RIVV 2006 – 2010 (concept DB 23-11-2005)
INHOUDSOPGAVE INLEIDING 1 ONTWIKKELING BELEID 1.1 Rijksbeleid 1.1.1 Nota Mobiliteit 1.1.2 Invoering BDU 1.1.3 Begroting Verkeer en Waterstaat 1.1.4 Meerjaren Investeringsprogramma Transport 1.2 Resultaten monitoring RVVP 1.3 Uitvoering regionaal beleid 1.3.1 Nexus 1.3.2 Openbaar vervoer 1.3.3 Verkeersmanagement, reisinformatie en benutting 1.3.4 Vervoersmanagement 1.3.5 Ketenmobiliteit 1.3.6 Verkeersveiligheid 1.3.7 Fietsnetwerk 2 FINANCIEEL OVERZICHT 2.1 Inleiding 2.2 Beschikbare budgetten voor infrastructurele projecten 2.2.1 Brede Doeluitkering (BDU) en GDU 2.2.2 Regionaal Omslagfonds VINEX 2.2.3 Fonds Bereikbaarheidsoffensief 2.2.4 Budgetverdeling 3 PROGRAMMA KLEINE PROJECTEN 3.1 Inleiding 3.2 Voortgang en realisatie kleine projecten 3.3 Programma kleine projecten 3.3.1 Gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken 3.3.2 Doorschuif en vrijval 3.3.3 Programma kleine projecten 4 GROTE PROJECTEN 4.1 Inleiding 4.2 Voortgang en realisatie grote projecten 4.3 Budget grote projecten 4.3.1 Meerjarenraming budget en uitgaven grote projecten 4.4 Indeling in planfasen 4.4.1 Lopende of reeds binnenkort te starten verkenningen 4.4.2 Planstudiefase 4.4.3 Uitwerkingsfase 4.4.4 Realisatiefase
1
Inleiding Eens per jaar stelt de regioraad van de stadsregio Rotterdam het Regionaal Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RIVV) vast. Daarbij gaat het om alle voor de stadsregio relevante in voorbereiding zijnde infrastructuurprojecten op het gebied van openbaar vervoer, aanleg van wegen, fietspaden, verkeersveiligheidsprojecten en flankerende maatregelen, De middelen waaruit wordt geput om de verschillende programma’s te bekostigen zijn de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU), het Regionaal Omslagfonds en het Fonds Bereikbaarheidsoffensief (BOR).
2
1
Ontwikkeling beleid
1.1
Rijksbeleid
1.1.1 Nota Mobiliteit Deel III van de Nota Mobiliteit, het kabinetsbesluit, is begin september openbaar gemaakt. In vergelijking met deel I wordt in de nota meer aandacht geschonken aan het belang van het openbaar vervoer bij het zoeken naar oplossingen voor de regionale bereikbaarheidsproblemen. Hoewel de verwachting wat betreft maatregelen op het gebied van het prijsbeleid hoog gespannen was, heeft het kabinet niet besloten tot invoering van een kilometerheffing. Wel wordt voorgesteld om via een zogenaamde knelpuntheffing een versnelling van uitvoering van projecten te financieren. Uit de Nota blijkt ook dat een aantal knelpunten rond de grote stedelijke agglomeraties niet kan worden opgelost zonder aanvullende maatregelen. In overleg tussen de Minister en de decentrale overheden is afgesproken dat er op regionale schaal zogenaamde netwerkanalyses uitgevoerd zullen worden. Doel daarvan is te komen tot een gezamenlijke vaststelling van de bereikbaarheidsknelpunten. Op basis van de resultaten van die analyses zullen het Rijk en regionale overheden in de loop van 2006 overleg voeren over de wijze waarop de knelpunten opgelost kunnen worden. De daarmee gemoeide investeringen zullen in de rijksbegroting 2007 verwerkt worden. De Nota bevat een aantal richtlijnen voor de regionale plannen, de zogenaamde essentiële onderdelen van het beleid. Volgens de Planwet Verkeer en Vervoer moet de stadsregio haar Regionaal Verkeer- en Vervoerplan (RVVP) binnen anderhalf jaar na vaststelling in overeenstemming brengen met de zogeheten essentiële onderdelen van de Nota Mobiliteit. De stadsregio zal mede op basis daarvan een voorstel ontwikkelen voor aanpassing van het huidige RVVP. Het kabinet heeft tevens een knoop doorgehakt over de wijze waarop aanbesteding van het openbaar vervoer in de grote steden moet plaatsvinden. De concessieverlening voor het stedelijk railnetwerk (tram en metro in Rotterdam) dient in 2017 via openbare aanbesteding plaats te vinden, het busvervoer in 2009. 1.1.2 Invoering BDU Per 1 januari 2005 is de Wet Brede DoelUitkering (BDU) in werking getreden. De BDU bundelt en ontschot de verschillende geldstromen die van Rijkswege richting de stadsregio komen. De stadsregio bepaalt zelf op basis van prioriteitsstelling hoe de BDU verdeeld wordt over de verschillende bestedingsdoelen. De verschillende geldstromen die onder de BDU zijn samengekomen zijn de OV-exploitatie, de GDU+, de IDV, vervoersmanagement en VERDI-gelden. Om de diverse bestedingsdoelen op het gebied van verkeer en vervoer tot uitdrukking te brengen is gekozen voor een primaire opsplitsing van de BDU in de volgende deelgebieden: Aanleg infrastructuur groot en klein (wegen, P+R, DVM, verkeersveiligheid, fiets); Aanleg infrastructuur OV; Niet-infrastructurele maatregelen op het gebied van verkeersveiligheid en vervoersmanagement; Vervoersdiensten (met en zonder concessie); Onderhoud en vervanging van railinfrastructuur; Verbetering van de toegankelijkheid en sociale veiligheid van het OV. Alleen de eerste drie deelgebieden komen in dit RIVV aan de orde. 1.1.3 Begroting Verkeer en Waterstaat Het motto van de begroting is hetzelfde als voor de Nota Mobiliteit, namelijk mobiliteit niet afremmen maar in goede banen leiden. Motto voor de beleidsagenda in de begroting van 2006 is “consistent uitvoeren, strategisch vernieuwen”. In deze kabinetsperiode is het inlopen van achterstallig onderhoud topprioriteit. In het kader hiervan heeft Rijkswaterstaat Zuid Holland (RWS ZH) inmiddels al contact opgenomen met de stadsregio Rotterdam over omvangrijke werkzaamheden op de A16.
3
Mainports In de begroting van Verkeer en Waterstaat wordt gekozen voor het versterken van de Mainports en achterlandverbindingen. De A15 problematiek wordt nu in één adem genoemd met de Triple A verbindingen en het bedrag voor de capaciteitsuitbreiding van de A15 is nu in het MIT opgenomen. Goederenvervoer Nog dit jaar verschijnt de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen, waarin het Rijk het basisnet gevaarlijke stoffen vaststelt. Aandachtspunt hierbij zijn de zogenaamde ‘vrijwaringszones’ rondom infrastructuur in stedelijk gebied. Verder gaat het Rijk een kwaliteitsnetwerk goederenvervoer vaststellen. Ook de stadsregio werkt aan een (regionaal) kwaliteitsnetwerk in afstemming met het Rijk. Wegen: knelpunten, tol, Publiek Private Samenwerking (PPS) Het onderscheid tussen knelpuntheffing (‘versnellingsprijs’), tolheffing en PPS-projecten is moeilijk waarneembaar in de begroting en het MIT. Het is nog niet duidelijk waar de versnellingsprijs zal worden geheven. Het Rijk stelt, ten opzichte van vorig jaar (verlengd MIT), geen extra middelen beschikbaar voor de aanleg van infrastructuur. Men vertrouwt erop dat het budgettair kader toereikend is en dat tolheffing, versnellingsprijs (knelpuntheffing) en op langere termijn kilometerheffing zal bijdragen aan het oplossen van knelpunten. De stadsregio koerst op versnelde invoering van de kilometerprijs. Het Rijk wil veel meer dan voorheen marktpartijen inschakelen bij de aanleg van nieuwe infrastructuur en PPS. Niet alleen in de realisatiefase maar ook in de planvormingfase. Het gaat onder meer om de A4 Delft-Schiedam, A15 Maasvlakte-Vaanplein, Tweede Maasvlakte en Mainportcorridor Zuid (A4/A15). V&W heeft onderzoek gedaan naar zes mogelijke locaties voor tolheffing. In deze regio gaat het om de A4 Delft-Schiedam en de Mainportcorridor A4/A15. Voor dit laatste onderzoek is de projectorganisatie in oprichting. Eerder hebben regionale overheden al te kennen gegeven dat (het zoeken naar) toepassing van vormen van beprijzen niet mag leiden tot vertraging, of het terugkomen op eerdere financieringsafspraken. Netwerkanalyses Zoals in de Nota Mobiliteit is toegelicht, zullen netwerkanalyses van stedelijke netwerken in de acht belangrijkste regio’s worden uitgevoerd. Van de drie netwerkanalyses in de Randstad, waaronder die in de zuidvleugel, is het Rijk de trekker. De uitkomsten daarvan zullen vertaald worden in het MIT 2007 en mede de basis vormen voor herijking van de BDU verdeling in 2007. De BDU budgetten voor de periode na 2010 zijn geëxtrapoleerd vanuit de bijdrage tot 2010. In het licht van onder meer de integrale gebiedsuitwerkingen wordt (nog) geen rekening gehouden met extra ambities en een noodzakelijke verhoging en/of een uitwisseling tussen de BDU-budgetten en de reservering voor het Hoofdwegennetprogramma (HWN-programma). Openbaar vervoer De evaluatie van het aanvalsplan Sociale Veiligheid (SV) is recent gestart en wordt dit jaar afgerond. Het geld voor sociale veiligheid is opgenomen in de BDU. De conclusie of OV-groei/ambities binnen de beschikbare financiële middelen haalbaar zijn, zowel voor het spoorvervoer (MIT) als voor exploitatie regionale OV (BDU), wordt pas getrokken na afronding van de regionale netwerkanalyses. Nu al is de verwachting dat in en rond de grote steden in de Randstad het openbaar vervoer zal groeien en deze groei ook in de relatief dure spitsuren gaat plaatsvinden. Deze groei zal aanzienlijker zijn dan de groei van 2,1% die in de BDU is voorzien. Verder ondersteunt V&W de introductie van de OV-chipkaart in de regio Rotterdam. Spoor Het kabinet kondigt onderzoek en maatregelen aan om de negatieve effecten van spoordoorsnijding van steden aan te pakken. VROM en V&W stellen tot 2020 € 300 mln. beschikbaar voor het oplossen van knelpunten. De reservering voor de 2e fase Herstelplan spoor, om te komen tot structureel herstel van het spoor en het faciliteren van groei, wordt in 2006 verder uitgewerkt mede op basis van de mid-term review. De mogelijkheid om hierin de vervanging van het beveiligingssysteem te betrekken wordt bekeken. De regionale partijen zijn daarbij tot dusver in ieder geval nog niet direct betrokken. Uiterlijk in 2007 wil het Rijk een besluit nemen over de zes contractsectorlijnen waarover tot nu toe nog geen besluit is genomen. De Hoekse lijn behoort tot die zes.
