ruimte in 2D, 3D en 4D Lisa Malfliet
masterproef // titelblad Master Grafisch ontwerp Academiejaar 2011 / 2012 // eerste zittijd Datum: 4 juni 2012 Student: Lisa Malfliet Docenten: Patrick Viaene, Theoretische mentor Bieke Depuydt, Praktische mentor
2
masterproef // voorwoord Ik heb een heel academiejaar hard gewerkt aan mijn masterscriptie. Ik vind het nog steeds een erg boeiend onderwerp en het onderzoek heeft mij veel bijgeleerd. Dit alles is redelijk soepel verlopen en ik ben tevreden met het afgewerkte resultaat dat hier nu voorligt. Toch kon dit niet zonder de steun van een aantal mensen die ik graag in het bijzonder wil vernoemen en bedanken. Uitdrukkelijk bedank ik mijn mentor theorie, Patrick Viaene, voor de steun en boeiende invalshoeken die hij mij gaf in het onderzoek van mijn scriptie. Met evenveel erkentelijkheid bedank ik ook mijn mentor praktijk, Bieke Depuydt, voor de raad en de interessante gesprekken die we hadden omtrent mijn artistiek masterproject. In het bijzonder bedank ik mijn vader Karel Malfliet, en mijn broer Sander Malfliet voor het constante in vraag stellen van mijn project; het heeft mij verder doen kijken en zoeken. Dankjewel om mijn teksten na te lezen op schrijffouten en zinsbouw. Het bedrijf Cloostermans-Huwaert bedank ik graag voor het concrete uitwerking van mijn project. Zij deden dit precisiewerk met grote deskundigheid én persoonlijke betrokkenheid. Tenslotte bedank ik Etienne De ridder voor de hulp bij mijn artistiek masterproject. Zijn uitzonderlijke technische kennis en precieze afwerking hebben mijn project tot een hoger niveau getild.
Lisa Malfliet 4 juni 2012
3
masterproef // korte inhoud inleiding deel 1: (on)begrensde ruimte
1.1 ruimte 1.2 grenzen in de ruimte 1.3 rasters in de ruimte
deel 2: beeldend en ordenend vermogen 2.1 ordenende instrumenten 2.1.1 reclamepsychologie 2.1.2 de gulden snede 2.1.3 geometrie 2.1.3.1 geometrie is niet te scheiden van magie 2.2 gebruik van ruimtelijkheid in de geschiedenis 2.3. gebruik van ruimtelijkheid in grafische vormgeving
deel 3: over de grenzen 3.1. De plastische ruimte 3.2. 4D: tijd en ruimte 3.2.1 Tijd en ruimtelijkheid in de danskunst 3.3. Tijd en ruimte met papierkunst in Japan 3.3.1. origami 3.3.2. bewegende ruimte 3.4. Lichaamsdecoratie en bodypaint 3.4.1. Het beschilderde lichaam 3.4.1.1. beschildering die accentueert (3D) 3.4.1.2. beschildering die verstopt (2D) 3.4.1.3. beschildering die doet verdwijnen 3.4.2. Het getatoeëerde lichaam 3.4.2.1. Japanse tatoeage-tradities 3.4.2.2. Leopard Man 3.5. Het samenwerken van alle dimensies in een symbolisch universum
Deel 4: Grafische vormgeving en de vier dimensies Besluit 4
// INLEIDING “Wat is grafische vormgeving?” Het is een vraag die we in het tweede jaar grafische vormgeving voorgeschoteld kregen in de les Atelier. Een gemakkelijke vraag dacht ik, en iedereen kon wel een deeltje van het vak opnoemen. Als grafisch vormgever geef je tekst een vorm, je combineert foto’s en illustraties met tekst, je zorgt voor het geheel, en je houdt het totaalplaatje in de gaten ... Er is geen afgewerkte verklaring voor wat grafische vormgeving juist is. Het is een toegepaste kunst, elke opdracht is anders. Elke opdracht vraagt ook om een eigen aanpak. Dit is iets anders dan de ideeën die geformuleerd worden door de vrije beeldende kunst. Meestal is het boeiend wanneer die aanpak afwijkt van het vak grafische vormgeving zelf. Een samenwerking tussen twee domeinen die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben leidt meestal tot de origineelste en boeiendste projecten. Het is interessant om grafische vormgeving als centraal punt te zien van waaruit verschillende kunsten of ambachten kunnen gecombineerd worden met elkaar. Die samenwerking kan dienen als inspiratiebron en leiden tot een op maat gemaakte lay-out. Hierbij blijft het dan meestal bij een opmaak die ingebonden wordt in een boek, verschijnt als publicatie of affiche, of als webdesign getoond wordt. Grafische vormgeving blijft zich meestal in een tweedimensionale context afspelen. Het wordt pas echt interessant wanneer er anders wordt omgegaan met het ruimtelijk speelveld waarbinnen je altijd werkt. Je hoeft niet altijd binnen de grenzen van het boek, publicatie, of webdesign te blijven. Tegenwoordig staat iedereen met iedereen in contact op verschillende manieren en niveaus. Binnen de tweedimensionale context kan de illusie ontstaan van 3D door middel van kleurgebruik, vormen, gebruik van papier, ... Je kunt echter ook een reële derde dimensie toevoegen en toch binnen vormgeving blijven. Je kunt de grenzen tussen enerzijds grafische vormgeving en anderzijds design, architectuur, verpakking... doorbreken. Zo is bijvoorbeeld een reliëfkaart van een land of van de wereld zoals die gebruikt wordt in het onderwijs, in 3D. Ook een verpakking van een fles is een voorbeeld van grafische vormgeving. Dat is een 2D ontwerp, te gebruiken in een 3D-context. Hier worden dus grenzen afgetast. Er zijn ook nog andere kunstvormen die enkel kunnen bestaan of waargenomen worden, doordat de dimensie tijd bestaat. Denk maar aan muziek, videokunst, performance, bodypainting ... Ook hier wil ik de grenzen aftasten en de link met grafische vormgeving opzoeken. 5
Campagnes waarbij er eerst twee affiches als teaser gebruikt worden om de aandacht te trekken, en de derde affiche tenslotte de clou brengt, zijn meestal sterke ontwerpen. De mensen worden op een andere manier geprikkeld door de reclame. Mensen willen van nature alles schematisch opdelen in hokjes, ze willen informatie ordenen en definiëren. De informatie die niet direct kan geplaatst worden -je weet niet voor welk merk er reclame gemaakt wordt- is daarom enorm intrigerend en trekt de aandacht. De dimensie 'tijd' toevoegen aan ontwerpen van grafische vormgeving is dus heel interessant, en vaak functioneel. Wanneer ik met deze vrije gedachten nog eens naar Grafische vormgeving kijk stel ik mij de vraag waar die vormgeving eigenlijk verandert in ruimtelijkheid -3D- en waar het nog 2D kan worden genoemd. Op welke manier kan 3D een meerwaarde geven aan grafische vormgeving? Wanneer spreken we niet meer over ‘grafische vormgeving’ maar is het architectuur, design, verpakking...? En nog een stapje verder, op welke manier kan de tijd -de vierde dimensie- een rol spelen in grafische vormgeving. Wanneer spreken we van tijd en ruimtelijkheid -4D- in plaats van 2D en 3D? Wanneer wordt ‘grafische vormgeving’ een onderdeel van performance, videokunst, muziek ...? Is er nog een scheidingslijn tussen deze domeinen, of is er een overvloei? Kunnen deze disciplines in deze multimediale wereld nog zonder elkaar? Deze vragen vormden het uitgangspunt voor mijn scriptie, en de leidraad bij mijn masterproef.
6
DEEL 1 // (ON)BEGRENSDE RUIMTE
DEEL 1 // (ON)BEGRENSDE RUIMTE 1.1. RUIMTE Het centrale woord waarrond ik mijn masterproef wil weven is ‘ruimte’. Wanneer ik de zoekterm ‘definitie ruimte’ intik in de zoekmachine Google levert dat mij verschillende heel uiteenlopende verklaringen op: Ruimte: Een ruimte is een -tot een bouwwerk behorend- gebied dat in theorie of in werkelijkheid is begrensd. (Gevonden op http://www.encyclo.nl/wb/94390426#w59)
Ruimte: Het oneindige heelal met alles wat ze bevat. (Gevonden op http://www.digischool.nl/ak/onderbouw-vmbo/materiaal/begrip/b_astron.htm)
Ruimte: Begrip uit de verteltheorie ter aanduiding van de locatie, de plaats waar of de omgeving waarin de handeling of geschiedenis van een literair werk zich afspeelt. F.C. Maatje onderscheidt de dramatische ruimte van de lyrische en epische ruimte, omdat in de eerste de tekst gerealiseerd wordt in een han... (Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/)
Ruimte: Het begrip ruimte kent de volgende onderverdelingen: richtingen, vlakken, kinesfeer, lagen, vorm van het lichaam, vormverandering, patronen, plaatssituering in de ruimte, opstelling, unifocus/multifocus, ruimtelijke intentie. (Gevonden op http://www.encyco.nl/nol.php)
8
1.2. GRENZEN IN DE RUIMTE “Een ruimte is een -tot een bouwwerk behorend- gebied dat in theorie of in werkelijkheid is begrensd.” Een ruimte, zoals ze hier wordt voorgesteld, eindigt. Je stuit op grenzen, het begint ergens en eindigt ergens. Deze verklaring van het woord ‘ruimte’ staat diametraal tegenover de definitie van ruimte die je in de tweede woordenboekverklaring vindt: “Het oneindige heelal met alles wat ze bevat.” In deze verklaring slaat het woord ‘ruimte’ natuurlijk op iets helemaal anders dan in die welke daarboven beschreven staat, maar het is wel opmerkelijk dat het woord ‘ruimte’ zowel het meest uitgestrekte gegeven als het beperkte betekent. Wanneer ik de ‘theoretische of werkelijke begrenzing’ van de ruimte uit de eerste verklaring vergelijk met het vak Grafische vormgeving, ontdek ik enkele gelijkenissen. Grafische vormgeving heeft een theoretische begrenzing. Grafische vormgeving wordt ondergebracht bij de toegepaste kunsten. Dit wil zeggen dat je als grafische vormgever meestal in opdracht werkt. Die opdrachtgever stelt een aantal eisen waar je werk aan moet voldoen. Grafische vormgeving is -althans meestal- ook ‘werkelijk begrensd’ door het tweedimensionale vlak. Binnen de grenzen van dat vlak wordt met composities gespeeld. De ruimte wordt gevuld of leeg gelaten. Tenminste, zo gemakkelijk lijkt het voor het ongeoefende oog. Het maken van een compositie -voor een affiche, een magazine, of een advertentie- is vaak gebaseerd op ‘grids’.
1.3. RASTERS IN DE RUIMTE In elk vormgegeven werk komen verschillende dingen samen, zo staat het in het boek “Making and Breaking the Grid, A Graphic Design Layout Workshop” van Timothy Samara1. Beelden, grote of kleine blokken tekst, lange en korte titels, het zijn allemaal gegevens die samenkomen in één communicatief geheel. Een ‘grid’ of ‘raster’ is de kapstok van het hele ontwerp. Het is dan ook zeer belangrijk dat er goed wordt nagedacht over deze grids. Een grid kan heel los en organisch zijn, maar kan ook erg strak en mechanisch zijn. Een grid is dus de basis, de fundering van zo een magazine, affiche of advertentie. Een grid geeft een systematische orde aan de lay-out, het onderscheidt verschillende types van informatie en het maakt de navigatie tussen beiden gemakkelijker.
9
1 Samara, Timothy • Making and Breaking the Grid, A Graphic Design Layout Workshop • Eerste druk • United States of America: Rockport Publishers Inc, 2002
Door het uitlijnen van gevulde en lege vlakken kan je die visueel met elkaar verbinden of scheiden. Door ruimte te geven aan de compositie -in deze zin wordt het letterlijk bedoeld als de witte ruimte van het blad- stimuleert en houdt de ontwerper de aandacht van de lezer. Door veranderingen aan te brengen in de compositie -zoals een witruimte onder een titel, grotere of vettere woorden- krijgt sommige tekst meer aandacht dan andere. Deze aandacht voor bepaalde woorden creëert een hiërarchie tussen de verschillende elementen op de pagina. En elke verandering creëert een nieuwe relatie tussen verschillende onderdelen.
Foto • Blog stephanie Buck. 10 april 2012. 15 mei 2012
Een grid is niet iets wat plots is ontstaan. Het is net als de grafische vormgeving zelf, meegegroeid met de cultuur van zijn tijd. Dit zegt Timothy Samara in zijn boek. Het is een georganiseerd principe in grafische vormgeving dat binnensluipt in elke les vormgeving. Het is een principe dat zijn oorsprong vindt in de oudste gemeenschappen op aarde. Samara wijst ook op het gebruik van structuren in oude beschavingen overal ter wereld: Inca’s, Grieken, Romeinen, Chinezen en Japanners hadden structurerende ideeën bij de vormgeving van hun steden, afbeeldingen of oorlogvoering. Die structuur was gebaseerd op de notie van elkaar kruisende assen die overeenkwamen met de kruising van hemel en aarde. De aanname van het grid-systeem in het modernisme is, dat de relatie tussen plaatsing en schaal van informatie-elementen -woorden en beelden- het publiek helpt om de betekenis ervan te begrijpen. “The grid renders the elements it controls into a neutral spatial field of regularity that permits accessibility- viewers know where to locate information they seek because the junctures of horizontal and vertical divisions act as signposts for locating that information. The system helps the viewer understand its use. In one sense, the grid is like a visual filing cabinet.” besluit Samara in de inleidende tekst van zijn boek.
10
De titel van Samara’s boek luidt: ‘Making and Breaking the Grid’. Het tweede deel van het boek gaat over de deconstructie van het grid-systeem. Grid-gebruik in typografie en vormgeving is deel beginnen uitmaken van ‘het zijn’ van vormgeving. Maar zoals recente ontwerpen laten zien zijn er ook tal van andere manieren om informatie en beelden te ordenen. De beslissing om een grid te gebruiken gebeurt spontaan en lijkt vanzelfsprekend. Maar soms heeft de inhoud een eigen interne structuur zodat een grid niet noodzakelijk is. Soms moet de inhoud de structuur zelfs helemaal negeren om zo een emotionele reactie uit te lokken bij de doelgroep. Bij grid-deconstructie begin je met een rationele gestructureerde ruimte die hervormgegeven wordt. Er ontstaat een nieuwe relatie tussen de verschillende elementen in de ruimte. Er zijn geen regels die kunnen aangeven hoe je dan best te werk gaat. Door delen van de tekst te versnijden en te verplaatsen om naast andere informatie te zetten, kunnen onderlinge connecties ontstaan die ervoor niet bestonden. Tekstblokken of titels kunnen elkaar overlappen waardoor de ontwerper transparantie en gelaagdheid creëert in zijn ontwerp.
