Rogier Schravendeel
De Indische Buurt 2 wandelingen door 8 eeuwen geschiedenis
Huibert Teekens
Voorwoord
A
ls meisje van twaalf kwam ik met mijn ouders te wonen in de Tweede Atjehstraat, het hart van de Indische Buurt. Ik keek mijn ogen uit. Wat mij fascineerde waren de straatnamen: mooie, exotische namen. Ik vroeg mij af waar die namen vandaan kwamen, wat zij ons te vertellen hadden. Niet veel later ontdekte ik dat de straatnamen verwezen naar een historische band van Nederland met een ver en tropisch overzees gebied, het voormalige Nederlands-Indië. Ik voelde mij verbonden met die geschiedenis, als meisje uit een ander ver land. Ik leerde dat het verleden van een land mensen met verschillende culturele en etnische achtergronden kan verbinden. Het zijn niet alleen de straatnamen die een verhaal vertellen. Ook de rijke geschiedenis van de buurt zelf, met haar bewoners, zorgt voor inzicht, verwondering en verbinding. Iedereen die in de buurt komt wonen, wordt onderdeel van die geschiedenis. De geschiedenis van de Indische Buurt is nu opgeschreven, en op drie manieren toegankelijk gemaakt. In een historische website, op informatie borden in de buurt en in deze gids aan de hand van twee historische wandelingen. Ontdek het oudste bouwwerk van de Indische Buurt uit 1675 en lees hoe verzuild de bevolking vroeger was, met katholieken, protestanten, communisten, Joden en socialisten. Elke zuil had zijn eigen voorzieningen. Staat de buurt vandaag bekend om haar actieve bewoners en bewoners initiatieven, ook vroeger was de bevolking al georganiseerd en actief. Zo zijn bijvoorbeeld het badhuis en de bibliotheek in de jaren dertig van de vorige eeuw door een buurtvereniging op poten gezet. Spannend is het verhaal van de brute moord in de Gerardus Majellakerk. Veel verhalen en veel informatie, die je zullen inspireren om je verbonden te voelen met jouw buurt en jou helpen deze kracht in te zetten voor deze buurt en je buurtgenoten. Veel wandelplezier en inspiratie gewenst! Nevin Özütok
Demissionair stadsdeelwethouder wijkaanpak en openbare ruimte Bestuurscommissie stadsdeel Oost
De Indische Buurt 2 wandelingen door 8 eeuwen geschiedenis
Colofon
Inleiding
De Indische Buurt door de eeuwen heen �����������������������������������������������������������������������4 Tekst Rogier Schravendeel & Huibert Teekens Vormgeving, samenstelling en fotografie Studio Teekens Drukwerk Drukwerk Consultancy
Wandeling 1
Over-Amstelsche polder �����������������������������������������������������������������������������������������������������8
Wandeling 2
Verzuiling en diversiteit ��������������������������������������������������������������������������������������������������30
Oplage eerste druk 600 Meer informatie www.indischebuurt.nl Deze gids is tot stand gekomen als onderdeel van het project ‘Historisering Indische Buurt,’ een initiatief van Buurtmuseum Indische Buurt en Rogier Schravendeel met ondersteuning van Samen Indische Buurt. Buurtmuseum Indische Buurt, 2014 ISBN 97 8908 221 73 08
Illustratieverantwoording Stadsarchief Amsterdam: p. 4, 11, 14, 18, 19-onder, 20, 27, 29-boven, 30-31, 33, 34-boven, 41-boven, 43 (Collectie C.A.J. van Angelbeek), 47-boven Koninklijk Oudheidkundig Genootschap: 8-9, 13-onder, 15-onder Archief Ton Heijdra: p. 38, 40 Uitgeverij René de Milliano: p. 10 Amsterdam Museum: p. 23 Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam © foto Studio Tromp: p. 16 Musée du Louvre, Parijs, © photo RMN: p. 17 Overig: Public Domain of Studio Teekens
3
Inleiding
De Indische Buurt door de eeuwen heen
De Indische Buurt door de eeuwen heen 1200-1300 Ergens in de dertiende eeuw wordt de St. Anthonisdijk aangelegd. De dijk wordt in de loop der tijd ook Diemerdijk, Hoogendijk of Muiderdijk genoemd. Tegenwoordig kennen wij de St. Anthonisdijk als Zeeburgerdijk. 1328 In 1328 wordt voor het eerst melding gemaakt van bewoning van de polder die nu Indische Buurt heet. In een acte van Graaf Willem III wordt gesproken over buurtschap Outersdorp. Outersdorp (ook wel Houtersdorp of Ottersdorp) ligt ter hoogte van het huidige Flevopark. Een paar huisjes van dit dorpje zijn zelfs nog te zien in het park (pag. 20).
Amstelsche polder te bedijken, en de waterstand van de polder te reguleren met de molen (pag. 20). 1651 en 1672 Dijkdoorbraken en overstromingen in de Over-Amstelsche polder en de Watergraafsmeer (pag. 23). 1675 Herberg Zeeburg wordt gebouwd, tegenwoordig het oudste gebouw van de Indische Buurt. Schepen kunnen er aanleggen en er wordt veel handel gedreven in vee bestemd voor de Amsterdamse veemarkt. Herberg Zeeburg is in de zeventiende en achttiende eeuw een zeer populaire ontmoetingsplek (pag. 15).
1422 De St. Anthonisdijk breekt diverse malen door. Daardoor ontstaat in 1422 het Nieuwe Diep. In de OverAmstelsche polder liggen diverse plassen en watertjes, die niet alleen met het Nieuwe Diep maar ook met het Diemermeer verbonden zijn. 1585-1672 Gouden Eeuw. In de zeventiende eeuw wordt Amsterdam het economische centrum van de wereld. De St. Anthonisdijk wordt een populaire wandelroute voor Amsterdammers. Ook Rembrandt wandelt tussen 1649-1651 over de dijk en maakt er een paar tekeningen (pag. 16). 1629 Drooglegging Watergraafsmeer en Oetewaler molen. Op de plek waar tegenwoordig het gemaal in het Flevopark staat, wordt rond 1629 de Oetewaler molen gebouwd. De ingezetenen van Outersdorp krijgen in 1631 toestemming om de hele Over4
1714 Joodse begraafplaats. De Hoogduitse joodse gemeente koopt een groot perceel dat als armenkerkhof wordt ingericht (pag. 23). 1750-1860 Stagnatie, Franse tijd en armoede. In de achttiende eeuw komt de economische ontwikkeling van Amsterdam tot stilstand. De handel verplaatst zich naar Londen en Parijs. Als Napoleon Nederland verovert wordt handel met het vijandige Engeland verboden en wordt het helemaal stil in de haven. Armoede en stagnatie
zijn het gevolg. Ook na de oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden in 1814, blijft het sappelen. Pas tegen het eind van de negentiende eeuw zet in Nederland de industriële revolutie door en komt ook de Over-Amstelsche polder weer tot ontwikkeling. 1872-1900 Industriële ontwikkeling. In 1872 worden de Oranjesluizen gebouwd. Hierdoor verdwijnt de Zuiderzee achter de horizon. In 1874 wordt de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort geopend. Dit is het spoor dat later de grens tussen Dapperbuurt en Indische Buurt zal gaan vormen. Het is oorspronkelijk gebouwd op straatniveau. Buiten de Zeeburgerdijk komt steeds meer havenactiviteit. Hier wordt later het Oostelijk Havengebied aangelegd, met o.a. de Entrepothaven. In 1887 wordt het nieuwe veemarktterrein in gebruik genomen (pag. 11). In 1892 wordt het Amsterdam-Rijn kanaal aangelegd (pag. 15). Samen met het graven van het Noordzeekanaal (1876) zorgen deze verbindingen voor een nieuwe economische bloeiperiode. 1896 Annexatie van de Over-Amstel sche Polder. De Over-Amstelsche polder hoort vanouds bij de gemeente Diemen. In 1896 annexeert de gemeente Amsterdam de gehele polder. Er kan gebouwd worden. 1900-1914 Eerste bouwfase Indische Buurt. De Indische Buurt wordt gebouwd in twee delen. Het oudste deel is wat tegenwoordig het noordoostelijk kwadrant heet: omgeving Javastraat. De Tweede Atjehstraat ligt voorlopig aan de rand van de weilanden. Ter hoogte van het huidige Makassarplein komt een wielerbaan. In 1901 vindt hier de eerste wieler-
wedstrijd plaats (pag. 33). Aan het Nieuwe Diep komt in 1905 een openbare zwembadinrichting (pag. 18). 1914-1918 Eerste Wereldoorlog. Nederland blijft neutraal, maar de Indische Buurt krijgt wel te maken met toenemende armoede, broodoproer en een socialistische revolutiepoging. In 1918 worden bakkerswinkels geplunderd in de Celebesstraat, de Javastraat en op het Javaplein. Politie te paard moet met getrokken sabel de orde herstellen. 1924-1934 Tweede bouwfase Indische Buurt. De tweede bouwfase van de Indische Buurt vangt rond 1924 aan. De huizen in de Ambonpleinbuurt, de Makassarpleinbuurt en de Sumatraplantsoenbuurt worden gebouwd. In 1926 wordt de Majellakerk ingewijd. Het complex aan het Ambonplein bestaat uit een koepelkerk, parochiegebouwen en een rooms-katholieke meisjesschool. Er wordt ook begonnen met de aanleg van het Zuiderzeepark (nu: Flevopark, pag. 21). Rond 1934 is de buurt af. 1918-1930 Verzuiling. De samenstelling van de buurt is divers. Er worden zowel openbare als christelijke scholen gebouwd. Er wonen socialisten, communisten, hervormden, gereformeerden, rooms-katholieken, luthersen (pag. 42) en Joden in de buurt. De rooms-katholieken bouwen de Majellakerk (pag. 39), de hervormden de Elthetokerk (pag. 26). Rechouwous wordt opgericht, de synagoge en joodse vereniging voor de Indische Buurt (pag. 35). Iedere zuil streeft naar eigen onderwijs, eigen verenigingen en een eigen plaats van samenkomst in de buurt. Dankzij de socialistische buurtvereniging 5
Inleiding
Ceram komt er een bibliotheek en een badhuis in de Indische Buurt.
1930-1940 Crisisjaren. In de jaren dertig wordt de sfeer in de buurt steeds grimmiger. De crisis brengt veel ellende en armoede met zich mee. De opkomst van Nazi-Duitsland leidt tot een toestroom van communistische en joodse vluchtelingen naar Amsterdam en de Indische Buurt. Tegelijkertijd worden overal in de buurt bouwgebreken zichtbaar: de buurt is veel te snel en te speculatief gebouwd. De eerste gebouwen (aan het Ambonplein) moeten alweer gesloopt worden wegens slechte bouw. De buurt verloedert en er is veel onrust. De nationaal-socialisten proberen ook een positie te verwerven in de buurt. Dit lukt niet, vanwege het krachtdadig optreden van de communisten.
1939 Opening Muiderpoortstation. De spoordijk wordt aangelegd en het nieuwe hooggelegen Muiderpoort station wordt geopend (pag. 45). 1940-1945 Tweede Wereldoorlog. De Duitse bezetting leidt tot de deportatie van bijna alle joodse buurtbewoners. Het Muiderpoortstation is hiervoor het belangrijkste knooppunt, niet alleen voor de Indische Buurt, maar voor heel Amsterdam (pag. 44). 6
De Indische Buurt door de eeuwen heen
Slechts weinigen overleven de vernietigingskampen. De communistische partijen worden verboden. De nationaal-socialistische Jeugdstorm marcheert door de wijk en NSB-er Max Blokzijl houdt toespraken voor de jeugd. Een NSB-wethouder opent in 1942 het Badhuis op het Javaplein. Materieel heeft de buurt weinig te lijden van de oorlog: de Elthetokerk wordt in 1943 per abuis getroffen door een brandbom en een Britse bommenwerper stort in 1943 neer in het Flevopark. Van het Flevopark is na de oorlog niet veel meer over, vrijwel alle bomen verdwijnen in de hongerwinter in de kachel van buurtbewoners. 1945-1956 Na de Tweede Wereldoorlog is er een enorme explosie van verenigingsleven in de buurt. Men vindt elkaar bovendien boven de zuilen uit. Er wordt een gezamenlijk Wijkcentrum opgericht. Het joodse leven in de buurt is volledig verdwenen. De communisten winnen aan gezag dankzij hun leidende rol in het verzet tegen de nazi’s. In 1946 krijgen ze 43% van de stemmen in de Indische Buurt (in heel Amsterdam 30%). Het bolwerk van de communisten bevindt zich aan de Minahassastraat, waar buurtbewoners o.a. een cursus Stalinisme kunnen volgen (pag. 43). 1960-1970 De Indische Buurt is een kinderrijke buurt en heeft altijd veel scholen gehad. Op het hoogtepunt in 1966 zijn dat er maar liefst 37 in totaal. Niet alleen veel kinderen wonen er, ook veel ouderen. In 1968 wordt het grootste bejaardenhuis van Nederland gebouwd: het Flevohuis (pag. 13). Het jaar daarvoor wordt het eerste verwarmde buitenbad van Amsterdam geopend: het Flevoparkbad (pag. 19).
