www.rotterdam.nl
Resultaten jaarrapportage 2010 Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit
Rotterdam succesvol in aanpak georganiseerde criminaliteit
Voorwoord Rotterdam boekt succes in de aanpak van de georganiseerde criminaliteit. Malafide woningeigenaren worden gepakt daar waar het hun ’t meeste raakt: in hun portemonnee, mensenhandelaren verdwijnen achter slot en grendel en honderden hennepkwekerijen worden ontmanteld. Dat zijn de in het oog springende resultaten van het Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit. Dit – in 2007 door Rotterdam ingestelde - actieprogramma pakt de georganiseerde criminaliteit in Rotterdam en regio keihard aan. Het gaat hierbij om de handel in softdrugs, mensenhandel en illegale vastgoedpraktijken. Doel van het actieprogramma is de verwevenheid tussen onderwereld en bovenwereld te doorbreken. Zoals de betrokkenheid van horecaondernemingen bij illegale prostitutie en mensenhandel, investeringen van criminele organisaties in coffeeshops en het optreden van malafide notarissen, taxateurs en tussenpersonen. Bij de aanpak werken een groot aantal instanties nauw met elkaar samen, onder verantwoordelijkheid van de gemeente (Directie Veiligheid). Drie terreinen Het Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit bestrijkt drie terreinen: softdrugs, mensenhandel en vastgoed. Bij softdrugs gaat het om de aanpak van hennepkwekerijen, coffeeshops en growshops. Bij mensenhandel is de aanpak gericht op prostitutie, illegale arbeid en gesjoemel met huisvesting en paspoorten. En bij vastgoed gaat het om hypotheekfraude, witwassen, oplichting en valsheid in geschrifte. Op elk van de drie terreinen gaan we hierna uitgebreid in, te beginnen met de keten softdrugs.
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 3
KETENAANPAK SOFTDRUGS Hennepkwekerijen: 326 ontmantelingen In 2010 zijn in Rotterdam 326 hennepkwekerijen ontmanteld. Daarvan zijn 34 zaken strafrechtelijk afgehandeld. Bij het Hennepteam van dS+V kwamen in totaal 968 meldingen binnen van mogelijke hennepkwekerijen. Iedere ontmanteling van een hennepkwekerij leidt tot een bepaalde actie, zoals vervolging of het naheffen van belasting. En bij iedere ontmanteling werken vier operationele partners nauw met elkaar samen: het Hennepteam van dS+V, de politie, de regionale netbeheerder gas en elektriciteit Stedin en de Roteb. Enkele politiedistricten ontmantelen, in overleg en samenwerking met het Hennepteam, op vaste dagen kwekerijen. De andere districten vragen het Hennepteam om medewerking op het moment dat er vermoeden bestaat van een kwekerij. De politie zorgt voor het afwikkelen van het strafrechtelijke traject. Dat leidde in 2010 tot zeker 150 zogenaamde ontnemingen. Daarmee wordt bedoeld het in beslag nemen van wederrechtelijk verkregen voordeel, dat wil zeggen de waarde waarmee het vermogen van de betrokken persoon als gevolg van het strafbare feit is toegenomen. Altijd wordt de door het Hennepteam en de politie verkregen informatie doorgestuurd naar de Belastingdienst en SoZaWe. In 2010 behandelde SoZaWe 18 zaken in verband met ontmantelde kwekerijen. Dat leidde tot het stopzetten van twee uitkeringen en het aanpassen van één uitkering. Zeven uitkeringen waren al eerder beëindigd. Een bedrag van € 105.650 kon worden teruggevorderd. Drie onderzoeken lopen nog. De Belastingdienst onderzoekt in 176 gevallen of de opbrengst uit eerdere kweken alsnog kan worden belast. Daarmee is een bedrag gemoeid van in totaal € 6.800.000. Verhalen van de kosten Het Hennepteam van dS+V probeert de kosten van de ontmanteling zo veel mogelijk te verhalen op de huurder, eigenaar/bewoner of eigenaar/verhuurder van een kwekerij. Vorig jaar is dat in 26 gevallen gelukt. Dat leverde een bedrag op van € 85.000. Ondanks dit - in vergelijk met andere gemeenten - positieve resultaat, is het verhalen van kosten meestal een moeilijke zaak. Niet alleen omdat de gebruiker van het pand bij het ontdekken van de kwekerij