Foto • Blog Faye han. 2 mei 2011. 15 mei 2012
11
DEEL 2 // BEELDEND EN ORDENEND VERMOGEN
DEEL 2 // BEELDEND EN ORDENEND VERMOGEN ‘Making and Breaking the Grid’ is een titel die veel gemeen heeft met een uitspraak van Wim Crouwel in het boek ‘Het kader van grafisch ontwerpers’2: “De grafisch ontwerper beschikt over twee elementaire gegevenheden om te kunnen functioneren: een ordenend vermogen en een beeldend vermogen. Wanneer slechts een ordenend vermogen wordt ingezet dan is de ontwerper een amateur-boekhouder. Dat kan niet de bedoeling zijn. Wanneer het beeldend vermogen wordt ingezet dan is de ontwerper op dat moment een vrij beeldend kunstenaar. Dat kan ook niet de bedoeling zijn. De beide gegevens zullen naast elkaar worden ingezet. Beeldend vermogen wordt maar al te graag uitsluitend vertaald in expressieve fantasie. Het bereik van de grafische ontwerpers is groter, het loopt van de minimale visuele ordening tot het ongebonden expressionistisch illustratieve.” Het ordenend vermogen zoals Wim Crouwel het verwoordt, is het opbouwen van het grid. En het beeldend vermogen is het doorbreken van het grid, de kunst om het vormgegeven werk interessant en boeiend te maken voor de lezer.
2.1. ORDENENDE INSTRUMENTEN 2.1.1. Reclamepsychologie De grafisch vormgever kan méér doen dan een werk boeiend en interessant maken. Hij kan ook de nietsvermoedende lezer gaan sturen in wat hij ziet en leest. Eerder schreef ik al dat de grafisch vormgever een hiërarchie kan geven aan een tekst of een tekstdeel. Op een analoge manier kan het gebruik van bepaalde handige trucjes in de compositie ervoor zorgen dat mensen hun koopgedrag aanpassen bij het zien van een advertentie. We bevinden ons dan in het vakgebied van de reclamepsychologie.
13
2
Crouwel, Wim • Het kader van grafisch ontwerpers • Lecturis • Eindhoven: 1979
Er is een verschil tussen kijken en zien, zegt Joop Roomer in zijn boek ‘De praktijk van de Marketingcommunicatie, Achtergronden van concepten, teksten en ontwerpen’3. Kijken doe je met je ogen en zien gebeurt met de hersenen. Kijken kan passief en actief zijn in die zin dat je plots iets kan opmerken. Maar bij het zien ga je dieper in bij het verwerken van indrukken van beelden. De coördinatie tussen de rechter hersenhelft -het afbeeldingsgeheugen- en de linker hersenhelft -het taalgeheugen- is belangrijk. Marketingcommunicatie moet de verbinding van woorden aan beelden vergemakkelijken en optimaliseren. De lay-out is de ruggengraat van de advertentie. Hij leidt de aandacht van een leesbegin naar een leeseinde. In een advertentie is er meestal een concentratiepunt, dit kan de kopregel of een beeld zijn. Van hieruit wordt de aandacht naar de bodytekst geleid. Titels en tussentitels helpen de grijsheid van de tekst te doorbreken en interessanter te maken voor de lezer. In eerste instantie is dit om het oog te leiden, en pas daarna om te lezen. In de Gestaltpsychologie worden verschillende principes besproken. (bron: cursus reclamepsychologie, Charlotte De Groote, 2009) 4: Nabijheid: elementen die in elkaars nabijheid zijn worden als één geheel gezien. Similariteit: elementen die op elkaar gelijken worden met elkaar geassocieerd. Herhaling: wat vaak herhaald wordt, wordt beter ingeprent. Continuïteit: onafgewerkte beelden en teksten prikkelen de toeschouwer om zelf af te werken en betrekken hem aldus beter bij het gebeuren. Zeignarik effect: mensen hebben de neiging een onafgewerkte handeling mentaal en fysiek af te werken. De gulden snede: beelden waarbij men compositorisch rekening houdt met de regels van de gulden snede zijn aantrekkelijker dan andere. Verborgen verleiders: seksuele suggesties trekken de aandacht. Bij de gedrukte reclame worden koppen vijf maal zoveel gelezen als broodtekst, aldus de cursus reclamepsychologie van Mvr Charlotte De Groote. De kop moet dus liefst iets nieuws, sensationeels of onverwachts bevatten. Een merknaam vernoemen in de tekst werkt altijd effectiever. Als de kop mislukt, is de advertentie meestal ook mislukt. De broodtekst wordt slechts door een minderheid van de lezers gelezen, maar vraagt toch om extra zorg. Diegenen die hem wel lezen, willen rechtstreeks aangesproken worden, zoals in een briefvorm. Als derde groot element in een gedrukte advertentie gebruikt men meestal een foto of illustratie. Wat je ook kiest, het idee moet goed zitten. De nieuwsgierigheid moet gewekt worden. Het laatste belangrijk onderdeel in gedrukte reclame is de typografie. Die helpt mensen bij het lezen. Blokletters gebruik je best niet. Ook tekst op beeld of witte tekst op zwart vlak blijken vaak onleesbaar.
14
Roomer, Joop • De praktijk van de Marketingcommunicatie, Achtergronden van concepten, teksten en ontwerpen • Antwerpen: Kluwer, Deventer, 1987 De Groote, Charlotte • cursus reclamepsychologie • 2009
3
4
2.1.2. De Gulden snede De gulden snede is een principe dat vaak gebruikt wordt om een compositie te maken. Zowel bewust als onbewust wordt de gulden snede gebruikt bij het maken van ontwerpen. De gulden snede is een verhouding die al in het oude Egypte door de geometristen gebruikt werd bij het vervaardigen van verfijnde kunst en architectuur. Deze verhouding werd oorspronkelijk bij de oude Grieken de ‘snede’ genoemd. Luca Pacioli (1509) noemde deze verhouding ‘Divina Proportio’ en later werd het door Leonardo Da Vinci en zijn volgelingen ‘de gulden snede’ genoemd. In de 20ste eeuw schreef de Franse architect Le Corbusier het boek ‘Le modulor’ waar een modulair systeem van maten uiteengezet wordt, gebaseerd op deze universele verhouding. “De gulden snede bestaat tussen twee meetbare grootheden, van welke aard dan ook, wanneer de verhouding tussen de grotere en de kleinere van die twee grootheden, dezelfde is als de verhouding tussen de som van die twee en de grootste van die twee”, zeggen Nigel Pennick en Prof ir M. Gout in het boek: ‘Sacrale Geometrie, verborgen lijnen in de bouwkunst’ 5
foto 1 • Gulden snede spiraal. 2006. 15 mei 2012 foto 2 • Le modulor. maart 2011. 15 mei 2012
2.1.3. Geometrie Juiste verhoudingen en evenredigheid zijn dé fundamentele factoren die een rol spelen bij het creëren van heilige architectuur, kunst, en vormgeving. Deze verhouding is gebaseerd op geometrie. “De geometrie is een technologie die tot doel heeft de mensheid te herintegreren in het kosmisch geheel, en als zodanig zal zij werken bij een ieder die zich aan de voorwaarden houdt, onafhankelijk van zijn uitgangspunten of doeleinden”, zeggen Nigel Pennick en Prof ir M. Gout in ‘Sacrale Geometrie, verborgen lijnen in de bouwkunst’ 5.
5
Pennick, N en Prof ir M. Gout • Sacrale Geometrie, verborgen lijnen in de bouwkunst • Den Haag: Uitgeverij Synthese b. v., 2004
15
Geometrie houdt zich in eerste instantie bezig met verhoudingen en relaties, de uitdrukking in getallen behoort een recente periode van haar ontwikkeling. Wanneer een vormgever een layout maakt, houdt hij ook constant rekening met verhoudingen en relaties. Titels, beelden of tekstblokken staan niet zomaar los op een blad. Een vormgever gebruikt basislijnen om deze verschillende elementen van een lay-out in te verwerken. De complexe geometrie van het oude Egypte was een praktische kunst met slechts een impliciete relatie tot getallen. Ook de oude Griekse landmeters bleven op een praktisch niveau met de verhoudingen omgaan. Complexe wiskunde bestond alleen om te bewijzen wat ze al wisten. Pas in de 17de eeuw werd het berekenen van irrationele getallen een dringende kwestie door de opkomst van de protestantse Europese wetenschapscultus. Zou dit het grote verschil zijn tussen grafische vormgeving en moderne architectuur? In elk geval zie je hier een echt verschil tussen de twee. Architecten baseren zich in oorsprong op de verhoudingen en geometrie, maar berekenen toch alles met getallen. Ze moeten ook wel, want hun ontwerpen moeten beantwoorden aan normen inzake stabiliteit, weerstand tegen aardbevingen, draagvermogen, enz... Grafisch vormgevers daarentegen blijven met de verhoudingen werken. Een lay-out wordt niet berekend met getallen of wiskunde. Een vormgever kan zich bovendien veroorloven om te fantaseren, aandacht te trekken door verhoudingen bewust te manipuleren, de wiskundige geometrie te tarten. Maar is dit langs de andere kant dan niet net omdat grafische vormgeving zich (hoofdzakelijk) in de tweede dimensie afspeelt en architectuur in de derde dimensie? Ook muziek toont in haar harmonieën deze verhoudingen op een bewonderenswaardige manier. Er wordt beweerd dat muziek in werkelijkheid in geluid vertaalde geometrie is. De architecturale verhoudingen zijn hoorbaar terug te vinden in de harmonieën van muziek.
2.1.3.1. Geometrie is niet te scheiden van magie. Nigel Pennick en Prof ir M. Gout verwijzen in hun boek ook naar de band tussen geometrie en magie. De meeste archaïsche ingekerfde rotstekeningen zijn geometrisch van vorm. Oude priesterschappen gebruikten dit systeem voor notatie en bezwering. De complexe verbindingen en abstracte waarheden werden door geometrische vormen uitgedrukt. Dit kon enkel uitgelegd worden als weerspiegelingen van de meest wezenlijke waarheden van het bestaan van de wereld. Hierdoor werden ze als heilige mysteriën van de hoogste orde beschouwd en afgeschermd van de ogen van de leken. Iedere geometrische vorm heeft een psychologische en symbolische betekenis. Alles wat door mensenhanden vervaardigd is, kan een drager zijn van ideeën en concepten, wanneer deze op een of andere manier geometrische symbolen in zich draagt. Het symbolisme is nog 16
steeds aanwezig overal waar, bewust of onbewust, geometrie is. De werking van deze geometrie is een onveranderlijke waarde in een vergankelijk bestaan van het universum. Magiërs, maar ook kunstenaars herkennen deze transcendentale kwaliteit. Ze vormen een onveranderlijk fundament waar een cultuur op gebouwd is. Ik zie hierin de vergelijking met grafische vormgeving. Een vormgever maakt een compositie, en soms is die gebaseerd op de regels van de grids. Maar binnen deze regels speelt de vormgever met teksten en beelden. De vormgever maakt gebruik van verhoudingen en geometrie. Maar af en toe ‘voelt’ het ene ontwerp beter dan het andere. Je kan dit dan ook niet verklaren waarom. Het is een continue zoektocht naar die klik in een ontwerp. Er bestaat geen trucje of er zijn geen regeltjes voor een goede lay-out. Het is bij elke opdracht anders. Ik denk dat elke vormgever of kunstenaar een buikgevoel heeft die in essentie terugkeert naar deze ‘oervormen’. Deze geometrie en magie die -bewust of onbewust- aanwezig is bij elke kunstenaar of vormgever. Is dit buikgevoel dan een toepassing van deze magie van de geometrische vormen? Ziet elke cultuur of samenleving zichzelf dan ook weerspiegeld in lay-out?
2.2. GEBRUIK VAN RUIMTELIJKHEID in de geschiedenis Zolang de menselijke beschavingen bestaan verkennen verschillende kunstvormen, tijdperken en kunstenaars de grenzen van de dimensies van tijd en ruimte. Sommige kunstenaars doen dit onbewust; ze zijn er wel mee bezig maar niet als eigenlijk doel van hun werk. Ze gebruiken het principe maar het onderwerp blijft de hoofdvoorstelling. Anderen doen dit juist als uitgangspunt omdat ze weten dat het zo tot een sterker resultaat leidt. Hier is ook het onderwerp van het werk nog steeds het belangrijkste maar wordt er bewuster omgesprongen met het gebruik van de dimensies. En dan zijn er ook nog mensen die proberen om het combineren van de dimensies te zien als een doel op zich. In dit overzicht geef ik enkele frappante voorbeelden uit de kunstgeschiedenis, zonder echter enige volledigheid na te streven. Ik koos deze voorbeelden vooral omdat ze zo'n divers palet bestrijken en me zo kunnen helpen in mijn onderzoek.
3D in prehistorische kunst Wanneer ik heel ver terug ga in de geschiedenis, denk ik bijvoorbeeld aan de rotsschilderingen in de grotten van Lascaux. Al zeer vroeg hebben studies over deze rotsschilderkunst aangetoond dat er een aparte behandeling is van sommige figuren lees ik in het boek: “Lascaux, Le geste, l'espace et le temps”6 van norbert Aujoulat. De tekeningen lijken geschetst en soms onafgewerkt, maar in werkelijkheid vervolledigen de rotswanden de tekening door de integratie van het natuurlijk reliëf -of de onvolmaaktheden in de rots- die de ontbrekende 17
6
Aujoulat, Norbert • Lascaux, Le geste, l'espace et le temps • Parijs: Edution du seuil, 2004
delen van het lichaam suggereren. Een mooi voorbeeld dat deze karakteristieken vertoont, is het bruine paard. Enkel het hoofd, de nek en de rug zijn getekend. De boog gevormd door de bovenste lijn volgt de natuurlijke curve, gevormd door de uitsparing in de ondergrond. Wat hier opvalt is, dat de behandeling van de structuur van het dier slechts gedeeltelijk volgt. Het accentueert de voorzijde van het paard. De uitstulping van de rots geeft -samen met getekende vormen van het paard- een meerwaarde aan de tekening. De driedifoto • Tekening bruin paard lascoux. mensionale vorm zorgt ervoor dat het dier Uit het boek "Lascaux, Le geste, l'espace et le temps" op het voorplan komt staan tegenover rest van de tekening. In de talrijke grotten ontwikkelde zich het potentieel om de geschikte natuurlijke vormen te transformeren in menselijke of dierlijke voorstellingen. Nochtans is het aantal op die manier geconstrueerde figuren erg beperkt.
