Ruimte voor de jeugd Gemeente Hoorn, mei 2013
Ruimte voor de jeugd Ambitie & urgentie Hoorn wil een aantrekkelijke en complete stad zijn voor jong en oud. De Stadsvisie 2005 en de structuurvisie uit 2012 leggen hiervoor een belangrijke basis. De ambitie uit de Stadsvisie is ‘een levendige stad voor iedereen’. Dit impliceert een evenwichtige bevolkingsopbouw, een gevarieerd woningaanbod en een goede voorzieningenstructuur. De vergrijzing is in Hoorn groter dan in Nederland. In de jaren zeventig en tachtig kwamen in een typische groeikern als Hoorn veel jonge gezinnen wonen. Een groot deel van deze oorspronkelijke bewoners bereikt de komende jaren de seniorenleeftijd. Vergrijzing treedt overal in het land op, maar voormalige groeikernen vergrijzen ongeveer twee keer zo snel. De vergrijzing zal leiden tot verkleining van de beroepsbevolking. In Nederland is daarnaast sprake van natuurlijke ontgroening, ook Hoorn ontkomt hier niet aan. De natuurlijke ontgroening van Hoorn wordt enigszins getemperd door een neutraal - licht positief
1
migratiesaldo in de leeftijdscategorie 20 tot 30 jaar. In Hoorn vestigen zich jonge huishoudens (uit de regio). De ontgroening is dan ook minder dan die in de regio. Hoorn kent echter geen hoog positief migratiesaldo voor jongeren zoals studentensteden. Hoorn is echter, in tegenstelling tot studentensteden, in staat om deze jongeren vast te houden. Om de vitaliteit van de gemeente te waarborgen, de beroepsbevolking op peil te houden en een ‘gezonde’ bevolkingsopbouw te kunnen garanderen wil de gemeente Hoorn de stad profileren, inrichten en aantrekkelijker maken voor gezinnen en jongeren. Dit betekent: • Het binden van de huidige gezinnen en jongeren, • Jongeren die (tijdelijk) wegtrekken vanwege studie of werk verleiden om nadien terug te keren en • Jonge gezinnen en jongeren aantrekken (vanuit de regio / provincie)1.
Hoorn wil aantrekkelijk zijn voor de doelgroep jongeren en jonge gezinnen. Dit vraagt om een specifiek pakket aan maatregelen en voorzieningen gericht op jeugd (kinderen van 0 – 12; jongeren 13 – 23). Maar er is meer. Als de ouders geen prettige woon- en leefomgeving aantreffen, of er is onvoldoende werk, komen of blijven de gezinnen niet. Hoorn zal in algemene zin voor alle gezinsleden moeten werken aan: • een aantrekkelijke woon- en leefomgeving: van woning tot wijk, • voldoende (bereikbare) werkgelegenheid en onderwijs en • de kwaliteit en omvang van het voorzieningen pakket. In deze notitie wordt gefocust op de condities voor de jeugd. Hoe kan Hoorn de stad aantrekkelijker maken voor de jeugd?
oorn heeft een sterk regionale woningmarkt. Het grootste deel van de verhuisbewegingen vindt plaats binnen Hoorn en de direct omliggende gemeenten. Hoorn zal vooral concurreren met de H buurgemeenten, maar kan ook een beperkte, onderscheidende rol spelen voor gezinnen van buiten de regio (regio Amsterdam).
Ruimte voor de jeugd
De potenties van Hoorn Hoorn is een aantrekkelijke stad met veel potenties, juist voor de jonge gezinnen met kinderen en jongeren: • Veel rustige, suburbane woonwijken met grondgebonden woningen met tuin die (in potentie) ideaal geschikt zijn voor gezinnen. • Goede voorzieningen in de wijk. • Goede fietsvoorzieningen, erg hoog fietsgebruik. • Goede externe verbindingen: auto en spoor. • Aantrekkelijke, historische binnenstad en ligging aan Hoornse Hop. • Ligging op gepaste afstand van Amsterdamse regio met stedelijke voorzieningen en werkgelegenheid.
3
4
Ruimte voor de jeugd
De keuzes uit de structuurvisie In de structuurvisie is beschreven dat Hoorn streeft naar een leefbare, duurzame, gemengde en historische stad. Door te bouwen aan deze stad, wordt tevens gebouwd aan een stad waar het prettig leven is voor de jeugd. In de structuurvisie is een aantal opgaven en kansen benoemd die zijn gericht op, of een relatie hebben met, ‘jeugdvriendelijkheid’2. Een samenvatting:
Structuurvisie Hoorn
2
Pagina’s 42 – 56 uit Structuurvisie Hoorn
Leefbaar Hoorn • Kindvriendelijkheid. In een leefbare stad is het prettig wonen. De wijken zijn veilig, comfortabel en levensloopbestendig. Hoorn wil aantrekkelijk zijn voor gezinnen. Kindvriendelijkheid is een mooi streven. Dit hangt samen met veilige routes, goede voorzieningen, ruime woningen en aantrekkelijk ingerichte en beheerde openbare ruimten. Een veilige route of ‘kindlint’ tussen de belangrijkste voorzieningen voor de kinderen, zonder obstakels, is essentieel. Een kindvriendelijke wijk is tevens een wijk die vriendelijk is voor senioren. • Veiligheid. De omgeving kan bijdragen aan de verbetering van de veiligheid. Het betreft veiligheid in brede zin van het woord: van objectieve, verkeers- tot subjectieve en sociale veiligheid. • Grondgebonden woningen dragen bij aan een aantrekkelijker, veiliger Hoorn. Ze bieden private (buiten)ruimte en hebben een directe verbinding met, en zich op straat (in tegenstelling tot appartementen).
