Rotterdam, 3 oktober 2012 Aan:
De informateurs voor de kabinetsformatie 2012 P.a. De Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 AE ‘s-Gravenhage
Kopie aan:
Fractieleiders en woordvoerders energie van de politieke partijen in de Tweede Kamer
Betreft:
De tien kernpunten voor groene groei
Geachte heren Bos en Kamp, Duurzame economische groei bewerkstelligen. Dat is één van de allerbelangrijkste opgaven van een nieuw kabinet. Duurzaam in de zin van economisch robuust én duurzaam waar het gaat om klimaat en milieu. Rotterdam draagt hieraan bij via een gezamenlijke inzet van het lokale bedrijfsleven (Deltalinqs), Havenbedrijf Rotterdam NV, de gemeente Rotterdam en DCMR Milieudienst Rijnmond in het Rotterdam Climate Initiative (RCI). Een krachtige inzet op groene groei levert Nederland veel op: werkgelegenheid, investeringen door het bedrijfsleven, innovatie en kostenefficiënt de EU-klimaatdoelen behalen. Rotterdam heeft met brede steun, ook van de Provincie en het Rijk, in 2011 de Havenvisie 2030 vastgesteld. Daarin neemt duurzame economische ontwikkeling een herkenbare plaats in. Een heldere positionering van de duurzaamheidstransitie in het regeerakkoord helpt Rotterdam en haar partners enorm in het verwezenlijken van haar ambities. Met deze brief reikt het Rotterdam Climate Initiative u tien kernpunten aan voor groene groei. Deze zijn noodzakelijk voor het creëren van extra werkgelegenheid en economische groei in de Rotterdamse regio. Groene groei, wel te verstaan. Wij doen suggesties voor het vergroenen van het belastingstelsel en een betere werking van het Europese emissiehandelssysteem. Dit zijn cruciale instrumenten die leiden tot extra investeringen door bedrijven. In energie-efficiency en daarmee kostenbesparing en modernisering. En in duurzame energieopwekking, warmtekracht-installaties en het afvangen, opslaan en hergebruiken van CO2 (CCS). Wij vragen het kabinet om Rotterdam als uniek gebied te ondersteunen bij de duurzame transitie. Met u willen wij fors inzetten op de biobased economy en zien wij grote kansen voor verduurzamen van de gebouwde omgeving en de mobiliteit. Op veel terreinen sluiten wij aan bij het succesvolle topsectorenbeleid. Hiermee maken wij de regio en Nederland sterker en gezonder en creëren wij werk.
Het Rotterdam Climate Initiative is het klimaatprogramma van de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijnmond.
Namens de samenwerkende partners in het Rotterdam Climate Initiative. Hoogachtend,
Ahmed Aboutaleb Voorzitter van de RCI-Board Burgemeester van Rotterdam
Hans Smits Vice-voorzitter van de RCI-Board CEO Havenbedrijf Rotterdam
Wim van Sluis Lid RCI Board Voorzitter Deltalinqs
Ruud Lubbers Voorzitter RCI-Council
Meer informatie: www.rotterdamclimateinitiative.nl Tel: 010-2672942
Het Rotterdam Climate Initiative is het klimaatprogramma van de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijnmond.
