Risicoanalyse Eerste Hulp
1/16
Risicoanalyse Eerste Hulp
Het KB van 15 december 2010, betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan werknemers die slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden, geeft een kader voor de organisatie van de eerste hulp in een onderneming. Dit zonder concreet op veel details in te gaan. Details worden wel beschreven in de brochure “Eerste hulp op het werk” van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Dit document is gebaseerd op deze brochure en ook op het rapport van de werkgroep EHBO van Co-Prev. Het document dient als hulpmiddel voor het opmaken van de risicoanalyse in uw onderneming. Het omvat:
Het beschrijven van de activiteiten en risico’s
Het bepalen van de inhoud van de verbanddoos
Het inrichten van het verzorgingslokaal
Het bijhouden van het register van de verzorgingen
De organisatie van de eerste hulp
De vorming en bijscholing van de hulpverleners en de aangeduide personen
De werkgever maakt de risicoanalyse op met medewerking van de interne dienst en na voorafgaand advies van preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité PBW1. Bij de opmaak van de risicoanalyse dient tevens rekening gehouden te worden met de algemene risicoanalyse en de gegevens uit het intern noodplan (volgens art. 8, 9 en 22 van het KB Welzijnsbeleid van 27 maart 1998). Maatregelen die getroffen worden dienen ook toegepast te kunnen worden op aannemers, onderaannemers en andere personen die aanwezig zijn op de arbeidsplaats.
1
comité PBW: het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW), of, bij ontstentenis, de va kbondsafvaardiging of , bij ontstentenis, de werknemers zelf, overeenkomstig de bepalingen van art. 53 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. In de ondernemingen waar noch een CPBW, noch een vakbondsafvaardiging bestaat, dienen de werknemers dus zelf rechtstreeks hieraan deel te nemen. Het infodocument over de procedure van de rechtstreekse participatie kan u opvragen bij Provikmo. Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
2/16
1. Activiteiten en risico’s 1.1 Algemene informatie •
Firmanaam:
•
Adres:
•
Interne preventieadviseur:
•
Preventieadviseur-arbeidsgeneesheer:
•
Indeling van het bedrijf (A, B, C of D)2 :
2
Zie bijlage 1 Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
3/16
1.2 Werkposten en risico’s •
Bepaal per werkpost de mogelijke risico’s 3. Werkpost
Snij-& schaafwonde
Brandwonde
Oogletsel
Stoten struikelen
Vallen
Beknelling
Elektrocutie
GSS
BA
PA
Gevaarlijke stoffen en stralingen (GSS): blootstelling aan chemicaliën, ioniserende en andere stralingen Biologische agentia (BA): allergenen, infecties (tbc, hepatitis, HIV, tetanus), insectenbeten Psychologische aspecten (PA): intimidatie, conflicten, stress
Werkpost
Specifieke risico’s4
Noot: Elk arbeidsmiddel moet: de werknemers op passende wijze beschermen tegen de gevaren van brand of verhitting van de arbeidsmiddelen, gas-, stof- of dampontwikkeling dan wel het vrijkomen van vloeistoffen of andere stoffen die in het arbeidsmiddel worden gebruikt of opgeslagen of tegen schadelijke stralingen op passende wijze voorkomen dat er risico’s van ontploffing van het arbeidsmiddel of van in het arbeidsmiddel vrijkomende, gebruikte of opgeslagen stoffen bestaat, de blootgestelde werknemers op passende wijze beschermen tegen het gevaar van rechtstreekse of indirect contact met elektriciteit.
3
Hou hierbij ook rekening met de risico’s die de werknemers kunnen lopen tijdens het verlenen van de eerste hulp. 4
Hierbij dient o.a. rekening gehouden te worden met werken in besloten ruimten, afgezonderd tewerkgestelde werknemers, niet reguliere en de occasionele werken, werken met individuele valbeveiliging, explosierisico, bewakings- en/of reddingswerken… Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
4/16
1.3 Historiek arbeidsongevallen en verzorgingen Overzicht arbeidsongevallen (afgelopen 3 jaar)
Overzicht van de verzorgingen (volgens het register van de afgelopen 3 jaar)
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
5/16
2. Inhoud verbanddoos Een verbanddoos bestaat steeds uit een minimale inhoud. Deze wordt aangevuld met EHBO -materiaal die aangewezen is bij de risico’s eigen aan de werkpost of met ander nuttig EHBO-materiaal.