4
1.1.4 Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport De doorkijk van het MIT (2015-2020) is nog niet verder geconcretiseerd. Voor grote regionale projecten is landelijk € 1 miljard gereserveerd. Het Rijk heeft de knelpuntenanalyse voor 2020 ten behoeve van deel III van de Nota Mobiliteit geactualiseerd. Dit leidt tot enkele verschuivingen in het MIT ten opzichte van het verlengde MIT van vorig jaar. Hieronder wordt per project aangegeven wat er in het MIT is opgenomen in de stadsregio. Belangrijk verschil ten opzichte van vorig jaar is dat als gevolg van verschuivingen er in de periode 2011 -2014 financiële ruimte is voor een nieuw wegproject. V&W noemt daarbij de A13/16 als enig mogelijk nieuw project. Of dat ook geëffectueerd zal worden is afhankelijk van het onderzoek naar de meest effectieve variant en de extra financieringsmogelijkheden voor deze ontbrekende schakel in het hoofdwegennet. Daarbij wil V&W ook de mogelijkheid van een versnellingsprijs (= knelpuntheffing) en tolheffing meenemen; zoals gezegd koerst de stadsregio samen met de Randstad partners op versnelde invoering van de kilometerprijs. Het Rijk verwacht dat knelpunten op de ringwegen van Rotterdam, Utrecht en Amsterdam niet met prijsbeleid op te lossen zijn. Mogelijkheden van tol en versnellingsprijs zullen daarom bij nadere analyses betrokken worden. Voor de oplossing van mogelijke knelpunten in de periode 2015-2020 zullen nieuwe verkenningen worden uitgevoerd, waaronder de A12 Gouda–Utrecht, de A13 Rotterdam -Den Haag, de A16 Rotterdam–Moerdijk en de A20 Rotterdam–Gouda. Projecten (zie ook bijlage V): • A4 Midden Delftland: het taakstellend budget lijkt iets verhoogd (tot € 511 mln.), maar dat leidt niet tot een hoger investeringsbedrag. Dit heeft te maken met de gewijzigde relatie RWS – V&W. Het Rijk geeft aan dat marktpartijen bij de uitvoering een grote rol zullen krijgen (DBFM = Design, Built, Finance, Maintain). • A13/A16: In 2006 wordt onderzocht welke variant kosteneffectief is en of voor de start van de realisatie financiële dekking geregeld kan worden in de periode 2011-2014. Daarbij wordt ook de mogelijkheid van tol en/of andere vorm van beprijzen onderzocht. De A13/A16 is in ieder geval gepromoveerd tot categorie 1 project. • A15: Conform de afspraken van het bestuurlijk overleg is de A15 nu volledig in de realisatiefase van het MIT opgenomen. Ook hier zullen marktpartijen bij de uitvoering een grote rol krijgen. • Rotterdam Centraal: budget is niet aangepast. 1.2
Resultaten monitoring RVVP
Jaarlijks wordt de stand van zaken met betrekking tot het regionale verkeers- en vervoersbeleid in kaart gebracht. De resultaten worden beschreven in het monitoringsrapport RVVP. Een verkorte versie hiervan is in deze paragraaf te vinden. Wegverkeer De Parklane in Rotterdam (gedeelte Westzeedijk) is voor het grootste gedeelte afgerond en in gebruik genomen. Er wordt volop gewerkt aan de N470 die Delft/Pijnacker, Zoetermeer en Berkel en Rodenrijs met elkaar verbindt. Ook zijn de eerste werkzaamheden voor de 2e ontsluitingsweg Hoek van Holland begonnen. Naast de bouw van wegen zijn maatregelen genomen om de doorstroming te verbeteren (het slimmer afstellen van verkeerslichten) en de automobilist beter te informeren (plaatsing van dynamische informatieborden). In 2004 was het op de wegen in de stadsregio nauwelijks drukker dan in 2003. De snelheid op de belangrijkste wegen in Rotterdam naar de binnenstad is echter wel iets afgenomen. Openbaar Vervoer In 2004 zijn de trampluslijnen naar Carnisselande en IJsselmonde in gebruik genomen. Door de instroom van de Citadistrams is het aandeel lage vloermaterieel bij de tram gestegen van 10 procent naar 63 procent. Op Voorne-Putten/Rozenburg is de toegankelijkheid ook sterk verbeterd door de 61 lage vloerbussen die met de nieuwe OV concessie zijn ingestroomd. De reizigers waarderen het openbaar vervoer in de stadsregio met een 6,8. Het landelijk gemiddelde ligt op 7,2 en de waardering van andere stedelijke gebieden liggen ook iets hoger dan het gemiddelde van de Rotterdamse regio. Door de rijksbezuinigingen is het aanbod van openbaar vervoer (gemeten in geleverde uren en gereden kilometers) van de RET en Connexxion in de stadsregio fors afgenomen (daling van 7,5% voor de RET en 10,5% voor Connexxion in geleverde diensturen), met uitzondering van VoornePutten/Rozenburg waar een stijging van 25% in geleverde uren heeft plaatsgevonden. Na
5
aanbesteding van het openbaar vervoer is daar het aantal reizigers in 2004 toegenomen terwijl er in de rest van de stadsregio minder mensen met het openbaar vervoer reizen. Fiets Na jaren van daling is het aantal afgelegde kilometers op de fiets weer toegenomen in de regio. In 2004 fietste een inwoner van de regio gemiddeld 1,7 kilometer per dag. De komende jaren moet blijken of deze toename zich doorzet. Overigens is het aantal verplaatsingen op de fiets gelijk gebleven. Dus als men fietst, legt men meer kilometers af. Fietsparkeren Het aantal fietsenparkeerplaatsen bij OV-halten is het afgelopen jaar met zo’n 2.000 stallingplaatsen uitgebreid tot ruim 10.000. De bezetting van de fietsstalvoorzieningen bij metrostations is zeer wisselend. De voorzieningen bij Slinge, Capelsebrug, Pernis en Tussenwater worden zo goed benut dat de capaciteit ontoereikend is. P+R en Mobiliteitsmanagement Eind 2003 zijn P+R-terreinen bij de metrostations De Akkers, Tussenwater, Pernis en Vijfsluizen in gebruik genomen. De totale capaciteit is met 575 parkeerplaatsen toegenomen tot een totaal van 4990 P+R-plaatsen. De bezetting van de P+R-terreinen blijft de afgelopen jaren gelijk. Het grootste deel van P+R-terreinen staat zo goed als vol (voor meer dan 80% bezet). In 2004 werden de P+R-terreinen Rodenrijs, St. Francisus, Vijfsluizen, Tussenwater, Spijkenisse Centrum en Heemraadlaan zelfs voor 100% benut. Alleen het terrein bij de Fast Ferry in Ridderkerk wordt nog steeds nauwelijks gebruikt. Door de introductie van het doelgroepparkeersysteem is er weer capaciteit beschikbaar bij station Alexander. Het terrein dat de afgelopen jaren volledig vol stond kent nu een bezetting van ongeveer 65%. De bezetting van de carpoolpleinen is de afgelopen jaren toegenomen. De pleinen staan nu bijna voor de helft vol. In 2004 zijn opknapbeurten uitgevoerd voor de carpoolpleinen, het effect op het gebruik van de pleinen is nog niet bekend. Verkeersveiligheid Het aantal doden in het verkeer is in 2004 afgenomen tot 32 dodelijke slachtoffers. Dit is het laagste aantal van de afgelopen 10 jaar. Ook landelijk gezien was in 2004 sprake van een sterke daling van het aantal verkeersdoden. Over meerdere jaren gezien fluctueert het aantal doden in het verkeer sterk. De trend is wel dat het aantal doden afneemt. Het aantal geregistreerde gewonden met ziekenhuisopname door een verkeersongeval daalde in 2004 aanzienlijk. Deze daling past in de trend van de afgelopen jaren. Het aantal gewonden door een verkeersongeval zonder ziekenhuisopname is over 2004 niet bekend. Milieu Met de nieuwe concessie in Voorne-Putten zijn 61 nieuwe bussen ingestroomd die voldoen aan de Euro-3 norm en zijn voorzien van een roetfilter. Daarnaast is een plan van aanpak opgesteld met maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Tevens is ruim vier kilometer stil asfalt aangelegd en zijn bijna 300 woningen gesaneerd. In 2004 zijn alle gemeten concentraties van NO2 en PM10 lager dan in 2003. Voor het belangrijkste deel is deze daling te danken aan de matige weersomstandigheden in 2004 (natte zomer), vooral ten opzichte van 2003. In 2004 zijn op geen van de twaalf vaste meetpunten in de regio de grenswaarden voor NO2 of fijn stof overschreden. Uit berekeningen is echter gebleken dat de concentraties langs drukke wegen hoger zijn en daar zullen de grenswaarden soms wel ruimschoots overschreden zijn. De uitstoot NO2 en PM10 van verkeer neemt jaarlijks af. De uitstoot van CO2 is echter wel gestegen. Auto’s worden wel schoner, maar niet zuiniger. Wat betreft geluid blijkt dat het wegverkeer in bijna heel de regio te horen is. In bijna alle woonkernen zijn hoge geluidsniveaus door het wegverkeer. Met name binnen en langs de ruit van Rotterdam, in Schiedam en Vlaardingen treden zeer hoge geluidsniveaus op. Verkeerskentallen Het autobezit neemt in de stadsregio elk jaar toe, al was de groei in 2004 veel lager dan voorgaande jaren. Per duizend inwoners zijn er 368 auto’s. In heel Nederland zijn er 425 auto’s per duizend inwoners. De verkeersintensiteiten in de binnenstad van Rotterdam en binnen de Ring van Rotterdam zijn, na de daling in 2003, weer gelijk aan de intensiteiten van de jaren daarvoor. De hoeveelheid verkeer die in 2004 de regiogrens is gepasseerd, is ongeveer gelijk aan 2003. Het aantal motorvoertuigen
6
buiten de Ring ligt op het niveau van 2003, maar er is een verschuiving te zien van het onderliggend wegennet naar de rijkswegen. Na aanbesteding van het openbaar vervoer in Voorne Putten/Rozenburg is het aantal reizigers in 2004 toegenomen, terwijl in de rest van de stadsregio er minder mensen met het openbaar vervoer reizen. Het aantal kilometers dat met het openbaar vervoer is afgelegd is in de stadsregio eveneens afgenomen. De auto wordt bijna voor de helft van de keren dat inwoners van de stadsregio zich verplaatsen gebruikt. Dat is iets minder dan in heel Nederland. In de regio wordt het openbaar vervoer bijna twee keer zo vaak gebruikt als in heel Nederland. Demografie en Economie De stadsregio telt bijna 1,2 miljoen inwoners. Jaarlijks neemt het aantal inwoners iets toe, vooral door ontwikkeling van VINEX wijken. In tegenstelling tot de voorgaande jaren is in 2004 het aantal werkzame personen in de stadsregio afgenomen en ligt daarmee onder het niveau van 2002. Deze afname doet zich met name voor in de gemeente Rotterdam. De haven heeft het afgelopen jaar een sterke groei doorgemaakt. Zowel de overslag van containers als de overslag van bulk- en stukgoed is in 2004 sterk gestegen. In vergelijking met de andere grote West-Europese havens, kent de Rotterdamse haven de grootste absolute groei. De brandstofprijzen zijn in 2004 fors gestegen. De gebruikskosten van motorvoertuigen zijn sneller gestegen dan de inflatie. Dit geldt ook voor de tarieven van het vervoer per trein. Landelijk gezien was echter sprake van een daling van het zonetarief voor bus, tram en metro in vergelijking tot de stijging van het algemeen prijspeil.
1.3
Uitvoering regionaal beleid
1.3.1
Nexus
Tijdens het jaarlijkse Fileplanontbijt is de nieuwe samenwerkingsorganisatie met Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland gepresenteerd onder de naam Nexus. Inmiddels zijn de tafels opgezet rondom de thema’s verkeersmanagement en voor de gebieden Noordrand, Oostflank en VoornePutten en is de betrokkenheid van bedrijfsleven en consumenten georganiseerd. De innovatietafel is in voorbereiding. Doel van de verkeersmanagementtafel is om te komen tot (beheer)grensoverschrijdend verkeersmanagement gericht op de tevreden mobilist. Daarbij richt Nexus zich op het ochtendspitsverkeer op en om de ring, het evenementenverkeer van Ahoy en de Kuip, het geven van verkeersinformatie over de N209 en meer samenhang aanbrengen in informatie aan het publiek over wegwerkzaamheden in de regio. Van dit laatste project is de stadsregio trekker. 1.3.2
Openbaar Vervoer
Na het vaststellen van het Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP) 2003 - 2020 in december 2003, is de Kadernota Openbaar Vervoer begin 2005 vastgesteld als uitwerking van dit RVVP. Hierin zijn de minimumeisen voor de beschikbaarheid, bedieningsniveau en de netwerkkwaliteit uitgewerkt. Op 31 december 2005 lopen de huidige concessies ‘Rotterdam c.a.’ van de RET en ‘streek overig’ van Connexxion af. De concessie Voorne Putten/Rozenburg loopt tot en met 2007 met een verlengingsoptie voor twee jaar. Voor de twee aflopende concessies zullen voor het jaar 2006 overgangsconcessies worden verleend. Met ingang van 2007 worden voor deze gebieden nieuwe concessies verleend met een nieuw Programma van Eisen (PvE). Er zal een aparte concessie Rail worden verleend voor de periode van 2007 tot 2017. De Nota van Uitgangspunten schetst welke benadering zal worden gehanteerd en maakt principe-keuzes die later in de Programma’s van Eisen zullen worden uitgewerkt. Bij de voorbereiding van het PvE voor de nieuwe concessies vanaf 2007 zullen nieuwe ambities worden geformuleerd voor de verdere uitbouw van de kwaliteit van het openbaar vervoer in de stadsregio. Het beheer en onderhoud van de metro- en traminfrastructuur valt nu binnen de concessie Rotterdam c.a., maar zal vanaf 2007 in een apart contract met RET ondergebracht worden op basis van een meerjarenprogramma beheer en onderhoud railinfrastructuur.
7
Door kostenreducties bij de vervoerbedrijven is het mogelijk om in 2006 meer openbaar vervoer aan de reizigers te bieden tegen dezelfde kosten. De uitbreiding geldt zowel voor metro, tram als bus. Het nachtnet zal in 2006 ook uitgebreid gaan worden naar andere delen in de regio. Voor het nachtnet heeft de stadsregio een nieuw PvE ontwikkeld. Het lijnennet biedt in de nieuwe vorm snelle verbindingen vanuit het centrum van Rotterdam naar de grote wijken van de stad en de omliggende gemeenten, waar veel jongeren wonen. De treintaxi in Maassluis, Schiedam en Barendrecht is in december van 2005 stopgezet. Hoewel de NS de formule van de treintaxi nog in stand houdt, moeten decentrale overheden, zoals de stadsregio, vanaf 2006 zelf de contracten met vervoerders verzorgen. Naar aanleiding hiervan heeft de stadsregio het gebruik bekeken en besloten de exploitatie van de treintaxi in Barendrecht, Maassluis en Schiedam stop te zetten. Daarnaast heeft de voorziening geen belangrijke functie meer in het vervoersnetwerk van de stadsregio. In het PvE voor de concessies 2006 zijn de toegankelijkheidseisen van de in 2004 door de stadsregio vastgestelde beleidslijn toegankelijkheid opgenomen. In de beleidslijn is het groeipad aangegeven om in 2010 een toegankelijk stads- en streekvervoer in de stadsregio te hebben, zoals vereist volgens de Europese regelgeving. De wegbeheerder is verantwoordelijk voor de aanleg, het beheer en onderhoud van de businfrastructuur en de stadsregio beziet in welke mate BDUmiddelen ingezet zullen worden op het gebied van toegankelijkheid. Medio 2006 zullen nadere afspraken tot stand komen. Vanuit het uitvoeringsprogramma van het RVVP is voor de tram reeds een aantal TramPlus-lijnen in uitvoering genomen (Masterplan TramPlus). Hiervan zijn er inmiddels drie in gebruik. De laatste TramPlus-lijn, de Schiedam-Vlaardingenlijn, is in uitvoering en is in 2005 gedeeltelijk in gebruik genomen. Nadat de op dit moment lopende TramPlus-projecten vrijwel zijn afgerond, bereidt de stadsregio de besluitvorming over verdere ontwikkeling van het netwerk voor. In 2006 zal vastgesteld worden dat aangegeven wordt welke investeringen in de OV- infrastructuur, en dan met name voor de tram en bus, de komende jaren het meest effectief zullen zijn. Hiervoor wordt een verkenning uitgevoerd onder de naam Update OV-netwerk. De Hoekselijn vervult een belangrijke rol in de bereikbaarheidseis in de nieuw te ontwikkelen ruimtelijke plannen langs deze lijn en dan met name in Maassluis (RR2020). De bereikbaarheidseisen in de Kadernota maken het wenselijk de Hoekselijn als lightrail-verbinding te realiseren. Tussen het rijk en de stadsregio is nog geen overeenstemming bereikt over eventuele decentralisatie en de voorwaarden daarvoor. Op de verbinding Ridderkerk - Rotterdam kan het openbaar vervoer flink worden verbeterd. Een hoogwaardige openbaarvervoerverbinding in de vorm van TramPlus kan hiervoor soelaas bieden. De stadsregio voert op basis van de inmiddels afgeronde verkenning in 2006 de planstudie uit. 1.3.3 Verkeersmanagement, reisinformatie en benutting In het RVVP is het motto dat ‘mobiliteit mag, binnen de grenzen van fysieke ruimte, milieuruimte, verkeersveiligheid en geld’. Dit betekent dat het huidige netwerk van hoofdwegen nog maar beperkt zal kunnen worden uitgebreid. Het gaat daarbij vooral om capaciteitsverruiming bij notoire knelpunten en om de aanleg van ontbrekende schakels in het netwerk. Dit brengt met zich mee dat de groei van de mobiliteit – autonoom en door ruimtelijke ontwikkelingen – vooral moet worden opgevangen door een betere benutting van het netwerk. Om die reden moet in regionaal verband stevig worden ingezet op de toepassing van dynamisch verkeersmanagement (DVM). In 2002 is de stadsregio in samenwerking met het Rijk en de wegbeheerders het project ”Samenhangend Netwerk Regio Rotterdam” gestart. Vanwege de nadruk op de korte termijn heeft dit project de mogelijkheden van DVM nog onvoldoende benut. In 2006 wil de stadsregio om die reden een vervolgstap zetten die ook moet zijn gericht op de langere termijn. De gemeente Rotterdam is bezig om de technische basis te leggen voor inwinsystemen op het stedelijke wegennet. De stadsregio draagt daaraan bij en verwacht dat, wat in Rotterdam wordt bereikt, uitbreidbaar zal zijn naar de rest van het stedelijke gebied. Voor inwinning op het regionale
8
wegennet zijn maatregelen en systemen nodig die aan het voertuig (in-car) of de reiziger (GSM) zelf zijn gebonden. Op het gebied van reisinformatie is in 2005 een functioneel ontwerp voor een regionale website regionale bereikbaarheid opgesteld, die in 2006 operationeel zal worden. In Nexusverband blijft de inzet van de stadsregio gericht op resultaten op de korte termijn. Een van die maatregelen betreft het opzetten van een ‘regionaal meldpunt wegwerkzaamheden’, waardoor verstoringen op het samenhangende wegennetwerk voor de reiziger inzichtelijk en voorspelbaar zullen worden. 1.3.4 Vervoersmanagement Vervoersmanagement vormt één van de instrumenten in de strijd tegen bereikbaarheidsproblemen in de regio. In het verleden is het instrument gebruikt om werkgevers te informeren over mogelijkheden om werknemers anders dan per auto van en naar hun werk te laten reizen. Nieuw in de regio gevestigde werkgevers werden bezocht en voorzien van informatie. Ervaringen met gebiedsgerichte vervoersmanagementprojecten hebben geleerd dat het succes van deze aanpak kan worden vergroot door vervoersmanagement in combinatie met andere middelen van verkeers- en vervoersbeleid. De inzet van vervoersmanagement wordt daarom vooral gericht op die plaatsen waar automobiliteit zorgt voor bereikbaarheids- of leefbaarheidproblemen. Voor een aantal bedrijventerreinen wordt samen met de gemeenten een gebiedsgerichte aanpak uitgewerkt, waarin de betrokken overheden en de daar gevestigde bedrijven met elkaar maatregelen afspreken om de bereikbaarheid van deze terreinen te verbeteren. De stadsregio subsidieert het Vervoer Coördinatie Centrum Rijnmond (VCC-R) om bedrijven te informeren over de mogelijkheden van vervoersmanagement en om voorstellen voor gebiedsgerichte afspraken te ontwikkelen. Verder voert VCC-R elk jaar een aantal vervoersmanagementprojecten uit voor de stadsregio. 1.3.5
Ketenmobiliteit
P+R Op 30 januari 2002 heeft de Regioraad de nota Parkeer- en Reisvoorzieningen vastgesteld. In de nota is het regionale P+R-beleid geconcretiseerd en uitgewerkt tot een indicatief meerjarenontwikkelingsprogramma tot 2015. De regio acht het realiseren van P+R-voorzieningen essentieel om zorg te kunnen dragen voor de bereikbaarheid van de regio Rotterdam. Het regionale (hoofd)wegennet wordt dan immers ontlast en er wordt een bijdrage geleverd aan de vermindering van de kans op congestie, verlaging van de milieudruk en vermindering van de verkeersonveiligheid. De ambitie van de regio ten aanzien van P+R is hoog: in de regio Rotterdam werd tot 2015 voorzien in een uitbreiding van de P+R-capaciteit naar circa 23.000 parkeerplaatsen (nu circa 4.500). Op basis van een in 2005 uitgevoerde modelstudie, naar de potentie van P+R in de regio, zal in 2006 een voorstel voor programma aanpassing worden gedaan. In 2005 is – mede gefinancierd uit BOR-gelden – een aantal (soms tijdelijke) korte termijn voorzieningen gereedgekomen of verbeterd: het gaat daarbij om de P+R-voorzieningen Slinge, Noorderhelling en Alexander. In 2006 zal deze inspanning worden voortgezet ten aanzien van het P+R-terrein Rotterdam Noordrand. Daarnaast wordt gewerkt aan verkenningen en planstudies ten aanzien van structurele en grootschalige P+R-garages, bijvoorbeeld bij Kralingse Zoom, Lombardijen (MCRZ) Schieveste, Vijfsluizen en Capelse Brug. Eventueel zal ook de geplande P+R-garage bij Zuidplein worden opgepakt. Doordat recentelijk opgeleverde P+R-voorzieningen – veelal door onbekendheid bij de reiziger – nog niet optimaal worden gebruikt, zal in 2006 een gerichte P+R-campagne worden opgezet, die ook bruikbaar is voor toekomstige nieuwe terreinen.
