relatie met de E19 via de N267. Gezien de ligging van verschillende kernen en voorzieningen aan weerszijden van de N26, heeft deze weg ook een functie voor het lokale verkeer. De meeste percelen langs de N26 hebben een rechtstreekse erfontsluiting. Langsheen de oostelijke rand van het plangebied loopt de Bieststraat, die Schiplaken met Hever verbindt. Het is een 2x1 rijvaksbaan met aanliggende fietspaden. Lokaal/verbindend openbaar vervoer maakt gebruik van de N26. Langsheen de zuidwestelijke rand van het plangebied situeert zich het Kanaal LeuvenDijle. De jaagpaden langsheen dit kanaal worden intensief door meerdere recreanten gebruikt. Het is een verbinding voor woon-werk en woon-schoolverkeer van fietsers als alternatief voor de N26. 2.2. Beslissing tot opmaak De kern van het plangebied is gelegen binnen de grenzen van BPA nr.3 waarin bedrijven worden toegelaten. De rest van het plangebied heeft volgens het gewestplan de bestemmingen agrarisch gebied en woongebied met landelijk karakter. De bestemming van het gewestplan (agrarisch gebied) voor dit projectgebied is achterhaald tengevolge van de economische bedrijvigheid die zich in de loop der jaren heeft gevestigd langsheen de Leuvensesteenweg. De agrarische bestemming beantwoordt niet langer aan de op dit ogenblik bestaande noden. Een wijziging van de bestaande ordening dringt zich hier op. Dit RUP beoogt een oplossing te bieden voor een aantal concrete knelpunten die binnen dit plangebied zijn ontstaan: •

• •

Tal van bedrijven binnen de projectzone hebben een uitbreidingsbehoefte waaraan momenteel niet kan worden voldaan wegens de gewestplanzoneringen en de bestemmingen van het BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’. Tegelijkertijd wenst men meer juridische zekerheid voor de ingesloten woonpercelen. Het schepencollege heeft recent (april 2011) een planologisch attest afgegeven aan het bedrijf Omnipack-Reyniers waardoor de opmaak van een RUP vereist wordt. Bij uitbreiding zou het bedrijf volgens de gewestplanbestemmingen gedeeltelijk zonevreemd komen te liggen. Volgens de wettelijke bepalingen van het planologisch attest is de opmaak van een RUP noodzakelijk na het afleveren van een gunstig planologisch attest.

Om de hierboven vermelde redenen heeft het gemeentebestuur van Boortmeerbeek beslist tot de opmaak van de wijziging van het BPA nr. 3 via dit RUP ‘Boven Rot en de Helle’ en heeft ze in zitting van 11 oktober 2010 de opdracht gegund aan Architeam bvba. Het GRS (gemeentelijk ruimtelijk structuurplan) van de gemeente Boortmeerbeek werd op 28 augustus 2008 definitief vastgesteld door de deputatie van de provincie VlaamsBrabant. De huidige herziening van het BPA nr.3 gebeurt dus door middel van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP). Beschrijving afgeleverd planologisch attest bedrijf Omnipack-Reyniers bvba (FIGUUR 3) Het verpakkingsbedrijf Omnipack-Reyniers heeft te maken met plaatsgebrek dat een gevolg is van interne reorganisatie en optimalisatie van de activiteit die noodzakelijk is enerzijds door de schaalvergroting die is opgetreden bij de kwekers en aanleveraars van groenten en fruit en anderzijds de consumentenvraag naar productdiversiteit waardoor het aantal soorten groenten en fruit sterk is toegenomen. De mobiliteit die het bedrijf veroorzaakt blijft daardoor ongewijzigd ten opzichte van de huidige situatie.


6



Door de uitbreiding van het L-vormige gebouw met haar spiegelbeeld ontstaat een Uvormig gebouw. De laad- en loskades komen ingesloten op de binnenplaats te liggen zodat de lawaaihinder naar de omgeving toe tot een minimum zal worden beperkt. De ruimte-impact van de ingreep op het openruimtegebied is zeer beperkt omdat op de plaats van de uitbreiding al twee gebouwen en een parking aanwezig zijn. Het bedrijfsterrein zal na slopen van de twee woningen beter landschappelijk kunnen worden gebufferd met groenaanleg, hoogstammig groen en de aanleg van een aarden wal met beplanting. In het planologisch attest wordt voorwaardelijk gesteld dat na deze uitbreiding een latere uitbreiding in westelijke richting (aan de overzijde van buurtweg nr.14) niet meer mogelijk is. Ook een verdere indringing noordwaarts in de agrarische structuur en oostwaarts richting zonevreemde woningen is niet gewenst en bijgevolg zal dit de laatste uitbreiding van het bedrijf zijn. 2.3. Doelstelling van de herziening van het BPA – opmaak RUP Boven Rot en de Helle KNELPUNTEN

-

Tal van bestaande, vergunde bedrijven komen door uitbreiding deels zonevreemd te liggen. Een aantal bedrijven binnen het plangebied zijn nu al (deels) zonevreemd. Geen herlokalisatiemogelijkheden voor de bestaande vergunde bedrijven naar een ander bedrijventerrein in de gemeente. Er komen zonevreemde woningen voor binnen het plangebied. Verkeerscongestie op de N26. Het bestaande landbouwgebied is sterk versnipperd. Momenteel is er een lappendeken van bestemmingszones binnen het plangebied, wat zeer onduidelijk is. Kruispunt Bieststraat: slechte oversteekbaarheid voor fietsers en voetgangers.

OPPORTUNITEITEN

-

Het plangebied kent een goede (auto)bereikbaarheid. De aanwezige bedrijven komen gebundeld voor. De gewenste bedrijfsuitbreidingen hebben geen inname van open doorzichten tot gevolg. De aanwezigheid van het kanaal zorgt ervoor dat het gebied multi-modaal bereikbaar is. Er zijn mogelijkheden om de bedrijvigheid in de toekomst multimodaal te bedienen. De aanwezigheid van fietsroutes langs het kanaal Leuven-Dijle vormen een gunstig alternatief voor de N26.

DOELSTELLINGEN

-

Bieden van uitbreidingskansen aan bestaande vergunde bedrijven binnen het plangebied op een ruimtelijk verantwoorde wijze. Bieden van juridische rechtsgrond aan bestaande zonevreemde woningen binnen het plangebied.


7



2.4. Begrenzing ontwerp-RUP (FIGUUR 4) De begrenzing van het RUP in opmaak stemt niet overeen met dit van het huidige BPA nr.3. De begrenzing van het RUP is ruimer dan dit van het BPA. Dit heeft te maken met de dringende uitbreidingsbehoefte van de bedrijven (OmnipackReyniers bvba, Garage Ottevaere, F.D.M. bvba, Tuincentrum Van Beersel, VM Sport…) zowel in NW als ZO richting van het BPA nr.3. 2.5. Beschrijving ontwerp-RUP (FIGUUR 5) Het ontwerp-RUP voorziet centraal aan weerszijden van de steenweg een zone voor gemengde activiteiten. Aan de noordzijde wordt een ruime groenzone voorzien als buffering t.o.v. het aangrenzende openruimtegebied ten noorden van het plangebied en bovendien fungeert deze als buffering van Omnipack-Reyniers bvba, het grootste bedrijf binnen de plancontour. Toevoeging n.a.v. advies Departement Landbouw en Visserij – afd. Duurzame Landbouwontwikkeling Het bestaande agrarisch gebied achter het woonlint aan de zuidzijde van de steenweg wordt voorzien om te worden ingelijfd bij de zone voor gemengde activiteiten. Deze herbestemming wordt voorzien naar aanleiding van de gewenste uitbreiding van het aanpalende bedrijf Trans RD Logistics N.V. op deze percelen. De bestaande woningen centraal binnen het plangebied, temidden van zone GA, krijgen als nabestemming ‘gemengde activiteiten’ zodat deze op termijn kunnen worden vervangen en er één aaneengesloten zone voor gemengde activiteiten zal kunnen worden gevormd. Langsheen de Bieststraat blijft de 50m-brede woonzone behouden. Aan het kruispunt N26 x Bieststraat en ten voordele van tuincentrum Van Beersel wordt hier de overdruk handel en reca voorzien. De woonzone wordt ook zeer beperkt uitgebreid ten voordele van 3 bestaande zonevreemde woningen langs voetweg nr. 12. Er worden geen bijkomende woningen voorzien, maar bestaande zonevreemde woningen krijgen een zone-eigen statuut en er wordt voorzien in een buffering van de woonzones. -

-

Het ontwerp-RUP bestrijkt een gebied van 222.432m² en voorziet diverse bestemmingszones: zone voor wonen zone voor wonen – overdruk handel en recreatie zone voor wonen – nabestemming gemengde activiteiten zones voor gemengde activiteiten zone voor gemengde activiteiten – overdruk handel en recreatie zone voor parkeervoorzieningen zone voor groen zone voor hoogstammig groen zone voor openbare wegenis Het huidige BPA nr.3 heeft een oppervlakte van 87.246m². Ten opzichte van het huidige BPA nr.3 is het plangebied dus 135.186m² vergroot.


