! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:23 Pagina 12
1
Route
VLAAMS WEST- GEFLIRT EN FRANSOVER DE FRANSE ‘SCHREVE’ VLAANDEREN
VLAAMS OVER DE FRANSE ‘SCHREVE’ WEST- GEFLIRT & FRANS-VLAANDEREN
Wat we al wisten ‘uit de boekjes’ wordt bevestigd tijdens deze motorrit: ondanks het feit dat het gebied al driehonderd jaar aan een ander toebehoort, is Frans-Vlaanderen qua cultuur en mentaliteit altijd Vlaams gebleven. Wie daaruit besluit – of hoopt – dat Frans-Vlaanderen ooit weer bij Vlaanderen zal horen, leeft in dromenland, doet aan folklore.
Vanaf Jabbeke – met het Permekemuseum – leidt de route ons om te beginnen naar (voormalig) oorlogsgebied. Ettelijke oorlogskerkhoven brengen in herinnering wat we nooit meer mogen vergeten: nooit meer oorlog. We staan stil in Vladslo en Langemark, en tussendoor lessen we de dorst in Esen. We rijden om Ieper heen en vandaar richting ‘Vlaamse bergen’, de zogenaamde Monts de Flandre, zoals de Rode en de Zwarte Berg, le Mont des Cats en nog een paar ‘Franse’ heuveltjes. Godewaersvelde is zonder meer een verplichte stop. We zijn op culturele wijze gestart en in Watou is er tijd voor een vervolg: de Poëziezomer, althans tijdens de zomermaanden. Buiten de zomer zijn er gelukkig nog bier en gastronomie. U begrijpt, we zijn bijna halverwege. Na onze stop in Watou, dat in feite pal naast de grens (de ‘Schreve’) ligt, zakken we af naar dat deel van Vlaanderen dat de Vlamingen ooit moesten afstaan aan de Franse koning Louis XIV. Sindsdien heet het Frans-Vlaanderen; het hoort bij Frankrijk, maar het is zo onFrans als ook maar iets on-Frans kan zijn. Doorgaans worden in het ‘Vlaanderen’ dat in Frankrijk ligt drie streken onderscheiden. Ten eerste het ‘blote land’. Daarmee wordt bedoeld het land dat – onder meer door toedoen van de bekende ingenieur Coebergher (zie verder) – werd teruggewonnen op de zee.
Door te zorgen voor dijken, kanalen en watermolens werd het gebied drooggelegd en ontstonden ‘de Moeren’ (les Moëres). Ten tweede het Houtland, een gesloten landschap bevolkt met veel populieren en wilgen en met een paar bijzonder aangename woudresten (in Watten, St.-Omer, Morbecque en Nieppe). U ziet, de staatkundige grens werd zeer arbitrair bepaald, want tot deze streek behoort zowel Bailleul als Poperinge (Westhoek), beide bekend om hun graan- en hopteelt. Er is nog een derde streek, het ‘zwarte land’ (Béthune, Valenciennes, Lens, Douai, Borinage, Mons, Charleroi), maar die vormt het doel van een volgend bezoek. K De Moeren, les Moëres: het ‘blote’ land dat zich niets aantrekt van de grens tussen West- en Frans-Vlaanderen D Genieten van de Monts de Flandre
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:23 Pagina 14
14
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
Frans omdat het moet, Vlaams omdat het niet mag
Er is een tijd geweest dat Frans-Vlaanderen niet Frans maar homogeen Vlaams was. Dat is inmiddels al meer dan driehonderd jaar geleden. Het klinkt wat gek in onze oren, maar toch is het zo dat de Monts de Flandre aan de basis liggen van de toenmalige Franse annexatiedriften. Julius Caesar liet een burcht bouwen in Cassel, op de Casselberg, hoog en droog. In de Middeleeuwen werd er geregeld strijd geleverd. Het was een strategische plaats. De Franse koning Louis XIV, hebzuchtig als hij was, zag al snel dat strategische belang in, zette er zijn zinnen op en wist in 1677 het gemengd Spaans-Nederlandse leger te verslaan in Zuytpeene, even ten zuiden van Cassel. Het jaar erna werd de hele regio, Frans-Vlaanderen, door Frankrijk geannexeerd (Verdrag van Nijmegen, 1678). Aan die toestand is later nog nauwelijks iets veranderd. Het maakte aanvankelijk ook weinig uit voor de ‘Vlaamse’ bevolking. De voertaal bleef het ‘Vlemsch’, zoals vroeger. Tot in de jaren 1850. Toen begon de Franse regering aan haar grote offensief ‘één land, één taal, één cultuur ’, en haar politiek van ‘assimilation’ om dat doel te bereiken. Het werd officieel verboden om nog langer ‘Vlemsch’ te spreken. Op school werden de kinderen op de vingers getikt vanwege hun on-Franse tongval. Op die manier verdween het Nederlands gaandeweg uit het openbare leven. Het ‘Vlemsch’ is op dit ogenblik verworden tot een curiosum tijdens carnaval of in kleine dorpen waar de oudere bevolking het als een gezellig, koddig ‘patois’ bezigt. Meer niet. Taal als folklore. Geschat wordt dat het Vlaamse dialect (een soort West-Vlaams) in NoordFrankrijk nog slechts door zo’n vijftig- tot honderdduizend mensen wordt gesproken. Aan de voet van de molen in Watten raken we aan de praat met een vijftiger wiens ouders het Vlaams nog beheersen. ‘Mijn moeder kreeg op de lagere school straf omdat ze het waagde Vlaams te spreken. Zoals je wel hoort, spreek ik het zelf niet meer’, vertelt hij in het Frans. Het is op zich wel merkwaardig dat nog steeds een groot deel van de oudere bevolking het Vlaamse dialect spreekt, hoewel het onderwijs in de Nederlandse taal reeds in 1853 strafbaar werd. Wat ze spreken is een soort West-Vlaams dialect van twee- of driehonderd jaar geleden, erg toegespitst op het boerenleven en de boerenstiel. De laatste jaren is er opnieuw een kentering merkbaar. Sinds 1996 is het Nederlands opnieuw toegelaten als officiële taal op de Franse scholen. En dat
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
15
is geen slechte zaak, als je weet dat veel mensen uit deze economisch arme streek voor werk aangewezen zijn op (Belgisch)-Vlaanderen.