2.1 Minimale inhoud verbanddoos: Wegwerphandschoenen
Handschoenen beschermen hulpverlener en slachtoffer tegen overdracht van ziektekiemen. Bij voorkeur vinylhandschoenen (ze bevatten geen latex; so mmige mensen krijgen een allergische reactie na contact met latex).
Ontsmettingsmiddel
Een gebruiksklaar product dat de wonde niet of slechts oppervlakkig verkleurt. Bij voorkeur in flacons voor eenmalig gebruik (unidose) of in de vorm van ontsmettingsspray.
Kompressen
Dit zijn doekjes voor het stelpen van bloedverlies, het reinigen, ontsmetten en afdekken van een wonde.
Kleefpleister
Dit is pleister op rol om kompressen en zwachtels vast te leggen. Bij voorkeur hypo-allergische kleefpleister (geeft minder kans op allergische reacties).
Wondpleisters
Dit zijn kleefpleisters met een wondkussentje om kleine en oppervlakkige wo nden af te dekken. Bij voorkeur in verschillende groottes, vormen en individueel verpakt. In de voedingssector worden blauwe detectiepleisters gebruikt waardoor contaminatie van voedingsmiddelen makkelijker visueel of magnetisch kan vastgesteld worden na verlies.
Steriele drukverbanden
Ook nood- of snelverbanden genoemd. Dit zijn zwachtels met een kompres voor het stelpen van een uitwendige bloeding of om een wonde af te dekken in afwachting van verdere verzorging. Bij voorkeur in verschillende groottes, met elastische zwachtels en kompressen met een anti-kleeflaag. Voor het stelpen van een uitwendige bloeding is het niet aanbevolen om een knevelverband of knelband aan te leggen. De druk van de knevel kan beschadiging van de zachtere weefsels en vooral van de zenuwen veroorzaken, met verlammingen tot gevolg.
Driehoeksverbanden
Dit zijn driehoekige verbanden uit katoen (meervoudig gebruik) of gaas (eenmalig gebruik) om een wonde af te dekken in afwachting van verdere verzorging. Ze worden ook gebruikt als draagdoek (ondersteuning van pols, arm of schouder).
Zwachtels
Zowel licht rekbare fixatiezwachtels (gaas- en crêpezwachtels) om verbandmateriaal vast te leggen, als elastische zwachtels om druk uit te oefenen bij het stelpen van een bloeding. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende breedtes.
Fijn inox schaar Fijn inox splinterpincet Veiligheidsspelden Deken en/of isolatiedeken Overzicht inhoud verbanddoos Overzicht nuttige telefoonnummers
Voor het vastleggen van een driehoeksverband. Een isolatiedeken bestaat uit dunne folie en beschermt het slachtoffer tegen extreme temperaturen.
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
6/16
2.2 Aanvullend EHBO-materiaal Risico?
Wat?
Waarvoor?
Snij- en schaafwonden
Water, zeep, washandjes en papieren handdoekjes
Voor het reinigen van wonden. Bij voorkeur een pompje met vloeibare zeep.
Wondzalf
Ontstekingswerende zalf die gebruikt wordt bij het afdekken van een wonde.
Ontsmettingsalcohol
Voor ontsmetting van instrumenten en gave huid.
Alcoholgel
Als handontsmetting.
Brandwonden
OK
Wondzalf Nooddouche
Voor het afspoelen van personen en indien geen ander spoelmiddel in de buurt.
Oogletsels
Oogspoelfles
Bv. bij accidenteel spatten van een chemisch product in één of beide ogen.
Stoten en struikelen
Koelzakjes (Cold packs)
Interessant voor wie niet beschikt over ijs of koud water. De koelzakjes in gelvorm zijn herbruikbaar en worden in de diepvriezer bewaard. De koelzakjes voor eenmalig gebruik bevatten scheikundige stoffen die zich vermengen door op het koelzakje te knijpen, waarna het koud wordt; dit type moet dus niet in de diepvriezer bewaard worden.
Vallen
Koelzakjes (Cold packs)
Beknelling
Plastic zakjes
Elektrocutie
Nooddouche AED
Voor gebruik bij amputatie.
Automatische externe defibrillator wordt bij de reanimatie.
Gevaarlijke stoffen en stralingen
Nooddouche
Biologische agentia
Koelzakjes (Cold packs)
Oogspoelfles
Tekentang
Voor het verwijderen van teken.
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
die
gebruikt
7/16
2.3 EHBO-materiaal bij specifieke risico’s Indien welbepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) en speciaal reddingsmateriaal noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de eerste hulp dan dienen deze tevens vermeld te worden. Bv. bij werken in besloten ruimtes, werken met valbeveiliging, bij brand of explosies,… Specifieke risico’s
Welk EHBO-materiaal?