1970-1995 Verkrotting, sloop en een nieuwe bevolking. De buurt gaat in de jaren zeventig hard achteruit en veel bewoners trekken weg. De oorspronkelijke bewoners verhuizen naar groeikernen zoals Diemen, Purmerend en Almere. Leegstaande woningen worden gekraakt. Nieuw in de buurt zijn de sex-industrie en drugs, met name heroïne. Criminaliteit zorgt voor toemenende onveiligheid. Kraakgroepen, de buurtwinkel en het wijkcentrum werken samen om de vervanging van huurwoningen door koopwoningen tegen te gaan. Na grootschalige sloop en nieuwbouw in met name het zuidwestelijk en zuidoostelijk kwadrant is er sprake van een sterk gewijzigde bevolkingssamenstelling. Migranten van met name Turkse en Marokkaanse afkomst vormen nu het merendeel van de bevolking. Er komt een Marokkaanse en een Turkse moskee in de buurt terwijl de protestanten en katholieken naar kleinere onder komens verhuizen (pag. 27 en 41). 1989-2003 Bestrijding criminaliteit. In 1989 wordt politiebureau Balistraat geopend. De politie heeft het niet gemakkelijk in de Indische Buurt. Ze krijgt te maken met drugsoverlast, prostitutie, gewelddadige overvallen, activiteiten van de georganiseerde misdaad en een over het algemeen weinig coöperatieve bevolking. In 1994 maakt de TROS een zesdelige TV-serie over politiebureau Balistraat. De serie maakt veel indruk, vooral de aflevering over de moord op sigarenwinkelier André Hartman in 1993. 2003-2013 Vernieuwing en opbouw. Na 2003 begint het tij te keren. Het stadsdeel zet een andere koers in, waarbij het bouwen van koopwonin gen niet langer taboe is. Er wordt een
vernieuwingsproces ingezet met als doel de samenstelling van de buurt sociaal-economisch meer divers te maken. Ook het verbeteren van de sociale cohesie, door middel van buurtinitiatieven, krijgt aandacht. De Indische Buurt is sindsdien getransformeerd van een achterbuurt tot een nationaal en zelfs internationaal voorbeeld van stedelijke ontwikkeling. In de openbare ruimte is aanmerkelijk geïnvesteerd, met onder andere een nieuw uiterlijk van het Timorplein (pag. 50), het Makassarplein (pag. 34), en het Javaplein met de beeldbepalende Borneohof (pag. 9). In het bijzonder is de koopwoning doorgebroken in de Indische Buurt. Waar het percentage koopwoningen in 1970 nog 0,4% was, zijn inmiddels overal in de buurt door woningbouwverenigingen voormalige huurwoningen samengevoegd en in de markt gezet en worden er nieuwe koopwoningen gebouwd. Ook de bewoners zelf leveren een belangrijk aandeel in deze ontwikkeling. Bewoners organisaties, moestuinen (pag. 25 en 26), het zelfbeheer van buurthuizen (pag. 42 en 46), zorg, jeugdzaken, een eigen community currency (pag. 34), allerlei projecten ter verbetering van de buurt worden met of zonder steun van stadsdeel, woningcorporaties of fondsen door bewoners aangepakt. 7
VEELAAN
Wandeling 1
VEEMARKT
DIJK ZUIDER IJ
ZEEBURGERPAD
6
2 3
4
ZEEBURGERDIJK
7
GORONTALOSTRAAT
5
AT
JAVAST
Flevoparkbad
EG FLEVOW
T
WEG
STRAA
KRAMAT
1 JAVAPLEIN17
NSTRA
SAR
BOETO
MAKAS
✡
9
✡
RAAT
MOLUKKENSTRAAT
16 PLEIN
CERAM
DEWEG
15
INSULIN
WEG KRAMA T
TR.
RAAT
SUMATRAPLANTSOEN
Nieuwe Diep
✡
RANGS
T STRAA
TRAAT
GE RST
TIDO
PREAN
TR.
SOLOS
RAAT KENST
MOLUK
HEIRA HALMA
. RESTR
SEMA
AAT
IASTR
BATAV
14 10
Joodse begraafplaats Zeeburg
Flevopark 11
✡
TRAS SUMA
IJNKADE VALENT
13
Jeugdland 12
VALENT
IJNKADE
SE
AMSTERDAM BRUG
INSULINDEWEG
AWAST R.
MAKASSAR PLEIN
8
ZUIDERZEEWEG
SOEMB
NIASSTRAAT
FLEVOPARKWEG
1 Over-Amstelsche Polder
Tijdens deze groene wandeling krijg je vooral zicht op de oude geschiedenis van de Indische Buurt, of eigenlijk niet de Indische Buurt, maar de Over-Amstelsche polder, zoals dit stukje wereld tot ongeveer 1900 heette. De Over-Amstelsche polder ontstaat in de dertiende eeuw, als de St. Anthonisdijk wordt aangelegd. De wandeling voert o.a. langs Herberg Zeeburg, het Flevopark, de laatste resten van Outersdorp en de Joodse begraafplaats. Langs het park lopen we terug en via het Ceramplein komen we weer uit op het Javaplein. duur 2 uur start javaplein
Kaart: zie binnenflap omslag 8
Uitzicht op Amsterdam vanuit de Rietlanden, omstreeks 1750. Op de locatie van de zaagmolens is nu het Veemarktterrein gevestigd. Aan de horizon is de Oosterkerk herkenbaar.
1 Javaplein, Borneohof Het Javaplein krijgt zijn huidige vorm pas in 2010 als de nieuwbouw van de Borneohof wordt gerealiseerd. De Borneohof herbergt behalve de Openbare Bibliotheek ook een bloemist, horeca, een sportschool en 67 appartementen. Onder de grond is ruimte gemaakt voor zo’n 170 auto’s. Dankzij een toren van 37 meter hoog is het gebouw dé landmark van de Indische Buurt geworden. Twee poorten zijn door industrieel vormgever Piet Hein Eek voorzien van kunst-
werken: de zijwand van de poort is bekleed met fragmenten van oude deuren. Het gebouw is een initiatief van woningcorporatie De Alliantie en werd genomineerd voor drie prijzen: de Zuiderkerkprijs, de Gouden AAP (A’damse Architectuur Prijs) en de Amsterdamse Nieuwbouwprijs. Die laatste prijs is ook aan het gebouw toegekend. Het gebouw heeft een belangrijke impuls gegeven aan de ontwikkeling van de wijk. Er zijn nog meer bijzondere gebouwen te zien aan het Javaplein zoals 9
Wandeling 1
De Over-Amstelsche polder
Veemarktterrein
I
Kaart uit 1770 van de Over-Amstelsche polder. Met de St. Anthonisdijk, de Herberg Zeeburg, het begin van de Joodse begraafplaats, en het Nieuwe Diep, hoewel dat inmiddels een stuk kleiner is.
het Badhuis (pag. 29) en tegenover de Borneohof de Berlageblokken (pag. 31). We gaan linksaf de Molukkenstraat in. Aan het eind komen we aan op de Zeeburgerdijk, de oorspronkelijke St. Anthonisdijk. We steken deze over en nemen een kijkje op de brug. 2 Zeeburgerdijk en Stadsrietlanden De geschiedenis van de Indische Buurt begint met de aanleg van de St. Anthonisdijk (nu: Zeeburgerdijk) die van Amsterdam tot Diemen en verder loopt. Daardoor krijgt de Over-Amstelsche polder de mogelijkheid tot ontwikkeling te komen. Dit gebied hoort dan nog bij Diemen. In de zeventiende en achttiende eeuw biedt de dijk een heel ander uitzicht. Binnendijks ligt de polder, met tuinderijen, boerderijen, koeien en sloten. Buitendijks ligt een uit-
10
gestrekt moerassig gebied deels begroeid met riet: de Rietlanden. De Rietlanden worden regelmatig aan de zee prijsgegeven. Daarom wordt er in 1401 een tweede dijk aangelegd, de Kadijk – ongeveer ter hoogte van de huidige Piet Heintunnel – om het land buiten de St. Anthonisdijk te beschermen. Een kadijk is een lage zomerdijk, die het water alleen bij lage waterstanden tegenhoudt. Er wordt voortdurend strijd geleverd met het water. Niet alleen de Zuiderzee en het IJ, ook de watermassa van het Diemer- of Watergraafsmeer vormt een bedreiging. De drooglegging van de Watergraafsmeer in 1629 is een hele verbetering, maar nog steeds zijn er dijkdoorbraken zoals in 1651 (pag. 23). Ook ’t Zieke Water ontstaat na een dijkdoorbraak. De naam houdt waarschijnlijk verband met de moerasgassen en insecten die er in de zomer hangen. Tegenwoordig bevindt zich hier het Oostelijk Havengebied.
n 1877 wordt in de Rietlanden een terrein aangewezen voor de realisatie van een nieuwe veemarkt: het huidige Veemarktterrein. Er is dan nog een aantal zaagmolens actief. Er is verzet van molenhouders, maar deze verliezen het voor de Hoge Raad. In 1887 wordt het terrein in gebruik genomen, als veemarkt en als abbatoir. Er wordt ook een spoorweg aangelegd zodat het vee per wagon kan worden aangevoerd. Het perron en het stationsgebouw zijn nog te zien, achter het Veemarktterrein. In het stationsgebouw is nu een restaurant met de toepasselijke naam ‘Gare de l’Est’ gevestigd en het perron is in gebruik als galerie van Museum Perron Oost. Het Veemarktterrein ligt net buiten de Indische Buurt maar heeft wel zijn stempel gedrukt op de wijk en
zelfs op de hele stad. Slagers zijn voor 1887 gewend om zelf in eigen slagerij te slachten. Met de komst van het veemarktterrein wordt dat verleden tijd, want de gemeente wil geen koeien en varkens meer in de binnenstad op straat hebben, dat zou het toenemende verkeer maar belemmeren. Slagers moeten nu hun dieren komen uitzoeken op de veemarkt en ter plekke laten slachten. Door de komst van het veemarktterrein vestigen zich veel slagers in de Indische Buurt. De geur van de veemarkt – een mix van mest en bloed – is bij ongunstige wind in de Indische Buurt goed te ruiken. Het bloed uit de slachterijen laat men in het Lozingskanaal lopen waardoor deze in de volksmond de naam ‘bloedgracht’ krijgt .
Het Veemarktterrein met de poort en daarachter de huidige Cruquiusweg en het spoor. De foto is gemaakt door fotograaf Jacob Olie in 1890.
11
Wandeling 1
Het riet uit de Rietlanden wordt gebruikt voor de dakbedekking van de boerderijen. Verder biedt het vooral beschutting aan smokkelaars die op grote schaal proberen goederen via de Muiderpoort de stad in te krijgen, zonder accijnzen te betalen. In de achttiende eeuw begint Amsterdam in deze richting uit te breiden, eerst met zaagmolens in de Rietlanden, een eeuw later met industrie, de veemarkt en de havens en vanaf 1900 met de aanleg van de Indische Buurt. Nog zichtbare getuigen van dit industriële verleden zijn windmolen De Gooijer, links, en de resten van het eind negentiende-eeuwse Veemarktterrein voor ons. Het kanaal onder ons, het Lozingskanaal, wordt ook in die tijd gegraven, na het vertrek van de vuilnisbelt die enige tientallen jaren hier aan de buitenzijde van de Zeeburgerdijk gelegen was.
Wel zijn er wijkagenten. Pas in 1989 vestigt de politie zich opnieuw in de wijk: Politiebureau Balistraat. Eén van de agenten die vanaf 1993 verbonden is aan bureau Balistraat, is de latere wethouder en PvdA kamerlid Ahmed Marcouch.
We draaien ons weer om naar de Zeeburgerdijk en staan weer met ons gezicht naar de Molukkenstraat.
Het meest oostelijk stukje van de dijk is lang een medisch hoekje van de Indische Buurt geweest. In 1916 wordt Huis Zeeburg hier ingericht als quarantaine-inrichting, voor besmettelijke zieken die per schip in Amsterdam arriveren. Later verandert het in een opvangkamp voor vluchtelingen en na de Tweede Wereldoorlog worden de barakken ingericht als kinderziekenhuis. Noodziekenhuis Zeeburg is tot 1975 actief, waarna de patiënten worden overgenomen door het Slotervaartziekenhuis en het ziekenhuis van de Indische Buurt gesloten wordt.
3 Turkse moskee en voormalige politiepost Het grote gebouw rechts was vroeger een ontsmettingsgebouw van de GG & GD. Vandaag de dag is hierin de Turkse Moskee, de Ulu Camii gevestigd. Het biedt onderdak aan de moskee en is het ontmoetingscentrum voor een groot deel van de Turkse bewoners van de Indische Buurt en omstreken. In de zomer is hier een openbaar terras en er is ook een Turkse winkel in het pand gevestigd. Op de tegenoverliggende hoek zat voor de Tweede Wereldoorlog de eerste politiepost van de buurt: politiepost Zeeburgerdijk. Het gebouw is afgebroken. Vanaf 1942 is er geen politiepost meer in de Indische Buurt.
12
De Over-Amstelsche polder
We lopen terug naar de Zeeburgerdijk en gaan naar links, richting het eind van de dijk.
In de zeventiende en achttiende eeuw wandelt men op vrije dagen graag vanuit Amsterdam de St. Anthonisdijk af, langs diverse cafés en uitspanningen, tot aan Herberg Zeeburg. Wanneer vee – meest koeien – uit verre streken was aangevoerd, kwam dat je over deze dijk tegemoet. We vervolgen onze wandeling over de Zeeburgerdijk.
4 Leger des Heils Op Zeeburgerdijk 215 komen we een vestiging van het Leger des Heils tegen. Voor de Tweede Wereldoorlog was hier het onderkomen van het Amsterdamsch Genootschap voor
Werkverschaffing voor Onvolwaar digen gevestigd. 5 Flevohuis, oude entree begraafplaats Zeeburg Rechts zien we het in 1972 door Prinses Beatrix geopende bejaardenhuis Flevohuis, destijds het grootste bejaardenhuis van Nederland. Ongeveer op de locatie van het Flevohuis is de oorspronkelijke ingang van de Joodse begraafplaats Zeeburg gesitueerd. De eerste graven van het kerkhof worden gedolven in 1714 aan de Zeeburgerdijk en het breidt zich uit tot aan de Ringvaart, zoals we later zullen zien (pag. 23). Het oudste deel van de begraafplaats moet in 1957 wijken voor het Flevohuis en de aanleg van de Flevoweg naar de Amsterdamse brug. Met de hoofdsynagoge wordt overeengekomen de stoffelijke resten van dertigduizend graven onder rabbinaal toezicht te verplaatsen naar de Joodse begraafplaats in Diemen.
Twee foto's van ongeveer dezelfde locatie. De entreepoort van de Joodse begraafplaats bevindt zich aan de Zeeburgerdijk, op de plek waar in 1968 het Flevohuis wordt gebouwd.
We komen nu bij de hoek van de Zeeburgerdijk en de Van Lohuizenlaan. Hier slaan we weer even links af en gaan, met onze rug naar de Zeeburgerdijk, midden op de brug staan.
Voor ons aan de rechterkant zien we aan de overzijde van het Lozingskanaal, op het Zeeburgerpad, wat industrie en enige opslagruimtes van het Leger des Heils. Niets wijst er op dat hier in de eerste helft van de twintigste eeuw sprake was van een uniek resocialisatie-experiment: het Zeeburgerdorp. 6 Zeeburgerdorp De Indische Buurt kent nog steeds veel organisaties die sociaal werk doen zoals daklozenopvang en schuldhulpverlening. Vroeger ‘werkverschaffing voor onvolwaardigen’ en de opvang van probleemgezinnen in het Zeeburgerdorp. Het Zeeburgerdorp is een initiatief van de SDAP (Sociaal Democratische Arbeiders Partij) en wordt in 1925 gebouwd aan het Zeeburgerpad. De doelstelling wordt als volgt geformuleerd:
‘Hierin zullen gehuisvest worden gezinnen, welke blijk hebben gegeven niet geschikt te zijn voor een behoorlijke bewoning, doch waarbij de kans bestaat, dat door nauwkeurig toezicht en bijstand met raad door een woningopzichteres de leefwijze dermate gunstig is te beïnvloeden, dat zij na een tijdelijk verblijf in de reclasseeringsinrichting wederom in gewone bouwblokken kunnen worden toegelaten. Wij meenen, dat in den regel na een verblijf van zes maanden wel zal blijken, of het gezin voor reclasseering vatbaar is, dan wel zelfs voor bewoning van de inrichting voor ontoelaatbare gezinnen ongeschikt moet worden geacht.’ 13
Wandeling 1
De Over-Amstelsche polder
Het Zeeburgerdorp. Hier werden tussen 1925 en 1944 asociale probleemgezinnen opgevangen.