Duurzaam Hoorn • D uurzame mobiliteit. Het fietsgebruik is nu al erg hoog in Hoorn. De compacte structuur, de (uitbreiding van) goede fietsvoorzieningen en de inbreidingsopgave, bieden kansen voor een verdere toename van het fietsgebruik. • Ruimte voor stadslandbouw, groen en water in de stad kan de stad aantrekkelijker maken voor de jeugd. • Hoorn wil de sociale cohesie in de wijken versterken. Dit kan bijvoorbeeld leiden tot andere, collectieve vormen van beheer en de inrichting van de openbare ruimte.
Gemengd Hoorn • G emengde wijken met ruimte voor wonen, werken en voorzieningen. • Wijken met ruimte voor ondernemerschap (werkgelegenheid) en onderwijs in de buurt (voor jongeren). • Wijken met een divers woningaanbod, zodat jongeren en jonge gezinnen in de buurt kunnen blijven wonen.
Ruimte voor de jeugd 5
Inhoud notitie en leeswijzer Het gemeentelijke jeugdbeleid krijgt een doorwerking in beleid en concrete acties binnen drie domeinen: sociaal-cultureel, economisch-onderwijs en ruimtelijk. Deze notitie focust op het ruimtelijke domein. De andere domeinen zijn al geborgd in de kadernota-Jeugd3. De ruimtelijke agenda staat in deze notitie. Van de andere domeinen, het sociaal-culturele en het economisch-onderwijs domein, worden alleen de ruimtelijk relevante aspecten meegenomen. Er wordt niet gekeken naar de kwantitatieve aanwezigheid van de voorzieningen: zijn alle voorzieningen in voldoende mate aanwezig? De relatie met de inrichting en structuur van de stad en de wijken staat centraal.
3
Kadernota Jeugdbeleid, gemeente Hoorn (maart 2013)
Sociaal-cultureel domein
Economisch - onderwijs domein
Ruimtelijke relevantie: • Sociale participatie in de wijk, sociale duurzaamheid en sociale samenhang • Planning en ordening van basisvoorzieningen (stedelijk en wijken) - Aanwezigheid kinderopvang - (Brede) basisscholen - Kunst en cultuur (in stad en wijken) - Wijkcentra en bibliotheken • Planning en ordening van vrije-tijdsvoorzieningen - Speel- en ontmoetingsruimte - Sport (binnen- en buitensport) - Horeca, detailhandel en leisurevoorzieningen (bioscoop, etc.) - Recreatie (water-strand, routes, plekken, etc.)
Ruimtelijk relevantie • Planning en ordening van werkgelegenheid en voorgezet onderwijs (in de stad en de wijken)
In deel 2 van deze notitie zijn enkele achtergronden beschreven. Wat is jeugdvriendelijkheid, wat bepaalt de urgentie en in hoeverre werd er in het verleden rekening gehouden met jeugdvriendelijkheid? In deel 3 zijn de ingrediënten van jeugdvriendelijkheid beschreven. Deze notitie sluit af met een checklist voor jeugdvriendelijkheid en aanbevelingen voor een wijkgerichte aanpak.
achtergronden Een jeugdvriendelijke stad is een bewegingsvolle stad In een aantrekkelijke leefstad voor de jeugd, heeft de jeugd alle ruimte om te wonen, om overdag onderwijs te krijgen of te werken en om te recreëren en te ontspannen. Een jeugdvriendelijke stad biedt hiervoor de voorzieningen en de (on)bebouwde ruimten. Extra aandacht wordt besteed aan het thema bewegen in Hoorn. De jeugd moet veilig en actief (wandelend en fietsend) alle plekken kunnen bereiken. Actieve mobiliteit omdat obesitas en overgewicht bij de Hoornse jeugd bovengemiddeld toenemen (20% overgewicht in Hoorn; 14% landelijk in 2012). Obesitas en overgewicht hebben in belangrijke mate te maken met het eetpatroon, maar voldoende dagelijkse beweging helpt enorm. Gerichte acties op het gebied van het eetgedrag en voldoende sport (op school) zijn aanwezig, maar in de inrichting van de stad krijgt dit nog onvoldoende aandacht. Opmerkelijk want dagelijks voldoende beweging (wandelen, fietsen, buitenspelen) is zeker zo effectief als 30 minuten sport per week. Voldoende bewegen is verstandig vanwege overgewicht, maar daarnaast is aangetoond dat veel bewegen, op lange termijn de kans op dementie en depressies vermindert.
Bewegen kan worden gestimuleerd door een stedelijke omgeving te creëren die veilig, aantrekkelijk en divers is. De openbare ruimte moet beweging uitlokken en faciliteren. Kinderen spelen helaas steeds minder buiten en worden vaak met de auto naar school of sport of hobbyclub gebracht. Een gezonde stad biedt een aantrekkelijke, leefbare en veilige woon- en leefomgeving voor haar jeugd. Een stad waar volop wordt gewandeld en gefietst. Een stad met voldoende speel- en bewegingsruimte en aantrekkelijke, betekenisvolle openbare ruimten en parken Kortom: een jeugdvriendelijke stad is ook een bewegingsvolle stad.
Achtergronden
Volkskrant / CBS
Noordhollands Dagblad, 11 juli 2012
Dat lichaamsbeweging niet alleen ons lijf maar ook ons brein in conditie houdt, blijkt steeds duidelijker uit wetenschappelijk onderzoek. Maar we bewegen almaar minder, tot spijt van prof. Erik Scherder. Beweging baat het brein van de wieg tot het graf, betoogt hij. “Hoe wil je ouder worden? Daar gaat het hier óók over!”
