RSM ERASMUS UNIVERSITY ORGANISEREN MET OVERZICHT
2
NEDERLANDSTALIG POST-ACADEMISCH PROGRAMMA VOOR BEDRIJFSKUNDIGEN MET ERVARING IN DE PRAKTIJK.
UITGEBRACHT IN SAMENWERKING TUSSEN RSM ERASMUS UNIVERSITY EN STICHTING SEZEN
Accredited by:
Member of:
3
HAAK AAN EN ERVAAR! De 21e eeuw is spectaculair begonnen. Het is snel duidelijk geworden dat de manier waarop we ORGANISEREN – doelen stellen en die realiseren – niet zomaar kan worden voortgezet. Hard werken aan het BEREIKEN VAN DOELEN en die steeds scherper formuleren, leidt paradoxaal genoeg vaak tot TEGENOVERGESTELDE RESULTATEN.
Het begrip ’klantwaarde’ wordt in een organisatie ingevoerd en na verloop van tijd klagen klanten dat ze zich minder geholpen voelen dan voorheen. Kwaliteitssystemen worden opgezet en de kwaliteit binnen de organisatie gaat daarna zienderogen achteruit. Commerciële bedrijven en (semi-) overheidsinstellingen lopen vast door een overmaat aan regels, waar ook afnemers en burgers hinder van ondervinden. Doelen stellen en die realiseren is als vorm van organiseren tegen grenzen aangelopen. Het wordt steeds duidelijker dat organisaties die in de toekomst succesvol willen zijn het verschil moeten herontdekken tussen wat maakbaar en planbaar is en wat alleen als ordening in een context kan ontstaan. In die ontwikkeling krijgt theorie een ander gewicht. Het vertrekpunt verandert dan van denken naar waarnemen: wat neem ik waar, welke theorieën kan ik daarbij gebruiken en wat kan ik daar praktisch mee? Organiseren wordt binnenstebuiten gekeerd.
Zo ontstaat ook ruimte om anders naar innovatie te kijken. Het aanboren van nieuwe markten, het ontwikkelen van nieuwe ideeën, het bereiken van bekende en onbekende klanten komt in een nieuw en inspirerend licht te staan. Hoe kom je daar? Wat vraagt het van een organisatie, van uw organisatie en van de mensen die daar werken? Dit praktijkgedreven programma beantwoordt deze vragen en helpt u op weg naar morgen.
4
PROGRAMMA VOOR WIE BIJ ORGANISEREN CONTEXT EN THEORIE WIL VERBINDEN In vrijwel elke organisatie is de INVLOED van landen, culturen en producten uit de hele wereld MERKBAAR. Azië, Midden-Europa en India zijn OPKOMENDE MARKTEN. Europa telt inmiddels 25 landen. Poolse arbeiders en ondernemers komen Nederland binnen, straks gevolgd door Bulgaren, Tsjechen, Slaven, Roemenen. MARKTEN zijn continu IN BEWEGING, de technologie verandert snel en de concurrentie is hevig. Bedrijven en instellingen die daar op willen INSPELEN, merken dat de GANGBARE MANIER VAN ORGANISEREN – doelen stellen, afrekenen op harde resultaten, prestaties uitdrukken in getallen en geld, denken in korte termijnen – NIET MEER TOEREIKEND is.
Het gaat er nu meer dan ooit om inzicht te hebben in wat er voor de organisatie en haar klanten in volle omvang toe doet. Herkennen wat voor mensen betekenis heeft, herkennen van culturele verschillen is dan een eerste vereiste. En als je dat weet te vertalen naar vormen van organiseren die daarbij passen, leidt dat tot een inspirerende benadering vol nieuwe ideeën en mogelijkheden voor innovatie.