Aldus een volkshuisvestingsverslag uit 1920. Het Zeeburgerdorp, bestaat uit één straat met 56 kleine woningen, inclusief ‘bewaakte’ ingang, en heeft als functie de opvang en opvoeding van Amsterdammers met sociale problemen. Het staat in politieke kringen bekend als ‘woonschool’ of ‘opvoedingshuis’ voor probleemgezinnen. Het gaat om mensen die wegens wanbetaling voortdurend uit hun woningen worden gezet en psycho-sociale problemen kennen, zoals structurele werkloosheid, buren overlast, verwaarlozing, nietharmonieuze inclusief incestueuze verhoudingen en alcoholmisbruik. Tegenwoordig zou men in de politiek wellicht spreken van een ‘tuigdorp.’ De aanpak om dit type probleemgezinnen te centraliseren werkt echter vooral stigmatiserend en het experiment mislukt. De bewoners laten zich niet disciplineren door de opzichteres, de woningen blijven leeg staan en de resterende bewoners zijn bijna 14
uitsluitend de meest problematische, alcoholische gevallen. Uiteindelijk wordt het Zeeburgerdorp in 1944, na schade door een geallieerd bombardement, opgeheven en afgebroken. Dr. A. Querido schrijft in 1939 ‘Het Zeeburgerdorp. Een sociaal-psychiatrische studie’. Ook de bekende roman ‘Mensen zonder Geld’ van Jan Mens, uit 1939, speelt zich grotendeels in het Zeeburgerdorp af. We lopen weer terug naar de Zeeburgerdijk en gaan naar links, verder richting Herberg Zeeburg. We lopen langs een torenflat en komen op de Zeeburgerdijk Oost.
Dit deel van de Zeeburgerdijk lijkt nog het meest op de oude St. Anthonisdijk: er is veel groen en geen verkeer. Een dijk om over te wandelen, zoals in de zeventiende eeuw, als Amsterdammers hier ‘s zomers flaneren om aan de stank van de grachten te ontsnappen.
Herberg Zeeburg in 2014 (boven) en op een tekening rond 1800 (onder).
Nog iets verder komen we aan bij het eind van de Zeeburgerdijk die hier onderbroken wordt door het Amsterdam-Rijnkanaal.
Het Amsterdam-Rijnkanaal komt in 1892 gereed. Voor die tijd loopt de Zeeburgerdijk ononderbroken door, langs de huidige Camping Zeeburg en uiteindelijk Diemen. Bij de bocht in de dijk staat oorspronkelijk Fort Zeeburg, onderdeel van de verdedigingslinie rond Amsterdam, en sinds 1675 Herberg Zeeburg.
7 Herberg Zeeburg Links van de dijk ziet u Herberg Zeeburg uit 1675, het oudste gebouw uit de Indische Buurt, gebouwd in een bocht van de dijk. Het is gebouwd op de fundamenten van Fort Zeeburg dat wordt afgebroken in 1669. Hier eindigen de buitendijkse Rietlanden en krijgt de zeventiende eeuwse bezoeker een weids uitzicht over de Zuiderzee. Voor de bouw van de Afsluitdijk een ruige binnenzee, met golven met schuimkoppen, zout water en getijden. Doordat schepen
15
Wandeling 1
De Over-Amstelsche polder
Herberg Zeeburg volgens Rembrandt
H
erberg Zeeburg is van 1675, maar vóór die tijd stond er in deze omgeving ook al een herberg, althans als we de tekeningen van Rembrandt moeten geloven. Rembrandt overlijdt in 1669, dus
de huidige herberg kan hij niet getekend hebben. De tekeningen die hij in deze omgeving maakte worden gedateerd rond 1650. Hij schetst een landschap en tekent een interieur, waarschijnlijk een
De linker tekening toont hetzelfde landschap als wat we door het raam van deze tekening zien: de ingang van de Nieuwe Vaart. Zat Rembrandt hier in de voorloper van Herberg Zeeburg?
herberg. Het uitzicht hier was weids zoals Rembrandt laat zien. In de voorgrond zien we een beschoeiing met paalkoppen en links daarachter de ingang van de Nieuwe Vaart, de kustlijn van het buitendijkse land hier kunnen aanleggen wordt er veel handel gedreven in vee bestemd voor de Amsterdamse veemarkt, en ook in vis. Er is ook een douanepost met een eigen beambte. Herberg Zeeburg is een zeer populaire ontmoetingsplek. In feite is Herberg Zeeburg de veehaven van Amsterdam. Er bevinden zich, behalve schuren en een hooiberg, allerhande stallen voor de vee-overslag. Niet alleen uit Friesland en Groningen, maar van nog veel verder, zoals uit Denemarken en Hannover in Duitsland worden koeien, varkens en paarden aangevoerd. Het vee komt bij Herberg Zeeburg aan land en wordt over de dijk vervoerd naar de veemarkt aan de Amstel. In de omgeving is genoeg gras en ruimte om de dieren een beetje te laten bijkomen van de reis, want ook koeien kunnen zeeziek worden. Zo worden op een maandagochtend 16
in mei 1721 50 fraaie Westwoldinger ossen verkocht die ‘al 14 dagen in de Wyde geloopen hebben’. Volledig geacclimatiseerd na de ‘jetlag’ worden de ossen doorgevoerd naar de Amsterdamse ossenmarkt bij de Utrechtsepoort (nu het Frederiksplein). Er wordt trouwens niet alleen aan de koeien verdiend, ook de mest is business. Deze wordt verkocht aan de tuinders van onder andere Outersdorp. Herberg Zeeburg blijft tot 1915 in functie als herberg en is op dat moment nog steeds een geliefd oord voor Amsterdamse paartjes, die er sinds mensenheugenis met een diamant hun namen in de ruit mochten kerven. Tegenwoordig zijn er woningen in het pand gevestigd. Wij gaan rechtsaf onder de Amsterdamse brug door.
8 Amsterdamse brug Deze brug verbindt de Zeeburgerdijk met het Zeeburgereiland en komt gereed in 1957. In 2014 is de brug geheel gerestaureerd. Over de brug ziet men regelmatig toeristen lopen op weg naar Camping Zeeburg aan de overkant. De onderkant van de brug is het terrein van skaters en graffiti-kunstenaars. Hier vindt u een doorlopende tentoonstelling van
Graffiti onder de Amsterdamse brug.
en een zeilscheepje. Aan de horizon zien we de kerktoren van Nieuwendam. Hetzelfde tafereel heeft Rembrandt nogmaals geschetst, maar nu als uitzicht uit een vertrek waar een jongeman bezig is met pen en inkt. Een tweede jongen kijkt door het venster naar binnen. Blijkbaar bevinden we ons hier in de gelagkamer van een herberg in de bocht van de dijk. Weer zien we de beschoeiing met de paalkoppen, hetzelfde bootje en de kerktoren. Rembrandt levert ons hiermee – behalve een paar prachtige prenten – ook een belangrijke aanwijzing dat er nabij deze locatie al vóór 1675 een herberg te vinden was. telkens wisselende werken. Neem een kijkje, want wat er nu te zien is, is volgende week weer overgespoten door een nieuw kunstwerk. Na een bezoek aan deze openbare galerie gaan we rechtsaf richting Flevopark.
Aan uw linkerhand ziet u het Nieuwe Diep, ontstaan in 1422 bij een dijkdoorbraak. Van oudsher is dit een uitstekend viswater, dat in de achttiende eeuw verpacht wordt aan de meest biedende. Het betreft een heel oud gebruik, dat teruggaat tot de tijd van de Graven van Holland en West Friesland. Aan uw rechterhand ziet u de oprit van de Amsterdamse brug. Bij de splitsing aangekomen gaan we linksaf het Flevopark in. Rechts zien we nu het terrein van het Flevoparkbad verschijnen. 17
Wandeling 1 9 Zwemmen in het Nieuwe Diep Eind negentiende eeuw wordt zwemmen steeds populairder. Zo populair dat SDAP-wethouder Monne De Miranda er in de jaren twintig zijn verkiezingsleus van maakt: ‘Wil je bajen, wil je zwemmen, mot je de Miranda stemmen!’ Er ontstaan verschillende zwembaden waaronder het Amstelparkbad (nu: De Mirandabad). Ook aan het Nieuwe Diep komt in 1905 een openbare zwembadinrichting. Men zwemt hier dus niet in een betegeld bad, maar in de natuur op een zanderige bodem. Het bad is alleen bedoeld voor mannen. Pas vanaf 1917 mogen ook vrouwelijke zwemmers er een baantje trekken. Er worden ook gratis zwemlessen gegeven. De media spreekt vol lof over de zwemlessen, vooral wanneer jeugdigen te water raken zonder te verdrinken, omdat ze aan het Nieuwe Diep zwemmen hebben geleerd. Om er te komen moet men een lange wandeling over de Zeeburgerdijk maken. Je kunt je ook voor één cent laten overzetten door een pontje.
De oude zwembadinrichting aan het Nieuwe Diep.
18
De Over-Amstelsche polder
Op initiatief van wethouder De Miranda worden in 1922 zwemwedstrijden gehouden voor degenen die een gemeentelijk zwemdiploma behaald hebben. Ook geeft de Amsterdamsche Reddingsbrigade demonstraties. Als Amsterdam in 1928 de Olympische Spelen organiseert, komt de Egyptische schoonspringer Abdul Moktar zijn kunsten vertonen. Na de oorlog moet er betaald worden voor het zwemmen. Het bad komt dan bekend te staan als het vijfcentenbad. Zelfs als de prijs verhoogd wordt met een dubbeltje, blijft het in de volksmond vijfcentenbad heten. De hygiëne laat te wensen over: het zwemwater is moeilijk schoon te houden en het trekt ratten aan die de ziekte van Weill verspreiden onder de zwemmers. Verval treedt in en het houtwerk rot langzaam weg. Plannen voor een nieuw bad liggen al klaar. Maar door de Tweede Wereldoorlog is het de NSB (Nationaal Socialistische Beweging) en niet de SDAP van De Miranda die de plannen presenteert. De Miranda wordt vanwege
Het Nieuwe Diep gezien vanaf de Amsterdamse brug.
zijn Joodse afkomst geïnterneerd in kamp Amersfoort waar hij in 1942 overlijdt. In hetzelfde jaar maakt de NSB-wethouder van onderwijs, dr. J. Smit goede sier door bij de opening van het badhuis op het Javaplein (pag. 29) de buurt ‘een mooi groot strandbad’ te beloven. Dat komt er pas in de jaren zestig als de oude zweminrichting wordt gesloten. Het Flevoparkbad De ontdekking van aardgas en de welvaart die dat oplevert, maakt in de jaren zestig de aanleg van verwarmde buitenbaden mogelijk, waaronder het Flevoparkbad. Het zijn uiteindelijk niet de sociaaldemocraten of de nationaal-socialist en die de Indische Buurt dit moderne zwembad schenken, maar de communisten: wethouder Harry Verheij (CPN) verricht in 1967 de feestelijke opening. Het jaar daarop is het Flevoparkbad het best bezochte zwembad van Amsterdam. Het is dan nog het
enige verwarmde buitenzwembad in Amsterdam. Het bezoekersaantal is tegenwoordig sterk afgenomen. Het zwembad krijgt al jaren de begroting niet meer rond. Tot 2016 kan het Flevoparkbad nog openblijven. Daarna wordt het, als alles volgens plan verloopt, tijdelijk gesloten voor de bouw van een binnenbad waarmee het zwembad het hele jaar door geëxploiteerd kan worden.
Onder grote belangstelling gaat de eerste paal van het Flevoparkbad de grond in.
19
Wandeling 1
We laten het Flevoparkbad rechts liggen en lopen linksaf het Flevopark in tot aan het bruggetje met rechts het oude stoomgemaal. 10 De Oetewaler molen Het stoomgemaal staat op de plaats van de vroegere Oetewaler Molen. Deze afwateringsmolen wordt rond 1630 gebouwd. Na de drooglegging van de Watergraafsmeer in 1629 blijkt dat de waterhuishouding in de
De Over-Amstelsche polder
Outersdorp Van Outersdorp rest alleen nog een stukje straatweg en de zogenaamde ‘vissershuisjes’ (eigenlijk huisjes van tuinders) die we hier verscholen in het groen achter de dijk zien staan. Outersdorp, ook wel Houtersdorp of Ottersdorp, is een zeer oud buurtschap dat al in 1328 in een acte van Graaf Willem III genoemd wordt. Het hoort bij de gemeente Diemen, maar wordt in 1896 opgeheven. De enige keer dat het dorpje in het nieuws komt is in 1578, als de Vlaamse protestantse predikant Thomas van Thielt hier, net buiten de grenzen van het toen nog rooms-katholieke Amsterdam, een godsdienstige bijeenkomst leidt. De vissershuisjes zijn van 1905 en worden bewoond. Het Flevopark in de lente met bloeiende daslook in de berm.
De Oetewaler molen en vissershuisjes in 1813 op een tekening van J. van Delden.