Overgewicht en obesitas jongeren (CBS, 2012)
Trouw, maart 2011
7
8
Achtergronden
Een terugblik: normering maakt nog geen jeugdvriendelijke stad Tot de 2de wereldoorlog speelde het kind nagenoeg geen rol van betekenis in de inrichting en vormgeving van de stad, een enkele speelplein daargelaten. Pas vanaf de wederopbouw werd, in de modernistisch opgezette wijken zoals de Grote Waal in Hoorn, serieus rekening gehouden met de noden van de jeugd. Het kind kreeg genormeerde en afgebakende ruimten waar het kon spelen. Scholen werden planmatig in de wijken ontwikkeld. In deze functioneel opgezette wijken was functiescheiding en differentiatie van ruimten naar gebruik en doelgroep het uitgangspunt. Jongere en oudere kinderen hoorden te spelen op de daarvoor aangewezen plekken. Het systeem van normering (hoeveelheid (speel) ruimte per buurt en wijk) werd verder verfijnd in de typische jaren 70 en 80 bloemkoolwijken. Hoorn kent veel van deze wijken zoals Risdam en Kersenboogerd. Ze maakten onderdeel uit van het Structuurplan Groot Hoorn uit 1976. Hoewel de modernistische en de bloemkoolwijken grote verschillen kennen in verschijningsvorm en structuur is de positie van de jeugd vergelijkbaar: deze diende zijn plek te kennen. Genormeerd en afgebakend.
Surbane woonmilieus zijn de afgelopen jaren als ideaal bestempeld voor gezinnen. De normering heeft zicht dan ook voortgezet en ontwikkeld voor moderne suburbane wijken zoals Bangert en Oosterpolder. Het leidde echter tot anonieme groenzones waar vooral gevoetbald werd en standaard speeltuintjes met wipkippen in de buurten. Vanaf de jaren 80 is het kind geen factor van belang meer geweest in de stadswijken, in Hoorn geldt dit met name voor de binnenstad. De binnenstad heeft zich de afgelopen decennia ontwikkeld als gebied voor funshoppen, recreatie, horeca, starters, senioren en stedelijk georiënteerde een- en tweepersoonshuishoudens. Dit terwijl Jane Jacobs duidelijk aantoonde dat juist stadswijken met hun menging en diversiteit aantrekkelijk zijn voor kinderen. Een gemengde stadswijk met brede stoepen, veilige binnenhoven en goed ingerichte speelpleinen en speeltuinen kan ideaal zijn voor kinderen.
Jane Jacobs
Aldo van Eyck liet met zijn honderden speeltuinen in Amsterdamse stadswijken zien wat dit kan betekenen voor oude stadswijken. In de stedelijke Structuurplan Groot Hoorn (1976)
Achtergronden
gentrification-wijken zoals de Jordaan en Pijp in Amsterdam neemt het aandeel gezinnen al weer jaren toe. Kinderen maken hier onderdeel vanzelfsprekend onderdeel uit van het stedelijke domein. Soms door ze beschermde speelomgevingen en routes (kindlinten) aan te bieden, maar vaker door ze gebruik te laten maken van het publieke domein. Sociale veiligheid, toezicht en verkeersveiligheid zijn een must. Een gevarieerde, uitdagende en spannende leefomgeving is ook voor de jeugd aantrekkelijk.
Speelplaatsen Aldo van Eyck in Amsterdam
Niet alleen de Hoornse woonwijken, maar ook de Hoornse binnenstad is potentieel een aantrekkelijke woonplek voor kinderen én ouders. ’t Jeudje is een mooi voorbeeld van een nieuwe stadsinbreiding met een aantrekkelijk woonomgeving voor jongeren. Een stad aantrekkelijk maken voor de jeugd is niet alleen gekoppeld aan één of enkele concrete projecten. En met voldoen aan de normen ben je er ook niet. Het bouwen aan een jeugdvriendelijke en bewegingsvolle stad vraagt constante aandacht en betrokkenheid. Iedere ruimtelijke ontwikkeling, of het nu gaat om beheer van het groen, de herinrichting van een straat of wijk, een stadsstrand of het formuleren van een woningbouwprogramma,
‘t Jeudje
kan bijdragen aan de jeugdvriendelijkheid. De ‘jeugdscan’ kan als checklist fungeren. Stapsgewijs wordt gebouwd aan de aantrekkelijke, jeugdvriendelijke stad. In het volgende deel is beschreven welke ruimtelijke aspecten belangrijk voor zijn bij de ontwikkeling van een jeugdvriendelijke stad.
9
Tien steden 1. De aantrekkelijke woonstad Voldoende, aantrekkelijke woningen is de basis. Uit onderzoek blijkt dat dit essentieel is voor jeugdvriendelijkheid. In Hoorn is de basis op orde. Hoorn heeft aantrekkelijke suburbane woonwijken – uit de jaren 70 tot zeer recente - met een geschikte woningvoorraad, bestaande uit een groot percentage eengezinswoningen(naar omvang, kwaliteit en type). Dit is een eerste vereiste voor een jeugdvriendelijke woonomgeving4. Doorgaans zijn deze wijken (en de woningen) op orde, maar de kwaliteit en positie op de woningmarkt staat onder druk. Bewoners van de jaren 70 -80 wijken verhuizen relatief vaak naar andere wijken. De situatie is het meest urgent in de Grote Waal-oost, Risdam-noord en Kersenboogerdnoord. Een opgave om te zorgen dat deze wijken in de toekomst aantrekkelijk blijven voor gezinnen.