THEORIE, TOEPASSINGEN EN EIGEN ERVARING
Dit programma verbindt de praktijk met de theorie van organiseren. Actuele thema’s uit organisaties zijn vertrekpunt. We gaan in op de vraag welke theorieën passen bij verschillende contexten en omstandigheden, hoe ontwikkel- en implementatietrajecten vorm kunnen krijgen en welke problemen te voorzien zijn. De praktijksituatie van de deelnemers staat centraal.
5
WAT LEERT U?
DEELNEMERSPROFIEL
Na afloop van het programma hebben de deelnemers: • inzicht in de nieuwste ontwikkelingen in een aantal bedrijfskundige vakgebieden en de theoretische benaderingen die daaraan ten grondslag liggen; • hun repertoire van vormen van organiseren uitgebreid. Ze kunnen verschillende vormen in hun eigen omgeving herkennen en bespreekbaar maken; • een eigen oordeel leren ontwikkelen over de bruikbaarheid van manieren van organiseren en hoe die in verschillende contexten uitwerken; • een verdieping en verbreding van hun vakkennis gerealiseerd, gecombineerd met een verhoging van hun waarnemingsvermogen, waarmee ze effectiever in hun eigen werkomgeving worden.
Het programma richt zich op bedrijfskundigen die al enkele jaren werkzaam zijn in de praktijk. Ze zijn gewend om kritisch opbouwend naar verschillende vormen van organiseren te kijken. Ze hebben ontdekt wat het belang is van theorie voor de praktijk en hebben ervaren dat er minder maakbaar is dan gehoopt. Dat waarnemen en creativiteit er erg toe doen en rationaliteit dan niet meer hoofdzaak is. Ze willen dan ook kennis nemen van de nieuwste inzichten op het terrein van marketing, innovatie en management van verandering en zicht krijgen op de praktische bruikbaarheid daarvan.
Voor het herkennen van betekenis bij organiseren en het herkennen van de effecten van verschillende vormen van organiseren is veel plaats ingeruimd. Vragen als ‘welke doelen en plannen zijn reëel en uitvoerbaar?’ komen aan de orde, evenals ‘wat zijn de effecten van verschillende manieren van organiseren?’, ‘wat past, gelet op de context waarin ze zijn gedacht?’ en ‘wat kan dan niet, waarom niet en kan het anders?’ Persoonlijke aspecten en eigen ontwikkeling komen aan de orde: wat zijn je ervaringen, beantwoordt de praktijk van organisaties en van organiseren aan de verwachtingen die je ervan had? Met welke vragen word je in je werk geconfronteerd? Welke kennis en vaardigheden zijn verder te ontwikkelen? In hoeverre passen de aangereikte inzichten in dit programma bij je huidige werkomgeving en op welke manier zijn die inzichten praktisch te maken? Wij garanderen een inspirerende, praktische opleiding, waarmee u verder kunt!
Deelnemers zijn op zoek naar verbreding in hun eigen manier van organiseren en verdieping van inzichten. Ze bouwen voort op hun huidige kennis en ervaring. Ze zijn geïnteresseerd hun eigen mogelijkheden te vergelijken met de eisen die aan de hoogste management- en bestuursniveaus gesteld worden.
VOORWAARDEN OM AAN DIT PROGRAMMA DEEL TE NEMEN:
• Afgeronde Bedrijfskunde-opleiding op Masterniveau, of een daarmee te vergelijken theoretische achtergrond, bijvoorbeeld Bedrijfseconomie of Bestuurskunde. • Minstens 6 jaar werkervaring. • Ervaring als leidinggevende.
6
OPBOUW VAN HET PROGRAMMA
BEGINMODULE
De eerste module is een kennismaking tussen deelnemers en docenten en met de leervormen die in dit programma gebruikt worden. Er wordt een introductie gegeven in vormen van organiseren, waarbij aandacht is voor de vraag hoe deze vormen in de praktijk te herkennen zijn. De idee hierachter is dat ieder mens op een eigen, karakteristieke manier betekenis geeft aan de omgeving. Die manier van kijken is te herkennen in de wijze waarop iemand organiseert. In verschillende omstandigheden zijn verschillende vormen van organiseren passend. Deelnemers reflecteren op de manier waarop ze zelf organiseren en als manager of specialist optreden en in de wereld staan.
