Robeco Hollands Bezit N.V.
Verslag over 2012
Inhoudsopgave Algemene informatie
4
Kerncijfers
5
Verslag van de directie Algemene inleiding
6 6
Economie Beleggingsresultaat Beleggingsbeleid Sustainability investing Risicobeheer Verklaring omtrent de bedrijfsvoering Verslag van het gehouden toezicht
6 7 7 10 11 11 12
Jaarrekening Balans Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht Toelichtingen Algemeen Risico’s financiële instrumenten Waarderingsgrondslagen Grondslagen resultaatbepaling Toelichting op de balans Toelichting op de winst- en verliesrekening Spreiding van het vermogen Effectenportefeuille
13 13 14 14 15 15 15 16 17 18 20 22 22
Overige gegevens Resultaatbestemming Voorstel resultaatbestemming Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten Belangen van bestuurders Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
24 24 24 24 24 25
Robeco Hollands Bezit N.V. 2
Robeco Hollands Bezit N.V. (beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal, statutair gevestigd te Rotterdam, Nederland) Contactgegevens Mr. D.H. Cross (secretaris) Coolsingel 120 Postbus 973 NL–3000 AZ Rotterdam Tel. 010 - 224 1 224 Fax 010 - 411 5 288 Internet: www.robeco.com Directie (tevens beheerder) Robeco Institutional Asset Management B.V. Directieleden: Drs. L.M.T. Boeren Drs. H.W.D.G. Borrie Drs. R.M.S.M. Munsters Drs. H.A.A. Rademaker Mr. J.B.J. Stegmann Fondsmanager Drs. H. Grootveld Drs. C. Vondenbusch Fund agent Rabo Securities Europalaan 44 3526 KS Utrecht Accountant Ernst & Young Accountants LLP Antonio Vivaldistraat 150 1083 HP Amsterdam
Robeco Hollands Bezit N.V. 3
Algemene informatie Juridische aspecten Robeco Hollands Bezit N.V. (het “fonds”) is een in Nederland gevestigde beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal.
Fiscale aspecten Het fonds heeft op basis van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting de status van een fiscale beleggingsinstelling en is 0% vennootschapsbelasting verschuldigd, mits het fonds de voor uitkering vastgestelde winst in de vorm van dividend aan de aandeelhouders uitkeert binnen acht maanden na afloop van het boekjaar en aan de overige relevante voorschriften wordt voldaan.
Verhandelbaarheid Het fonds is een open-end beleggingsinstelling die, behoudens bijzondere omstandigheden, op dagelijkse basis eigen aandelen uitgeeft of inkoopt tegen de intrinsieke waarde met een beperkte op- of afslag. Deze op- of afslag dient alleen ter dekking van de kosten die door het fonds moeten worden gemaakt voor het toe- of uittreden van beleggers. Het vigerende op- of afslagpercentage bedraagt maximaal 0,50%. Een eventueel overschot of tekort komt geheel ten goede aan c.q. ten laste van het fonds. Het fonds is genoteerd aan Euronext Amsterdam, segment Euronext Fund Service.
Essentiële beleggersinformatie en prospectus Voor Robeco Hollands Bezit N.V. zijn een prospectus en essentiële beleggersinformatie opgesteld met informatie over het fonds, de kosten en de risico’s. Beide documenten zijn kosteloos verkrijgbaar ten kantore van het fonds en via www.robeco.com.
Robeco Hollands Bezit N.V. 4
Kerncijfers Overzicht 2008 - 2012 2012
2011
2010
2009
2008
Gemiddeld
7,4
–9,7
10,8
42,1
–47,9
–4,5
Performance in % op basis van: - Beurskoers 1,2 - Intrinsieke waarde
1,2
AEX Index Dividend in euro’s 3 Vermogen
4
6,7
–8,9
11,3
41,6
–48,1
–4,5
14,1
–8,8
9,2
42,2
–50,3
–4,3
0,80
1,00
0,60
0,60
1,20
280
350
469
367
252
1
Een mogelijk verschil tussen de performance op basis van de beurskoers en de intrinsieke waarde wordt veroorzaakt doordat de laatste beurskoers van de rapportageperiode en de intrinsieke waarde op een verschillend tijdstip worden vastgesteld. De laatste beurskoers van de rapportageperiode wordt vastgesteld op de laatste beursdag van de desbetreffende rapportageperiode, waarbij de om 6 uur ’s morgens bekende gegevens met betrekking tot de waardering worden gehanteerd. De intrinsieke waarde is gebaseerd op de waarderingen zoals bekend aan het einde van die beursdag. 2
Indien dividenduitkering plaatsvindt in enig jaar, dan wordt rekening gehouden met een herbelegging van het uitgekeerde dividend.
3
Het dividend heeft betrekking op genoemd boekjaar en wordt uitgekeerd in het daaropvolgende boekjaar. 2012 betreft voorstel.
4
In miljoenen euro's.
Robeco Hollands Bezit N.V. 5
Verslag van de directie Algemene inleiding Economie De wereldeconomie had in 2012 te kampen met een aantal structurele problemen, die een traditioneel economisch herstel belemmerden. Ook dit jaar stond in het teken van de beheersing van de schuldquota in de Westerse wereld, in een omgeving met gematigde economische groei en lage rentes. Het was ook een jaar waarin centrale banken meer dan gebruikelijk van zich lieten horen. Daarbij speelde het krachtige optreden van de Europese Centrale Bank (ECB) een hoofdrol. De noodzakelijke schuldbeheersing in de Westerse wereld verloopt gemakkelijker bij een aantrekkende groei van de wereldeconomie. In de eerste maanden van 2012 kwam die groei vooral uit de Verenigde Staten, waar de werkloosheidscijfers gunstig uitvielen, mede door de zachte winter. De werkloosheid daalde gedurende het jaar vervolgens langzaam naar 7,5%. Daarnaast verbeterde de situatie op de Amerikaanse huizenmarkt. Het graduele herstel van de economie in de Verenigde Staten werd gestimuleerd door een Fed (het Amerikaanse stelsel van centrale banken) die haar retoriek gedurende het jaar kracht bijzette door een belangrijke herinterpretatie van haar mandaat. Niet alleen belooft de Fed de rente tot 2015 laag te houden om de economische ontwikkeling te stimuleren, maar de bank stelt zich nu ook expliciet een reductie van de werkloosheid tot 6,5% ten doel. Hoewel de conjuncturele situatie verbeterde, had de economie van de Verenigde Staten in het najaar te kampen met de dreigende fiscal cliff per 1 januari 2013. De investeringsactiviteit van bedrijven bleef daardoor zeer gematigd. In Europa nam de bezorgdheid in het eerste kwartaal af omdat de ECB in december 2011 en februari 2012 driejaarsleningen beschikbaar stelde aan de Europese banken tegen een hele lage rente. Hierdoor konden de banken zich goedkoop herfinancieren. Een deel van de middelen werd gebruikt om overheidsobligaties te kopen met een hogere rente. Later in het jaar nam de onrust weer toe omdat de Griekse overheid wederom niet voldeed aan de gestelde eisen van de Trojka en een derde steunpakket nodig had. Het besmettingsgevaar van een eventuele Griekse uittreding richting de overige perifere landen van de Eurozone vormde daardoor een reëel risico. Ook de problemen op de Spaanse huizenmarkt werden steeds meer zichtbaar. In een poging de markten te stabiliseren, deed de president van de ECB, Mario Draghi, in juli een krachtige uitspraak door te stellen dat de ECB er alles aan zal doen om de euro te redden en dat dit afdoende zal zijn. De rentes op staatspapier