Roadtrip naar Andalusië, september 2015 Helemaal met de eigen wagen vanuit België of Nederland naar Andalusië…gekkenwerk? Wij vinden van niet. Naast het comfort van je eigen wagen zijn er nog andere redenen waarom deze optie het overwegen waard is, zeker als je het geluk hebt om voor 3 weken of langer op vakantie te kunnen gaan. De wagen biedt toch wel aanzienlijk meer vrijheidsgraden dan het vliegtuig als het om bagage gaat. Dat extra paar wandelschoenen, het racketspel of klapstoeltjes voor op het strand kunnen allemaal makkelijk mee. Nog interessanter wordt het als je ook nog een plaatsje overhoudt om spullen van ginder mee terug te brengen. Een Moors tapijt, wanddecoratie of een heerlijk ruikende sinaasappelboom, recht vanuit Andalusië in je eigen huis of tuin…zo neem je ook voor een stukje de zon mee naar huis. We mogen dan wel helemaal verslingerd zijn aan Andalusië, dat wil nog niet zeggen dat we blind zijn voor schoonheid die in de rest van Spanje te zien is. Dus, in plaats van op volle snelheid door Spanje te razen richting Andalusië, nemen we de tijd om andere plekjes te ontdekken. Op die manier hebben we bv al bezocht: Ainsa, Segovia, Trujillo, Bocairent, Peniscola, Besalu,… Allemaal zeer de moeite voor een korte of langere tussenstop. Op zondag 13 september 2015 vertrekken we weer eens voor 3 weken met de eigen wagen richting Andalusië. Om de vrijheid niet te beperken, hebben we op de heen- en terugreis geen accomodatie gereserveerd. In noodgevallen is ons bedje in onze minibus altijd gespreid. Ter plaatse in Andalusië hebben we deze keer gekozen om op 3 verschillende locaties een vakantiewoning te huren. Lekker rustig ons eigen ding doen. Onze reisplannen hebben we gebundeld tot een soort van ‘roadtrip’ die misschien ook inspirerend kan werken voor de lezers. Alvast veel leesplezier. De aanloop, zondag 13 september-woensdag 16 september Uitslapen en inpakken is het plan voor zondagvoormiddag. De wagen bouwen we alvast om tot een comfortabele slaapplaats voor 2 personen (handig zo’n minibus). Na het middageten is het tijd om iedereen uit te wuiven en kunnen we eindelijk vertrekken: we hebben er lang genoeg naar uitgekeken. Het plan is om via de N2, ‘La Francilienne’ en de N20 tolvrij om Parijs heen te rijden. We hopen tegen de avond Vierzon te bereiken en hebben dan al 600 km achter de wielen. Met een plekje op een camperplaats nemen we genoegen. Een bed in een hotelletje werkt natuurlijk even goed. ’s Morgens op tijd uit de veren, een ontbijtje meepikken en terug ‘en route’. Na Vierzon nemen we de A86 naar het zuiden. Via Limoges en Angoulême gaat het nog altijd tolvrij naar Bordeaux. Van dan af nemen we de péage maar voor lief om niet te veel tijd te verliezen. Nog even het Baskenland doorkruisen en verder richting Burgos. Even ten zuiden van Burgos ligt Lerma, het eindpunt voor vandaag. Lerma is een piepklein stadje maar heeft een rijk historisch verleden en een mooi Middeleeuws centrum. Er zijn voldoende hotelletjes en restaurantjes zodat we bij aankomst niet te lang hoeven zoeken naar een plekje voor de nacht. Ideaal om van een eerste heerlijke Spanje-avond te genieten. We hebben dan op anderhalve dag een kleine 1500 km afgelegd en daarmee is het zwaarste gedeelte van de autorit al achter de rug. De volgende dag nemen we rustig de tijd voor een ontspannen Spaans ontbijt: 2x tostada con marmelada, 1x café solo americano en 1x café con leche . “Slechts” 400 km over goede wegen op de planning vandaag, dus zullen we kort na de middag al bij onze volgende tussenstop aankomen: Caceres in de autonome regio Extremadura. Het oude stadsgedeelte van Caceres werd door de Raad van Europa in 1968 uitgeroepen als derde meest monumentale plaats van Europa, na Praag en Tallin en in 1986 werd de stad door de Unesco toegevoegd aan de werelderfgoedlijst. Ongetwijfeld krijgen we de rest van de middag en de avond wel gevuld met slenteren, rondkijken, tapas en vino.