vaak al met onbekende bestemming verdwenen is, maar ook en vooral vanwege de wetgeving. De Woningwet art. 1 stelt dat de ontmantelingskosten alleen verhaald kunnen worden als de eigenaar verwijtbaar heeft gehandeld doordat er bijvoorbeeld geen of een slechte administratie is of geen of onvoldoende toezicht op het gebruik van het pand. In alle andere gevallen draait de gemeente voor de kosten op. Branchecode Wanneer het Hennepteam een kwekerij constateert in een woning van een Rotterdamse woningcorporatie, wordt als regel de huur van de woning opgezegd. Daarnaast werkt de gemeente met Vastgoed Belang - de landelijke organisatie van vastgoedbeheerders - aan een branchecode om hennepkweek in woningen tegen te gaan. De ledenraad van Vastgoed Belang heeft vorig jaar al ingestemd met een gedragscode ‘maatschappelijk verantwoord verhuren’. Ook nacontrole krijgt veel aandacht. Stadstoezicht controleert bij panden waarin een hennepkwekerij is ontmanteld na een bepaalde tijd of het pand weer normaal gebruikt wordt.
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 4
‘Katvangers’ In 2010 zijn zeven diepgaande onderzoeken gestart naar criminele samenwerkingsverbanden gericht op de hennepteelt. Eén onderzoek is inmiddels afgerond, de andere onderzoeken lopen nog. Bij deze onderzoeken zijn 43 verdachten in beeld gekomen, van wie er 29 zijn aangehouden. Uit de onderzoeken blijkt dat er bepaalde personen zijn die opdrachten geven voor de handel in hennep en dat ‘katvangers’ panden van hen huren. Zij worden gebruikt als dekmantel door de echte handelaren. Coffeeshops: Veel minder overlast Eind 2010 zijn aan de gemeenteraad van Rotterdam de uitkomsten gepresenteerd van een - door het onderzoeksbureau Intraval uitgevoerde - monitor. Uit deze monitor blijkt dat het coffeeshopbeleid heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de overlast. Vooral de invoering van het afstandscriterium (geen coffeeshop op 250 meter loopafstand van scholen) heeft hieraan bijgedragen. Maar zeker ook de sluiting van 16 coffeeshops in 2009. In de buurt van deze gesloten coffeeshops ervaren bewoners en passanten minder overlast. Ook de drugshandel op straat is afgenomen. Dat wettigt de conclusie dat de sluiting van de coffeeshops niet heeft geleid tot een verplaatsing van overlast. Uit de Intraval-monitor blijkt echter ook dat in het gebruik van softdrugs door jongeren nog niet veel is veranderd. Om dat te bereiken is een gedragsverandering nodig. En dat is per definitie een zaak van lange adem. Growhops: moeilijk aan te pakken Naast 43 coffeeshops heeft Rotterdam 14 growshops, regionaal zijn dat er 24. Al deze growshops zijn vorig jaar bezocht en gecontroleerd door de politie, al dan niet in samenwerking met andere partners. De politie heeft hierbij geen overtredingen geconstateerd. De Belastingdienst heeft samen met de ketenpartners zes growshops op drie bedrijventerreinen bezocht, bij drie ervan werden de boeken gecontroleerd. Eén onderzoek is afgerond maar heeft niets opgeleverd. De onderzoeken leveren tot nu toe nauwelijks informatie over de wereld achter de growshop en de spilfunctie van de growshop in de georganiseerde hennepteelt. Growshops zijn lastig aan te pakken met de ter beschikking staande middelen. Het wachten is op een wetswijziging van de Opiumwet - met betrekking tot het strafbaar stellen van voorbereidingshandelingen door growshops - om hier verandering in brengen. Van stekkie tot stickie In 2010 is een ketensysteem softdrugs ontworpen (van stekkie tot stickie). Het systeem legt vast hoe de georganiseerde criminaliteit met betrekking tot de keten softdrugs kan worden aangepakt en welke integrale aanpak van de onder- en bovenwereld in de softdrugssector hiervoor nodig is. Afspraken over informatieuitwisseling worden vastgelegd in een regionaal softdrugsconvenant. Het systeem moet begin 2011 operationeel zijn. Vooruitlopend op het ketensysteem is medio 2010 begonnen met een casusoverleg, om na te gaan welke