van Spanje en Italië daalden aanzienlijk door de aankondiging van een ongelimiteerd conditioneel obligatie- opkoopprogramma door de ECB. Ook afgelopen jaar werd duidelijk dat de Noord-Europese landen stapsgewijs de balans zoeken tussen enerzijds het ter beschikking stellen van voldoende financiële middelen om de periferie in de Eurozone te houden en anderzijds het voldoende stimuleren van de periferie om de noodzakelijke structurele hervormingen door te voeren. De Noord-Europese landen zijn alleen bereid tot solidariteit als er meer financiële discipline komt in de Zuid-Europese landen. Vooral Duitsland stuurt hierbij aan op overdracht van politieke soevereiniteit aan Brussel en een gecentraliseerd bankentoezicht in Frankfurt. Ook in Azië stonden centrale banken in de schijnwerpers. Nadat de Japanse centrale bank eerder in het jaar maatregelen had genomen om de Japanse yen minder duur te maken ten opzichte van andere munten, kondigde de nieuwe Japanse premier in december aan een voorstander te zijn van meer agressieve kwantitatieve verruiming. Hiermee zou Japan zich moeten ontworstelen aan een klimaat waarin deflatie en economische stagnatie al jaren de toon zetten. De Chinese centrale bank verlaagde in juni de rente om een verdere vertraging van Chinese economie tegen te gaan. Dit was de eerste keer sinds eind 2008. Daarbij werd in China het nieuwe communistische bewind van Xi Jingping geïnstalleerd, onder wiens leiding de economische koers van China naar verwachting grotendeels ongewijzigd blijft. In navolging van China wisten de opkomende markten het afgelopen jaar de inflatie in toom te houden (mede door de lagere grondstoffen- en voedselprijzen) waardoor er ruimte bleef voor centrale banken om de groei te blijven stimuleren. Vooruitzichten aandelenmarkten Het mondiale macro-economische beeld voor 2013 blijft wijzen op een omgeving van groei beneden de trend en gematigde inflatie waarin neerwaartse risico’s resteren. Centrale banken in ontwikkelde landen zullen zich hierdoor actief blijven opstellen om de reële economie te stimuleren door rentecurves te drukken. In de Verenigde Staten zal de
Robeco Hollands Bezit N.V. 6
groei vermoedelijk gematigd blijven, mede door de noodzaak tot fiscale consolidatie. Voortgaande fiscale consolidatie in de Europese periferie zal naar verwachting de economische groei in de Eurozone belemmeren. Hoewel de twijfel over het voortbestaan van de euro als valuta is verminderd, resteert onzekerheid over verdergaande integratie in de monetaire unie. Wij verwachten dat China zich zal herstellen, waardoor andere opkomende markten het relatief hoge groeitempo kunnen vasthouden. Mondiale inflatiedruk zal beperkt blijven door de nadruk op schuldbeheersing en de lagere grondstoffenprijzen in een omgeving van beneden gemiddelde bezettingsgraden. Destabilisatie van het MiddenOosten of mislukte oogsten kunnen echter een tijdelijke impuls geven aan de inflatie. Voor aandelen is er naar onze mening zicht op verdere beperkte koerswinsten. In een klimaat waarin de mondiale economie zich traag herstelt, lijkt expansie van historisch hoge winstmarges niet waarschijnlijk. Dat betekent dat de winstgroei opnieuw laag zal zijn. De winstontwikkeling zal daarom geen drijvende kracht achter de koersen zijn. De waardering van aandelen is historisch gezien vrij normaal. Het is positief dat centrale banken het zeer ruime monetaire beleid voortzetten. De lage rente prikkelt investeerders tot een zoektocht naar rendement waar aandelen uiteindelijk van kunnen profiteren. Tevens kan voortgaande inkoop van eigen aandelen een positieve rendementsbijdrage leveren.
Beleggingsresultaat In 2012 steeg de koers van het aandeel Robeco Hollands Bezit van EUR 19,28 naar EUR 19,59. Dit betekent, rekening houdend met herbelegging van het in mei 2012 uitgekeerde dividend van EUR 1,00 per aandeel, een beleggingsresultaat van 7,4%. Op basis van de intrinsieke waarde, die steeg van EUR 19,46 naar EUR 19,66, bedroeg het beleggingsresultaat 6,7%. Hierbij is eveneens rekening gehouden met de herbelegging van het uitgekeerde dividend. De benchmark van het fonds, de AEX-index, steeg in dezelfde periode met 14,1%. In 2012 heeft de allocatie over sectoren licht positief bijgedragen, terwijl de aandelenselectie binnen sectoren een negatief resultaat liet zien. Het onderwegen van de sector energie en het overwegen van de sector informatietechnologie hebben een licht positieve bijdrage geleverd aan het resultaat. Aandelenselectie was daarentegen negatief in met name de sector financiële dienstverlening maar ook in de sectoren informatietechnologie, consument-defensief en basismaterialen. Een positief resultaat werd behaald in de sectoren energie en telecommunicatie. Belangrijkste reden voor het achterblijven ten opzichte van de AEX-index was de voorkeur in de portefeuille voor aantrekkelijk gewaardeerde AMX-aandelen boven de dure AEX-namen. Zo was Robeco Hollands Bezit in 2012 niet belegd in de sterkste AEX-namen ASML, Aegon, Heineken en Unibail-Rodamco, die stijgingen lieten zien van tussen 40% en 70%, maar was het fonds wel belegd in BinckBank, AMG en Delta Loyd, die rendementen lieten zien van tussen de –20% en +5%. Aandelenselectie pakte positief uit in de sector energie als gevolg van het vermijden van SBM Offshore, dat een daling liet zien van 34%, en het op tijd verkopen van Fugro. In de sector telecommunicatie werd een positief resultaat behaald met de voorkeur voor nieuwkomer Ziggo boven KPN. In de sector financiële dienstverlening werd een negatief resultaat behaald als gevolg van de voorkeur voor BinckBank boven ING, voor Delta Lloyd boven Aegon en voor Corio boven Unibail-Rodamco. Vooral in de financiële sector waren de stijgers enkel in de liquide AEX namen te vinden. Per saldo heeft het fonds Robeco Hollands Bezit hierdoor in 2012 een minder positief rendement behaald dan de AEX-index.
Beleggingsbeleid In 2012 zijn er een aantal belangrijke wijzigingen in de portefeuille aangebracht. Ten eerste is aan het begin van het jaar de positie in telecomaanbieder KPN fors afgebouwd waardoor dit aandeel gedurende het gehele jaar onderwogen in de portefeuille is geweest. Ten tweede is in het eerste kwartaal de positie in Reed Elsevier verkocht om later in het jaar hiervoor Wolters Kluwer op te nemen. Ten derde is gedurende het jaar de positie in Unilever geleidelijk afgebouwd naar een uiteindelijk onderwogen positie. Tevens zijn in 2012 nieuwe posities opgebouwd in Ziggo (tijdens en ook na de beursgang), in Unit 4 en aan het eind van het jaar in TNT Express en SBM Offshore. In totaal bestaat Robeco Hollands Bezit N.V. voor twee derde uit kwaliteits-AEX-aandelen zoals Unilever, Royal Dutch Shell, Ahold, ArcelorMittal, DSM en Wolters Kluwer en voor één derde uit sterk ondergewaardeerde groeinamen uit de AMX zoals Delta Lloyd, BinckBank, ASMI, Unit 4, Ziggo en AMG.