Over-Amstelsche polder minder goed beheersbaar is geworden. De ingezetenen van het Outersdorp krijgen daarom van de Staten van Holland het recht om de Over-Amstelsche polder op eigen initiatief droog te houden. In 1880 wordt de molen gesloopt en vervangen door een stoomgemaal. De stoommachine wordt in 1916 vervangen door een electromotor. Het gebouw van het stoomgemaal staat er nog, minus de schoorsteen. Eronder zijn nog steeds de fundamenten van de molen te vinden, evenals de maalgang en de nog oudere schepradgang. Het gebouw staat sinds 1992 op de Gemeentelijke Monumentenlijst. Het heeft een horecabestemming gekregen en is in gebruik als distilleerderij en proeflokaal. 20
We vervolgen onze wandeling langs de vissershuisjes richting het zuidelijk deel van het Flevopark. 11 Flevopark Plannen om in de weilanden tussen de Joodse begraafplaats en het Nieuwe Diep een park te realiseren krijgen concreet vorm in 1908. Bioloog en Amsterdams onderwijzer Jac. P. Thijsse (mede-oprichter van Natuurmonumenten), zet zich in voor de ontwikkeling ervan. Men denkt aan sportvelden en een park. In 1919 worden de eerste terreinen onteigend. De werkloosheid is hoog en voor de ophoging en inrichting van het park worden werklozen uit de hele stad ingezet. In 1928 wordt begonnen met de aanleg van paden en gazons. Het zuidelijk deel wordt ingericht voor sportactiviteiten, zoals het stadion van Blauw-Wit. Het park heet aanvankelijk Zuiderzeepark. Door de aanleg van de afsluitdijk in 1932 verandert de
Zuiderzee in IJsselmeer en is de naam achterhaald. In 1943 krijgt het zijn huidige naam. Het park wordt in 1931 geopend door wethouder De Miranda. Ook de oude Jac. P. Thijsse voert het woord en buurtvereniging Ceram zorgt voor een feestelijke opening. De hoofdingang van het park bevindt zich aan de Javaplantsoenzijde en wordt gevormd door een deel van de Muiderpoort uit 1770. Het heeft ooit als afsluiting gediend voor de brug over de Singelgracht ter hoogte
Een deel van de Muiderpoort uit 1770 hergebruikt als parkentree.
van het Tropenmuseum. Deze poort, waardoor Napoleon in 1811 Amsterdam binnenreed, krijgt in 1938 een nieuwe bestemming als entree van het Flevopark. Het Flevopark heeft een hoge ecologische waarde. Het is onderdeel van de Hoofd Groen Structuur en vormt het begin van de groene verbinding naar IJburg en Amsterdam Zuidoost. Door de natuurlijke begrenzing van enerzijds water en anderzijds een braakliggend terrein (de Joodse begraafplaats) kan de natuur hier ongestoord zijn gang gaan. Dat levert een bijzondere flora en fauna op. De rust en natte bodem trekt zeldzame vogels aan als rietgors, krekelzanger en karekiet. Het gebied is ook interessant voor reptielen en amfibieën. Dat blijkt onder meer uit het voorkomen van de ringslang en de rugstreeppad. Hoog in de bomen woont een reigerkolonie, die hier al jaren hun broedplaats heeft. 21
Wandeling 1
We verlaten het park aan de Ringvaartzijde en gaan linksaf richting Jeugdland. 12 Stadion van Blauw-Wit In 1923 krijgt de Amsterdamsche Voetbal- en Athletiekvereniging Blauw-Wit (opgericht in de Kinkerbuurt in 1902) een sportterrein aan het Nieuwe Diep te huur aangeboden. Deze club, die geheel en al uit arbeiders bestaat, is een van de meest populaire van de Amsterdam. De club speelt in het Olympisch Stadion maar heeft grote behoefte aan uitbreiding. In 1925 wordt het nieuwe clubhuis geopend. Door Blauw-Wit wordt aan het Nieuwe Diep niet alleen voetbal, maar ook honkbal gespeeld. Er is vanaf het begin een tribune, die in 1934 plaats biedt aan maar liefst 10.000 toeschouwers. In 1938 zal het terrein uiteindelijk moeten wijken voor de uitbreiding van het Flevopark. Blauw-Wit verhuist weer terug naar het Olympisch Stadion.
De invoering van het betaald voetbal maakt een eind aan het glorieuze verleden van Blauw-Wit en 3 andere Amsterdamse voetbalclubs. In 1972 gaat Blauw-Wit op in fusieclub FC Amsterdam. FC Amsterdam wordt in 1982 opgeheven. Wanneer we bij het voormalig stadion aankomen, zien we dat er nog steeds sport wordt beoefend in dit stukje Flevopark. Er is nog steeds een voetbalveld en Tennisvereniging Tie-breakers is hier gevestigd. Jeugdland Verderop bevindt zich speelpark en kinderboerderij Jeugdland. Jeugdland is in 1949 opgericht onder de naam Jongensland Oost om de baldadige 22
De Over-Amstelsche polder
lokale jeugd op te vangen. Het terrein is oorspronkelijk alleen bereikbaar met een bootje en uitsluitend bestemd voor jongens. Hutten bouwen, slootje springen en vuurtje stoken. De jongens kunnen zich hier helemaal uitleven met het idee dat ze zich daarna thuis en op school beter zullen gedragen. Inmiddels is de naam omgedoopt in Jeugdland en zijn meisjes ook welkom. Een deel van de anarchie van toen is verdwenen, maar hutten bouwen en vuurtje stoken zijn er nog steeds populair. De wandeling vervolgt nu de andere kant op, terug langs de Ringvaart.
Bits en bytes in het Science Park Aan de overkant van de Ringvaart ligt het Sciencepark. Dit is een deel van de in 1629 drooggelegde Watergraafsmeer, op –5,5 meter NAP het diepste stukje Amsterdam. Het Sciencepark herbergt – naast verschillende universiteitsgebouwen – ook de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX). De allereerste transatlantische glasvezelkabel die hier uit de grond komt, is uitgegroeid tot het belangrijkste internetknooppunt van Europa en zelfs de grootste in de wereld. In december van 2012 bijvoorbeeld registreert de AMS-IX 429.000 terabyte aan dataverkeer. Een dijkdoorbraak op deze plek kan dus ook ernstige vertraging in het internetverkeer opleveren. Na een paar honderd meter lopen, wanneer we bijna bij de Valentijnkade zijn aangekomen, zien we aan onze rechterhand een stenen muur met poort verschijnen. Hierachter ligt het overgebleven deel van de Joodse begraafplaats Zeeburg.
St. Anthonisdijk bij Houtewael uit 1651 van Willem Schellinks (1627-1678).
Dijkdoorbraken
O
p 5 maart 1651 woedt er een noordwesterstorm over Amsterdam, gecombineerd met een springvloed. Ten oosten van Amsterdam breekt de St. Anthonisdijk op twee plaatsen door. Willem Schellinks maakte daarvan dit schilderij, waarvan het origineel te zien is in het Amsterdam Museum. De hier geschilderde dijkdoorbraak is ten zuiden van het plaatsje Houtewael of Oetewael, een dorpje dat destijds net ten oosten van Amsterdam lag, ter hoogte van het huidige Tropenmuseum.
13 Joodse begraafplaats Zeeburg De weinige zerken die nog zichtbaar zijn, doen niet vermoeden dat hier zo’n 200.000 Joden begraven zijn. De Joodse begraafplaats is gelegen op een grote lap grond die vanaf 1714 – na drooglegging van de braken – door de Hoogduitse gemeente als armenkerkhof wordt ingericht. Het ligt een flink eind buiten Amsterdam
De dijkdoorbraak, die de naam St. Pietersvloed krijgt, heeft rampzalige gevolgen. De Over-Amstelsche polder en de Watergraafsmeer lopen volledig onder water. In 1672 gaat de Ringdijk nog een keertje door. Ditmaal is er sprake van opzet. De dijk wordt doorge stoken in een poging om de stad te verdedigen tegen de legers van Lodewijk de XIV van Frankrijk, die dat jaar de Nederlanden is binnengevallen. De opzet lukt. De Fransen komen niet verder dan Naarden waarmee de waterlinie zijn effectiviteit heeft bewezen. maar wel op loopafstand. De ingang bevindt zich aan de St. Anthonisdijk (pag. 13). De Hoogduitse gemeente groeit snel rond het begin van de achttiende eeuw waardoor de Joodse begraafplaats in Muiderberg – sinds 1642 in gebruik – te klein wordt. Begraafplaats Zeeburg is bestemd voor de arme Joodse massa in Amsterdam waarvan velen naamloos ter aarde 23
Wandeling 1
De Over-Amstelsche polder
Joodse begrafenistradities
J
oden worden begraven en niet gecremeerd, want wat God heeft geschapen, mag de mens niet zomaar vernietigen. Zo snel mogelijk na het overlijden vindt een sobere begrafenis plaats, waarbij gebeden worden opgezegd. Op het graf wordt, binnen de rouwperiode van een jaar, een steen geplaatst. De begraafplaatsen van de Hoogduitse (Asjkenazische) Joden herkent men aan de rechtopstaande stenen. De Portugese (Sefardische) Joden zijn gewend om hun graven met een liggende steen af te dekken. Joodse graven worden nooit geruimd, omdat de doden in hun graf de komst van de messias afwachten. Dan zullen de doden herrijzen uit het graf. In heel Europa zijn dan ook oude, vaak overwoekerde, Joodse begraafplaatsen te vinden.
Alleen onder rabbinaal toezicht kunnen doden worden herbegraven. Dat gebeurt in Zeeburg als de Flevoweg wordt aangelegd (pag. 13). Het verplaatsen van de graven neemt 2 jaar in beslag.
zijn besteld. Joden die de contributie niet kunnen betalen, mogen niet in Muiderberg begraven worden. Ook wordt Zeeburg de begraafplaats voor mensen die overlijden op vrijdag, op een feestdag of de dag ervoor. Zeker de eerste honderd tot honderdvijftig jaar zijn er weinig grafstenen. De armste Joden kunnen die niet betalen en
hun houten graftekens zijn in deze natte omgeving inmiddels vergaan. In het begin van de twintigste eeuw raakt de begraafplaats vol. In Diemen wordt in 1914 een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen. Tot 1942 worden er nog regelmatig mensen begraven. De deportatie van de Joodse gemeenschap tijdens de Tweede Wereldoorlog maakt daar een eind aan. Na de oorlog wordt er steeds minder begraven en raakt het kerkhof in verval. De zerken raken overwoekerd en zakken weg in de drassige bodem. Het ‘Jodenmanussie’, ooit het grootste Joodse kerkhof van West-Europa, verwildert en raakt in de vergetelheid. Bewoners van de Indische Buurt gebruiken de begraafplaats als speelterrein en zelfs
Blik op de Joodse begraafplaats Zeeburg. De meeste grafstenen zijn omgevallen of weggezakt.
24
Kohaniempad Mensen met de naam Cohen worden vaak aan de buitenkant van een rij graven begraven, langs het pad. Dit pad heet het Kohaniempad. Cohen is Hebreeuws voor priester, afgeleid van de priester Aäron. Het is een priester verboden een begraafplaats te betreden, omdat deze onrein is. De paden zijn echter niet onrein en zo kan een priester toch het graf van familie bezoeken. Ook begraafplaats Zeeburg heeft een Kohaniempad, maar het is onduidelijk waar het precies ligt.
als hondentoilet. Na een onthullend artikel van Boudewijn Büch hierover wordt de poort dichtgemetseld. Eerherstel voor het ‘Jodenmanussie’ In 2006 wordt op initiatief van Stichting Eerherstel Joodse Begraafplaats Zeeburg begonnen met het opknappen van het terrein. Er is een nieuw toegangshek gekomen, een deel van de begraafplaats is gemaaid om de stenen weer zichtbaar te maken en de eerste rijen met zerken zijn gerestaureerd. Daarnaast zijn er plannen om het afgebroken metaarhuis (reinigingshuis) opnieuw te bouwen, zodat er weer een herkenbare Joodse begraafplaats ontstaat met de mogelijkheid om op bescheiden schaal weer begrafenissen uit te voeren. Dat gebeurt overigens al – zoals te zien is – aan een nieuw graf voorste rij rechts. Eens in de 10 jaar moet er namelijk iemand op Zeeburg begraven worden anders vervalt het gebruiksrecht van de Joodse gemeente op het
terrein. Tussen april en oktober is de begraafplaats iedere eerste zondag van de maand geopend voor publiek. Voorbij de Joodse begraafplaats bereiken we de Valentijnkade.
Op de hoek rechts ziet u Buurttuin Valentijn, een moestuin die door bewoners wordt onderhouden. Een van de vele succesvolle bewonersinitiatieven die de Indische Buurt rijk is. Achter de buurttuin en parallel aan de Kramatweg slingert een schelpenpad door de natuur. We gaan het schelpenpad op.
De Kramatweg met Buurttuin Valentijn, vanaf de overkant van de Ringvaart.
25
Wandeling 1
Beroemde buurtbewoners Parallel aan het schelpenpad loopt de Kramatweg. Twee internationale beroemdheden zijn hier geboren en opgegroeid. Johannes Adrianus (Joop) van den Ende wordt er in 1942 geboren als zoon van een stoommachinist. Hij kent een arme jeugd in de Indische Buurt, waar het gezin de grootste moeite heeft de eindjes aan elkaar te knopen. Joop heeft al vroeg belangstelling voor theater. Hij krijgt in de rooms-katholieke Speeltuinvereniging Gerardus Majella (pag. 37) zijn eerste toneellessen. Later gaat hij zich bezighouden met de organisatie van theateractiviteiten. In 1962 start hij zijn eigen theaterbureau. Ook kickbokser Badr Hari, geboren in 1984, is opgegroeid aan de Kramatweg. Hij geldt als een prominent figuur in de vechtsport en wordt gerekend tot de beste kickboksers ter wereld. In 2008 wordt hij wereldkampioen K-1 World Grand Prix.
Badr Hari (links), met vriend en collega-sportheld Christiano Ronaldo.
Rond het gedrag van Badr Hari buiten de ring is veel ophef ontstaan. Voor een 9-tal geweldsdelicten wordt hij op 21 februari 2014 veroordeeld tot 1,5 jaar gevangenisstraf, waarvan een half jaar voorwaardelijk. 26
De Over-Amstelsche polder
We lopen verder over het schelpenpad totdat we bij de buurtmoestuin Oost Indisch Groen aankomen.
De kas van Oost Indisch Groen van binnen.
14 Oost Indisch Groen Oost Indisch Groen is een buitenplaats voor duurzame initiatieven, ontstaan in 2012 op een voormalig terrein van de gemeentelijke plantsoenendienst. Met behulp van een aantal fondsen en steun van het stadsdeel hebben buurtbewoners deze plek zelf opgebouwd. Iedereen kan hier terecht om samen te tuinieren, koken en ideeën te delen. Er is een kas, een steenoven en er worden zelfs paddenstoelen gekweekt. Als het hek open is, bent u van harte welkom. 15 Elthetokerk Op de hoek van de Insulindeweg en de Kramatweg, waar nu hoge nieuwbouw uit 1998 staat, stond vroeger de grote NederlandsHervormde Elthetokerk. Predikant A.G.H. van Hoogenhuyze begint in de jaren twintig geld in te zamelen voor de bouw van een eigen kerk in de Indische Buurt. Als de katholieke Majellakerk wordt ingewijd (pag. 39), willen ook de hervormden zich met een imposant gebouw laten zien in de buurt. Niet alleen de roomsen zijn concurrenten, ook het ‘rode gevaar’ van de socialisten dreigt. Onder het
De prominente Elthetoherk stond van 1929 tot 1992 op de hoek van Insulindeweg en Kramatweg.
motto: ‘Tegenover de revolutie het evangelie’ doet men er alles aan de kerk zo snel mogelijk te bouwen. Ook koningin-moeder Emma stelt een aanzienlijk bedrag beschikbaar. Op 20 september 1929 wordt de kerk geopend in aanwezigheid van koningin Wilhelmina en prinsgemaal Hendrik. Gemeenteleden uit de buurt en de bezitters van vaste plaatsen zijn hierbij overigens niet welkom. Alle 900 plaatsen zijn wegens het koninklijk bezoek voor gasten gereserveerd. Dit levert – niet onbegrijpelijk – ongenoegen op bij de gemeenteleden. In 1992 wordt het gebouw wegens teruglopend bezoekersaantal gesloopt. Het enige wat nog resteert van de Elthetokerk is de pastorie (woning van de predikant) op Insulindeweg 890. Deze is echter nooit als zodanig gebruikt. In plaats daarvan is het in gebruik geweest als dokterspraktijk, zoals nog te zien is aan de nachtbel en dagbel.
