Subscribe
Share
Past Issues
INBO Marternieuws 20, januari 2016
Translate
Bekijk deze email in je browser
KLINIEKSTRAAT 25, B1070 BRUSSEL /
[email protected] / WWW.INBO.BE
Boommarters in Aalst (Oost-Vlaanderen) Het feit dat er nu ook boommarters konden worden gefilmd in een relatief klein en geïsoleerd bosgebied als het Kravaalbos bij Aalst kan er op wijzen dat dit dier aan een comeback bezig is, zelfs buiten grote bosgebieden.
Meer...
Boommarters in Doeveren (WestVlaanderen) en Zoersel (Antwerpen) Zowel in de nabijheid van het natuurgebied Doeveren (West Vlaanderen) als in Zoersel (Antwerpen) werden boommarters betrapt door cameravallen. Meer...
Marterbunkers tegen marterschade? In opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos gaat het INBO onderzoeken of zogenaamde 'marterbunkers' kunnen worden ingezet als deel van de oplossing voor de problematiek van schade door steenmarters aan woonhuizen. Meer...
Fotovalsessie Groenhove (WestVlaanderen) Het Groenhovebos ligt zo'n 10 kilometer verwijderd van het Wijnendalebos, waar we in 2015 boommarters vaststelden. Na enkele maanden fotovalonderzoek denken we te mogen
besluiten dat er (nog?) geen boommarters zitten... Meer...
Das doodgereden in Deerlijk (WestVlaanderen) De autopsie op een dode das aangetroffen in Deerlijk wijst erop dat het om een 'verre disperser' zou kunnen gaan. Meer...
Share
Tweet
Copyright © 2016 Instituut voor Natuur en Bosonderzoek, Alle rechten voorbehouden. uitschrijven pas je instellingen aan
+1
Forward
Boommarters in Aalst (provincie Oost‐ Vlaanderen) ‐ Marternieuws 20 Op 11 september 2015 kreeg Timo Van der Veken een boommarter voor de lens van zijn cameraval in het Kravaalbos in Aalst en nam daarover met ons contact op. De nietrafelige, nietruige, maar mooigladde cilindervormige staart duidde op een eerstejaarsdier (jeugdvacht), m.a.w. een dier geboren in het voorbije voorjaar. Bij jonge mannetjes treedt dispersie vooral in twee perioden op : augustusoktober, en maartmei. Dit betekende dat het een dier kon zijn dat niet ter plaatse was geboren, maar kort tevoren ergens het ouderlijke gebied had verlaten – en intussen reeds van een behoorlijk eind ver kon gekomen zijn. Indien het, andersom, wel om lokale voortplanting zou gaan, rees de verwachting dat er meerdere dieren zouden moeten kunnen gefotografeerd worden. Om dit na te gaan werd een opstelling gemaakt om marters te doen kegelen (d.i. op de achterpoten staan), zodat de individueel herkenbare keelvlek mooi in beeld zou worden gebracht. Op 4 en 5 oktober slaagde Timo er in tal van nieuwe opnames te maken, waarbij de keelvlek een aantal keren ook perfect in beeld werd gebracht. Op 5 november dook een boommarter op met een duidelijk verschillende keelvlek. De volgende opname dateert van 11 december, en laat niet toe de keelvlek te beoordelen. Intussen hebben de dieren allemaal een stevige wintervacht, waarbij op beeld geen onderscheid meer te maken valt tussen jong en oud.
Boommarter in het Kravaalbos: 1109, 0510 en 0511 (beelden Timo Van der Veken)
00:30
Twee boommarters in éénzelfde relatief klein gebied : er zijn een aantal verklaringen mogelijk – gaande van het toevallig samentreffen van onafhankelijke inwijkelingen, tot effectief lokale voortplanting. Voorlopig kunnen we enkel besluiten dat momenteel dus minstens twee boommarters in het Kravaalbos zitten. Of er ook voortplanting is geweest in het gebied kunnen we op dit moment nog niet zeggen. De vaststelling van – op zijn minst tijdelijke – vestiging van boommarters in het
Kravaalbos is het derde opmerkelijke boommarterfeit in 2015 nadat we eerder in WestVlaanderen boommarters fotografeerden in het Wijnendalebos (meerdere foto’s gespreid over vier maanden) en het Vloethemveld. De recente vondsten van boommarters op tal van plaatsen in de bosrijke Kempen zijn intussen voor de hand liggend, maar de aanwezigheid van boommarters in relatief kleine en geïsoleerde bossen in West en OostVlaanderen is dat veel minder. Het Kravaalbos is slechts 80 ha groot en de regio is niet bepaald bosrijk te noemen. In de omgeving van Aalst zijn ons ook geen historische gegevens bekend over het voorkomen van boommarter. De dichtstbijzijnde gekende populatie bevindt zich ten noorden van de Schelde in Sinaai, op zo’n 27 km in vogelvlucht van het Kravaalbos. Het lijkt er steeds meer op dat boommarters bezig zijn aan een opmerkelijke comeback en zich daarbij niet meer beperken tot grote bosgebieden. Intussen is ook duidelijk geworden dat hun vermogen tot langeafstandsdispersie zeer groot is. De vondst van zendermarter Alain (Marternieuws 15) bij de Westerscheldetunnel is daar slechts één voorbeeldje van. We zijn er daarom van overtuigd dat we in de toekomst boommarters in eender welk bosgebied in Vlaanderen mogen verwachten. Een oproep tegelijk om bij het werken met fotovallen extra op te letten bij het beoordelen van marterfoto’s. We zijn steeds bereid om te helpen bij de determinatie.