De tien kernpunten voor groene groei volgens RCI Vertrouwen in de toekomst en werkgelegenheid zijn noodzakelijk om de economie weer in beweging te krijgen. Een nieuw kabinet en Rotterdam kunnen in dat opzicht niet zonder elkaar. De werkgelegenheid groeide in de Rotterdamse regio ondanks de crisis. Vele duizenden mensen verdienen hun brood in één van de sterkste economische kernen van ons land. Met de grootste haven van Europa en één van de belangrijkste van de wereld heeft Nederland een krachtige troef in handen. In 2007 ging het Rotterdam Climate Initiative (RCI) van start. Doel: het halveren van de CO2uitstoot in 2025, ten opzichte van 1990 en het klimaatbestendig maken van de regio, gericht op versterking van de economie. Uitgangspunt is dat een gezonde economische ontwikkeling duurzaam moet plaatsvinden. Vanwege het klimaat, de schaarser wordende grondstoffen en vanwege de eis van een gezonde leefomgeving. Dit is ook de basis van de Havenvisie 2030 “Port Compass” die in december 2011 unaniem is vastgesteld door de gemeenteraad van Rotterdam. In deze visie is het haven- en industriecomplex “een ijzersterke combinatie van Global Hub en Europe’s Industrial Cluster die beide koploper zijn op het gebied van efficiency en duurzaamheid”. Om dit te realiseren, zetten wij in op groene groei. Hiervoor zijn de volgende tien kernpunten essentieel. Tien belangrijke punten waarover wij graag afspraken maken om die wij graag samen met het kabinet nader uitwerken. 1. Hanteer een heldere ambitie, visie en strategie Een heldere en standvastige lijn van de overheid op het gebied van klimaat is voor het bedrijfsleven onmisbaar bij de afweging om te investeren. Wij pleiten voor ambitieuze nationale klimaatdoelen op de kortere termijn: terug omhoog naar 30% minder CO2-uitstoot in 2020. En voor een roadmap die aansluit bij de Europese ambitie van 80% minder CO2uitstoot in 2050. 2. Vergroot de prikkels voor duurzame investeringen De kosten van milieugebruik komen op dit moment niet of niet voldoende tot uiting in de prijzen. Dit signaleert ook het Planbureau voor de Leefomgeving, in ‘Voorwaarden voor vergroening van de economie in Nederland’ (PBL 2012). Het verdisconteren van milieugebruik in de prijzen bevordert investeringen in schone, duurzame toepassingen en vermindert verspilling. Op elk van de volgende onderdelen is naar ons idee actie nodig: • Verbeter de werking van de Europese markt voor emissierechten (ETS) Er is een overschot aan emissierechten. De prijs voor emissierechten is daardoor historisch laag. Ze biedt geen stimulans om te investeren in vermindering van de CO2uitstoot. Daarom pleiten wij ervoor dat Nederland de ‘set aside’ van emissierechten die EU-commissaris Hedegaard voorbereidt in het meest ambitieuze scenario ondersteunt. Zo ontstaat meer schaarste en kan de CO2-prijs stijgen. De ‘set aside’ dient te worden aangevuld met een verlaging van het emissieplafond na 2020 of zo veel eerder als nodig is.
Het Rotterdam Climate Initiative is het klimaatprogramma van de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijnmond.
• Vergroen het belastingstelsel Het Nederlandse belastingstelsel stimuleert duurzame toepassingen en energiebesparing onvoldoende. Een structurele wijziging is nodig, waarbij duurzame keuzes lager belast worden dan niet duurzame. In dit verband noemen we de fiscale behandeling van zelf opgewekte stroom als voorbeeld. Vergroot de mogelijkheden van zelflevering voor gebruikers die niet zelf eigenaar zijn van het gebouw waarop bijvoorbeeld de zonnepanelen zich bevinden. Om te zorgen dat het systeem op langere termijn houdbaar is, is het nodig te onderzoeken waar verlaging van tarieven voor groen op een verantwoorde wijze kan worden gedekt uit verhoging van de tarieven voor grijs. Zo zouden biobrandstoffen een lagere accijns moeten hebben en fossiele brandstoffen een hogere. Bij het vergroenen van het belastingstelsel hoort ook een heroverweging van vrijstellingen en verlaagde tarieven. Het lage tarief voor grootverbruikers van elektriciteit en gas geldt nu voor alle grootverbruikers, ongeacht de energieprestaties. Hierdoor profiteren achterblijvers evenveel als de koplopers die investeren in modernere en energieefficiëntere productiemethoden. In een groener belastingstelsel worden vrijstellingen en verlaagde tarieven zo ingezet dat ondernemers die meer doen dan wat minimaal vereist is in relatie tot energie-efficiency extra worden beloond. Voor bedrijven die achterblijven zijn er dan effectieve prikkels om te moderniseren. De vrijstellingen en verlaagde tarieven zouden prestatieafhankelijk gemaakt kunnen worden waarbij