De Elthetogemeente verhuist eind jaren tachtig terug naar hun eigen wijkgebouw aan de Javastraat 118, de plek waar de hervormde gemeenschap in 1913 is begonnen. In 2012 wordt het gerenoveerd en uitgebreid met een woongemeenschap. Samen met Stichting Philadelphia exploiteert de kerk het naast de kerk gelegen buurteethuisje LT, waar de bediening plaatsvindt door mensen die doof of slechthorend zijn. Van harte aanbevolen. We lopen langs de Insulindeweg en steken bij het zebrapad over en lopen de Soembawastraat in.
Rechts ziet u de Valentijnschool. Deze is opgericht in 1932 als een hervormde lagere school. De school heette toen Derde Elthetoschool, naar het gelijknamige kerkgebouw. Na een fusie met de katholieke Franciscus van Salesschool wordt het de (oecumenische) Valentijnschool. 27
Wandeling 1
We nemen de eerste afslag links, de Tweede Ceramstraat in, en komen zo op het Ceramplein. 16 Ceramplein Het Ceramplein was de thuisbasis van buurtvereniging Ceram (1926), een organisatie die erg veel voor de Indische Buurt heeft betekend. Zo zet de vereniging zich in voor een openbare buurtbibliotheek, die in 1930 op de Molukkenstraat gerealiseerd wordt. De socialistische vereniging verzet zich met succes tegen de vergevorderde plannen om op het Ceramplein een gereformeerde kerk te bouwen. Ook draagt Ceram bij aan de ontsluiting van de Indische Buurt, die wegens de voortdurend sluitende spoorbomen (voor de spoorwegverhoging in de jaren dertig) moeilijk bereikbaar is. Tegenwoordig staat de buurt weer bekend om haar vele buurtverenigingen zoals de Makassarplein Community en de Meevaart community. Burgerinitiatief heeft in de Indische Buurt een lange traditie.
Gekraakt door nonnen Op Ceramplein 32 is van 1978 tot 1988 het ‘Anarchistisch Nonnen Front’ gevestigd, zoals het Ursulinen klooster door buurtbewoners liefkozend genoemd wordt. De Ursulinen van Bergen (een klooster in NoordHolland) kraken in 1978 het pand en proberen zich zo dienstbaar mogelijk aan de buurt te maken. Straatwerk, bewegingstherapie voor volwassenen, vredeswerk en nog veel meer ondernemen de zusters. Oorlogsmonument Bij de Eerste Ceramstraat aangekomen, zien we links op het plein het oorlogsmonument van de Indische Buurt staan. Het bronzen beeldje op 28
De Over-Amstelsche polder
de betonnen sokkel is van kunstenaar Arend Soerink en werd gemaakt in 1969. In het bankje aan de rand van het plantsoen is een gedenksteen van graniet ingemetseld met de tekst: ‘Hun leven onze vrijheid 1940 – 1945.’ Jaarlijks vindt hier op 4 mei een herdenking plaats. In 2003 wordt de herdenking verstoord door een groep buurtkinderen. De problemen beginnen na een kort optreden van rapper Raymzter. Jongelui drommen om de rapper heen en eisen handtekeningen. Als Raymzter wegvlucht van het plein wordt hij met eieren bekogeld. Het publiek, dat met twee minuten stilte de slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog probeert te herdenken, wordt ook door eieren getroffen. De politie probeert de jongeren te bedaren maar grijpt verder niet in. Het blijkt gelukkig een incident te zijn, want in de jaren daarna wordt steeds nadrukkelijk bericht dat de herdenking rustig en waardig is verlopen.
Het Ceramplein met het oorlogsmonument van de Indische Buurt.
We verlaten het plein via de Eerste Ceramstraat. We komen nu uit achter het Badhuis aan het Javaplein. Rechts vindt u de koffie- en theespeciaalzaak Qahwa d’Or.
Het Javaplein zonder badhuis, maar met zandbak, op een ansichtkaart uit de jaren dertig.
17 Badhuis Javaplein Ook bij het tot stand komen van het Badhuis op het Javaplein speelt buurtvereniging Ceram een doorslaggevende rol. In 1927 stuurt Ceram een verzoekschrift aan de gemeente tot het oprichten van een badhuis voor de Indische Buurt. Het aantal inwoners is dan gestegen tot 65.000 (tegenwoordig 23.000), terwijl slechts 3% van de huizen is uitgerust met een bad of douche. Bewoners van de Indische Buurt zijn voor een wasbeurt toegewezen op het badhuis naast windmolen De Gooijer (nu in gebruik als bierbrouwerij het IJ). De gemeente belooft dat er een
badhuis gaat komen voor de Indische Buurt, maar pas in 1939 komt het tot definitieve plannen. Op 25 juli 1942 – dus tijdens de Tweede Wereldoorlog – wordt het Badhuis aan het Javaplein geopend door NSB-wethouder J. Smit. Het badhuis aan het Javaplein is tevens het laatste badhuis dat in Amsterdam wordt voltooid. Het fenomeen van badhuizen is dan al op zijn retour, een eigen douchevoorziening is de nieuwe trend. Na de oorlog gaat het badhuis ook een sociale functie vervullen. Mensen ontmoeten elkaar. Vrijwilligers halen bejaarden op om ze te helpen bij de wekelijkse wasbeurt. Het badhuis sluit in 1982, wanneer de meeste huizen in de buurt inmiddels over een douche beschikken. Daarna heeft het gebouw onder andere nog dienst gedaan als Hindoetempel en kringloopwinkel. Vandaag de dag is er horeca in het pand gevestigd, met een populair en zonnig terras. Binnen kunt u nog details herkennen van het vroegere badhuis. 29
Wandeling 2
VEELAAN
VEEMARKT
VEEMARKT
ZEEBURGERPAD
ZEEBURGERPAD
RAAT RIOU
EG
AAT
4
PLEIN
CERAM
DEWEG
RIOUWSTRAAT
INSULIN
✡
BE
TR
AA
T
AAT
SS
T STRAA
LE
BONIST
R TRAST
RAAT
CE
N AMBO PLEIN
SUMA
BONIPLEIN
7
6
SUMATRAPLANTSOEN
T
TRAA ATRAS
SUM
IJNKADE VALENT
KRAMA T
8
T STRAA
9
5
KEN
11
MOLUK
HEIRA HALMA
10
WEG
INSULINDEWEG
12 13
AT
RA WST
ASTR. SUMATR
AT
ESTRA
CELEB
15
RAAT
3 JAVASTR
EERSTE ATJEHSTRAAT
RAAT ATJEHST
14
OOSTER SPOORPLEIN
1
BALISTRAAT
16 TE EERS
SARST
JAVAPLEIN
JAVASTRAAT
FLEVOW
MAKAS
TRA ST
AT JAVASTRA
18
AAT
SUMA
MADURASTRAAT
2 MAKASSAR PLEIN
STR
RAAT
WEG
NEO
NIASST
KRAMAT
BOR
ZEEBURGERDIJK
GORONTALOSTRAAT
20
19
17
MOLUKKENSTRAAT
21
TIMOR PLEIN
DELISTRAAT
DJAMBISTRAAT
ZEEBURGERDI JK
Joodse begraafplaats Zeeburg
✡
✡
2 Verzuiling en diversiteit
Tijdens deze wandeling krijg je vooral zicht op de diverse bevolkingssamenstelling van de Indische Buurt, vroeger en nu. Voor de Tweede Wereldoorlog wonen er socialisten, communisten, nationaal-socialisten, protestanten, katholieken en Joden in de buurt, die zich allemaal organiseren binnen hun eigen gemeenschap. Vanaf de jaren zeventig verandert de bevolkingssamenstelling volledig. Inmiddels bestaat de buurt uit meer dan honderd verschillende nationaliteiten. Ook qua leeftijd en inkomen is de bevolking zeer divers. duur 2 uur start javaplein
Kaart: zie achterflap omslag 30
De Eerste en Tweede Atjehstraat in 1911. De grens van de toenmalige stad. Direct achter de Tweede Atjehstraat begint de polder.
1 Javaplein, ‘Fort van Sjako’ Recht tegenover de Borneohof (pag. 9) staan de ‘Berlageblokken’, een drietal identieke woonblokken van architect H.P. Berlage. De Berlageblokken zijn gebouwd tussen 1911-1915 door de ‘Vereeniging tot verbetering der Volkshuisvesting’. Ze zijn bedoeld voor grote gezinnen met lage inkomens. Die komen er ook te wonen, uit bijvoorbeeld de krotten van de Jordaan. Het complex krijgt dankzij deze eerste bewoners een slechte naam en wordt het ‘Fort van
Sjako’ genoemd, naar de beruchte struikrover die in de achttiende eeuw Amsterdam onveilig maakte. Pas na de renovatie van 1969-1971 worden de woningen voorzien van een aparte keuken en een douche. Ondanks die ingreep voldoen de woningen niet aan de hedendaagse maatstaven en lijkt dertig jaar later sloop onvermijdelijk. Maar na succesvolle acties uit de buurt om de panden op de rijksmonumentenlijst te krijgen, veranderen de sloop plannen in renovatieplannen. 31
Wandeling 2
Verzuiling en diversiteit
Wielerbaan Zeeburg
E
De Langkatstraat tussen de Berlageblokken is een voetgangerszone geworden. Aan het eind is het kenmerkende Van Der Pek-blok zichtbaar.
Voordat het Woningbedrijf Amsterdam kan beginnen, wordt het complex gekraakt door voornamelijk Poolse en Spaanse krakers. In 2004 worden de blokken uiteindelijk ontruimd en kan de renovatie beginnen. De Benkoelenstraat en Langkatstraat worden daarbij getransformeerd tot voetgangerszone. Er komen koop- en sociale huurwoningen voor starters, evenals 120 studentenwoningen die veelal worden bewoond door studenten van het Conservatorium Amsterdam. We gaan linksaf de Molukkenstraat in richting de Zeeburgerdijk. Bij de Niasstraat gekomen gaan we naar rechts, richting het Makassarplein.
Op Niasstraat nummer 5 treffen we buurtslager Bartels aan, een van de weinige buurtwinkels die hier al generaties lang zit, in dit geval sinds 1938. In die tijd waren er veel slagers in de wijk te vinden vanwege de nabijheid van de veemarkt. 32
2 Makassarplein Ter hoogte van het huidige Makassarplein lag vroeger een wielerbaan (zie kader). Het Makassarplein heet in eerste instantie Niasplein. Begin jaren twintig worden hier de eerste huizenblokken gebouwd. De bouw trekt een groot aantal kleine projectontwikkelaars, waardoor elk blok er weer anders uitziet. Het plein wordt in de jaren twintig gebruikt voor verkiezingsbijeenkomsten van de SDAP (nu PvdA). Vanaf 1928 wordt een speeltuin op het plein ingericht. In 1929 wordt het Niasplein omgedoopt in Makassarplein. Waarschijnlijk vond het stadsbestuur het eiland Nias, voor de kust van Sumatra, te onbeduidend voor zo’n groot plein. Makassar, een belangrijke stad in de koloniën, kwam meer in aanmerking. In de buurt rond het Makassarplein wonen voor de Tweede Wereldoorlog veel Joodse families. Aan de Niasstraat is voor de oorlog bijvoorbeeld eenJoodse boekhandel gevestigd.
ind negentiende eeuw wordt fietsen nog beschouwd als een sport. Dat deed men niet op de openbare weg, maar op een circuit: de wielerbaan. Op diverse plaatsen in de stad worden met dat doel wielerbanen aangelegd. Rond 1900 ontstaan er plannen een wielerbaan op te richten op een terrein aan de Zeeburgerdijk, ongeveer daar waar nu het Makassarplein is gelegen. In juli 1901 is de baan voltooid en vindt de eerste wielerwedstrijd plaats: een 50-kilometerrace en vele andere, kleine races. Deel nemer is onder andere schaatsen wielrenlegende Jaap Eden. Het gaat niet voorspoedig met de wielerbaan, die ver van de stad gelegen is. Men gaat naast de wielerwedstrijden ook andere dingen organiseren. Zo treedt in juli 1902 een zogenaamde Bedoeïenengroep op, bestaande uit 70 personen, waaronder bedoeïenen, derwisjen en Berbers met 20 Arabische volbloedhengsten, 12 renkamelen en 4 Egyptische ezels. Ook komt er atletiek en touwtrekken op het programma. En vanaf 1905 worden er Koninginnedagfeesten georgani-
Jaap Eden, wereldkampioen wielrennen in 1894 en 1895, op de wielerbaan van Willemspark.
seerd, in augustus, op de verjaardag van Wilhelmina. De publieksbelangstelling voor de wielersport lijkt af te nemen, gezien het teruglopend aantal bezoekers. In 1915 wordt de oude wielerbaan aan de Zeeburgerdijk uiteindelijk afgekeurd en gesloopt. De gemeente neemt het terrein over, om er woningbouw te gaan realiseren. Ook de andere wielerbanen in de stad verdwijnen. Het einde van de wielerbanen in Amsterdam betekent echter niet het einde van de fiets. Vanaf 1918 ontdekken de Amsterdammers massaal de fiets als een praktisch en goedkoop transportmiddel.
Het terrein van Wielerbaan Zeeburg met links de Zeeburgerdijk.
33
Wandeling 2
Verzuiling en diversiteit
tische kringen kijkt men met argusogen naar deze wervende activiteiten van het Leger des Heils. De CPN (Communistische Partij Nederland) vestigt zich in 1933 om die reden als tegenhanger aan de overkant van de straat in het zogenaamde Thälmannhuis. Het is bedoeld voor de revolutionaire jeugd van de Indische Buurt, de Pioniers, om er te knutselen, te studeren en te vergaderen. De CPN zet zich daarbij sterk af tegen het aan de overkant gelegen Leger des Heils, zoals blijkt uit onderstaand artikel uit de Tribune van 2 januari 1934: Het Niasplein (nu: Makassarplein) in de jaren dertig.
Het plein wordt na de oorlog intensief gebruikt voor sportwedstrijden. Met name korfbal (korfbalclub Archipel) is populair. Tot in de jaren zeventig wordt op het plein korfbal gespeeld. Nog steeds heeft het Makassarplein een sport- en speelbestemming. De nabij gelegen Flevoparkschool gebruikt het plein als schoolplein. Het Makassarplein is ook de bakermat (en naamgever) van de Makkie, de community currency van de Indische Buurt. Dit ruilmiddel, gelanceerd in 2012, kunnen buurtbewoners verdienen als ze zich inzetten voor de buurt. De Makkies kunnen worden verzilverd bij ondernemers in de buurt.