Robeco Hollands Bezit N.V. 7
Energie Het rendement dat in 2012 is behaald met Royal Dutch Shell was zoals wel vaker gelijk aan het rendement op een vat Noordzee olie, en dat was grosso modo nul. Royal Dutch Shell bleef hiermee sterk achter bij de AEX. De koers van SBM Offshore daarentegen daalde ruim 30% in 2012 als gevolg van aanhoudende problemen met de constructie van het olieboorplatform YME. Fugro steeg per saldo met 2%, maar na het afstoten van de cyclische seismische activiteiten aan CGG Veritas is de positie voor een zeer goede prijs verkocht met een winst van 16%. Enkele weken later wist Fugro de markt te shockeren met een winstwaarschuwing en de aankondiging van het vertrek van de net begonnen CEO. Robeco Hollands Bezit is per saldo onderwogen in energie geweest met een onderweging in Royal Dutch Shell, het niet in portefeuille hebben van SBM Offshore en het op tijd verkopen van Fugro. Per saldo hebben zowel sectorallocatie en aandelenselectie positief bijgedragen aan het resultaat. Tegen het eind van de verslagperiode is een belang genomen in SBM Offshore na de volledige afschrijving van YME en een kapitaal injectie van grootaandeelhouder HAL. Basismaterialen Met een stijging van 17% presteerde de sector basismaterialen in lijn met de AEX. Robeco Hollands Bezit was in 2012 belegd in DSM, AMG en ArcelorMittal. DSM steeg ruim 30% en presteerde daarmee in lijn met sectorgenoot Akzo Nobel. DSM voegde na de aankoop van Martek nog een aantal mooie groeibedrijven aan de portefeuille toe zoals Tortuga in Brazilië, Ocean Nutrition in Canada en Kensey Nash in de VS. Al deze overnames versterken de reeds dominante positie die DSM heeft in voedingsingrediënten. Inclusief deze overnames haalt DSM inmiddels 80% van haar resultaat uit de langzaam maar zeker groeiende voedingsdivisie met stabiele en hoge marges. De posities in AMG en ArcelorMittal daarentegen daalden met 15% en 5%. Beide aandelen waren al zeer aantrekkelijk gewaardeerd, maar hadden in 2012 last van de zwakke economische omgeving en de daarmee gepaard gaande afnemende groei van de vraag naar metalen en staal. Op deze koersniveaus is ons inziens geen economische groei nodig om het waarderingsplaatje rond te krijgen voor deze aandelen. Laat staan als in 2013 blijkt dat de wereldeconomie toch kan groeien omdat bijvoorbeeld China nu een nieuwe leider heeft, Amerika niet in zijn zelf gegraven begrotingsravijn valt en de Eurozone toch blijft bestaan. De overweging in DSM leverde een positieve bijdrage aan het resultaat, echter deze werd meer dan teniet gedaan door een negatieve bijdrage van AMG en ArcelorMittal en het niet in portefeuille hebben van Akzo Nobel. Industrie en dienstverlening Met een stijging van 32% behoorde deze cyclische sector tot één van de best presterende sectoren in 2012. De stijging werd gedragen door de zwaargewichten Philips en Randstad. De best presterende aandelen waren echter Air FranceKLM, dat alhoewel nog steeds verlieslatend wel met 80% beursrendement werd beloond en TNT Express, dat 46% steeg door de aangekondigde overname door UPS. Per saldo werd een neutraal resultaat behaald, waarbij de positie in Randstad een positieve bijdrage leverde maar het niet in portefeuille hebben van Air France-KLM en TNT Express negatief bijdroegen. Tegen het einde van de verslagperiode is een positie in TNT Express opgebouwd op een koers ruim 30% onder het bod van UPS. Tevens is afscheid genomen van de positie in Randstad vanwege zwakkere vooruitzichten voor de belangrijke uitzendmarkt in Duitsland. Consument-defensief Dankzij een 44% stijging van bierbrouwer Heineken wist deze sector in lijn met de AEX te presteren. Na een lang gevecht wist Heineken voor EUR 3,5 miljard het minderheidsbelang in haar Aziatische dochter Asia Pacific Breweries over te nemen, een dure maar noodzakelijke overname waarmee Heineken haar positie in de snel groeiende Aziatische markt wist te verstevigen en daarmee de afhankelijkheid van Europa te verminderen. Unilever liet in 2012 een stijging zien van 12% en bleef marktaandeel winnen ten opzichte van de concurrentie. Ahold daarentegen bleef in 2012 met een stijging van slechts 1% achter bij de sector. Alhoewel beleggers groeibedrijven extra beloonden in 2012, viel Ahold niet in deze categorie. Wat ons betreft ten onrechte, want Ahold heeft onder aanvoering van Dick Boer tal van nieuwe groei-initiatieven ontplooid. Inmiddels heeft Ahold 11 winkels in België geopend en heeft het met de overname van 78 C1000 winkels haar marktpositie in Nederland verder uitgebreid. Daarnaast zet Ahold met Bol.com vol in op de groei in online winkelen. Naast de EUR 1 miljard cashflow die Ahold per jaar genereert, kondigde het bedrijf tevens aan haar belang in dochter ICA mogelijk van de hand te willen doen, hetgeen (indien succesvol afgerond in 2013) voldoende ruimte biedt voor een extraatje richting aandeelhouders. Robeco Hollands Bezit is het gehele jaar overwogen geweest in Ahold. Tevens had en heeft het fonds geen positie in Heineken vanwege de te hoge waardering en heeft het in de loop van het jaar ook Unilever op basis van waardering naar een onderwogen positie gebracht. Qua absolute weging blijft consument-defensief de grootste sector in portefeuille.
Robeco Hollands Bezit N.V. 8
Consument-cyclisch In de sector consument-cyclisch presteerde de portefeuille in lijn met de benchmark. De sector presteerde bovengemiddeld in 2012. TomTom, Wolters Kluwer en Reed Elsevier lieten stijgingen zien van tussen de 20% en 30%. TomTom liet een fraai herstel zien na de daling in 2011 en een volatiel begin van het jaar. De transitie van hardwarenaar softwarebedrijf begint vorm te krijgen, waarbij de markt voor losse navigatiesystemen nog wel daalt. De overige produkten en diensten zoals ingebouwde navigatiesystemen, digitale kaarten en verkeersinformatie groeien nu echter bijna hard genoeg om de volledige daling op te vangen. Gecombineerd met kostenbesparingen en een bijna schuldenvrije balans is dit in 2012 voldoende geweest om de beurskoers met 24% te laten stijgen. Aan de mediakant is de voorkeur verschoven van Reed Elsevier naar Wolters Kluwer. Beide zijn aantrekkelijk gewaardeerde aandelen met solide cashflowvooruitzichten, maar ons inziens wordt het risico van rebellerende wetenschappers bij Reed Elsevier onderschat. In de academische wereld komen steeds meer protesten tegen de hoge prijzen die Reed Elsevier vraagt voor de wetenschappelijke tijdschriften. Deze protesten zijn niet vreemd, aangezien alle artikelen in deze tijdschriften door dezelfde wetenschappers zijn geschreven en er voor de publicatie van deze artikelen soms ook nog betaald moet worden. Er zijn door verschillende wetenschappers al initiatieven getoond om op internet gratis wetenschappelijke tijdschriften te publiceren. Tevens wordt er door Europese overheden steeds vaker geroepen dat wetenschappelijke kennis betaald met overheidsgeld ook gratis voor iedereen beschikbaar moet zijn. Financiële waarden De voorkeur voor Delta Lloyd boven Aegon, voor BinckBank boven ING en voor Corio boven Unibail-Rodamco pakte in 2012 negatief uit. Beleggers zochten met name via liquide aandelen exposure naar de sector om in geval van een wederom oplaaiende eurocrisis ook weer snel uit te kunnen stappen. De sector steeg gemiddeld met 35%, echter onze midcapaandelen stegen slechts 3%. Onze voorkeuren blijven onveranderd. Daar waar ING haar groeiparels heeft moeten verkopen om de Staat terug te betalen, is de groeiparel BinckBank nog volledig intact. BinckBank is marktleider in Nederland en België en is nu ook Frankrijk en Italië aan het veroveren. Tevens heeft BinckBank een ijzersterke balans met een sterke kapitaalgeneratie en geeft per jaar 12% van zijn marktwaarde aan aandeelhouders terug via dividend en aandeleninkoop. Daarnaast zijn TOM (Euronext concurrent), BeFrank (goedkoop pensioenfonds), Alex (vermogensbeheer) en ThinkCapital (ETF provider) heel interessante groeionderdelen van het bedrijf. Zo nam Nasdaq tegen het eind van de verslagperiode een 25%-belang in TOM met de optie om naar 50% te verhogen. Delta Lloyd blijft de grootste positie in de sector en zal als geen ander profiteren van bedrijven die hun pensioenen de komende jaren zullen uitbesteden. Het belangrijkste verschil met Aegon is dat Delta Lloyd wel risico durft te nemen aan de beleggingskant om extra winsten voor aandeelhouders te genereren. Hiermee is Delta Lloyd ook competitiever dan het conservatief beleggende Aegon. De waardering met een bijna 9% dividend rendement is zeer aantrekkelijk. Daarnaast laat Delta Lloyd haar verplichtingen op marktwaarde zien, terwijl dit bij ING en Aegon niet het geval is, waardoor de boekwaarde wordt onderschat. Informatietechnologie De voorkeur voor ASMI boven ASML heeft negatief bijgedragen aan het resultaat. ASMI bleef met een stijging van 21% achter bij ASML dat 45% in waarde toenam. Net als ASML profiteert ASMI van de structurele vraag naar snellere en kleinere chips. Bovendien heeft ASMI de afgelopen jaren een indrukwekkend herstructureringsprogramma doorgevoerd waardoor de kostenbasis structureel is verlaagd. Vreemd genoeg is de marktkapitalisatie van ASMI nog steeds lager dan de waarde van het 52% belang in haar Aziatische dochter ASMPT, terwijl op de aandeelhoudersvergadering onder druk van aandeelhouders zoals Robeco en de grootste aandeelhouder en tevens oprichter Arthur del Prado het bedrijf heeft aangekondigd een studie te gaan doen naar mogelijkheden om de negatieve waarde die aan ASMI front end wordt toegekend te doen verdwijnen. ASML verraste vriend en vijand door haar belangrijkste klanten een belang in het bedrijf te laten nemen en tevens voor toekomstige R&D te laten betalen. Aan de andere kant was ASML genoodzaakt om één van haar belangrijkste toeleveranciers Cymer voor ruim 2 miljard USD over te nemen, omdat de nieuwe generatie chipsmachines nog wel wat kinderziektes vertoont. We vonden ASML aan het begin van het jaar reeds aardig aan de prijs, maar op de huidige waardering mag echt niets verkeerd gaan. In 2012 is een langetermijnpositie opgebouwd in Unit 4, een sterk groeiend software bedrijf met leidende marktposities, dat uniek is gepositioneerd voor de verschuiving richting SaaS (Software as a Service) en cloud computing. Telecom Naast Douwe Egberts mochten we in 2012 Ziggo op de Amsterdamse beurs verwelkomen. Daar waar Douwe Egberts een wat lastige start kende, mag het debuut van Ziggo als zeer geslaagd worden bestempeld. Robeco Hollands Bezit was vanaf de eerste dag aandeelhouder en heeft de positie in de loop van het jaar verder uitgebouwd. In haar eerste
Robeco Hollands Bezit N.V. 9
beursjaar steeg Ziggo met 35%. De reden voor de belegging is dat Ziggo een mooie combinatie biedt van groei en solide cashflow en op termijn via goedkopere herfinanciering aandeelhouders nog een extraatje kan bieden. Dit staat in schril contrast tot KPN dat ondanks een 30% belang van America Movil haar koers zag halveren in 2012. De Nederlandse mobiele tak staat onder druk, de omzetgroei in Duitsland zwakt af en de balans staat onder druk als gevolg van investeringen in glasvezel en spectrum waardoor KPN genoodzaakt was om het dividend fors te verlagen.