9
Tenslotte is de stadsregio zich ook aan het verdiepen in het vraagstuk van de exploitatie van P+Rterreinen. Hoewel dit primair een taak is van de eigenaar van de voorziening (de gemeente of een private partij), ziet ook de stadsregio een rol voor zich weggelegd. Veel kleinere gemeenten vermijden de aanleg van P+R-voorzieningen waaraan structurele exploitatiekosten verbonden zijn die op dit moment nog niet door opbrengsten worden gedekt. Als vervolg op de P+R Locatieanalyse, die in 2004 is opgesteld, heeft de stadsregio in 2005 een rapport over het exploitatievraagstuk afgerond. In 2006 zal worden bekeken hoe uit P+R-gebruik opbrengsten kunnen worden gegenereerd (bijvoorbeeld door tarifering) en welke rol de stadsregio daarbij zou kunnen en moeten spelen. Fietsparkeren Op het gebied van parkeervoorzieningen voor de fiets heeft de stadsregio vooral een stimulerende en faciliterende rol. Voor het realiseren van de parkeervoorzieningen ligt het initiatief primair bij de wegbeheerders en OV-exploitanten. De stadsregio maakt hierover afspraken met de wegbeheerders en subsidieert. Om het fietsgebruik als onderdeel van de keten fiets-OV te stimuleren, is de stadsregio in 2005 het project ‘Fiets in de Keten’ gestart. In dit project wordt bekeken welk soort stallingvoorzieningen het meest voldoen aan de wensen van de gebruiker. De veronderstelling is dat dit per type haltevoorziening zal verschillen. Het project moet in 2006 een aantal pilotprojecten opleveren, waarbij op verschillende typen haltelocaties stallingvoorzieningen worden geplaatst en vervolgens het gebruik en de opinie van de fietser wordt gemeten. Op basis daarvan kunnen wegbeheerders en OV-exploitanten dan in het vervolg beter worden geadviseerd over het soort fietsparkeervoorziening dat zij zouden moeten plaatsen en dat door de stadsregio wordt gesubsidieerd. 1.3.6
Verkeersveiligheid
Een effectieve gedragsgerichte aanpak verlangt structurele samenwerking en een actieve inzet van betrokken partijen. Daarom hebben de stadsregio Rotterdam, de provincie en het stadsgewest Haaglanden gezamenlijk besloten het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid ZuidHolland (ROV-ZH) in te zetten om andere partijen in verkeersveiligheid te ondersteuning en adviseren. Daarnaast is een centrale rol weggelegd voor de Regionale Projectgroep Verkeersveiligheid (RPV), het platform waar de partijen uit de stadsregio, die bij verkeersveiligheid betrokken zijn, kennis uitwisselen, projecten aanzwengelen en het dagelijks bestuur van de stadsregio adviseren rond dit belangrijke thema. In de RPV zijn afspraken gemaakt om de betrokkenheid van de wegbeheerders bij de thema’s infrastructuur, handhaving, educatie en monitoring te versterken. In de stadsregio verzorgt het Centrum Educatieve Dienstverlening (CED) de projectleiding van het Fiets-OV project en de implementatie van de pilot Verkeersleerkracht. Verder wordt het CED ingezet voor het actief benaderen van het onderwijsveld (schoolbesturen en individuele scholen) met als doel het implementeren van praktisch verkeersonderwijs, bijvoorbeeld door de inzet van het Groot VerkeersMysterieSpel. Ook maatschappelijke organisaties zoals 3VO spelen in het verkeersveiligheidveld een belangrijke rol. De stadsregio Rotterdam maakt met de afzonderlijke maatschappelijke organisaties afspraken over de ambities, inzet, de uitvoering en financiering van hun projecten in deze regio. 1.3.7 Fietsnetwerk In het kader van de herijking van het regionale verkeers- en vervoersbeleid en naar aanleiding van incidentele wijzigingsvoorstellen is het regionale netwerk op onderdelen geactualiseerd. Bovendien zijn zoekgebieden gedefinieerd. Een aantal van deze zoekgebieden is inmiddels ingevuld en de resterende worden in overleg met de wegbeheerders binnen enkele jaren vertaald naar een route op de kaart. In 2005 is het regionale netwerk opnieuw geïnventariseerd en de resultaten daarvan zijn opgenomen in GIS-fiets. Door een vergelijking van de inventarisaties uit 2000 en 2005, kan worden beoordeeld hoe succesvol het fietsbeleid de afgelopen jaren is geweest. In 2006 wordt voortgebouwd aan de completering van het regionale fietsnetwerk dat volgens het huidige beleid in 2020 gereed dient te zijn.
10
11
2
FINANCIEEL OVERZICHT
2.1
Inleiding
Per 1 januari 2005 is de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) in werking getreden. In de BDU worden de middelen voor de uitvoering van verkeersbeleid gebundeld en ontschot naar de stadsregio overgemaakt. Daarmee is het aantal reguliere geldstromen binnen de stadsregio voor investeringen en uitgaven op het gebied verkeer en vervoer teruggebracht van zeven naar drie. De belangrijkste voedingsbronnen zijn nu de BDU, het BOR-fonds en het Omslagfonds VINEX.
2.2
Beschikbare budgetten voor infrastructurele projecten
Door de invoering van de Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) is de aparte regeling voor Duurzaam Veilig maatregelen komen te vervallen. Ook de De Boer EIISS-regeling is in 2005 volledig afgerond. Dit verhoogt de overzichtelijkheid. Ook bij drie regelingen kan echter het totaaloverzicht in het gedrang komen. In de contacten met de wegbeheerders wordt daarom het accent gelegd bij de te realiseren projecten en niet op de regelingen waaruit de projecten worden gefinancierd. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt met de beheerder van het Omslagfonds over een meer eenvoudige wijze waarop de bijdrage aan infrastructuurprojecten vanuit het Omslagfonds VINEX geregeld wordt. Een belangrijk onderscheid dat wel gemaakt wordt is tussen enerzijds het programma kleine projecten waarbij de projectkosten niet hoger zijn dan € 10 mln en anderzijds het programma grote projecten dat projecten bevat waarvan de kosten hoger dan € 10 mln zijn. In het RIVV staan deze twee infrastructuurprogramma’s centraal. De mate waarin de projecten uit deze programma’s aan de verschillende regelingen zijn gekoppeld, moet vanwege de verantwoording wel zichtbaar blijven, maar is zoveel mogelijk naar de bijlagen verschoven. Dit hoofdstuk geeft in het kort een overzicht van de financieringsbronnen waaruit het beschikbare budget voor het programma kleine projecten en het programma grote projecten is opgebouwd. Dit zijn de Brede Doeluitkering (BDU), het regionaal Omslagfonds VINEX en het fonds Bereikbaarheidsoffensief regio Rotterdam (BOR). Naast de drie genoemde geldstromen is tevens het positieve saldo van de BDU/GDU per 1 januari 2006 van belang. Dit wordt geschat op € 73,6 mln. Het gaat hier om het kassaldo van in voorgaande jaren ontvangen GDU/BDU uitkeringen, waar over het algemeen al wel verplichtingen tegenover staan, maar die pas in de komende jaren tot betalingen zullen leiden. Naast de bovengenoemde reguliere dekkingsbronnen is er in de sfeer van de infrastructuurprogramma’s ook sprake van incidentele dekkingsbronnen zoals vrijval en rente opbrengsten. Vanwege de vrijval bij de Beneluxlijn (€ 71 mln.) gaat het in 2006 om € 72,5 mln. aan additionele middelen, waar onder andere de Tourniquets en RandstadRail uit gefinancierd worden. Budgetten Infrastructuurprojecten 2006-2010 (staat van herkomst en bestemming) Budget RIVV 2006-2010 (staat van herkomst en bestemming) Voedingsbronnen BDU inkomsten (infradeel) kaspositie BDU-infra BOR-fonds Omslagfonds Vrijval en rente Totaal voeding
2006 63,1 73,6 24,5 2,4 72,5 236,2
2007 94,3 33,2 12,7 1,0 141,2
2008 64,9 25,7 7,9 1,0 99,5
2009 62,3 12,3 6,8 1,0 82,4
2010 Totaal 2006-2010 79,8 364,4 73,6 11,8 107,6 9,1 38,9 1,0 76,5 101,8 661,0
Budgetverdeling Betaling o.b.v. aangegane verplichtingen Kleine projecten (uitvoeringsafspraken) Grote projecten realisatiefase Totaal uitgaven
2006 42,5 141,8 184,3
2007 34,9 87,6 122,5
2008 23,0 63,2 86,1
2009 10,6 29,3 40,0
2010 Totaal 2006-2010 23,0 134,1 2,0 323,9 25,0 458,0
Vrije ruimte
51,8
18,7
13,4
42,4
76,8
203,0
Raming uitg. verkenning- uitwerkings- en planstudieprojecten
22,0
23,0
41,3
55,0
83,8
225,1
12
In de navolgende paragrafen wordt nader ingegaan op de afzonderlijke dekkingsbronnen GDU, BOR-fonds Omslagfonds VINEX en op de budgetverdeling. 2.2.1 Brede Doeluitkering (BDU) De omvang van de BDU in 2006 is € 238,3 mln. Hiervan is € 63,1 mln. beschikbaar voor de projectenprogramma’s die in dit RIVV zijn opgenomen. De hoogte van dit bedrag is bepaald door op basis van bestaande verplichtingen en historisch bepaalde verdeelsleutels de BDU toe te rekenen aan enerzijds infrastructuurinvesteringen en anderzijds OV-exploitatiegelden. Daarnaast is er voor uitgaven aan infrastructuurprojecten per 1 januari naar verwachting € 73,6 mln. in kas (deels op beleggingsrekeningen). Deze middelen zijn het saldo van inkomsten en uitgaven voor infrastructuurprojecten uit voorgaande jaren. 2.2.2 Regionaal Omslagfonds VINEX Het Regionaal Omslagfonds VINEX draagt bij aan de dekking voor bovenlokale infrastructuur- en groenprojecten die in relatie staan met de realisatie van de VINEX-doelstellingen. In het verleden werd in een separaat bestedingsvoorstel de middelen uit het Omslagfonds VINEX toegewezen aan infrastructuurprojecten die een relatie hadden met de verstedelijkingsopgave. Dit leidde tot projecten die vaak deels vanuit de GDU en deels vanuit het Omslagfonds VINEX werden gesubsidieerd. In overleg met de beheerder van het Omslagfonds is besloten om deze complexe financieringswijze los te laten. Op voorstel van de beheerder van het Omslagfonds worden de nog resterende middelen die gekoppeld waren aan projecten uit het bestedingsvoorstel van het Omslagfonds als “lump sum bedragen” beschikbaar gesteld. Deze bedragen worden met ingang van 2006 jaarlijks overgemaakt op de BDU-infrastructuur rekening. Het door de beheerder van het Omslagfonds opgestelde kasgeldritme is inmiddels overgenomen in de geactualiseerde meerjarenraming 2005 Omslagfonds zoals die 9 november 2005 is vastgesteld in de regioraad. Door de verlenging van het Omslagfonds komt tot 2010 ongeveer € 24 mln. aan extra vrij ruimte beschikbaar voor infrastructuurprojecten. 2.2.3 Fonds Bereikbaarheidsoffensief In 2000 is het convenant over het Fonds Bereikbaarheidsoffensief ondertekend. Het Fonds kent een projectenprogramma “regionale bereikbaarheid” waarin zowel kleine als grote projecten zijn opgenomen. Totaal is voor het programma regionale bereikbaarheid door de regionale partijen een bedrag van € 113,5 mln. in het fonds gestort. Door het Rijk is dit bedrag verdubbeld. Naast dit bedrag wordt door het Rijk € 27,2 mln. in het fonds gestort die in eerste instantie bedoeld was voor flankerende maatregelen in het kader van de spitsheffing. Nu de spitsheffing niet doorgaat, is bij de actualisatie van het BOR-programma in 2003 besloten om dit bedrag te bestemmen voor kleine projecten. Begin 2004 is met de Minister overeen gekomen dat het Rijk de komende jaren nog eens € 12,5 mln. extra in het BOR-fonds zal storten indien de regionale een gelijk bedrag in het Fonds zullen storten. De € 25 mln. die hierdoor beschikbaar komt voor regionale projecten zal worden aangewend voor de Harmsenbrug en projecten in het kader van het uitvoeringsprogramma Samenhangend Netwerk. Met de convenantpartners (de gemeente Rotterdam en de provincie Zuid Holland) zijn in 2005 afspraken gemaakt over de stortingsaandelen van de eigen inleg ten behoeve van de envelop regionale bereikbaarheid. In het bovenstaande overzicht (Budget RIVV 2006 - 2010) zijn de bijdragen uit het BOR-fonds opgenomen volgens het kasritme waarin deze beschikbaar dienen te komen voor de financiering van het projectenprogramma. 2.2.4 Budgetverdeling Bij de budgetverdeling voor het programma kleine projecten is uitgegaan van de budgetafspraken die gemaakt zijn in het kader van de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken. Per wegbeheerder zijn uitvoeringsafspraken gemaakt (en in een convenant vastgelegd). Deze afspraken, die een looptijd hebben tot en met 2009, hebben voor de jaren 2006 en 2007 een bindend karakter. Het programma grote projecten bevat de bijdragen (op kasbasis) aan de projecten die zich in de realisatiefase bevinden van het uitvoeringsprogramma grote projecten (zie ook paragraaf 5.4.4). Het saldo van „zekere“ inkomsten en uitgaven levert een positief saldo op dat is opgenomen onder de noemer „vrije ruimte“. Deze vrije ruimte is nodig om de projecten te kunnen dekken die nu nog
13
in de uitwerkings- en planstudiefase en deels zelfs de verkenningenfase zijn opgenomen, maar die in de komende jaren in uitvoering worden genomen. Ook hiervan is een raming opgesteld. Dan blijkt dat deze vrije ruimte naar verwachting ook volledig tot uitgaven zal leiden.
