RISICO-INVENTARISATIE GEMEENTE TILBURG 2007
Risico-inventarisatie van de gemeente Tilburg Vastgesteld door het college op 20 maart 2007
Productie: Informatie:
Gemeente Tilburg, Concernstaf, afdeling Bestuursadvisering Johan Geijsels, bestuursadviseur Rampenbestrijding en Crisisbeheersing Telefoonnummer 013 542 9321 of 06 53 74 99 34 E-mail:
[email protected]
Risico-inventarisatie 2007
1
Inhoudsopgave 1
VOORWOORD/INLEIDING ......................................................................................................... 4
2
ALGEMENE GEGEVENS OVER TILBURG .................................................................................... 6
3
LUCHTVAART ............................................................................................................................ 6 3.1 3.2 3.3
4
VLIEGBASIS GILZE-RIJEN ................................................................................................................. 6 EINDHOVEN AIRPORT ..................................................................................................................... 6 HELIKOPTERS EN LUCHTBALLONNEN .................................................................................................. 6 ONGEVALLEN OP HET WATER .................................................................................................. 8
4.1 5
WILHELMINAKANAAL ...................................................................................................................... 8 LAND......................................................................................................................................... 10
5.1 AUTOWEGEN .............................................................................................................................. 10 5.1.1 Rijkswegen en provinciale wegen ...................................................................................... 10 5.1.2 Overzicht gemeentelijke wegen in relatie tot rijkswegen................................................... 11 5.1.3 Route gevaarlijke stoffen door Tilburg.............................................................................. 11 5.2 SPOORWEGEN ............................................................................................................................. 11 5.2.1 Personenvervoer ............................................................................................................... 12 5.2.2 Goederenvervoer............................................................................................................... 12 5.2.3 Calamiteiten ..................................................................................................................... 12 5.3 BUISLEIDINGEN ........................................................................................................................... 12 5.3.1 Aardgasleiding.................................................................................................................. 12 5.3.2 Overige buisleidingen ....................................................................................................... 13 6
INRICHTINGEN ......................................................................................................................... 14 6.1 BESLUIT EXTERNE VEILIGHEID INRICHTINGEN MILIEUBEHEER (BEVI)........................................................ 14 6.1.1 BRZO inrichtingen............................................................................................................. 14 6.1.2 Inrichtingen voor opslag gevaarlijke stoffen BRZO artikel 1 onderdeel c .......................... 14 6.1.3 Spoorwegemplacement...................................................................................................... 15 6.1.4 LPG-tankstations ............................................................................................................... 15 6.1.5 Opslagplaatsen met meer dan 10.000 kg gevaarlijke stoffen per opslagplaats................. 16 6.1.6 Inrichtingen met ammoniak koel-/vriesinstallatie > 400 kg NH3 ...................................... 16 6.1.7 Andere door de minister aangewezen bedrijven ............................................................... 18 6.2 OVERIGE INRICHTINGEN MET GEVAARLIJKE STOFFEN ........................................................................... 18 6.3 VUURWERKBESLUIT ...................................................................................................................... 18 6.3.1 Groothandel in vuurwerk .................................................................................................. 18 6.4 RISICOVOLLE INRICHTINGEN BUITEN TILBURG ................................................................................... 19
7
KERNONGEVALLEN .................................................................................................................. 20
8
BEDREIGING VOLKSGEZONDHEID .......................................................................................... 20
9
ZIEKTEGOLF ............................................................................................................................. 20
10
ONGEVALLEN IN TUNNELS...................................................................................................... 20
11
BRANDEN EN INSTORTINGEN GROTE GEBOUWEN ................................................................ 22
12
PANIEK IN MENIGTEN.............................................................................................................. 24
