Japan in Amersfoort Van 26 maart tot 12 juni vindt er in galerie 1664 een verkoopexpositie plaats van Japanse kunst. De nadruk ligt daarbij op schilderkunst, zoals rolschilderingen, schets- en tekenboeken en tekeningen, maar verder zullen er kimono’s, obi’s en gebruiksvoorwerpen tentoon worden gesteld. De meeste objecten dateren uit de late negentiende en vroege twintigste eeuw.
Land van de rijzende zon Japan ook wel het land van de rijzende zon genoemd heeft al eeuwen een grote aantrekkingskracht. Lange tijd was het een ver en mysterieus land dat zichzelf had afgesloten van de buitenwereld. Alleen Chinese en Hollandse handelaren hadden toegang tot het land. De Nederlanders bivakkeerden op een klein, kunstmatig eilandje in Nagasaki en mochten slechts één keer per jaar naar Edo (het huidge Tokyo) reizen om de heerser van het land, de Shogun, geschenken aan te bieden. Via deze handelskanalen bereikte zijde en Japans porselein ons land en andere landen in Europa. In de loop van de negentiende eeuw wisten westerse mogendheden zich toegang tot Japan te verschaffen en veranderde het land in snel tempo van een grotendeels middeleeuwse staat tot een moderne, op westerse leest geschoeide maatschappij. Met de openstelling van Japan kwam ook de grootschalige handel op gang. Er ontstond een heuse ‘Japanmanie’. Talloze houtsnedes, bronzen beelden en vaatwerk, lakwerk, porselein en kimono’s vonden hun weg naar Europa en Amerika en verschillende westerse kunstenaars, waaronder Vincent van Gogh, werden door Japanse kunst geïnspireerd. Later volgden stromen auto’s en elektronica allemaal made in Japan. Als gevolg van de intensieve contacten en mede onder invloed van de Amerikaanse bezetting na de Tweede Wereldoorlog is Japan sterk verwesterd. Tegenwoordig lijken de grootste Japanse steden sterk op die in Europa, Amerika en andere delen van de wereld: overal domineren wolkenkrabbers het stadsbeeld . Toch
zijn er in Japan nog overal resten en verwijzingen naar het verleden te vinden. Niet alleen in de vorm van eeuwenoude tempels, tuinen en kastelen, maar ook in tal van gebruiken en gewoonten. Denk maar eens aan de bloemsierkunst (Ikebana), het kweken van miniatuurbomen (Bonsai) en de siervouwkunst (Origami). Verder leren Japanse kinderen nog de eerste beginselen van schrijven met een penseel en inkt. Het werken met een schrijfpenseel is hen hierdoor met de paplepel ingegeven. De grens tussen schrijven en schilderen is hierdoor klein.
Schilderkunst De Japanse schilderkunst is vanouds sterk beïnvloed door die uit omringende landen, met name China en in mindere mate Korea. In eerste instantie werden vooral religieuze schilderingen voor tempels gemaakt, maar later ook schilderingen voor paleizen en huizen. In de loop der eeuwen ontwikkelden zich verschillende stijlen; hofstijlen, religieuze stijlen en stijlen voor de samurai, literati en kooplieden. Schilderingen werden gemaakt door personen van verschillend pluimage. Naast formeel opgeleide kunstenaars die voor de elite of markt werkten, waren er ZenBoeddhistische monniken, geleerden (literari) en andere amateurschilders actief. Voor monniken was schilderen een vorm van meditatie. Schilderingen werden door hen weggegeven aan gelovigen of verkocht om het onderhoud van tempels te bekostigen. Literati en amateurschilders werkten vaak voor zichzelf of gaven hun schilderingen aan vrienden en collega’s. De onderwerpen zijn zeer divers, variërend van caligrafische en gestileerde voorstellingen, zoals gedichten, teksten, spreuken en Boeddhistische voorstellingen, tot meer figuratieve voostellingen, waaronder menselijke figuren, dieren, landschappen en stillevens. Schilderingen werden vrijwel altijd uitgevoerd in zwarte inkt, vaak in combinatie met verschillende andere kleuren. Zenschilderingen zijn meestal in één kleur, vooral zwart, maar soms een andere. De kunstenaar bracht meestal zijn naam of artiestennaam aan en zegelde met een of meerdere persoonlijke zegels. Soms werd de schildering alleen van een
zegel van de kunstenaar voorzien. Ongesigneerde schilderingen komen niet veel voor. Dit geldt wel voor tekeningen. Het komt regelmatig voor dat schilderingen door twee of meer kunstenaars zijn gemaakt. Deze brachten meestal elk hun naam en zegel aan.