8



Enkele cijfergegevens van het ontwerp-RUP in vergelijking met de bestaande bestemmingszones (BPA en gewestplan): Huidige bestemmingen (m²)

Ontwerp-RUP (m²)

Noordelijk deel BPA (met Omnipack-Reyniers bvba) – opp.: 38.237,46m² zone voor bedrijvigheid 9.967,24 zone voor toegangswegen en parking 4.579,38 zone voor openbare wegen 1.722,45 zone voor groen 11.316,21 zone voor hoogstammig groen 9.841,23 achteruitbouwzone 810,95 Zuidelijk deel BPA (met Ampli, Trans RD enz.) – opp.: 49.008,42m² zone voor ambacht en kmo 21.204,35 zone voor gemengde bebouwing 10.841,91 zone voor openbare wegen 6.261,06 zone voor achteruitbouw bij ambacht, kmo 2.214,19 en dienstverlening zone voor voortuinstroken bij gemengde 2.516,03 bebouwing zone voor buffergroen 5.970,88 Gewestplan (met F.D.M. bvba, Tuincentrum Van Beersel, …) agrarisch gebied 93.219,03 woongebied met landelijk karakter 41.967,68 Zones in ontwerp-RUP zone voor wonen (W) zone voor wonen (W) overdruk handel en recreatie zone voor wonen (W/GA) nabestemming gemengde activiteiten zone voor gemengde activiteiten (GA) zone voor gemengde activiteiten (GA) overdruk handel en recreatie zone voor gemengde activiteiten 1 (GA1) zone voor groen zone voor hoogstammig groen zone voor openbare wegenis totaal

24.181 23.805 11.075 80.385 10.572 13.442 22.004 16.774 20.194 222.432m²


222.432m²

9



2.6. Bestaande juridische toestand 2.6.1.

Bedoeling en inhoud van dit hoofdstuk In dit hoofdstuk komen juridische plannen aan bod, die ofwel geheel of gedeeltelijk in het plangebied liggen ofwel in de nabije omgeving ervan liggen en door hun eigenheid van belang kunnen zijn bij de verdere uitwerking van het RUP. Eerst wordt een overzichtstabel getoond, waarna er een korte toelichting per relevant plan volgt.

2.6.2.

Synthesetabel bestaande juridische toestand Plan

Kenmerken

Gewestplan

gewestplan Leuven (K.B. 07.04.1977) zie paragraaf 2.6.3. (FIGUUR 6) geen BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’ (M.B. 22.06.1994, gewijzigd 31.10.2005) zie paragraaf 2.6.4. (FIGUREN 7, 8 en 9) geen geen geen

Algemene plannen van aanleg Bijzondere plannen van aanleg

Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen Verkavelingsvergunningen

Rooilijnplannen Wegen

Habitatrichtlijngebieden Vogelrichtlijngebieden VEN-gebieden (natuurdecreet) Herbevestiging agrarische gebieden Gebieden met recht van voorkoop Ruilverkavelingen Beschermde monumenten Beschermde landschappen Beschermde stads- en dorpsgezichten Erfgoedlandschappen (Landschapsatlas) Waterlopen

Beschermingszones grondwaterwinningen Risicozone voor overstromingen


geen Er zijn 7 goedgekeurde verkavelingen binnen het projectgebied zie paragraaf 2.6.5. (FIGUUR 10) Rooilijn Leuvensesteenweg N26 KB dd. 0905-1959 - plan K1235 Leuvensesteenweg N26 = gewestweg Bieststraat = chemin nr.3 Guido Gezellestraat = chemin nr.14 Voetweg nr.12 zie paragraaf 2.6.6. geen (FIGUUR 11) geen (FIGUUR 12) geen Voorkooprecht Waterwegen en Zeenkanaal N.V. (FIGUUR 13) geen geen geen geen geen (FIGUREN 14 en 15) Kanaal Leuven-Dijle – bevaarbaar (categorie 0) Rosvenbeek – niet geklasseerd (FIGUUR 16) geen geen (FIGUREN 17 en 18)

10


2.6.3.


Bestemmingen volgens het gewestplan Leuven (K.B. 07.04.1977) (FIGUUR 6) Het plangebied ligt volgens het gewestplan Leuven grotendeels in agrarisch gebied, deels in woongebied met landelijk karakter (50m-brede strippen langsheen de N26 en de Bieststraat). Een deel van het plangebied werd herbestemd via het BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’ waardoor de bepalingen van het gewestplan hierop niet langer van toepassing zijn. Voor het plandeel dat niet gelegen is binnen de grenzen van het BPA nr.3 zijn de bepalingen van het K.B. van 28.12.1972 betreffende de inrichting en toepassing van de gewestplannen wel van toepassing. Cijfergegevens: - Tot. opp. plangebied: - Opp. BPA nr.3: - Opp. agrarisch gebied (gewestplan): - Opp. Woongebied met landelijk karakter:

2.6.4.

222.432m² 87.246m² (=39% van het plangebied) 93.219m² (=42% van het plangebied) 41.967m² (=19% van het plangebied)

BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’ De kern van het plangebied is gelegen binnen het BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’. Het oorspronkelijke BPA is momenteel aan de derde herziening toe. -

Oorspronkelijk BPA nr.3 “Boven Rot en de Helle” (FIGUUR 7) Definitief goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Ruimtelijke Ordening op 22 juni 1994. Het oorspronkelijke BPA nr.3 heeft betrekking op percelen aan weerszijden van de Leuvensesteenweg. Aan de noordelijke zijde van de steenweg (waar zich nu het bedrijf Omnipack-Reyniers bevindt) is er een kleinere zone voor dienstverlening, aan de zuidelijke zijde een grotere zone voor ambacht en kmo. Rond beide zones is een zone voor buffergroen voorbehouden. In de zuidelijke zone is er centraal een bedieningsweg voorzien. Door dit BPA werd voornamelijk agrarisch gebied volgens het gewestplan omgezet naar nieuwe economische bestemmingszones.

-

1° Gedeeltelijke herziening BPA nr.3 “Boven Rot en de Helle” (FIGUUR 8) Definitief goedgekeurd door de Vlaamse Minister van Ruimtelijke Ordening op 17 juli 1996. Deze eerste herziening had louter betrekking op het noordelijke plangebied, het zuidelijke bleef ongewijzigd. De plancontour bleef ongewijzigd ten opzichte van het oorspronkelijke BPA. De noordelijke ‘zone voor dienstverlening’ kreeg bij deze herziening dezelfde bestemming als de zuidelijke, nl. ‘zone voor ambacht en kmo’. In deze noordelijke zone voor ambacht en kmo werd één bedrijf opgericht; het verpakkingsbedrijf Omnipack-Reyniers bvba. Het BPA voorzag achter het bedrijf een zone voor parkeerplaatsen in buffergroen.

-

2° Gedeeltelijke herziening en uitbreiding van BPA nr.3 “Boven Rot en de Helle” (FIGUUR 9) Definitief goedgekeurd bij Ministerieel Besluit van 31 oktober 2005. Deze tweede inherzieningstelling had eveneens enkel betrekking op de noordelijke zone. De plancontour werd uitgebreid achter het bestaande bedrijf Omnipack-Reyniers. Nadat eerder een planologisch attest was goedgekeurd voor de uitbreiding van dit bedrijf, werd bij deze BPA-wijziging de ‘zone voor bedrijvigheid’ uitgebreid naar achter toe zodat het bedrijf kon uitbreiden en werd een zone voor wegen en parking achter het bedrijf voorzien. Rondom het bedrijf werd een ruime groenstructuur verplicht.


11



Enkele cijfergegevens van het huidige BPA nr. 3 ‘Boven Rot en de Helle’: Grondopp. plangebied = 87.245,88m² (noordelijk deel: 38.237,46m² + zuidelijk deel: 49.008,42m²) Huidige bestemmingen (m²) BPA Noordelijk deel BPA (met Omnipack-Reyniers bvba) – opp.: 38.237,46m² zone voor bedrijvigheid 9.967,24 zone voor toegangswegen en parking 4.579,38 zone voor openbare wegen 1.722,45 zone voor groen 11.316,21 zone voor hoogstammig groen 9.841,23 achteruitbouwzone 810,95 Zuidelijk deel BPA (met Ampli, Trans RD enz.) – opp.: 49.008,42m² zone voor ambacht en kmo 21.204,35 zone voor gemengde bebouwing 10.841,91 zone voor openbare wegen 6.261,06 zone voor achteruitbouw bij ambacht, kmo 2.214,19 en dienstverlening zone voor voortuinstroken bij gemengde 2.516,03 bebouwing zone voor buffergroen 5.970,88 2.6.5.

Verkavelingsvergunningen binnen het plangebied Bestaande verkavelingen

2.6.6.

Nummer verkaveling

Datum goedkeuring

33.V.38 33.V.123 33.V.181 114.FL.21 114.FL.39 114.FL.45 114.FL.113

dd. 02.07.1979 dd. 15.12.1986 dd. 29.06.1991 dd. 11.09.1964 dd. 11.07.1966 dd. 17.02.1967 dd. 08.12.1975

Wegen binnen het plangebied Leuvensesteenweg N26 Bieststraat Guido Gezellestraat Voetweg nr. 12

Gewestweg Rooilijnplan N26 (K.B. 09.05.1959 – plan K 1235) Buurtweg nr. 3 Buurtweg nr. 14

2.7. Mogelijke alternatieven – nulalternatief 2.7.1.

Mogelijke alternatieven Aangezien het RUP Boven Rot en de Helle voornamelijk gericht is op bestaande bedrijven en woningen werden geen alternatieven gezocht.


12


2.7.2.


Nulalternatief Indien het RUP niet wordt opgemaakt, blijven de beperkingen voor de bedrijven en de juridische onzekerheid voor de woningen bestaan.