Thuis bij Permeke uis bij Permeke
Waarom zou een motortocht door het vlakke Vlaamse land behalve op een vlotte, niet ook eens op een culturele manier mogen beginnen. Jabbeke is niet alleen een bekend en makkelijk bereikbaar verkeersknooppunt, doorgaans op weg naar de kust, maar het was ook gedurende vele jaren de thuishaven van Constant Permeke (1886-1952). De route begint bij het Permekemuseum. Als Vlaanderen één kunstenaar heeft voortgebracht wiens naam tot alle lagen van de bevolking is doorgedrongen, dan is het wel Permeke – misschien op gelijke hoogte met Ensor, die in Oostende woonde en werkte. Willy van den Bussche, conservator van zowel het Oostendse Museum voor Moderne Kunst (PMMK) als het Permekemuseum, bemerkt een zekere rivaliteit tussen de twee coryfeeën. ‘Permeke verdroeg niemand om zich heen. Ik heb soms het gevoel dat hij Oostende voor Jabbeke heeft verlaten omdat Ensor in Oostende zat. Permeke wou baas zijn in eigen streek’, aldus de conservator. Permeke was kennelijk niet echt dol op het mondaine leven aan de kust. Aan ‘verplichtingen’ had hij een broertje dood. Hij waagde het ooit de titel van baron te weigeren; hij had liever een nieuwe auto, zei hij. De Belgische staat schonk Permeke een nieuwe Lincoln. Aan het huidige museum zelf is een hele geschiedenis voorafgegaan. Permeke kocht de lap grond in 1928 voor 200.000 frank van een boer die er het jaar ervoor amper 10.000 frank voor had betaald. Hij liet er een kubusvormig woonhuis in baksteen op zetten. Eind 1929 was het klaar. Permeke noemde het De Vier Winden, de mensen in de straat noemden het schertsend De Steenoven. Permeke had zijn reputatie van rare snuiter te pakken en zou die niet meer kwijtraken. Hoe was het toch mogelijk dat hij zo’n kast van een huis kon betalen ‘met zo’n klein penseeltje’, klonk het in de straten van Jabbeke. Permeke zou er tot aan zijn dood in 1952 blijven wonen, en werken, in K Binnenkijken in het atelier van Permeke in De Vier Winden A In de buurt van de Moulin de la Montagne in Watten spreken nog een handvol inwoners Vlemsch
1
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:23 Pagina 16
16
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
het atelier dat al snel werd aangebouwd. Wat niet als tuin kon dienen, werd een weide, waarop Permeke varkens en kippen ging kweken. De Vier Winden werd langzaamaan een landgoed. Zeven jaar na Permekes dood werd het huis een museum. In 1960 werd het hele domein, inclusief de inboedel, verkocht en werd de provincie eigenaar. Om alles te zien kun je maar beter wat tijd uittrekken: het museum telt immers honderd vijftig werken, schilderijen, tekeningen en beelden. In de tuin staan drie grote sculpturen, waaronder het bekende Niobe, een liggend naakt. De meeste beelden vind je echter binnenshuis: ze zijn van gips, en gips is niet opgewassen tegen de gure buitenlucht.
2
Bommen, granaten en duizenden doden
Wie Diksmuide nadert, denkt automatisch aan oorlog, en aan de littekens die de twee wereldoorlogen er hebben achtergelaten. Het eerste ‘litteken’ op onze route bevindt zich in Vladslo: een Duits militair kerkhof met het bekende beeld van Käthe Kollwitz, het Treurend Ouderpaar. De locatie is niet toevallig: veilig en ver van het IJzerfront hadden de Duitsers hier, aan de rand van het Praetbos, hun officiersmess, hun ‘Offizierskasino’ zoals ze die zelf noemden. Lange tijd lagen de Duitse kerkhoven kriskras en in groten getale verspreid over West-Vlaanderen, maar in 1956 centraliseerden de Duitsers hun kerkhoven op vier plaatsen: Vladslo (25.638 doden), Langemark (44.061), Menen (48.049) en Hooglede (8247). In Vladslo kwamen alle Duitse soldaten terecht die in de IJzerstreek sneuvelden. In totaal lieten 403.000 soldaten, waarvan 173.000 Duitse, het leven aan het Belgische front. In Langemark (eveneens op de route, dichter bij Ieper) is het Deutscher Soldatenfriedhof zowat de stille, ingetogen, beklijvende culminatie van al het oorlogsleed aan Duitse zijde. Achter de monumentale poort van roze zandsteen ligt een gemeenschappelijk graf met 24.917 doden, waarvan 7977 ‘onbekende soldaten’. Anders dan de strenge rijen met graven op de Britse kerkhoven (type Tyne Cot Cemetery in Passendale) zijn de kruisen hier vervangen door granieten blokken waarop duizenden namen staan gebeiteld. In het gras liggen platte stenen verspreid, elk met een eenvoudig opschrift. Achterin staan de vier soldatenfiguren van de Duitse beeldhouwer Emil Krieger weer en wind te trotseren. Omdat in Langemark heel wat studentenvrijwilligers begraven liggen, wordt het kerkhof ook het ‘Studentenfriedhof’
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
17
genoemd. Een van die studenten die uit idealisme voor hun vaderland vochten, was Peter Kollwitz, pas achttien en zoon van kunstenares Käthe Kollwitz. Hij stierf in de nacht van 23 op 24 oktober 1914, als eerste van zijn regiment, bij een aanval op Diksmuide. Zijn makkers begroeven hem in Esen (zie ook 3), op het Roggeveld. Later brengt men hem over naar het Praetbos in Vladslo. Hoewel Käthe Kollwitz kort na de dood van Peter aan het Treurend Ouderpaar begon, kwam het pas achttien jaar later klaar. Het beeld kwam eerst in Esen terecht, bij het graf, maar verhuisde in 1956 mee naar Vladslo. De achttien jaar waren een rijpingsproces: het was eerst bedoeld als een persoonlijk rouwmonument, maar door de jaren heen groeide het Treurend Ouderpaar uit tot een soort elegie voor alle doden, van alle nationaliteiten, van alle oorlogsslachtoffers. Toen Hitler in 1933 de macht greep, werd Käthe Kollwitz naast zovele anderen in het verdomhoekje van de ‘entartete Kunst’ gezet. Haar eigen woorden: ‘Die eigentlichen Verlierer der Kriege sind immer die Eltern, die Frauen, die Mütter’ (de eigenlijke verliezers van de oorlog zijn altijd de ouders, de vrouwen, de moeders). Ze overleed op 22 april 1945, enkele dagen voor het einde van de oorlog.