34
Het huidige Makassarplein is volledig opgeknapt met inspraak van buurtbewoners en werd opgeleverd in 2012. In het midden is een brede strook vrijgehouden voor markten, festivals of openlucht bioscoop. Achter buurthuis Rumah Kami (Indonesisch voor ‘Ons huis’) is een buurtmoestuin ingericht. Ook de woningblokken rond het plein zijn aangepakt. We steken het plein over en lopen via de Makassarstraat rechtsaf de Gorontalostraat in naar de Javastraat. 3 Zieltjesjagen in de Gorontalostraat In dit straatje, met nieuwbouw uit de jaren tachtig, was vroeger het Leger des Heils gevestigd. In de jaren dertig krijgen de buurtkinderen van het Leger des Heils iets lekkers of een cadeautje aangeboden. Dit leidt dan regelmatig tot het bijwonen van christelijke bijeenkomsten door die kinderen, wat natuurlijk ook de bedoeling is. In Joodse en communis-
“DE HEILSSOLDAAT LIGT OP DE LOER Zorgt, dat de Pioniers werken kunnen! Tweede Kerstdag. Voor het gebouw van het Leger des Heils staat een heilsoldaat, die probeert de voorbijgaande kinderen het gebouw binnen te lokken. Een paar jongens, die aankomen loopen, op weg naar het Thaelmannhuis aan den overkant, loopen bijna in de armen van den man. “Jongens! Komen jullie hier binnen?” noodigt hij vriendelijk uit. “Nee!” zegt er een, “Wij gaan naar het Thaelmannhuis!” “Kom maar bij ons!” zegt de heilsoldaat. “Hier is het veel gezelliger! Je krijgt er bovendien allemaal wat lekkers!” De jongens laten zich echter niet overhalen. Ditmaal had de zieltjesjager geen succes, maar zal hij altijd zoo bot vangen? Voortdurend ligt het heilsleger op den loer om de arbeiderskinderen in zijn netten te krijgen: Onze pioniersbeweging heeft daar nu een krachtig tegenwicht voor gekregen in het Thaelmannhuis in de Gorontalostraat. Met de Kerstdagen zijn er niet minder dan 80 kinderen geweest,
die daar prettig gespeeld en nuttig geleerd hebben. Maar er kunnen er nog meer komen. Allerlei spullen hebben de leiders reeds gekregen, maar toch ontbreekt er nog het een en ander. Vooral geld kan kameraad Stam goed gebruiken. De kachel moet branden als de kinderen er zijn. Het heilsleger krijgt hulp van allerlei kapitalisten. De pioniers moeten het echter van den arbeiders hebben. Wie dus wat kwijt wil, laat hij een berichtje sturen aan kameraad Stam, Gorontalostraat 53.” Het Thälmann-huis is geen lang leven beschoren. Na 1934 hoort men er niets meer van. De activiteiten van de CPN verplaatsen zich naar gebouw de Archipel (pag. 42).
Geen heilsoldaat meer te bekennen in de Goron talostraat, nu staat hier de reiger op wacht.
We verlaten dit toneel van ideologische strijd en gaan rechts de Java straat in. Vlak bij het Javaplein gaan we achter het Badhuis (pag. 29) langs naar links en lopen door de Molukkenstraat, tot we bij de Albert Heijn op nummer 89 komen. 4 Rechouwous Synagoge Waar nu de Albert Heijn zit, was vroeger de synagoge van de Indische Buurt gevestigd. In 1925 wordt Rechouwous opgericht, de Joodsche Vereeniging voor de Indische Buurt.
35
Wandeling 2
Verzuiling en diversiteit
We lopen verder langs de Molukkenstraat, steken de Insulindeweg over en lopen een stukje rechtdoor tot we een poort zien aan de linkerhand. Die gaan we in.
We komen nu op de Bataviastraat. Halverwege ziet u aan uw rechterhand op de Bataviastraat een schoolgebouw uit 1927 staan. Eén van de weinige nog originele gebouwen in dit deel van de buurt, waar de stadsvernieuwing van de jaren tachtig flink heeft huisgehouden.
Buurtsuper Albert Heijn is gevestigd in het pand van de voormalige synagoge Rechouwous.
Aanvankelijk woont er slechts een tiental Joodse gezinnen in de Indische Buurt. In 1928 zijn dat er al circa 600. Een derde daarvan wordt bereikt door de activiteiten van Rechouwous. De vereniging heeft een duidelijk missionair karakter. Doelstelling is het terugwinnen van afvallige Joodse buurtbewoners voor het jodendom. Rechouwous organiseert vanuit de Molukkenstraat cursussen (Hebreeuws, Joods Leven), godsdienstoefeningen en lezingen. Er is een damesafdeling die op huisbezoek gaat bij Joodse gezinnen en een eigen Joodse school aan de Balistraat met meer dan 150 kinderen. Ook is er een eigen bibliotheek en richt men een zang- en toneelvereniging op. Vanaf februari 1926 brengt Rechouwous een eigen maandblad uit met een oplage van 1.000 stuks. In 1928 beginnen de moeilijke jaren voor Rechouwous. De synagoge wordt weliswaar druk bezocht, maar tegelijk is een nieuwe, veel grotere 36
synagoge aan de Linneausstraat geopend. Het ledental loopt tijdens de crisis van de jaren dertig ook terug: velen willen of kunnen de contributie niet meer betalen. In 1934 zijn er nog maar 91 leden. Als in de 1936 de subsidie van de Nederlandsch Israëlische Hoofdsynagoge wordt ingetrokken, moet de synagogedienst gestaakt worden. De gebeurtenissen elders in Europa (het toenemende geweld tegen Joden in Duitsland) beginnen ook hun schaduw vooruit te werpen. Steeds vaker worden inzamelingen georganiseerd voor Joodse vluchtelingen of slachtoffers. De Tweede Wereldoorlog betekent het einde voor Rechouwous en ook voor de Joodse gemeenschap van de Indische Buurt. In 1940 wonen nog 250 Joodse gezinnen in de buurt. Vrijwel de gehele Joodse bevolking van de Indische Buurt wordt gedeporteerd naar de vernietigingskampen van de nazi’s en slechts weinigen keren terug. Vanaf 1942 is er geen teken van leven meer van Rechouwous.
We lopen de Bataviastraat uit tot aan de Semarangstraat. Daar gaan we rechtsaf. Bij de Tidorestraat aange komen gaan we weer rechts.
Ingang van de voormalige speeltuinvereniging Gerardus Majella.
5 Speeltuinvereniging Gerardus Majella Op Tidorestraat 172 komen we de voormalige Speeltuinvereniging Gerardus Majella tegen in een nieuwbouwblok uit 1988. De jonge Joop van den Ende (pag. 26), opgegroeid aan de Kramatweg, deed er zijn eerste theaterervaringen op. De speeltuinvereniging is hier gevestigd sinds de jaren dertig en was uitsluitend voor rooms-katholieke kinderen bedoeld. Andere kinderen werden bij de poort geweigerd. De portier vroeg bij twijfel de kinderen naar de naam van de pastoor om uit te maken of hij met
Verzuiling in het jeugdwerk
D
e samenleving in de Indische Buurt is in de periode voor de Tweede Wereldoorlog sterk verzuild. Protestanten, katholieken, communisten, socialisten en Joden leven zoveel mogelijk gescheiden van elkaar. Het moeilijkst blijkt dat vol te houden in de schoolvakanties. Kinderen zijn dan maandenlang uit hun vertrouwde en verzuilde schoolomgeving en zwerven rond op straat, waar ze voortdurend in aanraking komen met andersdenkende leeftijdgenootjes of aangetrokken worden door de wervende activiteiten van andere zuilen. Om dat te voorkomen gaan de katholieken aparte activiteiten organiseren. De katholieke vakantieschool ‘Licht en Lucht’ moet ervoor zorgen de roomse kinderen voor de roomse zaak te behouden. Met een triomfantelijke optocht, voorzien van pauselijke en nationale vlaggen, worden de kinderen attent gemaakt op de vakantieschool. De optocht zal zich jaarlijks herhalen – tot wel 500 kinderen in 1932 – op weg naar het clubgebouw om daar onder deskundige roomse leiding te gaan spelen en knutselen.
katholieke kinderen te maken had. Later mogen ook andere kinderen naar binnen, maar alleen tegen betaling. Dit levert ook vandaag de dag nog gekwetste reacties op van toenmalige buurtkinderen die graag mee hadden willen doen, maar niet binnen de hekken mochten komen. 37
Wandeling 2
Verzuiling en diversiteit
Het Cruyff Court op het Sumatraplantsoen.
We lopen door over de Tidorestraat richting Molukkenstraat.
Gezicht op de Gerardus Majellakerk vanuit de Tidorestraat eind jaren twintig.
We gaan rechtdoor richting Sumatra plantsoen. Helemaal aan het einde van de straat zien we de koepel van de Gerardus Majellakerk.
Sumatraplantsoen Dit grootste plein van de Indische Buurt is in de jaren dertig het toneel van grote demonstraties met soms honderden aanwezigen, georganiseerd door de Communistische Partij. In juni 1930 wordt door de CPH (Communistische Partij Holland) een anti-oorlogsbijeenkomst gehouden op het Sumatraplantsoen met ongeveer 300 aanwezigen, vooral jeugdige arbeiders. Men luistert naar o.a. een toespraak van communistisch voorman Louis de Visser. Op zaterdag 21 maart 1931 wordt een bijeenkomst georganiseerd tegen de gedwongen werkverschaffing. Door oplopende werkloosheid tijdens de crisis worden werklozen gedwongen te werk gesteld bij grote infrastructurele projecten. Op die manier is de 6
38
Afsluitdijk tot stand gekomen, maar dichterbij ook het Amsterdamse Bos en het Flevopark. De bijeenkomst, met enige honderden aanwezigen, loopt na een mars door de stad volledig uit de hand door knokpartijen met de politie. Als in Duitsland in 1933 Hitler aan de macht komt gaat de CPH zich steeds meer tegen het nationaalsocialisme richten. Regelmatig komt het tot rellen tussen communisten en nationaal-socialisten. Zo worden in maart 1933 op woningen van communisten in de buurt hakenkruizen geschilderd. Het huidige plein wordt opnieuw ingericht. Er komen moestuinen en speeltoestellen. De Cruyff Foundation heeft hier in 2007 een Cruyff Court gerealiseerd. Een moderne invulling van het aloude trapveldje, waar de 14 regels van Johan Cruijff centraal staan. Die zijn terug te vinden op elk Cruyff Court ter wereld.
7 Speeltuinvereniging Batavia Op Tidorestraat nummer 107 treffen we Speeltuinvereniging Batavia. Deze vereniging is sinds 1945 actief. Het is een openbare speeltuinvereniging, waar vanaf het begin iedereen welkom is. Al eind jaren dertig begint het verzuilde tij te keren in de Indische Buurt. Het Comité Indische Buurt organiseert in 1937 een gemeenschappelijke Jeugddag, waaraan diverse zuilen (o.a. socialisten, katholieken) deelnemen. Deze activiteiten leiden tot grote toenadering en vormen een opmaat voor de stichting van het Wijkcentrum Indische Buurt, vanaf 1951 Sociaal Cultureel Wijkcentrum Indische Buurt. Hierin werken alle godsdienstige en politieke stromingen van de buurt met elkaar samen.
liek noodkerkje in de wijk op de hoek van Sumatrastraat en Borneostraat (pag. 49). Het noodkerkje is gewijd aan de heilige Gerardus Majella en de parochie telt rond 1920 ruim 3.500 zielen. Daarom is er dringend behoefte aan een grotere kerk. Architect Jan Stuyt krijgt de opdracht om een kerk op het Ambonplein te bouwen. Hij ontwerpt een imposante koepel in Byzantijnse stijl o.a. geïnspireerd op de Aya Sophia in Istanbul. Aanvankelijk is het de bedoeling naast de koepelkerk een vrijstaande hoge klokkentoren te bouwen. De funderingen daarvoor zijn nog gelegd, maar wegens geldgebrek sneuvelt de verdere uitvoering van het plan. Op 8 december 1926 vindt de inwijding plaats. Vanuit het noodkerkje brengen de pastoor, de misdienaars en de gelovigen de altaarstukken en heilige voorwerpen in processie naar het nieuwe kerkgebouw. De parochie bloeit en het aantal gelovigen neemt tot 9.000 toe. Er komen nog meer gebouwen bij
We steken de Molukkenstraat over en lopen verder over de Tidorestraat richting de Majellakerk. 8 Gerardus Majellakerk Voor ons zien koepel van de Gerardus Majellakerk, een complex dat bestaat uit een kerk, zusterhuis en een aantal scholen, waarvan de meeste inmiddels een andere bestemming hebben gekregen. Al in 1914 is er een katho-
De Gerardus Majellakerk vanaf het Ambonplein.
39
Wandeling 2
Verzuiling en diversiteit
Moord in de Majellakerk
O
p Goede Vrijdag 29 maart 1929 stort leidekker Leendert Arkenbout tijdens het werk uit de toren van de kerk naar beneden en overlijdt ter plekke. Men denkt aan een ongeluk, maar er wordt ook gefluisterd dat hier sprake is van moord. Zo blijkt de patroon van de leidekker, de 46-jarige J.G. Maring, een levensverzekering van maar liefst 50.000 gulden te hebben afgesloten op het leven van de werknemer. Dit bedrag wordt ook uitbetaald. Maar als Maring op de opvolger van de omgekomen knecht direct een nieuwe levensverzekering wil afsluiten begint men op het kantoor van de verzekeringsfirma ernstige vermoedens te krijgen. Eind 1930 wordt hij gearresteerd. De verdachte ontkent verontwaardigd. Het lichaam van de omgekomen leidekker wordt daarom opgegraven voor nader onderzoek. De uitslag van dit onderzoek is zeer belastend: de schedel van Arkenbout blijkt met een leidekkershamer te zijn ingeslagen. Maring blijft ontkennen en schuift de schuld op meesterknecht W.H. Wessendorp. Hij doet dat door een briefje in een stuk brood te verstoppen en dat te overhandigen aan een medegedetineerde, met het verzoek een valse getuigenis af te leggen tegen Wessendorp. Het briefje wordt echter onderschept door een oplettende bewaker. Behalve het briefje komen nog meer bezwarende feiten boven tafel. Boven in de koepel worden
40
Verdachte Maring in de beklaagdenbank.
bloedsporen van Arkenbout aangetroffen. De verdachte komt nu met een nieuwe verklaring. Hij is getuige geweest van een gevecht waarbij Wessendorp Arkenbout de hersens ingeslagen zou hebben. Wessendorp zou Maring ernstig bedreigd hebben en daarom durfde hij dit verhaal niet eerder bekend te maken. De rechtzaak sleept zich voort, er is nog steeds geen sluitend bewijs en de verdachte blijft heftig ontkennen. Dan maakt Maring een tweede ernstige fout. In een onderschepte brief uit de gevangenis vraagt hij zijn zoon om getuige Wessendorp met een pistoolschot om het leven te brengen en bij zijn lijk een vervalste zelfmoordbrief neer te leggen. Het net sluit zich nu om de verdachte. De Openbaar Aanklager eist eind oktober 1931 levenslang. De straf wordt door de rechtbank toegekend. Terwijl de verdachte roept: “Al eischt de rechtbank duizend jaar, ik ben onschuldig!” wordt hij door de veldwachters weggevoerd. De zaak maakt grote indruk in de buurt en men zal er nog vele jaren over napraten.