Dit vraagt investeringen in onderhoud en beheer van openbare ruimte, maar kan ook samenhangen met de kwaliteit en omvang van de woning. Het samenvoegen van bijvoorbeeld appartementen kan woningen voor gezinnen interessant maken. Deze wijken vergrijzen sterk, de samenvoegstrategie kan vooral voor de niet levensloopbestendige woningen (smalle beukmaat, meerdere verdiepingen en geen traplift mogelijk, beperkte omvang) interessant zijn. Dit omdat deze woningen op termijn minder geschikt zijn voor senioren. Gezinsvriendelijke appartementen voldoen aan: • Netto vloer oppervlakte van minimaal 85 m2 • Relatie tussen de entree en de straat • Eén kamer per kind • Er is voldoende bergruimte per woning • Voor complexen hoger dan 4 verdiepingen:
collectieve speelplek in gebouw • Er is een lift in elk appartementencomplex • De privé-buitenruimte is groot genoeg om een tafel te kunnen plaatsen. • Er zijn goede externe speel- of ontmoetingsruimtes voor diverse leeftijdsgroepen. (uit: Bouwstenen Kindvriendelijk Rotterdam)
Maar de woonconsument vraagt echter meer. Ook niet typisch suburbane wijken kunnen aantrekkelijk zijn voor gezinnen. Stedelijke laagbouw met kleine stadstuinen, patio’s en autovrije straten zijn voor stedelijk gerichte gezinnen interessant. Locaties vlak bij de voorzieningen (binnenstad, station, etc.) lenen zich hier prima voor. In de plannen voor de Poort van Hoorn en de Kustvisie dient hier op ingespeeld te worden.
Herontwikkeling woonwijken (uit structuurvisie Hoorn)
4
Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam (Gemeente Rotterdam)
Tien steden
KANSEN
De aantrekkelijke woonstad • H oudt de woonkwaliteit van de jaren 70-80 woonwijken op peil. Zorg voor goede openbare ruimtes, maak woningsamenvoeging mogelijk, biedt ruimte voor aanpassingen aan de woningen. • Maak de aanpassingen aan de woningvoorraad gericht op gezinnen onderwerp van de wijkvisies (bijvoorbeeld wijkvisie Grote Waal). • Creëer aantrekkelijke woonmilieus voor gezinnen op verschillende plekken in de stad. Niet alleen in de suburbane woonwijken, maar ook op stedelijke plekken - Poort Van Hoorn: Stationsgebied, Prismalocatie, Vale Hen en Pelmolenpad - Kust: Oude Schouwburglocatie
VOORBEELD
Aantrekkelijke woonmilieus voor gezinnen in de binnenstad ‘t Jeudje is een goed voorbeeld. Aantrek kelijke gezinswoningen in de binnenstad.
Wonen in ‘t Jeudje, Hoorn
VOORBEELD
Houdt kwaliteit van de jaren 70 en 80 wijken op peil De afgelopen jaren is er veel studie gedaan naar de kwaliteitsverbetering van deze wijken. Ingrepen hangen bijvoorbeeld samen met de herinrichting van de openbare ruimte, beter beheer van het groen en aanpassingen aan de woningen. In onderstaande pdf zijn allerlei analyses en voorbeelden opgenomen. http://bit.ly/15TmB6G (PDF)
11
12
Tien steden
2. De goed voorziene stad Hoorn werkt aan een compleet aanbod van voorzieningen, de voorzieningenstructuur is volop in ontwikkeling. Onder invloed van schaalvergroting, afbrokkelende financiën, veranderende maatschappelijke behoeften en demografische ontwikkelingen verandert het voorzieningenniveau in de wijken. Was dit jaren geleden erg overzichtelijk. De buurt en de wijk waren het uitgangspunt van de voorzieningenplanning. Tussen de wijkvoorzieningen (basisscholen, wijkcentra, winkels) en de woningen waren veilige (fiets)routes. Grote Waal-west, Risdam en Kersenboogerd zijn volledig op basis van dit systeem ontwikkeld.
Zoals gesteld, de maatschappij is veranderd. In de structuurvisie wordt hier over gesteld: “Het activiteitenpatroon van huishoudens is tegenwoordig nauwelijks meer aan de buurt of de wijk gebonden. Men maakt gebruik van (werk) voorzieningen in de hele stad of regio. De kinderen krijgen specifiek basisonderwijs, desnoods op forse afstand van de woning en gaan niet per se naar de buurtschool. Men doet eenmaal per
week boodschappen in een grote supermarkt, de buurtsuper verdwijnt. Sporten doet men al lang niet meer in de wijk, maar in de sportschool of moderne complexen aan de rand van de stad.”
De wijkgedachte, met ‘het gezin als centrum van de stedelijke gemeenschap’
Kindlinten, fietsroutes en rollatorpaden verbinden voorzieningen (uit: structuurvisie Hoorn)
Hoewel dit een realiteit is (was), is toch een tegenbeweging te zien. Het drukke, diffuse activiteitenpatroon leidt tot herwaardering van de wijkgebondenheid. Wederom in de structuurvisie:
Tien steden
”Huishoudens willen de beperkt beschikbare tijd op een kwalitatieve wijze invullen door reistijden te beperken of activiteiten slim te combineren. Het is wenselijk om de activiteiten binnen het ‘daily urban system’ in de nabijheid te hebben. Dit betekent niet dat de rigide voorzieningenplanning uit de jaren zeventig opnieuw wordt geïntroduceerd. Het vraagt om slimme structuren en netwerken waarbij voorzieningen goed bereikbaar zijn en in elkaars nabijheid liggen. Voor drukke huishoudens met kinderen en senioren is het een belangrijk pluspunt als veel voorzieningen binnen handbereik zijn.”