CENTRALE THEMA’S IN BLOKVORM
Door actuele thema’s vanuit verschillende vakgebieden te belichten, worden de deelnemers op het niveau gebracht dat essentieel is om bedrijfsprocessen in hun totaliteit te begrijpen en daarbinnen te functioneren. Het programma ontwikkelt zich rond de volgende centrale thema’s: 1. Klanten over de gehele wereld 2. Controle over het doen en laten van de organisatie 3. Leiderschap, creativiteit en innovatievermogen
Themablokken Voor elk thema worden, in blokken van twee dagen, theorieën, methoden en perspectieven aangedragen. Deelnemers toetsen deze aan hun eigen praktijkervaring en onderzoeken, in onderlinge discussie, de praktische relevantie ervan. Tijdens de themablokken worden inhoudelijke bijdragen geleverd door – afwisselend – organisatie-deskundigen, marketingspecialisten en specialisten op het gebied van verandermanagement, innovatiemanagement en cross cultural management. Kennis uit elk van deze disciplines helpt de deelnemers bij vraagstukken over bijvoorbeeld relatiebeheer, klantwaarde, controle over de organisatie, verantwoording van activiteiten, creativiteit en innovatievermogen. Voorafgaand aan het programma wordt uitvoerig met elke deelnemer diens praktijksituatie besproken. Vraagstukken die daarin aan de orde komen worden gebruikt als ingang voor de theoretische invulling van elk themablok. Dit garandeert een degelijke aansluiting tussen praktijk en theorie.
7
Eigen cases In de twee weken volgend op elk blok worden eigen cases uitgewerkt, die betrekking hebben op bijvoorbeeld: • een vraagstuk van de deelnemer dat gerelateerd is aan het centrale thema; • het analyseren van een trend met betrekking tot dit thema en het in kaart brengen van de gevolgen hiervan voor eigen werkzaamheden. Reflectiedagen Ieder blok wordt afgesloten met een dag waarop de cases van de deelnemers behandeld worden. Onder andere de reikwijdte van de theorieën, methoden en technieken komen aan de orde. Wat mag je ervan verwachten? Waar komen ze tot hun recht, waar niet? Welke interventievaardigheden heb je in je eigen organisatie nodig?
SLOTMODULE
LEERFILOSOFIE
Wij zorgen ervoor dat de deelnemers in interactieve colleges kennis maken met de nieuwste ontwikkelingen op de genoemde vakgebieden, inclusief de onderliggende, vaak impliciete benaderingen die daarbij gehanteerd worden. In deze vormgeving wordt de casuïstiek van elke deelnemer een leeromgeving zowel voor de cursist zelf als voor de anderen. De vorm van doceren is een afwisseling tussen modereren en lesgeven, tussen luisteren, discussie en doen.