Dol op brouwen
Brouwerij De Dolle Brouwers in Esen, bij Diksmuide, is om meer dan een reden een ‘verplichte’ stopplaats. Om te beginnen is achter in de kleine gelagzaal, waar je allerlei fijne dingen luisterend naar namen als Oerbier, Arabier, Stille Nacht, Boskeun en Dulle Teve kunt proeven. Niet minder interessant is echter de rondleiding die je er op zondag krijgt. Het verhaal begint eigenlijk bij de Dolle Dravers. Kris Herteleer, student architectuur, organiseert elk jaar samen met broer Jo, die geneeskunde studeert, en een vriend een wielerwedstrijd: heen en terug van Roeselare, waar ze wonen, naar Cap Gris Nez, goed voor 280 kilometer. Ze noemen zichzelf de Dolle Dravers. Maar de jongelui ontwikkelen nog een andere passie, zeker nadat ze, op reis in Londen, het typisch Engelse bier hebben gedronK De vier soldaten van Emil Krieger
3
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:23 Pagina 18
18
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
19
ken… en niet echt goed hebben bevonden. Ze besluiten écht bier te gaan brouwen en slaan aan het experimenteren. Ze veranderen hun naam in De Dolle Brouwers. In 1980 weten ze hun moeder ervan te overtuigen het voormalige brouwerijtje Costenoble of Sint-Hendricus te kopen. Nu, ruim twintig jaar later, maakt dit brouwerijtje een veertigtal brouwsels, wat goed is voor 1200 hectoliter per jaar. Er wordt gebrouwen zonder toevoeging van scheikundige producten, kleurstoffen of schuimstabilisatoren. In het donkere en zoete Oerbier zitten zes moutsoorten, verse levende gist, verse hop en kandijsuiker om de densiteit te verhogen. Arabier is een blond bitter biertje gebrouwen volgens de ‘dry hopping’-methode. Stille Nacht, qua densiteit het zwaarste bier van België, is een hoppig bier dat, zoals de naam al zegt, uitsluitend rond Kerstmis wordt gebrouwen. Boskeun (boskonijn) is een mild, amberkleurig paasbiertje, Dulle Teve een amberkleurige tripel. Laat het je smaken.
4
Vlaamse bergen
Laten we wel wezen: bergen zijn het zeker niet, de Monts de Flandre, hoogstens heuvels, en Vlaams zijn ze evenmin, want dit gebied werd reeds meer dan driehonderd jaar geleden door Frankrijk ingelijfd (1678). De ‘Vlaamse bergen’ zijn met andere woorden Franse heuveltjes. Ze bevinden zich in wat op de toeristische kaart het ‘hart van Frans-Vlaanderen’ wordt genoemd. De streek mag dan overwegend vlak zijn, maar mag zich niettemin de trotse bezitter noemen van een ‘bergketen’ die zich uitstrekt van Cassel tot Boeschepe, en van de Catsberg (le Mont des Cats) tot de Zwarte Berg (Mont Noir). Hoog en steil kun je dit allemaal niet noemen; hoewel: wie de klus met de fiets wil klaren, staat voor een zware dobber. Het hoogste punt, amper 178 meter, van de Cœur de Flandre is Cassel, gelegen boven op de Casselberg. Per fiets moet het zonder meer een marteling zijn om over een van de zeven Romeinse kasseiwegen naar de top te rijden, met de motor daarentegen is het geen marteling maar een plezier, al zal de picknickmand met ‘le vin, du pain et du boursin’ boven wel flink door elkaar zijn geschud. Traag rijden heeft als voordeel dat je ziet wat zich aan de straatkant bevindt: kapellen, 16de-eeuwse altaarstukken, typische Vlaamse huizen met rieten daken.
