Riva Rocci Korotkoff Techniek 2 keer meten bij zittende pat na 5 min. rust Elleboogsplooi t.h.v. midden sternum = harthoogte Lange manchet (12 x 40 cm). Alleen bij echt dunne armen (12 x 26 cm) Niet praten tijdens meting Ontluchten 2 mmHg/s Aflezen op 2 mmHg bij Korotkoff tonen I en V IJken aneroïde meter jaarlijks
Korotkoff tonen Groot verschil fase IV en V bij: zwangeren bloedarmoede na inspanning Dan: 134/84/52 mmHg!
vuist positie cuff boos! dikke trui
10 cm = 7 mm Hg !
Riva Rocci Korotkoff Vervolg metingen (NHG) Twee metingen 1e consult; het gemiddelde hiervan = SYS/DIA SBD ≥ 140 tweede consult afspreken Indien gemiddelde tweede consult meer afwijkt dan 10 mmHg van SYS/DIA, derde consult ter bevestiging Het gemiddelde SYS/DIA van de laatste meting wordt gebruikt voor risicoschatting M84 Cardiovasculair Risicomanagement NHG 2006
Risicomanagement NHG 2006 SCORE risicofunctie (% mortaliteit/10 jaar):
M84 Cardiovasculair Risicomanagement NHG 2006
Spreekuur, elekronisch oscillometrisch
Spreekuur, automatisch oscillometrisch Gemeten: Mean Arterial Pressure Berekend: Systole en Diastole Kwaliteit van meter = ALGORITME van deze berekening; waarin afhankelijkheid zit voor: - hartfrequentie, - polsdruk - correctie voor mate van stijfheid arteriën Niet de Kema of consumentenbond. Dokterscriterium!
Bloeddruk = variabel Meetfouten/waarnemer
Biologische variatie
Apparaat
Beweging
Afmeting manchet
Stress
Positie manchet
Pijn Volle blaas Praten Witte jas
Bloeddruk = variabel Hoe krijg ik reproduceerbare metingen? Vaker meten: Thuis meten Ambulant meten
Zelf of ambulant meten? Voordelen:
Nadelen:
Meer metingen
Rapportage correct?
Therapietrouw
Onderschatting nachtwaarden
Witte jas weg Medicatie-effect beter te evalueren Kostenbesparend
Onrust/obsessie
Thuis bloeddrukmeting Minimum 5 dagen Dagelijks 3 keer in de ochtend en de avond bereken het gemiddelde op basis van dag 3-5 waarbij per sessie (ochtend en avond) alleen de 2e en 3e metingen meedoen ochtend
avond
Dag 1
Dag 2
Dag 3
Dag 4
Dag 5
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
1
1
1
1
1
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
Verberk et al. J Hypertension 2006; 24:1541-1548
Indicaties ABM Discrepantie spreekuurbloeddruk en geen orgaanschade Discrepantie bloeddruk thuis en spreekuur Therapieresistente hypertensie (> 3 middelen) Verdenking overbehandeling zonder orthostase op het spreekuur Syncope Autonome dysfunctie Hypertensie in zwangerschap (geneesmiddelen)onderzoek
ABM N=110 SIDE EFFECTS:
13% hinderlijk verstoort dagelijkse activiteiten 17% lastig 10% onprettig 19% aanpassing nodig activiteiten 11% pijn 1% herrie 18% slecht slapen 8% partner hinder 10% wil geen tweede meting meer N=3 hematomen! Steen vd M et al. Blood Press Monit 2005;10:151-55
Dublin outcome studie, ABM vs spreekuur Dolan, hypertension 2005
Gecorrigeerd 5-jrs risico op CV dood in cohort van 5292 patiënten voor spreekuurbloeddruk en ambulante bloeddruk
Normaalwaarden ABM optimaal
normaal
verhoogd
overdag
<130/80
<135/85
>140/90
‘s nachts
<115/65
<120/70
>125/75
24-uur
<120/75
<125/80
>135/85
Normaalwaarde overdag < 135/85 mmHg.