KANSEN
De goed voorziene stad • Slimme ordening en samenhang voorzieningen in de wijk op basis van nabijheid (zorg, werken, onderwijs). Zorg dat ouders een multi-purpose trip kunnen maken op de fiets (school, werk, boodschappen, sport, etc.) • Creëer goede, veilige routes voor langzaam verkeer (kindlinten) tussen wijkvoorzieningen en woningen.
Dit vraagt om een slim ruimtelijk netwerk tussen de (bestaande) voorzieningen in de wijk. Goede en veilige routes tussen de voorzieningen waar kinderen, de jongeren en senioren alle voorzieningen veilig en barrièrevrij kunnen bereiken. Vooral voor de kinderen is dit laatste van wezenlijk belang: Kindlinten, barrière vrije en aantrekkelijke wandelroutes, en het goede fietsnetwerk van Hoorn verbinden de voorzieningen (school, woning, speelen sportlocatie). Kindlinten werken prima, mits ze comfortabel, veilig en direct (niet lang omlopen) zijn. NRC 15 januari 2012: Multi-Purpose Trips
13
14
Tien steden
VOORBEELD
VOORBEELD
Het eerste kindlint is aangelegd in 2008 in de Spaandammerbuurt in Amsterdam. Kindlinten zijn succesvol als ze logische looplijnen ondersteunen, vanzelfsprekend zijn en de belangrijkste wijkvoorzieningen aandoen. Nadien zijn diverse kindlinten ontwikkeld. Voor een overzicht en evaluatie, zie: http://bit.ly/13KsG1e
De beste voorbeelden van netwerken van voorzieningen waarbij de onderlinge afstanden tussen voorzieningen, werken en wonen beperkt zijn, zijn de oude stadswijken. In Amsterdamse wijken als de Jordaan en de Pijp kunnen kinderen en ouders lopend of op de fiets veel activiteiten bereiken die onderdeel zijn van hun daily urban system. Niet voor niks zijn deze wijken weer zo populair bij gezinnen (zie krantenartikel). In bestaande woonwijken kan worden gebouwd, via het brede schoolprincipe, aan dit samenhangend netwerk. Kindlinten (fietspaden en rollatorpaden) kunnen de elementen verbinden. Het concept van een Brede School, met diverse voorzieningen al dan niet onder één dak, is een mooi voorbeeld van een samenhang netwerk van voorzieningen in een wijk. Er is veel ervaring met het Brede School concept. Goede voorbeelden zijn opgenomen op de website: http://www.bredeschool.nl/home.html
Kindlint in Spaarndammerbuurt
De Kreek in Hoorn
Het Kindlint
Samenhangend netwerk van wijkvoorzieningen
Tien steden
3. De schone stad De schone stad impliceert een stad die voldoet aan de (wettelijke) normen voor bijvoorbeeld milieuhinder, risico’s, geluid, geur, fijnstof. Een stad waarin kinderen in een schone omgeving kunnen opgroeien. Hoewel hier terecht veel aandacht voor is en in de ruimtelijke ordening dit een vanzelfsprekendheid is, blijft aandacht nodig. Speel- en sportvoorzieningen plannen in milieuzones sluit niet aan bij de uitgangspunten van een schone stad. Overlast heeft een fysieke en psychologische impact op de gezondheid. Een schone stad is tevens een leefbare stad.
KANSEN
De schone stad • Bij de inrichting van de stad rekening houden met overlast bij bijvoorbeeld: - Woningen - Scholen - Speelplekken en sportterreinen (worden vaak in zones langs wegen gepland)
VOORBEELD Overkluizingen of een verdiepte ligging van infrastructuur dragen bij aan de leefbaarheid en de milieukwaliteit van de directe woon- en leefomgeving. Helaas zijn dit dure ingrepen die alleen te bekostigen zijn als ze worden gekoppeld aan grootschalige ingrepen. De A2 bij Maastricht of de A4 bij Schiedam zijn voorbeelden, maar lijken niet realistisch voor Hoorn. Een downgrading van de infrastructuur (bijvoorbeeld de Provincialeweg terug naar 50km/uur) is dit wellicht wel.
15
16
Tien steden
4. De veilige stad Veiligheid heeft vele aspecten. Zeker in Hoorn is dit een belangrijk aandachtspunt. De gemeente stond jarenlang op de verkeerde lijstjes. Gelukkig gaat het de goede kant op. Een veilige stad is belangrijke voorwaarde voor gezinnen. Ouders willen een veilige woon- en leefomgeving voor hun kinderen. In deze notitie gaat het niet over geweld en uitgaansgeweld. Bekend is dat een veilige leefomgeving het sporten, spelen, fietsen en wandelen stimuleert. Ruimtelijk relevant zijn: • Verkeersveiligheid: een verkeersveilige omgeving stimuleert het gebruik van (gezonde) modaliteiten en creëert ruimte voor spelen op straat. Kinderen kunnen veilig fietsen of lopend naar school (zie ook thema 2.). • Sociale veiligheid: een omgeving met zicht, toezicht en overzicht zorgt eveneens voor een intensief gebruik van de openbare ruimte en het gevoel van onveiligheid5.
Met de klok mee: (1) parkeren tussen woonerf en woning, (2) bergingen blokken zicht, (3) drive-in woningen: geen contact tussen woning en straat (4) blinde gevels en onderdoorgangen.
5
Handboek Veilig ontwerp en Beheer
Tien steden
KANSEN
De veilige stad • Bij de herstructurering van wijken (Grote Waal, Risdam en Kersenboogerd) en nieuwe ontwikkelingen in de stad rekening houden met verkeersveiligheid en sociale veiligheid (gevoel van onveiligheid). • Vooral in de jaren 70 – 80 wijken is dit een aandachtspunt: - voorkomen van onderdoorgangen en (fiets)tunnels zonder zicht, toezicht en overzicht - voorkom fiets- en wandelroutes door groenzones (Risdammerhout), zonder goed alternatief - c reëer voorkanten aan openbare ruimten - geen blinde gevels aan openbare ruimtes (bergingen, garages etc.) - herstellen van verval, vernieling en vervuiling - voorkomen van slecht of onbeheerd groen
VOORBEELD In de eerder genoemde ‘lay out Bloemkoolwijken’ zijn veel voorbeelden genoemd waarin de herontwikkeling van woonwijken is gericht op verhoging van de veiligheid.