Een wat oudere man die met een jeugdige blik ons stalen ros staat te bewonderen, bemerkt dat we hier niet elke dag op bezoek komen: ‘In Cassel zeggen we al lachend dat je vanaf dit punt (het standbeeld van de Franse generaal Foch, red.) vijf "koninkrijken" kunt zien: Frankrijk, België, Nederland, Groot-Brittannië en de hemel.’ Frankrijk wás een koninkrijk ten tijde van de annexatie van Frans-Vlaanderen. En de hemel? Ach, de volksmond spreekt doorgaans met enige overdrijving. Cassel is overigens, zonder overdrijven, een van de meest ‘on-Franse’ historische stadjes in dit deel van Frankrijk. De kasseien zul je erbij moeten nemen, bijvoorbeeld als je, na een dorstige rit, de motor parkeert bij de voordeur van ’t Kasteelhof of La Taverne Flamande. Op de Mont Noir bracht de Franse auteur Marguerite Yourcenar haar eerste zes levensjaren door (zie haar autobiografie ‘Archives du Nord’). In 1981 werd zij, als eerste vrouw ooit, lid van de Académie Française. Een stichting die haar naam draagt en een huis heeft in Sint-Jans-Cappel aan de zuidelijke voet van de Mont Noir zet zich in voor het behoud van de natuur in dit ‘land van heuvels’. Nog een andere telg (164 meter) uit dezelfde Frans-Vlaamse familie is de Mont des Cats (Catsberg). Na een korte maar krachtige klim bereik je de top, en wat blijkt: je wordt er verwelkomd op een prachtig, tot picknicken uitnodigend panorama aan de voordeur van een trappistenabdij
A Het zwaarste bier van België vind je bij De Dolle Brouwers K In St.-Omer spiegelt de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal zich in de Aa D Niet minder dan zeven Romeinse kasseiwegen leiden naar Cassel
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:23 Pagina 20
20
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
(L’Abbaye Notre Dame du Mont) met bijbehorend winkeltje, waar behalve het bier van de trappisten ook hun zelfgemaakte kaas en boter worden verkocht. In de afdaling, richting Watten, nog voorbij St.-Omer, moet je zeker de remmen dichtknijpen ter hoogte van de Molen de la Montagne. Laat de motor achter op de kleine parkeerplaats en wandel tot aan de windmolen. Het uitzicht is er adembenemend. In de diepte, op die gigantische pylonen, zie je de TGV voorbijsnellen.
5
Smokkelaarsnest
Wat een mens al niet ontdekt rijdend langs Vlaamse wegen. Godewaersvelde bijvoorbeeld. Nooit eerder van gehoord, tot we al bladerend door een gids over Frans-Vlaanderen, ineens blijven stilstaan bij het Blauwershof. Een Vlaamse oase? Al zijn er wel meer van die Vlaamse ‘stuiptrekkingen’ in Frans-Vlaanderen, het blijft hoe dan ook een onverwacht verschijnsel in een gebied dat door de Franse overheid streng gecontroleerd wordt op zijn ‘eentalig Frans-zijn’. Aan Godewaersvelde – ‘Gode’ zeggen ze hier – en aan het Blauwershof rijd je dus niet zomaar voorbij. Het bevallige dorpje ligt net voorbij de Belgisch-Franse grens. Godewaersvelde, en ook het Blauwershof, was in oorlogstijden een belangrijke schakel op de smokkelroute van en naar Frankrijk. Door de aard van hun ‘bezigheden’ probeerden de smokkelaars, de zogenaamde ‘blauwers’, vooral ’s nachts hun slag te slaan. Ze droegen altijd donkere kleren en hadden meestal een vélo bij de hand. Met die fiets konden ze zich snel en bijna geruisloos uit de voeten maken over de vele kleine landweggetjes, die, gelukkig voor hen, met dichte hagen waren afgebakend. Het smokkelen was niet uitsluitend een mannenzaak. Het was een gezinssport, zelfs de kinderen werden ingezet. De smokkelwaar – in de vestzakken, onder een dikke trui… – werd in België goedkoop ingekocht, waarna het vervolgens in een café met een flinke winst weer van de hand werd gedaan: tabak, kantwerk, alcohol,
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
21
peper, suiker, boter, zelfs kippen en maïs. De meest geduchte vijand van de smokkelaar was de douanier. Die liep doorgaans gehuld in een donkerblauwe cape en lag soms nachtenlang met geweer en hond in een hinderlaag te wachten om de smokkelaar bij de kraag te vatten. Dat leverde aan beide kanten smeuïge verhalen op, die in de toen nog talrijke cafés in het dorp, en in smakelijk ‘Vlemsch’, aan de gretige toehoorders werden verteld. En dát er gesmokkeld werd, geen mens die daaraan twijfelt – getuigen de nostalgische vergeelde foto’s die in het Blauwershof aan de muur hangen. De cafébaas doet er overigens alles aan om het verleden zo levendig mogelijk te houden. Behalve de oude foto’s is er ook de eveneens wat vergeelde Leuvense stoof, die er duidelijk alleen nog voor de gezelligheid bij staat. Het Blauwershof is een vreemd nest, en de cafébaas is een rare vogel. Het zou best een motorrijder kunnen zijn! Zijn verschijning roept in elk geval easy rider-taferelen op: zwart T-shirt, zwarte broek, sluik haar dat een uitweg vindt in een paardenstaart. Het T-shirt – een enorme Vlaamse leeuw op een zwarte voorkant – wordt ook te koop aangeboden. De leeuwen zijn er duidelijk in de meerderheid. Achter de houten toog hangt zelfs een nog groter exemplaar. Iemand die zich op doorreis in Frankrijk bevindt, zou zich zowaar laten meeslepen door zoveel Vlaams gedachtegoed.