Verband tussen spreekuurbloeddruk en ambulante bloeddruk overdag
Wittejashypertensi e Gemaskeerde hypertensie
Assistente: r = 0.60; Thuismeting: r = 0.75 BMJ 2002;325:254
Wittejashypertensie
Wittejaseffect
Wittejashypertensie & wittejaseffect Wittejashypertensie: Spreekuur BD > 140/90 tijdens 2 of meer bezoeken en ABM-daggemiddelde < 135/85 mmHg Wittejaseffect: > 20 mmHg systolisch of >10 mmHg diastolisch verschil tussen spreekuur en ABM-daggemiddelde
Wittejashypertensie Geen overtuigend bewijs voor slechtere prognose wittejassers met betrekking tot CV eindpunten; inconsistent voor hypertensieve orgaanschade Wel meer kans op ontwikkelen van hypertensie
Risico op permanente hypertensie Risico op hypertensie (>140/90): Bidlingmeyer ’96: 60/81 (74%) Verdecchia ’96: 18/64 (28%) Colombo ’00: 102/173 (59%)
Follow-up 5.5 jr 2.5 jr 5.0 jr
Vergelijking met normotensieven: Polonia ’05: 26 vs 15% Ugajin ’05: 47 vs 22%
7.5 jr 8.0 jr
Wittejashypertensie matig reproduceerbaar Bij N=611 onbehandelde patienten met hypertensie, tweemaal ABM binnen 4 weken: Meting I: 43 hadden daggemiddelde < 135/85 Meting II: 20/43 hadden daggemiddelde > 135/85 Cuspidi, abstract Madrid ESH 2006.
Gemaskeerde hypertensie Definitie: Indien de spreekuurbloeddruk < 140/90 en ABM overdag > 135/85 mmHg Voorkomen: 8-23% in populatiestudies, meesten ca. 10% Follow-up: 2-3 x verhoogd risico CHZ ten opzichte van “echte normotensieven” Identificatie: - Vaak hoog-normale bloeddruk SU - bij eerdere metingen vaak > 140/90 mmHg
Gemaskeerde hypertensie Wanneer meten telt dus!
Dippers en non-dippers Dippers: ≥ 10% daling gemiddelde RR ‘s nachts, < 10% = Non-dipper Extreme dippers: > 20% daling ‘s nachts Reverse dippers: stijging RR ‘s nachts Let op: De reproduceerbaarheid van de dip is zwak: ca 30-40% verandering van de dipstatus tussen opeenvolgende ABM’s
Waarom daalt de bloeddruk niet ‘s nachts? Niet geslapen Obstructief Slaap Apneu Syndroom DM, nierinsufficiëntie, hartfalen Bejaarden, negroïden Secundaire hypertensie: nier arterie stenose M. Conn, Cushing Autonome dysfunctie, M. Parkinson
Diabetes Mellitus RR overdag: 149/84 mmHg RR ‘s nachts: 162/89 mmHg
Ambulante Bloeddruk Meting Gebruik in dagelijkse praktijk
Verdecchia Hypertension 2005
ABM Praktijktips instructies vooraf Aansluitprocedure: reken op 30 min bepaal juiste cuff maat (omtrek meten!) meet bloeddruk aan beide armen, indien Li-Re verschil ≥ 10 mmHg: sluit aan op de hoogste arm, anders non-dominante arm. geef een dagboekkaart mee instrueer patiënt uitvoerig
ABM Praktijktips instructies vooraf Patiënt instructie frequentie metingen herhaalmetingen
niet douchen, niet afkoppelen
dagboek bijhouden van: - activiteiten tijdens liefst gewone dagelijkse meting; activiteiten; werkdag! - tijd van slapen, opstaan, medicatie. meter ‘s nachts aanlaten klachten (arm)positie tijdens meten
ABM Praktijktips: instructies vooraf Instellingen apparaat: meetfrequentie: overdag à 20-30 min, ‘s nachts à 30 min doe vooraf in ieder geval 2 of 3 proefmetingen schakel de display hierna uit
ABM data-analyse
ABM Praktijk : hoe beoordelen we een registratie? Hoe goed was de meting? Indien minder dan 70% succesvol = niet betrouwbaar Hoogte bloeddruk gemiddelde Systole, Diastole en Hartslag over: 24-uur, dag en nacht, Wittejaseffect, gemaskeerde hypertensie Dipperpatroon Medicatie-effecten Perioden met over- of onderbehandeling Voor de liefhebbers: variabiliteit, ochtendpiek