Sustainability investing Sustainability investing in de fondsen van Robeco is een positieve keuze met minimale beperkingen aan het beleggingsuniversum en bestaat uit een combinatie van effectieve instrumenten: • uitoefening stemrechten • engagement • uitsluitingen • integratie ESG-factoren1 in beleggingsprocessen Uitoefening stemrechten De beheerder heeft het streven om wereldwijd het stemrecht uit te oefenen op door het fonds gehouden aandelen. De beheerder doet dit vanuit de overtuiging dat ‘good corporate governance’ op de lange termijn goed is voor de aandeelhouderswaarde. Het corporate governance beleid van de beheerder is gebaseerd op de internationaal geaccepteerde principes van het International Corporate Governance Network (ICGN). De beheerder heeft de opvatting dat lokale wetten en codes voor ondernemingsbestuur, zoals de Corporate Governance Code in Nederland, het leidende kader voor de corporate governance praktijk en het stemgedrag vormen. Deze aanpak is in lijn met principes 7 en 9 van de ICGN Global Corporate Governance Principles. Deze principes richten zich op transparantie en de verantwoordelijkheden van aandeelhouders. Informatie over het stembeleid, een verslag van de uitvoering van het stembeleid en kwartaalverslagen over het uitgeoefende stemrecht zijn terug te vinden op www.robeco.nl/ri. De beheerder heeft hiermee over de verslagperiode het principe en de best practice bepalingen van de Nederlandse Corporate Governance Code die zien op de verantwoordelijkheid van institutionele beleggers nageleefd. Engagement Engagement is het actief gebruiken van de rechten van beleggers om invloed uit te oefenen op bedrijven. Robeco treedt in actieve dialoog met ondernemingen over verantwoord ondernemerschap en een maatschappelijk verantwoord ondernemingsbeleid. Dit verhoogt naar onze mening op de langere termijn de aandeelhouderswaarde voor onze klanten. Wij hanteren hierbij een themagedreven aanpak. Dit verschaft ons de mogelijkheid om een onderwerp diepgaand te bestuderen. Uitsluitingen Het uitsluitingenbeleid van Robeco bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste worden ondernemingen uitgesloten die controversiële wapens of essentiële onderdelen daarvan produceren of het merendeel van hun omzet realiseren met de verkoop of transport van deze wapens. Ten tweede kan een niet-succesvolle dialoog op termijn leiden tot uitsluiting van een onderneming van het beleggingsuniversum. Het gaat hierbij om een dialoog waarbij wij spreken met ondernemingen over ernstige en structurele schendingen van internationaal breed geaccepteerde richtlijnen voor verantwoord ondernemen. In het bijzonder richt Robeco zich hierbij op het United Nations Global Compact. Naast het uitsluitingenbeleid van ondernemingen, is er ook een beleid voor het uitsluiten van landen. Deze uitsluitingen hebben betrekking op landengerelateerde beleggingen (bijvoorbeeld staatsobligaties). De uiteindelijke bevoegdheid om ondernemingen en landen op de uitsluitingslijst te plaatsen ligt bij de directie van de Robeco Groep. Integratie ESG-factoren in beleggingsprocessen ESG-factoren zijn geïntegreerd in het beleggingsproces door gebruik te maken van de expertise van RobecoSAM Group Holding AG, een in ESG gespecialiseerde dochteronderneming van de Robeco Groep, op het gebied van sustainability scores. Deze scores lopen van 100 tot 0, waarbij 100 de best mogelijke score is en 0 de slechtste. Bedrijven met een sustainability score lager dan 40 worden door Robeco Hollands Bezit vermeden tenzij er een actieve engagement dialoog aan de gang is of de sustainability score hoger is dan het sector gemiddelde. Transparantie en rapportage over beleid en uitvoering Primair wordt via de website gerapporteerd over sustainability investing. Voor het uitoefenen van stemrechten, voor engagement en voor uitsluitingen is zowel het beleid als het verslag van de uitvoering terug te vinden op www.robeco.nl/ri. 1
ESG staat voor Environmental, Social and Corporate Governance; in het Nederlands: milieu, maatschappij en goed bestuur.
Robeco Hollands Bezit N.V. 10
Risicobeheer Het fonds maakt gebruik van financiële instrumenten. De hiermee samenhangende risico’s zijn nader omschreven in de jaarrekening. Risicobeheer is een integraal onderdeel van het beleggingsproces. Systemen houden continu de belangrijkste risico’s, waaronder prijsrisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico in de gaten. Daarnaast worden controles uitgevoerd door een onafhankelijke riskmanagementafdeling, die direct rapporteert aan het senior management. Robeco Hollands Bezit hanteert strikte liquiditeitslimieten in termen van minimumomzet per dag. Daarnaast was de portefeuille in 2012 goed gespreid over zowel aandelen als sectoren en waren de afwijkingen in sectorweging ten opzichte van de index beperkt. Dit heeft ervoor gezorgd dat het prijsrisico beperkt was en dat de portefeuille zich altijd binnen de trackingerrorlimiet bevond. De aanwezigheid van financiële en operationele risico’s is inherent aan het karakter van vermogensbeheer. De manier waarop de beheersing van deze risico’s in de dagelijkse bedrijfsvoering is verankerd, is dan ook van groot belang. De Robeco Groep maakt gebruik van een risicomanagement raamwerk (Robeco Control Framework) dat de beheersing van alle risicotypes waarborgt. Binnen dit raamwerk worden risico’s periodiek geïdentificeerd en beoordeeld op significantie en materialiteit. Interne procedures en maatregelen zijn erop gericht om de beheersing van zowel financiële als operationele risico’s vorm te geven. Zowel de risico’s en de procedures als de maatregelen worden actief gemonitord. Specifieke aandacht wordt besteed aan de continuïteit van kritische bedrijfsprocessen. Hiertoe heeft de Robeco Groep maatregelen getroffen om schade als gevolg van onderbreking van haar dienstverlening zoveel mogelijk te beperken. Het Business Continuity Management (BCM) proces draagt zorg voor de continuïteit van kritische processen en diensten door middel van een gedegen crisisorganisatie en een uitgebreide set van oefeningen, beleid, baseline (een set met BCM eisen), plannen en richtlijnen. Hiernaast heeft de Robeco Groep het afgelopen boekjaar aandacht besteed aan de (mogelijke) directe en indirecte gevolgen van de aanhoudende problemen in het eurogebied. Hierbij is o.a. gewerkt aan scenarioplanning en het opzetten van een crisisdraaiboek om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op eventuele consequenties van een verdere verergering van de eurocrisis. Ook worden de operationele risico’s die te relateren zijn aan de crisis voortdurend geanalyseerd en worden waar nodig aanvullende beheersmaatregelen getroffen. Bovendien zijn het afgelopen boekjaar aanvullende maatregelen genomen om de risico’s te beperken die gepaard gaan met niet nakoming door een tegenpartij. Hiertoe zijn de kasuitzettingen verder gespreid over de toegestane tegenpartijen. Er is een tweede tegenpartij aangesteld voor de handel in termijncontracten zodat eventuele risico’s voor de fondsen snel kunnen worden gemitigeerd in geval van een dalende kredietwaardigheid van de huidige tegenpartij. Op het gebied van marktrisico zijn de functionaliteiten van de marktrisicosystemen verder ontwikkeld. Hierbij is aandacht besteed aan het verder vergroten van het aanpassingsvermogen van de risicocijfers die daarmee sneller reageren op veranderende marktomstandigheden. Ook is een nieuw stresstesting kader ontwikkeld dat de Robeco Groep beter inzicht biedt in hoe de portefeuille reageert op extreme doch plausibele scenario’s. Hierbij wordt een combinatie van historische en hypothetische scenario’s gehanteerd. Ten aanzien van het liquiditeitsrisico van de fondsen is in bepaalde gevallen afgesproken een minimum liquiditeitsbuffer aan te houden om ook in illiquide periodes te waarborgen dat klanten in en uit kunnen stappen.