In de slotmodule gaat het over de vraag: Hoe kun je op overzichtsniveau opereren? Er worden verbindingen gelegd tussen de thema’s, disciplines en verschillende manieren van organiseren die daarbinnen gehanteerd worden. De nadruk ligt hier op de deelnemer van wie verwacht wordt dat hij of zij in zijn organisatie theorieën toepast, informatie bruikbaar maakt, doet. In de themablokken is de eerste stap – waarnemingsvermogen vergroten, kennis en inzicht vergaren – gezet. Het kunnen handelen in overeenstemming met die inzichten is echter weer een hele ronde verder en vraagt om het afbreken van oude patronen en het opbouwen van nieuwe ervaringen. Hoe wordt daar in organisaties mee omgegaan? Er wordt stilgestaan bij de etalage van mogelijkheden die zich aan de deelnemers aandient na het doorlopen van dit programma.’S
8
CENTRALE THEMA’S
THEMA 1
KLANTEN OVER DE GEHELE WERELD Afstanden worden relatief al maar kleiner, grenzen van markten en segmenten vervagen, de wereld is één grote markt. Je ervaart dat klanten machtige spelers zijn, die in hoog tempo informatie uitwisselen en rationele besluiten kunnen nemen. Tegelijkertijd merk je hoe belangrijk persoonlijke relaties blijven, dat mensen lang niet altijd rationele afwegingen maken. Dat klanten uit eigen land een bijzondere plaats innemen. En dat allerlei niet-rationele verbanden spelen die er zijn voor klanten, medewerkers en organisatie op verschillende manieren toe doen. Er is groeiende aandacht voor de individuele klant. Het veroveren van marktaandeel, gebaseerd op transacties met doelgroepen en anonieme leden daarbinnen, maakt plaats voor het veroveren van klantaandeel: het opbouwen en onderhouden van relaties met individuele afnemers, het langer vasthouden van klanten. Partnerbedrijven spelen een steeds belangrijkere rol in het scheppen en leveren van waarde voor de klant.
Concurrentie vindt plaats tussen samenwerkings-netwerken, in plaats van tussen afzonderlijke bedrijven. En traditionele rolpatronen van organisaties en klanten doen er steeds minder toe. Relatiemarketing, databasemarketing, customer relationship management en permissiemarketing: de discussie gaat niet meer over het belang van hechte relaties met afnemers, maar over hoe klantwaarde, klantvriendelijkheid en afnemer-leverancier relaties passend invulling kunnen krijgen. Welke vormen worden in jouw werkomgeving toegepast? En passen die bij jullie klanten? Wat betekent dit voor de opstelling en het opereren van je eigen organisatie?
9
THEMA 2
THEMA 3
CONTROLE OVER HET DOEN EN LATEN VAN DE ORGANISATIE
LEIDERSCHAP, CREATIVITEIT EN INNOVATIEVERMOGEN
Systemen om bedrijfsprocessen door te lichten, effecten te meten en resultaten onderling te vergelijken, zijn niet meer uit organisaties weg te denken. Rapportagestelsels zijn steeds vaker basis om beleid mee te ontwikkelen, waarbij beleidsdoelen zo geformuleerd moeten worden, dat ze meetbaar zijn. Dit leidt tot spanning als bepaalde effecten niet meetbaar zijn, of als informatie wordt gebruikt in competitie tussen afdelingen binnen een organisatie. Welke zaken zijn zinvol om te meten en in cijfers om te zetten? En wanneer kan dat niet?
Er is vandaag de dag hernieuwde belangstelling voor het fenomeen leiderschap. Waarnemen en het herkennen van betekenissen zijn kwaliteiten waarop steeds sterker een beroep zal worden gedaan. Net als het kunnen zien van ontwikkelingen en het kunnen omgaan met paradoxen. Door meer en anders te gaan waarnemen, verhoog je het vermogen om nieuwe mogelijkheden te ontdekken. Tegelijkertijd ontwikkel je het overzicht om te kunnen beoordelen wanneer je juist moet vasthouden aan de essentie en de geschiedenis van de organisatie.
Er is een belangrijke tendens om management accountingtechnieken te gebruiken voor het toetsen van beleid. Internationale wet- en regelgeving, corporate governance, duurzaam ondernemen: steeds meer worden bedrijven gedwongen verantwoording af te leggen over hun handelen. Maar wat is de betekenis van de getallen in die rapporten? Wat meten rapportagestelsels eigenlijk? Wie bepaalt wanneer stelsels voldoende criteria bevatten om de realiteit te kunnen beschrijven? Meten ze wat wij denken dat ze meten en hoe gaan we daarmee om?