informatie partners nodig hebben voor de aanpak van een casus. Van geurkaart tot controle Eind 2010 is in een oplage van 30.000 stuks een geurkaart verspreid onder bewoners van Rotterdam en Den Haag. De geurkaart trekt, ook landelijk, veel belangstelling. Het gaat hier om een flyer met geurstrip die wijst op de gevaren van illegale hennepteelt en bewoners oproept om mogelijke misstanden te melden. De geurkaart wil bewoners meer attent maken op het vóórkomen van hennepkwekerijen en de meldingsbereidheid vergroten. Voor bedrijfspanden op industrieterreinen is een risicoprofiel ontwikkeld. Dit profiel is op drie terreinen in de regio getest. Uit de test bleek het profiel niet direct een
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 5
meerwaarde te hebben voor de opsporing van hennepkwekerijen. Maar het instrument draagt wel bij aan de bewustwording voor het signaleren van misstanden op de terreinen. Tenslotte zijn in een aantal winkelstraten integrale controles uitgevoerd. Al hebben die geen kwekerijen aangetoond, wel is gebleken dat er een grote preventieve werking van de controles uitgaat. Controles verkleinen de kans dat winkeliers in de verleiding komen een kwekerij te starten. Daarom zetten we in 2011 de controles voort.
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 6
KETENAANPAK MENSENHANDEL Communicatie is speerpunt Bij de aanpak van mensenhandel neemt communicatie een belangrijke plaats in. Veel energie is vorig jaar gestoken in de interne communicatie: het geven van voorlichting en het bewust maken van de ketenpartners. Zo zijn politiemensen en andere ketenpartners in tientallen presentaties voorgelicht over alle aspecten van mensenhandel. Dat gebeurde ook met alle officieren van justitie. Dit leidde er meteen toe dat enkele signalen van mensenhandel konden worden ingebracht in het casusoverleg. De Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst heeft een grote groep rechercheurs opgeleid speciaal voor het horen van slachtoffers en getuigen van mensenhandel. De Arbeidsinspectie bespreekt in zijn maandelijkse teamoverleg mogelijke signalen van aan arbeid gerelateerde uitbuiting. En de Belastingdienst heeft zijn veldmedewerkers getraind in het herkennen van signalen van mensenhandel. Ook de externe communicatie richting (potentiële) slachtoffers en daders heeft veel aandacht gekregen. Eén van de belangrijkste ontwikkelingen was de lancering van de website ‘stopmensenhandel.nu’ waarop bewoners en professionals informatie vinden over alle aspecten van mensenhandel. Ook kunnen ze er verdachte situaties op melden. Slachtoffers kunnen ook op deze site terecht. Via de foto-expositie Bought and Sold, die eind 2010 een maand lang op het Schouwburgplein te zien is geweest, is het onderwerp mensenhandel onder de aandacht van het brede publiek gebracht. In 84 Rotterdamse horecagelegenheden zijn ‘Boomerang’ kaarten van de expositie verspreid. Loverboys Voor het thema loverboys is een specifieke communicatiestrategie ontwikkeld. De sociale media en internet staan hierin centraal omdat die door loverboys steeds vaker gebruikt worden bij het zoeken van mogelijke slachtoffers. De campagne Loverboys 2.0 kreeg een ‘gezicht’ in de persoon van de Rotterdamse rapster Reshmay, die de doelgroep aanspreekt. Zij treedt op in scholen voor voortgezet onderwijs en gaat na het zingen van haar track ‘Loverboys zijn laffe boyz’ met leerlingen in gesprek. Ook heeft ze een Hyves en Facebook account aangemaakt en wordt haar website veel bezocht. Alle vmbo/mbo scholen hebben een lespakket met DVD, posters, visitekaartjes en spiegelstickers gekregen. Beautyshops en horeca Om aan arbeid gerelateerde uitbuiting tegen te gaan, worden geregeld controles uitgevoerd in de beauty- en horecabranche. Eén project uit 2010 richtte zich op het zicht krijgen op uitbuiting, fraude en illegale tewerkstelling bij bijvoorbeeld massagesalons en op de methodiekontwikkeling van informatiegestuurde integrale controles. Er zijn