De zomer van Watou
Was de Poëziezomer er nooit geweest, dan was Watou wellicht gebleven wat Watou het grootste deel van het jaar is: een dorp in de verre Westhoek waar geen haan naar kraait. Elke zomer, zo rond het einde van juni, ondergaat het vergeten dorp een metamorfose, er loopt ineens wel volk over straat. En de horeca pikt een graantje mee, de terrasjes zitten overvol. De Poëziezomer is al meer dan twintig jaar het werk van de flamboyante organisator-dichter, Gwy Mandelinck. Op een aantal locaties, op wandelafstand van het Watouplein, wordt iedere keer weer naar een confrontatie gezocht, of K’De Brouwer’, een beeld van Adhemar Vandroemme D De baas van het Blauwershof doet er alles aan om het verleden zo levendig mogelijk te houden
6
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:23 Pagina 22
22
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
symbiose zo je wilt, tussen poëzie en beeldende kunst. Poëziezomer was lange tijd de vlag die, vrij precies, de lading dekte. Dat is nu niet meer het geval. Vooral sinds Jan Hoet in 1998 het curatorschap op zich nam, is het aandeel beeldende kunst steeds belangrijker geworden. Zo belangrijk zelfs dat de poëzie er de dupe van werd. Het woord werd gaandeweg gereduceerd tot een ‘uitleg’ bij het beeld, tot vorig jaar curator Philippe Van Cauteren het tij deed keren. Hij selecteerde slechts twaalf kunstenaars, onder anderen Marthe Wéry en Guillaume Bijl, en maar liefst achtenveertig gedichten. En wat is Watou als het er niet zomert? Je rijdt er niet heen voor de cultuur, dat is duidelijk. Watou is drie vierde van het jaar een ‘cultuurvreemde’ zone. Watou is behalve een klein landelijk dorp met een nog relatief ongerept landschap ook een dorp van bieren en brouwers. ’t Hommelbier is bijvoorbeeld een heel bekend Watous product. Bij sommigen is dat bier ook tot in de keuken doorgedrongen, onder meer in restaurant ’t Hommelhof. Zijn gastronomie is nog zo’n troef van Watou.
7
Zo plat als de Moeren
En of ze plat zijn, de Moeren! Zo plat als een biljarttafel. Jacques Brel haalde er de inspiratie voor zijn ‘Le Plat Pays’. En niet alleen plat, ook diep: op sommige plaatsen bevind je je zelfs op vier meter onder de zeespiegel. Dat doet het vermoeden rijzen dat het gebied – driehonderd hectare groot, waarvan twee derde behorend tot Frankrijk – ooit weleens onder water zal hebben gestaan. Dat is ook zo: tot 1811 waren de Moeren één grote plas, die door een lange, smalle landstrook van de zee was gescheiden. Aan de randen werd van de twaalfde tot de vijftiende eeuw turf gestoken op gezag van de abdijen, wat de vier meter ‘diepte’ verklaart. In plaats van pootjebaden kan er tegenwoordig met de motor gereden worden. En dat hebben we dan weer te danken aan ene Wenzel Cobergher, een schilder, bouwmeester, dichter, ingenieur, econoom, antiquair, kortom: een man van vele
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
23
markten thuis. Hij slaagde erin de plas droog te leggen. Hij liet een twintigtal windmolens bouwen, die met behulp van schepraderen het water in een kanaaltje kieperden dat samen met een dijk rond het gebied was aangelegd. En aldus stonden van 1623 tot 1625 de molens te malen, tot al het water was afgevoerd. Cobergher tekende een netwerk van kaarsrechte sloten uit om de wateroverlast voorgoed te regelen – dat verklaart waarom ook de wegen in de Moerenvlakte kaarsrecht zijn. Vanaf 1627 vonden verscheidene West-Vlaamse boeren de kust er voldoende veilig uitzien om er hun (grote) boerderijen neer te planten. Dat bleek helaas buiten de Spanjaarden gerekend. In 1646 maakten ze de dijken stuk, waardoor de hele zwik binnen de kortste keren opnieuw onder water stond. Dat bleef zo tot in 1811, het jaar waarin de gebroeders Herwijn aan een nieuwe drooglegging begonnen. De laatste keer dat de Moeren volledig blank werden gezet, was in maart 1944: voor de Duitsers was het slechts een (oorlogs)spel. Van de twintig Cobergher-molens is tegenwoordig geen spoor meer te bekennen. De twee die er wel nog staan, de Sint-Gustaafmolen en de SintKarelsmolen, zijn van een latere datum, omstreeks 1850. De ene verloor zijn wieken in 1923, de andere bleef malen tot 1948. Nu zijn ze louter folklore. Het overtollige water wordt tegenwoordig elektrisch weggepompt. ‘Pour liquider les peuples, on commence par leur enlever la mémoire. On détruit leurs libres, leur culture, leur histoire. Mais quelqu’un d’autre leur écrit d’autres libres, leur donne une autre culture, leur invente une autre histoire. Ensuite, le peuple commence lentement à oublier ce qu’il est, et ce qu’il était. Et le monde autour de lui l’oublie encore plus vite.’ Gelezen op de menukaart van het Blauwershof in Godewaersvelde.