2.8. Afbakening van het toepassingsgebied en de plan-mer plicht Het RUP Boven Rot en de Helle betreft de herziening van BPA nr. 3 ‘Boven Rot en de Helle’ en is niet van rechtswege onderworpen aan de plan-merplicht want het vormt niet het kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in bijlage I of II van het Besluit van de Vlaamse Regering van 10-12-2004, het regelt het gebruik van een relatief klein gebied op lokaal niveau, het heeft betrekking op de ruimtelijke ordening. In de onmiddellijke omgeving van het plangebied bevinden zich geen speciale beschermingszones (vogelrichtlijnof habitatrichtlijngebieden) zodat er geen passende beoordeling vereist is. Het RUP vormt (mogelijk) een kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in de bijlage II bij omzendbrief LNE 2011/1 van 22 juli 2011, namelijk voor de rubriek 10a en b van die bijlage. Het RUP bepaalt echter duidelijk het gebruik van een klein gebied omdat de bijkomende planzone een oppervlakte heeft van 135.186m² en max. 25.828m² bebouwbare en verhardbare oppervlakte voorziet in de bijkomende zone GA die voordien bestemd was als agrarisch gebied en is dus screeningsgerechtigd. Conclusie: Het op te maken RUP valt onder de screeningsplicht.


13



3. EEN BESCHRIJVING EN EEN INSCHATTING VAN DE MOGELIJKE AANZIENLIJKE MILIEUEFFECTEN VAN HET VOORGENOMEN PLAN OF PROGRAMMA De doelstelling van het RUP bestaat er enerzijds in om relatief kleine restpercelen agrarisch gebied te herbestemmen tot zone voor gemengde activiteiten en tot woonzone met de bedoeling om bestaande woningen zone-eigen te maken. Er kan dan ook worden verwacht dat dit geen milieueffecten in de verschillende disciplines zal meebrengen. 3.1. Bodem en water: Referentiesituatie Bodemtype Bodemkwaliteit Reliëfkenmerken Waterloop

Beschermingszone waterwingebied Waterhuishouding

Zoneringsplan

Het plangebied bestaat voor een gedeelte uit antropogene grond, het centrale deel uit matig natte zandleembodem en een deel lemig zandbodem. (FIGUUR 19) Er is geen bodemonderzoek cfr. inventaris van OVAM gekend binnen het onderzoeksgebied. Het plangebied is gelegen in een vlak gebied. Binnen het plangebied zelf komen geen geklasseerde waterlopen voor. Ten zuiden van het plangebied loopt het kanaal Leuven – Mechelen, een bevaarbare waterloop (categorie 0). Binnen het plangebied lopen aan de noordelijke zijde van de N26 twee nietgeklasseerde waterlopen (o.a. Rosvenbeek). (FIGUUR 16) Aanvulling n.a.v. advies VMM dd.22/05/2012: De uitbreiding van het bedrijf Omnipack-Reyniers bvba wordt voorzien bovenop het tracé van de Rosvenbeek. Het positief planologisch attest voorziet een verlegging van deze waterloop rondom het bedrijf. NVT Het plangebied is niet gelegen in een risicozone voor overstromingen, NOG, ROG, of een overstromingsgevoelig gebied. (FIGUREN 17, 18 en 20) Het plangebied is matig gevoelig voor grondwaterstroming en is gevoelig voor infiltratie. (FIGUREN 21 en 22) Het centrale en oostelijke deel van het plangebied is volgens het zoneringsplan van de VMM gelegen in ‘collectief te optimaliseren buitengebied’. De zuidelijke rand (langs het Kanaal Leuven – Mechelen) en een kleine vlek aan de NO-zijde (aan Tuincentrum Van Beersel) is voorzien als ‘individueel te optimaliseren buitengebied’. (FIGUUR 23)

Overstromingsregime - veiligheid: Gezien het plangebied van het RUP niet wordt aangeduid als risicozone (geen NOG, ROG, risicozone op overstromingen of overstromingsgevoelig gebied), lijkt de veiligheid tegen overstromingen gegarandeerd. Er is verder geen schadelijk effect te verwachten indien het hemelwater wordt opgevangen en nuttig hergebruikt. Het overtollige regenwater dient ter plaatse te infiltreren of gebufferd te worden. Indien deze maatregelen worden genomen, is er geen significant effect op het overstromingsregime te verwachten in vergelijking met de referentiesituatie. Infiltratiegevoelige gronden: De gronden in het RUP worden aangeduid als infiltratiegevoelig. Hieruit kan worden afgeleid dat bij nieuwbouw infiltratievoorzieningen bij individuele ingrepen op perceelsniveau zinvol zijn om de infiltratie van hemelwater in de bodem te bekomen binnen het plangebied, dit ter compensatie van mogelijke uitbreidingen in bebouwing en verharding.


14



Grondwaterstromingsgevoelige gebieden: De gronden in het RUP worden aangeduid als matig gevoelig voor grondwaterstroming (type 2). Aanvulling naar aanleiding advies VMM dd. 22/05/2012: Dit RUP vormt niet het kader voor de aanleg van grootschalige ondergrondse constructies. Er worden dan ook geen significant negatieve effecten op het grondwaterstromingspatroon verwacht. Schadelijke effecten beperken en voorkomen: De watertoets is in voege sinds 24 november 2003, dit is de datum waarop het decreet Integraal Waterbeleid in werking trad. Dit decreet legt op aan alle overheden om bij de goedkeuring van een vergunning, een plan of programma ervoor te zorgen dat er geen schadelijke effecten ontstaan, of deze zoveel mogelijk beperkt worden, en, indien dit niet mogelijk is, dat het schadelijk effect wordt hersteld of, in de gevallen van de vermindering van de infiltratie van hemelwater of de vermindering van ruimte voor het watersysteem, gecompenseerd. Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal moeten voldoen aan de op dat ogenblik van kracht zijnde gewestelijke en provinciale verordeningen betreffende gebruik en afvoer van hemelwater. Het plangebied is niet gelegen binnen natuurlijk overstromingsgebied en is ook geen risicozone voor overstromingen. Er zijn bovendien geen geklasseerde waterlopen gelegen binnen de contouren van het BPA. Zones voor gemengde activiteiten (GA) Dit RUP voorziet in de omvorming van agrarisch gebied naar zone voor gemengde activiteiten, bedoeld voor de uitbreiding van bestaande bedrijven. Bijkomende zone gemengde activiteiten in plaats van agrarisch gebied: 44.518m² Maximaal bebouwbare oppervlakte (B/T = 0,6): 26.710m² Al bebouwd binnen agrarisch gebied: 882m² Max. opp. bijkomende bebouwing in bijkomende zone GA (in vroeger agrarisch gebied): 25.828m² Woonzones (W) Het RUP voorziet ook omvorming van een aantal percelen, gelegen in agrarisch gebied, naar woonzone (deels ook woonzone met overdruk handel en reca.). De bijkomende woonzone heeft betrekking op 10 al bebouwde percelen. Hierdoor zouden 4 zonevreemde woningen zone-eigen worden en wordt aan enkele bestaande woningen en handelszaken de mogelijkheid geboden om beperkt uit te breiden. Bijkomende woonzone in agrarisch gebied: 24.440m² (hierin bevinden zich ook 2 goedgekeurde verkavelingen) Maximaal bebouwbaar in woonzone (afstand tot perceelsgrenzen: 3m en max. bouwdiepte 17m): Al bebouwd / verkaveld: 6.666m² Bijkomende woonzone: 17.774m² Max. opp. bijkomende bebouwing in bijkomende zone W (in vroeger agrarisch gebied): 6.417m²

Æ Max. bijkomende opp. bebouwing en verharding (in zones GA, W en P):

32.245m²

Hieruit kan worden besloten dat de uitvoering van het RUP geen schadelijke effecten veroorzaakt, rekening houdend met het verplicht in acht nemen van de bepalingen van: - Het besluit van de Vlaamse regering van 7 januari 2004 houdende vaststelling van een provinciale stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater; - De gewestelijke verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie- en buffer voorzieningen en gescheiden lozing, die niet in tegenstrijd zijn met de voorschriften van dit RUP. Aanvulling naar aanleiding advies VMM dd. 22/05/2012: Voor wat betreft het aspect infiltratie kunnen de schadelijke effecten worden ondervangen indien de aanvraag minstens voldoet aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake opvang van hemelwater van 01/10/2004 e.a.. Verder moet worden voldaan aan art.6.2.2.1.2.§4 van het Vlarem II met betrekking tot afvoer van hemelwater, doelstelling 6° a) opgenomen in art.5 van het decreet integraal waterbeleid en het concept ‘vasthouden-bergen-afvoeren’ dat opgenomen is in de waterbeleidsnota en de bekkenbeheerplannen. Prioriteit Architeam bvba, Leuvensesteenweg 350 - 3190 Boortmeerbeek