de extra investeringen in energiebesparende maatregelen worden gecompenseerd door een verhoging van de investeringsaftrek. • Voer kolenbelasting in maar beloon duurzame projecten Bij het afschaffen van de vrijstelling van energiebelasting voor de inzet van kolen voor energieopwekking moet voorkomen worden dat dit CO2-besparende projecten, zoals de afvang van CO2 (CCS) of het bijstoken van biomassa, in de weg staat. Wij streven ernaar om in Nederland, maar in ieder geval in Rotterdam, geen elektriciteit te produceren met kolen als de CO2-uitstoot uitkomt boven een bepaalde grens in grammen CO2 per kilowattuur (kWh). Deze grenswaarde zou in de loop van de tijd, afhankelijk van de mogelijkheden van CCS of bijstook van biomassa, naar beneden aangescherpt kunnen worden. Komt de CO2-uitstoot onder deze grens dan zou een vrijstelling moeten gelden. 3. Zet regulering en normering in voor duurzaamheid Regulering en normering kunnen groot effect hebben, zoals we gezien hebben bij de milieuzones en emissienormen voor auto’s en op het gebied van emissies van luchtverontreinigende stoffen. Het beleid om energiebesparing bij de industrie door convenanten (MEE en MJA) te bewerkstelligen leidt volgens de Algemene Rekenkamer en Agentschap.nl landelijk tot 1% efficiencyverbetering per jaar en in Rotterdam tot 1,6%. Afgesproken is 2%. Er is onderzoek nodig naar de vraag hoe de effectiviteit van dit middel verbeterd kan worden. In ieder geval zijn meer prikkels nodig om bedrijven aan te zetten tot investeringen in energiebesparende maatregelen.
Het Rotterdam Climate Initiative is het klimaatprogramma van de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijnmond.
De ‘Green Deal’-afspraak tussen het Rijk en de energiesector om een leveranciersverplichting voor duurzame energie in te voeren, moet krachtig worden doorgevoerd. Nu de subsidies voor het bijstoken van biomassa bij kolencentrales aflopen, is sturing extra belangrijk om de doelstellingen op het gebied van duurzame energieopwekking te halen. Een speciaal aandachtspunt vormt warmtekrachtkoppeling (WKK). Bij vervanging van de installaties overwegen bedrijven uit kostenoverwegingen om terug te gaan naar het zelf opwekken van warmte en het afnemen van elektriciteit van het net. Uit recent onderzoek blijkt dat in 2020 ruim 30% van de WKK-installaties in de chemie en olie-industrie in het havengebied zal zijn verdwenen. Er bestaat een groot risico dat dit leidt tot verlies aan energie-efficiency en een sterke toename van emissies. Wij vragen het Rijk om in te zetten op een krachtige stimulans voor tweede generatie WKK-installaties zodat bestaande installaties technisch gemoderniseerd worden en de vorming van meer efficiënte ketens binnen bereik komt. Juist hiermee kan Nederland energie-efficiency-winst boeken die straks des te meer nodig is wanneer de Europese Energy Efficiency Directive van kracht wordt. 4. Ondersteun Rotterdam als draaischijf in de biobased economy De Rotterdamse haven en industrie bieden grote mogelijkheden voor een ‘biobased economy’. Op het gebied van groene chemie, biobrandstoffen én bij- en meestook van biomassa bij energiecentrales. De expertise op agrarisch gebied, en de handel-, transport- en veredelingstraditie bieden Nederland grote mogelijkheden. Voorwaarde is dat er voldoende grondstoffen op de markt komen, tegen concurrerende prijzen. Hiervoor moeten de invoerrechten op Europees niveau worden weggenomen die gelden voor bio-ethanol en andere agrarische, voor de biobased economy van belang zijnde grondstoffen. In het licht van de ketenbenadering en het vormen van (internationale) clusters die de Europese Commissie sterk benadrukt, zijn standaardisatie, normering en certificering van groot belang. Voor vaste én vloeibare biomassa. Nederland moet zich hiervoor in EU-verband inspannen zodat een kader ontstaat waarbinnen de markt zelf verder kan verfijnen. Rotterdam wil als Europese pilot functioneren, om te komen tot meer en betere biobrandstoffen. RCI werkt in het kader van twee moties van kamerlid Leegte samen met de Commissie Duurzaamheidsvraagstukken Biomassa (‘Commissie Corbey’) aan een advies aan de overheid over hoe de betere biobrandstoffen worden gestimuleerd. Zodanig dat CO2reductie wordt gemaximaliseerd, indirect landgebruik wordt voorkomen en de luchtkwaliteit bij het gebruik wordt verbeterd. Tegelijk wordt in oktober het voorstel verwacht van de Europese Commissie, waarbij Indirect Land Use Change (ILUC) opgenomen wordt in de Renewable Energy Directive (RED). Zodra dit uitgebracht wordt, zullen wij samen met de Commissie Corbey ons advies hierover uitbrengen.