Ander beheer van achtergebieden draagt bij aan veiligheid (uit Structuurvisie Hoorn)
17
18
Tien steden
5. De mobiele stad De Westerse jeugd wordt steeds dikker, overgewicht en obesitas nemen sterk toe. De onderzoeken wijzen uit dat we teveel calorieën tot ons nemen en te weinig verbranden. Fietsen en lopen dragen bij aan de gezondheid. Het is in het belang van de jeugd dat ze meer bewegen (zie ook: bewegingsvolle stad), het voorkomt ziekten in de toekomst. We zien op dit moment in Nederland enkele interessante ontwikkelingen, met wellicht tegengesteld effect: • Het autogebruik van jongeren neemt al jaren af, en recent neemt ook het belang dat de jeugd hecht aan autobezit af, een unieke trendbreuk6. Het gebruik van de fiets neemt toe. • Het scooterbezit neemt bij de jeugd toe, niet bekend is of dit ten koste gaat van het fietsgebruik. De overlast neemt toe. • Het E-fietsen neemt (nu vooral bij volwassenen) toe. De actieradius voor de forens en schoolgaande jeugd wordt vergoot van circa 10-15 km naar circa 25km. “Het mobiliteitsgedrag van Duitse en Engelse jongvolwassenen is het afgelopen decennium veranderd. Ze gebruiken veel minder de auto en richten zich meer op de fiets en het openbaar
6
vervoer (Kuhnimhof et al., 2011, 2012). De oriëntatie op de auto is onder deze groep wellicht aan het afnemen. De huidige jongvolwassenen, ook wel Generatie Einstein en Generatie Y genoemd, zouden liever een smartphone aanschaffen dan een auto. Tussen 1995 en 2009 nam (in Nederland) het aantal verplaatsingen per auto en te voet bij alle jongvolwassenen fors af, zowel in de stedelijke als in de landelijke gebieden. Ook treedt in de stedelijke gebieden een verschuiving op naar meer verplaatsingen met de fiets, het (stedelijk) openbaar vervoer en de trein (+9, +10 respectievelijk +41 procent). Deze verschuiving uit zich ook in een toename van het aantal kilometers.” (Bron: Mobiliteitsbalans 2012)
Uit ander onderzoek dat blijkt dat er een interessante correlatie bestaat tussen de dichtheid van de stad en de functiemenging. In gebieden met een hoge dichtheid en veel functiemenging (zoals oude binnensteden en vooroorlogse stadswijken) wordt vaker gefietst en gewandeld dan volledig op de fiets ingerichte groeikernen zoals Houten, Purmerend en Lelystad. Opmerkelijk is dat het fietsgebruik in Hoorn gelukkig wel erg hoog is,
Mobiliteitsbalans 2012, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid, Ministerie I&M
7
7
De gezonde wijk, VU MC, Cie, e.a.
8
Hoorn komt niet in dit rijtje voor. Waarschijnlijk is dit te danken aan de combinatie van een compacte binnenstad en een krans van woonwijken met goede fietsvoorzieningen daar omheen. Nader onderzoek is echter gewenst. Duidelijk is dat Hoorn het goede netwerk van fiets- en wandelvoorzieningen moet koesteren en uitbreiden en de condities voor langzaam verkeer moet optimaliseren. Van alle vijftig grootste steden wordt in Hoorn, na Groningen en Leiden (31%), het meest gefietst. Gemeente8
Fietsgebruik
Hoorn
30%
Purmerend
22%
Houten
22%
Almere
19%
Nieuwegein
17%
Lelystad
15%
Fietsberaad 2010
Tien steden
KANSEN
De mobiele stad
• H oorn heeft kansen om het fietsgebruik nog verder te versterken, bijvoorbeeld door een goed regionaal netwerk van aantrekkelijke en recreatieve routes (voor de schoolgaande jeugd) te ontwikkelen. Dit dient goed aangesloten te worden op het lokale systeem. • Functiemenging, nabijheid en ‘de compacte stad’ dragen bij aan gebruik langzaam verkeer. Concentreer dit rond O.V.-knooppunten zoals in de Poort van Hoorn. • Knelpunten in het lokale fietsnetwerk verbeteren (verkeersveiligheid, oversteekbaarheid Provincialeweg)
VOORBEELD Er zijn veel voorbeelden van fietsvoorzieningen gericht op de jeugd. Goede voorbeelden zijn opgenomen op de website: http://www.vananaarf.nl
19
20
Tien steden
6. De bewegingsvolle stad Duurzame mobiliteit is goed voor de jeugd, maar ruimte voor spelen, sporten en recreëren in de stad maakt de stad eveneens aantrekkelijker voor kinderrijke gezinnen, maak deze plekken ook veilig
9
Bewegen moet beloond worden, DRO Amsterdam
10
bereikbaar voor kinderen. Een breed scala aan maatregelen kan getroffen worden9-10. De stad als speeltuin! De voorbeelden zijn legio:
Sport in the city, Stimuleringsfonds Architectuur
KANSEN
De bewegingsvolle stad • S port(complexen) in de stad en niet alleen aan de rand. Zien sporten, doet sporten! • Speelstraten / asymmetrische straatprofielen met brede stoepen op zuiden • Multifunctionele pleinen (bijvoorbeeld waterpleinen (zie thema 7) • Recreatie in de stad: strand, watersport, jog- en skeelerroutes in de stad / parken • Bij grote gebiedsontwikkelingen (zoals stadsstrand in Kustvisie) of ontwikkeling Poort van Hoorn bewegingsmogelijkheden optimaliseren
Tien steden
VOORBEELD
Van Beuningenplein, Westerpark Amsterdam Een plein op ondergrondse parkeergarage met multifunctionele speelvoorzieningen voor alle leeftijdsgroepen in vooroorlogse woonwijk.