15



moet uitgaan naar hergebruik van hemelwater, en vervolgens naar infiltratie boven buffering met vertraagde afvoer. In eerste instantie moet worden voorzien in maximaal hergebruik en vervolgens in maximale infiltratie. Indien alsnog zou worden geopteerd voor buffering met vertraagde afvoer, dan zal deze in de mate van het haalbare collectief moeten worden voorzien en niet zonder nader onderzoek naar de individuele percelen of projecten. Er moet worden getracht om het water zoveel mogelijk ter plaatse te houden, om bijkomende wateroverlast stroomafwaarts te vermijden. In het RUP zal in de stedenbouwkundige voorschriften voor de mogelijke bijkomende verhardingen maximaal verwezen worden naar waterdoorlatende verhardingen. Gelet op de beoogde bestemming (wonen en niet-hinderlijke bedrijvigheid, Seveso-bedrijven worden hier niet toegelaten) is er geen te verwachten bodem- en grondwaterverontreiniging. Hieromtrent zullen dan ook geen expliciete voorschriften worden opgenomen. Voorliggend RUP zal geen schadelijke effecten doen ontstaan op de waterhuishouding; - geen wijzigingen qua waterhuishouding ten opzichte van het eerder goedgekeurde BPA nr.3 Boven Rot en de Helle Rekening houdend met volgende voorziene maatregelen: - Beperken van bebouwing en verharding binnen het plangebied - Verharding zoveel mogelijk voorzien in waterdoorlatende materialen - Geen ongezuiverde lozingen toelaten binnen het plangebied kan geoordeeld worden dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot de discipline bodem en watersysteem te verwachten zijn. Zoneringsplan VMM Het centrale en oostelijke deel van het plangebied is volgens het zoneringsplan van de VMM gelegen in ‘collectief te optimaliseren buitengebied’. De zuidelijke rand (langs het Kanaal Leuven – Mechelen) en een kleine vlek aan de NO-zijde (aan Tuincentrum Van Beersel) is voorzien als ‘individueel te optimaliseren buitengebied’. COLLECTIEF TE OPTIMALISEREN BUITENGEBIED Momenteel is in deze zone nog geen rioolaansluiting voor afvalwater aanwezig op een operationele waterzuiveringsinstallatie. In dat geval zijn er 3 mogelijke situaties: - lozing in een riool (vaak een ingebuisde gracht) die nog niet is aangesloten op een zuiveringsinstallatie; - lozing in een gracht; - indirecte lozing in de bodem (sterfput). In deze zone wordt op termijn wel een collectieve zuivering van het afvalwater (via riolering) voorzien. De timing voor deze werken moet nog worden vastgelegd in de gebiedsdekkende uitvoeringsplannen - GUP’s (aanpassing n.a.v. advies VMM dd. 22/05/2012). In afwachting van deze collectieve afvalwaterzuivering moet het afvalwater gezuiverd worden in een septische put. Bij aanleg van de afvoerbuizen op eigen terrein kunnen best al wachtleidingen worden voorzien om bij de aanleg van de straatriolering het eigen afvalwater op eenvoudige wijze hierop aan te sluiten. INDIVIDUEEL TE OPTIMALISEREN BUITENGEBIED Als uw woning in dit gebied ligt, is er geen aansluiting op een operationele afvalwaterzuiveringsinstallatie. Op dit ogenblik kunnen zich 3 situaties voordoen: - lozing in een riool (in vele gevallen een ingebuisde gracht) die niet is aangesloten op een zuiveringsinstallatie; - lozing in een gracht; - indirecte lozing in de bodem (sterfput). Het afvalwater zal moeten gezuiverd worden door een individuele behandelingsinstallatie voor afvalwater (IBA). Nog aan te leggen IBA's moeten voorzien zijn van het Europese keurmerk CE. Voor België wordt dit geïntegreerd in het BENOR-certificaat. Indien in het gebouw slechts sporadisch afvalwater wordt geproduceerd kan men eveneens opteren voor een gesloten opvangsysteem (zonder overloop naar oppervlaktewater) met periodieke ophaling.


16



3.2. Fauna en flora: Referentiesituatie: Het plangebied in referentiefase is voor het grootste gedeelte aangesneden gebied en slechts de randen zijn landbouwgebied zonder enige natuurwaarde. Aanwezige natuurelementen Vogelrichtlijngebied Habitatrichtlijngebied Ramsargebied Gebieden van het VEN/IVON Natuurreservaten

Binnen het plangebied zelf zijn geen bijzondere natuurelementen aanwezig. De site is niet bebost. Geen in of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied gelegen. Geen in of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied gelegen. Geen in of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied gelegen. Geen in of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied gelegen. Geen in of in de onmiddellijke omgeving van het plangebied gelegen.

Natura 2000: Het plangebied bevindt zich niet in een speciale beschermingszone binnen het Europese ecologische netwerk Natura 2000. De betreffende Europese vogel- en habitatrichtlijnen zijn bijgevolg niet van toepassing. In noordoostelijke richting bevindt zich het habitatrichtlijngebied ‘ Bossen van het zuidoosten van de Zandleemstreek’ op een afstand van ca. 1,1km. Gebieden van het ven: Het plangebied is niet gelegen in VEN-gebied. Ten noordoosten, aan de overzijde van de spoorweg van Mechelen naar Leuven bevindt zich de grote eenheid natuur (GEN) “De Dijlevallei tussen Boortmeerbeek en Mechelen” op een afstand van ca. 1,1km. Biologische waarderingskaart (FIGUUR 24) Het overgrote deel van het plangebied wordt op de biologische waarderingskaart aangeduid als biologisch minder waardevol. Enkel in de noordelijke hoek van het plangebied (bij bedrijf Omnipack-Reyniers bvba) wordt een biologisch waardevolle zone aangeduid, die in het ontwerp-RUP behouden blijft als zone voor groen. Een tweede aanduiding van biologisch waardevol terrein betreft de zone die in het ontwerp-RUP wordt voorzien als parking in functie van het garagebedrijf Ottevaere N.V. Dit betreft echter een ingesloten grasvlakte zonder enige waardevolle vegetatie. Beoordeling van de effecten Ruimtebeslag / ontwikkeling of teloorgang van natuurwaarden In vergelijking met de referentiesituatie wordt er geen ruimte voor natuur ingenomen. In de referentiesituatie gaat het over aangesneden gebied en een relatief beperkte delen landbouwgebied zonder natuurwaarde. Het plangebied werd niet herbevestigd als agrarisch gebied. (FIGUUR 25) De opmaak van het RUP wijzigt niets aan de waarde van het gebied voor natuur. In het RUP Boven Rot en de Helle zal bovendien een ruime buffer met streekeigen groen worden opgelegd aan de noordzijde van het plangebied, waardoor op deze plaats meer ruimte voor natuur wordt gecreëerd. Hierdoor wordt het grootste bedrijf binnen het plangebied (Omnipack-Reyniers bvba) van de omgeving afgeschermd door een zone voor groen en een zone voor hoog groen (cfr. goedgekeurd planologisch attest). Er wordt door dit RUP geen teloorgang van natuurwaarden verwacht. Verstoring van de ecologische basiskwaliteit – ecologische infrastructuur In het onderzoeksgebied zelf zijn quasi geen natuurelementen aanwezig. Aangezien aan de noordzijde een ruime groenbuffer aansluitend bij de bestaande groenzone wordt voorzien, wordt niet verwacht dat de ecologische infrastructuur of de ecologische basiskwaliteit aangetast zal worden in vergelijking met de referentiesituatie. Verstoring door betreding Binnen het onderzoeksgebied zelf zijn geen soorten gekend die gevoelig zijn voor betreding. In de nieuwe situatie wordt er een grotere groenbuffer voorzien dan in de referentiesituatie, zodat meer garanties kunnen geboden worden voor de natuurwaarden. De nieuwe groenbuffer sluit aan bij een grote bestaande groenzone. Een ingesloten kleine groenzone wordt in ruil bestemd als parkeerzone.


17



Toename van geluidshinder Het RUP gaat over een beperkte toename van schone of lokaal belastende kmo’s. Binnen het plangebied zelf zijn geen soorten gekend die gevoelig zijn voor geluidshinder. Er worden geen significante effecten verwacht met betrekking tot geluidshinder ten opzichte van fauna en flora. Toename van lichthinder Binnen het onderzoeksgebied zelf zijn geen soorten gekend die gevoelig zijn voor lichthinder. Er worden aldus geen significante effecten verwacht met betrekking tot lichthinder ten opzichte van fauna en flora. Rekening houdend met het voorzien van een voldoende brede buffer, aangelegd in streekeigen groen, kan geoordeeld worden dat er geen aanzienlijke effecten met betrekking tot fauna en flora te verwachten zijn.