14
3
Programma kleine projecten
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de inhoud van het programma kleine projecten in de periode 2006 – 2010. Dit programma is vooral gebaseerd op de geactualiseerde gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken voor de periode 2006 – 2009. In paragraaf 4.2 wordt de voortgang van het programma kleine projecten van de afgelopen twee jaar toegelicht. In paragraaf 4.3 worden de gebiedsgerichte en het projectenprogramma toegelicht. 4.2 Voortgang en realisatie kleine projecten Over onder andere de realisatie van de kleine projecten wordt jaarlijks gerapporteerd in een afzonderlijk jaarverslag. In onderstaande is een totaaloverzicht daarvan opgenomen. Realisatie kleine projecten 2004
Categorie
budget 2004
P+R DVM Fiets Openbaar Vervoer Flankerend Beleid Verkeersveiligheid Weg
2.900 1.518 9.100 12.800 600 5.000 5.924
TOTAAL
37.842
Verplichtingen bedrag aantal % 1.645 4 57% 1.213 2 80% 7.701 21 85% 7.402 18 58% 1.206 19 201% 5.147 56 103% 867 3 15% 25.179
123
67%
In 2004 zijn 123 beschikkingen afgegeven voor kleine projecten. Daarmee is € 25,2 mln. aan verplichtingen aangegaan. Voor 27 projecten (€ 3,9 mln.), waarvoor in 2004 subsidie is aangevraagd, is het niet haalbaar gebleken in 2004 een verplichting aan te gaan. Redenen hiervoor zijn de piek in subsidieaanvragen én de onvolledigheid van de ingediende aanvragen. 4.3
Programma kleine projecten
4.3.1 Gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken In 2005 is de actualisatie van de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken ambtelijk voorbereid. In een aantal gespreksrondes is het programma van de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken 2006 – 2009 in samenwerking met de wegbeheerders binnen de stadsregio nader uitgewerkt. Als uitgangspunt voor de actualisatie dienden de lopende uitvoeringsafspraken. Beide zijn opgenomen in de convenanten van de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken. 4.3.2 Doorschuif en vrijval Aan de wegbeheerders is, evenals in voorgaande jaren, de mogelijkheid geboden projecten naar een andere jaarschijf door te schuiven. Verzoeken tot het doorschuiven van projecten zijn slechts gehonoreerd als er een valide motivatie aan ten grondslag ligt. Een valide motivatie om een verzoek tot doorschuiven te honoreren, is vertraging door factoren die buiten de directe invloedssfeer van de wegbeheerder liggen. In de convenanten over de uitvoeringsafspraken hebben zowel de wegbeheerders als de stadsregio zich gecommitteerd aan het beschikbaar stellen van de benodigde financiële middelen om de projecten volgens planning uit te voeren. Het niet beschikbaar hebben van budgetruimte in de begroting van de wegbeheerder is daarom geen grond om een project met behoud van budget door te schuiven naar een volgende jaarschijf in het RIVV. Voor projecten die gefinancierd worden ten laste van het BOR-fonds geldt deze beperking niet, omdat aan deze projecten een eigen inleg van de wegbeheerders is gekoppeld. In het RIVV 2006 – 2010 is voor € 14,3 mln. aan BDU-projecten uit jaarschijf 2005 doorgeschoven naar een volgende jaarschijf (€ 12,2mln. naar 2006, € 1,9 mln. naar 2007, € 0,2 mln. naar 2009). Hiervoor is door de wegbeheerders tijdig en voldoende onderbouwd een verzoek gedaan. De OVprojecten hebben een belangrijk aandeel in de doorgeschoven projecten. In een vroeg stadium was duidelijk dat deze niet in 2005 realiseerbaar waren als gevolg van aanpassing in de achterliggende beleidskaders en de doorwerking van nog niet afgeronde studies zoals de Update OV.
15
Verder is voor € 0,9 mln. aan projecten in jaarschijf 2006 opgenomen die versneld worden uitgevoerd. Het is mogelijk dit te honoreren binnen de budgettaire kaders voor het programma kleine projecten. In 2005 is, net als in 2004, belangrijke voortgang geboekt bij het aansporen van wegbeheerders om oude projecten af te rekenen. Bij een aantal projecten bleken de verantwoorde kosten beneden het beschikkingsbedrag te liggen. Dientengevolge kon een bedrag van € 0,5 mln. aan vrijval ingeboekt worden. De BDU-projecten, waarvoor niet tijdig, voor de deadline van 1 november, een aanvraag is ingediend leveren een vrijval van € 4,3 mln. op. 4.3.3 Programma kleine projecten In onderstaande tabel is de verdeling van de gevraagde bijdragen voor de kleine infraprojecten verdeeld over de verschillende subsidiecategorieën weergegeven. Verdeling per subsidiecategorie Programma kleine infra-projecten jaarschijf
categorie OV Weg DVM Fiets VV infra VV edu / Verv. Man. P+R Fl. maatr. Totaal kleine infra-projecten
2006 10,0 4,7 2,2 10,2 10,7 0,9 4,1 0,6 43,4
2007 7,6 6,7 3,2 8,1 8,5 0,7 0,5 0,3 35,7
2008 2,6 3,2 1,2 10,2 4,8 0,2 0,8 0,2 23,2
2009 3,4 0,5 1,7 4,9 0,0 0,2 10,7
Som bijdrage SR 23,5 15,1 6,6 30,2 28,9 1,9 5,3 1,4 112,9
% 21% 13% 6% 27% 26% 2% 5% 1% 100%
Richtpercentage RVVP 20% 21% 16% 19% 18% 6% 100%
Deze verdeling is grotendeels in lijn met de ambitieplanning (zie de kolom richtpercentage) voor kleine projecten die in het uitvoeringsprogramma bij het RIVV is geformuleerd. Afwijkingen zijn te zien in de categorie Fiets, Verkeersveiligheid (hoger percentage dan het richtpercentage) en in de categorie P+R (lager percentage dan het richtpercentage). Er wordt de komende jaren wel concreet werk gemaakt van een beleidsprioriteit als het aanleggen van P+R-plaatsen, maar doordat een aantal projecten van de categorie kleine naar de categorie grote projecten is verschoven laat het percentage P+R in het programma klein een lagere waarde dan het richtpercentage zien. Ook het completeren van het regionale fietsroutenetwerk en het verbeteren van de kwaliteit daarvan heeft de aandacht van de wegbeheerders. De aangemelde projecten met betrekking tot verkeersveiligheid zijn talrijk en divers. Naast black spots wordt steeds meer ingezet op duurzaam veilig fase 2, waarbij gebiedsontsluitingswegen veilig worden ingericht. Omdat steeds meer infrastructuur duurzaam veilig is ingericht, komt het accent daarnaast steeds meer te liggen op projecten die zich richten op het gedrag, zoals educatie, voorlichting en handhaving. Om de resultaten van de uitvoeringsafspraken te kunnen meten zal in de monitoringrapportages en de komende RIVV’s aandacht worden besteed aan de output van de gerealiseerde projecten. Bijvoorbeeld in termen van aantallen gerealiseerde P+R-plaatsen, aangelegde kilometers fietspad en de berekende afnamen van het aantal letselongevallen. In combinatie met de “outcome” gegevens die worden gemeten in de monitoringsrapportage van het RVVP levert dit inzicht op in het effect van de gerealiseerde projecten en de gepleegde investeringen en kan zonodig bijgestuurd worden. De verdeling van de geplande projecten over de jaren laat zien dat, zoals altijd, de grootste nadruk op het eerstkomende jaar ligt. De praktijk wijst uit dat hier deels sprake is van een haast onontkoombaar planningsoptimisme. De boeggolf in de investeringsplanning die hiervan het gevolg is, schuift jaarlijks mee in het programma. Met de gebiedsgerichte uitvoeringsafspraken is deze boeggolf wel afgevlakt, maar nog steeds aanwezig. Wegbeheerders geven aan dit ook te onderkennen, maar niet in staat te zijn dit te doorbreken omdat zij niet vooraf kunnen voorspellen welke projecten vertraging op zullen lopen. Voor een reële inschatting van de werkelijke hoogte
16
van de te verwachten investeringsbijdrage van de stadsregio kan het beste uitgegaan worden van het gemiddelde over de komende vier jaar. Dit is ongeveer € 26 miljoen.
17
4
Grote projecten
4.1
Inleiding
Het programma grote projecten bevat alle projecten groter dan € 10 miljoen en overige projecten van het Rijk in het gebied van de stadsregio, die in de periode tot en met 2010 in uitvoering zijn of komen. De in het programma opgenomen projecten zijn van belang voor de uitvoering van het RVVP en de Vinex-afspraken. De verantwoordelijkheid van het regiobestuur ten aanzien van deze projecten verschilt per project. Alleen voor het regionaal openbaar vervoer is het regiobestuur de initiatiefnemer en in de meeste gevallen ook bestuurlijk opdrachtgever. De stadsregio heeft geen wegen in beheer. Bij wegprojecten is de rol van het regiobestuur dan ook die van subsidiegever en de coördineerde rol ten aanzien van initiatieven van wegbeheerders voor wegen behorende tot het (sub)regionale wegennet. Bij de projecten van het Rijk laat de stadsregio zich, in welke hoedanigheid dan ook, bij haar inzet laat leiden door de doelstellingen van het RVVP en de Vinex-afspraken. De rol en verantwoordelijkheid van het regiobestuur als aanspreekpunt voor het Rijk zijn vastgelegd in de Planwet Verkeer en Vervoer. In de volgende paragraaf wordt de voortgang van de projecten toegelicht, waarbij het accent ligt op de projecten voor het regionaal openbaar vervoer en op het onderliggend wegennet. In de laatste paragraaf komen de financiële consequenties van dit programma aan de orde.
4.2
Voortgang
Regionaal openbaar vervoer Realisatie De bouwactiviteiten van Randstadrail zijn in volle gang. Op het tracé wordt op de diverse bouwfronten volop gewerkt. Ook de werkzaamheden voor Rotterdam CS zijn volop in uitvoering. De trams hebben tijdelijk gehalteerd op het Kruisplein maar maken sinds de zomer van 2005 via een nieuwe trambaan weer gebruik van het Stationsplein. De werkzaamheden voor de definitieve tramhaltes zijn in uitvoering. De Beneluxlijn is in 2002 in exploitatie genomen. Het afwerken van enkele restpunten (o.a. beveiliging) zal nog doorlopen in 2006. De daaraan gekoppelde slotdeclaratie aan Rijkswaterstaat kan dan in 2006 zijn beslag kunnen krijgen. Er is een aanzienlijke vrijval op de totale projectkosten die conform de bestuurlijke overeenkomst 2001 deels ingezet is voor Randstadrail en deels voor de Tourniquets op de metrolijnen. De Schiedam-Vlaardingenlijn wordt gefaseerd uitgevoerd. Diverse delen zijn al in gebruik genomen en anderen zijn volop in uitvoering. Van de verlenging is de eerste fase naar Vlaardingen in oktober 2005 in gebruik genomen en de tweede fase in Schiedam is in 2006 gereed. Bij de Metro Nesselandelijn is de uitvoering is gereed. Het project is 29 augustus 2005 in gebruik genomen. Tramplus IJsselmondelijn wordt gefaseerd uitgevoerd. Fase 1 is de nieuwe trambaan in IJsselmonde en de tramhaltes die bij een aanvullende opdracht er aan toegevoegd zijn. Dit deelproject is in 2004 in gebruik genomen en bijna gereed (er zijn eind 2005 nog problemen met zwerfstroom die nog niet afdoende zijn opgelost). De werkzaamheden voor de Klimmende Bever die op korte termijn moeten worden uitgevoerd (sanering en grondverwerving) behoren tot fase 2a. De werkzaamheden in het centrumplan IJsselmonde (tramlus met halten) behoren tot fase 2b, die niet voor 2007 in uitvoering komt en opgenomen worden in de uitwerkingsfase van uitvoeringsprogramma grote projecten. De uitvoering van de Carnisselandelijn is gereed op enkele restpunten na zoals de bouw van een gelijkrichterstation en het inrichten van een deel van de buitenruimte. Eind 2005 zijn deze werkzaamheden gereed. Mede door de termijn voor het indienen van claims nadeelcompensatie wordt de eindafrekening in 2006 verwacht. De uitvoering van de Tramplus CS – Lombardijen is gereed op enkele restpunten na zoals het onderstation Spinozaweg. In het najaar van 2005 zijn deze werkzaamheden gereed en kan het project worden afgerekend.
18
Verkenning en planstudie De verkenningsstudie naar de Ridderkerklijn is in 2005 vastgesteld. De planstudie is gestart. In 2004 is een verkenningsstudie gestart naar het OVnetwerk in Rotterdam, die in 2005 geresulteerd heeft in een rapport Update OVnetwerk, waarin het busnetwerk en het tram(plus)netwerk zijn doorgelicht met betrekking tot ontbrekende schakels en veranderingen in de eisen waaraan de netwerken moeten voldoen. De vervolgacties worden in 2006 bestuurlijk geaccordeerd en vervolgens in gang gezet. In 2005 is een quickscan uitgevoerd naar een busverbinding van Krimpen aan den IJssel naar station Alexander in Rotterdam. De quickscan geeft aan dat deze verbinding lastig in te passen is en niet geëxploiteerd kan worden.