Verklaring omtrent de bedrijfsvoering Robeco Institutional Asset Management B.V. (“RIAM”) beschikt over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht (“Wft”) en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (“Bgfo”). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo niet voldoet aan de vereisten
Robeco Hollands Bezit N.V. 11
zoals opgenomen in de Wft en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als beheerder voor Robeco Hollands Bezit N.V. te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo, die voldoet aan de eisen van het Bgfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd.
Verslag van het gehouden toezicht Uit de raad van commissarissen van Robeco Groep N.V. zijn enkele commissies benoemd, namelijk de audit & risk committee, de investment committee en de nomination, remuneration & corporate governance committee. Deze commissies bestaan voor de meerderheid uit onafhankelijke commissarissen in de zin van de Corporate Governance Code. De audit & risk committee bestaat uit de heren drs. G. Izeboud RA (voorzitter), prof. dr. A. Bruggink, drs. A.C. Dorland MBA (per 3 april 2012), mr. S.E. Eisma en drs. D.P.M. Verbeek en vergaderde zes keer gedurende de verslagperiode. De vergaderingen van de audit & risk committee zijn bijgewoond door onder meer de hoofden van de afdelingen Group Internal Audit, Group Compliance en Group Risk Management en door vertegenwoordigers van Ernst & Young Accountants LLP. Compliance-, audit- en riskmanagement aangelegenheden zijn in de audit & risk committee besproken. Robeco kent "Principles on Fund Governance", waarvan de naleving wordt gemonitord door Group Compliance. Deze beginselen komen in belangrijke mate overeen met de beginselen opgesteld door Dutch Fund and Asset Management Association (DUFAS). Robeco's Group Internal Audit heeft de Principles van DUFAS en die van Robeco in 2012 met elkaar vergeleken en twee kleine aanpassingen voorgesteld, die door Group Compliance zijn geïmplementeerd. Daarnaast is de tekst over de monitoringprocedure aangepast: Group Internal Audit zal elk Principle ten minste eenmaal per drie jaar aan een audit onderwerpen, Group Compliance zal ze doorlopend monitoren. De investment committee bestaat uit de heren mr. Ph. Lambert (voorzitter), prof. dr. A. Bruggink, drs. A.C. Dorland MBA (per 3 april 2012), drs. G. Izeboud RA en drs. D.P.M. Verbeek en vergaderde vier keer gedurende de verslagperiode. Deze vergaderingen zijn bijgewoond door onder meer vertegenwoordigers van de beleggingsafdelingen en door het management van verschillende buitenlandse entiteiten van de Robeco Groep. Besproken werden het Robeco Groep produktenpalet, de investment capability profitability analysis, het gevoerde beleggingsbeleid en performance-ontwikkelingen. Daarbij zijn onder meer de performances in vergelijking met de gestelde performance targets en de ratings, zoals die van Morningstar, onderwerp van gesprek geweest. Daarnaast zijn de ontwikkelingen in de financiële markten een vast agendapunt. De nomination, remuneration & corporate governance committee bestaat uit de heren mr. S.E. Eisma (voorzitter), mr. Ph. Lambert, ir. P.J.A. van Schijndel en drs. D.P.M. Verbeek en vergaderde vijf keer gedurende de verslagperiode. Bij deze vergaderingen waren onder meer ook de CEO en het hoofd Group Human Resources aanwezig. In de vergaderingen komt, naast onderwerpen zoals succession- en continuitybeleid, het beloningsbeleid voor het senior management aan de orde. In het bijzonder werd veelvuldig gesproken over de implementatie van de Principes voor Beheerst Beloningsbeleid van de AFM en DNB. Deze implementatie leidde op een beperkt aantal punten tot aanpassingen en is in de zomer van 2012 afgerond. In het Robeco Beloningsbeleid is behalve de Principes voor Beheerst Beloningsbeleid ook het beloningsbeleid van Rabobank verankerd. Rotterdam, 28 maart 2013 De directie
Robeco Hollands Bezit N.V. 12
Jaarrekening Balans Voor resultaatbestemming, EUR x duizend
31/12/2012
31/12/2011
273.167
346.704
273.167
346.704
Beleggingen Financiële beleggingen Aandelen
1
Som der beleggingen
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
1.975
–
406
51
Te vorderen dividend
2
Vorderingen op gelieerde maatschappijen
3
86
85
Overige vorderingen
4
605
1.433
3.072
1.569
5.562
4.254
Overige activa Liquide middelen
5
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van effectentransacties
1.381
668
Schulden aan kredietinstellingen
6
152
872
Schulden aan gelieerde maatschappijen
7
271
326
Overige schulden
8
466
209
2.270
2.075
6.364
3.748
279.531
350.452
2.844
3.602
Vorderingen en overige activa minus kortlopende schulden
Eigen vermogen
Samenstelling van het eigen vermogen
9
9
Geplaatst kapitaal
9,10
Agio
9,10
–
7.001
9
256.965
384.019
19.722
–44.170
279.531
350.452
Overige reserves Nettoresultaat
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de desbetreffende nummers in de toelichting.
Robeco Hollands Bezit N.V. 13
Winst- en verliesrekening EUR x duizend
2012
2011
Opbrengst beleggingen
11
11.739
15.472
Waardeveranderingen
11
11.506
–54.845
23.245
–39.373
Kosten
12
Beheerkosten
13
3.064
4.198
Service fee
13
368
504
Overige kosten
15
Nettoresultaat
91
95
3.523
4.797
19.722
–44.170
2012
2011
19.722
–44.170
Kasstroomoverzicht Indirecte methode, EUR x duizend Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Nettoresultaat Gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen
–11.506
54.845
Aankopen van beleggingen
–115.000
–190.293
Verkopen van beleggingen
200.050
253.308
Toename(–)/afname(+) van kortlopende vorderingen
–1.452
–78
644
297
92.458
73.909
21.415
47.377
Betaald bij inkoop eigen aandelen
–96.208
–109.191
Dividenduitkering
–15.850
–12.648
–51
–
Toename(+)/afname(–) van kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangen bij plaatsing eigen aandelen
Toename(–)/afname(+) van kortlopende vorderingen Toename(+)/afname(–) van kortlopende schulden
271
–455
–90.423
–74.917
2.035
–1.008
–7
–
2.028
–1.008
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen op geldmiddelen Toename(+)/afname(–) geldmiddelen
Liquide middelen begin boekjaar
4.254
4.652
Schulden aan kredietinstellingen begin boekjaar
–872
–262
Geldmiddelen begin boekjaar
3.382
4.390
5.562
4.254
Liquide middelen einde boekjaar
5
5
Schulden aan kredietinstellingen einde boekjaar
–152
–872
Geldmiddelen einde boekjaar
5.410
3.382
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de desbetreffende nummers in de toelichting.
Robeco Hollands Bezit N.V. 14
Toelichtingen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 van Boek 2 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek en de Wft. Het boekjaar van het fonds is gelijk aan het kalenderjaar. De toelichtingen op de eigen aandelen van het fonds betreffen de gewone geplaatste aandelen.