Lichtinval en de dimensie 'tijd' in de Egyptische piramides Ten tijde van het oude rijk -een van de drie belangrijkste periodes van de Egyptische beschavingsgeschiedenis- was de zonnegod onder de naam 'Re' (ook Amon of Amon-Re genoemd) een nationale god geworden, vind ik in het boek: “Een kijk op kunst”7 van S. Debersaques, L. Van den brouck, M. Van Haesebrouck. Er werden toen ter ere van hem zonnetempels gebouwd. Bouwkundige constructies werden bedacht, zo dat bepaalde plaatsen veel, en andere minder licht ontvingen. Op die manier kon men via de zonnestand symbolische betekenissen geven. Zonnestralen werden gebroken op de schuine en met bladgoud beklede punt van de obelisk die op de tempel stond. Ook in de piramides zelf valt op bepaalde tijdstippen van het jaar licht binnen op de sarcofagen van de koning. De tijd speelt hier een zeer belangrijke rol.
foto • Obelisk, Luxor Tempel. Andrea Byrnes & Kate Phizackerley. 20102012. 15 mei 2012 < http://www.egyptological.com/2011/06/ancient-egyptian-religion-part-1-3920/15-dsc06980-copy>
7
Debersaques S, Van den brouck L, Van Haesebrouck M • Een kijk op kunst • Antwerpen: Uitgeverij De Boeck nv, 2004
18
Reliëf in de vroegchristelijke Byzantijnse kunst Reliëfkunst en mozaïekkunst uit de vroegchristelijke periode is een voorbeeld van combinaties van 2D en 3D kunstvormen. Het zijn geen losstaande sculpturen, maar het is ook niet tweedimensionaal. Het is iets daartussen. Enerzijds zijn het wel tweedimensionale voorstellingen, meestal van een verhaallijn. Zo konden de kijkers – meestal mensen die niet geletterd waren- toch iets opsteken over de inhoud van het geloof. De derde dimensie geeft een meerwaarde omdat het de figuren die het verhaal uitbeelden echter doet lijken. Toch is dit geen optimale manier van gebruik van 3D. Ik bedoel hiermee dat niet alles uit de kast is gehaald om deze twee dimensies te combineren. Er zijn nog zoveel meer mogelijkheden.
foto 1 • manticora - fragment uit de marmeren boog van Cuxa. 15 mei 2012 foto 2 • Muurmozaiek (palermo). 15 mei 2012
Trompe L'oeil in de renaissance In de renaissance ontwikkelde men de illusie van 3D op een 2D vlak door middel van trompe l’oeil schilderingen. Dit is iets dat ook vandaag nog populair is, denk maar aan de krijttekeningen van straatkunstenaars die de voorbijgangers een trompe l'oeil ervaring bezorgen: een put in het wegdek, een in de ondergrond verzonken constructie, enz...
foto • Villa farnesina in Rome. 11 mei 2011. 15 mei 2012
19
Samenwerkende kunstvormen in de barok Ook in de barok combineren kunstenaars verschillende dimensies met elkaar, lees ik in “Een kijk op kunst”7. Hiervoor laat de barok de verschillende kunstvormen ook samenwerken. Schilderkunst stond niet los van beeldhouwkunst of architectuur, iets wat we later ook zien bij de art nauveau kunststroming met de gesamtkunstwerken. Muren krijgen uitstulpingen met voorstellingen van mythische figuren en worden beschilderd tot een geheel. Dit is een kunststroming die alles combineerde om zo tot een -overdadigsamenwerkend geheel te komen. Er zijn talloze mooie voorbeelden op te noemen die deze kunstopvatting weerspiegelen. Zo ook de trappenhal in het 'Hotel Vanden Meersche' uit de rococo. Onderaan de trap bevind je je in de 'hel', maar wanneer je de trap opgaat en dus naar boven beweegt stap je tegelijkertijd ook meer uit de hel, om tenslotte bovenaan de trap in de 'hemel' terecht te komen.
foto 1 • barok. 15 mei 2012 < http://users.telenet.be/eddy.vennekens/Kunstgeschiedenis/stromingen04.htm > foto 2 • kubisme. 15 mei 2012 < http://ingaegeberg.wordpress.com/2010/04/21/some-of-my-2006-portfolio-work/kubisme/>
2D en 3D in het kubisme Het kubisme heeft een eigen visie over de natuurvormen die ook zeer interessant kunnen zijn voor mijn onderzoek. Voor Cézanne – hij was de grondlegger voor deze stroming met zijn latere werk- was elke natuurvorm te herleiden tot een kubus, kegel of cilinder, leert het boek “een kijk op kunst”7 me. Andere kenmerken van het kubisme zijn de opbouw met blokken die diepte en ruimte suggereren, maar toch geen juist perspectief bevatten. Ze combineerden alle aanzichten -voor, zij en bovenaanzicht- in hetzelfde werk. Aanvankelijk werden vooral schilderijen en collages gemaakt. Maar later braken de beeldhouwers in het kubisme -net als de schilders- de vorm 'open'. Waar er vaste vormen verwacht werden schiepen zij ruimte, en omgekeerd. Ze experimenteerden ook met verschillende nieuwe materialen zoals glas, plaatijzer
7
Debersaques S, Van den brouck L, Van Haesebrouck M • Een kijk op kunst • Antwerpen: Uitgeverij De Boeck nv, 2004
20
en gelast staal. De nieuwe visie over 2D en 3D vind ik hier zeer interessant. Landschappen, portretten lijken heel abstract en onvolledig, maar eigenlijk zijn ze net veel rijker omdat alle aanzichten verwerkt zijn met elkaar.
De kunst van de jaren 50 in New York: 1. op art & kinetische kunst De fransman Victor Vasarely zoekt in zijn werk naar mogelijkheden om licht en beweging te manipuleren op een esthetische manier. Hieruit ontstonden twee richtingen: de 'Op-art' en de 'kinetische kunst'. Op-art is tweedimensionaal maar geeft een optische illusie van beweging weer. De kinetische kunst beweegt echt in de driedimensionale ruimte en behoort daardoor meer tot de beeldhouwkunst. 2. 'Kinetisme' of 'bewegende sculptuur' is een van de belangrijkste vernieuwingen in de kunst van de 20ste eeuw. Het grote voorbeeld is Marcel Duchamp met zijn werk 'fietswiel op krukje' (1913). Ook Moholy nagy is hier een grote meneer. Hij werkt met licht, ruimte en indrukken. Hij maakt draaiende mobielen waar licht op schijnt zodat de ruimte ook telkens verandert.
foto 1 • Fietswiel op krukje - Marcel Duchamps. 26 mei 2012 < http://www.strabrecht.nl/sectie/ckv/09/Dada/CKV-f0011.htm > foto 2 • Moholy Nagy. 15 mei 2012
3. Futuristen de futuristen willen een indruk van beweging verkrijgen in hun werk. Ze proberen dit aan de hand van verschillende experimenten zoals herhaling, uitvegen, ... 21
7
Debersaques S, Van den brouck L, Van Haesebrouck M • Een kijk op kunst • Antwerpen: Uitgeverij De Boeck nv, 2004
Bauhaus en De Stijl Het Bauhaus was een Duitse hogeschool (1919 – 1933) die het onderscheid tussen beeldende kunst en toegepaste kunst wou opheffen. Ze streefden ernaar om alle kunstvormen te verenigen en te laten functioneren in de bouwkunst. Academische ateliers werden werkplaatsen waar ambachten zoals weven, decorontwerp, glasschilderen en muurschilderen beoefend werden. Deze school heeft universele invloed gehad, mede doordat de kunstenaars dit gedachtengoed introduceerden in New York. In Nederland heeft de kunstenaarsgroep met de naam 'De Stijl' deze principes overgenomen en verspreid door middel van een gelijknamig blad. Piet Mondriaan ontwikkelde een theorie -het neoplasticisme- waarbij de groep kunstenaars streefde naar vereenvoudiging van alle abstracte vormen door enkel gebruik te maken van rechte lijnen, rechte hoeken, de hoofdkleuren (rood, geel blauw) en de niet kleuren (zwart, wit, grijs). Deze kunststroming had veel uitstraling naar het buitenland toe.
foto 1 • Hoofdgebouw Bauhaus in Dessau. 15 mei 2012 foto 2 • Rietveldschroederhuis. 15 mei 2012 < http://entoen. nu/stijl/lessen/vensterles-de-stijl >
22
2.3 gebruik van ruimtelijkheid in grafische vormgeving In grafische vormgeving zijn er verschillende voorbeelden op te sommen waarbij het gebruik van 3D op een originele manier is toegepast. Het mooiste voorbeeld dat ik hierbij kan geven is de evolutie die logo's meegemaakt hebben doorheen de tijd. Logo's die al een tijd bestaan, en om de zoveel tijd 'opgefrist' worden, krijgen steeds meer waarheidsgehalte of worden vormgegeven met een driedimensionale vorm. Als je kijkt naar de 'app-logotjes' zie je dat die zo goed als allemaal een opgeblonken driedimensionale vorm krijgen. Sommige logo's stelden in hun beginjaren een wapenschild voor, en vereenvoudigden door de jaren heen steeds meer, tot enkel een teken als kenmerk overblijft. Een logo is iets dat vele jaren hoort mee te gaan om de herkenbaarheid van het bedrijf te behouden. Een leuke uitzondering hierop is MTV. Hun logo bestaat uit een basisvorm, maar de invulling verschilt steeds. Wat op zich ook een kenmerkend gegeven is. Ook wanneer het logo als uithangbord van de winkels of bedrijven op het gebouw wordt geplaatst zijn het niet zomaar gewone borden. Er is een driedimensionale vorm. Deze aandachttrekkers zie je niet enkel meer in de grote steden, denk maar aan de grote herkenbare 'M' van Mc Donalds.
foto 1 • App-logo's. 15 mei 2012 foto 2 • Evolutie logo ford. 15 mei 2012 foto 3 • Logo's Mtv. 15 mei 2012
23
Ontwerpers van de grote billboards langs de kant van de weg zijn ook steeds op zoek naar manieren om uit dat rechthoekige vlak te ontsnappen. Hierbij maken ze graag gebruik van 3D-elementen die uit het vlak springen of vallen. Soms is dit gewoon geniaal opgevat. Bij de reclame voor de nieuwe PSP suggereren de ontwerpers een raam waardoor je naar iets achter het bord kijkt. Een ander voorbeeld is het eenvoudige maar geniale bord van Wonderbra, waarbij de plaat naar voor komt -zoals de vorm van een vereenvoudigde boezem- en enkel het logo van Wonderbra zelf toont als uitleg. Wonderbra heeft nog een andere campagne met 3D-brilletjes en de veelzeggende slogan: 'experience the full effect'. De reclame van Bic integreert zich helemaal in zijn omgeving doordat er tegen het reclamebord een huizenhoog scheermesje ogenschijnlijk nonchalant neergezet is. Het fijne eraan is dat er uit het grasveld waarin het reclamebord staat een streep lijkt afgeschoren te zijn door het reuze scheermes. En zo zijn er nog enkele voorbeelden te vinden.
foto foto Foto Foto
1 • psp-reclamebord 2 • wonderbra-reclamebord 1 3 • wonderbra-reclamebord 2 4 • bic-reclamebord 24
Niet enkel in de lucht worden leuke 3D-projecten bedacht, maar ook op straat. Straatkunstenaars integreren in het gewone straatbeeld kunst, door aan bestaande elementen iets toe te voegen zodat het een andere betekenis krijgt. Zo heeft een schilder van een gewone reeks paaltjes in de grond fototoestellen gemaakt. Het paaltje is de lens van het fototoestel. Kunstenaars schilderen hele kraters in de grond waarbij je een ander ruimtegevoel krijgt. Nog een ander voorbeeld is een leger legomannetjes die ten oorlog trekken, of een kopje koffie in de grond waar de warme damp ontsnapt uit een riooldeksel onder de tekening.
foto 1 • Canon street art. 15 mei 2012 foto 2 • Folgers manhole adv 15 mei 2012 < http://weburbanist.com/2010/02/01/word-on-the-street-14-fun-urban-street-ads/?ref=search&utm_source=images> foto 3 • lego tekening.15 mei 2012
25
Boeken zijn tegenwoordig -in de digitale wereld- vaak meer een design object in plaats van een noodzakelijk object om kennis op te doen. Ik denk hierbij aan de conceptuele kunstenaarsboeken die meer een object-boek of een artefact zijn. Het boek als zwarte rechthoekige blok, waarbij het papier ook zwart gekleurd is aan de rand door de 'zwart op snee'-techniek is een mooi voorbeeld. Nog een leuke methode waarbij het begrip 'ruimte' en het spelen met 'dimensies' aan bod komt, is een techniek van woorden schilderen over de ruimte heen. Een driedimensionale ruimte wordt plots een tweedimensionale tekening doordat er een woord op de muren geschilderd is zonder -zo lijkt het- rekening te houden met de dieptes van de ruimte. Dit is enkel te zien wanneer je op de juiste plaats in de ruimte staat.
Tenslotte vermeld ik graag de werken van Fred Eerdekens. Hij creëert ruimtelijke objecten die -op de juiste manier belicht- een boodschap projecteren op een achterliggend vlak. Deze werken boeien me omdat het enorm lijkt op wat ik zelf met licht doe voor mijn masterproef, met dat verschil dat ik in mijn ontwerp ook de tijd als vierde dimensie toevoeg. (Bron: http://www.fred-eerdekens.be/?page_id=19)
foto 1 • Gewoon hard knallen. Studiospass. 24 september 2012 foto 2 • fred eerdekens. 15 mei 2012
26
DEEL 3: // OVER DE GRENZEN
DEEL 3: // OVER DE GRENZEN Zoals hierboven beschreven, zijn er doorheen de geschiedenis verschillende kunstenaars, architecten en vormgevers geweest die speelden met en rond de '(on)begrensde ruimte'. In dit deel wil ik wat dieper doordringen, en verder zoeken naar andere dan deze goed gekende voorbeelden. Waar doorbreekt men écht de grens? Waar werd een grens verlegd? Waar bestaat de grens gewoon in ons hoofd? Spreken we enkel over 2D en 3D, of moeten we ook denken in 4D?