Boommarter in het Kravaalbos, 5 november 2015 (foto Timo Vander Veken)
Na drie jaar eindelijk nog eens boommarterbeelden in Doeveren (Oostkamp/Zedelgem, provincie West‐Vlaanderen) Na de vondst van een verkeersslachtoffer (seksueel actief mannetje) op 12 juni 2012 vlakbij het natuurgebied Doeveren en een fotovalopname in hetzelfde gebied op 28 augustus 2012 (Marternieuws 8) werd het stil rond boommarters in de omgeving van het natuurgebied.
Deze zomer kregen we cameravalbeelden van Alexander Hooyberg doorgestuurd. De opname dateert van 1 augustus 2015. Op het filmpje zien we een zeer donkere marterachtige door het beeld flitsen. Door de snelheid waarmee de marter zich voortbeweegt zijn er maar weinig kenmerken goed zichtbaar. Maar we zien wel een lange staart waardoor we andere donkere marterachtigen van vergelijkbare grootte en met relatief korte staart (bunzing, nerts) kunnen uitsluiten. Omdat de marter geheel donkerbruin is over het volledige lichaam (geen contrasten) kunnen we ook steenmarter uitsluiten. Rest enkel boommarter….
00:13
Boommarter gefilmd in Zoersel (provincie Antwerpen) Na de eerste cameravalopnames voor de regio op grondgebied van de gemeente Oostmalle eerder in 2015(Marternieuws 19) kon Guy Laurijssens op 8 augustus een nieuwe opname maken iets verderop in Zoersel. Je kan het filmpje hieronder bekijken:
Boommarter Zoersel 08-08-2015
Marterbunkers tegen marterschade? Marternieuws 20
In het kader van de problematiek rond schade en overlast vanwege steenmarters in gebouwen heeft het ANB, inspelend op een hypothese geformuleerd in het INBO steenmarterrapport (2012), dit jaar een onderzoeksopdracht aan het INBO gegeven omtrent het aanbieden van alternatieve schuilplaatsen voor marters. Dit werd het project ‘Toepassing van marterbunkers als schademitigerend instrument en de acceptatie ervan door steenmarters’ (2015 – 2017). Met het onderzoek willen we nagaan of een beleid zou kunnen gevoerd worden om alternatieve schuilplaatsen te voorzien in Vlaanderen als deel van de oplossing voor dit aspect van de steenmarterproblematiek.