Risico’s financiële instrumenten Transacties in financiële instrumenten kunnen ertoe leiden dat de hieronder beschreven financiële risico’s door het fonds worden verkregen of overgedragen aan een andere partij. Voor nadere informatie betreffende de risico’s voor dit fonds wordt verwezen naar het prospectus. Algemeen beleggingsrisico De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de toekomst. De intrinsieke waarde van het fonds is afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markten en kan zowel stijgen als dalen. Aandeelhouders lopen het risico dat zij minder of niets terugkrijgen van hetgeen zij hebben ingelegd. Binnen het algemeen beleggingsrisico kan een onderscheid worden gemaakt tussen marktrisico, concentratierisico en valutarisico. Marktrisico De intrinsieke waarde van het fonds is gevoelig voor marktbewegingen. Daarnaast dienen beleggers zich bewust te zijn van de mogelijkheid dat de waarde van beleggingen kan variëren als gevolg van wijziging in politieke, economische of marktomstandigheden, alsmede door een veranderde individuele bedrijfssituatie. Concentratierisico Op grond van zijn beleggingsbeleid kan het fonds beleggen in financiële instrumenten van uitgevende instellingen die (hoofdzakelijk) opereren binnen dezelfde sector, regio of op dezelfde markt. Indien dit gebeurt, zullen – vanwege de geconcentreerdheid van de beleggingsportefeuille van het fonds – gebeurtenissen die van invloed zijn op deze uitgevende instellingen een sterkere invloed op het fondsvermogen hebben dan bij een minder geconcentreerde beleggingsportefeuille. Voor nadere kwantitatieve informatie over het concentratierisico wordt verwezen naar de geografische verdeling en de sectorverdeling in de Spreiding van het vermogen, onderdeel van het hoofdstuk Toelichtingen. Valutarisico De gehele of een deel van de effectenportefeuille van het fonds kan worden belegd in (financiële instrumenten luidende in) andere valuta’s dan de euro. Valutakoersschommelingen kunnen daardoor zowel een negatieve als een positieve invloed hebben op het beleggingsresultaat van het fonds. Valutarisico’s kunnen worden afgedekt middels het gebruik van valutatermijncontracten en valutaopties. Tegenpartijrisico Een tegenpartij van het fonds kan tekortschieten in de nakoming van haar financiële verplichtingen uit hoofde van financiële instrumenten jegens het fonds. Dit zogenoemde kredietrisico wordt zoveel mogelijk beperkt door het in acht nemen van de nodige voorzichtigheid bij de selectie van tegenpartijen. Daar waar het in de markt gebruikelijk is, worden door het fonds zekerheden gevraagd en verkregen. Het bedrag dat het beste het totale kredietrisico weergeeft dat per 31 december 2012 wordt gelopen, bedraagt EUR 8,7 miljoen (vorig jaar EUR 5,8 miljoen). Bij de berekening van het totale kredietrisico is geen rekening gehouden met ontvangen onderpanden. Er waren geen tegenpartijen met een blootstelling groter dan 5% van het eigen vermogen. Risico uitlenen financiële instrumenten Bij uitleentransacties van financiële instrumenten loopt het fonds het risico dat de inlener niet aan zijn verplichting kan voldoen tot teruggave van de ingeleende financiële instrumenten op de afgesproken datum of tot verstrekking van gevraagde zekerheden. Het uitleenbeleid van het fonds is erop gericht om deze risico’s zoveel mogelijk te beheersen. Tegenpartijen van securities-lendingtransacties worden beoordeeld op hun kredietwaardigheid, gebaseerd op het oordeel van onafhankelijke rating agencies ten aanzien van hun korte termijn kredietwaardigheid en op de omvang van de hoeveelheid net assets. Tevens wordt rekening gehouden met garantstellingen van moederondernemingen. Het fonds accepteert alleen van OESO landen collateral in de vorm van:
Robeco Hollands Bezit N.V. 15
– staatsobligaties met een minimale kredietwaardigheid van BBB–; – obligaties van supranationale organen met een minimale kredietwaardigheid van BBB–; – aandelen genoteerd aan de hoofdindexen van beurzen in OESO landen; en in beperkte mate: – index trackers; – aandelen van financiële instellingen; – in contanten.
Per balansdatum zijn zekerheden verkregen uit hoofde van securities-lendingtransacties. Nadere informatie hierover is opgenomen in de toelichting op de balans. Liquiditeitsrisico De hoogte van feitelijke aan- en verkoopkoersen van financiële instrumenten waarin het fonds belegt, is mede afhankelijk van de liquiditeit van de betreffende financiële instrumenten. Het is mogelijk dat een ten behoeve van het fonds ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd vanwege gebrek aan liquiditeit in de markt in het kader van vraag en aanbod. Om dit risico te beperken, belegt het fonds voornamelijk in dagelijks verhandelbare financiële instrumenten. Beheerder Robeco Institutional Asset Management B.V. (“RIAM”) is de beheerder van het fonds. RIAM neemt in die hoedanigheid het vermogensbeheer, de administratie en de marketing en distributie van het fonds voor zijn rekening. RIAM beschikt over een door de Stichting Autoriteit Financiële Markten (“AFM”) verleende vergunning als bedoeld in artikel 2:96 Wft en staat onder toezicht van de Stichting AFM. Het fonds is door de beheerder geregistreerd bij de AFM. RIAM is een 100%-dochteronderneming van Robeco Groep N.V. Robeco Groep N.V. behoort tot de Rabobank Groep. Gelieerde maatschappijen Het fonds en de beheerder kunnen gebruik maken van de diensten van en transacties verrichten met aan het fonds gelieerde maatschappijen als bedoeld in het Bgfo, zoals onder meer Robeco Securities Lending B.V., Robeco Direct N.V., Robeco Nederland B.V. en de Rabobank Groep. De diensten betreffen het uitvoeren van aan deze maatschappijen uitbestede werkzaamheden, zoals (1) het uitlenen van effecten, (2) het inlenen van personeel en (3) plaatsing en opname van aandelen in het fonds. Onder andere de volgende transacties kunnen worden verricht met gelieerde maatschappijen: treasury management, derivatentransacties, bewaring van financiële instrumenten, uitlenen van financiële instrumenten, kredietverstrekking, het aan- en verkopen van financiële instrumenten op een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit. Alle diensten en transacties vinden plaats tegen marktconforme tarieven.
Waarderingsgrondslagen Algemeen Tenzij anders vermeld, zijn de in de jaarrekening opgenomen posten gewaardeerd op nominale waarde en luiden de bedragen in duizenden euro’s. Verhandelbaarheid Het fonds is een open-end beleggingsinstelling die, behoudens bijzondere omstandigheden, op dagelijkse basis eigen aandelen uitgeeft of inkoopt tegen de intrinsieke waarde met een beperkte op- of afslag. Deze op- of afslag dient alleen ter dekking van de kosten die door het fonds moeten worden gemaakt voor het toe- of uittreden van beleggers. Het vigerende op- of afslagpercentage bedraagt maximaal 0,50%. Een eventueel overschot of tekort komt geheel ten goede aan c.q. ten laste van het fonds. Financiële beleggingen De financiële beleggingen zijn geclassificeerd als handelsportefeuille en worden, tenzij anders vermeld, gewaardeerd tegen de reële waarde. Voor de aandelen wordt de reële waarde bepaald op basis van de beurskoers en andere marktnoteringen per balansdatum. De transactiekosten bij aan- en verkoop van beleggingen zijn begrepen in de aankoop- c.q. verkoopprijs. De beleggingen worden op transactiedatum in de balans verwerkt.
Robeco Hollands Bezit N.V. 16
Vreemde valuta Transacties in een andere valuta dan de euro worden naar de euro omgerekend tegen de op dat moment geldende wisselkoersen. De herleiding van in een vreemde valuta luidende activa en passiva naar de euro geschiedt met inachtneming van de per balansdatum geldende koersen. De daarbij optredende valutakoersverschillen worden verwerkt in de winst- en verliesrekening. Securities lending Beleggingen waarvan het juridisch eigendom uit hoofde van een ‘securities-lendingtransactie’ door het fonds voor een bepaalde termijn wordt overgedragen, blijven gedurende deze periode in de balans van het fonds opgenomen, aangezien de economische voor- en nadelen, in de vorm van beleggingsopbrengsten en waardeveranderingen, ten gunste dan wel ten laste van het resultaat van het fonds komen. De wijze van verantwoorden van in verband met securities lending verkregen zekerheden (onderpand) is afhankelijk van de aard hiervan. Indien onderpand in de vorm van beleggingen wordt ontvangen, wordt dit niet in de balans opgenomen, aangezien de economische voor- en nadelen die samenhangen met het onderpand voor rekening en risico van de tegenpartij zijn. Bij ontvangst van onderpand in de vorm van contanten vindt opname in de balans plaats, omdat in dit geval de economische voor- en nadelen voor rekening en risico van het fonds komen.
Grondslagen resultaatbepaling Algemeen De resultaten van het beleggingsbeleid worden bepaald door de opbrengst beleggingen, koersstijging of -daling, valutastijging of –daling, resultaten op valuta(termijn)transacties en overige derivaten. De resultaten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben en worden verantwoord in de winst- en verliesrekening. Opbrengst beleggingen Hieronder worden de in het verslagjaar gedeclareerde netto contante dividenden verantwoord, de nominale waarde van de gedeclareerde stockdividenden, de interestbaten en -lasten en de opbrengsten van leentransacties. Met lopende interest per balansdatum wordt rekening gehouden. Waardeveranderingen Hieronder worden de gerealiseerde en niet-gerealiseerde koers- en valutaresultaten gepresenteerd.