3.3. Landschap en erfgoed, met inbegrip van het architectonisch en archeologisch erfgoed: Visueel-ruimtelijke aspecten Langsheen de N26 vindt men binnen het plangebied de functies voornamelijk bedrijvigheid en handel terug en tevens wonen terug. De gebouwen van de commerciële functies zijn steeds op een zekere afstand van de weg ingeplant. Veelal wordt de ruimte tussen de gebouwen en de weg benut als parkeerruimte. Aan weerszijden van de steenweg vormt zich één ononderbroken bebouwd lint binnen het plangebied. De gekende geplande uitbreidingen (Omnipack-Reyniers bvba, V.M. Sport, Trans RD Logistics, Tuincentrum Van Beersel, Garage Ottevaere N.V.…) hebben hoofdzakelijk betrekking op ofwel vervanging van bestaande gebouwen langs de steenweg of op uitbreiding naar achter toe waardoor er gezien vanaf de N26 geen open doorzichten zullen verdwijnen. Vanaf het Kanaal Leuven-Mechelen is het plangebied afgeschermd door een groenscherm. Hier zijn geen wijzigingen gepland. Landschapsatlas (FIGUUR 9): Het plangebied is niet gelegen in een ankerplaats volgens de landschapsatlas Onroerend Erfgoed. Er worden voor het plangebied geen landschapsrelicten aangeduid. De dichtstbijzijnde relictzone ‘Dijlevallei stroomafwaarts Leuven’ bevindt zich aan de overzijde van de spoorweg op ca. 1,1km. Ten zuiden van het plangebied is de dichtstbijzijnde ankerplaats ‘Kasteel van Schiplaken en Steentjesbos’ op een afstand van ca.290m. Ten noorden van het plangebied is de dichtstbijzijnde ankerplaats ‘Dijlevallei tussen Mechelen en Rijmenam’ op ca. 1,1km. Erfgoed: In het plangebied bevindt zich geen beschermd bouwkundig, landschappelijk of archeologisch erfgoed. De archeologische potentie in het plangebied wordt zeer laag ingeschat gelet op de sterke verstoring van het bodemarchief die eerdere graafwerken en bebouwing met zich hebben meegebracht. Bij realisatie van het project dient vermeld dat het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeologisch patrimonium, gewijzigd bij decreten van 18 mei 1999 en 28 februari 2003, van toepassing is. Bij het aantreffen van archeologisch erfgoed geldt steeds de zorgen vondstmeldingsplicht, zoals beschreven in artikels 4 en 8 van bovenvermeld decreet. Om een aantasting van het archeologisch erfgoed te vermijden, kan bij het voorbereiden van het momenteel nog onverharde terrein (het eerder uitgesloten plandeel) vóór de realisatie van de plannen, een archeologische survey worden toegelaten. Hierbij kan onder de teelaarde worden gezocht naar archeologische sporen. Er zijn volgens de beschikbare gegevens geen significant negatieve effecten op de disciplines landschap, erfgoed en archeologie te verwachten ten gevolge van de realisatie van het RUP. Er moeten bijgevolg geen milderende maatregelen worden getroffen om het behoud van monumenten te garanderen.


18



3.4. Geluid en trillingen: Binnen het plangebied en in de onmiddellijke omgeving zijn er geen activiteiten of functies die een opvallend hoog geluid opwekken. Centraal doorheen het plangebied loopt de Leuvensesteenweg N26, verbindingsweg tussen Mechelen en Leuven. Het wegverkeer op de op de N26 vormt hier de grootste bron van het geluid. In het plangebied worden ten opzichte van het bestaande BPA enkel uitbreidingen van bestaande bedrijven voorzien. Er worden geen bijkomende woningen voorzien en er wordt voorzien in een buffering van de woonzones. De geplande toename van schone of lokaal belastende kmo’s, ambachten en nijverheid (vb. schrijnwerkerij, garagebedrijf met toonzaal, verpakkingsbedrijf,…) of diensten ten opzichte van het BPA is kleinschalig en gezien de ligging naast de N26 (grootste geluidsbron binnen het plangebied) levert dit geen bijkomende hinder op voor de omgeving. In de goedgekeurde aanvraag voor planologisch attest heeft Omnipack-Reyniers bvba, het grootste bedrijf binnen het plangebied, milderende maatregelen op vlak van akoestiek aangegeven: Het bedrijf zal naar aanleiding van de geplande uitbreiding haar milieuverguningsaanvraag aanpassen indien vereist en zal hierbij vanzelfsprekend moeten voldoen aan de geluidvoorwaarden van het Vlarem II. De geplande bedrijfsuitbreiding bevindt zich aan de noordelijke zijde van het bestaande gebouw. De dichtstbijzijnde woning in de Guido Gezellestraat bevindt zich op ca. 93m afstand van de uiterste hoek van de uitbreiding. Voor het overige bevinden er zich geen woningen in de nabijheid van de uitbreiding. Hoewel de activiteiten zich volledig binnenin de gebouwen afspelen, worden er nu al volgende akoestisch milderende maatregelen opgenomen in het plan; - Na de uitbreiding ontstaat een U-vormig gebouw met laadkades aan de binnenzijde van deze U-vorm. Laadkades aan de buitengevels worden vermeden. De poorten worden maximaal weggericht van de bestaande woningen langsheen de Leuvense Steenweg. Het geluid wordt maximaal binnenin gehouden. - Er wordt een grondwal voorzien naast de noordelijke hoek van de geplande uitbreiding. De grondwal wordt voorzien om beplant te worden met bodembedekkers. De grondwal heeft een basisbreedte van 13m en een hoogte van 5m wordt voorzien aan de buitenzijde van de bedieningsweg en zorgt voor de afscherming van het geluid afkomstig van de vrachtbewegingen op de bedieningsweg. - Tussen de noordelijke perceelsgrens en de grondwal worden minstens 2 rijen hoogstammige bomen voorzien. - De koelgroepen worden zo centraal mogelijk op het dak voorzien zodat de omliggende woningen hiervan geen geluidshinder zullen kunnen ondervinden. Bovendien zullen de koelgroepen op het dak maximaal dempend (maximaal geluidsarm) worden uitgevoerd. - Rijrichting vrachtwagens: de vrachtwagens mogen slechts in enkele richting rondom het gebouw rijden waardoor geen dubbel verkeer mogelijk zal zijn op de weg rondom het gebouw.

De opmaak van dit RUP heeft geen gevolgen voor de discipline geluid en trillingen. Ten aanzien van de omliggende woningen kunnen de nodige milderende maatregelen worden getroffen. 3.5. Lucht: De situatie ten opzichte van het bestaande BPA, wordt slechts beperkt gewijzigd. De toename van schone of lokaal belastende kmo’s, ambachten en nijverheid (vb. schrijnwerkerij, garagebedrijf met toonzaal, verpakkingsbedrijf,…) of diensten is beperkt en gezien de ligging naast de N26 worden geen significante wijzigingen verwacht. De opmaak van het RUP heeft geen gevolgen voor de discipline lucht. 3.6. Geur- en stofhinder: De situatie ten opzichte van het bestaande BPA, wordt slechts relatief beperkt gewijzigd. De toename van schone of lokaal belastende kmo’s, ambachten en nijverheid (vb. schrijnwerkerij, garagebedrijf met toonzaal, verpakkingsbedrijf,…) of diensten is beperkt en gezien de ligging naast de N26 worden geen significante wijzigingen verwacht. Er worden geen vervuillende industrieën toegelaten. De opmaak van het RUP heeft geen gevolgen voor de discipline geur- en stofhinder.


19



3.7. Mens en verkeer: Bestaande verkeerssituatie De Leuvensesteenweg (N26) is de historische verbinding tussen Mechelen en Leuven en vervult ook vandaag nog steeds een belangrijke rol op bovengemeentelijk niveau (gewestweg). De N26 heeft een rijwegprofiel 2x1 met fietspaden aan weerszijden. Langsheen de steenweg bevinden zich heel tal van bedrijven, handelszaken en woningen zowel in open als gesloten bebouwing. De ontsluiting van bedrijven en handelszaken langsheen de N26 gebeurt momenteel tamelijk ongeordend. Binnen het plangebied kruist de N26 met de Bieststraat. Het is niet zozeer de doorstromingsfunctie op de N26 die een probleem vormt, maar wel de veiligheid van het kruispunt van de N26 met de Bieststraat, vooral voor overstekende zwakke weggebruikers. De Bieststraat vormt de verbindingsweg tussen Schiplaken en Hever, twee deelkernen van Boortmeerbeek. De Bieststraat is lokaal een belangrijke weg, o.a. door de gemeentelijke bibliotheek en de oversteekmogelijkheid van het kanaal Leuven-Dijle. Het kruispunt van de Leuvensesteenweg en de Bieststraat vormt vandaag een verkeersgevaarlijk punt, vooral omdat de Bieststraat een lokale fietsroute is die moet gekruist worden. Dit kruispunt is niet uitgerust met verkeerslichten. Flankerende maatregelen binnen RUP In dit RUP wordt de zone voor openbare wegenis afgestemd op het rooilijnenplan, waardoor evt. latere wegverbreding later mogelijk blijft. Ter bevordering van de doorstroming van het verkeer op de N26 worden het aantal private erftoegangen in de voorschriften beperkt tot het minimum. In de ‘streefbeeldstudie N26-N267-N21’ worden voor het kruispunt N26 x Bieststraat een aantal mogelijke oplossingen voorgesteld, die mogelijk blijven binnen dit RUP (vb. voorzien van middenberm als rustpunt voor overstekende fietsers, plaatsen van verkeerslichten,…) Ten opzichte van het BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’ is er onderstaande maximale oppervlaktetoename van harde functies: - zone voor gemengde activiteiten (GA): +2,1ha - zone voor wonen (W): + 0,64ha - zone voor parking (P): + 0,40ha Volgens CROW-gegevens zal de toename van 2,1ha gemengd bedrijventerrein een toename van gemiddeld 3461 MVT2 /etmaal tot gevolg hebben. Dit is een worst-case scenario omdat de toenames in werkelijkheid betrekking hebben op bestaande bedrijven en handelszaken en zij vooral bedoeld zijn om de interne werking te optimaliseren en bijgevolg niet zozeer de verkeersattractie zullen verhogen. De woonzone wordt wel uitgebreid, maar aangezien alle percelen al bebouwd zijn, wordt hier geen toename van het aantal woningen en dus ook geen toename van het aantal verkeersbewegingen n.a.v. bijkomende woonoppervlakte verwacht. Omdat er binnen een deel van de woonzone ook handel en reca kan worden voorzien, betekent dit op basis van CROW-gegevens voor 1.200m² tuincentrum in buitengebied (gewenste uitbreiding Tuincentrum Van Beersel – uitgaand van het feit dat 95% van de klanten met de auto komen en gerekend met een gemiddelde autobezetting van 186 mvt/etmaal) en 700m² outlet in buitengebied samen gemiddeld 358 MVT /etmaal. De zone voor parking in zone P heeft louter betrekking op de stalling van auto’s in functie van het garagebedrijf en aanleg van deze parking betekent dan ook geen verwachte toename van het aantal verkeersbewegingen. In tegendeel, de vrachten zullen optimaler kunnen benut worden en het aantal leveringen zou kunnen verminderen. Aanpassing n.a.v. advies Departement MOW dd04/06/2012: Rekening houdend met het profiel en de capaciteit van de N26 kunnen we stellen dat er wel enige impact zal zijn op de N26, omwille van het feit dat dit al een erg drukke en congestiegevoelige weg is, maar de impact is eerder beperkt en aanvaardbaar.