Regionaal/lokaal wegennet Parklane De Parklane is in het RVVP geclassificeerd als een subregionale weg, die aansluitingen verzorgt op de Ruit, Rotterdam-Centrum en Rotterdam-Zuid. Het is een route die een aantal economische centra en verschillende woonwijken onderling verbindt en ontsluit. Verschillende knelpunten langs het traject verstoren een soepele verkeersafwikkeling. Over de gehele lengte van de route wordt een profiel aangelegd dat bestaat uit gescheiden rijbanen met in het midden een groene middenberm, en aan weerszijden vrijliggende fietspaden. Op delen van het Parklanetracé vindt inpassing van TramPluslijnen plaats. De reconstructie van het Giessenplein (Fase 1) is uitgevoerd, op het herstel van een klein deel van de buitenruimte na. De eindafrekening wacht op realisatie van deze laatste werkzaamheden. Het aanleggen van het Parklaneprofiel op de Westzeedijk en het Hudsonplein, beide met een trambaan (Fase 2a) is gereed . Dit deelproject wordt binnenkort afgerekend. Voor de reconstructie van de Vierhavenstraat en Pelgrimstraat (Fase 2b) zijn de voorbereidende werkzaamheden in 2004 gestart. Hiervoor is medio 2004 een subsidiebeschikking van het Rijk ontvangen en de gemeente heeft eind 2004 een verzoek om een regionale (aanvullende) bijdrage ingediend bij de stadsregio. Hiervoor wordt nog in 2005 een beschikking afgegeven. Tweede ontsluitingsweg Hoek van Holland De provincie Zuid Holland, het stadsgewest Haaglanden, de stadsregio Rotterdam en de gemeenten Rotterdam en Westland voeren samen het project Westland/Hoek van Holland uit, wat onder meer voorziet in de aanleg van een Tweede Ontsluitingsweg naar Hoek van Holland, aangesloten op de A20. Hiermee wordt de regionale functie van de N220 (Maasdijk) die capaciteitsen verkeersveiligheidsproblemen kent, deels overgenomen. Voor Rotterdam zijn drie fasen van belang: 1. een nieuwe weg van Hoek van Holland tot en met de brug over het Oranjekanaal, 2. reconstructie Pettendijk en 3. reconstructie Westerlee. De gemeente Rotterdam dient nog in 2005 een subsidieaanvraag in voor fase 1 en 2 (uitvoering gepland in 2005-2007). Voor fase 3 zal de provincie Zuid-Holland samen met de stadsregio, de regio Haaglanden, de gemeente Rotterdam en de gemeente Naaldwijk een voorstel uitwerken voor de verdere aanpak. Een eerste schetsontwerp is gereed. De uitvoering is gepland in de periode 2008-2011. N470 Het project is volop in uitvoering. De eerste fase is in 2006 gereed en de tweede fase in 2007. Voor de regionale bijdrage is in 2003 een beschikking afgegeven (BOR) en in 2005 is een beschikking afgegeven voor een deel van de provinciale bijdrage (ook BOR). N209 De N209 is een belangrijke weg uit het subregionale wegennet en een verbinding tussen de rijkswegen A12 en A13. Door de hoge verkeersintensiteiten op en de beperkte capaciteit van de N209 is de weg congestiegevoelig. Bovendien zijn er knelpunten met betrekking tot veiligheid en leefbaarheid. Als gevolg hiervan, en met het oog op de in het gebied voorziene verkeersaantrekkende ruimtelijke ontwikkelingen (waaronder aanleg van bedrijventerreinen Hoefweg en woningbouwlocaties bij Zoetermeer-Oosterheem en Noordrand II en III) is het noodzakelijk dat de N209 wordt verbeterd. Deze verbetering wordt in verschillende fases aangepakt. Het trajectdeel N209/A12 bevindt zich in de realisatiefase. Het Rijk heeft hiervoor in maart 2004 een beschikking afgegeven die bij de decentralisatie van de GDU+ is overgenomen door de stadsregio. De regionale bijdrage (BDU en BOR) wordt eind 2005 beschikt, in combinatie met de definitieve overdrachtsbeschikking.
19
Verder is voor de N209 een planstudie uitgevoerd naar maatregelen voor de korte en middellange termijn voor het weggedeelte Veiling - Boterdorpseweg. Enkele korte termijnmaatregelen worden in 2006 gerealiseerd met een regionale bijdrage en andere korte termijnmaatregelen worden gecombineerd uitgevoerd met onderhoud van de provincie. De tweede planstudie onderzoekt de mogelijkheden van de verdubbeling van het wegvak Boterdorpseweg - Ankie Verbeek-Ohrlaan. Voor de kruising van de N209 met de A13 heeft de stadsregio een verkenningsstudie uitgevoerd. De provincie Zuid Holland neemt vervolgens het initiatief voor een gezamenlijke planstudie. De HWN-component van dit project is onder noemer A16/13 met een indicatief bedrag van € 30 miljoen opgenomen in de planstudiefase van het MIT. Ontsluiting Voorne-Putten + Rozenburg Ten behoeve van de ontsluitingsproblematiek op Voorne-Putten is in Nexus-verband een probleemanalyse opgesteld van de bereikbaarheidsconsequenties als gevolg van de ruimtelijke ontwikkelingen op Voorne Putten. Algemeen beeld is dat de bereikbaarheidsknelpunten zich vooral voordoen op aansluitpunten (Hartelcorridor, Harmsenbrug, Spijkenisserbrug) richting de A15 en op de N57. Ook na realisatie van de geplande of reeds in uitvoering zijnde projecten blijft de ontsluiting van Voorne-Putten bij met name Spijkenisse problematisch. In dat verband is relevant dat in relatie tot de keuze van het Rijk voor een nieuwe Botlekbrug in plaats van een nieuwe Botlektunnel is afgesproken om de afwikkelingskwaliteit op het Onderliggende Wegennet (= Hartelkruis-Hartelcorridor) te verbeteren Daarnaast voert de stadsregio een verkennende netwerkstudie uit naar de oplossingsrichtingen voor de oostelijke ontsluiting. Hierbij moet rekening worden gehouden met overige infrastructurele en ruimtelijke wensen en ontwikkelingen in het studiegebied, met name de A4-Zuid en het gewenste gebruik van de Groene Kruisweg. Een nieuwe verbinding over het Spui richting de N217 / A29 is één van de te onderzoeken mogelijkheden. N57 / Harmsenbrug De stadsregio heeft met het ministerie van Verkeer en Waterstaat afspraken gemaakt ter verbetering van de doorstroming en de verkeersveiligheid van de N57: De stadsregio zorgt voor de bouw van een afzonderlijke fietsbrug naast de Harmsenbrug, die Rijkswaterstaat in beheer en onderhoud zal nemen. Ingebruikneming van de fietsbrug is voorzien in 2007. Na de bouw van de fietsbrug zorgt Rijkswaterstaat voor de realisatie van een tweede rijstrook voor autoverkeer aan de oostzijde van de Harmsenbrug. In 2006/7 realiseert Rijkswaterstaat drie rotondes ter plaatse van de kruisingen van de N57 met de N495, de N 496 en de N 497. Het bestaande inhaalverbod op de N57 zal over de hele lengte op Voorne worden doorgetrokken. Het verbod zal op het wegdek fysiek worden ondersteund. OWN subregio Noordoost Op de subregionale wegen in de subregio Noordoost doen zich op diverse plekken doorstromingsproblemen voor: o.a. de Algeracorridor, A.v. Rijckevorselweg, Kralingseplein, Alexanderlaan, Hoofdweg en Capelseweg. De kortetermijnmaatregelen voor de Algeraweg zijn in 2003 in beeld gebracht en opgevoerd in het programma kleine projecten 2006 van de gemeente Capelle a/d IJssel. Voor de lange termijn zijn de capaciteitsproblemen op netwerkniveau bestudeerd. Deze studie is in 2005 afgerond, waarbij enkele vervolgstudies zijn benoemd. Daarbij gaat het om studies naar • de Capelseweg en de Kanaalweg met het doel om een visie over deze wegen te ontwikkelen in samenhang met het subregionaal wegennet; • de problematiek rond het Hoofdwegplein en de aansluiting op de A20; Bij het Kralingseplein takt het OWN aan op het rijkswegenstelsel (A16). De stadsregio heeft in 2005 een verkennende netwerkstudie verricht naar de capaciteit van dit knooppunt in relatie tot de ontwikkelingen in de directe omgeving. De conclusies uit deze verkenning zijn door de betrokken gemeenten onderschreven en er wordt een planstudie uitgevoerd naar de wegontsluiting P+R Kralingse Zoom en onderzocht wordt hoe het Kralingseplein kan worden opgewaardeerd. In het gebied rond het Kralingseplein zijn met de wegbeheerders ook afspraken gemaakt over vervoersmanagement. Vaanweg/Pleinweg Door de gemeente Rotterdam is de verkenning ‘Stromen door Zuid’ opgesteld. Deze verkenning is door de gemeente Rotterdam aangeboden aan de het dagelijks bestuur. Het project is vervolgens
20
opgenomen in de planstudiefase van het RIVV 2005-2009. De planstudie met de werknaam „Stadsweg zuid“ is in 2005 gestart. P+R op knooppunten De komende jaren zal een aantal knooppunten, zoals die zijn gedefinieerd in het RVVP, worden aangepakt om de mogelijkheden voor ketenmobiliteit op deze plekken te verbeteren. Op korte termijn gaat het hier om de knooppunten Kralingse Zoom en Zuidplein in Rotterdam en Schieveste in Schiedam.
4.3
Budget grote projecten
4.3.1 Meerjarenraming budget en uitgaven grote projecten Het grootste deel van het budget voor de grote projecten is afgeleid uit de BDU. Het is gebaseerd op doorberekening van het verwachte budget van de GDU+ en op projectgebonden verplichtingen ten laste van de oude GDU, Regionaal Omslagfonds en Fonds Bereikbaarheidsoffensief voor de dekking van de eigen regionale bijdragen. Wat betreft de budgetten per project is geanticipeerd op de definitieve beschikkingen die in het kader van de decentralisatie eind 2005 door het dagelijks bestuur zullen worden vastgesteld. De opgenomen bedragen zijn gebaseerd op kasstromen. Er is voldoende budget om de aangegane verplichtingen (projecten in de realisatiefase) te kunnen betalen. Dat geldt ook voor de geplande uitgaven voor de realisatie van projecten die zich nu nog in de uitwerkings- en planstudiefase bevinden. Indien daar ook de geprojecteerde uitgaven worden meegeteld voor projecten die zich nu nog in de verkenningsfase bevinden, ontstaat aan het einde van de planperiode (2010) een tekort. Dit is een acceptabele overplanning. Dekking en uitgaven grote projecten DEKKING BDU, BOR, Omslagfonds, Rente
2006 193,7
2007 106,2
2008 76,5
2009 71,7
2010 78,8
TOTAAL DEKKING GROTE PROJECTEN
193,7
106,2
76,5
71,7
78,8
UITGAVEN Kasrime grote projecten realisatiefase
2006 141,8
2007 87,6
2008 63,2
2009 29,3
2010 2,0
SUBTOTAAL UITGAVEN REALISATIEFASE
141,8
87,6
63,2
29,3
2,0
Raming kasritme projecten uitwerkingsfase Raming kasritme projecten planstudiefase Raming kasritme projecten verkenningenfase
7,0 13,0 2,0
9,0 10,0 4,0
7,8 29,5 4,0
0,0 41,0 14,0
0,0 63,8 20,0
SUBTOTAAL RAMING UITGAVEN GR. PROJECTEN
163,8
110,6
104,5
84,3
85,8
GECUMULEERD SALDO DEKKING GR. PROJECTEN
29,8
25,5
-2,4
-15,0
-22,1
4.4
Indeling in planfasen
De besluitvorming over investeringen in infrastructuur verloopt altijd in fasen, waarbij het commitment - inhoudelijk en financieel - toeneemt naarmate de planvorming van projecten vordert. Ten behoeve van prioriteitstelling en kostenbeheersing van het totale programma is het noodzakelijk om in het Uitvoeringsprogramma en het RIVV een fasering aan te brengen. De komende decentralisatie van projecten in het kader van de GDU+ maakt de noodzaak van een dergelijke fasering onvermijdelijk.