Van Beuningenplein, Amsterdam
VOORBEELD
VOORBEELD
In deze VINEX-locatie is een doorgaand fiets- wandellint opgenomen dat gebruikt kan worden voor allerlei vormen van recreatie.
In Ypenburg in Den Haag zijn de buitensportvoorzieningen geïntegreerd in de woonwijk.
Het Lint, in Leidse Rijn
Ypenburg, Den Haag
Leidse Rijn, Utrecht
Ypenburg, Den Haag
21
22
Tien steden
7. De groene stad Groen, water en natuur in de stad bieden ruimte om te spelen en te recreëren. Daarnaast draagt het positief bij aan de gezondheid van de jeugd (beleving / welzijn)11. Belangrijk is dat het groen op de juiste plek ligt en gebruikswaarde heeft. Slecht beheert groen op onaantrekkelijke, onveilige plekken heeft geen meerwaarde.
11
Van buiten wordt je beter, Agnes van den Berg
KANSEN
De groene stad • Vergroot het gebruiksgroen in de wijken (bijvoorbeeld natuurspeeltuinen) • Benut wateropvang als stedelijke speelgelegenheden (waterpleinen) • Van slecht beheerde restgebieden, naar aantrekkelijke groengebieden die functioneel zijn ingericht voor gebruik (ook voor jeugd).
Tien steden
VOORBEELD
Waterplein in Rotterdam Gecombineerde wateropvang (natte perioden) en speelgelegenheid (droge perioden).
Waterpleinen, De Urbanisten, Rotterdam
Waterpleinen, De Urbanisten, Rotterdam
23
24
Tien steden
8. De voedselrijke stad Groen, water en natuur in de stad bieden ruimte om te spelen en te recreëren. Daarnaast draagt het positief bij aan de gezondheid van de jeugd (beleving / welzijn)11. Belangrijk is dat het groen
op de juiste plek ligt en gebruikswaarde heeft. Slecht beheert groen op onaantrekkelijke, onveilige plekken heeft geen meerwaarde.
KANSEN
De voedselrijke stad • Probeer slecht beheerde en gebruikte groengebieden om te zetten in collectief beheerde groengebieden / moestuinen. • Benut tijdelijke braakliggende gebieden voor voedselproductie.
• Creëer schooltuinen. • Bevorder samenwerking tussen agrariërs in de regio en jeugd/onderwijs. • Zet regionale coöperatieve voedselketens op (inclusief verkoop).
Tien steden
VOORBEELD
VOORBEELD
Tijdelijk gebruik van braakliggend terrein voor stadslandbouw. http://www.eetbaarrotterdam.nl/
Het plan betreft een stadsakker op een voormalig voetbalterrein waar leerlingen letterlijk middenin de samenleving landbouwonderwijs krijgen. Zo komt het verbouwen van voedsel weer in het zicht van de mensen. Buurtbewoners worden betrokken bij de werkzaamheden op de akker. De stadsakker als ontmoetingspunt. Groenten gaan naar de wijkbewoners en een restaurant. http://bit.ly/14axTPr (PDF)
De Eetbare Stad Rotterdam
Stadsakker Zutphen
25
26
Tien steden
9. De economische stad Hoorn streeft naar functiemenging: werk in de wijken. Dit bevordert de vitaliteit, dynamiek en leefbaarheid van de stad: aantrekkelijke wijken. Het aanbod van werk in de wijken (wijkeconomie) kan eveneens bijdragen aan werkgelegenheid voor jongeren. Door ook in te zetten op onderwijs in de wijken, kan de relatie tussen werken, leren en wonen in de wijken sterker worden. Jongeren die bekend zijn in de wijken, leren en gaan werken in de directe omgeving. Oude patronen worden hersteld.
KANSEN
De economische stad • S timuleer werkgelegenheid in de wijken en op kleinere terreinen nabij de woonwijken • Versterk de relatie tussen bedrijfsleven en onderwijs • Biedt ruimte aan startende bedrijven in vrijstaande gebouwen
VOORBEELD
De sapjesfabriek, Ede De Sapjesfabriek in Ede waar leerlingen van VMBO en ROC werken in de echte (sapjes)fabriek. Hier leren ze in de fabriek in plaats van op school. De fabriek is goed voorbeeld van samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Voor meer voorbeelden zie: http://www.forumwijkeconomie.nl/
Tien steden
10. De sociale stad Hoorn streeft naar gemeenschapszin in de wijken. Sociale samenhang, participatie en duurzaamheid kunnen de vitaliteit en kwaliteit van de wijken versterken. De jongeren denken mee over de ontwikkeling van de buurt (en kunnen delen beheren). Meer participatie bindt burgers onderling en bindt ze aan de wijk. Het vergroot de leefbaarheid van de wijken en zorgt aantoon voor beter gebruik van de openbare ruimte.
KANSEN
De sociale stad • S timuleer projecten die de sociale samenhang in de wijken versterken • Benut het basisonderwijs om ook de ouders te betrekken bij de wijk • Geef (jeugdige) bewoners een stem bij ontwikkelingen in de buurt.