K In de Vlaamse polders zijn er nauwelijks hoogteverschillen te bespeuren. Toch is het zo dat dorpen en verbindingswegen zich situeren op middeleeuwse kreekruggen, ontstaan na de inpoldering; weilanden en akkers liggen in de iets lager gelegen 'kommen'
D Ook de 19de-eeuwse Sint-Karelsmolen wordt niet langer gebruikt om het vlakke moerenland droog te malen
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:23 Pagina 24
24
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
PRAKTISCHE INFORMATIE
Deze route kun je best in één dag rijden, zeker degenen die geen zware aanlooproute voor de boeg hebben. Wie onderweg ook nog iets wil bezoeken, doet er goed aan twee dagen uit te trekken en een overnachting in te lassen. Een andere mogelijkheid is om ’s avonds of in de namiddag (voor degenen die van heel ver komen) te vertrekken en een overnachting te boeken in bijvoorbeeld Oudenburg, dat is vlak bij Jabbeke. Hotels
• Groenedijk Motorcycle Loft Hotel, Groenedijkstraat 5, 8460 Oudenburg. Tel. 059 26 85 40. Info www.grd.be. Motorhotel. Zeer redelijke prijzen. • De Reverie, Rodebergstraat 26, 8954 Westouter. Tel. 057 44 48 19. Mail
[email protected] Driesterrenhotel. Op de Rode Berg (langs de route). • Hostellerie St-Louis, 47 rue de l’Église, F-59470 Bollezeele. Tel. 0033 3 28 68 81 83. Mail
[email protected]. Drie sterren. Dertigtal kamers. Restaurant in achttiende-eeuws pand. • Au Tonnelier, 4 rue du Mont de Piété, F-59380 Bergues. Tel. 0033 3 28 68 70 05. Twee sterren (Logis de France). • De Loft, Oude Vestingstraat 36, 8630 Veurne. Tel. 058 31 59 49. Eén ster. Cafés & restaurants
• ’t Blauwershof, Eeckestraat 9, F-59270 Godewaersvelde. Tel. 0033 3 28 49 45 11. Vlaams voormalig smokkelaarscafé met regionale specialiteiten en volksspelen. • Gasthof-Brasserie ’t Hommelhof, Watouplein 17, 8978 Watou. Tel. 057 38 80 24. Web www.hommelhof.be. Bierkeuken. • Het Ovenhuis, Watouplein 1, 8978 Watou. Tel. 057 38 83 38. Web http://come.to/hetovenhuis. Met terras. • ’t Kasteelhof, 8 rue Saint-Nicolas, F-59670 Cassel. Tel. 0033 3 28 40 59 29. Vlaams café met fraai uitzicht en regionale keuken. • In den Goedendag, place de l’Église 1, F-59670 Bavinchove. Tel. 0033 3 28 48 49 18. Vlaams café met bier- en jeneverkaart en streekspecialiteiten zoals potjesvlees…
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
25
• Auberge des Nénuphars, 60 route de St.-Omer, F-62500 Clairmarais. Tel. 0033 3 21 38 24 84. Een ‘marais’-auberge aan de D209. • L’Auberge de l’Étang Poupart, 12 Impasse des Étangs, F-62910 Houlle. Tel. 0033 3 21 93 05 26. Auberge in een ‘marais’-hoeve. Terras. • Koffiehuis die Nobele Rose, Noordstraat 13-15, 8630 Veurne. Tel. 058 31 15 05. Web www.nobelerose.be. Streekgebonden
Kaas: Moerenaar, Cobergher, Moerduivel, Kruidenkaas, Moerengoud, Pikantje en Cabour • Jevener: Veurnsche Witten, fruitjenevers en Veurnsche Kaffie • Vleeswaren: Veurns Potjesvlees, wiite worsten, ouderwetse boerenpaté, droge worsten, paté met trappistenbier, Veurnse paté anno 1900, Oerbierpaté, Hommelbierpaté, ouderwetse konijnenpaté, eendenmousse, foie gras en varkensrillettes • Bier: Veurns Slapersbier, Sporkinbier • Zoetigheden: Veurnsche meringuetaart, honing, honingkoek en honingproducten, Veurnse babelutten, kletskoppen en Veurnse vlaai
TOERISTISCHE INFORMATIE
Motorroute 1 doet de volgende streken aan: West-Vlaanderen, met het Brugse Ommeland, Houtland en de Westhoek, Frans-Vlaanderen, met het Hart van Vlaanderen (Coeur de Flandre), en Opaalkust (Flandre Côte d’Opale). BEZIENSWAARDIGHEDEN (IN RITVOLGORDE)
• Jabbeke. Provinciaal Museum Constant Permeke, Gistelsteenweg 341, 8220 Jabbeke. Gesloten op maandag. Informatie: Tel. 059 50 81 18. • Koekelare. Toeristisch-Cultureel Centrum De Brouwerij met het Käthe Kollwitzmuseum, het Fransmansmuseum, de Yves Rhayé-kamer en de Tuin van de Hoop. In de ast van de voormalige brouwerij Christiaen hangt grafisch werk van de Duitse kunstenares Käthe Kollwitz (zie ook punt 2). Het verhaal van de Vlaamse seizoenarbeiders staat centraal in het Fransmansmuseum. Toeristisch-Cultureel Centrum De Brouwerij, De Brouwerijstraat 15b, 8680 Koekelare. Tel. 051 58 92 01. Gesloten op maandag. • Vladslo. Duits militair kerkhof, met onder meer het Treurend Ouderpaar van Käthe Kollwitz (1867-1945). Adres: Houtlandstraat, 8600 Vladslo. • Esen. Brouwerij De Dolle Brouwers, Roeselarestraat 12B, 8160 Esen. Tel. 051 50 27 81. Speciaalbieren. • Houthulst. Belgisch militair kerkhof (ook tachtig Italiaanse soldaten) aan de rand van het Vrijbos. Adres: Poelkapellestraat, 8650 Houthulst. • Langemark. Duits militair kerkhof (44.234 doden) met monumentale