21
De mate van bestuurlijk commitment voor grote projecten (> € 10 mln.) wordt uitgedrukt door die projecten in een bepaalde fase van het programma op te nemen. In de Kadernota GDUplus, die door de regioraad is vastgesteld, worden vier fasen in het programma onderscheiden met een oplopend bestuurlijk commitment en een afnemende mate van overplanning: • verkenning; • planstudie; • uitwerking; • realisatie. Besluiten over opname van projecten in de uitwerkings- of realisatiefase worden genomen bij het vaststellen van het RIVV. De in het Uitvoeringsprogramma bij het RVVP gedefinieerde grote projecten en de daar aangegeven fasering vormen de basis voor de indeling van deze projecten in vier verschillende fases. 4.4.1 Lopende of reeds binnenkort te starten verkenningen De verkenningenfase bevat alle projecten en vraagstukken waarvoor de stadsregio de noodzaak erkent om aan een oplossing te werken, maar die qua planvorming of prioriteit niet ver genoeg zijn om een bepaalde mate van financieel commitment te krijgen. Het RVVP is het belangrijkste referentiekader voor opname van projecten en vraagstukken in deze fase. Er is dus ondanks de afwezigheid van financieel commitment, wel inhoudelijke erkenning van een probleem of opgave. De lijst met de projecten staat opgenomen in het Uitvoeringsprogramma in het RVVP. Voor een aantal van die projecten zijn in het kader van de uitvoeringsafspraken 2004 tot en met 2007 afspraken gemaakt over het starten of afronden van studies uit het verkenningenprogramma. In onderstaand overzicht zijn deze weergegeven. Nieuw opgenomen in de lijst met binnenkort te starten Verkenningen is Kralingse Plein, 2e fase. De studie is opgepakt in het kader van het projectenprogramma “Samenhangend Netwerk”. Ook nieuw is een verkenning naar de capaciteit van de N470. Op termijn zal deze weg onvoldoende capaciteit hebben. De verkenning moet primair bezien wanneer dit capaciteitstekort zich voordoet en wanneer dan de planvorming voor passende maatregelen moet starten. Verder is een verkenning naar een 3e stadsbrug in Rotterdam opgenomen, alsmede de ontsluiting van de Rivieroevers in Vlaardingen. Deze laatste is als groot project naar voren gekomen bij het onlangs vastgestelde RR2020. Ook de Hoekse lijn is in het verkenningsprogramma opgenomen. De verkenning wordt door de stadsregio uitgevoerd. Uiteindelijke realisatie is afhankelijk van de afspraken die met het Rijk gemaakt worden over de voorwaarden waaronder de decentralisatie van de Hoekse lijn zal plaats vinden. Lopende of binnenkort te starten verkenningen
project Knooppuntontwikkeling P+R, stations e..d Zuidplein, Schieveste, Kralingse zoom OV-rail Tramplus, lijn 1 + Willemsbrug + OV Update Hoekse lijn CS fase 3 Wegen Kralingse plein/ OWN subregio Noordoost/ ontsluiting Voorne Putten Noordoever Rotterdam (grote bundel, N470-capaciteit) 3e oeververbinding Rotterdam/ontsluiting Stadshavens Ontsluiting Rivieroevers Vlaardingen 4.4.2
Planstudiefase
De planstudiefase bevat het programma van tactische projecten waarvoor wel inhoudelijk, maar (nog) geen financieel commitment voor de uitvoering is. Het gaat om projecten waarvan is aangetoond (of waarvan verwacht wordt dat binnenkort zal worden aangetoond) dat deze nog voor 2010 zouden moeten worden gerealiseerd. Dit betekent dat er via het opstellen van een planstudie kan worden gestudeerd op een concrete oplossingsrichting. In het onderstaande overzicht is een onderscheid aangebracht tussen projecten waarbij het dagelijks bestuur reeds akkoord is gegaan
22
met de start van de planstudie en projecten waarvan verwacht wordt dat de verkenning op korte termijn door het dagelijks bestuur zal worden goedgekeurd en opdracht zal worden gegeven tot het starten van de planstudie. Omdat in dit RIVV een exercitie gedaan wordt waarbij de tot en met 2010 beschikbare vrije middelen worden afgezet tegen de kosten van de projecten in het planstudieprogramma is het van belang om ook de projecten mee te nemen waarvan verwacht wordt dat de planstudie op korte termijn gaat lopen. Voor de projecten in het planstudieprogramma wordt een studie gestart naar verschillende oplossingsvarianten. In de meeste gevallen staat bij openbaarvervoerprojecten de modaliteit (bus, tram of metro) al vast op basis van een uitgevoerde verkenning. In de planstudie worden conclusies getrokken over het meest wenselijke tracé en het functioneel programma van eisen. In vergelijking met het RIVV 2005 zijn diverse nieuwe projecten in het planstudieprogramma opgenomen. Conform de besluitvorming over verkenningstudie Busstation Zuidplein in DB op 29 september 2004 is de planstudie gestart. De planvorming Kruising N209/A13 (knoop Doenkade) vindt plaats in Luteijn verband. Er worden diverse oplossingsrichtingen van dit knelpunt uitgewerkt. In het MIT staat 30 mln. gekoppeld aan de A13/16 opgenomen in de planstudiefase. De Hartelcorridor heeft onvoldoende capaciteit. De provincie Zuid Holland heeft diverse mogelijkheden onderzocht zonder dat daar een geschikte oplossing uit voort is gekomen. Er wordt door de provincie gekeken welke maatregelen nog meer in aanmerking komen. De definitieve aanleg van de Laan op Zuid is een project dat resteert na de werkzaamheden aan het Varkenoordseviaduct. De stadsregio heeft bij de decentralisatie van de subsidiëring van projecten boven de € 10 mln. per 1 januari 2004 het budget hiervoor overgedragen gekregen van het Rijk. Planstudieprogramma
project Pleinweg/Vaanweg Vastelandboog Ridderkerklijn Centraal Station Rotterdam, fase 2 Strandspoorlijn Westland/Hoek van Holland fase 2 Zuidplein busstation Kralingse Zoom P+R garage, 2e fase Kruising N209/13 (knoop Doenkade) Verdubbeling Doenkade Hartelcorridor Laan op Zuid (rechttrekking) N209 Boterdorpseweg - Ankie Verbeek Ohrlaan 4.4.3
modaliteit Weg OV OV OV OV Weg OV P+R Weg Weg Weg Weg Weg
Regionale bijdrage 50 - 112 6 - 10 80 - 120 44 10 - 15 10 - 15 10 - 15 8 -14 p.m. 1,9-2,8 7 - 20 1,8 20 - 25
Uitwerkingsfase
De uitwerkingsfase is in feite een tussenstap tussen de planstudiefase (met inhoudelijk commitment op hoofdlijnen) en de daadwerkelijke realisatie. Daarnaast bevat de uitwerkingsfase ook een reservecategorie projecten waarvoor al een ontwerp is opgesteld, maar waarvoor ten aanzien van de uitvoering in het eerstvolgende begrotingsjaar nog niet voldoende middelen beschikbaar zijn. Uitwerkingsprogramma
project HOV Alexander-Bdriehoek-Delft Krlalingse zoom P+R , fase 1 Tramplus IJsselmonde fase 2b (Centrumlus) Totaal uitwerkingsprogramma
23
modaliteit OV P+R OV
Regionale bijdrage 7 - 14 11,5 3,8
4.4.4
Realisatiefase
Deze fase van het programma is het meest concreet en bevat projecten waarvoor volledige overeenstemming is en waarvan de uitvoering reeds is gestart of daadwerkelijk op korte termijn zal worden gestart. In deze fase worden de harde verplichtingen voor de uitvoeringskosten aangegaan. Het realisatieprogramma bevat projecten die conform het vastgestelde definitieve ontwerp (met bijbehorende afspraken over welke partijen welke onderdelen zullen financieren) uitgevoerd zullen gaan worden. Het gaat om projecten waarvoor al een beschikking is afgegeven, of waarvoor nog binnen het komende begrotingsjaar een beschikking zal worden afgegeven. In de meeste gevallen gaat om projecten die begin 2004 naar de stadsregio gedecentraliseerd zijn. In onderstaand overzicht is zowel de „oude“ stadsregionale bijdrage als de bijdrage vanuit de BDU opgenomen. Als eerste staat een drietal projecten genoemd waarvan de beschikking op korte termijn zal worden afgegeven. Dit betreft Tramsporen CS dat reeds in uitvoering is, de Harmsenbrug waarvoor financiering via het BOR-fonds is geregeld en fase 2 van de IJsselmondelijn. Tevens is een onderscheid gemaakt tussen projecten die nu in uitvoering zijn en projecten die al gereed zijn maar waarvan de financiële afwikkeling nog loopt. Het kasritme van deze projecten staat weergegeven in bijlage III. Twee grote regionale projecten zijn niet gedecentraliseerd. Dit betreft RandstadRail en de Beneluxlijn. De projectkosten van deze projecten liggen boven de € 225 mln. en de rijksbijdrage hiervoor wordt niet gedecentraliseerd en blijft in het MIT zichtbaar. De regionale bijdrage aan RandstadRail wordt tevens apart inzichtelijk gemaakt. In 2004 is een aanvullende bijdrage voor de halte Meijersplein (1,2 mln.) verstrekt.
24
Bijdragen aan projecten in realisatiefase
Bijdrage uit regionale bronnen* Realisatiefase
Modaliteit
Beschikking verwacht in 2005 Harmsenbrug (regionaal deel)
Weg
CS Rotterdam Tramsporen
OV
Tramplus IJsselmondelijn, fase 2a
OV
BDU
BOR**
reg bijdrage oud
10,0 73,3 2,4
In uitvoering en beschikt RandstadRail, Meijersplein
OV
Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland
Weg
TramPlus Schiedam-Vlaardingenlijn N 470 1e fase Delfgauw
OV Weg
N209 Bleiswijk-Zoetermeer Oosterheem
Weg
Parklane fase 2b
Weg
Tourniquets
OV
1,2 7,1 80,5 49,4 30,4 7,7 40,0
2,3
6,4 6,0
44,9 12,9 10,0
1,0
In gebruik (financiele afhandeling nog niet afgerond) TramPlus IJsselmondelijn
OV
Metro Nesselande (VINEX)
OV
Tramplus Carnisselande (VINEX) Parklane fase 1, Giess.plein/4 havengeb.
OV Weg
Parklane fase 2a, W.zeedijk-Hudsonpl.
Weg
Kop van Zuid metrostation
OV
Kop van Zuid TramPlus (VINEX)
OV
Kop van Zuid, Erasmusbrug
Weg
TramPlus - CS-Lombardijen (VINEX)
OV
NZ-metro, station Beurs
OV
Niet gedecentraliseerde projecten RandstadRail (incl. ZoRo-bus) Beneluxlijn
Modaliteit OV OV
32,7 49,5 52,5 4,8 7,0 34,8 33,1 70,1 24,6 14,7 MIT 422,0 660,0
1,7 3,1 4,8
1,7
BOR
reg bijdrage oud
96,1
7,5 24,0
* Het betreft hier (totaal)bedragen van de afgegeven beschikkingen. Deze zijn deels al gedeclareerd en betaald ** Het betreft hier de BOR-bijdragen gekoppeld aan de inleg van zowel de stadsregio, Provincie als gemeente Rotterdam
25
Bijlage I: programma kleine projecten (gesorteerd op subsidiecategorie) categorie OV
jaarschijf Wegbeheerder 2006 Hellevoetsluis Rotterdam
projectnaam
fonds
Totaal
Optimaliseren OV Lage erfbrug - Nieuwe Binnenweg (OV-deel) Programma klein Ov 2006 Pilot OV-prioriteit Verhoogde bushaltes 2006 Busprioriteit Schieveste Rechtsaffer Rotterdamsedijk - Broersvest (bus) Kruising Hoornbaan - Baljuwlaan OV-station IJsselmonde Oostplein Update tramplus netwerk 2006 Tramplus Vasteland - Schiebroek Bushalte Rotterdamseweg - Vlietlaan
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BOR BDU
€ € € € € € € € € € € € € €
500.000 375.000 400.000 454.000 100.000 25.000 150.000 3.500.000 1.100.000 2.300.000 1.200.000 60.000 10.164.000
Stadsregio Rotterdam
OV-reizigersinformatie bij knopen Programma klein OV 2007 Verhoogde bushaltes 2007 Update tramplus netwerk 2007
BOR BDU BDU BDU
€ € € € €
4.500.000 375.000 454.000 2.300.000 7.629.000
Bergschenhoek Rotterdam Stadsregio Rotterdam
Haltevoorziening buslijn 171 Programma klein OV 2008 Update tramplus netwerk 2008
BDU BDU BDU
€ € € €
200.000 375.000 2.000.000 2.575.000
Rotterdam Stadsregio Rotterdam
Programma klein OV 2009 Update tramplus netwerk 2009
BDU BDU
€ € €
375.000 3.000.000 3.375.000
€
23.743.000
Schiedam Spijkenisse Stadsregio Rotterdam
Waterschap Hollandse Delta Som 2006 2007 Rotterdam
Som 2007 2008
Som 2008 2009
Som 2009 Som OV
categorie Weg
jaarschijf Wegbeheerder 2006 Provincie Zuid-Holland Rotterdam
Spijkenisse Vlaardingen
projectnaam
fonds
Totaal
N209 Aansluiting De Kulk Actieprogramma doorstroming 2006 Groene Kruisweg (tussen Laning en Aveling) Doorstroming Giessenplein - Giessenweg Doorstroming Reeweg/A15/Anth. Bodaanweg Wegontsluiting Nesselande Rechtsaffer Groene Kruisweg / Schenkelweg Deltaweg
BDU BDU BDU BDU BOR BDU BDU BDU
€ € € € € € € € €
1.006.000 500.000 750.000 425.000 1.000.000 750.000 40.000 200.000 4.671.000
Functionele wijzigingen bij onderhoud Statenweg / Stadhoudersweg Functionele wijzigingen bij onderhoud Moezelweg Herstel functionaliteit GJ de Jonghweg Actieprogramma doorstroming 2007 Reservering samenhangend netwerk Verkeersafwikkeling IJsselmondse Knoop
BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € €
500.000 100.000 500.000 500.000 5.000.000 100.000 6.700.000
Functionele wijzigingen bij onderhoud Boompjes Netwerkregeling centrum 1 Functionele wijzigingen bij onderhoud Maastunnelplein Functionele wijzigingen bij onderhoud Vondelingenweg Functionele wijzigingen bij onderhoud Europaweg Functionele wijzigingen bij onderhoud Kanaalweg Vergroting capaciteit Baljuwlaan
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € €
300.000 500.000 500.000 100.000 325.000 1.500.000 3.225.000
Netwerkregeling Centrum 2 Functionele wijzigingen bij onderhoud Stadhoudersweg
BDU BDU
€ € €
500.000 500.000
€
15.096.000
Som 2006 2007 Rotterdam
Stadsregio Rotterdam Waterschap Hollandse Delta Som 2007 2008 Rotterdam
Spijkenisse Som 2008 2009 Rotterdam Som 2009 Som Weg
26
categorie Fiets
jaarschijf Wegbeheerder 2006 Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bleiswijk Krimpen aan den IJssel Maassluis Provincie Zuid-Holland Ridderkerk Rotterdam
Schiedam Stadsregio Rotterdam Waterschap Hollandse Delta
projectnaam
fonds
Totaal
Fietsvoorziening Leeuwenhoekweg Fietspad Zwartepad Fietsoversteek Rodenrijsseweg Anthuriumweg - Hoekeindseweg Fietsvoorziening Industrieweg Asfalteren regionale fietsroutes 2006 Laan 40-45 (fietsvriendelijke VRI) Fietspad HIA - Barendrecht (BOR) Fietspad N496 Rockanje - Brielle Fietspad Nw Hoek-Verenambacht Fietspad Aelbrachtskade Fietsvoorziening Rotterdam Centrum - Ijsselmonde Centrum Fietsvoorziening Spaansebrug Fietspad Fly-over Reeweg Programma Fiets 2006 Fietsverbinding Bovenstraat Prinsemolenpad Fietsroute 10: Brielse Gatdam-Distripark Maasvlakte Asfalteren regionale routes 2006 RD Asfalteren regionale routes 2006 Bewegwijzering regionale fietsroute 9 Fietspad Rotterdamseweg Fietsroute langs Aaldijk/Spui Fietsroute Rijksstraatweg - Verbindingsweg Papendijk/Oude Maas