1

Aangepast n.a.v. advies Departement M.O.W. dd. 04/06/2012 MVT-beweging = motorvoertuigenbewegingen in ingaande en uitgaande richting binnen 24 uur op een gemiddelde weekdag van een jaar 2


20



Bijkomend bevat het RUP een grote verbetering betreffende in- en uitritten. Momenteel zijn de meeste in- en uitritten niet duidelijk afgebakend en in meerdere gevallen nemen zij de volledige perceelsbreedte in. Per bedrijf zal volgens de stedenbouwkundige voorschriften nog maximum 1 ontsluiting naar de N26 worden toegelaten. Enkel wanneer kan worden aangetoond dat dit vereist is voor de bedrijfswerking kunnen uitzonderlijk en mits toestemming van AWV (Administratie Wegen en Verkeer) meerdere erftoegangen worden toegestaan. Aanvulling n.a.v. advies Waterwegen en Zeekanaal NV dd. 07/05/2012: De bijzondere ligging van het plangebied aan het Kanaal Leuven-Dijle dient te worden opgemerkt. Hierdoor zijn de terreinen die grenzen aan het kanaal uitermate geschikt voor de realisatie van watergebonden bedrijvigheid. Het verdient aanbeveling om goederen en/of grondstoffen te vervoeren via de waterweg. Vervoer via water heeft op verschillende vlakken milieubaten tot gevolg; nl. op het vlak van verkeersintensiteit, veiligheid, luchtvervuiling en geluidshinder. 3.8. Seveso-bedrijven In de voorschriften van dit RUP wordt expliciet gesteld dat SEVESO-bedrijven binnen het plangebied niet toegelaten zijn. In de lijst van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg van inrichtingen die onderworpen zijn aan de "Seveso II"-richtlijn (situatie 12.01.2012), komen er geen Seveso-bedrijven voor binnen een straal van 2km rond het plangebied.

4. Grensoverschrijdende effecten Het plangebied heeft een beperkte grootte in een dorpscentrum op ruime afstand van gewest- of landsgrenzen. Er zijn geen effecten voor mens of milieu, bvb. inzake mobiliteit of luchtemissies, te verwachten in een ruimer bereik.

5. Conclusie Het RUP Boven Rot en de Helle voorziet de wijziging van het BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’ enerzijds om bestaande schone of lokaal belastende kmo’s, ambachten en nijverheid (vb. schrijnwerkerij, garagebedrijf met toonzaal, verpakkingsbedrijf,…) de kans te bieden om uit te breiden (ook naar aanleiding van het planologisch attest van het bedrijf Omnipack-Reyniers bvba) en anderzijds om een aantal zonevreemde woningen zone-eigen te maken en rechtszekerheid te bieden alsook om op een aantal ingesloten woonpercelen de kans te bieden om de nabestemming gemengde activiteiten te geven. De opmaak van het RUP heeft geen aanzienlijke gevolgen voor de disciplines bodem en water, fauna en flora, landschap en erfgoed, geluid en trillingen, lucht en stof, mens en verkeer. Er worden evenmin grensoverschrijdende effecten verwacht. Aangenomen wordt dat gezien voorgaande geen Plan-Mer dient te worden opgemaakt.


21



LIJST VAN FIGUREN Figuur 1: Orthofoto – Situering van het plangebied Figuur 2: Functies binnen het plangebied Figuur 3: Planologisch attest Omnipack-Reyniers bvba Figuur 4: Bestaande juridische toestand – BPA binnen plangebied Figuur 5: Ontwerp-RUP ‘Boven Rot en de Helle’ Figuur 6: Gewestplan Leuven Figuur 7: Oorspronkelijk BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’ Figuur 8: Eerste gedeeltelijke herziening BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’ Figuur 9: Tweede gedeeltelijke herziening BPA nr.3 ‘Boven Rot en de Helle’ Figuur 10: Bestaande juridische toestand – Verkavelingen binnen plangebied Figuur 11: Natura2000 Figuur 12: Gebieden van het VEN en IVON Figuur 13: Recht van voorkoop Figuur 14: Landschapsatlas - ankerplaatsen Figuur 15: Landschapsatlas – relictzones Figuur 16: Vlaamse Hydrografische Atlas Figuur 17: Overstromingsgebieden in Vlaanderen – Risicozones Figuur 18: Overstromingsgebieden in Vlaanderen – ROG / NOG Figuur 19: Bodemkaart Figuur 20: Watertoets – Overstromingsgevoelige gebieden Figuur 21: Watertoets – Grondwaterstromingsgevoelige gebieden Figuur 22: Watertoets – Infiltratiegevoelige gebieden Figuur 23: Zoneringsplan VMM Figuur 24: Biologische waarderingskaart Figuur 25: Herbevestigde agrarische gebieden


22

Van: Beusen, Peter [mailto:[email protected]] Verzonden: dinsdag 3 april 2012 15:44 Aan: Casteels Jos CC: Vercammen, Sven Onderwerp: OHPL1374 - Screeningsnota - adressenlijst - RUP "Boven Rot en de Helle" te Boortmeerbeek Geachte, U verzocht ons voor het RUP “Boven rot en de Helle” te Boortmeerbeek een selectie te bezorgen van de relevante betrokken instanties, vermeld in artikel 3, §1, 3° van het plan-m.e.r.-besluit van 12 oktober 2007, die in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage geraadpleegd moeten worden. Het verzoek tot raadpleging (= screeningsnota) heeft het dossiernummer OHPL1374 gekregen. Gelieve dit dossiernummer bij verdere communicatie te vermelden. Selectie van de relevante betrokken instanties en ontwerpbrief In bijlage vindt u de gevraagde lijst van de relevante betrokken instanties voor het RUP, en een ontwerpbrief. We vinden het raadzaam dat u minstens het advies inwint van deze instanties om hun mening te kennen over de vraag of dit plan al dan niet mogelijk aanzienlijk negatieve milieueffecten kan genereren. Uiteraard kan u ook nog het advies inwinnen van andere instanties. Inhoudelijke opmerkingen Voordat u de screeningsnota verzendt naar de adviesinstanties, vragen wij u om volgende elementen te bespreken of aan te passen, zodat de definitieve screeningsnota enerzijds zou voldoen aan alle decretale formele vereisten en anderzijds alle concrete informatie zou bevatten die de dienst Milieueffectrapportagebeheer nodig heeft om al dan niet te kunnen besluiten dat het plan geen aanzienlijk negatieve milieueffecten kan hebben. Binnen rubriek 3.7 “Mens en verkeer” geeft u een inschatting van de toename aan motorvoertuigenbewegingen die verwacht kunnen worden ten gevolge van het plan. U heeft in de screeningsnota echter de huidige verkeerssituatie van het plangebied niet geschetst. Gelieve dit alsnog te doen. Hieruit zou o.a. moeten blijken of er momenteel reeds verkeersknelpunten zijn in het plangebied en of er reeds een verzadiging is van de N26. Gelieve tevens de “Seveso-toets” op te nemen in de screeningsnota, i.e. te schetsen of Sevesobedrijven toegelaten zijn in het plangebied en te schetsen of er in een straal van 2km rond het plangebied Seveso-bedrijven gelegen zijn. Door een arrest van het Hof van Justitie van 24 maart 2011 moet voortaan in elke screeningsnota een extra bepaling toegevoegd worden om aan te tonen dat het voorliggende RUP screeningsgerechtigd is. Om aan te tonen dat het plan screeningsgerechtigd is moet er niet enkel nagegaan worden of het plan het kader vormt voor bijlage I of II-projecten (zoals reeds gebeurd is onder rubriek 2.11 van de screeningsnota), maar ook of het plan het kader vormt voor projecten bedoeld in de bijlage bij Omzendbrief LNE 2011/1 van 22 juli 2011. Mogelijk vormt het plan immers het kader voor een stadsontwikkelingsproject of industrieterreinontwikkeling. Dit kan best expliciet vermeld worden in de screeningsnota. U neemt aanvullend daarom best onderstaande paragraaf nog op: “Het RUP vormt (mogelijk) een kader voor de toekenning van een vergunning voor een project opgesomd in de bijlage bij omzendbrief LNE 2011/1 van 22 juli 2011, namelijk voor de rubriek 10a en b van die bijlage. Het RUP bepaalt echter duidelijk het gebruik van een klein gebied op lokaal niveau omdat […], en is dus screeningsgerechtigd.” Verder verloop van de procedure •

U past de screeningsnota aan op basis van de opmerkingen hierboven.

•

U verstuurt de screeningsnota naar de adviesinstanties, vermeld op de adressenlijst (cf. bijlage).