Het Rotterdam Climate Initiative is het klimaatprogramma van de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijnmond.
5. Ondersteun de realisatie van CO2-infrastructuur Rotterdam wil de CO2-uitstoot van de industrie en de energieproductie sterk reduceren door energie-efficiëntie, duurzame energieopwekking en CCS, de afvang, hergebruik en opslag van CO2. CCS is onmisbaar voor het halen van de CO2-reductiedoelstellingen van Nederland en Europa en voor de economische ontwikkeling van Nederland. De Rotterdamse haven ontwikkelt zich als hub tussen CO2-bronnen op het Europese vasteland en hergebruik- en opslaglocaties. Een Rotterdams CO2-netwerk is van groot belang om CO2 nuttig te kunnen hergebruiken in de kassen, de frisdrankindustrie en voor enhanced oil recovery. Daarnaast wordt er hard gewerkt aan nieuwe innovatieve toepassingen van CO2. Om deze rol te kunnen vervullen is steun vanuit het Rijk nodig. Steun die is toegezegd voor de realisatie van demonstratie-afvangprojecten in Rotterdam en voor de realisatie van een ‘common-carrier’ CO2-infrastructuur. 6. Zorg voor een doorbraak in energiebesparing in de gebouwde omgeving We zien momenteel historisch hoge energieprijzen voor onze burgers en een snel groeiende werkloosheid in de bouw. Nú actief inzetten op energiebesparende maatregelen is nodig, de markt pakt het onvoldoende op. In Rotterdam is daarbij een belangrijke rol weggelegd voor ESCO’s (energy service companies) en het concept van de ‘energy performance’-contracten. Deze ESCO’s investeren in energiebesparende maatregelen, waarbij de investering wordt voorgefinancierd en de energiebesparing gegarandeerd. Het kostenvoordeel van de energiebesparing wordt voor een afgesproken periode gebruikt ter dekking van de investeringskosten. De gemeente Rotterdam is als eerste overheid in Nederland gestart met het afsluiten van een ‘energy performance contract’ met een ESCO, voor een portfolio van gebouwen. Oproep aan het Rijk is om te beginnen met het verhogen van de energieprestatienormen voor haar eigen gebouwen en die van lagere overheden. En om de belangrijkste drempels weg te nemen voor de verdere ontwikkeling van een ESCO-markt in Nederland. Het in het lente-akkoord aangekondigde revolverend fonds voor energiebesparingsmaatregelen was het geijkte instrument voor versnelling en opschaling. Rotterdam wil op grote schaal woningen in Rotterdam Zuid aanpakken, gebruikmakend van zo’n fonds. Wij stellen voor om die aanpak als proefproject aan te merken voor een gestructureerde, grootschalige landelijke aanpak. Gebouweigenaren en huurders zouden hier dan verplicht aan mee moeten doen volgens het “ja, tenzij...” principe. 7. Stimuleer duurzame mobiliteit Rotterdam zorgt voor 1.000 elektrische voertuigen en 1.000 oplaadpunten in de stad, per 2014. Dit is de eerste stap naar grootschalige introductie van elektrische voertuigen. Wij vragen het Rijk om dit te ondersteunen door consistente fiscale vergroening (schonere voertuigen minder zwaar belasten dan vervuilende) en door de aanleg van een landelijke oplaadinfrastructuur te blijven stimuleren.