Afgewerkte marterbunker (foto INBO) Het idee bestaat erin zogenaamde marterbunkers of strobunkers (cf. opgebouwd uit kleine strobalen) op daartoe geschikte plaatsen binnen een straal van 500 m van een geval van schade of overlast te plaatsen. Zo’n strobunker heeft een grondvlak van ongeveer 2 m bij 3 m, een hoogte van ongeveer 2 m, en heeft een relatief grote inwendige holle ruimte. Op die manier willen we vermijden dat het individueel oplossen van schade en overlastsituaties telkens leidt tot verplaatsing van het probleem naar een andere buurtbewoner. Tegelijk kan het voorhanden zijn van een geschikte alternatieve schuilplaats de druk op bestaande schuilplaatsen mogelijk in die mate verminderen dat (eenvoudige) verstoring van de dieren op de ongewenste schuilplaatsen volstaat opdat zij deze zouden opgeven – zonder soms (moeilijke) aanpassingen te moeten uitvoeren aan een gebouw. Mogelijke plaatsen om een strobunker te bouwen zijn o.m. private tuinen en natuurreservaten, groengebieden
in eigendom van gemeentes en hogere overheden, restgronden van overheden en bedrijven. Aan de hand van concrete gevallen van ongewenste aanwezigheid van steenmarters in woonhuizen en andere gebouwen willen we de komende twee jaar dit concept van alternatieve schuilplaatsen uittesten. Daarbij gaat meteen ook de aandacht naar een schuilplaatstype dat voldoende ruimte biedt om een nest jongen groot te brengen, gezien precies dergelijke situaties vaak aanleiding geven tot acute klachten. We willen zo enerzijds nagaan in hoeveel van de aangemelde gevallen van schade en overlast er in de nabije omgeving kan worden overgegaan tot het plaatsen van strobunkers, en anderzijds of de bunkers effectief gebruikt worden als nestplaatsen door steenmarters. Het eventueel overgaan tot het plaatsen, in een nabije toekomst, van een strobunker is geheel los te zien van een onmiddellijke ad hocoplossing voor het aangemelde geval zelf. De oplossing voor de individuele schadegevallen bestaat er in de toegang dan wel de opklimbaarheid van het gebouw te verhinderen. Meer informatie hierover vindt u op de website www.steenmarter.be. Verder willen we benadrukken dat zo’n bunker niet het omgekeerde effect zal hebben, nl. het aantrekken van ‘extra’ marters: steenmarters zijn immers territoriaal met behoorlijk grote leefgebieden, het gaat daarbij niet om ‘veel of weinig’ dieren, maar om ‘aanwezig versus afwezig’. De plaats van schade of overlast kan slechts in één territorium tegelijk liggen. In het territorium worden sowieso meerdere en allerhande schuilplaatsen gebruikt. Hier gaat het erom het indringen in schadegevoelige gebouwen, op zoek naar een geschikte nestplaats, te voorkomen.
Afgewerkte en landschappelijk ingeklede marterbunker (foto INBO)
Fotovalsessie Groenhove (Torhout, West‐ Vlaanderen) ‐ Marternieuws 20 Nadat we in het Wijnendalebos de aanwezigheid van boommarter vaststelden werd een ander bos in de regio Torhout aangedaan: het Groenhovebos. Dit bos van zo’n 100 hectare bevindt zich 10 km ten oosten van het Wijnendalebos. De zone tussen deze twee bossen (in rechte lijn) bevat geen bosfragmenten maar bestaat uit stedelijk gebied (de stad Torhout) en landbouwgronden. Ten noorden van de as WijnendalebosGroenhovebos bevinden zich wel enkele kleinere bossen. Tussen 10 augustus en 9 december werden vier cameravallen opgesteld op vier locaties, goed voor 414 cameravalnachten. Onder de roofdieren werden vos (45 fotoreeksen verdeeld over 4 locaties), steenmarter (6 fotoreeksen verdeeld over 2 locaties) en bunzing vastgesteld (1 fotoreeks). Het hoge aantal vossenfoto’s is te wijten aan de plaatsing van de cameraval op een wissel (wissels worden meestal door meerdere dieren gebruikt). Boommarters konden we niet fotograferen. Gezien het relatief hoge aantal cameravallen op een kleine oppervlakte kunnen we er vanuit gaan dat er momenteel (nog?) geen boommarters in het Groenhovebos zitten.
Das doodgereden in Deerlijk (West‐ Vlaanderen) ‐ Marternieuws 20 Op zondag 20 december 2015 meldde de federale wegpolitie een dode das langs de E17 aan marternetwerkkoerier en stockeerder Mario Manhaeve. De das werd ingezameld en kort nadien geautopseerd. Deze das vertoonde een typisch beeld van een verkeersslachtoffer, met meervoudige botbreuken, schaafletsels op de huid en algehele inwendige verbloedingen. Het betreft een jong wijfje, (heel) wellicht eerstejaars (= geboren janfeb 2015) of (heel) misschien tweedejaars (= geboren janfeb 2014), met een gewicht van ca. 10,5 kg en in prima conditie. De tanden vertoonden nauwelijks slijtage, de eierstokken en baarmoeder geen sporen van voortplanting. De maag was zo goed als leeg, op een paar fragmenten van regenwormen en wat aardesmurrie (inhoud spijsverteringstractus van regenwormen) na. Op hals noch stuit enig spoor van bijtwonden, dus geen recente interacties met soortgenoten. Hiermee beantwoordt deze das helemaal aan het profiel van een 'verre disperser' : een dier dat de ouderlijke clan heeft verlaten en rondzwerft (de hiërarchie bij dassen is deels matriarchaal gestuurd). Het is dus best mogelijk dat dit dier van vele kilometers ver kwam, en niet lokaal gevestigd hoeft te zijn geweest.
Verkeersslachtoffer das, gevonden in Deerlijk op 20 december 2015 (foto INBO)