ABM voorbeelden
SL registratie:
Typische Mobil-O-Graph:
Typische Oscar:
Normale ABM Man 45 jr, op spreekuur dubieuze hypertensie (144/88 mmHg) ABM, 98% geslaagde metingen DagGem: 131/83 mmHg NachtGem: 105/65 mmHg Dip: -18/-21 % C/ normale ABM
Man 60 jr, op spreekuur hypertensie (154/104 mmHg) ABM, 98% geslaagde metingen DagGem: 132/88 mmHg NachtGem: 109/70 mmHg Dip: -17/-22 % C/ diastolische hypertensie
Casus 1
Vrouw 54 jr, op spreekuur verdenking hypertensie (161/92) ABM, 90% geslaagde metingen DagGem: 139/81 mmHg NachtGem: 110/62 mmHg Dip: -21/-23 % C/ hypertensie
Casus 2
Man 45 jr, op spreekuur 138/89 mmHg ABM, 96% geslaagde metingen DagGem: 153/100 mmHg NachtGem: 134/84 mmHg Dip: -9.5/-12.2 % C/ gemaskeerde hypertensie
Casus 3
Man 50 jr, op spreekuur 140/104 mmHg ABM, 97% geslaagde metingen DagGem: 148/98 mmHg NachtGem: 134/86 mmHg (SD: 13.6/12.5) Dip: -10/-12 % C/ hypertensie
Na herberekening voor “goede nachtperiode”: Daggemiddelde: 149/99 mmHg Nachtgemiddelde: 128/81 mmHg (SD 4.7/3.1) Dip: -14/-18 %
Casus 4
Man 76 jr, op spreekuur sterk wisselende bloeddrukken 145-220/75-110 mmHg ABM, 95% geslaagde metingen DagGem 149/84 mmHg NachtGem: 162/89 mmHg Dip: +10/+6 % C/ reversed dipper bij gecompliceerde hypertensie (LVH op ECG, Graad II retinopathie en proteïnurie)
Casus 5
Man 73 jr, DM gecompliceerd nefro- en retinopathie, recent AII gekregen ABM, 94% geslaagde metingen DagGem: 150/78 mmHg NachtGem:180/92 mmHg Dip: +20/+18 % C/ ernstige reversed dipper bij gecompliceerde DM toegenomen bloeddrukvariabiliteit
Casus 6
Vrouw 53 jr, op spreekuur hypertensie 168/98 mmHg ABM, 96% geslaagde metingen DagGem: 161/92 mmHg NachtGem: 149/80 mmHg (SD: 13.6/12.5) Dip: -10/-10 mmHg C/ onvoldoende instelling hypertensie
opvallende daling RR tijdens slapen overdag
Casus 7
Vrouw 71 jr, op spreekuur hypertensie 164-200/80-98 mmHg ABM, 61% geslaagde metingen DagGem: ? NachtGem: 128/56 mmHg C/ onvoldoende kwaliteit ABM, herhalen!
Casus 8
Vrouw 24 jr, bekend met hyperventilatie. Recidiverend collaps; hypotensie? ABM, 94% geslaagde metingen DagGem: 104/71 mmHg NachtGem: 84/51 mmHg Dip: -19/-20 mmHg C/ tijdens klachten (D) geen hypotensie!
D
Casus 9
Vrouw 74 jr, forse hypertensie ondanks 4 pillen! Bloeddruk spreekuur: 195/81 mmHg ABM, 91% geslaagde metingen DagGem: 156/74 mmHg NachtGem: 129/58 mmHg Dip: -27/-18 mmHg C/nog onvoldoende instelling hypertensie, opvallende wittejaseffect zichtbaar.
Casus 10
Man 69 jr, hartfalen bij voorheen forse hypertensie, nu 4 pillen! Bloeddruk spreekuur: 145/81 mmHg ABM, 91% geslaagde metingen DagGem: 108/67 mmHg NachtGem: 92/52 mmHg Dip: -15/-23 % C/ goede bloeddrukregulatie met 4 middelen. Er is een duidelijke wittejashypertensie
Casus 11
Man 76 jr, forse hypertensie ABM, 94% geslaagde metingen DagGem: 130/84 mmHg NachtGem: 117/72 mmHg Dip: -13/-18 mmHg C/ goede bloeddrukregulatie met 4 middelen. Er is een daling na inname van de vier middelen (09:00) met vooral een forse daling tijdens ochtendslaapje (dieper dan de nacht!). Gecorrigeerde bloeddruk: Overdag (zonder slaap): 134/86 mmHg
Casus 12
Man 58 jr, verificatie hypertensie. Bloeddruk spreekuur: 160/100 mmHg. ABM, 96% geslaagde metingen DagGem: 143/91 mmHg NachtGem: 131/79 mmHg Dip: -12/-12 mmHg C/ hypertensie, de gemiddelde bloeddruk overdag is vergelijkbaar met de spreekuurbloeddruk.
Pech onder weg!
Casus 13
Paniek?
Witte jas en PSV!