Lerma
Caceres
Na een hopelijk verkwikkende nacht rijden we op woensdag Andalusië binnen. Via Zufre gaat het richting Aracena en zijn Gruta de las Maravillas. De regio is culinair bekend om de ‘Pata Negra’. Het varken met de 'zwarte poten ' vindt hier in de Sierra de Aracena y Picos de Aroche een ideale leefomgeving om deze exclusieve hamsoort voort te brengen. Na Aracena trekken we verder, het Rio Tinto mijnbouwgebied binnen. De bodem in deze regio is bijzonder rijk aan mineralen en tovert de omgeving om tot een wonderbaarlijk kleurenpalet. Die mineralen komen ook in het rivierwater terecht en maken zo van de Rio Tinto een kleurrijk kronkelende slang in het droge landschap. We volgen de Rio Tinto op zijn verdere weg naar het zuiden, richting Costa de Huelva. In Hinojos, op het platteland tussen Sevilla en Huelva hebben we voor 3 nachten een mooie vakantiewoning gehuurd.
Rio Tinto
Zufre
Deel 1, woensdag 16 september-zaterdag 19 september Onze eerste vakantiewoning is perfect gelegen voor daguitstapjes naar Sevilla en het Doñana Nationaal Park. We kijken echt wel uit naar een bezoek aan Sevilla, de hoofdstad van Andalusië. Want, geloof ons of niet, tot nog toe was dat er nog niet van gekomen. Een dag is veel te kort voor een grondige verkenning maar moet wel volstaan om de belangrijkste bezienswaardigheden te bekijken en te proeven van de stadssfeer. De Plaza de España, de kathedraal met de Giralda en het Real Alcazar, dat moet wel lukken. De pittoreske volkswijken of barrio’s de Triana en Santa Cruz liggen op wandelafstand. Ook een bezoek aan de wonderlijke wereld van het Doñana Nationaal Park mag niet ontbreken. Met 50000 ha aan moerassen, bossen en stuifduinen is het een van de grootste nationale parken van Europa. Herten, paarden, zwijnen of de iberische lynx zullen we misschien niet te zien krijgen, maar de gigantische zwermen watervogels zullen zeker wel voor uitzonderlijke taferelen zorgen. Verder is er keuze genoeg om enkele stadjes of dorpen te verkennen, zoals El Rocio, Niebla, Almonte of La Palma del Condado en er te proeven van de lokale (witte) wijn, de Condado de Huelva. Vele dorpen in deze regio herinneren aan Christoffel Columbus die van hier uit vertrok op zijn ontdekkingsreizen. La Rabida en Palos de la Frontera zijn de belangrijkste plaatsen op de Columbusroute. En tussendoor rusten we even uit op de immense zandstranden van de Costa de Huelva.
Sevilla
Nationaal Park Doñana
Replica's van de karvelen van Columbus
Deel 2, zaterdag 19 september-donderdag 24 september Zaterdag maken we de verplaatsing naar ons tweede vakantiehuisje in Casares, een beetje landinwaarts aan de Costa del Sol. Er zijn verschillende mogelijkheden om deze trip van een kleine 300 km te doen, via de Costa de la Luz, via het natuurpark Los Alcornocales, of meer oostelijk via Ronda. Uiteindelijk kunnen we de goesting van de dag laten bepalen wat het wordt, maar op dit moment neigen we toch naar de oostelijke route. Niet persé om Ronda te bezoeken. Neen, daar zijn we eerder al enkele keren geweest. Oostelijk van Sevilla ligt nog een ander wondermooi stadje dat we nog niet bezocht hebben: Carmona. Gesticht door de Carthagers is Carmona één van de oudste steden van Andalusië. Binnen de stadswallen, in het casco antiguo, duiden paleizen, kerken en elegante patriciërswoningen op een rijk historisch verleden. In Carmona zijn we zeker enkele uurtjes zoet en kunnen we ongetwijfeld heerlijk Carmona lunchen. Vandaar is het nog een kleine 200 km rijden naar Casares. Als suikerklontjes met een rood hoedje lijken de huisjes van Casares tegen de helling uitgestrooid. In de zomermaanden kan het er overdag heel druk zijn door busladingen toeristen op daguitstap vanaf de Costa del Sol. Ons vakantiehuisje ligt wel op enkele autominuten van het centrum, maar hopelijk is toch de grote drukte eind september alweer voorbij. Casares is het geboortedorp van Blas Infante, de vader van het Andalusische nationalisme (een beetje geschiedenis mag al eens). Verder is het een typisch Moors dorp met een wirwar van straatjes langs witgekalkte huisjes, heerlijk om in rond te slenteren en een terrasje te doen. Aan de voet van de Sierra Crestellina en met de Sierra Bermeja op de achtergrond is het landschap rond Casares indrukwekkend. De uitzichten op de kust en het gebergte van Noord-Afrika zijn fenomenaal.