Het Rotterdam Climate Initiative is het klimaatprogramma van de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijnmond.
De inzet van vloeibaar gas (Liquid Natural Gas, LNG) kan een belangrijke bijdrage leveren aan het schoner maken van de transportsector, door vermindering van de uitstoot van NOx, SOx, fijn stof en broeikasgassen. Daarnaast biedt deze ontwikkeling grote kansen voor het bedrijfsleven. Rotterdam is mede-initiatiefnemer van het Landelijk LNG Platform waarmee demissionair minister Verhagen afgelopen zomer een Green Deal sloot. Dit platform heeft als doel om in 2015 minstens 50 binnenvaartschepen, 50 zeeschepen en 500 trucks op LNG te laten rijden. Wil deze doorbraak slagen, dan is van het Rijk een actieve inzet op wet- en regelgeving nodig. Verder willen wij terugkeren naar de oude maximumsnelheden op de snel- en ringwegen rondom de steden waar dat duidelijk beter is voor de luchtkwaliteit in de nabijheid van die wegen. Ten slotte bepleiten wij in algemene zin bij belasting van vervoersmiddelen het gebruik in de verhouding gebruik/bezit zwaarder te laten meewegen. 8. Blijf werken aan een betere luchtkwaliteit Nederland zal in 2015 waarschijnlijk voldoen aan de luchtkwaliteitseisen van de Europese Unie. Toch blijft (nieuw) luchtbeleid noodzakelijk. Om te zorgen dat óók voldaan wordt aan de gezondheidsdoelstellingen van het luchtbeleid. En om de resultaten van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Lucht te borgen. Dit programma loopt in 2015 af, net als de financiering van lokale maatregelen. Een samenhangend uitvoeringsbeleid voor luchtkwaliteit heeft effect gehad. Daarom stellen wij een vervolg voor: NSL 2. Dit zou gericht moeten zijn op stedelijke knelpunten, met primaire focus op gezondheid. Nieuwe activiteiten en ruimtelijke ontwikkelingen maken dat de grenswaarden voor luchtkwaliteit gemakkelijk worden overschreden. Gezondheidswinst is mogelijk, door meer aandacht te besteden aan ‘black carbon’ bij de beoordeling van effectiviteit van maatregelen. In het onder 4 genoemde advies aan het ministerie van I&M omtrent biobrandstoffen, zal ook het effect van biobrandstoffen op de luchtkwaliteit aan de orde komen. 9. Ondersteun kansrijke innovatieve sectoren Voor groene groei zijn de volgende sectoren van belang: de biobased economy, energieopslag, smart grids, deltatechnologie en clean tech. De Rotterdamse haven heeft internationaal gezien een uitstekende uitgangspositie op deze gebieden. Een positie die verder moet worden uitgebouwd. Daarnaast staat Rotterdam als deltastad internationaal bekend als voorloper op het gebied van klimaatadaptatie. Een status die in gezamenlijkheid verder kan worden benut om de exportkansen voor de Nederlandse watersector uit te bouwen. Mede hierom hecht Rotterdam grote waarde aan een krachtig en gezamenlijk vervolg van het deltaprogramma. RCI vraagt het Rijk om te investeringen in innovatieve sectoren aan te blijven moedigen. Door het topsectorenbeleid voort te zetten, door als overheid op te treden als launching customer en door pleitbezorger te zijn in Europa. 10. Stimuleer de circulaire economie Grondstoffen raken op en hergebruik wordt steeds belangrijker. Economisch en vanuit het oogpunt van milieu. Nederland, Rotterdam in het bijzonder, heeft veel ervaring met logistiek en verwerking van te recyclen materialen. Nederland kan een spilfunctie vervullen in een internationaal netwerk voor het hoogwaardig recyclen van producten en materialen. De haven van Rotterdam en haar (transport-)verbindingen zijn hiervoor uitstekend geoutilleerd. Dit is een kansrijk gebied waar Rotterdam graag het initiatief in wil nemen als proeftuin.
Het Rotterdam Climate Initiative is het klimaatprogramma van de gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam NV, Deltalinqs en DCMR Milieudienst Rijnmond.