3.1. DE PLASTISCHE RUIMTE Wanneer de gulden snede verwerkt wordt in architectuur is de verhouding niet alleen zichtbaar in een tweedimensionaal vlak, maar ook in de derde dimensie. Architect en Dom Hans van der Laan (1904-1991) had hier een interessante visie over8. In 1977 publiceerde hij zijn levenswerk 'De architectonische ruimte' waarin hij zijn theorie over de 'plastische ruimte' toelicht. Bij het beschouwen van ruimte, zijn volgens Dom Hans Van der Laan twee dingen van belang: het zien -de waarneming van de mens- en ons verstand -het maken van een voorstelling door de hersenen. De waarnemer krijgt inzicht in de grootte van de ruimte door de ruimte te meten aan de hand van de begrenzingen. Hij 'meet' daarbij vooral de verhoudingen tussen de afmetingen. Dit is een manier die de mens van nature gebruikt om kennis te nemen van zijn omgeving. Van der Laan was geïnteresseerd in verhoudingen en wat deze verhoudingen teweeg brengen bij de mens. Alle verhoudingen die terug te vinden zijn in de natuur komen bij de mens over als volmaakt. Van der Laan gebruikte niet enkel de gulden snede in zijn theorie over de 'plastische ruimte', hij ging erop verder en bedacht de 3D-variant. Hij vond een verhoudingsgetal dat hij het Plastisch Getal noemde, een ideale verhouding tussen maten in 3D-objecten. Je verkrijgt het als de verhouding van (hoogte + breedte)/lengte gelijk is aan de verhouding lengte/hoogte en ook gelijk is aan de verhouding hoogte/breedte. In die situatie is de verhouding altijd 1,3247. Deze constante is het Het Plastisch getal psi. Waarom beschouwt de mens dergelijke verhoudingen als ideaal? De Van Der Laan Stichting9 vergelijkt het met de hele en halve tonen waarmee we in toonladders verschillen in toonhoogtes vastleggen die goed op het gehoor zijn te onderscheiden en
8 9
Plastische ruimte • www.studiodoorbraak.nl • 7 mei 2012 van der laan stichting • www.vanderlaanstichting.nl • 7 mei 2012
28
bij elkaar passen: “Zoals we met de bewust gekozen drempels van hele en halve tonen geluid ordenen, zo kunnen we met het Plastisch Getal maten bepalen en ordenen in de architectuur. En om de vergelijking door te trekken: zoals je dankzij de onderlinge verschillen in tonen akkoorden kunt vormen en muziek kunt componeren, zo stelt het Plastisch Getal de architect in staat om de onderlinge verhouding van volumes en ruimtes tot een geheel te ‘componeren’.”
Het mooiste voorbeeld van architectuur van de hand van Van der Laan is de abdijkerk van Vaals. Het is een indrukwekkend geheel, bestaande uit een bovenkerk, een crypte en een atrium, waarbij je duidelijk ziet dat er een zorgvuldig architect aan bezig geweest is.
foto 1 • meubels van der laan. 15 mei 2012 foto 2 • abrijkerk van Vaals 26 mei 2012
Een andere toepassing van de ruimtelijke gulden snede, zijn de ontwerpen van tuin- en landschapsarchitect Pepijn Florent Verheyen. Hij ontwikkelde een zeer dynamische kijk op tuinarchitectuur door zich te verdiepen in de gulden snede, in wiskunde, en een opleiding te volgen in 3D tekenen. Hij ontwikkelde de theorie rond dynamische perceptie die gelijkenissen vertoont met het minimalisme en kubisme. Er ontstaat een ruimtelijk tuinontwerp waarbij de nadruk ligt op de beleving van de verschillende dimensies10.
10
Tuinlabo • www.tuinlabo.be • 7 mei 2012
29
3.2. 4D: TIJD EN RUIMTE Grafische vormgeving werkt over het algemeen binnen de grenzen van twee dimensies. De eerste dimensie is een rechte, de tweede dimensie is de hoogte. Een plat vlak dus. Wanneer je hierbij een derde dimensie toevoegt creëer je diepte. Elke kunstvorm die hierin voorkomt kan je in één oogopslag waarnemen. Schilderkunst, beeldhouwkunst, architectuur, vormgeving, verpakkingsdesign, ... is direct waarneembaar. Wanneer je dit waarneemt kan je je daardoor direct aangesproken voelen. Je kan het in een oogopslag betoverend mooi vinden, of enorm lelijk. Sommige kunstvormen kan je niet in een oogopslag waarnemen. Hierbij heb je de 'tijd' nodig om het kunstwerk in je op te nemen. Muziek of danskunst kan mensen in vervoering brengen. Het enige wat je moet doen is er de tijd voor nemen om naar die muziek te luisteren of naar de dansvoorstelling te kijken.
3.2.1. Tijd en ruimtelijkheid in de danskunst Het woord 'ruimte' bij het gegeven 'tijd en ruimte' is een ander soort ruimte dan die welke hiervoor besproken is. Het gaat hier om de werkelijke ruimte rondom ons. De danskunst is bij uitstek een kunstvorm die met tijd en ruimte te maken krijgt. Je kunt geen 'ruimtelijke' dansvoorstelling geven wanneer je 'de tijd' weglaat. Deze kunstvormen zijn vluchtig. Pas als het dans- of muziekstuk gedaan is heb je de hele ervaring meegemaakt, maar op dat moment is het ook afgelopen. Je kan je het stuk herinneren, maar je kan het niet herbeleven, tenzij je het helemaal herbekijkt of herbeluistert. In de filosofiegeschiedenis is dit dan ook stof tot discussie geweest. Muziek werd gezien als een secundaire kunstvorm tegenover de verheven schilderkunst, net omdat de tijd daar een rol speelt. Maar later in diezelfde filosofiegeschiedenis zijn theater -wat dicht aanleunt bij danskunst- en muziek ook tot de meest verheven kunst gerekend, precies omdat door het in vervoering geraken van een muziek- of theaterstuk, mimesis ontstaat bij de toeschouwer. Dans is gebaseerd op een choreografie, zoals muziek gebaseerd is op een partituur. Elke dans heeft zijn eigen kenmerken binnen die choreografie. Wanneer ik het boek 'Hedendaagse dans in Nederland en Vlaanderen'11 onder de loep neem ontdek ik dat er verschillende choreografen zijn die extra aandacht besteden aan die tijd en ruimtelijkheid. De dans is iets wat niet op zich bestaat. Een dansopvoering heeft minimaal een ruimte nodig, met muziek en licht. Sommige danskunstenaars voegen daar nog andere dimensies aan toe. Een aantal danskunstenaars besteden veel aandacht aan de ruimte rondom hen, het decor. Ton Simons uit Nederland spreekt over 'beeldhouwen van tijd, ruimte en energie – met ons lichaam en ziel'. Dit kan je herkennen in zijn gerijpte danstaal. Het decor wordt gaandeweg
11
Lanz, Isabella - Verstockt, Katie • Hedendaagse dans in Nederland en Vlaanderen • Rekkem: Stichting ons erfdeel vzw, 2003
30
vervangen door licht. De ruimtelijkheid van de choreografie komt goed uit door het geraffineerde clair-obscur. Licht, geluid, beeld, en dans grijpen logisch op elkaar in als vissen en vogels in M.C. Eschers wiskundig-grafische kunst. Ook modern choreograaf en leider van het eigentijdse en prominente gezelschap 'Scapino' in Nederland, Ed Wubbe, wil verbindingen leggen naar andere disciplines of kunstinstellingen in Rotterdam. Hij werkt samen met Winy Maas van architectenbureau MVRDV. 'De gestapelde stad' is een laag op laag-concept dat tot een virtueel decor vertaald is door computergrafici. Dansers traden op als zinnebeeld van de menselijke maat in een caleidoscopisch panorama van abstracte beelden. Naast dans heeft de Belgische Wim Vandekeybus een fascinatie voor film en video. Hij studeerde fotografie. De ruimtelijke ordening van de dans wordt door elkaar gehaald door de beelden. Ze versterken de energie en geven er een nieuw ritme en eigen visuele vormgeving aan. De beelden tonen een totale dynamiek en zelfs letterlijk een nieuwe dimensie. Emio Greco, afkomstig uit Nederland, werkt met een beperkt scala aan bewegingsmotieven die hij herhaalt. Sommige van die motieven worden soms direct na elkaar, synchroon naast elkaar uitgevoerd of simultaan in de ruimte geplaatst. Hij kan de zwaarwichtige inhoud goed in de hand houden door zijn oog voor compositie. De Nederlandse Nanine Linning is gefascineerd door structuralistische en sociologische kennis. Ze stelt zich -als een ware constructivist- vragen over ruimte, ritme, volume en lagen. Ze bestudeert bewegingspatronen van mensen in afgesloten ruimten, net als muizen in een laboratorium. Het werk dat ze maakt zit vol energie en dynamiek. Ze manipuleert de ruimte via de twaalf dansers in het stuk 'the Neon Lounge'. Als een ware architect buigt ze diagonalen om tot ruiten, rafelt die uiteen tot kaarsrechte lijnen, lost deze druppelsgewijs op en formeert daaruit wijde halve cirkels, aldus Isabella Lanz en Katie Verstockt in het boek 'Hedendaagse dans in Nederland en Vlaanderen'11. Deze vormen worden gecontrasteerd, gedubbeld en gespiegeld. Ze tovert met deze abstracte vormen en verwerkt enkele repetitieve elementen in het stuk waardoor de choreografie doet denken aan minimalistische dans. Bij deze choreograaf vind ik veel gelijkenissen, maar evengoed het grootste verschil met grafische vormgeving. De gelijkenis zit in het feit dat ze zich vragen stelt over ruimte, ritme, volume en lagen. Dit is net wat grafisch vormgevers ook doen. Dansers en vormgevers gebruiken dezelfde termen om zich in woorden uit te drukken, maar de uiteindelijke uitwerking is totaal anders. En hier zit dan ook het grote verschil volgens mij. Dansers kunnen die ritmes, volumen en lagen werkelijk vormgeven in de ruimte. Ze beginnen van niets en creëren gaandeweg. Grafisch vormgevers maken ook een compositie met ritme, volume en lagen, maar op een totaal andere manier. De compositie wordt gemaakt, en eens die gedrukt is staat ze stil. Mark Vanrunxt wikkelde -in zijn eerste groepschoreografie 'poging tot beweging'- een groep dansers in papier. Wrikkend wroeten ze zich uit deze situatie waarna de bevrijdende dans
11
Lanz, Isabella - Verstockt, Katie • Hedendaagse dans in Nederland en Vlaanderen • Rekkem: Stichting ons erfdeel vzw, 2003
31
volgt. De ruimte wordt langzaam in beslag genomen na deze bevrijding en 'tijd' krijgt hierdoor een andere invulling. Niet alleen werkt hij op het podium zelf met papier, maar iedere evolutie van zijn dans staat ook uitgetekend op papier. De dansen die op deze manier ontstaan zijn, zijn rustiger en serener. Er ontstaan structuren waardoor het razende, en masochistische geweld plaats maakt voor een bewust benutten van tijd en ruimte. Niet alleen papier, maar materie speelt vaak een grote rol in het spel van de Belgische Karin Vyncke. Veertjes, stromend water of verf worden gebruikt. In de performance 'palimpsest' (1998) stapt ze in een verfbakje om vervolgens op een blanco vel papier rustige figuren te dansen. Voor Karin Vyncke was de materie belangrijk, en het gegeven van sporen achterlaten misschien ook. Maar dit zou evengoed een mooi startpunt kunnen zijn voor grafisch vormgevers om een indrukwekkend project op poten te zetten. Dans heeft blijkbaar altijd andere kunstvormen nodig om zich te tonen of te documenteren. De dans zelf kan in de geschiedenis enkel voortbestaan doordat hij vastgelegd wordt met fotografie of opnames. Dans kan ook gedocumenteerd worden door de affiches, folders, programmaboekjes, enzovoort te verzamelen van de voorstellingen. Grafische vormgeving heeft in de
foto • Rosas Cesena, Michel Francois. 15 mei 2012 < http://www.labkultur.tv/blog/ruhrtriennale-2012-vom-sprengen-des-institutionellen-rahmens-2> 32
loop van de geschiedenis al verschillende pogingen gedaan om de essentie van dans -en bij uitbreiding beweging- te vangen in lay-out. Diagonale composities geven een dynamischer effect dan horizontale of verticale lijnen. Dansende typografie (bij dada kunstenaars), herhaling, opzwaaiende rokken, of futurisme, zijn pogingen om beweeglijkheid te vatten in beeld. Karin Vyncke slaagt er in om die hele logica om te draaien, en van de hele 4D-performance een neerslag te maken in 2D. Haar dans wordt als het ware getransformeerd tot danspatronen op papier, een door de dans zelf aangestuurd grafisch vormgegeven werk. Dit is een enorm mooi voorbeeld van 'overvloei' tussen de disciplines.
foto • rosas, Herman Sorgeloos. 15 mei 2012
De belangrijkste vernieuwer in de hedendaagse Vlaamse dans is Anne Teresa De Keersmaeker (geboren 1960). In 1983 richt ze haar eigen dansgezelschap 'Rosas' op. In de beginjaren benadrukt ze de band tussen dans en muziek, maar enkele jaren later spitst ze zich meer toe op specifieke performers. In het stuk 'Rosas danst Rosas' laat ze haar dansers achteloze, kokette gebaren uit het dagelijkse leven steeds herhalen. Soms zijn het felle uithalen waarbij er een agressieve kracht van uitgaat, en op andere momenten zijn de danseressen in een uitgelaten stemming. Het fenomeen dat de dans bij de voorstelling nog niet 'af' is, zorgde voor een hele nieuwe denkwijze ten aanzien van dans. Naast de nieuwe dansstijlen verwerkt De Keersmaeker de elementen uit het klassieke ballet als samenhangend denksysteem waar ze op een heel persoonlijke manier mee omgaat. 33
Dans is een zeer communicatieve vorm van omgaan met elkaar. Je maakt gevoelens en ideeën duidelijk aan de andere door je hele lichaam te gebruiken om de boodschap over te brengen. Maar los van dat feit, is de danswereld op zich ook letterlijk 'tot over de grenzen' met elkaar in dialoog. Dansgezelschappen zijn zeer internationaal gericht. Ze trekken de hele wereld rond om voorstellingen te geven. Ze bestaan uit een mengelmoes van nationaliteiten. In die wereld is het de normaalste zaak om 'out of the box' te denken. Ik hou daar wel van. Bovendien is de dans de voorbije decennia in een intense dialoog met andere kunstvormen. Precies hierover was er van 23 november 2011 tot 2 april 2012 in het Centre Pompidou in Parijs de opgemerkte tentoonstelling 'L'art et la danse'. Zoals de toelichting op de site www.centrepompidou.fr12 het stelt, heeft die dialoog geleid tot nieuwe, grensverleggende kunst: “De beeldende kunstenaars hebben vaak decors, achtergronden, gordijnen of kostuums ontworpen voor choreografen. Dansers en danseressen hebben gediend als modellen voor schilders en beeldhouwers, leidend tot magnifieke portretten. Hoe succesvol ook, de uitwisseling tussen kunst en dans kan zich niet beperken tot deze samenwerking. Heel de 20° eeuw en tot vandaag heeft een wederzijdse beïnvloeding van kunst en dans de weg vrijgemaakt voor oeuvres die zaken ontlenen aan het ene of het andere.” Emma Lavigne, die samen met Christine Macel curator van de tentoonstelling was, vertelt over het opzet: “het zullen zeer zeker oeuvres zijn die de dans vertegenwoordigen, maar het hart van het onderwerp is veeleer om te zien hoe de dans nieuwe picturale, plastische, fotografische... vormen heeft gegenereerd en, anderzijds hoe de plastische kunsten de choreografen en dansers heeft geïnspireerd om nieuwe vormen uit te vinden. Het is de wederzijdse invloed van de mediums die ons interesseerde. We wilden tonen hoe de kunst en de dans de kunst van het bewegende lichaam heeft heruitgevonden”. De tentoonstelling presenteerde drie hoofdstukken: de dans als zelfexpressie, dans en abstractie, dans en performance. Parallel met de tentoonstelling, en om ze te verrijken, was er een programmatie van live voorstellingen voorzien, die een groot palet aan benaderingen van het 'lichaam in beweging' aanwezig brachten. Eén ervan trok mijn aandacht, omdat het de vierde dimensie op een aparte manier aanwezig brengt. Davide Balula realiseerde “Mechanical Clock for 60 dancers”, een performance die de vorm aanneemt van een mechanisch uurwerk waar 60 dansers het voorbijgaan van de tijd incarneren.