vijf integrale voorschouwen en drie integrale controles uitgevoerd, die overigens geen misstanden hebben aangetoond. De Arbeidsinspectie heeft drie keer een boeterapport opgemaakt. In dit project is samengewerkt met de gemeente Amsterdam, omdat een link bleek tussen Amsterdamse en Rotterdamse ondernemers. In de horecabranche, die risicovol is voor uitbuiting in arbeid en dienstverlening, is informatie van verschillende partners bijeengebracht. Deze informatie is geanalyseerd, waarna tien ondernemingen integraal zijn gecontroleerd. Bij twee ondernemingen wordt nagegaan of deze mogelijk strafrechterlijk aangepakt kunnen worden. Eén van deze ondernemingen maakt deel uit van een concern dat ook vestigingen heeft in de regio Haaglanden. De aanpak geschiedt in afstemming met
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 7
onder meer de gemeente Den Haag en de gemeente Delft. De ervaringen die de ketenpartners met het onderzoek en de controles in 2010 hebben opgedaan, zijn aanleiding om hier in 2011 onverkort mee door te gaan. Veel aandacht krijgt daarbij de methodiek en het ontwikkelen van nieuwe instrumenten om misstanden op te sporen. Prostitutie In 2010 zijn 302 signalen van mensenhandel binnengekomen bij het Prostitutie Maatschappelijk Werk van de Stichting Humanitas en bij het Controleteam Prostitutie en Mensenhandel van de politie. In 2009 waren dat er 281, er is dus sprake van een stijging. Bij politie en hulpverlening werden 222 nieuwe (potentiële) slachtoffers bekend. Dit is een flinke stijging in vergelijking met 2009, toen waren het er 151. Mogelijk is de campagne Loverboys 2.0 en het op scholen verspreide voorlichtingsmateriaal hier debet aan. Met de meeste (potentiële) slachtoffers van mensenhandel heeft de politie intakegesprekken gehouden, sommige vrouwen stellen politiebemoeienis echter niet op prijs. Een aanzienlijk deel van de (potentiële) slachtoffers bestaat uit jonge, soms minderjarige vrouwen en meisjes. De politie is vorig jaar 12 onderzoeken inzake mensenhandel gestart. Bij vijf onderzoeken is sprake van meer dan één verdachte, in één geval zelfs van 11 verdachten. Het Openbaar Ministerie schreef negen (nieuwe) verdachten in (van wie er zeven nog op berechting wachten) en behandelde ook nog 17 zaken van voorgaande jaren. Dat leidde tot 11 veroordelingen en zes vrijspraken. Tegen vijf van die vrijspraken is beroep ingesteld door het OM. Verder heeft de politie in 2010 naar aanleiding van misstanden in de prostitutie 28 rapportages (17 in 2009) opgesteld voor gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond, met het verzoek tot een bestuurlijke maatregel. Met een - door de burgemeester genomen - bestuurlijke maatregel kan een last onder dwangsom worden opgelegd, het pand worden gesloten of de vergunning worden ingetrokken als het om een legale seksinrichting gaat. In Rotterdam leidde dit tot 21 bestuurlijke maatregelen tegen drie vergunde seksinrichtingen en 18 illegale seksinrichtingen, vooral in woningen. Ketenpartners betrokken bij aanpak Niet alleen politie en OM zijn actief bij de aanpak van mensenhandel, ook de andere ketenpartners doen er alles aan om dit kwaad te bestrijden. Hierbij zijn behoorlijke resultaten geboekt. Zo legde de Belastingdienst in 2010 voor ruim € 473.000,- aan naheffingen op en inde een bedrag van meer dan € 1 miljoen aan achterstallige inkomstenbelasting. Dat is aanzienlijk meer dan in 2009. De Arbeidsinspectie voerde 900 inspecties uit naar illegale arbeid, onderbetaling en vakantietoeslag. Ook gemeentelijke diensten zijn bij de aanpak van mensenhandel betrokken. dS+V richt zich op de uitbuiting van mensen uit Midden- en Oost-Europa (MOElanders), de dienst Publiekszaken Rotterdam heeft samen met de politie en de Directie Veiligheid mogelijke misstanden bij de garantstellingen voor een kort verblijf-visum onderzocht. Daarbij zijn signalen gevonden van mogelijke mensensmokkel en/of mensenhandel. De politie heeft deze zaak in onderzoek.