Robeco Hollands Bezit N.V. 17
Toelichting op de balans 1 Aandelen Verloop van de aandelenportefeuille EUR x duizend
2012
2011
Boekwaarde (reële waarde) begin boekjaar
346.704
464.564
Aankopen
115.000
190.293
Verkopen
–200.050
–253.308
11.513
–54.845
273.167
346.704
Gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten: Koersresultaten Boekwaarde (reële waarde) einde boekjaar
Van deze portefeuille is een specificatie opgenomen onder Effectenportefeuille en een verdeling naar landen en valuta onder Spreiding van het vermogen, beide onderdeel van het hoofdstuk Toelichtingen. Per balansdatum was voor een bedrag van EUR 30 miljoen (ultimo vorig jaar EUR 203 miljoen) aan aandelen uitgeleend. Voor het risico van nietteruglevering zijn adequate zekerheden gevraagd en verkregen ter waarde van EUR 33 miljoen (ultimo vorig jaar EUR 221 miljoen); deze zekerheden zijn niet in de balans opgenomen. 2 Te vorderen dividend Dit betreft gedeclareerde, nog niet ontvangen dividenden. 3 Vorderingen op gelieerde maatschappijen Dit betreft te vorderen opbrengsten uit securities-lendingtransacties. 4 Overige vorderingen Dit betreft vorderingen uit hoofde van terug te vorderen dividend- en bronbelasting en terug te vorderen dividend- en bronbelasting conform artikel 11a van de Wet op de dividendbelasting 1965 en vorderingen uit hoofde van plaatsing eigen aandelen. 5 Liquide middelen Dit betreft de direct opeisbare banktegoeden. 6 Schulden aan kredietinstellingen Dit betreft voorschotten in rekening-courant. 7 Schulden aan gelieerde maatschappijen Dit betreft schulden uit hoofde van te betalen beheervergoeding en service fee en te betalen kosten. 8 Overige schulden Dit betreft schulden uit hoofde van opname eigen aandelen.
Robeco Hollands Bezit N.V. 18
9 Eigen vermogen Samenstelling en verloop eigen vermogen EUR x duizend
2012
2011
3.602
4.273
238
465
Betaald op ingekochte aandelen
–996
–1.136
Stand einde boekjaar
2.844
3.602
Agio Stand begin boekjaar
7.001
68.144
Geplaatst kapitaal Stand begin boekjaar Ontvangen op geplaatste aandelen
Ontvangen op geplaatste aandelen Betaald op ingekochte aandelen
163
46.912
–7.164
–108.055
0
7.001
384.019
349.690
Stand einde boekjaar
Overige reserves Stand begin boekjaar Ontvangen op geplaatste aandelen
21.014
–
Betaald op ingekochte aandelen
–88.048
–
Nettoresultaat voorgaand boekjaar
–44.170
46.977
Dividenduitkering
–15.850
–12.648
Stand einde boekjaar
256.965
384.019
Nettoresultaat Eigen vermogen
19.722
–44.170
279.531
350.452
Het maatschappelijk kapitaal bedraagt EUR 8 miljoen, verdeeld in 39.999.960 gewone aandelen van nominaal EUR 0,20 en 40 prioriteitsaandelen van nominaal EUR 0,20. Per 31 december 2012 bedroeg het aantal uitstaande gewone aandelen 14.219.307. De intrinsieke waarde per gewoon aandeel bedroeg EUR 19,66. 10 Vermogen, uitstaande aandelen en intrinsieke waarde per aandeel Vermogen, uitstaande aandelen en intrinsieke waarde per aandeel 31/12/2012
31/12/2011
31/12/2010
Vermogen in EUR x duizend
279.531
350.452
469.084
Aantal uitstaande aandelen
14.219.307
18.009.475
21.365.379
19,66
19,46
21,96
Intrinsieke waarde per aandeel in EUR x 1
Robeco Hollands Bezit N.V. 19
Toelichting op de winst- en verliesrekening 11 Performance Performance overzicht per aandeel* EUR x 1
2012
Opbrengst beleggingen Waardeverandering Beheerkosten, service fee en overige kosten Nettoresultaat
2011
2010
2009
2008
0,74
0,75
0,68
0,58
1,12
0,72
–2,66
1,86
5,71
–15,25
–0,22
–0,23
–0,23
–0,20
–0,28
1,24
–2,14
2,31
6,09
–14,41
* Op basis van het gemiddeld aantal uitstaande aandelen over het boekjaar. Het gemiddeld aantal aandelen is berekend op dagbasis.
Kosten 12 Lopende kosten Lopende kosten In %
2012
Prospectus
2011
Beheerkosten
1,00
1,00
1,00
Service fee
0,12
0,12
0,12
Overige kosten
0,02
*
0,02
Totaal
1,14
Kostensoort
0,01
1,14
* Voor de overige kosten is alleen voor het bewaarloon in het prospectus een percentage genoemd en dit bedraagt maximaal 0,01%.
Het percentage van de lopende kosten over de verslagperiode bedraagt 1,14%. Dit percentage is gebaseerd op het gemiddelde fondsvermogen. De lopende kosten omvatten alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het fondsvermogen zijn gebracht, exclusief de kosten van transacties in financiële instrumenten en interestkosten. In de lopende kosten zijn evenmin opgenomen de kosten verband houdend met de plaatsingen en opnamen van eigen aandelen. Tevens is het aandeel van de securities lending inkomsten dat aan Robeco Securities Lending B.V. toekomt, zoals vermeld in toelichting 20, niet in de lopende kosten opgenomen. Uit de beheerkosten worden bekostigd alle kosten die voortvloeien uit het beheer en de marketing van het fonds. Indien de beheerder door hem te verrichten werkzaamheden aan derden uitbesteedt, worden de hieraan verbonden kosten uit de beheervergoeding voldaan. Uit de beheerkosten worden mede bekostigd de kosten voor het aanbrengen van deelnemers in het fonds. Uit de service fee worden bekostigd de administratie, de kosten voor de externe accountant, overige externe adviseurs, toezichthouders, de kosten met betrekking tot wettelijke rapportages waaronder jaar- en halfjaarberichten en de kosten voor vergaderingen van aandeelhouders. De kosten voor de externe accountant voor het fonds worden, gezamenlijk met de kosten van andere door RIAM beheerde beleggingsinstellingen, in rekening gebracht bij RIAM. Een bedrag per beleggingsinstelling is derhalve niet beschikbaar. De overige kosten bestaan uit bankkosten en door derden in rekening gebracht bewaarloon voor bewaring van de effectenportefeuille van het fonds. Het bewaarloon bedraagt EUR 21 duizend (vorig jaar EUR 32 duizend). 13 Beheerkosten en service fee De beheerkosten betreffen uitsluitend de beheervergoeding van 1,00% per jaar. De service fee bedraagt 0,12% per jaar over het vermogen tot EUR 1 miljard. Over het vermogen boven EUR 1 miljard bedraagt de service fee 0,10% en voor het vermogen boven EUR 5 miljard bedraagt de service fee 0,08%. De beheervergoeding en service fee worden in rekening gebracht door de beheerder. De vergoedingen worden dagelijks berekend op basis van het fondsvermogen. 14 Performance fee Robeco Hollands Bezit N.V. is niet onderworpen aan een performance fee.