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BOR BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
343.000 967.946 700.000 17.500 318.500 87.500 154.000 136.134 733.000 49.000 700.000 210.000 1.470.000 1.050.000 525.000 245.000 140.000 1.050.000 150.000 161.700 121.000 175.000 570.000 52.500 100.000 10.226.780
Reconstructie Albrandswaardsedijk bij Deltaziekenhuis Fietspad Merenweg (aanleg 2e deel) Fietspad Merenweg (verbreden 1e deel) Fietspaden Rivierweg CY Fietspaden Slotlaan Fietspaden Rembrandtsingel fase 2 Fietsonderdoorgang Amnestyln. Asfalteren regionale fietsroutes 2007 Fietspad Klaaswaal - Westmaas (BOR - 244) Fietstunnel N210 BOR-bijdrage Fietstunnel N210 BDU-bijdrage Fietspad Bleiswijkse Zoom Noord Asfalteren regionale routes 2007 RD Fietsverbinding Fascinatio - 's Gravenland Fietsverbinding Berkel - Schieveen Programma fiets klein 2007 Realisatie fietsroute Actieplan Rotterdam fietst! Fietspaden Nieuwe Damlaan Asfalteren regionale routes 2007 Fietspad Broekkade - Rotterdam NW Fietspaden 's Gravenlandseweg Fietsverbinding 's Gravenland Fietspad Maaswijkweg Bewegwijzering regionale fietsroute 3 Bewegwijzering regionale fietsroute 4 Fietspad Sliklandseweg
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BOR BOR BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
22.500 70.000 28.000 49.000 315.000 147.000 311.500 87.500 363.000 525.000 770.000 888.972 150.000 126.000 525.000 525.000 770.000 1.008.000 161.700 31.500 457.100 420.000 150.500 65.000 58.000 98.000 8.123.271
Fietspad Essendijk-Rivierweg Fietspad Planetenweg Asfalteren regionale fietsroutes 2008 Fietspad Delft - Rotterdam (BOR 269) PZH Fietspad Quaksedijk - Vierpolders (BOR-278?) Fietspad Gouda - Nieuwerkerk a/d IJ (BOR-263) Fietspad Populierenlaan - IJsselmonde (BOR-233?) Fietspad Verlengde Molengangepad Fietsroute richting Beverwaard Programma Fiets klein 2008 Asfalteren regionale routes 2008 Ontbrekende schakel Waterweg - Kust Hoek van Holland Fietspad Zoomweg - Hoevenronde Fietspad Baljuwlaan (Akkersweg - Ouverturelaan) Fietspad Heemraadlaan (Copernicuslaan - fietstunnel) Fietspad Ravenseweg
BDU BDU BDU BOR BOR BOR BOR BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € €
57.575 105.000 87.500 2.768.000 272.000 2.450.000 1.815.000 690.288 210.000 525.000 150.000 472.500 63.000 280.000 210.000 49.000 10.204.862
Fietsstructuur N209, route 438 Asfalteren regionale fietsroutes 2009 Programma fiets klein 2009 Asfalteren regionale fietsroutes 2009 Fietspaden Churchillweg
BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € €
616.000 87.500 525.000 150.000 315.000 1.693.500
€
30.248.412
Som 2006 2007 Albrandswaard Bleiswijk Capelle aan den IJssel
Hellevoetsluis Maassluis Provincie Zuid-Holland
Recreatieschap Rottemeren Rotterdam
Schiedam
Spijkenisse Stadsregio Rotterdam Waterschap Hollandse Delta Som 2007 2008 Albrandswaard Berkel en Rodenrijs Maassluis Provincie Zuid-Holland
Recreatieschap Rottemeren Rotterdam
Schiedam Spijkenisse Waterschap Hollandse Delta Som 2008 2009 Bergschenhoek Maassluis Rotterdam Schiedam Som 2009 Som Fiets
27
categorie P+R
jaarschijf Wegbeheerder 2006 Berkel en Rodenrijs
projectnaam
fonds
Totaal
Garantstelling P+R Rodenrijs P+R Rodenrijs P+R Zuidplein P+R Melanchtonweg P+R Noorderhelling doelgroepensysteem Opgang P+R Heemraadlaan P+R Heemraadlaan
BDU BDU BOR BOR BOR BDU BDU
€ € € € € € € €
750.000 1.500.000 500.000 90.500 289.000 375.000 600.000 4.104.500
Berkel en Rodenrijs Rotterdam Schiedam
P+R Westpolder Parkeermanagementsysteem P+R P+R Spaland (150 pp)
BDU BDU BDU
€ € € €
100.000 200.000 150.000 450.000
Rotterdam
Realisatie P+R Meijersplein (tijdelijk)
BDU
€ €
750.000 750.000
€
5.304.500
Rotterdam
Spijkenisse Som 2006 2007
Som 2007 2008 Som 2008 Som P+R
categorie DVM
jaarschijf Wegbeheerder 2006 Rotterdam
projectnaam
fonds
Totaal
Monitoring Rotterdam (fase 1) Routegeleiding (PaGe de Kuip)
BDU BDU
€ € €
1.190.000 1.000.000 2.190.000
Rotterdam
Routegeleiding 2007 Monitoring Rotterdam (fase 1+2)
BDU BDU
€ € €
2.000.000 1.190.000 3.190.000
Rotterdam
Monitoring Rotterdam (fase 2)
BDU
€ €
1.190.000 1.190.000
€
6.570.000
Som 2006 2007
Som 2007 2008 Som 2008 Som DVM
categorie jaarschijf Wegbeheerder Fl. maatr. 2006 Rotterdam Schiedam
projectnaam
fonds
Totaal
Programma fietsparkeren 2006 Buurtfietsenstallingen 2006 Fietsparkeren nabij Koemarkt Fietsparkeren vrije stallingen / aanleunhekjes 2006 Fietsparkeren westzijde centrum Fietstrommels 2006 Quick-win Vijfsluizen Fietstrommels oude woonwijken (4 stuks)
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € €
180.000 30.000 100.000 9.375 100.000 12.500 200.000 8.000 639.875
Rotterdam Schiedam Waterschap Hollandse Delta
Programma fietsparkeren 2007 Fietsparkeren vrije stallingen / aanleunhekjes 2007 Sluipverkeerwerende maatregelen Essendijk - Achterzeedijk Sluipverkeerwerende maatregelen Rijksstraatweg Achterambachtseweg (RI)
BDU BDU BDU BDU
€ € € € €
200.000 9.375 65.000 50.000 324.375
Rotterdam
Programma Fietsparkeren 2008
BDU
€ €
200.000 200.000
Rotterdam
Programma Fietsparkeren 2009
BDU
€ €
200.000 200.000
€
1.364.250
Vlaardingen Som 2006 2007
Som 2007 2008 Som 2008 2009 Som 2009 Som Fl. maatr.
28
categorie VV infra
jaarschijf Wegbeheerder 2006 Albrandswaard
Barendrecht
Bergschenhoek Bernisse Bleiswijk Brielle Capelle aan den IJssel Maassluis Ridderkerk
Rotterdam
Rozenburg Schiedam
Spijkenisse
Vlaardingen
Waterschap Hollandse Delta
Westvoorne
projectnaam
fonds
Totaal
Fietsstroken Oranje Nassaulaan Fietsvoorziening vd Poest Clementlaan / Groene Kruisweg Herinrichten Binnenbaan Herinrichten Irenestraat - Achterweg Poortugaal Kruispunt Rijsdijk-Rivierweg Verkeersveiligheid rondom scholen 2006 Dudokdreef 30 km Middeldijk-oost 30 km Duurzaam veilig fase II Grindweg /Bergweg Zuid Herinrichten recr. Gebied incl. Kromme tochtweg Reconstructie kruising Dorpsweg-Eeweg Broemdag Bernisse Snelheidsremmers Parallelweg Hoekeindseweg Veiligheid fietsers, passeerhavens Wilgenlei N-Z Verkeersmaatregelen wijk Zuurland Rotonde Hossenbosdijk-De Nolle-Veckdijk Rotonde Couwenhoekseweg - Keerkring Dr. A. Schweitzerdreef (2x 50km-drempel) 2006 Aanschaf SID's Kastanjelaan Rotonde Sportlaan - Populierenlaan - Kastanjelaan Verkeersveiligheid Schoolomgeving en -routes 2006 Rijksstraatweg (Voorweg - Verbinding) 30 km/h Juliana v Stolbergstraat - Oranjestraat - Willemstraat, 30 km/h Groene Kruisweg (ontsluiting Wielewaal i.c.m. onderhoud) Programma Duurzaam Veilig 2006 Programma Blackspots - grote ingrepen 2006 Laan van Nieuw Blankenburg-Tienm. Weg Fietspad Nieuw Mathenessestraat e.o. Fietspaden Schoolstraat Fietspaden Scheepvaartweg Duurzaam Veilig fase II Burgemeester Haarenlaan Aanvullende maatregelen dv 2006 Verkeersveiligheid rondom scholen 2006 Rotonde kruispunt Hekelingseweg - Planetenlaan inrichten 30 km gebieden 2006 Vijfsluizen (VRI- en wegaanpassingen) Veilige schoolroutes Westwijk Rotonde F. Hendriklaan - Lepelaarsingel Afscheiding busstrook Rotterdamseweg Oost Kruising Zevenbergsedijkje - Nudenoord Langenhorst - Vrijenburgweg Rotonde Hekelingseweg Rotonde Stationsweg - Gemeenlandsedijk fietstroken D. van Voornelaan Rockanje Parkeren buiten de rijbaan D van Voornelaan Rockanje 30km zone Bosweg/Ligusterstraat e.o. Oostvoorne
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
37.500 20.000 37.500 150.000 250.000 4.200 45.000 22.000 172.500 139.000 63.500 2.500 35.000 29.195 330.500 337.500 270.000 30.000 6.750 13.750 200.000 5.000 52.500 72.500 250.000 1.100.000 1.300.000 625.000 1.115.625 196.500 124.500 1.500.000 50.000 30.000 300.000 70.000 700.000 15.000 237.500 122.500 125.000 32.500 225.000 225.000 6.000 16.500 32.500 10.725.520
Fietsstroken Schroeder vd Kolklaan Fietsvoorziening Dorpsdijk-Rijsdijk Reconstructie kruising Rijsdijk-Dorpsdijk Verblijfsgebied Dorpsdijk Noord Waalstraat tussen Emmastraat en Dorpsstraat Verkeersveiligheid rondom scholen 2007 Schaatsbaan 30 km Rotonde Henry Dunantlaan - Boerhaavelaan Kruising Boerhaavelaan - Dorpsstraat Rotonde Buitenlandsebaan - Lindehoeve Stationsweg 30 km Verbreden (middeneilanden) Berkelseweg Pateau Kruispunt Zuid, fietspad Hoekeindseweg N-Z Kwartellaan (fietsstroken) Merellaan (fietsstroken) Havenplein 1e fase Wagenstraat (1x 50km-drempel) Dr.J. Schoutenlaan (1x 50km-drempel) Dr. A. Schweitzerdreef (1x 50km-drempel) 2007 Rotonde Carpe Diem N218 Groene Kruisweg - H. Fordstraat N218 Groene Kruisweg - Wallendam Rotonde Vlietlaan - Vondellaan - Donkerslootweg Verkeersveiligheid Schoolomgeving en -routes 2007 Programma Duurzaam Veilig 2007 Kruising Tjalklaan - Spaanseweg Programma Blackspots - grote ingrepen 2007 Aanvullende maatregelen dv 2007 Verkeersveiligheid rondom scholen 2007 Herinrichten 'grijze' wegen Saneren 2 onveilige kruispunten Fietssuggestiestroken Bollaartsdijk Brielle fietsoversteek Brielseweg - de Ruy 30km zone G. van Voorneweg e.o Oostvoorne
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
12.000 36.400 237.500 15.000 24.000 4.200 30.000 175.000 92.500 110.000 22.000 71.500 7.000 26.400 4.750 500.000 7.500 15.000 15.000 575.000 341.500 454.000 332.500 5.000 1.200.000 2.650.000 1.300.000 50.000 30.000 45.000 92.500 16.500 32.500 8.530.250
Som 2006 2007 Albrandswaard
Barendrecht
Bergschenhoek Bleiswijk Maassluis
Provincie Zuid-Holland
Ridderkerk Rotterdam
Spijkenisse
Vlaardingen Waterschap Hollandse Delta Westvoorne Som 2007
29
categorie
jaarschijf Wegbeheerder 2008 Albrandswaard
Barendrecht Bergschenhoek
Berkel en Rodenrijs Bleiswijk Maassluis Ridderkerk Rotterdam Spijkenisse
Waterschap Hollandse Delta Westvoorne
projectnaam
fonds
Totaal
Uitvoering Verkeersplan Centrum Rhoon Verkeersveiligheid Schoolomgeving Julianastraat/Beatrixstraat/Bernhardstraat Fietsstroken Rijsdijk (deel tussen Viaductweg en Tijsjesdijk) Verkeersveiligheid rondom scholen 2008 Fietsoversteek N472 thv rotonde Zuiderparklaan Fietsoversteek N472 thv Manderhof Inrichten buitengebied als verblijfsgebied Duurzaam Veilig II Oostersingel Duurzaam Veilig II Planetenweg Veilige oversteek Kooipas-deTuinen Havenplein 2e fase Verkeersveiligheid Schoolomgeving en -routes 2008 Programma Duurzaam Veilig 2008 Programma Blackspots - grote ingrepen 2008 Aanpassen Marrewijklaan - Raadhuislaan Aanvullende maatregelen dv 2008 Fietsenstalling Centrum Verkeersveiligheid rondom scholen 2008 Herinrichten 'grijze' wegen Rotonde Rijksstraatweg - Parallelweg Fietsstroken Voorweg Oostvoorne
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
125.000 3.500 125.000 4.200 390.000 390.000 110.000 175.000 275.000 30.000 250.000 5.000 1.200.000 1.300.000 50.000 85.000 30.000 262.500 16.500 4.826.700
Fietsvoorziening Viaductweg Verkeersveiligheid rondom scholen 2009 Verkeerseducatie 2009 Veilige oversteek De Tuinen - Edisonlaan nabij Sterrenlaan Verkeersveiligheid Schoolomgeving en -routes 2009 Programma Duurzaam Veilig 2009 DV-inrichting Groeninx van Zoelenlaan Programma Blackspots - grote ingrepen 2009 Fietpaden Havendijk Kruising Heemraadlaan - Hekelingseweg Aanvullende maatregelen dv 2009 Rotonde Maaswijkweg - Joke Smitlaan Verkeersveiligheid rondom scholen 2009 Herinrichten 'grijze' wegen Rotonde Rijksstraatweg - Achterdijk Vierpolders 30km zone Burg. Letteweg 30km Patrijzenlaan Oostvoorne Fietsstroken Hoogvlietlaan / Middeldijk Rockanje Parkeren buiten de rijbaan Hoogvlietlaan Kruispunt Fazantlaan - Voorweg
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
40.000 4.200 5.000 30.000 5.000 1.200.000 400.000 1.300.000 214.500 1.000.000 50.000 250.000 30.000 200.000 29.500 39.000 9.000 27.000 28.000 4.861.200
€
28.943.670
Som 2008 2009 Albrandswaard Barendrecht Bleiswijk Ridderkerk Rotterdam
Schiedam Spijkenisse
Waterschap Hollandse Delta Westvoorne
Som 2009 Som VV infra
30
categorie VV edu /Verv. man.
jaarschijf
Wegbeheerder
projectnaam
fonds
Totaal
Albrandswaard Barendrecht Capelle aan den IJssel Schiedam Spijkenisse
Rijvaardigheid voor senioren (BROEM-dag) Verkeerseducatie 2006 Schoolproject samen duurzaam veilig op weg Verkeerseducatie Schiedam Lokale activiteiten (perm. educatie) 2006 Verkeersleerkracht 2006 Bijdrage VCC-R 2006 Reservering Vervoersmanagement 2006 Bijdrage ROV-ZH 2006 Implementatie Via-stat 2006 Fiets-OV-project 2006 Verkeersmysteriespel 2006 CED ondersteuning 2006 Uitbreiding Pilot verkeersleerkracht 3VO werkplan 2006 Afwikkeling POV Bijdrage Kids Adventure 2006 Verkeerseducatiekalender 2006 CED Reservering Verkeerseducatiekalender ROV 2006 Educatie, voorlichting, handhaving 2006
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
2.500 5.000 15.000 10.000 13.600 294.000 74.000 287.400 10.290 48.500 54.500 23.400 13.500 12.905 15.000 3.800 30.000 11.500 924.895
Verkeerseducatie 2007 Lokale activiteiten (perm. educatie) 2007 Verkeersleerkracht 2007 bijdrage VCC-R 2007 Vervoersmanagement 2007 pm Bijdrage ROV-ZH 2007 implementatie Via-stat 2007 Fiets-OV-project 2007 Verkeersmysteriespel 2007 CED ondersteuning 2007 3VO werkplan 2007 bijdrage kids Adventure 2007 Verkeerseducatiekalender 2007 CED Reservering Verkeerseducatiekalender ROV 2007 Educatie, voorlichting, handhaving 2007
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € €
5.000 10.000 13.600 194.000 287.400 10.290 48.500 54.500 23.400 15.000 3.800 30.000 11.500 706.990
Verkeerseducatie 2008 Lokale activiteiten (perm. educatie) 2008 Verkeersleerkracht 2008 Vervoersmanagement 2008 pm Fiets-OV-project 2008 Verkeersmysteriespel 2008 CED ondersteuning 2008 3VO werkplan 2008 Verkeerseducatiekalender 2008 Reservering Verkeerseducatiekalender ROV 2008 Educatie, voorlichting, handhaving 2008
BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € €
5.000 10.000 13.600 48.500 54.500 23.400 3.800 30.000 11.500 200.300
lokale activiteiten (perm. Educatie) 2009 Verkeersleerkracht 2009 Vervoersmanagement 2009 pm Educatie, voorlichting, handhaving 2009
BDU BDU BDU BDU
Som 2009
€ € € € €
10.000 13.600 11.500 35.100
Som VV edu/Verv. man.