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 8
KETENAANPAK VASTGOED Effectieve aanpak levert steeds meer op Vastgoed speelt een cruciale rol bij criminele activiteiten, zoals hypotheekfraude, witwassen, oplichting, belastingontduiking en valsheid in geschrifte. Onder de noemer ‘ketenaanpak vastgoed (Alijda)’ werken de gemeente Rotterdam, de politie Rotterdam-Rijnmond, het Openbaar ministerie, de Belastingdienst en de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst structureel met elkaar samen om misstanden in de vastgoedsector aan te pakken. Met aantoonbaar resultaat. Neem de onderzoeken van de bovenregionaal recherche naar strafbare gedragingen binnen de vastgoedwereld. Eén onderzoek ging over hypotheekfraude bij het verkrijgen van een woning. Deze woning brandde uit, waarna bleek dat er een hennepkwekerij in was gevestigd. De op dat adres ingeschreven bewoonster bewoonde het pand niet zelf maar had het onderhands doorverkocht. Het onderzoek toonde ook aan dat er sprake was van een ongebruikelijke geldstroom naar Oostenrijk, wat het vermoeden van witwassen opleverde. Het geld bleek afkomstig uit diverse hennepkwekerijen in Rotterdam. Zes hennepkwekerijen in woningen en bedrijfspanden werden opgerold en vijf personen aangehouden. Tevens werd een vuurwapen in beslag genomen en beslag gelegd op een geldbedrag van € 197.000. Het onderzoek komt dit jaar voor de rechter. Een tweede onderzoek betrof een echtpaar dat zes panden op zijn naam had staan. Bij de gesprekken over de hypotheek gaven de echtelieden steeds aan zelf in de panden te gaan wonen, om korting op de hypotheekrente te krijgen. Het echtpaar werkte met werkgeversverklaringen voorzien van valse salarisgegevens. De panden werden vervolgens doorverhuurd. De woonomstandigheden in deze panden bleken onveilig en daarnaast leverden de panden overlast op. dS+V en de Brandweer pakten deze zaak gezamenlijk op. Dat resulteerde uiteindelijk in het opzeggen van de hypotheken door de banken en de verkoop van de panden. Beide verdachten zijn aangehouden en komen dit jaar voor de rechter. Ook het OM hield zich bezig met hypotheekfraude. In één zaak ging het om 12 panden en acht verdachten. Zes van hen moeten nog voorkomen, twee verdachten met een geringe rol hebben een werkstraf gekregen. In een andere zaak moeten de twee hoofdverdachten, beiden werkzaam in een overheidsfunctie, nog terechtstaan. Een aantal zaken is al voor de rechter gebracht. Dat leverde veroordelingen op, variërend van een werkstraf tot gevangenisstraffen van 3,5 jaar. Vier van de acht veroordeelden waren werkzaam als taxateur. In 2011 komt nog een aantal vastgoedfraudezaken voor de rechter. Bij deze zaken zijn tientallen verdachten (onder wie enkele notarissen) en evenzovele panden betrokken. Tuchtklachten en ontzetting uit ambt De strijd tegen de vastgoedfraude heeft ook een aantal tuchtklachten tegen notarissen en makelaars/taxateurs opgeleverd en in één geval een ontzetting uit het ambt. Het betreft hier een Rotterdamse notaris die in januari 2011 door het Amsterdamse Gerechtshof uit zijn ambt is gezet, na klachten van gedupeerden, banken en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie. Dit dossier laat zien dat voor de aanpak van frauduleuze notarissen een lange adem nodig is. De transacties van de gedupeerden dateren al uit 2003, maar leidden pas in november 2006 tot het indienen van een klacht. In eerste aanleg werd deze klacht behandeld door de Kamer van Toezicht voor notarissen in Rotterdam, die de betrokken notaris eerst in september 2009 een schorsing van twee maanden oplegde. Hiertegen gingen de Koninklijk Notariële Beroepsorganisatie, het Bureau Financieel Toezicht en de gedupeerden in beroep. Eerst in januari 2011 leidde dat tot een ontzetting uit het ambt.