34
L'art et la danse •Morisette, Vanessa . www.centrepompidou.fr, november 2011. 24 januarie 2012
12
3.3. TIJD EN RUIMTE MET PAPIERKUNST IN JAPAN Tijd en ruimte is een zeer rekbaar -of misschien beter gezegd een niet-afgebakend- begrip, daarom wil ik het graag toespitsen op een concreet deelgebied, en enkele voorbeelden geven van kunstvormen die te maken hebben met tijd en ruimte in combinatie of relatie tot papier. Papier is een materiaal dat erg aanwezig is in de wereld van de grafisch vormgevers en drukkers. Het nadenken over welk soort papier je kiest, of welke dikte, kleur, of textuur je aan je ontwerp wil toevoegen is een denkoefening op zich. Hieronder belicht ik enkele voorbeelden, waarbij bepaalde kunstvormen of tradities anders gebruik maken van papier.
3.3.1. Origami Al sinds het jaar duizend heeft de vouwkunst een vaste plaats veroverd in de maatschappij van Japan. Vandaar dat er ook in deze samenlevingen veel aandacht wordt besteed aan de geometrie die verbonden is met religieuze en ceremoniële vouwwerken. Ook de origami die gemaakt wordt in de vrije tijd is beladen met symboliek en bijgeloof. Een figuur omzetten tot geometrische vormen is de basistechniek van de vouwkunst.
foto • kraanvogel. 27 mei 2012. 35
De 'kan-no-mado' is een boek dat samengesteld is in het jaar 1850 door de schrijver Katsuyuki Adachi, zegt Dominique Buisson in het boek 'Papier in Japan'13. Het bevat een verzameling van documenten over vouwwerken die teruggaan tot het jaar duizend. De meeste modellen zijn ook in het westen bekend: de libel, de kraanvogel, de aap, de huisjesslak, de krab, de lotusknop, ... Bij de origami-modellen die uit deze periode afkomstig zijn wordt er nog weinig aandacht geschonken aan de driedimensionale vormen. Het was bij deze modellen nog toegestaan om in het papier te knippen, de meeste modellen worden enkel gevouwen. Akira Yoshizawa, de grote meester van de vouwkunst in Japan zoekt voor alles naar figuratieve mogelijkheden. “Een origami moet zo eenvoudig mogelijk zijn. Als men het moet schilderen of versieren om het begrijpelijk te maken is het geen origami meer” zegt Yoshizawa. Zowel westerse als Japanse kunstenaars zijn het hiermee eens. Wat het materiaal ook is, je hebt slechts één vel papier nodig, geen lijm, schaar of potloden, enkel veel verbeelding. In de westerse wereld wordt papier meestal gezien als een drager. Het is een materiaal dat nog bewerkt moet worden. Papier is in Japan het materiaal van de kunst zélf. In Japan zijn er enorm veel verschillende soorten papier uitgevonden omdat papier voor enorm veel toepassingen gebruikt wordt. Papier wordt hier als kunstwerk zelf gezien en niet als onderdeel van het kunstwerk zoals dat in de westerse wereld het geval is. Mijn aandacht wordt hier nog het meeste getrokken naar de uitspraak van Yoshizawa. “Origami moet zo eenvoudig mogelijk zijn”. Deze gedachtegang zie ik terugkomen bij grafische vormgeving. Het is net de kunst om veel informatie te verwerken, maar wel op een eenvoudige of eenduidige manier. De informatie moet duidelijk overkomen bij de lezer. In een oogopslag moet je verschillende delen van het blad gezien hebben. De verschillende blokken tekst moeten eigenlijk al aangeven welke informatie je waar kan lezen. Dit gebeurt door titels, ondertitels, vette tekst, letters in kapitaal, enzovoort. Wanneer je teveel versiering gaat aanbrengen in de lay-out wordt het onoverzichtelijk. Elke toevoeging aan de lay-out moet een doel hebben, anders staat het er beter niet. Je stelt jezelf best de vraag: “Wat is de meerwaarde ervan?”.
3.3.2. Bewegende ruimte Papier speelt dus een speciale rol in de Japanse geschiedenis en cultuur. Het heeft nog veel meer te bieden dan wat wij in de westerse wereld soms denken. Maar niet alleen het papier is ‘een manier van leven’ in Japan. Wanneer we kunst in het Westen vergelijken met Japanse kunst dan kunnen we zeggen dat westerse kunst vol is van zekerheden, in tegenstelling tot de Japanse kunst, die nooit gedefinieerd is in een vaste en onbeweeglijke vorm. Een schilderij kan worden opgerold en uitgerold, de kimono heeft alleen recht om te bestaan als hij wordt gedragen, zelfs architectuur streeft naar polyvalentie en staat open voor de natuur. Alles past zich aan en vernieuwt zich met de seizoenen. “Alle Japanse kunstuitingen bevatten een beweging in de ruimte en een ritme in de tijd,” zegt Dominique Buisson in het boek 'Papier in Japan'13.
13
Buisson, Dominique (vertaling Kuipers, Nico. Amsterdam)• Papier in Japan • Parijs: atrium/terrail, 1991
36
Het materiaal waarmee dit spel van transformatie gebeurt is papier. Wanden, vensters en kamerschermen bepalen de structuur van de gebouwen. Papier wordt door de architect als bouwmateriaal gebruikt, net als stro of hout. Het zijn allemaal natuurlijke materialen. Japanners zeggen soms dat hun huizen met hen meeleven en ademen. Rolschilderingen en kalligrafieën versieren de wanden, en de bewoners kleden zich in kimono's van papier. De moderne tijd heeft deze toewijding voor het papier -het traditionele washi- niet kunnen stoppen. De rol die papier hier speelt vind ik mooi. Het papier zelf deelt de ruimte van het huis in. Het papier wordt een wand, venster of kamerscherm dat open of dicht kan geschoven worden. Plots heeft papier een totaal andere taak. Het is niet louter een ondervlak meer, het bepaalt mee het hele gevoel en de totale sfeer van het huis. De papiersoort speelt in grafische vormgeving uiteraard ook een belangrijke rol, maar het is niet zo belangrijk als in Japan. In het westen werd papier meestal alleen als ondergrond van een tekening of schilderij gezien. Vanaf het kubisme, dadaïsme en surrealisme verliet men het tweedimensionale vlak van het schilderij. Er ontstond een nieuwe artistieke vocabulaire door de uitvinding van collage: knippen, scheuren, herstellen, kreukelen en alle andere handelingen met papier. In het westen ontdekte men de Japanse kunst van het dagelijkse leven. De Japanse kunstenaars, die zich decennia lang op het westen hadden gericht, herontdekten deze vergeten taal van eigen bodem. De kunstenaars vonden de wortels van hun cultuur terug. Sommigen namen afstand van het traditionele Japanse papier (washi), en werkten met Westerse papiersoorten (yo-shi). Enkele van deze kunstenaars werken rond het idee van conceptuele of architecturale ruimte, waarin washi en het licht elkaar beïnvloeden. Ook lampionnen, papieren mobielen of het driedimensionale knipwerk van het kunstwerk 'origamic architectures' van Masahiro Chatani werken voort vanuit de eeuwenoude papiertraditie.
foto 1 • Interieur Takamatsu Castle. 27 mei 2012 foto 2 • Chatani, Masahiro. Origamic architectures. 27 mei 2012 37
3.4. Lichaamsdecoratie & bodypaint Een lichaam is een 3D-object. Of moeten we eerder spreken over een 3D-subject? Want we hebben het hier over een bewegend, levend individueel lichaam met een ziel. In elk geval is het het eerste object-subject waarmee je geconfronteerd wordt als je begint te filosoferen. Het is een enorm boeiende 'drager' om met aan de slag te gaan en te versieren. Daar zijn verschillende manieren voor. In het boek 'Hot bodies, cool styles, nieuwe technieken in lichaamsdecoratie'14 zegt Ted Polhemus dat lichaamsdecoratie tot heel ver in de geschiedenis terug gaat. De Cuduveo-indianen in Brazilie, bijvoorbeeld, geloofden dat 'in de natuurlijke staat blijven' gelijk was aan de dieren. Dus als je een man wou zijn was je genoodzaakt jezelf te beschilderen of te decoreren. Hierdoor komt het lichaam in een symbolisch universum. Het lichaam staat in het centrum van dit universum omdat het tegelijkertijd voorwerp en onderwerp is. Ook in de hedendaagse cultuur worden nog veel van deze oude technieken om het uiterlijk te veranderen toegepast. In het woord 'cosmetica' hoor je het Griekse woord 'kosmos' dat orde, universum en ornament betekent.
3.4.1 Het beschilderde lichaam Een gekende vorm van lichaamsdecoratie is het aanbrengen van henna-tattoos. Deze beschildering kan je zien als de overgang van 'gewone' beschildering naar tatoeage-tradities hoewel dit niet zo is. Het is een tattoo die er na verloop van tijd terug afslijt. Het is een beschildering die je als herinnering een tijdje meedraagt, maar die niet zo definitief is als een echte tatoeage. In het boek 'de kunst van Mehndi'15 vind ik meer informatie over henna. Henna -of mehndi in het Indisch- is een vorm van tijdelijke tattoo. Hennapoeder is afkomstig van de hennaplant. Na het aanbrengen van het henna-ontwerp blijft het in sommige gevallen enkele weken staan. Het komt op vele plaatsen in de wereld voor, en put uit een zeer oude traditie. Het wordt aangebracht bij speciale gelegenheden, zoals bruiloften en andere feestelijkheden. Zowel in India, Noord-Afrika, het Midden Oosten als Zuidoost-Azië is henna verbonden aan religie. De meeste patronen zijn abstract en overwegend gebloemd. Ze zijn beïnvloed door patronen die worden gebruikt in Arabisch houtsnijwerk, geweven stoffen en schilderijen. De vorm van de patronen, de grofheid -of net het secure- van het ontwerp, het helemaal -of net niet helemaal- bedekken van de handen en voeten, verschilt voor elk gebied of godsdienst. Wat wel voor elk gebied geldt, is het feit dat de motieven allemaal 2D zijn. Ze spelen niet met de vormen van het lichaam zelf. Er is in de ontwerpen zelf ook geen sprake van illusie van 3D. Het blijft allemaal gerealiseerd in een plat vlak, hoewel het op de huid is aangebracht. Als we op zoek willen naar lichaamskunst die 'grenzen doorbreekt', zullen we verder moeten zoeken.
38
14 15
Polhemus,Ted (vertaling N&L publishing, Nederland)• Hot bodies, cool styles, nieuwe technieken in lichaamsdecoratie • Londen: Thames & Hudson, 2004 Batra, Sumita (vertaling uitgeverij J.H. Gottmer/ H.J.W. Brecht BV)• De kunst van Mehndi • Venecië: Carlton Books Limited, 1999
foto • Indisch henna ontwerp. 2011. 27 mei 2012
De sprong naar de cosmetische wereld van de 21e eeuw lijkt groot. Toch zijn er veel gelijkenissen. Vroeger werd de lichaamskunst van kop tot teen toegepast. Nu is dit veelal beperkt tot het gezicht, in de vorm van cosmetica. Er is een verschuiving van lichaams- naar gezichtsbeschildering doorheen de tijd. Dit komt door de veranderende klederdracht en een herdefiniëring van eerbaarheid. Wanneer de regels van de eerbaarheid strenger worden (bijvoorbeeld in de islamitische wereld) beperkt het decoreren zich tot de ogen, handen en voeten. Cosmetica is in de huidige westerse wereld enorm geslachtsspecifiek. Het is bij uitstek een terrein, voorbehouden voor vrouwen. Bij inheemse volkeren zijn het meestal de mannen die de uitzonderlijkste lichaamsbeschildering hebben. Ook in de Europese geschiedenis gebruikten de aristocratische mannen cosmetica. Maar tegenwoordig moet de cosmetica van de man -als hij dan al cosmetica gebruikt- onopgemerkt blijven. Ook in de tijd van de kolonisatie werd het onderscheid verscherpt tussen de onversierde 'superieuren' en de versierde 'inboorlingen'. Hierdoor versterkte de westerse definitie van mannelijkheid als 'zonder frivole versieringen', waardoor de man onzichtbaar werd (met uitzondering van verschillende subculturen in de jaren zeventig en tachtig). Lippenstift, oogschaduw, mascara en andere zichtbare cosmetica valt tot vandaag hoofdzakelijk binnen het domein van de 'vrouwelijke' decoratie. Gezichtsbeschildering heeft altijd een bepaalde betekenis. Het is niet letterlijk te lezen, maar we mogen het ook niet negeren. Make-up is stilistische, non-verbale communicatie omdat het vaak vertelt wat verbale communicatie niet kan uitdrukken. In de huidige westerse wereld zijn er verschillende soorten gezichtsbeschilderingen.