Waarvoor?
OK
Specifieke risico’s
PBM’s en speciaal reddingsmateriaal?
Waarvoor?
OK
2.4 Specifieke instructies De instructies m.b.t. eerste hulp kunnen worden gebundeld in kleine brochures of folders die dan beschikbaar worden gesteld op de werkplaats met specifieke risico’s. Van deze instructies kan een overzichtstabel worden opgemaakt. Overzichtstabel instructies specifieke risico’s Wat te doen bij…
Welke handelingen moeten worden uitgevoerd?
Met welke middelen en welk materiaal?
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
Follow-up?
8/16
Voor de gevaarlijke stoffen moet de informatie uit de veiligheidsinformatiebladen (VIB) beschikbaar zijn voor de eerste hulpverlening. Er kunnen hiervan vereenvoudigde veiligheidsfiches worden opgesteld met same nvattende informatie. Provikmo ontwikkelde hiervoor de Veiligheids- en gezondheidsinstructiekaart (VGIK), geplastificeerd en in A4-formaat. Deze fiches moeten ook beschikbaar zijn in het verzorgingslokaal.
Overzicht EHBO-maatregelen (uit de VIB’s) voor de gevaarlijke stoffen Gevaarlijke stof
EHBO-maatregelen
VGIK beschikbaar?
2.5 Overige nuttige aanvullingen Wat?
Waarvoor?
Tweedehuidverband
Dit is een klevend wondverband om wonden of blaren af te dekken; het bestaat in verschillende varianten.
Elastisch netverband
Dit is een elastisch verband met grote mazen om een ander verband op zijn plaats te houden. Het bestaat in rollen van verschillende breedtes en voorgevormd.
Kousverband
Dit is een elastisch verband uit geweven jersey om een ander verband op zijn plaats te houden. Het bestaat in rollen van verschillende breedtes en voorgevormd. De kleinste uitvoering is het vingertopverband.
Verbandschaar Steriele wegwerpnaalden
Voor het verwijderen van verbanden. Ook brancardierschaar genoemd. Voor het openprikken van een blaar of het verwijderen van een splinter.
Naaldcontainer Verbandhaakjes Koortsthermometer Beademingsmasker en/of gelaatsdoekje
Voor het veilig verwijderen van gebruikte naalden. Voor het vastleggen van een zwachtel. Als beschermingsmiddel tijdens beademing. Zo vermijd je rechtstreeks co ntact met bloed of andere lichaamsvochten van het slachtoffer.
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
OK
9/16
Medicatie hoort niet thuis in een verbanddoos. Het behoort niet tot de bevoegdheden van de eerstehulpverlener om medicatie te verschaffen. Dit is wettelijk voorbehouden aan artsen, apothekers (en hun assiste nten) en andere medische beroepsgroepen. Alle andere personen die geneesmiddelen geven zijn strafbaar. Mogelijke uitzonderingen: als een werknemer zelf naar een voor hem/haar voorgeschreven geneesmiddel of een gekend genee smiddel vraagt. De hulpverlener kan antwoorden of het middel aanwezig is en de werknemer kan dan zelf beslissen om het al dan niet in te nemen. bij specifieke arbeidsongevallen ten gevolge van bepaalde werkzaamheden. In deze gevallen zal uit de risicobeoordeling blijken welke maatregelen nodig zijn om de schade snel en doeltreffend te beperken. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer zal dan vooraf schriftelijk de richtlijnen voor een correct gebruik van zo’n product door de hulpverlener vastleggen.