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 9
Alijda-lijst Panden die op de één of andere manier voor overlast zorgen, komen in Rotterdam op de zogeheten Alijda-lijst te staan. Deze lijst wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld en de pandeigenaren krijgen schriftelijk bericht dat zij op de lijst vermeld staan. In 2010 stonden er 17 pandeigenaren op de lijst vanwege misstanden als: te hoge huren (26%), irreguliere verblijfsinrichting (17%), hennepkwekerij (16%), het aantreffen van vreemdelingen (14%), feitelijke leegstand (11%), slecht onderhoud (8%), drugs (3%) of prostitutie (0,7%). In totaal werden 2079 overlastmeldingen verwerkt. Veertien zaken werden civielrechtelijk, bestuursrechtelijk of anderszins afgerond, drie zaken lopen nog. De gemeente heeft er voor gezorgd dat vorig jaar 25 woningen en een aantal bedrijfsruimtes van één malafide eigenaar in eigendom zijn overgegaan naar drie nieuwe particuliere eigenaren. Met de nieuwe eigenaren is afgesproken dat zij de woningen binnen anderhalf jaar opknappen. Zonder tussenkomst van de gemeente zouden de panden zeker geveild zijn en aanzienlijk minder hebben opgebracht. De malafide eigenaar mag vanaf de transactiedatum geen vastgoedactiviteiten meer uitvoeren in de stadsregio Rotterdam. Dit op straffe van een boete van € 200.000 per overtreding. Gemeente koopt zelf geen panden meer op Nieuw hierbij is dat de gemeente zelf geen panden meer opkoopt. Voorheen deed de gemeente dat wel, om daarmee woningen van verdachte eigenaren aan de malafide markt te onttrekken. Nu is een team verwerving opgericht door het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, dS+V en de Directie Veiligheid dat bij verwerving van panden controleert of voldoende is ingezet op handhaving, bijvoorbeeld het aanschrijven wegens achterstallig onderhoud. Op het gebied van vastgoedfraude heeft de gemeente de samenwerking met banken geïntensiveerd. Banken gaan steeds vaker over tot het opeisen van de openstaande schuld, na meldingen daarover vanuit de ketenaanpak vastgoedfraude. Daarmee krijgen de panden een nieuwe eigenaar. Naast de huidige aanpak is een civielrechtelijke aanpak van de zijde van de banken zeer wenselijk. Draadje voor draadje Steeds meer krijgen de ketenpartners zicht op malafide netwerken van vastgoed- en hypotheekfraude. Draadje voor draadje worden deze netwerken uitgeplozen en dat leidt tot een effectieve aanpak. Ondanks dat deze onderzoeken lastig en tijdrovend zijn en de weerstand groot is, worden de vastgoedspelers in hun gedrag gecorrigeerd en positief beïnvloed. Zo rondde de Belastingdienst vorig jaar 33 boekenonderzoeken af bij huisjesmelkers, vastgoedhandelaren, vastgoedexploitanten en tussenpersonen. De opbrengst hiervan bedroeg ruim € 4,3 miljoen. Daar komen de heffingsrente en de boetes nog bij. Een aantal betrokkenen is in bezwaar of beroep gegaan of heeft moeite met het betalen van de aanslagen. Opmerkelijk Soms levert de ketenaanpak opmerkelijke dingen op. Zo blijken sommige woningeigenaren, die hun pand verhuurd hebben en zelf ergens anders wonen, wel de hypotheekrente van de belasting af te trekken. De gemeente stuitte hierop na huisbezoeken naar aanleiding van meldingen van overlast. Over dit fenomeen blijven steeds nieuwe meldingen binnenkomen, zodat het duidelijk is dat dit veel voorkomt. In totaal is de Belastingdienst vorig jaar 114 van dit soort gevallen op het spoor gekomen. De betreffende particulier eigenaren krijgen een forse naheffing. Tot dusver is op deze manier ruim € 420.000 teruggevorderd, exclusief boetes en heffingsrente.