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:23 Pagina 26
26
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
toegangspoort en beeldengroep van de hand van de Duitse expressionist Emil Krieger. Adres: Klerkenstraat, 8920 Langemark. • Heuvelland. Kabelbaan Cordoba, Westouter. Tel. 057 44 60 35. Tijdens de zomervakantie elke dag open. • Zwarte Berg (Mont Noir). Een van de Monts de Flandre (301 meter). Marguerite Yourcenar beschrijft de jeugdjaren die ze hier doorbracht. Een ‘parc départemental’ is naar haar genoemd; de Villa Mont-Noir uit de jaren twintig doet nu dienst als schrijversresidentie. Tel. 0033 3 28 43 83 00. Geregeld zijn er lezingen en evenementen. Wandelroute ‘In de voetsporen van Marguerite Yourcenar’. • Catsberg (Mont des Cats). Een van de Monts de Flandre (158 meter). Trappistenabdij (negentiende-eeuws), kerk, taverne en winkel met streekproducten. Abbaye de Notre Dame du Mont, Le Mont des Cats. Tel. 0033 3 28 42 52 50. Centrum C. Grimminck omvat onder meer winkel met abdijproducten. Tel. 0033 3 28 43 83 70. Gesloten op dinsdag. Fromagerie du Mont des Cats, Le Mont des Cats. Tel. 0033 3 28 42 51 44. Winkel met streekproducten (kaas, bier…) tegenover de abdij. • Godewaersvelde. Het Blauwershof, 9 rue d’Eecke, F-59270 Godewaersvelde. Tel. 0033 3 28 49 45 11. Vlaams voormalig smokkelaarscafé met regionale keuken en volksspelen. Au Roi du Potje Vleesch, 31 rue du Mont des Cats. F-59270 Godewaersvelde. Tel. 0033 3 28 42 52 56. Winkel met streekproducten, restaurant. • Watou. ’s Zomers een heus kunstdorp Bij Le Roi du Potje Vleesch in Godewaersveldankzij de Poëziezomer van Watou. de kun je heerlijke streekgerechten kopen Gezellig marktplein. Leuke terrasjes, lekkere streekbieren, streekgerechten. Op de kaart: Sint-Bernardus Pater 6°, Prior 8°, Abt 12° en Tripel, Watou Tripel (abdijbier), Witbier, Poperings Hommelbier, Watous Wit, Kapittel Pater, Prior, Abt, Dubbel of Blond, Watou Special (kaas). • Kassel (Cassel). Oude Vlaamse stad. Fraaie, ouderwetse Grand’Place. Hôtel de la Noble Cour met Musée de Flandre. Vanuit Jardin Public (met 18deeeuwse molen) mooi panorama over Kassel, Monts de Flandre en Brugge. Op een steenworp van het marktplein: de gotische Onze-Lieve-Vrouwekerk en een deels 17de-eeuwse voormalige jezuïetenkapel. • Oxelaere. Ferme des Templiers, La Place, F-59670 Oxelaere. Tel. 0033 3 28 40 50 37. Boerderijwinkel (kaas, boter, jam, koekjes, streekbieren, vleeswaren). • Bavinchove. In den Goedendag, place de l’Église 1, F-59670 Bavinchove. Tel. 0033 3 28 48 49 18. Vlaams café met bier- en jeneverkaart en streekspecialiteiten zoals potjesvlees…
route 01
■
West- en Frans-Vlaanderen
27
• St.-Omer. Belangrijkste bezienswaardigheden: de middeleeuwse OnzeLieve-Vrouwekathedraal, de ruïnes van het St.-Bertinklooster, een voormalige Jezuïtenkapel en het 18de-eeuwse Hôtel Sandelin met bijbehorend museum. In het noordelijke deel van de stad (langs de Aa) vind je behalve de kloosterruïnes typisch Vlaamse huisjes. In l’ Audomarois, de moerassige streek rond St.-Omer, kun je varen. Let wel: de bootjes heten hier ‘bacôves’. • Mont de Watten. Een van de ‘monts de Flandre’ (72 meter). Biedt prachtig uitzicht op de Aa-vallei en de Vlaamse vlakte. Op de heuvel staat een 18deeeuwse molen. • Bergues (Sint-Winoksbergen). Zwaar beschadigd tijdens WO II, volledig heropgebouwd. Historisch stadje, met historische omwallingen (aangelegd door Vauban), vier stadspoorten, een belfort, abdijruïnes en een gemeentemuseum met 16de- tot 17de-eeuwse De stadswallen van Bergues zijn een werkstuk Vlaamse meesters. Musée municipal. van Vauban Tel. 0033 3 28 68 13 30. Gesloten op dinsdag. • Veurne. Historisch marktstadje. Op marktplein: stadhuis, landshuis, belfort en… de terrassen. Stadhuis en Landhuis, Grote Markt 27, 8630 Veurne. Ook Bakkerijmuseum in 17deeeuwse hoeve: Albert I-laan 2. Tel. 058 31 38 97. Stadhuis en Landhuis op de Veurnse Grote Markt TOERISTISCHE DIENSTEN
• Westtoer, Postbus 190, 8000 Brugge. Tel. 050 30 55 00. Fax 050 30 55 90. Web www.westtoer.be. • VVV Heuvelland, Reningelststraat 11, 8956 Kemmel. Tel. 057 45 04 55. Web http://go.to/vvvheuvelland.be. • Gemeentehuis, 8490 Jabbeke. Tel. 050 81 01 11. Fax 050 81 01 17. Web www.jabbeke.be. • Comité Départemental du Tourisme du Nord, 6 rue Gauthier de Châtillon, B.P. 1232, F-59013 Lille Cedex. Tel. 0033 3 20 57 59 59. Web www.cdt-nord.fr. • Office de Tourisme de Cassel, 28 Grand’Place, F-59670 Cassel. Tel. 0033 3 28 40 52 55. • Office de Tourisme de St.-Omer, 4 rue du Lion d’Or, F-62500 St.-Omer. Tel. 0033 3 21 98 08 51.