VOORBEELD
Samen maken we de stad Zwolle werkt actief aan de ‘gezonde stad’ en aan ‘sociale participatie’. De website www.samenmakenwedestad.nl fungeert als platform.
27
De Jeugdscan Zoals aangegeven wordt Hoorn niet aantrekkelijk voor de jeugd door slechts één of enkele concrete projecten uit te voeren. Jeugdvriendelijkheid vraagt
een constante inzet en betrokkenheid bij allerlei ruimtelijke ontwikkelingen in de stad. Stapsgewijs wordt gebouwd aan de aantrekkelijke jeugdvrien-
HOORNSE JEUGDSCAN
1
Voldoende gezinsvriendelijke woningen • Q ua woonoppervlakte, buitenruimte en aantal woonvertrekken • Bij voorkeur de voordeur grenzend aan openbare ruimte (straat of plein) • In de woonwijken én in de binnenstad
2
Voldoende voorzieningen (kwalitatief en kwantitatief) voor jeugd
• (Brede) basisscholen en voortgezet onderwijs • Kinderopvang • Kunst en cultuur (in stad en wijken) • Speel- en ontmoetings mogelijkheden • Sport (binnen- en buitensport) • Horeca, detailhandel en leisurevoorzieningen • Recreatie (water/strand, routes, plekken, etc.)
3
Veilige, aantrekkelijke wandel- en fietsroutes tussen de woongebieden en de wijkvoorzieningen • Creëer kindlinten
4
delijke stad. De adviezen zijn samengevat in een ‘checklist’, een spiekbriefje dat bij alle ruimtelijke ontwikkelingen in de stad kan worden toegepast.
Een veilige woon- en leefomgeving voor de jeugd • V erkeersveiligheid: oversteekbaarheid wegen, autovrije fiets- en wandelroutes • Sociaal veilig: toezicht en overzicht
5
Een schone, leefbare stad waarin de jeugd gezond kan opgroeien • G een speel-, woon- of buitenruimtes in geluidsen milieuzones
De Jeugdscan
6
Een inrichting die tot verleidt tot bewegen, spelen en sporten • Brede stoepen, speelstraten en speelpleinen • Sport(complexen) in de stad: zien sporten, doet sporten! • Recreatie in de stad
7
Geef ruimte aan werk gelegenheid en onderwijs in de wijken
8
Zorg dat de jeugd in aanraking komt met voedselproductie • Schooltuinen • Stadslandbouw
9
Stem de inrichting van het groen in de stad af op het gebruik van de jeugd • F unctioneel gebruiksgroen • Van kleinschalig in de wijken met (toe)zicht tot aantrekkelijke, uitdagende landschappen
10
Geef de jeugd een stem bij ruimtelijke ontwikkelingen in de wijk
29
hoe verder? In deze notitie zijn allerlei suggesties gedaan om Hoorn jeugdvriendelijker te maken. De tijd van nieuwe grote stadsuitbreidingen waar de suggesties één-op-één kunnen worden meegenomen is echter voorbij. De komende jaren focust de gemeente op goed beheer en revitalisering van de bestaande woonwijken, het afronden van Bangert en Oosterpolder en diverse binnenstedelijke ontwikkelingen rond het station (Poort van Hoorn) en aan de kust (Programma Waterfront). De gemeente ontbeert de financiële middelen om allerlei jeugdvriendelijkheidsmaatregelen op korte termijn te realiseren. Dit betekent dat dient te worden aangehaakt op bovengenoemde ruimtelijke ontwikkelingen in de stad: ‘werk met werk maken’.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen ontstaan allerlei synergiemogelijkheden. De bovenstaande ‘jeugdscan’ kan worden toegepast bij bijvoorbeeld de: • beleidsontwikkeling en uitvoering van wijkplannen voor de (herstructurerings)wijken • ontwikkeling van de Poort van Hoorn • ontwikkeling van het Waterfront: Westerdijk, Oude Schouwburglocatie, stadsstrand en Julianapark • afronding van uitbreidingswijken (BangertOosterpolder) • beheer en onderhoud van openbare ruimte en parkeren • infrastructurele maatregelen
Een concrete kans doet zich nu voor in Grote Waal. De komende jaren wordt deze wijk gerevitaliseerd. Allerlei suggesties uit deze notitie kunnen meegenomen in de plannen. Gezien het niet-jeugdvriendelijke karakter van de wijk met relatief veel portiek-etage woningen, veel nietfunctioneel groen en de dominantie van de auto, kan hier veel worden bereikt. Door toepassing van de Hoornse Jeugdscan kan de wijk de komende jaren aanmerkelijk jeugdvriendelijker worden. De urgentie is groot vanwege de slechte positie van de wijk in de Hoornse woningmarkt: een sterk negatief verhuissaldo. De potenties van de wijk zijn ook groot: een ideale wijk voor stedelijk georiënteerde gezinnen vanwege de nabijheid van het centrum, het toekomstige stadsstrand, de binnenstad en de autobereikbaarheid.
Colofon Ruimte voor de jeugd Deze rapportage is in opdracht van de gemeente Hoorn opgesteld door DE BONT voor Ruimte. Met dank aan de ambtelijke ondersteuning vanuit de gemeente Hoorn. DE BONT voor ruimte is verantwoordelijk voor de inhoud, redactie en vormgeving van deze rapportage. DE BONT voor Ruimte Ad de Bont Uit deze rapportage mag worden geciteerd, mits de bron wordt vermeld. Aan de inhoud van deze rapportage kunnen geen rechten worden ontleend. Eventuele rechthebbenden op gebruikt beeldmateriaal dienen contact op te nemen met de uitgever.
© DE BONT voor Ruimte, Amsterdam, mei 2013
Colofon
31