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 10
De Fraude Voorbij Zoals bekend is Rotterdam in september 2009 begonnen met een pilot ‘De Fraude Voorbij’. Dit in samenwerking met een groot aantal partners onder wie het Ministerie van Justitie, de Nederlandse Vereniging van Banken, de Stichting Nationale Hypotheek Garantie, de stichting Fraudebestrijding Hypotheken, makelaars, taxateurs, notarissen en het Kadaster. Doel van de pilot is hypotheekfraude voorkomen. Dat wil de gemeente bereiken door ervaring op te doen met een betere informatievoorziening voor en na het passeren van de leveringsakte, het ontwikkelen van een piepsysteem, het verbeteren van de informatie-uitwisseling tussen taxateurs en hypothecaire financiers, het deugdelijk maken van taxatierapporten en het tegengaan van dubbele borgstellingen. Actuele informatie over onroerend goed kunnen notaris of makelaar/taxateur krijgen via Kadaster-on-line. Niet alle gegevens, zo werd in het begin van de pilot ontdekt, zijn hierin opgeslagen, zoals gemeentelijke publiekrechtelijke beperkingen die op een perceel rusten (bijvoorbeeld een door de burgemeester opgelegde sluiting). Daardoor waren notaris of makelaar genoodzaakt om aanvullende informatie bij de gemeente op te vragen. Binnenkort hoeft dat niet meer. De gemeente heeft een systeem ontwikkeld waarmee de publiekrechtelijke beperkingen automatisch aan het kadaster worden aangeleverd. Het systeem is voorjaar 2011 operationeel. In gebruik is al een door de gemeente ontwikkeld piepsysteem (Rotterdams Piepsysteem (ROPS), om kadastrale transactiedata op een percentage van de waardestijging te kunnen selecteren. Dit systeem geeft op wijkniveau relevante informatie over transacties, panden en betrokken notarissen, maar nog niet over de integriteit van de transacties. Hiervoor is aanvullende informatie nodig. Uit de pilot is gebleken dat de gegevensuitwisseling tussen taxateurs, hypothecaire financiers en het notariaat naar tevredenheid verloopt. Hypothecaire financiers merken dat het Rotterdamse notariaat alerter is geworden, hetgeen blijkt uit de contacten van notarissen met de veiligheidsafdelingen van financiers. Met de pilot wil de gemeente ook nagaan of met de informatie van de Nationale Hypotheek Garantie te voorkomen is dat meerdere borgstellingen aan één en dezelfde eigenaar worden afgegeven. Daarvoor maakt het NHG sinds 1 januari 2011 gebruik van het – unieke - Burger Service Nummer dat iedere burger heeft. Daardoor is het voor een eigenaar niet langer mogelijk om dubbele hypotheken met nationale hypotheekgarantie af te sluiten. De taxateursverenigingen NVM, VBO Makelaar en Vastgoedpro zijn het eens geworden over de normen waaraan een taxateur en een taxatierapport moeten voldoen bij gebruik voor de Nationale Hypotheek Garantie. Het Nederlands Woning Waarde Instituut is het valideringsinstituut geworden. Dat controleert de waardeonderbouwing en gaat na of de taxateur voldoet aan de eisen van deskundigheid, betrouwbaarheid, onafhankelijkheid en plaatselijke bekendheid.
| Actieprogramma Maatschappelijke Integriteit |
pagina 11
Colofon Dit is een uitgave van Directie Veiligheid mei 2011 Tekst: Louis Weltens Fotografie: o.a. Joop Reijngoud, Jan van der Ploeg, Tom Pilzecker en anderen