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:24 Pagina 28
1
Route
ROUTEKAART
WEST- EN FRANS-VLAANDEREN
ZEEB RUGGE BLANKENB ERGE DE HAAN
OOSTENDE
NOO RDZE E ME R DU NORD
B R UGGE A10
MIDDELKERKE JAB B EKE E40
NIEUWPOORT
E40
N33
A18
Eernegem ICHTEGEM
IJzer
KOKSIJDE DE PANNE
1
Aartrijke ZEDELGEM
ICHTEGEM
N32
VEURNE KOEKELAR E
DUNKERQUE
A17
Malo-Les-Bains
N335 E40 De Moeren
A16
DIKSMUIDE
Vladslo 2 DIKSMUIDE 3 Esen
N35
N8
Klerken
se Colme
Ca na l de la B
HOUTHULST
B ERGUES Aa
BOURBOURG
IJze
ROESELAR E N369
E42
2
me
FRANKRIJ K
H te Col Ca n
Audruicq
ARDRES
Bollezeele
IEPER
r IJze
POPERINGE
6 Watou
A25 D226
Polincove
A26
Forêt d'Eperlecques
Ochtezeele
Bois du Ham Eperlecques
Aa
Houlle Moulle
N43
D928
CASSEL 4
Noordpeene
Zuytpeene Oxelaëre Bavinchove Forêt de Rihoult Clairmarais
E15
ST.-OMER
STEENVOORDE Mont des Récollets
GODEWAERSVELDE
D933
HAZEB ROUCK N43
N
5 KM
N32
IEPER
N8 N38
Dikkebus
25 KM
IEPER
A19
IEPER
N375
Mont des Cats
D318
4
Loker HEUVELLAND
Rodeberg Mont Noir
St.-JansCappel
BAILLEUL
D928
0
IEPER
Vlamertinge
4 5
N42 N42
Elverdinge
POPERINGE
Watten
LANGEMARK
Boezinge
IJzer
e la
al
D218
al d
Ca n
B EL G I Ë
r
D1d is
N50
HOUTHULST
GRAVELINES
al a de C
E403
DIKSMUIDE
7 D225
N32
N336 N58
KORTRIJ K
1 ROUTEWIJZER
0,0
0,7 7,8 8,4 12,7 14,6 15,2 16,9
17,2 21,6 22,7 26,2 28,4
32,5 36,1
43,6 44,5 47,6 48,7
0,0
0,7 7,1 0,6 4,3 1,9 0,6 1,7
0,3 4,4 1,1 3,5 2,2
4,1 3,6
7,5 0,9 3,1 1,1
97,9
91,9
2,0 104,0
4,1 102,0
6,0
0,8
91,1
89,4
85,6
84,1
83,1
82,5
80,7
78,5
D18
D10
Oudezeele / Cassel (D137)
Winnezeele (D137)
Winnezeele
Watou 6 (door centrum Watou)
Abeele
Poperinge / Abeele (D10)
Boeschepe (D69)
Godewaersvelde
Godewaersvelde
(–)
Abbaye / le Mont des Cats
Boeschepe / Poperinge (D10)
6
5
4
4
west- & frans-vlaanderen
Elverdinge 3
(–) (na 400 m: kerkhof Boezinge)
(–) (na 2 km: Duits militair kerkhof)
Langemark 4
1,7
(na 4,1 km: Duits militair kerkhof)
1,5
1,0
0,6
3,8
2
3
Houthulst (N301)
Klerken 4
(na 200 m: brouwerij de Dolle Brouwers)
Tielt / Roeselare (N35)
1,8
2,2
6,0
Rode Berg / Zwarte Berg
Loker / Bailleul / Rode Berg
Dikkebus 2
Voormezele 5
Voormezele
Vlamertinge 5
Vlamertinge
■
Esen
2
72,5
69,9
64,5
N30
N8
Elverdinge
Elverdinge 3
route 01
Vladslo 3
Vladslo
2,6
5,4
3,0
61,5
60,6
56,7
56,4
53,3
52,8
Boezinge
west- & frans-vlaanderen
(–)
(–)
Koekelare
0,9
3,9
0,3
3,1
0,5
0,3
52,5
■
Koekelare 2
1
3,8
route 01
Ichtegem-centrum
Ichtegem 6
Eernegem 5 (N368) (tankstation)
Aartrijke 7
Gistel 9
start aan Permekemuseum (tankstation)
Km Tot. Situatie Richting
30
torhout diksmuide
P
garage cools
permeke
Km Tot. Situatie Richting
Start E40 afrit 6 Jabbeke, Permekemuseum. Einde Veurne, Grote Markt. Totale afstand ± 257 km Kaarten Michelin 213 (Brussel-Oostende-Luik) 1/200.000; Michelin 236 (Nord Flandres-Artois-Picardie) 1/200.000
Route
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:24 Pagina 30
31
1 ROUTEWIJZER
(Grote Markt in Cassel)– Ypres
1,8 115,5
0,6 3,6 4,3 8,0 10,1
11,8 18,2 27,7 28,4 32,3 44,3 44,5 46,1 51,8 55,1 56,9 57,6
3,0 0,7 3,7 2,1
1,7 6,4 9,5 0,7 3,9 12,0 0,2 1,6 5,7 3,3 1,8 0,7
Eperlecques (D207)
Eperlecques (D3)
Watten (D26)
Watten (D226)
Watten (D226)
Centre ville (D226) / Merchegem
Bollezeele (D11)
Bollezeele (D928)
3,7 101,6
markt
einde Grote Markt Veurne
Veurne
0,2 141,0 1,5 142,5
Veurne
2,2 140,8
(–) (na 200 m: Veurne 6 volgen)
1,1 136,2
(–)
Bulskamp 4
4,4 135,1
2,4 138,6
(–)(Opgelet: aan hondenpension)
Bray-Dunes (D947)
11,7 123,7 7,0 130,7
Hondschoote (D110)
Bergues (D916) 2,5 112,0
200m
97,9
5,8
Bergues (tankstation)
7
■
Watten (D926)
92,1
8,4
Bourbourg (D218)
Bourbourg (D218)
Audruicq (D218)
route 01
Watten
St.-Omer (D209)
83,7
2,0
++++ +++
Bergues (D3)
81,7
8,9
7,9 109,5
Bergues (D17)
72,8
8,1
West- en Frans Vlaanderen
Noordpeene (D55)
Ochtezeele (D55D)
Ochtezeele (D26)
Zuytpeene (D138) / Noordpeene
64,7
0,4
Nordausques
64,3
Ardres
Houlle (D207)
2,8
61,5
0,8
Eperlecques-centre (D207)
■
Oxeläere-gare (D933)
4
60,7
1,9
Eperlecques (D207)
route 01
0,6
St.-Marie Cappel / Oxeläere (D301)
Cassel (D218) en G.A.
5,1 113,7
58,8
1,2
Km Tot. Situatie Richting
32
Dagteller op 0
Oudezeele / Hardifort / Cassel (D218)
3,0 108,6
markt
Oudezeele (D18)
1,6 105,6
Km Tot. Situatie Richting
Route
! Motorgids R1-10 NL + FR def 31-03-2003 08:24 Pagina 32
West- en Frans Vlaanderen