Advies preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Advies comité
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
10/16
3. Het verzorgingslokaal 3.1 Aanwezigheid van een verzorgingslokaal
Een verzorgingslokaal is verplicht in de ondernemingen van de groepen A, B of C, behalve indien uit de risicoanalyse blijkt dat dit niet noodzakelijk is. In ondernemingen van groep D (= minder dan 20 werknemers en de werkgever is de preventieadviseur) is een verzorgingslokaal niet verplicht. De ambtenaren belast met het toezicht op het welzijn op het werk kunnen het steeds nuttig achten toch een verzo rgingslokaal te voorzien. Afwijking van de verplichte ter beschikkingstelling van een verzorgingslokaal is mogelijk wanneer vo ldaan is aan elk van volgende 6 voorwaarden:
Voorwaarden
JA
Het gaat om een onderneming of instelling met een beperkt risico (vb. bank) of een gemiddeld risico (assemblagebedrijf, atelier) en niet om een bedrijf met een groot risico (bouw, automobiel, staalindustrie, scheikundige sector). Het gaat om een bedrijf ingedeeld als C-bedrijf en niet om een A- of B-bedrijf. Het gaat om een activiteit zonder speciale risico’s waarvoor geen specifieke (aanvullende) EHBO-opleiding nodig is (zoals voor chemische agentia, biologische agentia, …). Er is een verzorgingslokaal dat voldoet aan de voorwaarden in het K.B. ‘eerste hulp’ (o.a. warm en koud water, verbanddoos, aangeduid met correcte pictogram,…) maar dat nog een andere, voor de eerste hulp niet storende bestemming heeft (vb. kantoor van de ploegbaas die ook hulpverlener is). Uit de registratie van de EHBO-ongevallen (laatste 3 jaar) blijkt dat het om mineure en kleine ongevallen of incidenten ging waarvoor slechts minimale verzorging nodig was zonder werkverlet. Er kwamen de laatste 3 jaar geen zware 5 ongevallen of incidenten voor in het bedrijf.
Besluit
5
Zware ongevallen zijn niet noodzakelijk ‘ernstige arbeidsongevallen’. Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
NEE
11/16
3.2 Inrichting van het verzorgingslokaal Het verzorgingslokaal voldoet aan volgende vereisten: Voorwaarden
JA
NEE
Het lokaal is voldoende ruim Het biedt alle waarborgen inzake veiligheid en hygiëne Het is voorzien van zowel koud als warm stromend water Het lokaal wordt voldoende verlucht, verlicht en verwarmd Toegangswegen worden vrijgehouden en laten de doorgang van een draagbaar toe De plaats van het lokaal wordt aangeduid door een bord, overeenkomstig de bepalingen inzake de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Advies preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Advies comité
3.3 Gebruik van het verzorgingslokaal Hoewel het lokaal enkel mag gebruikt worden met als doel het toedienen van de eerste hulp, kan het lokaal ook gebruikt worden als rustlokaal opdat de zwangere werkneemsters er kunnen rusten in aangepaste omstandigheden van comfort en opdat de werkneemsters die borstvoeding geven er hun kind kunnen voeden. Adviezen preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
12/16
4. Register van verzorging Een register van het toedienen van de eerste hulp dient te worden bijgehouden. Het doel hiervan is: om andere gelijkaardige ongevallen te voorkomen; om toe te laten de organisatie van de eerste hulp te evalueren; om een juridische zekerheid te waarborgen indien de eerste hulp niet tijdig of slecht werd toegediend. Een register is noodzakelijk bij de aangifte aan de verzekeringsonderneming van een licht ongeval, dat eerst niet werd aangegeven, maar dat nadien verergert. Deze aangifte dient te gebeuren binnen de acht dagen na verergering. Het register vermeldt: de naam van de hulpverlener; de naam van het slachtoffer; de plaats, de datum, het uur, de beschrijving en de omstandigheden van het ongeval of het onwel worden; de aard, de datum en het uur van de interventie; de identiteit van eventuele getuigen. Een voorbeeld van een register vindt u in bijlage 3.
5. Organisatie van de eerste hulp 5.1 Bepaling van het risico van de onderneming Bepaal de grootte van het risico op ongevallen. Risico? Groot risico (bv. bouw-, automobiel-, scheikundige sector, staalindustrie) Gemiddeld risico (bv. assemblagebedrijf, atelier) Beperkt risico (bv. kantoren)
5.2 Aantal aangeduide personen6, hulpverleners of verpleegkundigen Het aantal wordt bepaald volgens onderstaand schema (bijlage 2). Er dient hierbij tevens rekening geho uden te worden met de spreiding in locatie en in tewerkstelling (vb. ploegenstelsel). Er geldt dat eerste hulp moet verleend kunnen worden aan alle werknemers gedurende de ganse duur van de arbeid.
5.2.1
Totale aantal
Wie?