•

Na 30 dagen, stuurt u een herinneringsbrief naar de instanties die nog niet gereageerd hebben. Dit is een wettelijke verplichting. Er is niet vastgelegd hoe lang u op een antwoord moet wachten. De keuze is aan u. U kan altijd telefonisch contact opnemen met de instanties om na te gaan of er nog een advies mag verwacht worden.

•

U bundelt de ontvangen adviezen. Indien in deze adviezen aanpassingen aan de screeningsnota worden gevraagd, kan u de screeningsnota aanpassen of onderbouwen waarom u een aanpassing niet noodzakelijk acht. De aanpassingen dienen wel herkenbaar te zijn ten opzichte van de oorspronkelijke tekst (vb. andere kleur, italic, kader). Bijkomende gegevens of informatie over hoe met bepaalde opmerkingen zal omgegaan worden in het verdere planproces kunnen ook via een begeleidende/aanvullende nota meegedeeld worden.

•

U stelt het dossier samen voor de dienst Milieueffectrapportagebeheer, in functie van haar beslissing over de plan-m.e.r.-plicht. Dit dossier bevat de volgende documenten: o De definitieve screeningsnota (1 analoog en 1 digitaal exemplaar); o Een kopie alle ontvangen adviezen; o Indien van toepassing, een kopie van een herinneringsbrief; o Indien van toepassing, een begeleidende/aanvullende nota (1 analoog en 1 digitaal exemplaar); o Digitale versies kunnen ook via email aan de hierboven vermelde dossierbehandelaar bezorgd worden.

•

U verstuurt het volledige dossier aangetekend naar de dienst Mer: Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Koning Albert II-laan 20, bus 8 1000 Brussel

U kan ons steeds contacteren als u nog vragen hebt.

Met vriendelijke groeten, Peter Beusen

Vlaamse overheid ‐ Departement LNE Afdeling Milieu‐, Natuur‐ en Energiebeleid Dienst Milieueffectrapportagebeheer Koning Albert II‐laan 20 bus 8 ‐ 1000 Brussel T 02 553 02 96 – F 02 553 80 75 www.mervlaanderen.be ‐ http://www.lne.be/disclaimer

Peter Beusen Proces‐ en kwaliteitsbeheerder Team Infrastructuur

Schrijf u in op de nieuwsbrief van de dienst Mer.

Provinciebestuur Vlaams-Brabant Dienst Ruimtelijke Ordening Agentschap Ondernemen Entiteit Ruimtelijke Economie ANB – Vlaams-Brabant Afdeling Duurzame Departement Landbouw en Visserij Landbouwontwikkeling Ruimtelijke Ordening VlaamsBrabant Agentschap Wonen-Vlaanderen

Afdeling Wonen

Agentschap Wegen en Verkeer

Buitendienst Vlaams-Brabant

Departement MOW VMM

t.a.v. Fernand Desmyter, secretaris-generaal Afdeling Operationeel Waterbeheer

Vlaams-Brabant

Ellipsgebouw VAC

Provincieplein 1 Koning Albert II-laan 35, bus 12 Diestsepoort 6 bus 75

3010 Leuven 1030 Brussel 3000 Leuven

VAC

Diestsepoort 6 bus 101

3000 Leuven

VAC


3000 Leuven

Koning Albert II-laan 19 bus 40

1210 Brussel


3000 Leuven


1000 Brussel


1000 Brussel

Oostdijk 110

2830 Willebroek

Koning Albert II-laan 20, bus 8

1000 Brussel

t.a.v. Hilde Van den Afdelingshoofd Bosch t.a.v. het VAC afdelingshoofd Graaf de Ferrarisgebouw Graaf de t.a.v. Bram Vogels Ferrarisgebouw

Waterwegen en Zeekanaal nv Departement LNE

Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid

Laatst gewijzigd op 3 april 2012

Dienst VR

Graaf de Ferrarisgebouw

1/1

directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening Vragen naar Tel/Fax E-mail Ondernemingsnr uw kenmerk Dossiernummer Ons kenmerk

Hans Janssens / Shary Heuninckx 016/26 75 59-016/26 75 85 [email protected] 0253.973.219 MER-2012016 IST-RO-MER-BOO-Boven Roten de Helle-screening

¿ä

PROVINCIE VLAAMS • BRABANT

Provincie Vlaams-Brabant • Provincieplein 1 • 3010 Leuven

AANGETEKEND Aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Boortmeerbeek Pastorij straat 2 3190 Boortmeerbeek

O 2 -05- 2012 Geachte, Betreft: Boortmeerbeek - gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Boven Rot en de Helle' - advies screeningsnota Het ruimtelijk uitvoeringsplan beoogt een oplossing te bieden voor een aantal concrete knelpunten langsheen de Leuvensesteenweg. Het betreft meer bepaald: - het wijzigen van het bestaande BFA nr.3. Boven Rot en de Helle, zodat de uitbreidingsbehoefte van een aantal bedrijven kan worden beantwoord - het creëren van juridische zekerheid voor de ingesloten woonpercelen - het juridisch verankeren van de ontwikkelingsmogelijkheden die aan het bedrijf Omnipack-Reyniers werden gegeven bij het afleveren van een planologisch attest in 2011. Aangezien het ruimtelijk uitvoeringsplan de wijziging beoogt van het juridisch kader inzake ruimtelijke ordening voor een beperkt gebied op lokaal niveau, zonder significante milieueffecten, valt het plan, ons inziens, niet onder de plan-MER-plicht. Een inhoudelijke beoordeling van het ruimtelijk uitvoeringsplan zal onderwerp uitmaken van het besluitvormingsproces beschreven in artikel 2.2.13 en 2.2.14 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening. e groeten.

-Katrien PUTZEYS diensthoofd ruimtelijke ordening

vlaamsbrabant/ruimteliikeordening

Agentschap

—9

I S 2 0 1 2 0 1 5 0 0 *

uoor

N a t u u r e n Bos

j^èï-^/7

Aan het college van burgemeester en schepenen van en te 3190 BOORTMEERBEEK

uw kenmerk

ons kenmerk

Uw schrijven van 10/04/2012

ANB/SVO/12/1328

vragen naar / e-mail

telefoonnummer

datum

Sandro Van Opdenbosch

016 66 63 11

24 april 2012

bijlagen

[email protected]

Betreft:

ADVIES RUP 'Boven Rot en De Helle' - wijziging BPA nr. 3 Verzoek tot raadpleging in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage

Geachte,

Op basis van het ingediend dossier is het Agentschap voor Natuur en Bos van oordeel dat het hierboven vermeld RUP geen significant negatieve effecten heeft op natuurwaarden in het algemeen, noch op natuurgebieden die in uitvoering van het gewestelijk beleid als prioritair te beschermen beschouwd worden. Het ANB treedt dan ook de conclusies van de screening voor de discipline fauna en flora bij. Dit advies betreft enkel de eventuele significante milieueffecten. De bemerkingen van het Agentschap die betrekking hebben op de planologische aspecten zullen ten gronde worden beoordeeld in de fase van de plenaire vergadering bij het voorontwerp van het RUP.

Hoogachtend,

Provinciaal directeur Agentschap voor Natuur en Bos

Vlaams-Brabant

¿'

Landbouw en Visserij

¿ *

I

S

2

ü

1

2

0

-

]

/

;

a

3

3^.^ /?

Departement Landbouw en Visserij AANGETEKEND

College van Burgemeester en Schepenen Pastorijstraat 2 3190 Boortmeerbeek

uw bericht van 10/04/2012

uw kenmerk

Duutzame Landbouwontwikkeling Ellips, 6e verdieping Koning Albert II-laan, 35, bus 40 1030 Brussel Tel. 02 552 78 70 - Fax 02 552 78 71 [email protected]

ons kenmerk

bijlagen

2012_011345 vragen naat / e-mail Els Stevens [email protected]

telefoonnummer 02 552 79 15

datum

2 6 APR. 2012

Betreft: Advies 'verzoek tot raadpleging' in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage van het Mer RUP Boven Rot en De Helle.

Geachte,

D e afdeUng D u u r z a m e Landbouwontwikkeling heeft het 'verzoek tot raadpleging' in het kader van een onderzoek tot milieueffectrapportage van het gemeenteUjk R U P 'Boven R o t en de Helle' onderzocht en geeft een voorwaardelijk positief advies m.b.t. de screening plan-MER: zij gaat er met andere woorden mee akkoord dat het voorgenomen plan in zijn huidige v o r m geen aanzienlijke milieueffecten kan genereren, enkel en alleen indien met onderstaande opmerkingen rekening w o r d t gehouden bij de verdere uitwerking van het plan. H e t voorliggende R U P heeft tot doel een uitbreiding te doen van het bestaande BPA nr 3 Boven Rot en de Helle, deels in functie van twee goedgekeurde planologische attesten. H e t betreft bedrijvigheid en handelsfuncties langs de Leuvensesteenweg in Boortmeerbeek. Ter plekke zijn ook woningen in landelijk woongebied en achterkggend agrarisch gebied. H e t noordelijk gedeelte reikt tot de Bieststraat, het zuidelijk gedeelte w o r d t begrensd door het kanaal. H e t betreft een plangebied van 22ha waarvan 8ha in BPA gelegen, 9ha in agrarisch gebied en 4ha in landelijk woongebied. H e t voorliggende R U P omvat deels bestaande bedrijven en de aangrenzende percelen maar ook niet herbevestigd agrarisch gebied achter landelijk woonhnt. H e t agrarisch gebied is n o g deels in professioneel agrarisch gebruik. E r wordt geen duidelijke motivatie gegeven v o o r het herbestemmen van het agrarisch gebied achter het landelijk woongebied. H e t betreft gronden die niet rechtstreeks aan bestaande bedrijvigheid palen en ook niet rechtstreeks naar de voorKggende steenweg ontsluiten.