39
3.4.1.1 Beschildering die accentueert (3D) Make-up dient in het westen al sinds de oudheid als versiering van ogen, lippen en contouren van het gezicht. Van in het oude Egypte tot de moderne modeshows is make-up te vinden. Het ontwerp is ondergeschikt aan de fysieke vorm. De natuurlijke opbouw van het gezicht moet gerespecteerd en geaccentueerd worden: lippenstift om de lippen te benadrukken, eyeliner om de ogen beter te laten uitkomen, of foundation om de jukbeenderen te accentueren. Lijnen en kleuren worden gebruikt om het gezicht aan te passen of te perfectioneren. De ruimtelijke vormen van het gezicht krijgen extra aandacht door de toevoeging van make up. De 'verf' zorgt ervoor dat het lichaam er nog ruimtelijker uitziet dan dat het al is, een extra driedimensionaal effect.
foto • Make-up door artist Janell Geason. 27 mei 2012 foto • Britse voetbalsupporter. Foto Action Plus/Omnipress/Glyn Kir. 8 januarie 2000. 27 mei 2012
3.4.1.2 Beschildering die verstopt (2D) Bij deze benadering van gezichtsbeschildering spelen de gelaatstrekken geen rol. Het lijkt alsof de kleuren, lijnen, krullen, stippen en figuratieve motieven op een wit doek zijn aangebracht. Het menselijke lichaam wordt gebruikt als doek om symbolische info over te dragen. Er is een opvallende ontwikkeling in de hedendaagse gezichtsbeschildering die over de hele wereld vooral populair geworden is bij mannen. Het gaat hier over de beschildering van het gezicht van de supporters van sportevenementen. De mannen kleuren hun gezicht in de kleuren van het favoriete team. Deze experimenten zijn vaak felgekleurd en grafisch. Ze gebruiken krachtige, abstracte figuren en kleuren. De mannen kunnen hun mannelijkheid laten zien door middel van gezichtsdecoratie zonder verwijfd over te komen. 40
Dit vind ik een zeer interessant gegeven. De mannen die deze manier van schilderen toepassen, maken van een 3D-object (zichzelf) een 2D-object. De vormen van het gezicht verdwijnen zo goed als volledig. Deze mannen worden eigenlijk advertenties of levende reclame voor hun favoriete ploeg. Het is niet belangrijk wié de persoon is, je moet herkennen vóór wie deze persoon is. Deze geschilderde mannen zijn meestal in groep. Niet de individualiteit telt, maar de hele (geschilderde) groep supporters. De supporter gaat helemaal op in de sport, maar ook in de groep en de kleuren van de favoriete ploeg.
3.4.1.3 Beschildering die doet verdwijnen. Als ik aan beschildering denk waarbij je jezelf laat verdwijnen gaan mijn gedachten direct uit naar de camouflagevlekken die in het leger op het gezicht worden geschilderd. Dit is het zuiverste voorbeeld van verdwijnen of camoufleren. De oorsprong hiervan gaat terug naar de jacht. Hierbij is het de bedoeling dat de persoon helemaal niet meer te zien is en opgaat in de omgeving of achtergrond. Hij moet één worden met de natuurlijke omgeving waarin hij zich op dat moment bevindt. Meestal bevindt camoufleren zich in de ruwe sfeer van oorlogvoering. Maar als je deze techniek op een meer creatieve manier toepast bekom je erg leuke en originele resultaten.
foto's • Mr Roger. kunstwerken Liu Bolin. 30 december 2011. 14 februari 2012 41
De Chinees Liu Bolin is een uitzonderlijke kunstenaar op dit gebied. Hij kreeg dan ook de bijnaam 'The invisible man'. Hij maakt foto's van een bepaalde plek. Maar als je beter kijkt kan je vaag een silhouet zien. Het is de kunstenaar zelf, die helemaal beschilderd is en als het ware deel uitmaakt van het decor, zoals een kameleon zichzelf kan camoufleren met de kleuren van zijn achtergrond. Liu Bolin wil hiermee de relatie tussen de mens en zijn omgeving en de samenhang van het bestaan in vraag stellen. “My body is a tool that enables me to inform the audience that in the end all the things created by our own hands make us disappear.” Zegt Liu Bolin hierover in een interview met Marine Cabos op 2 februari 201216.
foto's • Mr Roger. kunstwerken Liu Bolin. 30 december 2011. 14 februari 2012
Zijn werk bevindt zich tussen de landschapsfotografie en het autonoom portret. Wanneer de interviewster Marine Cabos aan 'Professor Liu' vraagt in welke van de twee kunstvormen hij zich het meest bevindt, kan hij hier niet direct op antwoorden. Hij heeft zijn werk nooit in een specifiek genre gesitueerd. Er zijn ook al mensen geweest die hem vroegen of hij zichzelf meer ziet als een fotograaf of als een performer. Meestal antwoordt hij hierop dat hij 'geënsceneerde fotografie' maakt. Op het vlak van 'spelen met 2D en 3D', is Liu Bolin een boeiende kunstenaar. Enerzijds beschildert hij zichzelf zonder zich iets aan te trekken van zijn gelaatstrekken of de vormen van zijn eigen lichaam. Op die manier gezien beschouwt hij zichzelf als een leeg doek dat kan beschilderd worden. Een tweedimensionaal werk. Maar anderzijds communiceert hij -als beschilderd werk- ook met zijn eigen omgeving. Hij wordt de omgeving waarin hij staat door zich te camoufleren. In zijn werk integreert hij zichzelf daardoor in de werkelijke 3D ruimte. En wanneer het over deze uitgestrekte ruimte gaat kunnen we niet om het feit van de vierde dimensie heen: de tijd. Op het ogenblik dat de foto gemaakt wordt werken al deze dimensies samen. Maar dat is niet wat het grote publiek te zien krijgt. Het uiteindelijke werk is een documentatie van foto's van Liu Bolin. En dit wil zeggen dat hij eigenlijk 2D-werk maakt. We zien hier de werking van gezichtsbedrog, dat heeft altijd dubbele betekenissen.
16 Cabos, Marine • AN INTERVIEW WITH THE CHINESE PHOTOGRAPHER LIU BOLIN • Photography of china. 2 februari 2012. 7 maart 2012
42
3.4.2 het getatoeëerde lichaam Tatoeëren is een van de meest ontwikkelde kunstgenres van de mens, zo lees ik in het boek 'Hot bodies, cool styles, nieuwe technieken in lichaamsdecoratie'14. Het is ook een zeer grafische kunst. Deze kunstvorm speelt met variatie, gratie en complexiteit op het lichaam als schildersdoek. Deze kunstvorm laat geen ruimte voor vergissingen zoals bij andere kunstvormen wel het geval is. Hierdoor verhoogt de artistieke prestatie. Naast het artistieke gedeelte blijft een tatoeage ook steeds een communicatiemiddel. Een bepaald teken kan symbool staan voor een groep waartoe mensen behoren, of kan mensen net onderscheiden van elkaar, zoals stamhoofden bij traditionele culturen. Daarnaast kan een tatoeage ook erg individueel zijn. Iedereen vertelt zijn eigen verhaal. Een tatoeage kan het lichaam gebruiken als wit doek waarop getatoeëerd wordt maar kan evengoed ruimte creëren. Hier is een groot verschil merkbaar tussen verschillende culturen. Sinds de denkbeelden van Plato heeft het Westen een problematische relatie met het lichaam op zich. Westerlingen zagen het lichaam dan ook niet als driedimensionaal kunstsubject of -object. Het traditionele westerse denkbeeld zegt dat het vlees zwak is en ons op het verkeerde pad brengt. Het verzwakt en beperkt, het is vreemd en niet van ons. Door deze culturele bagage is het niet zo verwonderlijk dat westerse tatoeëerders het moeilijk vonden om het lichaam te benaderen met een respect zoals het in andere tatoeage-tradities voorkomt. Japanse en Tahitische tatoeëerders werkten mét het lichaam terwijl Westerse tatoeëerders het lichaam met kunst bedekten zoals ze zouden doen met een wit doek of een leeg vel papier. Zoals graffiti die in verschillende perioden door verschillende mensen op een muur was gezet. Afzonderlijke ontwerpen werden op het lichaam geplaatst zonder na te denken welke relatie die tot elkaar of het lichaam hadden. In de tweede helft van de jaren 60 werden bij culturele waarden en normen vraagtekens geplaatst. De tatoeage-tradities uit het gebied van de Stille Zuidzee beïnvloedden nu de westerse ontwerpen. Ontwerpen gebeurt nu met respect voor de vorm van het lichaam, door afzonderlijke elementen te integreren tot een visueel geheel. Het driedimensionale lichaam speelt nu wel een rol bij de ontwerpen van de tatoeages. Het is interessant om die 'oude' inspiratiebronnen voor de nieuwe westerse lichaamskunst even te onderzoeken.
3.4.2.1. Japanse tatoeage-tradities Japanse tatoeëerders werkten altijd al mét het lichaam. Japan heeft een zeer rijke traditie op vlak van tatoeage, lees ik in het boek 'Bushido, Legacies of the Japanese Tattoo'17. Japanse tatoeage verwijst in vele gevallen naar de geest van de samoerai. Die twee dingen (het zijn van een samoerai en het zetten van een tatoeage) horen samen. Het heeft ook te maken met het eren van de meester (dit is een gegeven dat in het westen niet gebruikt wordt of gekend is). De samoerai spirit is vaak gedefinieerd door een toewijding voor de meester en een streng zelf opgelegd gevoel voor eer, trouw en rechtvaardigheid. Het eerste wat men moet doen als men
14 17
Polhemus Ted (vertaling N&L publishing, Nederland) • Hot bodies, cool styles, nieuwe technieken in lichaamsdecoratie • Londen: Thames & Hudson, 2004 Kitamura, Takahiro - Kitamura, Katie M. • Bushido, Legacies of the Japanese Tattoo • China: A Schiffer Book, 2001
43
een tattoo wil laten zetten is het kiezen van een tattoo-meester, en dit kan een lange zoektocht zijn. Het kiezen van de opdruk is het tweede belangrijkste bij de keuze voor de juiste tattoo. Uitgestrekt vanuit de nek tot de onderrug- is de rug het grootste stuk ononderbroken ruimte op het lichaam dat geschikt is voor een tekening. De rug is dus het ideale doek voor de kunstenaar. De Japanse 'full bodysuit' is enorm kenmerkend.
foto's • Fellman, Sandi. Uit het boek: 'the Japanese Tattoo'. 27 mei 2012
Ik dacht in dit boek over Japanse lichaamskunst meer te vinden over een manier waarop de tattoo zou samenwerken met het lichaam om tot kunst te komen. Maar dit heb ik niet echt gevonden. Het is wel zo dat de kunstenaar -de meester- een zeer intense relatie heeft met zijn klant om tot een tattoo te komen. (Het is zelfs niet echt een tatoeëerder/klant relatie. Het is meer een samenwerking, vergelijkbaar met een vader/zoon relatie). De klant moet de tatoeëerder vertrouwen maar ook omgekeerd geldt hetzelfde. De kunstenaar kan zijn kunst pas maken als er een klant is, en als deze klant blijft terugkomen naar de verschillende sessies. Door die dichte relatie met de klant denkt de kunstenaar -samen met die klant- meer na over wat en hoe er afgebeeld moet worden. Ze denken samen na over de betekenis en samenhang van de afbeelding. Maar hij ziet de klant ook (tot op bepaalde hoogte) maar als een doek waarop hij schildert. Hiermee wil ik zeggen dat hij niet inspeelt op de ruimtelijke vormen van het lichaam zelf. 44
3.4.2.2. Leopard man: een actueel tatoeagekunstenaar. Of is het geen kunstenaar? Een man die wel speelt met het gegeven ruimtelijkheid in zijn tatoeages is Tom Woodbridge (bijnaam 'Tom Leppard' of 'Leopard man')18. Twintig jaar geleden nam hij de beslissing om de stad te verlaten, en alleen op het 'Isle of Skye' in Schotland te gaan wonen. Hij heeft zijn hele lichaam laten tatoeëren met vlekken zoals die van een luipaard. Niet zozeer omdat hij iets met die dieren te maken had, maar eenvoudigweg omdat dit voor de tatoeage-kunstenaar de gemakkelijkste vorm was om te zetten. Zijn grootste drijfveer om dit te doen was eigenlijk om een inkomen te krijgen als meest getatoeëerde man ter wereld en vermeld te worden in het Guinness Book of World Records. Erg kunstzinnige gedachten zitten er dus niet achter. De reden waarom ik hem aanhaal in mijn scriptie is, omdat hij zijn lichaam als lichaam beschildert. De grootte van de vlekken zijn bepaald door de plaats die ze op het lichaam krijgen, net zoals dat bij de echte dieren ook is. Deze vlekken komen niet over wanneer ze op een doek zouden geschilderd worden. De vlekken hebben het lichaam nodig om als geheel iets voor te stellen. De man tilt de 2D tekening op naar een 3D voorstelling omdat ze op zijn lichaam getatoeëerd is.