Japanse rolschilderingen zijn heel anders dan schilderijen. In de eerste plaats wordt er geschilderd op rollen papier of zijde. De schilderingen zijn hierdoor meestal van een verticaal formaat. Horizontale schilderingen komen veel minder vaak voor. De keuze voor het schildermedium papier of zijde wordt ingegeven door het effect wat de kunstenaar wil bereiken en het gerne schildering. Zijde is een relatief duurder materiaal en daardoor veelal voorbehouden voor formele schilderingen. Papier is goedkoper en de inkt vloeit hier vrijer, waardoor dit meestal voor meer informele schilderingen wordt gebruikt. De schilderingen zijn voorzien van een ‘lijst’ of montering, bestaande uit een of meerdere soorten en kleuren papier of textiel. In veel gevallen zijn aan de korte uiteinden van de schildering smalle randen van brokaat aangebracht. Meestal is de montering specifiek uitgekozen om het beeld van de schildering visueel te versterken. Hierbij worden bepaalde conventies gevolgd. Formele schilderingen, zoals die in tempels en paleizen, hebben vaak een fraaie montering bestaande uit verschillende soorten stof, terwijl Zenschilderingen vaak een eenvoudige papieren montering hebben. Daarnaast is soms in de motieven van de stof van de montering een boodschap verborgen. Zo worden tijgers vaak afgebeeld met een montering waarin bamboemotieven zijn verwerkt en draken met een met wolken.
Rolschildering met een vaas met lotus en nandina van Kubota Beisen (1852 – 1906)
De orderzijde van een schildering bestaat uit een houten stok, waaromheen de montering is gewikkeld. Deze stok zorgt ervoor dat de schildering goed strak beneden hangt. De uiteinden van de stok zijn voorzien van uitstekende knoppen van been/ivoor, aardwerk, porselein, gelakt of ongelakt hout en bamboe. Ook bij de keuze van de soortknoppen wordt rekening gehouden met de voorstelling op de schildering en het genre. Sobere en eenvoudige schilderingen krijgen houten of bamboeknoppen, terwijl schilderingen op zijde en formele schilderingen vaak benen/ivoren of porseleinen knoppen hebben. De montering is door de zorg die hieraan wordt besteed meer dan alleen een omlijsting. Het voegt iets toe aan de rolschildering,. Degene die de montering om een schildering maakte, werd vaak ook als kunstenaar bestempeld. Een ander verschil tussen rolschilderingen en schilderijen is, zoals de naam al aangeeft, dat schilderingen kunnen worden opgerold en als rolletje worden bewaard in een bijpassende houten doos. De doos beschermt de schildering tegen vocht en insecten. Ook het gebruik van rolschilderingen is anders dan dat van schilderijen.
Een traditionele tokonoma met schildering en Ikebanastuk
Elk traditioneel Japans huis heeft een formele kamer met tatamimatten en een ondiepe nis (Tokonoma). In deze nis hangt altijd een schildering en staat een bijpassend object of een bloemstuk. Elke maand hangt er een andere schildering. Vaak wisselt de schildering zelfs enkele keren per maand. Schildering en bloemstuk werken als een soort kalender. De schildering refereert aan het seizoen of een specifieke feest in de betreffende maand. Zo hangen in het voorjaar schilderingen met kersenbloesems en in de herfst met paddenstoelen, tamme kastanjes en herfstlandschappen. Op meisjesdag (3 maart) wordt een schildering met poppetjes in de vorm van de keizer en keizerin opgehangen en met jongensdag (5 mei) schilderingen die verwijzen naar kracht en martialiteit,
zoals een samuraiharnas of een karper die tegen een waterval omhoog klimt. Soms wordt een schildering opgehangen die de tegenhanger van het seizoen symboliseert, zoals in de hete zomermaanden een sneeuwlandschap of een waterval. Schilderingen zijn hierdoor minder statisch dan schilderijen hetgeen in letterlijke zin wordt versterkt door het feit dat ze bij een open raam of deur door de wind kunnen bewegen. Schilderingen staan ook goed in een westers interieur. Het leuke is om net als Japanners schilderingen van tijd tot tijd te wisselen. Dit is niet alleen verrassend, maar draagt ook bij aan hun behoud.
Behalve rolschilderingen werden er ook op schilderingen gemaakt op langwerpige of vierkante kaarten en stukken papier van uiteenlopende vorm en grootte. Deze laatste werden vaak op rollen, waaiers of schermen gemonteerd. De schermen werden gebruikt als wanden van kamers of als mobiele afschermingen. Daarnaast maakten de meeste kunstenaars oefenboeken waarin ze schetsen maakten die ze later konden uitwerken tot schilderingen. Tevens maakten ze boeken waarin ze hun oeuvre etaleerden.
Twee bladen uit een vroeg 20e-eeuws schetsboek