„1

! < . , = „ K o /1í,,irlV,r

Het bijkomend creëren van KMO-zone leidt tot inname van actief in professioneel gebruik zijnd agrarisch gebied, waarvoor een flankerend beleid noodzakelijk is. Effectieve in gebruik name zal bijkomende verharding teweeg brengen zodat aandacht voor afwatering en opvang van hemelwater noodzakelijk is. Gelet op de doelstelling en de locatie van het voorgenomen plan acht de afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling de opmaak van een plan-MER niet noodzakelijk. De toeuchtingsnota van het uiteindelijke RUP zal duidelijk de herbestemde ruimtebehoefte moeten motiveren. Tot nader order komt enkel het agrarisch gebied dat gevat is door planologische attesten in aanmerking voor herbestemming. Men kan zich eveneens vragen stellen bij de voorziene buffers achter landelijk woongebied wanneer het achterliggende gebied herbestemd wordt naar zone voor KMO. Verder Hjkt het eveneens niet realistisch een zone voor hoogstammig groen op te leggen op percelen waar momenteel waterbufferinfrastructuur aanwezig is. Buffergroen moet zich beperken tot de grenzen van het plangebied waar storende effecten moeten opgevangen worden. Op die manier kan de zone voor KMO gemaximaliseerd en gerationaliseerd worden. Gelieve rekening te houden met de hierboven aangegeven opmerkingen.

Hoogacht ;nd.

Johan Verstrynge Afdelingshoofd Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

o Vlaamse overlieid

'^^l^ WONEN-VLÂANDEREN

College van burgemeester en schepenen t.a.v. Jos Casteels Pastorijstraat 2 3190 Boortmeerbeek

Wonen Vlaams-Brabar-

VAC Leuven I S 2 0 1 Diestsepoort 6 bus 92 3000 Leuven Tel. 016 66 59 30 - Fax 016 66 59 35

2 0 1 6 8 4

uw bericht van

uw kenmerk MER-screening.

ons kenmerk bijlagen MER RUP Boven Rot en

vragen naar / e-mail Johan Baeten Johan.baeten(g),r\vo.vlaanderen.be

Telefoonnummer 016/66 59 31

Datum 08/05/2012

Betreft: Verzoek tot raadpleging in het kader van een MER

Geachte . Naar aanleiding van het "verzoek tot raadpleging" in het kader van het onderzoek tot milieueffectrapportage voor het gemeentelijk R U P 'Boven Rot en D e Helle' (Boortmeerbeek) , hierbij het advies vah Wonen-Vlaanderen. Planinhoud e n p l a n n i n g s c o n t e x t H e t R U P wil enerzijds bestaande of lokale kmo's, ambachten en nijverheid de kans geven o m uit te breiden en anderzijds een aantal zonevreemde woningen zone-eigen te maken teneinde rechtsbescherming te bieden. Visie van Wonen-Vlaanderen m.b.t. de M E R - p l i c h t Wonen-Vlaanderen heeft geen verdere opmerkingen en treedt de visie in deze screeningsnota bij. D e mogelijke müieueffecten m.b.t. w o n e n zijn in het dossier voldoende beschreven. E r is van een planM E R geen bijkomende informade te verwachten. Het advies beperkt zich tot elementen uitspraak over andere aspe.ctenr

die van belang

zijn voorde

sector

wonen

en doet

geen

fc*^Johan.-Ba:èten ' V Diensthoofd Wonen Vlaams-Brabant

www.vlaanderen.be/wonen

I S 2 0 1 2 0 1 9 6 6 *

departement

Mobiliteit en Openbare Werl<en Aan het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Boortmeerbeek Pastorijstraat 2 3190 BOORTMEERBEEK

Algemeen Beleid Koning Albert ll-laan 20 bus 2 1000 Brussel Tel. 02 553 71 09 - Fax 02 553 71 07 [email protected]

uw bericht van

ons kenmerk ABrA/P/U/2012/00293

uw kenmerk

vragen naar / e-mail telefoonnummer Tim De Backer 02-553 74.03 [email protected]

Betreft:

bijlagen d

" ' - 1 JUNI 2012

Boortmeerbeek - RUP Boven Rot en De Helle - gecoördineerd advies

Mijnheer de burgemeester, Verwijzend naar uw schrijven d.d. 10 april 2012 deel ik u mede dat het Departement Mobiliteit en Openbare Werken een positief advies verleent bij het voorliggend verzoek tot raadpleging m.b.t. het RUP "Boven Rot en De Helle", mits terdege rekening gehouden wordt met de opmerkingen en aandachtspunten in bijlage. Het betreft een gecoördineerd advies van de afdelingen Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Haven- en Waterbeleid en Algemeen Beleid. Hoogachtend,

ir. Jemand D e ^ y t e r >ecretaris-gj|heraal afschrift ter kennisgeving aan ir. Ilse Moet, afdelingshoofd, afdeling Haven- en Waterbeleid ir. Yvan Verbakei, afdelingshoofd, afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid

immmm overi.

J^^^¡^^/7

bijlage bij brief ABrA/P/U/2012/00293

Betreft:

Boortmeerbeek - RUP Boven Rot en De Helle - gecoördineerd advies

Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken formuleert de volgende opmerkingen en aandachtspunten :

Gezien het plangebied vlakbij het Kanaal Leuven-Dijle ligt, vraagt het Departement MOW om voor de percelen die grenzen aan de watenA/eg watergebonden bedrijvigheid te ovenA/egen. "Aangenomen wordt dat gezien voorgaande geen PLAN MER dient te worden opgemaakt", voor zover bekend komt het de opmaker van het dossier niet toe ditte besluiten. De opgegeven kerncijfers i.v.m. een industrieterrein op pagina 20 is niet 219 voertuigen per dag maar 346 (ok volgens CROW) totaal komt dan op 346+358 maakt 704 voertuigbewegingen per dag. Cruciaal is hierbij het sluitingsuur; hoeveel voertuigen per tijdstip uur/dag. De situatie van het mogelijks aantal uitritten (pagina 21), en de aanleg van een eventuele ventweg die kan/mag aangelegd worden langs de N26 is ook een belangrijk issue i.v.m. de ontsluiting. Stellen dat er geen impact is, is fout. Het is immers al een erg drukke en congestiegevoelige weg met een hoge mobiliteitsdruk.

W a t e r w e g e n en Zeekanaal Vlieg van

NV

u/at:er

AANGETEKEND College van Burgemeester en Schepenen Pastorijstraat 2 3 1 9 0 Boortmeerbeek

\lïOAÏUA0^^Öt Ons kenmerk

Contactpersoon

V2012N

Nathen Vos

Telefoon

Fax

E-mail

03/860.63.75

03/860.63.03

[email protected]

Uw kenmerk

Bijlagen

Datum

Û7 MEI 2012 Betreft

Kanaal Leuven-Dijle Boortmeerbeek Onderzoek tot MER van het RUP 'Boven Rot en De Helle' te Boortmeerbeek Verzoek tot raadpleging m.b.t. de screeningsnota

Geachte, In uw schrijven d.d. 1 O april 201 2 brengt u Waterwegen & Zeekanaal NV op de hoogte van de screeningsnota die opgesteld is ten behoeve van het MER-onderzoek van het RUP 'Boven Rot en De Helle'. Waterwegen & Zeekanaal NV heeft de nota voor wat betreft haar kennisveld bestudeerd en vraagt rekening te houden met volgende opmerkingen: De bijzondere ligging van het plangebied aan het Kanaal Leuven-Dijle dient te worden opgemerkt. Hierdoor zijn de terreinen die grenzen aan het kanaal uitermate geschikt voor de realisatie van watergebonden bedrijvigheid. In dat verband vragen wij uw aandacht voor de mogelijkheden om goederen en/of grondstoffen te vervoeren via de waterweg. De 'modal shift' beoogt immers een verschuiving van het transport via de weg naar het transport via de spoor- en/of de waterweg, in dit geval het Kanaal Leuven-Dijle. Watergebondenheid kan verankerd worden in de bestemmingsvoorschriften voor bedrijventerreinen. Vervoer via water heeft op verschillende vlakken milieubaten tot gevolg; nl. op het vlak van verkeersintensiteit; veiligheid; luchtvervuiling en geluidshinder. Omwille van de bovenstaande redenen vragen wij om onder de discipline 'Mens en verkeer' (pagina 20) te vermelden dat de mogelijkheid tot vervoer via de waterweg gunstige milieueffecten tot gevolg heeft. Graag worden wij.omwille van de nabijheid van de waterweg ook in volgende fasen betrokken bij de opmaak van het RUP. Met de meeste hoogachting,

jr. Joha Laurent afdeli hoofd

Enig c o r r e s p o n d e n t i e a d r e s

;;

Waterwegen en Zeekanaal NV • a f d e l i n g Zeekanaal' Oostdijk 110.2830Willebroek-tel.+ 32 3 860 62 11 • fax + 32 3 860 63 03 e-mail: [email protected] • website: www.wenz.be MaatschaoDeliike zetel

RUP BOVEN ROT EN DE HELLE wijziging BPA nr. 3

Recommend Documents