foto'S • Tom Leppard. 2012 Monkey Review. 8 mei 2012
45
Tom Leppard the Leopard man retires! • www.monkeyreview.co.uk. 2012 Monkey Review. 8 mei 2012
18
3.5. Het samenwerken van alle dimensies in een symbolisch universum Voorbeelden over het lichaam als 'symbolisch universum', vinden we bij uitstek in de lichaamsbeschildering van verschillende natuurvolkeren. Hoe verschillend ook van streek tot streek, samen met zang en dans zijn de beschilderingen onlosmakelijk verbonden met de tienduizenden jaar oude ceremonies die van generatie op generatie werden doorgegeven. Als voorbeeld haal ik de Australische aboriginals aan. Zo lees ik op www.aboriginalartonline.com19: "Body painting, decoration and personal adornment traditionally carry deep spiritual significance for Australian Aboriginal people. Body painting is carried out within strict conventions that are primarily related to spiritual matters, although the creative nature of these activities is also acknowledged. The particular designs or motifs used by individuals reflect their social position and relationship to their family group and also to particular ancestors, totemic animals and tracts of land. People are not free to change their appearance at will; they must conform to respected patterns. In many situations individuals are completely transformed so that they 'become' the spirit ancestor they are portraying in dance." Major Sumner, directeur van de dansgroep Tal-Kin-Jeri bevestigt dit in een artikel op www. tooeasy.nl20: ‘Deze ceremonies vertellen je over de dingen die je in het leven moet weten. Vergelijk het met de school van tegenwoordig. Je leert hoe je moet jagen, hoe je dierensporen kunt ‘lezen’, welk dier je moet doden en wie je welk deel van het dier moet geven. De ceremonies onderrichten niet alleen in praktische vaardigheden, ze vertellen ook over respect, recht en hebzucht. Bovendien zegenen ze het land en eren ze de voorouders. Zoals de bliksemman en de regenboogslang, die in de Droomtijd de wereld schiepen en deze, met de verantwoordelijkheid voor alle levende wezens, na hun dood overdroegen aan de Aboriginals (de mens). Elke Aboriginal heeft dan ook de verplichting goed voor het land te zorgen en niet meer (voor voedsel) te nemen dan strikt noodzakelijk. Die zorg voor het land vindt onder andere plaats door rituelen (dansen) uit te voeren en liederen te zingen over de daden van de voorouders. Lichaamsversieringen met takken, veren, botten, maar ook piercings, littekens en vooral bodypainting vormen een belangrijk onderdeel van de ceremonies. We gebruiken de versieringen en bodypainting om ons te identificeren met het dier dat we uitvoeren in onze dans, om zijn ziel over te nemen.' Deze ceremonies getuigen ook van een andere omgang van heel wat inheemse volkeren met het begrip 'tijd', die 'vierde dimensie'. Vraag een gemiddelde Europeaan waar de toekomst ligt, en waar het verleden, dan zal hij antwoorden dat het verleden achter ons ligt, en de toekomst voor ons.
art and artists • Aboriginal Art Online Pty Ltd. www.aboriginalartonline.com. 2000. 7 maart 2012 Kraijenbrink, John • bodypainten is een spirituele ervaring • www.tooeasy.nl. 27 mei 2012
19 20
46
In het traditionele wereldbeeld van de meeste inheemse volkeren is dit een absoluut vreemde en bijna onmogelijke redenering, zo begrijp ik uit een nota van de ngo 'Broederlijk Delen'21. Volgens de inheemse volkeren ligt de toekomst achter ons, want die kunnen we niet zien. Wat we wél kunnen zien, en wat dus voor ons ligt, is het verleden. Het zijn onze voorouders die vóór ons deden wat wij nù doen. Het is de eeuwenlang opgebouwde kennis over plichten en waarden die het menselijk samenleven normeren, en die ons in staat stellen te leven op zo’n manier dat we het leven leefbaar maken en dat we de aarde ongeschonden aan onze kinderen doorgeven. In de cyclische tijdsbeleving van deze inheemse volkeren heeft alles met alles te maken. Iedereen heeft met iedereen te maken. Het religieuze zit hierin verweven. Kunst, muziek, rituelen horen daar onvervreemdbaar bij. Dit gaat dus in tegen een lineair denken waarbij het verleden als ‘afgehandeld’ beschouwd wordt (achterlijk, ouderwets, voorbijgestreefd), men zich met zijn rug naar dat verleden keert (niet meer ziet wat er te zien is), zich overgeeft aan een ‘blind’ vooruitgangsgeloof (het modern rationalisme van de ‘autonome’ mens), en hierbij zowel mensen als milieu tot slachtoffers maakt (economische crisis, milieucrisis, individualiseringsprocessen, de risicomaatschappij, enz...). Om ernstig genomen te worden heeft de kunstenaar in de westerse wereld zowat de plicht om 'oorspronkelijk' en 'nieuw' werk te maken. Dit is niet zo in de inheemse culturen, waar de regels vast liggen, en kunst vooral een eeuwige reproductie is van het holistisch universum waarin men leeft en dat in stand moet gehouden worden. Aldus ook een artikel op www.janesoceania.com22: Alle vormen van kunst – of het nu grafische, plastische of performance kunst is- hebben vooral sociale en religieuze functies. Het wil niet zeggen dat individuele vaardigheden en prestaties -en ook de schoonheid van de voltooide werken- niet erkend en geapprecieerd worden door de gemeenschap, maar de functie van de kunst is het allerbelangrijkste. Lichaamskunst is integraal onderdeel van de dansen die uitgevoerd worden op gelegenheden zoals inwijding van jonge jongens, de opeenvolgende stadia van verwerving van religieuze kennis en begrafenisceremonies. In een samenleving waar het dragen van kledij nooit van functioneel belang is geweest, is het lichaam zelf het basismateriaal voor artistieke expressie. De lichaamsdecoratie (inclusief scarrificatie, rituele lichaams- en gezichtsbeschildering), het dragen van kledingstukken en ornamenten, en de transformatie van het lichaam met behulp van toegevoegde attributen en hoofdtooien representeren de levende beelden van voorouderlijke wezens. Er hebben enorme veranderingen plaatsgevonden de voorbije decennia door regeringsinterventies en missionarissen. Dit heeft invloed gehad op deze culturen, maar de fundamentele religieuze geaardheid van de mensen, hun geloof in het ontstaan van het leven en het land is zo sterk dat er altijd ceremoniële activiteiten gebleven zijn. Elk lid van de samenleving is nodig om de harmonie van het heelal te in evenwicht te houden. Zo zie je, wanneer een kunstenaar een kunstwerk maakt los van de ceremoniële objecten, en het te koop aanbiedt, dat zijn ontwerpen nog altijd gerelateerd zijn aan de ceremonies en verhalen van de Droomtijd. Het
21 22
Malfliet, Karel • Is er toekomst achter ons? enkele ideeen voor de eenentwintigste eeuw • Niet gepubliceerde lezing voor Broederlijk delen, 2001 Topica • Aboriginal - The body as living art • www.janesoceania.com. 7 maart 2012
47
ceremoniële leven is het fundament van de hele Aboriginal samenleving. De ontwerpen die gebruikt worden bij het decoreren van de lichamen van de ceremoniële deelnemers zijn altijd deel van de erfenis van de performer. Ze maken deel uit van het gedeelde 'eigenaarschap' van rituele kennis, en -bij uitbreiding- van het land. Dit alles deelt hij met de andere mensen, hoewel specifieke individuen het recht kunnen claimen om ándere patronen te mogen schilderen omdat ze die 'geërfd' hebben van hun vader of van andere verwantschappen.
foto • Aboriginal-dancers. 27 mei 2012
In ceremonies van aboriginals komt vaak nog een ander element aan bod: enorme zandschilderijen die op hun beurt ingewikkelde geometrische figuren en patronen bevatten. Het maakt dat ik in de ceremonies van de Aboriginal cultuur de meest complete integratie vond van 2D en 3D en 4D. Alle aspecten die ik zoek vallen mooi op hun plaats in de denkwijze van deze volkeren. Ze weten op een prachtige manier om te gaan met elementen zoals 'beeldend en ordenend vermogen', 'ruimtelijkheid' en het element 'tijd'. Samen met muziek en dans gebruiken ze het in ceremonies. Alle beschikbare disciplines werken samen als drager van heel hun eeuwenoude cosmovisie. Het is die gedachtegang die ik ook wil zoeken in Grafische vormgeving. Een vormgeving die nog meer te bieden heeft dan ze al doet en die deel uitmaakt van een groter geheel. Wanneer vormgeving niet enkel vormgeving is, wanneer het méér te vertellen heeft dan wat het op het eerste zicht uitstraalt, dan ben je sterk werk aan het maken.
48
DEEL 4: // Grafische vormgeving en de vier dimensies
DEEL 4: // Grafische vormgeving en de vier dimensies Ook voor het artistiek gedeelte van mijn masterproef ging ik aan de slag met de verschillende dimensies van 'ruimte' en 'tijd'. In de voorbereidende, conceptuele fase werkte ik diverse kleine projecten uit waarbij ik op mijn beurt probeerde de grenzen af te tasten en te overschrijden. Ik zocht manieren om verschillende dimensies samen te voegen. Ik wou niet kiezen tussen 2D of 3D of 4D. Ik wou net deze dimensies laten samenwerken in 1 project.
Voorbereidende conceptuele oefeningen 1. Ik maakte lichtfoto's waarbij de sluitertijd van het fototoestel je de tijd geeft om een 'tekening' te maken met licht. Door als het ware de tijd te fotograferen, combineerde ik 2D en 4D. Maar de derde dimensie speelt hierbij zo goed als geen rol, dus zocht ik verder.
50
2, Ik heb nieuwe composities gemaakt met de witruimte uit magazines. Rond elke tekst en afbeelding zit er witte ruimte. Die heb ik uitgeknipt en herschikt tot nieuwe vormen. De witte ruimte rond de teksten of beelden wordt meestal niet waargenomen door de lezer. Het is de achtergrond, en wordt dus als niet belangrijk beschouwd. Met deze oefening wou ik aantonen dat de vormen van de witruimte wél iets te zeggen kunnen hebben. Wanneer je deze onverwachte vormen herschikt tot een nieuwe compositie bekom je een tof en onverwacht effect.
3, Ik maakte een filmpje waarbij er steeds meer ruimte verschijnt naarmate het filmpje vordert. Ik startte met een leeg blad waaruit ik vormen sneed met een snijmes. Doordat er meer en meer papier (ruimte in 2D) verdwijnt, verschijnt er stilaan meer werkelijke (3D-)ruimte Ook de vierde dimensie speelt hier een rol. Vooraleer je de 'echte' ruimte volledig ziet verschijnen, moet je de tijd nemen om het filmpje te bekijken.
51
4, Ik heb mensen op de voet gevolgd. Ik heb hen gevraagd om hun dagelijkse routes uit te stippelen en te documenteren: de weg naar hun werk, de route naar de winkel of in de winkel zelf, of de weg die je aflegt wanneer je thuiskomt en rondloopt. Ik wou deze routes in kaart brengen en samenvoegen. Zo dacht ik een 'onverwacht' en 'interessant' beeld te kunnen vormen. Maar dit bleek moeilijker dan gedacht. De mensen bewegen zich allemaal onafhankelijk van elkaar, zonder interactie. Zo goed als geen route overlapt een andere. 5. Het werd interessanter wanneer ik eenzelfde ruimte had waarin verschillende routes worden afgelegd. Zo kon ik deze routes als lagen over elkaar leggen. Dit heb ik gedaan op mijn stageplek. Ik heb elke dag mijn eigen route gedocumenteerd die ik -in opdracht- aflegde. Ik combineerde hierbij de werkelijke ruimte (3D) met de tijd (4D) omdat het ging over een beweging in de tijd in de ruimte. Het resultaat heb ik in een infographic getekend en uitgeprint (2D). Het leek me een interessante piste voor een masterproef, zowel inhoudelijk als grafisch. Maar al snel stootte ik toch ook op een probleem: “Wie volg ik op de voet en waarom? Wie of wat is er interessant om te volgen? Wat bewijs ik door een bepaalde groep mensen te volgen?”
DE PLATTEGROND op de voet gevolgd » MAANDAG 7 NOVEMBER
» DINSDAG 8 NOVEMBER
» MAANDAG 14 NOVEMBER
» DINSDAG 15 NOVEMBER
» DONDERDAG 10 NOVEMBER
» WOENSDAG 16 NOVEMBER
» DONDERDAG 17 NOVEMBER
» DONDERDAG 18 NOVEMBER
6. Ik probeerde letters te maken uit ontvouwingen van papier. Het papier is een 2D-drager, maar wordt door de ontvouwing ook een ruimtelijk object. Maar het resultaat dat ik nastreefde was, het documenteren van de schaduw die dit object doorheen de dag afwerpt. Elk uur, minuut, elke seconde heeft het werk een andere vormgeving. De tijd is hier de maker van het werk. Het eeuwige, terugkerende licht van de zon.
52
7. Ik heb geprobeerd, tekst te schrijven in 3D, de werkelijke ruimte. Met een naaimachine stikte ik tekst enkel en alleen met stikzijde zelf, zodat er nog gaten inzaten. Wanneer je de tekst bekijkt, kijk je ook doorheen de tekst en zie je de werkelijke driedimensionale ruimte. Maar verder dan dit kwam ik hiermee niet.
8. Ik heb tekst geweven door in een geprinte tekst de regels van elkaar te knippen en in elkaar te schuiven. Hierdoor ontstond een wirwar van letters. En een onleesbare boodschap voor de kijker. Een stapje verder in dit proces was de uitdaging om de tekst wel te weven maar toch leesbaar te maken voor de lezer. Dit was al een stuk boeiender. Maar toch was het dàt nog niet.
9. Ik heb ook nog met het idee gespeeld om letters te laten 'leven'. Naar analogie met het gekende raadsel: “wat wordt kleiner naarmate het groeit?” Het antwoord hierop is: “Het gat in de haag”. Wat zou ik bekomen wanneer ik tekst liet verkleuren, verkleinen of vergroten, krimpen of uitzetten met de tijd? Toen vond ik dat dit ook al zoveel keer gedaan was. Dus zocht ik verder.
