Een wervelwind van kleuren sleurt aarde, water, lucht mee in een beroezende
rondedans. Tekst: Guy Kestens Naar aanleiding van de vernissage in Galerij Dessers-Beeck op 27 april 2014.
“Welkom in het paradijs”, zegt Wim Dessers, als ik de galerie binnen kom en voor het eerst de werken van Bruno Vanmackelbergh in werkelijkheid zie. “En er zijn ook mensen in het paradijs”, zeg ik. Dat verbaast me namelijk, want op geen enkel schilderij dat ik vooraf gezien had zijn mensen te bespeuren. Of toch niet op het eerste zicht. En het eerste wat je ziet als je binnenkomt zijn vier schimmen die vanuit de tuin van één of ander kasteel voor een foto staan te poseren. Drie ervan dragen wit, één ervan is zwart. Bruno Vanmackelbergh heeft niet veel aansporing nodig om over zijn werk te beginnen. “Ik wilde dit werk ‘I never wear white’ er zeker bij hebben”, zegt hij. “Want dit is het vertrekpunt, het werk waar alle andere uit zijn ontstaan.” We zien vier aristocratische personages poseren als voor een klassieke foto. Gaandeweg is de schilder zich met de man in het zwart gaan identificeren. Hun tijd is voorbij. Ze zijn vervaagd, niet meer duidelijk herkenbaar, het zijn fantomen, schimmen geworden uit een misschien nog niet zo ver verleden. Ze staan symbool voor een tijd die voorbij is. De tijd waarin er een duidelijk onderscheid was tussen wie de macht had en wie niet. “Ik ben gefascineerd door kastelen, paleizen, kerken. Het zijn prachtige, indrukwekkende gebouwen, maar ze staan ook symbool voor de macht die erachter schuilgaat. Ze verwijzen naar een feodaal stelsel waar kerk en staat samen de gewone bevolking onderdrukten.”
Bruno Vanmackelbergh hangt, net als wij, helemaal vast aan het verleden, maar kiest duidelijk voor vandaag. “We leven in een tijd”, zegt hij, “waarin een veelheid van ideeën, een diversiteit van mensen aan bod kan komen. In een democratie, die voorlopig de beste van alle mogelijke werelden is.” Deze inhoudelijke boodschap vertaalt zich ook op het doek. In de landschappen van Bruno Vanmackelbergh is de typische horizontale lijn niet enkel de scheidingslijn tussen aarde en lucht, of de lijn waar deze elementen elkaar raken, maar ze wordt ook een tijdslijn. Aan de tweedimensionale ruimte van een schilderij, voegt Bruno Vanmackelbergh dus de dimensie van de tijd toe. De horizontale lijn wordt de scheidings- en ontmoetingslijn tussen wat voorbij is en wat nu is. Hier komen herinnering en beleving samen. Het verleden staat dan meestal boven de horizon, en hoe de schilder de wereld van vandaag ziet, bevindt zich eronder. De figuren bovenaan en uiteraard ook de gebouwen, zijn verstard en vervaagd, zij zijn dus de stille getuigen van een tijd die, hopelijk, zegt de schilder, nooit meer terugkomt. En tegenover deze stilstand, deze indrukwekkende vestingen van macht, is alles onder de tijdslijn in beweging, bloeit alles van kleur. Het verhaal dat Bruno Vanmackelbergh te vertellen heeft, en dat zich in het begin uitte in de aanwezigheid van menselijke personages en van gebouwen, verdwijnt meer en meer op de achtergrond. Het wordt met een lat weggeveegd, overschilderd, en maakt plaats voor de speelse chaos, de onrust en spanning, de werveling van kleuren die in een beroezende rondedans aarde, water en lucht meesleuren.
De stijl van Bruno Vanmackelbergh is van vroeger en nu. Zijn voorkeur voor landschappen, de veelheid van kleuren die zo prominent aanwezig zijn, het gebruik van olieverf, verwijzen naar het impressionisme. Zijn manier om met vegen de verf grof aan te zetten, doet denken aan Van Gogh, en in het schilderij ‘The holy hour’ is die invloed van Van Gogh ook in het coloriet heel duidelijk merkbaar. De kunstenaar houdt nu eenmaal van de Europese kunst van eind 19e – begin 20e eeuw. Maar tegelijk brengt Bruno Vanmackelbergh ook een nieuw geluid. Hij werkt met olieverf, maar gebruikt die zoals schilders van vandaag dat doen. “Olieverf is een plastisch element op zich. Je kunt met de tube verf rechtstreeks op het doek aanbrengen, of je kunt met penselen werken. Ik gebruik mijn penselen altijd tot ze bijna helemaal versleten zijn, tot je er nog enkel maar mee kan krassen op het doek. Ik werkte vroeger met acryl, maar eigenlijk dient die verf door zijn elasticiteit op de eerste plaats om te verven,” zegt hij lachend.
“Omdat olieverf trager droogt, krijg je de tijd om te overzien wat je gedaan hebt. Soms liggen er tot 8 lagen boven elkaar. Soms ben ik zo ontevreden dat ik mijn drang tot destructie niet kan bedwingen en dan ga ik met de hogedrukreiniger het doek te lijf. Dat kun je je met acrylverf niet permitteren. Bij andere werken veeg ik met een lat over het werk zodat alles veel meer in elkaar overloopt, zodat de verven, de kleuren zich mengen.” Bruno Vanmackelbergh is nog een jonge kunstenaar. Het is de eerste keer dat een hele tentoonstelling aan zijn werk gewijd wordt, en het is de verdienste van Wim Dessers dat hij ons op deze kunstenaar opmerkzaam maakt. Het voordeel hiervan is dat we zijn evolutie bijna op de voet, doek na doek, kunnen volgen. Want was er in de eerste werken nog sprake van een horizontale scheidingslijn, dan is er in de meer recente werken haast geen sprake meer van een horizontale verdeling. Alles wriemelt door elkaar in een wereld die meer en meer abstract wordt. “Mijn verhaal”, zegt Bruno Vanmackelbergh, “verdwijnt meer en meer op de achtergrond”. Nu spreken inderdaad het doek, de kleuren, de verf, de beweging, de compositie meer voor zichzelf. In ‘Reflections’ zijn het duidelijk herkenbare bloemenstengels die voor een verticale spanning en tegelijk een evenwicht in een draaiende kleurenkolk zorgen. In ‘Your colours wrapped around’ zijn die natuurlijke elementen verticale lijnen geworden die van onder tot boven het werk in verschillende haast geometrische vlakken verdelen. Er is nog wel een horizontale scheidingslijn, maar die ligt als in een kubistisch landschap in stukken over de verschillende verticale vlakken verdeeld. In ‘A place in the sun’ is er van een horizontale verdeling helemaal geen sprake meer en heeft de verticale vlakverdeling het helemaal overgenomen.
“Het is de tijd die zal uitwijzen”, besluit Bruno Vanmackelbergh, “of de ‘Duke of Mac’ nog altijd als een fantoom in het werk aanwezig zal blijven, of dat de doeken, als volleerde koorddansers op de tijd, de volledige abstracte vrijheid zullen krijgen.”