Sierra Bermeja
Casares
Vijf dagen verblijven we in Casares en de mogelijkheden in deze regio zijn ontelbaar. In ons hoofd zitten plannen voor enkele prachtige wandeltochten in de omgeving. Op het verlanglijstje staat ook een bezoekje aan een paar leuke witte dorpen zoals Jimena de la Frontera en Gaucin. Dit laatste vormt de zuidelijke toegangspoort tot de vallei van de Rio Genal. In een decor van klaterende beekjes en kastanjebossen liggen hier 16 authentieke dorpjes verscholen, ver weg van de gebruikelijke toeristenroutes. De Costa del Sol zoals veel mensen die kennen, hebben we tot noch toe steeds vermeden. Te veel beton, te druk naar onze zin. Toch gaan we de moeite eens doen om op verkenning te gaan. Met name de oude stadskernen van Estepona en Marbella zouden zeker de moeite waard zijn. En ons gaan vergapen aan de ‘zeilbootjes’ van de jetset in Puerto Banus lijkt ons ook wel eens leuk. En wie weet, ontdekken we nog andere interessante plekken aan de Zonnekust. Bron van de Rio Genal Een uitstapje naar Tarifa op het zuidelijkste puntje van het Spaanse vasteland behoort ook nog altijd tot de mogelijkheden. Er is altijd wel iets te beleven in dit Moorse stadje met zijn laid-back strandsfeertje. Je kan er ook inschepen op een whale watching tour om dolfijnen en walvissen te spotten in de Straat van Gibraltar. Of waarom niet eens een oversteekje naar Marokko maken en er de Medina en de Souks bezoeken?
Tarifa
Puerto Banus
Deel 3, donderdag 24 september-woensdag 30 september De tweede verplaatsing brengt ons 200 km verder naar het oosten tot Orgiva in de Alpujarras, aan de voet van de Sierra Nevada. Het oorspronkelijke idee was om tijdens deze verplaatsing een ommetje langs de Caminito del Rey te maken. Maar helaas, eind juli waren alle toegangskaartjes voor het vernieuwe Koningspad tot en met september reeds uitverkocht . Maar niet geklaagd, een tussenstop in Nerja waar de Costa del Sol overgaat in de Costa Tropical is ook best te pruimen. Dromend van een eigen huisje onder de Spaanse zon staat Nerja en omgeving toch wel bovenaan op ons lijstje. Waarom?... 1. Omdat de Axarquia een mooie en authentieke streek is, bezaaid met leuke dorpjes (met Comares, frigiliana en Competa op kop). Nerja zelf is ook een mooie badplaats met een gezellig stadscentrum. 2. Omdat Nerja een aangenaam klimaat heeft in de winter met veel zon en temperaturen die flirten met de 20°, of soms meer. Toch sta je na anderhalf uurtje rijden met de voeten in de sneeuw op het prachtige skigebied van Sol y Nieve in de Sierra Nevada. 3. Omdat cultuursteden als Granada en Malaga op slechts een uurtje rijden liggen. Ook Antequera, Ronda en Cordoba zijn nog vlot bereikbaar, en zelfs Sevilla is een haalbare kaart. 4. Omdat Nerja en omgeving over prachtige stranden en strandjes Nerja beschikken en van échte hoogbouw hier geen sprake is. 5. Omdat Nerja in de onmiddellijke nabijheid van indrukwekkende natuurgebieden ligt, zoals de Sierra de Tejeda en de Montes de Malaga. 6. Om al die kleine dingen die belangrijk zijn voor de levenskwaliteit en die je er gratis bovenop krijgt (lekker eten, geen files, ongedwongen sfeer, vriendelijke mensen, zuivere lucht,…) Orgiva heeft geen bekende historische monumenten en blinkt ook niet uit omwille van zijn gezellige stadskern, maar het is wel ideaal gelegen als uitvalbasis om de schitterende omgeving te verkennen. Orgiva is de westelijke toegangspoort naar Las Alpujarras, een walhalla voor wandelaars, hikers en iedereen die van een sportief buitenleven houdt. Pittoreske dorpjes verbonden door wandelpaden maken van elke tocht een pure sensatie. Prachtige vergezichten en tussendoor een ijskoud biertje en proeven van een lokale specialiteit aan een gammel tafeltje op een kneuterig dorpspleintje...wat wil een mens nog meer? Ten westen van Orgiva vind je de Valle de Lecrin of de Vallei van Geluk. Werkelijk ongerept is deze regio, met schitterende uitzichten op het meer van Beznar en de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada. Als toerist ben je hier nog een rariteit, soms een attractie. Urenlang kan Pampaneira je hier ronddwalen tussen de sinaasappelbomen en je verwonderen aan idyllische straattaferelen.