Het temp van vernieuwing en veroudering van ideeën, producten en diensten is zeer hoog. Voor organisaties is het steeds belangrijker om onderscheidend te zijn. Het vermogen creatief en innovatief te handelen is wezenlijk. Maar vaak zie je dat innovatie in een wetenschappelijk of functioneel kader wordt geplaatst, waardoor je juist de essentie van innovatie – creativiteit en inspiratie – kwijtraakt. Hoe houdt een organisatie haar kern overeind, en blijft ze tegelijkertijd bij de volle dynamiek van haar omgeving passen? In welke omgevingen komen creativiteit en innovatievermogen tot hun recht? Hoe worden ze gestimuleerd, respectievelijk afgebroken? En hoe kun je creativiteit verbinden met rationaliteit, zonder inspiratie en nieuwe ideeën in de kiem te smoren?
Op welke terreinen wordt management accounting in jouw organisatie toegepast en welke nevenaspecten kun je hiermee verbinden? Kun je het gebruik van management accounting zien als kwaliteitstoets voor een organisatie? De beantwoording van de grotere behoefte aan cijfermatige onderbouwing, maar ook de vraag in hoeverre dat mogelijk is en zinvol, is een belangrijk onderwerp van discussie.
Innovatie en verandering zijn onlosmakelijk verbonden. Hoe ga je om met veranderingen: worden ze van bovenaf bedacht en vervolgens geïmplementeerd? Of ontstaan ze in de omgeving of in de organisatie zelf? Hoe herken je dat en hoe kun je dat in een bestaande organisatiecontext integreren
10
DOCENTEN
Prof.ir. Wim van Dinten is bijzonder hoogleraar Bedrijfskunde aan de RSM Erasmus University en een van Nederlands meest vooraanstaande denkers. Wim van Dinten koppelt een zeer rijke praktijkervaring als o.m. directeur automatisering en directeur strategie bij de Rabobank, aan vernieuwende theorievorming. De problemen die hij tegenkwam in zijn werk hebben geleid tot het boek ‘Met gevoel voor realiteit’, een van de meest invloedrijke boeken op het gebied van organiseren die de laatste jaren zijn verschenen. Wim van Dinten is een eminent docent. Prof.dr. Roel in ’t Veld is hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht, hoogleraar aan de Open Universiteit en bijzonder hoogleraar Organisatiekunde aan de Universiteit van Amsterdam. Roel in ‘t Veld is een zeer gerenommeerd denker die vele functies en commissariaten heeft bekleed in overheid en bedrijfsleven, zoals directeurgeneraal en staatssecretaris bij het ministerie van O&W, senior-consultant bij Berenschot, lid van de raad van toezicht Nederland Kennisland en rector bij Sioo. In al deze functies heeft hij steeds de verbinding gelegd tussen wetenschap en praktijk. Roel in ‘t Veld heeft talloze publicaties op zijn naam staan en is een veel gevraagd spreker en docent. Drs. Ferna Botter is gevestigd als zelfstandig adviseur en docente. Zij heeft gedurende vele jaren functies bekleed met een beleidsmatig en strategisch karakter op het gebied van marketing. Ferna Botter is een expert op dit gebied en legt momenteel de laatste hand aan haar proefschrift met als onderwerp hoe maatschappelijk ondernemen en marketing met elkaar in betrekking staan. Haar colleges zijn buitengewoon helder en praktisch relevant.
Ir. Ton Roodink is als wetenschappelijk docent verbonden aan RSM Erasmus University. Hij doceert ‘management van verandering’ en geeft vooral colleges aan studenten die al ettelijke jaren praktijkervaring hebben. Daarnaast verricht hij als zelfstandige organisatieonderzoek en geeft hij organisatieadvies aan voornamelijk technisch georiënteerde organisaties. Ton Roodink is onlangs door studenten van de Parttime Opleiding gekozen tot docent van het jaar. Dr. Wim van den Goorbergh is werkzaam als bestuurder en toezichthouder in het bedrijfsleven, het onderwijs en de culturele sector. Hij begon zijn loopbaan als docent aan de Universiteit van Tilburg en bekleedde daarna ruim twintig jaar leidinggevende posities bij Rabobank Nederland, laatstelijk als CFO en plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Bestuur. Als commissaris heeft hij onder meer ervaring bij Robeco, Interpolis, TIAS Business School, Bank Nederlandse Gemeenten en NIB Capital. Zijn vermogen om complexe maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen helder te verwoorden, te voorzien van een theoretische basis en inzichtelijk te maken door aansprekende voorbeelden, maken Wim van den Goorbergh tot een gewaardeerd docent.