De Gerardus Majellakerk kort na de voltooiing.
zoals de naast de kerk gelegen Pastoor Hesselveldschool, een pastorie, en een huis voor de zuster van St.Theresia die het onderwijs verzorgen. Zo ontstaat midden in de Indische Buurt een trots rooms blok. Door de bouw van de Majellakerk ontstaat een soort wedloop tussen de zuilen wie het mooiste of meest opvallende gebouw kan bouwen. De hervormden (pag. 26) en gereformeerden (pag. 46) willen niet voor de katholieken onder doen en ook zij maken plannen voor een kerkgebouw.
De Gerardus Majellakerk staat sinds 2012 bekend als de NedPho-koepel.
Als veel parochianen de buurt verlaten en naar Purmerend of Almere verhuizen, wordt de kerk al gauw te groot. De parochie kan het gebouw niet meer onderhouden en ziet geen andere mogelijkheid dan sloop. De buurt wil het gebouw graag houden en het pas opgerichte Stadsdeelbestuur Zeeburg steunt hen. In 1992 verhuist de parochie opnieuw naar een klein gebouw aan de Lombok straat (pag. 52). In 2012 krijgt de koepelkerk, na een nieuwe renovatie, zijn huidige bestemming: als onderkomen van het NedPho (Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest). De NedPhO-Koepel is sindsdien een gastvrij podium om van muziek te genieten. Er wordt maandelijks opgetreden voor de buurt en er zijn speciale concerten voor kinderen. Tegen betaling van 3 Makkies (pag. 34) kunnen bewoners zelfs kaartjes krijgen voor uitvoeringen in het Concertgebouw. 41
Wandeling 2 9 Ambonplein Dit plein heeft zijn oorspronkelijke karakter volledig verloren. De eerste blokken worden gebouwd in de jaren twintig, ongeveer gelijk met de Majellakerk, maar de kwaliteit ervan is erg slecht. Er wordt te weinig tijd genomen om de grond te laten inklinken en er worden goedkope materialen gebruikt waardoor de eerste huizen al in 1936 moeten worden afgebroken. Na de stadsvernieuwing in de jaren tachtig krijgt het plein zijn huidige karakter.
In 1934 is het Ambonplein het tafereel van uitgebreide vechtpartijen tussen communisten en nationaalsocialisten. Oorzaak is vooral het gebruik van het gebouw Rimboe aan het Ambonplein. Dit is de vaste vergaderplek van de communisten, maar verhuurster Leen Symon besluit de zaal voor 5 gulden meer in de week te verhuren aan de NSB. Ook later zullen met name communistische buurtbewoners de confrontatie met NSB-ers zoeken, die regelmatig langskomen om hun dagblad Volk en Vaderland te verkopen. De Evenaar Op het Ambonplein staat ook de Evenaar, uit 1986. Dit schoolgebouw is ontworpen door de bekende architect H. Hertzberger. De plattegrond van de school bestaat uit twee cirkels die zijn verbonden met een vierkant. Het gebouw geldt als een kenmerkend voorbeeld van zijn werk. In 2012 komt het schoolgebouw leeg te staan. Het beheer is door de gemeente in handen gegeven van de Buurtmaatschap, een nieuwe organisatievorm van actieve bewoners die al meerdere gebouwen in de buurt beheert (pag. 46). 42
Verzuiling en diversiteit
We gaan via de Sumatrastraat naar de Insulindeweg, waar we linksaf gaan en bij de eerstvolgende straat weer naar links: de Toministraat. 10 Evangelisch-Lutherse Rogatekapel Ook kleinere religieuze groeperingen zijn aanwezig in de Indische Buurt, zoals Doopsgezinden en Luthersen. Op Toministraat nummer 18 is van 1931 tot 1983 de EvangelischLutherse Rogatekapel gevestigd. Daarna is het tot 1995 in gebruik als de Marokkaanse Nasr Moskee, die vervolgens verhuist naar een nieuw pand aan de Celebesstraat.
We lopen door en buigen naar rechts af, de Minahassastraat in, en komen aan onze rechterhand een groot gebouw tegen. 11 De Archipel Het gebouw de Archipel is gebouwd in 1931 als een openbare school voor voorbereidend onderwijs. Die functie verliest het gebouw een paar jaar later. In 1934 trekt de Communistische Partij erin. De Archipel groeit daarna uit tot het communistische bolwerk van de buurt. Tot na de Tweede Wereldoorlog blijft de CPN een belangrijke rol spelen in de buurt: naast politieke activiteiten zijn er ook activiteiten voor kinderen,
Propagandareisjes naar de Sovjet-Unie, georganiseerd door de VVSU.
de vrouwenbeweging en de vakbond. Er zijn films te zien over de zegeningen van het communisme en in 1949 kan men er deelnemen aan de cursus ‘Stalin en het Stalinisme.’ De Vereniging Vrienden van de Sovjet-Unie (VVSU), door de overheid beschouwd als een mantelorganisatie van het Kremlin, houdt ook kantoor in de Archipel. Zij organiseren o.a. reizen naar de Sovjet-Unie. De aanhang van de CPN neemt eind jaren vijftig geleidelijk af. De communisten gaan zich meer richten op huurdersbelangen. De partij wordt in 1991 opgeheven en gaat op in Groen Links. Tegenwoordig wordt de Archipel beheerd door een stichting die er ruimtes verhuurd aan verschillende organisaties die actief zijn op het gebied van welzijn en duurzaamheid.
In het voormalige gebouw de Archipel bevinden zich nu duurzaamheids- en welzijnsorganisaties.
We gaan rechtsaf de Celebesstraat in. Direct aan onze rechterhand treffen we de nieuwbouw van de Marokkaanse An Nasr Moskee.
12 An Nasr Moskee Aan Celebesstraat 78 staat sinds 1995 de Marokkaanse An Nasr Moskee. Het gebouw is van buiten nauwelijks herkenbaar als moskee. Het biedt ruimte aan circa 1.000 bezoekers. Er is een grote zaal met een oppervlakte van 450 m2. De An Nasr Moskee wordt zeer druk bezocht door moslims van binnen en buiten de Indische Buurt en is vandaag met afstand het meest invloedrijke religieuze centrum van de buurt.
De An Nasr moskee is eigendom van Stichting An Nasr. De stichting geeft ook godsdienstonderwijs. De moskee is behoudend en kent relatief veel leden van de religieuze beweging Djamaat al-Tablir wa Dawa, die er naar streven afdwalende moslims weer op het goede pad te krijgen. Soms besluiten jonge moslims in de Indische Buurt in het buitenland de zuivere islam te bestuderen. Zo wordt er in de An Nasr moskee in 2013 een gebedsdienst gehouden voor 43
Wandeling 2
buurtbewoner Ibrahim die in Yemen is omgekomen na een aanval op de koranschool waar hij studeerde. We lopen langs de tramhalte van lijn 3 en gaan linksaf de tunnel van het Muiderpoortstation in. We komen uit op het Oosterspoorplein met in het midden een plantsoen. 13 Muiderpoortstation Al in 1896 is er een laaggelegen halte aan de spoorlijn in gebruik. Dit oude Muiderpoortstation lag ter hoogte van de Javastraat en moest verdwijnen bij de bouw van de spoordijk in de jaren dertig. Het Muiderpoortstation wordt geopend in 1939, als de verhoogde spoordijk gereed is. Amsterdam Muiderpoort is een zogenaamd ‘vorkstation’. Het enige ‘vorkstation’ dat nog als zodanig dienst doet in Nederland. Een vorkstation is gebouwd in de ‘oksel’ van twee samenkomende spoorlijnen. Spoorwegarchitect H.G.J. Stelling maakt het ontwerp.
Verzuiling en diversiteit
Hij gebruikt veel glas en ontwerpt een centrale ingang, waarin nu een fietsenwinkel is gevestigd. Deportaties Tijdens de Tweede Wereldoorlog speelt het Muiderpoortstation een centrale rol in de deportaties van vele tienduizenden Joodse Amsterdammers. Hier worden de Joden verzameld en op transport gesteld naar kamp Westerbork. In lange rijen staan ze buiten te wachten, velen met koffers, onwetend van de verschrikkingen die hen te wachten staan. De meesten keren niet terug. Een gedenkteken op het Oosterspoorplein herinnert hieraan. Het gedenkteken is ontworpen door Steffen Maas. Het bestaat uit een plaquette in het centrale perk met een korte verklarende tekst. In de zichtlijn naar het spoor staat een zitbank waarin een gedicht van Victor E. van Vriesland is gestanst. Het monument is onthuld op 3 oktober 2002 door burgemeester
De centrale ingang van het Muiderpoortstation vlak na de oplevering.
Job Cohen. Die dag was het 60 jaar geleden dat het eerste transport vanaf het Muiderpoortstation vertrok. Sinds 2012 is het monument onderdeel van het Westerborkpad, een wandel- en bezinningsroute, 336 km lang, van Amsterdam naar het voormalige kamp Westerbork. Vanaf het Oosterspoorplein lopen we onder het spoor door om het station heen en via de Insulindeweg weer terug.
15 Eerste en Tweede Atjehstraat De Tweede Atjehstraat vormt vanaf 1905 de grens van de Indische Buurt, en van de stad. De achtertuinen van de huizen aan de zuidkant van de straat kijken tot 1920 uit op weilanden en sloten. Door gebrek aan bouwmaterialen ten gevolge van de Eerste Wereldoorlog wordt pas in 1920 begonnen met de uitbreiding van de buurt.
Atjeh is de enige plaats in NederlandsIndië die twee straten in de buurt heeft gekregen. Dat hangt mogelijk samen met de twee oorlogen die het KNIL (Koninklijk Nederlands Indisch Leger) voert tegen het sultanaat van Atjeh, in het noorden van Sumatra. Een slopende guerilla-oorlog die begint in 1874 en pas in 1914 definitief tot een einde komt. Het gecombineerde pand (Eerste Atjehstraat 58 / Tweede Atjehstraat 55) was het gereformeerde hoofdkwartier van de Indische Buurt.
14 Insulindeweg De Insulindeweg is de belangrijkste verkeersader van de Indische Buurt en is niet vernoemd naar een eiland of stad in voormalig Nederlands-Indië, maar naar een andere naam voor Indië. Een naam die voor het eerst wordt gebruikt door Multatuli. Op de laatste pagina van zijn boek Max Havelaar uit 1860, schrijft Multatuli: “... van ‘t prachtig rijk van INSULINDE dat zich daar slingert om den evenaar, als een gordel van smaragd...” Daarmee is meteen de naam van het nieuwbouwproject van de Alliantie hier op de hoek van Insulindeweg en Celebesstraat verklaard: Smaragd.
Gedenkteken op het Oosterspoorplein ter herinnering aan de deportaties van Joodse buurtbewoners.
44
We gaan de Celebesstraat in en dan rechtsaf de Tweede Atjehstraat in.
Kenmerkende entree van een gerenoveerd pand in de Tweede Atjehstraat.
45
Wandeling 2
De gereformeerde zuil
N
aast de hervormde (Elthetokerk) en de rooms-katholieke (Gerardus Majellakerk) gemeenschap proberen ook de gereformeerden voet aan de grond te krijgen in de Indische Buurt. In de jaren twintig ontstaat er een plan voor het bouwen van een kerk van bescheiden omvang. Het oog valt op een perceel aan het Ceramplein. Direct komt er echter verzet op gang van de socialistische buurtvereniging Ceram. In 1930 gaat de gemeente overstag en de bouw gaat niet door. De gereformeerden laten nu hun oog vallen op de twee panden Eerste Atjehstraat 58 en Tweede Atjehstraat 55. In deze panden waren onder andere de ‘Gereformeerde Vrouwenvereniging Brandende Harten’, de Zendingskrans ‘Door Liefde Gedreven’, de meisjesclub ‘Van Knop tot Bloem’, en de jongensclub ‘Weest Getrouw’ gevestigd.
Bij het Atjehplein gekomen gaan we linksaf de Sumatrastraat in. Daarna de eerste straat links de Balistraat in.
Halverwege komen we aan de rechterkant de openbare J.P. Coenschool tegen. De Coenschool is al sinds 1911 in de Indische Buurt gevestigd, oorspronkelijk aan de Madurastraat. De school is genoemd naar de eerste gouverneur-generaal van NederlandsIndië: Jan Pieterszoon Coen (15871629). Coen was in belangrijke mate verantwoordelijk voor de vestiging van een Nederlands handelsmonopolie in Oost-Indië. Hij deed dat niet 46
Verzuiling en diversiteit
zachtzinnig, desnoods moordde hij er een eiland voor uit. Tegenwoordig zouden we een onderwijsinstelling niet naar zo’n controversiële figuur vernoemen, maar in 1911 werd J.P. Coen nog zonder meer beschouwd als een vaderlandse held. Voorbij het schoolpleintje zien we links het buurthuis de Meevaart. 16 De Meevaart De Meevaart is een schoolgebouw uit 1906 dat in de Tweede Wereldoorlog wordt omgevormd tot katholiek buurthuis. Katholieke jongeren kunnen er terecht voor o.a. handarbeid, handwerken en gymnastiek. Er worden filmavonden georganiseerd en er wordt toneel gespeeld. Op de zolder van het gebouw bevindt zich de kapel. Daar wordt iedere zondag een viering georganiseerd. Tot 1974 wordt het buurthuis bestuurd door een pater. De laatste directeur is pater Delamarre, voor oudere buurtbewoners een bekende buurtgenoot. Daarna wordt de Meevaart beheerd door een welzijnsinstelling.
Na een renovatie in 2011 wordt de Meevaart beheerd door de bewoners zelf. Een uniek sociaal experiment dat veel belangstelling krijgt uit andere delen van de stad en daarbuiten.
Premier Rutte in gesprek met bewoners van de Indische Buurt in de Meevaart.
De spoorwegovergang en noodbrug bij de Javastraat rond 1934. Op de voorgrond lijn 3 die tegenwoordig bij Muiderpoort vertrekt.