€
1.867.285
2006
Stadsregio Rotterdam
Vlaardingen Som 2006 2007 Barendrecht Spijkenisse Stadsregio Rotterdam
Vlaardingen Som 2007 2008 Barendrecht Spijkenisse Stadsregio Rotterdam
Vlaardingen Som 2008 2009 Spijkenisse Stadsregio Rotterdam Vlaardingen
31
Bijlage II: bijdragen per wegbeheerder
Wegbeheerder Albrandswaard Barendrecht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse Bleiswijk Brielle Capelle aan den IJssel Hellevoetsluis Krimpen aan den IJssel Maassluis Provincie Zuid-Holland Recreatieschap Rottemeren Ridderkerk Rotterdam Rozenburg Schiedam Spijkenisse Stadsregio Rotterdam Vlaardingen Waterschap Hollandse Delta Westvoorne Som bijdrage SR
32
fonds BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BDU BOR BDU BDU BDU BOR BDU BDU BDU BDU BOR BDU BDU BDU
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
2006 0,5 0,1 0,7 3,9 0,1 0,1 0,7 0,3 0,3 0,3 1,7 0,1 0,4 14,7 1,9 0,6 3,7 1,6 7,9 1,0 1,2 1,7 0,1 43,4
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
2007 0,3 0,4 0,1 0,1 0,1 0,5 0,3 0,7 2,1 0,9 0,9 0,3 13,3 4,5 2,2 0,3 8,1 0,1 0,4 0,0 35,7
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
2008 0,3 0,0 1,1 0,6 0,0 0,3 7,3 0,7 0,0 8,1 0,1 2,2 2,2 0,0 0,3 0,0 23,2
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
2008 0,0 0,0 0,6 0,0 0,1 0,0 4,6 0,5 1,4 3,0 0,0 0,2 0,1 10,7
Totaal bijdrage Stadsregio € 1,2 € 0,5 € 2,4 € 4,6 € 0,1 € 0,2 € 0,7 € 0,8 € 0,3 € 0,3 € 1,4 € 3,9 € 8,3 € 1,6 € 0,7 € 40,7 € 6,4 € 0,6 € 6,5 € 5,4 € 21,1 € 1,0 € 1,3 € 2,6 € 0,3 € 112,9
Bijlage III: Kasritme grote infraprojecten uit het realisatieprogramma Realisatiefase
Modaliteit Totaal
Beschikking verwacht in 2005 Harmsenbrug
Weg
CS Rotterdam Tramsporen Tramplus IJsselmondelijn, fase 2
OV OV
t/m 2004 10,0 73,3 2,4
0,0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
0,0
5,0 20,0 1,2
4,0 20,0 1,2
1,0 20,0
13,3
-
4,0 16,0 24,4 7,9 7,0 11,8
6,0 17,3 13,0 11,1 8,0 5,1
3,5 14,8 9,5 11,6 2,6 -
2,7 5,0 8,4 -
2,0 -
In uitvoering en beschikt RandstadRail, Meijersplein en overig
OV
Tweede Ontsluitingsweg Hoek van Holland
Weg
TramPlus Schiedam-Vlaardingenlijn N 470
OV Weg
N209 Bleiswijk-Zoetermeer Oosterheem
Weg
Parklane fase 2b
Weg
Tourniquets
OV
1,2 15,8 86,5 94,3 43,2 18,7 40,0
2,3 24,1 25,4 1,1 10,1
1,2 11,7 17,1 2,2 13,0
34,4 24,0 57,3 52,6 4,8 7,0 34,8 33,1 70,1 26,3 14,7
21,1
8,3
30,5 25,8 3,2 4,5 27,5 27,5 69,9 23,9 14,3
311,0
In gebruik (financiele afhandeling nog niet afgerond) TramPlus IJsselmondelijn Beneluxlijn (eigen bijdrage)
OV
OV
Tramplus Carnisselande (VINEX)
OV
Metro Nesselande (VINEX)
OV
Parklane fase 1, Giess.plein/4 havengeb.
Weg
Parklane fase 2a, W.zeedijk-Hudsonpl.
Weg
Kop van Zuid metrostation
OV
Kop van Zuid TramPlus (VINEX)
OV
Kop van Zuid, stadsbrug + viaduct
Weg
TramPlus - CS-Lombardijen (VINEX)
OV
NZ-metro, station Beurs
OV
Totaal
33
744,7
0,9
-
-
-
23,0 23,3 0,6 5,5 1,7 2,2 -
4,2 24,0 3,8 3,5 0,5 2,0 1,8 4,0 0,3 0,2 0,3
1,0 -
0,1 -
-
-
109,8
141,8
87,6
63,2
29,3
2,0
Bijlage IV: Geactualiseerd projectenprogramma BOR-fonds Jaar beschikking Flankerende Maatregelen (compensaKleine projecten
Programma 2003
Geactualiseerd Wijzigingsvoorstel programma 2004 2005
-
€
27.226.813
€
27.226.813
subtotaal
€
27.226.813
€
27.226.813
€
Programma 2005 -
€
27.226.813
OPENBAAR VERVOER Aanleg Rotterdam/ RandstadRail Rotterdam Kwaliteit Randstadrail Stadsregio/HOV-Rotterdam-Drechtsteden/Ridde Provincie Randstadrail ZoRo 1e fase Stadsregio Tramplus Streefbeeld 2010 Rotterdam OV reisinformatie knooppunten
2003 nvt 2008 nvt 2006 2006
€ € € € € €
93.024.944 11.344.505 9.983.165 6.276.505 3.537.802 4.537.802
€ € € € € €
93.024.944 11.344.505 9.983.165 5.976.505 3.537.802 4.537.802
€ € € € € €
11.344.5055.976.505-
€ € € € € €
93.024.944 9.983.165 3.537.802 4.537.802
Exploitatie Stadsregio/FastFerry Rotterdam-Dordrecht Stadsregio Extra aanloopverlies Carnisselande Stadsregio Treintaxi Schiedam/Maassluis Stadsregio Aanloopverlies OV in de B-driehoek
2001 2002 2002 2006
€ € € €
4.722.681 826.890 25.000 -
€ € € €
4.722.681 826.890 25.000 -
€ € € €
5.000.000
€ € € €
4.722.681 826.890 25.000 5.000.000
2003 2002 2005 2006 2004 2005 2006 2005
€ € € € € € € €
442.000 37.000 500.000 3.000.000 1.500.000 5.000 90.500 1.232.203
€ € € € € € € €
511.000 34.618 500.000 1.500.000 300.000 90.500 3.870.585
€ € € € € € € €
11.344.505 -
€ € € € € € € €
511.000 34.618 500.000 11.344.505 1.500.000 300.000 90.500 3.870.585
2008 €
4.537.802
€
4.537.802
€
-
€
4.537.802
2001 € 2007 € € 2008-2009 € 2008-2009 € 2006 € 2008 € 2007 € 2008-2009 €
95.451 907.560 363.910 2.768.000 2.450.000 136.134 1.815.000 363.000 272.000
€ € € € € € € € €
95.451 907.560 363.910 2.768.000 2.450.000 136.134 1.815.000 363.000 272.000
€ € € € € € € € €
382.560382.560 -
€ € € € € € € € €
95.451 525.000 746.470 2.768.000 2.450.000 136.134 1.815.000 363.000 272.000
€ € € € € € €
33.434.343 16.575.604 2.268.901 1.815.121 6.792.523 -
€ € € € € € €
33.434.343 16.575.604 2.268.901 300.000 1.815.121 6.792.523 10.000.000
€ € € € €
10.028.690 -
€ € € € €
10.028.690 15.000.000 -
€ € € € € € € € € € € € €
976.505 5.000.0005.000.000 15.000.0005.000.000 1.000.000 9.000.000
€ € € € € € € € € € € € €
33.434.343 16.575.604 2.268.901 300.000 1.815.121 7.769.028 5.000.000 5.000.000 10.028.690 5.000.000 1.000.000 9.000.000
2002 € 2005 €
907.560 272.368
€ €
907.560 272.368
€ €
-
€ €
907.560 272.368
€
226.889.966
€
251.889.966
€
0
€
251.889.966
P+R/TRANSFERIA Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam Rotterdam
Doelgroepenparkeren Alexander Wilgenplas Zuidplein Kralingse Zoom Slinge Noorderhelling Melanchtonweg Beverwaard
Provincie P+R Gouda FIETSPROJECTEN Stadsregio Avond-exploitatie veer Maassluis-Roz Provincie Fiets- voetgangerstunnel N210 bij Ca Provincie Diverse fietspaden; nader uit te werken Provincie Ruyven-Hilligersberg incl kruising Doe Provincie 1e Moordrechtse Tiendweg-oude tram Provincie Antonius-achterambachtseweg Provincie Populierenlaan-IJsselmonde Provincie Molendijk-Munnikkendijk Cromstrijen Provincie Quacksedijk-Vierpolders
WEGEN Regionaal Stadsregio/N470 2004 Provincie N209 Zoetermeer-Bleiswijk 2005 Rotterdam Tweede ontsluitingsweg Hoek van Ho 2003 Provincie Algeracorridor 2006 Stadsregio N57 Capaciteit/veiligheid 2007 Stadsregio/Optimalisatie Hartelcorridor 2008 Stadsregio/Harmsenbrug Stadsregio 2006 Provincie Harmsenbrug Provincie 2006 Stadsregio/Parklane Vierhavenstraat 2005 Stadsregio/Samenhangend Netwerk 2006 e.v. Provincie N209 verdubbeling Doenkade 2006 Rotterdam Verkeersafwikkeling A15-Reeweg 2006 Rotterdam 3-in-1 (Pettendijk-Westerlee) 2007 e.v. Lokaal Waterscha Constructieve verbetering Ruigendijk Maassluis Plaatsing VRI Mozartlaan - Westlands subtotaal
34
Bijlage IV vervolg projecten gefinancierd ten laste van het renteoverschot (vloeit niet terug naar BOR-fonds) SRR Versnelling aanleg Schiedam-Vlaardingenlijn Stadsregio/Randstadrail ZoRo Rotterdam/RandstadRail - rente valutadatum Provincie Indexering N470 Waterscha Constructieve verbetering Ruigendijk Tinte
beschikt
commentaar
2003 2002 2003 2004
€ 589.914 € 90.756 kosten verkenning € 3.107.440 € 3.433.342 het betreft hier een rentecomponent ivm de voorfinanciering van een stortingsdeel; indexatie over het beschikkingsbedrag is nog niet bekend 2002 € 71.220 financiering verdubbeling storting Waterschap Brielse Dijkkring
projecten voorgefinancierd ten laste van het renteoverschot (vloeit terug naar BOR-fonds) Reeds afgewikkeld Stadsregio Tramplus Carnisselandelijn Stadsregio Metro Nesselandelijn Stadsregio Ijsselmondelijn Stadsregio Randstadrail RET/Rijk Voorfinanciering VAT-kosten RaRa RET Voorfinanciering tekort exploitatie OV Lopend PZH PZH PZH
Fietspaden provincie Zuid-Holland VAT-kosten Hartelcorridor (fietsbrug)
Garantstelling IODS PZH kostenramig GW N209 Stadsregio Voorfinanciering VAT-kosten Rotterdam Centraal Rotterdam Voorfinanciering VAT-kosten Beverwaard Prorail Voorfinanciering voorbereidingskosten Spaland
35
2003 2003 2002 2001 2001 2004
€ € € € 7.941.154 € 1.568.506 € 1.500.000
voorfinanciering vervallen met afgeven van rijksbeschikking; beschikking vervallen voorfinanciering vervallen met afgeven van rijksbeschikking; beschikking vervallen voorfinanciering vervallen met afgeven van rijksbeschikking; beschikking vervallen voorfinanciering van de storting van het GDU-aandeel; aandeel inmiddels in BOR-fonds teruggestort voorfinanciering vervallen met het afgeven van de beschikking voor RaRa voorfinanciering vervallen; middelen worden aan BWS onttrokken
2002 € 136.134 voorfinanciering wordt verrekend met beschikking voor fietsproject van de provincie 2002 € 24.000 komt ten laste van de beschikking voor de optimalisatie Hartelcorridor Garantstelling treedt in werking indien IODS-financiering niet rond komt; komt dan ten laste van het renteoverschot 2003 € 135.000 2003 € 21.500 voorfinanciering wordt verrekend met de beschikking voor de N209 2003 € 75.000 voorfinanciering wordt verrekend met de VAT-kosten van Rotterdam Centraal 2003 € 42.840 voorfinanciering wordt verrekend met de beschikking voor P+R Beverwaard 2004 € 100.000
Bijlage V: Rijksprojecten in de stadsregio Rotterdam Projectnaam
MIT bedrag in Euro's
Realisatieprogramma Regionale/lokale infrastructuur Metro Beneluxlijn RandstadRail Hoofdwegennet A15 Europaweg (Dintelhavenbrug, Calandtunnel en 3 aansluitingen) A15 Aansluiting Vondelingenplaat Spoorwegen Personenvervoer Rotterdam Centraal Rotterdam-Zuid - Dordrecht Spoorwegen Goederen Spoorontsluiting NW Hoek Maasvlakte Verbindingssporen ECT Project Mainportontwikkeling Rotterdam
Totaal
Planstudieprogramma Railwegen Rijswijk - Schiedam (incl. spoorcoridor Delft) Hoofdwegennet A4 Delft - Schiedam (categorie 1) A15 Maasvlakte - Vaanplein (categorie 1) A13/16 (categorie 1) *1
Totaal
Kasritme (in mln) t/m 2004
2005
2006
2007
2008
660 846
617 409
23 43
20 32
591 104
513 89
34 13
28 2
16
161 382
366
5 8
15 5
22 13 79
3 10 2
4 3 5
t/m 2004
2005
150
later
55
19
45 3
50
35
11
8
5
2
17
14
14
13
11
2006
2007
2008
2009
2010
pm later pm
270 511 1270 31
2010
138
tb
tb pr
Verkenningenprogramma Spooraansluiting Tweede Maasvlakte Railservicecentra Waalhaven en Maasvlakte (vervolgfase) A13 Den Haag - Rotterdam A16 Rotterdam - Moerdijk A20 Rotterdam - Gouda A20 Maassluis - Rotterdam tn = trajectnota/projectnota ; tb = tracebesluit / projectbesluit ; pr = procedures rond ; uo = beschikking / uitvoeringsopdracht *1 - in de doorkijk MIT 2015-2020 is opgenomen dat dit project in de periode 2015-2020 mogelijk gerealiseerd wordt.
36
2009
pr tb
pr