VERANTWOORDELIJKHEID VOOR DE INRICHTING EN UITVOERING VAN DIT PROGRAMMA
Prof.ir. Wim van Dinten, bijzonder hoogleraar Bedrijfskunde aan de RSM Erasmus University Mr. Henny van de Schraaf, directeur van de Sezen Academie
11
PRAKTISCHE INFORMATIE
INSCHRIJVING
VOERTAAL
Een inschrijfformulier is te downloaden op www.alumni.nl. Een intakegesprek maakt deel uit van de inschrijfprocedure.
Nederlands
INFORMATIE
Voor meer informatie kunt u terecht bij Alumni Relaties Bedrijfskunde, telefoon 010-408 2698, email
[email protected].
DUUR EN TIJDSTIPPEN
Het programma beslaat 17 dagen in 20 weken.
CURSUSPRIJS
De cursusprijs bedraagt ¤ 9.880,- exclusief BTW. In dit bedrag zijn de kosten voor literatuur, lunches en slotdiner inbegrepen. LOKATIE
De bijeenkomsten vinden plaats in het Tgebouw op de Woudestein-campus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De slotdag zal plaatsvinden bij Stichting Sezen in Wijk bij Duurstede. CERTIFICAAT
De eerste bijeenkomst vindt plaats op vrijdag 3 februari 2006. De afsluitende bijeenkomst is op zaterdag 17 juni 2006. De cursusdagen zijn van 9:00 tot 17:00 uur. Een substantieel deel daarvan (7 dagen) is gepland op een zaterdag. DEELNEMERS EN ACHTERGRONDEN
Het aantal deelnemers is maximaal 20.
Na het afronden van het programma ontvangen deelnemers een certificaat. Voorwaarde is actieve deelname aan de bijeenkomsten. ANNULEREN
De organisatie behoudt zich het recht voor het programma bij onvoldoende deelname niet te laten doorgaan.
12
SAMENWERKINGSVERBAND RSM ERASMUS UNIVERSITY EN STICHTING SEZEN In het kader van LIFE LONG LEARNING streeft RSM Erasmus University ernaar haar alumni te begeleiden bij hun carrière en de stappen daarin. RSM Erasmus University werkt in deze POSTACADEMISCHE PROGRAMMA’S samen met Stichting Sezen, die theorieën steeds op PRAKTISCHE RELEVANTIE toetst en deelnemers vanuit een PERSOONLIJKE INSTEEK begeleidt. Vanuit die samenwerking ontstaan programma’s met een nieuw evenwicht tussen praktisch en cognitief leren.
RSM Erasmus University
Burgemeester Oudlaan 50, T06-27 3062 PA Rotterdam Phone: +31 (0)10 408 2698 Fax: +31 (0)10 408 9020 E-mail:
[email protected] Website: www.rsm.nl
Stichting Sezen
Muntstraat 25 3961 AJ Wijk bij Duurstede Phone: +31 (0)343 59 58 02 Fax: +31 (0)343 59 58 01 E-mail:
[email protected] Website: www.sezen.nl
About RSM Erasmus University Committed to being an international centre of excellence for management education and research, RSM Erasmus University is the business school of Erasmus University Rotterdam. Consistently ranked among the top business schools in the world, RSM Erasmus University is renowned for its international character and innovative programmes. To empower the business leaders of tomorrow with the skills and knowledge they need to face global competition and the complexities of modern business. RSM Erasmus University has developed an extensive array of degree and executive education programmes.
W W W. R S M . N L