Aantal
Aangeduide personen Hulpverleners Verpleegkundigen
6
Aangeduide persoon = door de werkgever aangeduide persoon voor het verstrekken van de eerste hulp. Deze persoon dient hiervoor de nodige kennis te hebben maar moet niet noodzakelijk een basiscursus EHBO te hebben gevolgd. Een initiatieopleiding EHBO is voor deze persoon wel aangewezen. Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
13/16
5.2.2
Aantal per locatie
Locatie
5.2.3
Aantal werknemers
Aantal EHBO’ers
Aantal werknemers
Aantal EHBO’ers
Aantal per tewerkstelling
Ploegstelsel Vroege Late Nacht Weekend
5.3 Adviezen m.b.t. de organisatie van de eerste hulp Advies preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Advies comité
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
14/16
6. Vorming en bijscholing hulpverleners en aangeduide personen 6.1 Hulpverleners
De basisvorming voor hulpverleners bedraagt minimum 15 lesuren en moeten toelaten dat de hulpverlener een levensbedreigende medische toestand van personen kan herkennen en de principes van de ee rste hulp kan toepassen in afwachting van het tussenkomen van gespecialiseerde diensten. Bij specifieke risico’s in de onderneming dient een vorming gevolgd te worden voor het verwerven van specifieke kennis en vaardigheden m.b.t. deze risico’s. Een bijscholing van 4 lesuren gebeurt jaarlijks. Een bijscholing om de twee jaar kan slechts plaatsvinden op voorwaarde dat de werkgever aantoont dat een bijscholing georganiseerd om de twee jaar geen afbreuk doet aan de kennis en vaardigheden van de hulpverlener. Dit dient te gebeuren op basis van een voorafgaandelijke risicoanalyse en na voorafgaand advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en van het comité. Wanneer een hulpverlener niet heeft kunnen deelnemen aan een voorziene bijscholingssessie, moet hij een andere bijscholingssessie volgen binnen de 12 maanden die volgen op de oorspronkelijk voorziene bijscholing. Indien hij tijdens deze periode niet heeft kunnen deelnemen aan een andere sessie, dan moet er opnieuw een basisvorming gevolgd worden.
6.1.1
Basisvorming EHBO
Wie?
6.1.2
Wanneer?
Bijscholing EHBO
Wie?
6.1.3
Wanneer?
Specifieke opleiding EHBO
Welke opleiding?
Wie?
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
Wanneer?
15/16
6.1.4
Afwijking jaarlijkse bijscholing EHBO
De ambtenaren belast met het toezicht op het welzijn op het werk kunnen het steeds nuttig achten toch een jaarlijkse bijscholing op te leggen. Afwijking van de jaarlijkse bijscholing is mogelijk wanneer voldaan is aan elk van volgende 8 voorwaarden:
Voorwaarden
JA
Het gaat om een onderneming of instelling met een beperkt risico (vb. bank) of een gemiddeld risico (assemblagebedrijf, atelier) en niet om een bedrijf met een groot risico (bouw, automobiel, staalindustrie, scheikundige sector). Het gaat om een activiteit zonder speciale risico’s waarvoor geen specifieke (aanvullende) EHBO-opleiding nodig is (zoals voor chemische agentia, biologische agentia, …). Het aantal werknemers is beperkt tot maximaal 50 personen die tegelijkertijd aanwezig zijn. Het aantal derden dat tegelijkertijd aanwezig kan zijn is beperkt tot 50 personen. De gemiddelde leeftijd van de werknemers ligt tussen 18 en 45 jaar. Uit de registratie van de EHBO-ongevallen (laatste 3 jaar) blijkt dat het om mineure en kleine ongevallen of incidenten ging waarvoor slechts minimale verzo rging nodig was zonder werkverlet. Er kwamen de laatste 3 jaar geen zware ongevallen of incidenten voor in het bedrijf. De hulpverleners zijn gemotiveerd om hun taak uit te oefenen en scholen zelf bij.
Advies preventieadviseur-arbeidsgeneesheer
Advies comité voor preventie en bescherming op het werk
Besluit
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912
NEE
16/16
6.2 Aangeduide personen
Het is aangewezen dat een aangeduide persoon een initiatieopleiding heeft gevolgd tot het herkennen van en het handelen bij een aantal levensbedreigende situaties (hartstilstand, beroerte,…). Deze initiatieopleiding bestaat uit 4 lesuren en wordt 3-jaarlijks herhaald.
6.2.1
Initiatieopleiding EHBO
Wie?
6.2.2
Wanneer?
Herhaling initiatieopleiding EHBO
Wie?
Wanneer?
7. Overige besluiten en aanbevelingen
Opgemaakt:
Visum preventieadviseurarbeidsgeneesheer
Visum interne preventieadviseur
© Provikmo, 2011 Provikmo geeft u deze informatie op vrijwillige basis. Daarbij streven we er steeds naar om dit op een zeer zorgvuldige manier te doen. Gelet op deze middelenverbintenis, kan op basis van deze informatie nooit de aansprakelijkheid van Provikmo vzw ingeroepen worden.
Risicoanalyse Eerste Hulp – 201404/Provikmo-B/1912