De bewoners hebben zich georganiseerd in een coöperatieve vereniging, of trust. Deze Buurtmaatschap beheert inmiddels niet alleen de Meevaart, maar ook de Evenaar en de speeltuinengebouwtjes Batavia en Gerardus Majella. In deze gebouwen vinden veel wijkactiviteiten plaats, waar bewoners gebruik van kunt maken. U bent welkom om een kijkje binnen te nemen. Bij de Celebesstraat aangekomen gaan we naar rechts tot we bij de Javastraat zijn aangekomen. 17 Spoorviaduct Mede op initiatief van buurtvereniging Ceram komt in de jaren dertig, met de aanleg van de spoordijk, het spoorviaduct bij de Javastraat tot stand. Voor die tijd ligt de Indische Buurt zeer geïsoleerd en van de stad afgescheiden. Vanwege het drukke treinverkeer zijn de slagbomen soms meer dan dertig minuten in een uur
gesloten. Ook de goederentreinen uit de haven komen hier voorbij, omdat de Amsterdamse haven dan nog in het Oostelijk Havengebied is gevestigd. Later behelpt men zich met een noodbrug. De opluchting is groot als in 1936 verschillende viaducten in gebruik genomen kunnen worden. Wethouder Monne de Miranda zaagt bij de openingsceremonie persoonlijk een slagboom door. Onder het viaduct is een plaquette te vinden die herinnert aan de opening van de tunnel en de ontsluiting van de Indische Buurt.
'Doorgang vrij, oost is blij!' Herinnering aan de opening van de spoortunnel.
47
Wandeling 2
Verzuiling en diversiteit
En voor de socialisten en communisten zijn er de ‘Coöperatiewinkels’. Ook de bakkers en slagers zijn verzuild. Tegenwoordig loopt het winkelend publiek overal naar binnen. Gelukkig maar, want er valt veel te ontdekken in de Javastraat: Turkse en Marokkaanse bakkers, Marokkaanse en Volendamse viswinkels, Iraanse en Pakistaanse groentewinkels, Chinese en Surinaamse kappers en sinds kort is ook de mode weer terug in de straat en zijn de hippe koffiezaken in opkomst. Maar waarschijnlijk is het aanbod bij het ter perse gaan van dit boekje alweer veranderd. Wij lopen door over de Celebesstraat, langs de spoordijk, totdat we bij de Bankastraat aankomen. Daar gaan we rechts.
De Indische Buurt wordt vaak als oude arbeiderswijk aangeduid, maar aan de Bankastraat, de Balistraat en de Atjehstraat is duidelijk te zien dat de oude Indische Buurt een buurt was voor middenstanders. Hier staan huizen met een zekere status en er waren veel winkels gevestigd, zoals nog te zien is aan de winkelpuien. We gaan aan het eind van de Banka straat linksaf de Sumatrastraat op. We komen dan vrijwel direct op de Borneostraat. Aan de overkant zien we het Timorplein met de StayOkay en Studio/K en links het Bavohuis. 19 Het St. Bavohuis Het St. Bavohuis is gebouwd als noodkerk van de Gerardus Majella parochie en wordt geopend in 1914. Het kerkje is al snel te klein en in
De bewoners van de Indische Buurt De Javastraat: aanbevolen door de New York Times in 2011.
18 Javastraat De Indische Buurt wordt in de beginjaren ook wel Javabuurt genoemd en niet onterecht: de Javastraat was en is het dynamische hart van de Indische Buurt. De straat draagt niet voor niets de naam van het belangrijkste eiland in de Indische archipel: Java. Wat opvalt is dat de Javastraat, vanaf het spoor gezien, een lichte kromming naar rechts maakt. Zo ook de Eerste Atjehstraat, de Balistraat en de Madurastraat. Hier, in het oudste deel van de Indische Buurt, volgen de straten nog het patroon van de oorspronkelijke polderverkaveling, net zoals bijvoorbeeld in de Pijp. In de
48
overige delen van de Indische Buurt laat men dit los en worden de straten recht aangelegd en zoveel mogelijk haaks op elkaar aangesloten. De Javastraat heeft een grote diversiteit aan winkels. Het aanbod is na de oorlog sterk veranderd. Voor de oorlog zijn er vooral modezaken, schoenenwinkels, kruideniers, bakkers en slagers. Ook het winkelaanbod is in die tijd sterk verzuild. Iedereen gaat zoveel mogelijk naar de ‘eigen leverancier’. De katholieken gaan naar de rooms-katholieke kruidenier De Gruyter en de protestanten winkelen bij de protestante kruidenier Simon de Wit.
'D
e oude Indische Buurt was een buurt van middenstanders die krap maar fatsoenlijk van hun inkomen konden leven en die, met zuinigheid en vlijt, hun kinderen konden laten studeren. Dit werd anders toen de Indische Buurt zich na de Eerste Wereldoorlog enorm uitbreidde. Er verrees een groot net van straten, waarvan de Insulindeweg de hoofdstraat was. De nieuwbouw was van veel mindere kwaliteit dan de oude vooroorlogse bouw, de aannemers werden betiteld als o.w.-ers, oorlogswinstmakers, ze leverden vaak inferieur materiaal en trokken de huizen op op inferieure grondvesten. Persoonlijk kreeg ik deze aannemers waarschijnlijk nooit te zien maar ik
versleet de gezette, breedgeschouderde mannen met vuurrode hoofden, die regelmatig zitting hielden in de buurtcafés en voor God noch gebod bang waren voor aannemers: ze leken op roodkoppige, bloeddoorlopen mandarijneenden. Wat ik wel zag waren de barsten die jaar na jaar in de huizen verschenen en omdat de bouw van de huizen zo inferieur was vestigde zich er ook een andere klasse: de arbeidersklasse. Toen op haar beurt de oude Indische Buurt verouderde trokken veel middenstanders naar de Watergraafsmeer of elders waardoor de buurt langzaam maar zeker een lagere status kreeg'. Bertus Aafjes (1914-1993) 49
Wandeling 2
Verzuiling en diversiteit
Bertus Aafjes
S
chrijver Bertus Aafjes wordt geboren op Borneostraat 32. Hij wordt katholiek opgevoed en komt regelmatig in het noodkerkje van het St. Bavohuis, drie huizen verderop en later in de nieuwe Gerardus Majellakerk, waar hij zelfs nog misdienaar is. In ‘De Amsterdamse Kijkdoos’ schrijft hij over de Indische Buurt. 'De oude kern van de Indische Buurt was nog nagenoeg hetzelfde als in de Dapperbuurt. Het was een typisch Amsterdamse stijl, de drieverdiepingshuizen werden opgetrokken in de stijl van de oude grachtenhuizen, maar deze stijl was teruggebracht tot het hoogst nodige wat tevens het minst attractieve was. Alle huizen waren
1925 begint de bouw van de nieuwe Gerardus Majellakerk (pag. 39). Het oude kerkgebouw krijgt nu de naam St. Bavohuis. Het wordt gebruikt voor het roomse verenigingsleven: toneelverenigingen, bridgebond, maar ook wordt de zaal wel verhuurd aan derden, waaronder de gymnastiekvereniging Zeeburg, Mondaccordeonvereniging Utile Dulci, Geheelonthouderstooneelvereniging Excelsior, Mandolineclub Ardito en de damvereniging Gezellen Tien. In 1937 is er een optreden van het VARA radio-dansorkest de Ramblers. Door het gemengde gebruik krijgt in de loop van de jaren dertig het St. Bavohuis steeds meer het karakter van een algemeen clubhuis. Na de oorlog vinden in het St. Bavo50
uniform aan elkaar gebouwd, bezaten aan de top iets wat op een gevel leek, waaruit een hijsbalk naar buiten stak. Het was wel degelijk een Amsterdamse stijl, maar dan een stijl die nooit gebouwd had mogen worden omdat hij iedere individualiteit geheel miste. Daar hij echter bestaat en niet meer weg te denken is bezit zij voor de oude bewoner een geheel eigen romantiek, de romantiek van de eenvormigheid en de geborgenheid waarbij de diepste voorwaarde van het menselijk geluk lijkt te bestaan in het feit dat men zijn medemens met rust laat en door zijn medemens met rust gelaten wenst te worden. Men verzinkt in de uniformiteit en voelt zich onbedreigd en gelukkig. Althans ik'. huis vele bevrijdingsfeesten plaats. Er is een sfeer van algemene verzoening. Zuilen lijken weg te vallen en er ontstaan nieuwe verenigingen. Dit leidt in 1951 tot het Wijkcentrum Indische Buurt. Tegenwoordig is in het gebouw weer een kerk gevestigd, de wereldwijde UKGR (Universele Kerk van Gods Rijk). Het UKGR, wordt in 1977 in Brazilië opgericht en is onderdeel van de pinksterbeweging. We steken de Borneostraat over en nemen een kijkje bij de voormalige 3de Ambachtsschool aan het Timorplein. 20 3de Ambachtsschool Timorplein In 1912 wordt de 3de Ambachtsschool van de Maatschappij voor den Werkenden Stand geopend.
Het terras van Studio/K tijdens het Dutch Environmental Film Festival.
Een imposant bakstenen gebouw met een hoge klokkentoren. Er zijn aparte lokalen voor stukadoors, metselaars, steenhouwers, vuurwerkers, bankwerkers en timmerlieden. Het gebouw is berekend op 500 leerlingen in het dagonderwijs en 826 avondschoolleerlingen. Transformatie Na het schooljaar 2003-2004 sluit de 3de Ambachtsschool haar deuren. Woningcorporatie Ymere en stadsdeel willen met de nieuwe invulling van het gebouw de buurt sociaal-economisch vooruit helpen en zien hun kans schoon. Jeugdhotel Stayokay betaalt mee aan renovatie en krijgt een plek in het gebouw met 480 bedden. Het biedt de gasten ook een bar, een restaurant, een terras en fiets-, en zaalverhuur. Ook het hoofdkantoor van Stayokay is in het pand gevestigd. Bioscoop annex café-restaurant en club Studio/K krijgt er een plek. Studio/K is een zusterorganisatie van Kriterion en wordt volledig georgani-
seerd en gerund door studenten. De naam komt van de oude bovenzaal van Kriterion. Op de tweede en derde
Van school gestuurd
O
ngeveer 9% van de leerlingen van de 3de Ambachtsschool aan het Timorplein was Joods. Ab Caransa, die veel boeken over de Jodenvervolging schreef, was één van die leerlingen. Op een dag krijgt hij te horen dat hij van school wordt verwijderd: ‘In september 1941 moesten alle leerlingen van de 3de Ambachtsschool klas voor klas langs de conciërge defileren. Aan elke leerling dezelfde vragen: ‘Hoe heet jij jongen? Ben jij een Jood?’ 103 leerlingen beantwoordden die tweede vraag bevestigend, waarna de portier hen meedeelde dat ze de volgende dag niet meer op school mochten verschijnen.’ 51
Wandeling 2
verdieping worden ruimtes verhuurd aan ondernemers. In 2007 wordt het gebouw geopend door Minister Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie. De Indische Buurt heeft er een multifunctionele en stadsdeeloverstijgende trekpleister bij. Met de komst van StayOkay en Studio/K krijgt de Indische Buurt een nieuwe dynamiek. Het uitgaanspubliek en de internationale toerist doet zijn intrede in het straatbeeld.
We gaan rechtsaf de Zeeburgerdijk op. Halverwege zien we aan onze rechterhand de plaquette van Woningbouwvereniging Eigen Haard die hier de ‘koperen bellenbuurt’ realiseerde. De eerstvolgende straat gaan we weer rechts, de Padangstraat in.
realiseert als een van de weinige het oude ideaal van laagbouw in de Indische Buurt. Het onderscheidt zich door zijn bouwhoogte van slechts twee lagen en een bouwrichting dwars op de rest van de buurt. De 160 woningen met benedenhuis en vrij bovenhuis worden gerealiseerd in 1913 naar een ontwerp van J.H.W. Leliman. Het complex vormt een dorpje binnen de buurt. Dit eerste project van Eigen Haard in de Indische Buurt krijgt de naam Indië I. Bij de arbeiders die er wonen zijn de deurbellen altijd blinkend gepoetst en het dorpje wordt daarom ook wel ‘koperen bellenbuurt’ genoemd. Eigen Haard voorziet de woningen – heel modern – meteen van een elektriciteitsaansluiting. Geen walmende petroleumlampen meer, maar gewoon het bakelieten lichtknopje omdraaien. In de jaren negentig dreigt sloop. Gelukkig weet een actieve bewonerscommissie Eigen Haard te bewegen tot renovatie over te gaan.
21 Indië I of de koperen bellenbuurt Ook de woningbouwverenigingen komen voort uit de diverse zuilen. Zo vertegenwoordigt Het Oosten het katholieke volksdeel terwijl Eigen Haard een socialistische achtergrond heeft. Woningbouwvereniging Eigen Haard
Aan het eind van de Padangstraat slaan we linksaf de Lampongstraat in, daarna rechts de Djambistraat in, waarna we via het speeltuintje weer op de Borneostraat uitkomen. Hier gaan we linksaf en zo komen we weer op het Javaplein.
We lopen langs het terras van Studio/K en gaan linksaf de Lombokstraat in.
Aan het eind van de Lombokstraat zien we links op de hoek met de Zeeburgerdijk het kleine roomskatholieke kerkje van de Gerardus Majellaparochie staan, het restant van de eens zo grote katholieke zuil van de Indische Buurt. Een stuk verderop, op de hoek van de Celebesstraat en de Zeeburgerdijk, was vroeger het socialistisch bolwerk van de buurt te vinden, gebouw De Schakel, waar alle socialistische buurtverenigingen gevestigd waren. Dit is inmiddels afgebroken en vervangen door nieuwbouw.
52
Tegeltableau van Woningbouwvereniging Eigen Haard aan de Zeeburgerdijk.
V
erstopt achter de spoordijk, in het verre oosten van Amsterdam, ligt de Indische Buurt. Gebouwd vanaf 1900 aan de rand van de toenmalige stad. Een wijk met exotische straatnamen genoemd naar eilanden en plaatsen in koloniaal Nederlands-Indië. De wijk ligt inmiddels midden in de stad, maar heeft tegelijk zijn eigen, bijna dorpse karakter weten te behouden.
De Indische Buurt heeft een lange ontwikkeling door gemaakt. Van een polder aan de rand van de Zuiderzee tot een beginnende stadswijk aan de rand van de haven. Van een verzuilde arbeiderswijk, tot een multiculturele volkswijk. En van een verkrotte achterbuurt tot een hip, internationaal voorbeeld van stedelijke ontwikkeling en burgerinitiatief. Daarover gaat deze gids. Aan de hand van twee wandelingen komt de geschiedenis van de Indische Buurt en van de Over-Amstelsche polder tot leven.