Robeco Hollands Bezit N.V. 20
15 Overige kosten Dit betreft kosten van bewaring, bankkosten en kosten verband houdend met de plaatsingen en opnamen van eigen aandelen. 16 Transactiekosten De brokerkosten en beursbelastingen van de beleggingstransacties zijn verdisconteerd in de kostprijs c.q. de opbrengstwaarde van de beleggingen. Deze kosten en belastingen komen ten laste van het resultaat uit hoofde van waardeveranderingen. De kwantificeerbare transactiekosten zijn hieronder opgenomen. Transactiekosten EUR x duizend
2012
2011
382
458
Transactiesoort Aandelen
17 Commission sharing arrangementen Het bedrag aan commission sharing arrangementen bedraagt over de verslagperiode EUR 26 duizend (vorig jaar EUR 4 duizend). Dit bedrag is onderdeel van de transactiekosten, zoals vermeld onder de toelichting Transactiekosten. 18 Omloopfactor De omloopfactor (portfolio turnover rate) bedraagt over de verslagperiode 65% (vorige verslagperiode 68%). De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille van het fonds en is een maatstaf voor de gemaakte transactiekosten als gevolg van het gevoerde portefeuillebeleid en de daaruit voortkomende beleggingstransacties. De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de turnover uit te drukken in een percentage van het gemiddelde fondsvermogen. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aanen verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van de plaatsingen en opnamen van eigen aandelen. 19 Transacties met gelieerde maatschappijen Van het transactievolume over de verslagperiode is een gedeelte uitgevoerd met gelieerde maatschappijen. Hieronder is een tabel opgenomen met de verschillende transactiesoorten waar hiervan sprake is geweest. Transacties met gelieerde maatschappijen Gedeelte van het totaal volume in %
2012
2011
8,3
11,3
Transactiesoort Aandelen
20 Securities lending Robeco Securities Lending B.V. (“RSL”) bemiddelt voor het fonds in alle securities-lendingtransacties. RSL is een 100%dochteronderneming van RIAM. RSL ontvangt voor haar werkzaamheden 20% van de bruto-inkomsten uit deze securities-lendingtransacties. De marktconformiteit van de afspraken tussen het fonds en Robeco Securities Lending B.V. wordt door een extern bureau periodiek getoetst. De opbrengsten voor het fonds over de verslagperiode bedragen EUR 482 duizend (vorig jaar EUR 635 duizend) en voor RSL EUR 120 duizend (vorig jaar EUR 159 duizend). 21 Personeelskosten Het fonds heeft geen personeel in dienst. Robeco Nederland B.V. is werkgeefster van het voor Robeco Hollands Bezit N.V. in Nederland werkzame bestuur en personeel. De bezoldiging geschiedt uit de beheerkosten. Het beloningsbeleid van Robeco Nederland B.V. bestaat voor fondsmanagers uit enerzijds het vaste inkomen en anderzijds het variabele inkomen, dat gemaximeerd is ten opzichte van het vaste inkomen. Het secundaire arbeidsvoorwaardenpakket ligt in lijn met wat gebruikelijk is binnen de financiële dienstverlening. Het variabele inkomen biedt de fondsmanager een beloning voor zijn meerjarige outperformance. De systematiek is gerelateerd aan de outperformance ten opzichte van een vooraf gestelde target. Het trackrecord over een periode van 1 jaar, 3 jaar en 5 jaar wordt meegewogen in de vaststelling van de variabele beloning; tevens is van invloed de individuele en team performance. Daarnaast wordt de bijdrage van de fondsmanager aan diverse organisatiedoelstellingen meegewogen. De uitbetaling van de variabele beloning vindt gefaseerd over vier of vijf jaar plaats en beweegt mee met de toekomstige bedrijfsresultaten. Conform de Code Banken en Regeling Beheerst Beloningsbeleid wordt de variabele beloning goedgekeurd door de raad van commissarissen van Robeco, en als dochter van Rabobank, ook door de raad van commissarissen van Rabobank.
Robeco Hollands Bezit N.V. 21
Spreiding van het vermogen Geografische en valutaire verdeling Aandelen 31/12/2012 Naar landen Nederland Overige activa en passiva Totaal e FSC aa
in %
in %
273.167
97,7
98,9
6.364
2,3
1,1
279.531
100,0
100,0
31/12/2012
31/12/2011
Consument defensief
22,5
25,2
Financiële dienstverlening
20,0
17,0
Basismaterialen
16,7
14,6
Informatietechnologie
11,7
6,5
Energie
11,5
16,1
Industrie en dienstverlening
7,1
5,4
Consument cyclisch
5,5
6,2
Telecom
2,7
6,6
Farmacie en gezondheidszorg
0,0
1,3
Overige activa en passiva Totaal
Effectenportefeuille Per 31 december 2012 Reële waarde EUR 5.841.000
Nederland ( 97,7%) Advanced Metallurgical
21.730.800
ArcelorMittal
22.538.650
ASM International
13.362.250
BinckBank
8.921.900
Corio
17.269.000
Delta Lloyd
16.240.300
ING
25.337.500
Koninklijke Ahold
19.231.800
Koninklijke DSM
1.858.000
Koninklijke KPN
13.528.600
Philips Electronics
29.871.250
Royal Dutch Shell
2.365.875
SBM Offshore Shs
6.322.500
TNT Express NV
4.178.900
TomTom
37.485.500
Unilever -Cert
10.215.000
Unit 4
11.296.750
Wolters Kluwer
5.571.000
Ziggo NV
Robeco Hollands Bezit N.V. 22
31/12/2011
EUR x duizend
Sectorverdeling In %
31/12/2012
2,3
1,1
100,0
100,0
Rotterdam, 28 maart 2013 De directie Robeco Institutional Asset Management B.V. Drs. L.M.T. Boeren Drs. H.W.D.G. Borrie Drs. R.M.S.M. Munsters Drs. H.A.A. Rademaker Mr. J.B.J. Stegmann
Robeco Hollands Bezit N.V. 23
Overige gegevens Resultaatbestemming Volgens artikel 29 van de statuten van het fonds staat de winst, na aftrek van eventueel door de directie gewenste reserveringen, ter beschikking van de algemene vergadering van aandeelhouders.
Voorstel resultaatbestemming De directie stelt voor het dividend over het boekjaar 2012 vast te stellen op EUR 0,80 per aandeel (vorig jaar EUR 1,00). Bij aanvaarding van dit voorstel zal het dividend op 4 juni 2013 betaalbaar worden gesteld. Met ingang van 21 mei 2013 zullen de aandelen Robeco Hollands Bezit N.V. ter beurze ex-dividend worden genoteerd. Aandeelhouders zal de mogelijkheid worden geboden het dividend (na aftrek van dividendbelasting) op kosten van het fonds in aandelen Robeco Hollands Bezit N.V. te herbeleggen. De daarbij geldende koers is de openingskoers aan de effectenbeurs van Euronext Amsterdam, segment Euronext Fund Service op donderdag 30 mei 2013. Indien de banken, overeenkomstig de betreffende regelingen in hun land, op de dividendnota incassoprovisie in rekening brengen, blijft deze ten laste van de aandeelhouder.
Bijzondere statutaire zeggenschapsrechten Van het aandelenkapitaal van de vennootschap worden 10 prioriteitsaandelen gehouden door Robeco Groep N.V. De statutaire rechten van de prioriteitsaandelen hebben onder meer betrekking op de benoeming van bestuurders en wijziging van de statuten. Verantwoordelijk voor de wijze waarop van het stemrecht gebruik wordt gemaakt zijn de leden van de directie van Robeco Groep N.V.: Drs. R.M.S.M. Munsters, voorzitter Drs. L.M.T. Boeren Drs. H.W.D.G. Borrie Drs. H.A.A. Rademaker Mr. J.B.J. Stegmann.
Gebeurtenissen na balansdatum Overname aandelen Robeco Groep N.V. door ORIX Corporation Op 19 februari 2013 hebben ORIX Corporation (ORIX), Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank BA (Rabobank) en Robeco Groep N.V. bekendgemaakt dat ORIX circa 90,01% van de aandelen in de Robeco Groep N.V. heeft overgenomen van Rabobank. De transactie zal naar verwachting in de tweede helft van 2013 worden afgerond, na het verkrijgen van de wettelijke goedkeuringen. ORIX ondersteunt de strategie van Robeco Groep N.V. voor de periode 20102014, haar dienstverlening aan klanten en haar beleggingsprocessen en teams, gebaseerd op de lange termijn commitment van de Robeco Groep om waarde toe te voegen voor klanten. De overname heeft geen invloed op de economische eigendom van de fondsen of het beleggingsbeleid van de fondsen.
Belangen van bestuurders Op 1 januari 2012 respectievelijk 31 december 2012 hadden de bestuurders va het fonds de in onderstaande tabel vermelde totale persoonlijke belangen bij beleggingen van het fonds. Belangen van bestuurders Op 1 januari 2012
Omschrijving
Royal Dutch Shell
Aandelen
Op 31 december 2012
Omschrijving
Royal Dutch Shell
Aandelen
Robeco Hollands Bezit N.V. 24
Aantal 851 Aantal 895
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van aandeelhouders en Robeco Institutional Asset Management B.V.
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van Robeco Hollands Bezit N.V. te Rotterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012, de winst- en verliesrekening over 2012 en het kasstroomoverzicht over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde waarderingsgrondslagen, grondslagen resultaatbepaling en andere toelichting.
Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de directie, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet op het financieel toezicht. De directie tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische normen en wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing van ons oordeel te bieden.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Robeco Hollands Bezit N.V. per 31 december 2012 en van het resultaat en de kasstromen over 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 28 maart 2013 Ernst & Young Accountants LLP w.g. J.C.J. Preijde RA
Robeco Hollands Bezit N.V. 25