Mecina Fondales
Valle de Lecrin
Een uurtje rijden noordwaarts van Orgiva ligt één van de belangrijkste metropolen van Andalusië. Granada is een prettige en mooie stad met een Moors sfeertje. Het Alhambra is absoluut een top bezienswaardigheid. Vooraf een toegangskaartje reserveren, zeker tijdens het hoogseizoen, is aan te raden. Ook de kathedraal van Granada met de omringende straatjes, en de El Albaicin wijk mag je zeker niet missen. Even bekomen van al dat natuurlijk en stedelijk schoon? Op een half uurtje zitten we weer aan de Costa Tropical, in Salobreña bijvoorbeeld. Een glaasje wijn bij een geroosterd visje…en heerlijk met de voeten in het zand .
Granada, Alhambra
Salobreña
De terugreis, woensdag 30 september-zondag 4 oktober Zes dagen in Orgiva zullen ook weer snel voorbij zijn en op woensdag is het dan tijd om de terugreis naar België aan te vatten. Via de Puerto de la Ragua steken we de Sierra Nevada over. Op het einde van de afdaling aan de noordzijde heb je een indrukwekkend uitzicht over de vlakte van Guadix met het fraaie kasteel van La Calahorra op de voorgrond. Guadix is bekend om zijn grotwoningen die in de kleihoudende hellingen zijn uitgegraven. De aanblik van het verweerde landschap is, op zijn zachtst uitgedrukt, bizar. Het einddoel voor vandaag is Cazorla aan de rand van het gelijknamige natuurpark, de Sierras de Cazorla, Segura y las Villas. Dit Cazorla natuurpark is het grootste beschermde gebied in Spanje en een paradijs voor wandelaars. Cazorla zelf is een aardig Middeleeuws plaatsje waar we zeker wel een charmant hotelletje of een plaatsje op een camping kunnen vinden. Vlakbij liggen trouwens de prachtige zustersteden Ubeda en Baeza met tal van monumenten uit de Renaissance. Aan de horizon strekken zich eindeloos de olijfboomgaarden uit.
Guadix
Donderdag genieten we nog even van de natuurpracht rondom Cazorla. Even later verlaten we dan Andalusië en rijden Castilla-La Mancha binnen, het land van Don Quichote. Enkele maanden geleden kregen we per toeval enkele foto’s van de Lagunas de Ruidera onder ogen en het plan was snel gemaakt om een bezoekje aan dit natuurpark in onze reisroute op te nemen. De lagunas zijn een ketting van poelen en meertjes die met elkaar verbonden zijn via riviertjes en watervallen. Ze zouden de bron zijn van de Rio Guadiana. Leuk intermezzo, maar voor de avond moeten we nog even verder, naar Cuenca. Cuenca is één van de meest authentieke Middeleeuwse steden van Spanje en staat op de lijst van het Unesco Werelderfgoed. Foto’s van deze unieke stad met zijn ‘hangende huizen’ (casas colgadas) spreken tot de verbeelding. Over de geplaveide straatjes van het oude stadscentrum is het heerlijk flaneren. Geschikt onderdak voor één nacht zal ook wel vlot te vinden zijn.
Lagunas de Ruidera
Cuenca
Vrijdag wordt onze laatste Spanje-dag. 400 km staan er op het menu en dat brengt ons aan de voet van de Pyreneën. Vorig jaar hadden we in de Pyreneën al eens een tussenstop ingelast. Het stadje Ainsa in de provincie Huesca heeft ons toen heel erg bekoord. Dit jaar plannen we weer een overnachting in dezelfde streek. Alquezar staat eveneens op de lijst van meest bekoorlijke stadjes van Spanje en is een bezoekje dus meer dan waard. Uit ervaring weten we dat de campings in deze regio van uitstekende kwaliteit zijn, dus slapen we vermoedelijk nog een keertje in de mini-bus. Nog een laatste maal genieten van een Spaanse avond en dan zit het er weeral op. Zaterdag en zondag zijn voorzien om Frankrijk in omgekeerde richting te doorkruisen. Geen specifieke plannen, rustig bollen, op tijd en stond even stoppen in een Alquezar stadje, nog wat nagenieten en mijmeren over de voorbije 3 weken...
La-Tentadora-Andalucia