53
Concept masterproef. Ik was op zoek naar iets dat volledig klopt. Ik wou een project maken waarin elke dimensie evenveel aanwezig is en waarbij elke dimensie ook noodzakelijk is om het project te laten slagen. Het project moet ook de essentie van mijn onderzoek in deze scriptie verduidelijken en samenvatten. Ik werk rond ruimtelijkheid. De begrensde ruimte maar ook de open ruimte. Ik behandel het principe tijd ook uitvoerig in mijn scriptie. De tijd die sommige kunstvormen nodig hebben om beleefd te worden. Maar ook de tijd die voorbij gaat, het verleden en de toekomst. De steeds bewegende en evoluerende wereld van de grafische vormgeving. Het werk waarin ik al deze dimensies samenbreng, is een 'installatie'. Ik heb een kubusvormig object ontworpen waarvan elk aanzicht -vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht- bestaat uit drie ruimtelijk van elkaar gescheiden lagen. De kubus wordt dus gevormd door in totaal negen verschillende lagen. Elke laag is een tweedimensionaal vlak waarin een uitsnede gemaakt is. De uitsneden van de drie lagen van een bepaald aanzicht, laten samen de contouren van de letters van een woord vrij. Als je op elk van de aanzichten van de kubus een in de juiste hoek opgestelde lichtstraal richt, dan verschijnt er op een achterliggend vlak een woord. Bij het vooraanzicht, het bovenaanzicht en het zijaanzicht is dat telkens een ander woord. Anders gezegd, er zitten drie woorden 'verstopt' in de 3D-constructie van de kubusvorm. Het is de bedoeling dat de kubus opgesteld wordt, steunend op één hoekpunt. Hierdoor bevinden de drie aanzichten -voor- zij, en bovenaanzicht- zich bovenaan de opstelling. De kubus staat stil in de ruimte, maar wordt belicht door een lichtbron die rond de kubus draait, in een horizontale cirkelvormige baan, hoog genoeg om de aanzichten te belichten vanuit een juiste, schuine hoek. Dit gebeurt doordat onder de kubus een motor zit die een halfronde staaf aandrijft, met het lamp op het uiteinde. Die lamp draait dus rondjes rond het object en werpt zo voortdurend licht op de kubus. Het licht beweegt rond de kubus in een traag tempo. De belichte uitsneden in de kubus werpen op het grondvlak steeds wisselende schaduwlijnen. Zo vormen de afgeworpen schaduwen ook af en toe de woorden die in de kubus verstopt zitten. Ze verschijnen en verdwijnen, het ene na het andere. De drie woorden die ik verwerkt heb zijn: Eeuwig, Bewegende, Ruimte. Deze drie woorden vatten heel het project samen. Doordat het licht niet stilstaat maar blijft ronddraaien, verandert de ruimte rondom de kubus voortdurend. De lichtbron draait door totdat het licht plots in een juiste hoek op de kubus valt en heel even het woord verschijnt. Er ontstaat telkens een 'ogenblik van eeuwigheid'. 54
De drie lagen die tegelijkertijd belicht worden, bevinden zich op een verschillende afstand van de lichtbron en van het vlak waarop de schaduwen vallen. Daardoor zijn de afgeworpen schaduwen niet allemaal even scherp. Integendeel, sommige zijn onscherp. Ook het door het spel van schaduw en licht gevormde woord, is dus niet scherp afgelijnd. De letters vervloeien. Ze komen en gaan tegelijkertijd, en dit effect versterkt nog de indruk dat het om 'ogenblikken van eeuwigheid' gaat. Met het ronddraaiende licht verwijs ik naar de zonnewijzer en de eeuwige baan van de zon. De zon komt elke dag op en verdwijnt elke dag terug achter de horizon, in tussentijd alles in onze aardse ruimte beschijnend in een even vluchtig spel van schaduw en licht. In de installatie werken alle dimensies op een harmonieuze manier samen. Het eerste wat je ziet is de kubus zelf, die een driedimensionaal object is. De lagen waaruit de kubus gemaakt is zijn stuk voor stuk tweedimensionale uitsneden, net zoals de projecties die door de uitsneden ontstaan op de ondergrond. Vanuit een 3D ontstaat er 2D. Je ziet deze woorden nooit 55
langdurig verschijnen, en ook nooit tezamen. Je moet wachten tot het licht op de juiste plek staat om het woord waar te nemen. Je hebt de tijd nodig, want die bepaalt wanneer je iets te lezen krijgt. Eerder in mijn scriptie vergeleek ik grafisch vormgevers met choreografen en dansers. Grafisch vormgevers maken -net als dansers- ook een compositie met ritme, volume en lagen, maar op een totaal andere manier. De compositie wordt gemaakt, en eens die gedrukt is staat ze stil. Precies dit laatste wil ik hier doorbreken. Mijn compositie staat nooit stil. Het object is wat het zegt: een eeuwig bewegende ruimte.
56
BESLUIt
BESLUIT In mijn onderzoek wou ik de grenzen aftasten van het gebruik van 2D, 3D en soms 4D in relatie tot grafische vormgeving. Ik wou weten of die grenzen te verleggen of te overschrijden zijn, zonder het vakgebied van grafische vormgeving te verlaten. Ik ondervond dat het soms gemakkelijk is, maar meestal erg moeilijk. In het deel ‘Over de grenzen’ toonde ik aan dat het ‘niet voor de hand liggende’, de verrassende kijk van andere culturen en de combinatie van disciplines met grafische vormgeving erg leuke resultaten oplevert. In mijn artistieke masterproef is het mij gelukt om de verschillende dimensies te combineren in een werk. Het is een installatie geworden, en dit is niet zo voor de hand liggend in de toegepaste grafische vormgeving. In de beeldende kunst is men al langer bezig om met deze gedachten en vraagstukken te experimenteren in hun werk. Licht, tijd, ruimte en beweging zijn algemene begrippen maar komen zelden tegelijkertijd voor in een werk van grafische vormgeving. Mijn masterproef is mijn persoonlijke interpretatie. Geef deze opdracht aan iemand anders en er komt zeker weer een ander uniek werk tevoorschijn dat er in slaagt de verschillende dimensies te combineren. Ik besef dat mijn zoektocht zich afspeelt tegen de achtergrond van de postmoderne cultuur waarin in groot geworden ben. Mijn scriptie is allicht zelf een product van de postmoderne cultuur waarin grenzen gesloopt worden en mensen steeds meer hun eigen individuele wereld samenstellen. Er is zo'n grote massa aan informatie, gewoontes, culturen, ... Er zijn tal van grenzen die niet meer bestaan, en die bijgevolg ook niet meer te overschrijden zijn. Ook de grenzen van de verschillende culturen vervagen steeds meer en je kan je afvragen of op den duur werkelijk alles gaat verbrokkelen en opgaan in deze veelheid aan alles. Maar paradoxaal genoeg ontstaan daardoor ook nieuwe grenzen en scheidingslijnen. De verbrokkeling, de vele crisissen die onze wereld treffen en de onzekerheid die er mee gepaard gaat, doet nieuwe spanningsvelden ontstaan en doet tal van mensen kiezen voor extreme standpunten of fundamentalistische stromingen. Precies in deze complexe en ondoorzichtige soep die in onze geglobaliseerde wereld ontstaan is, kan grafische vorming gezien worden als een noodzakelijk vakgebied. Goede grafische vormgeving slaagt er in de veelheid aan informatie te filteren, te ordenen, bij mekaar te houden en te presenteren. Het werk van grafisch vormgevers zijn bouwpakketten waarmee iedereen zijn eigen wereldbeeld kan samenstellen en vervolledigen. 58
Grenzen overschrijden is daarbij zeker niet altijd en overal nodig. De disciplines kunnen ook nog zonder elkaar bij het creëren van unieke werken. Als ‘noodzakelijk vak’ in de hedendaagse wereld van communicatie kan grafische vormgeving gerust op zichzelf overleven. Maar om de polsslag van de veranderende samenleving te voelen en actueel te blijven, is dat een riskante optie. Ik beschouw het als leuk én nodig om de grenzen op te zoeken, te bewandelen en te overschrijden. Bovendien is het daar waar creativiteit geboren wordt. Zo gezien is grafische vormgeving – net als de andere kunstvormen- een spil of een katalysator voor vernieuwing. De projecten waarin twee werelden elkaar ontmoeten in een 'mash-up' van twee of meer stijlen zijn enorm inspirerend. Wanneer de disciplines dialogeren en alles overvloeit in elkaar ontstaat nu eens hier, dan eens daar een ‘klik’ of ‘vonk’. Het resultaat kan alles zijn, in 2D, 3D of 4D, maar altijd boeiend en actueel.
59
bibliografie hoofdstuk 1 http://www.encyclo.nl/wb/94390426#w59 http://www.digischool.nl/ak/onderbouw-vmbo/materiaal/begrip/b_astron.htm http://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/ http://www.encyco.nl/nol.php 1 Samara, Timothy • Making and Breaking the Grid, A Graphic Design Layout Workshop • Eerste druk • United States of America: Rockport Publishers Inc, 2002
hoofdstuk 2 2
Crouwel, Wim • Het kader van grafisch ontwerpers • Lecturis • Eindhoven: 1979
Roomer, Joop • De praktijk van de Marketingcommunicatie, Achtergronden van concepten, teksten en ontwerpen • Antwerpen: Kluwer, Deventer, 1987
3
4
De Groote, Charlotte • cursus reclamepsychologie • 2009 Pennick, N en Prof ir M. Gout • Sacrale Geometrie, verborgen lijnen in de bouwkunst • Den Haag: Uitgeverij Synthese b. v., 2004
5
6
Aujoulat, Norbert • Lascaux, Le geste, l'espace et le temps • Parijs: Edution du seuil, 2004
7
Debersaques S, Van den brouck L, Van Haesebrouck M • Een kijk op kunst • Antwerpen: Uitgeverij De Boeck nv, 2004
http://www.fred-eerdekens.be/?page_id=19
hoofdstuk 3 8
Plastische ruimte • www.studiodoorbraak.nl • 7 mei 2012
9
van der laan stichting • www.vanderlaanstichting.nl • 7 mei 2012
10
Tuinlabo • www.tuinlabo.be • 7 mei 2012
11
Lanz, Isabella - Verstockt, Katie • Hedendaagse dans in Nederland en Vlaanderen • Rekkem: Stichting ons erfdeel vzw, 2003
L'art et la danse •Morisette, Vanessa . www.centrepompidou.fr, november 2011. 24 januarie 2012
12
13
Buisson, Dominique (vertaling Kuipers, Nico. Amsterdam)• Papier in Japan • Parijs: atrium/terrail, 1991
14 Polhemus,Ted (vertaling N&L publishing, Nederland)• Hot bodies, cool styles, nieuwe technieken in lichaamsdecoratie • Londen: Thames & Hudson, 2004 15
Batra, Sumita (vertaling uitgeverij J.H. Gottmer/ H.J.W. Brecht BV)• De kunst van Mehndi • Venecië: Carlton Books Limited, 1999
60
16 Cabos, Marine • AN INTERVIEW WITH THE CHINESE PHOTOGRAPHER LIU BOLIN • Photography of china. 2 februari 2012. 7 maart 2012 17
Kitamura, Takahiro - Kitamura, Katie M. • Bushido, Legacies of the Japanese Tattoo • China: A Schiffer Book, 2001
Tom Leppard the Leopard man retires! • www.monkeyreview.co.uk. 2012 Monkey Review. 8 mei 2012
18
19
art and artists • Aboriginal Art Online Pty Ltd. www.aboriginalartonline.com. 2000. 7 maart 2012
Kraijenbrink, John • bodypainten is een spirituele ervaring • www.tooeasy.nl. 27 mei 2012
20
21 Malfliet, Karel • Is er toekomst achter ons? enkele ideeen voor de eenentwintigste eeuw • Niet gepubliceerde lezing voor Broederlijk delen, 2001 22 Topica • Aboriginal - The body as living art • www.janesoceania.com. 7 maart 2012
hoofdstuk 4 //
61
afbeeldingen hoofdstuk 1 Pagina 10 Foto • Blog stephanie Buck. 10 april 2012. 15 mei 2012 Pagina 11
Foto • Blog Faye han. 2 mei 2011. 15 mei 2012
hoofdstuk 2 Pagina 15 foto 1 • Gulden snede spiraal. 2006. 15 mei 2012 foto 2 • Le modulor. maart 2011. 15 mei 2012 Pagina 18 foto 1 • Tekening bruin paard lascoux. Uit het boek "Lascaux, Le geste, l'espace et le temps" foto 2• Obelisk, Luxor Tempel. Andrea Byrnes & Kate Phizackerley. 2010-2012. 15 mei 2012 < http://www.egyptological.com/2011/06/ancient-egyptian-religion-part-1-3920/15-dsc06980-copy> Pagina 19 foto 1 • manticora - fragment uit de marmeren boog van Cuxa. 15 mei 2012 foto 2 • Muurmozaiek (palmero). 15 mei 2012 foto 3 • villa farnesina. 11 mei 2011. 15 mei 2012 Pagina 20 foto 1 • barok. 15 mei 2012 < http://users.telenet.be/eddy.vennekens/Kunstgeschiedenis/stromingen04.htm > foto 2 • kubisme. 15 mei 2012 < http://ingaegeberg.wordpress.com/2010/04/21/some-of-my-2006-portfolio-work/kubisme/> Pagina 21 foto 1 • Fietswiel op krukje - Marcel Duchamps. 26 mei 2012 < http://www.strabrecht.nl/sectie/ckv/09/Dada/CKV-f0011.htm > foto 2 • Moholy Nagy. 15 mei 2012 Pagina 22 foto 1 • Hoofdgebouw Bauhaus in Dessau. 15 mei 2012 foto 2 • Rietveldschroederhuis. 15 mei 2012 < http://entoen.nu/stijl/lessen/vensterles-de-stijl > Pagina 23 foto 1 • App-logo's. 15 mei 2012 foto 2 • Evolutie logo ford. 15 mei 2012 foto 3 • Logo's Mtv. 15 mei 2012 Pagina 24 foto foto Foto Foto
1 • psp-reclamebord 2 • wonderbra-reclamebord 1 3 • wonderbra-reclamebord 2 4 • bic-reclamebord
Pagina 25 foto 1 • Canon street art. 15 mei 2012 foto 2 • Folgers manhole adv 15 mei 2012 < http://weburbanist.com/2010/02/01/word-on-the-street-14-fun-urban-street-ads/?ref=search&utm_ source=images> foto 3 • lego tekening.15 mei 2012
62
Pagina 26 foto 1 • Gewoon hard knallen. Studiospass. 24 september 2012 foto 2 • fred eerdekens. 15 mei 2012
Hoofdstuk 3 Pagina 29 foto 1 • meubels van der laan. 15 mei 2012 foto 2 • abrijkerk van Vaals 26 mei 2012 Pagina 32 foto • Rosas Cesena, Michel Francois. 15 mei 2012 < http://www.labkultur.tv/blog/ruhrtriennale-2012-vom-sprengen-des-institutionellen-rahmens-2> Pagina 33 foto • rosas, Herman Sorgeloos. 15 mei 2012 Pagina 35 foto • kraanvogel. 27 mei 2012. Pagina 37 foto 1 • Interieur Takamatsu Castle. 27 mei 2012 foto 2 • Chatani, Masahiro. Origamic architectures. 27 mei 2012 Pagina 39 foto • Indisch henna ontwerp. 2011. 27 mei 2012 Pagina 40 foto • Make-up door artist Janell Geason. 27 mei 2012 foto • Britse voetbalsupporter. Foto Action Plus/Omnipress/Glyn Kir. 8 januarie 2000. 27 mei 2012 Pagina 41 foto's • Mr Roger. kunstwerken Liu Bolin. 30 december 2011. 14 februari 2012 Pagina 42 foto's • Mr Roger. kunstwerken Liu Bolin. 30 december 2011. 14 februari 2012 Pagina 44 foto's • Fellman, Sandi. Uit het boek: 'the Japanese Tattoo'. 27 mei 2012 Pagina 45 foto'S • Tom Leppard. 2012 Monkey Review. 8 mei 2012 Pagina 48 foto • Aboriginal-dancers. 27 mei 2012
Hoofdstuk 4 Pagina's 50, 51, 52, 52, 55, 56 Foto's • Eigen foto's (Lisa Malfliet)
63
64