13
VERSTORINGEN OPENBARE ORDE.......................................................................................... 26
14
OVERSTROMINGEN .................................................................................................................. 28
15
NATUURBRANDEN ................................................................................................................... 28
16
EXTREME WEERSOMSTANDIGHEDEN ..................................................................................... 28
17
UITVAL NUTSVOORZIENINGEN............................................................................................... 30
18
RAMP OP AFSTAND.................................................................................................................. 30
Risico-inventarisatie 2007
2
19
TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN......................................................................................... 32
19.1 19.2 19.3 19.4 19.5 19.6
RUIMTELIJKE PLANNEN VAN DE GEMEENTE TILBURG ......................................................................... 32 OMGEVINGSVISIE EXTERNE VEILIGHEID TILBURG ............................................................................. 32 NOTA VERVOER GEVAARLIJKE STOFFEN ......................................................................................... 33 GROEPSRISICO VLIEGVELD GILZE-RIJEN ......................................................................................... 33 GROEPSRISICO WILHELMINAKANAAL ............................................................................................. 33 BUISLEIDINGEN ........................................................................................................................ 33
BIJLAGE 1: BEGRIPPEN EXTERNE VEILIGHEID ............................................................................... 34 BIJLAGE 2: ROUTE GEVAARLIJKE STOFFEN DOOR TILBURG ........................................................ 38 BIJLAGE 3: DETAILHANDELBEDRIJVEN IN VUURWERK ................................................................. 40 BIJLAGE 4: GROTE GEBOUWEN ........................................................................................................ 42
Risico-inventarisatie 2007
3
1
Voorwoord/inleiding
Fysieke veiligheid Dit rapport is het eindresultaat van de risico-inventarisatie 2007 met betrekking tot de fysieke veiligheid in de gemeente Tilburg. Fysieke veiligheid betreft de bescherming van mens, dier en milieu tegen ongelukken en rampen. Relatie Plan Crisismanagement (rampenplan) en risico-inventarisatie In het Plan Crisismanagement is beleid opgenomen ten aanzien van het vaststellen van rampenbestrijdingsplannen. Dit beleid bevat in ieder geval een overzicht van rampen en zware ongevallen waarvan de plaats, aard en gevolgen voorzienbaar zijn en waarvoor een rampenbestrijdingsplan wordt vastgesteld. Daarnaast dient er een risico-inventarisatie opgesteld te worden die (op basis van de Wet Rampen en Zware Ongevallen, artikel 3) bestaat uit: 1.
een overzicht van de soorten rampen en zware ongevallen die de gemeente bedreigen en de mogelijke gevolgen daarvan;
2.
een overzicht van de risicovolle situaties binnen de gemeente waarbij zich een ramp of zwaar ongeval kan voordoen en de mogelijke gevolgen daarvan.
Welke rampen zijn mogelijk? Rampen kunnen worden onderverdeeld in 18 verschillende ramptypen. Een ramptype is een beschrijving van gebeurtenissen en factoren die leiden tot een herkenbaar soort ramp. De volgende ramptypes worden onderscheiden:
1.
Luchtvaartongeval
10. Branden in grote gebouwen
2.
Ongeval op water
11. Instortingen van grote gebouwen
3.
Verkeersongevallen op land
12. Paniek in menigten
4.
Ongeval met brandbare/explosieve stof
13. Grootschalige ordeverstoringen
5.
Ongeval met giftige stof
14. Overstroming
6.
Kernongeval
15. Natuurbranden
7.
Bedreiging volksgezondheid
16. Extreme weersomstandigheden
8.
Ziektegolf
17. Uitval nutsvoorzieningen
9.
Ongevallen in tunnels
18. Ramp op afstand
Vorm van de risico-inventarisatie We hebben ervoor gekozen om de risico-inventarisatie in dit rapport samen te vatten. We voldoen hiermee zowel in formele als materiële zin aan de eisen uit de Wet Rampen en Zware Ongevallen. Het grootste deel van de informatie is nu ook al in landelijke bestanden geregistreerd. Op basis van deze registers zijn de meeste ramptypen opgenomen op digitaal beschikbare risicokaarten. Eén voor de burgers en één voor professioneel gebruik (toegankelijk via www.brabant.nl). De volgende vijf ramptypen zijn niet in landelijke databestanden opgenomen: 7.
Bedreiging volksgezondheid
8.
Ziektegolf
16. Extreme weersomstandigheden 17. Uitval nutsvoorzieningen 18. Ramp op afstand Aan deze ramptypen wordt hier een korte beschouwing gewijd.
Risico-inventarisatie 2007
4
Doorontwikkeling De risicoregisters zijn nog niet volledig uitontwikkeld. Zo zijn de risico's van het vervoer van gevaarlijke stoffen over transportwegen nog niet in de registers en op de Brabantse Risicokaart opgenomen. Ook zijn de registers nog niet helemaal volledig ingevuld. De aantallen omwonenden en verblijvenden in gebieden waar groepsrisico's een rol spelen moeten nog deels worden ingevuld. Een aantal resterende (lagere) risicosituaties zullen middels reguliere vergunningverlening en handhaving worden aangevuld. Het beheer van de gemeentelijke informatie in risicoregisters is vanaf 22 januari 2007 vastgesteld. Daarmee is gegarandeerd, dat de informatie periodiek geactualiseerd wordt. Een jaarlijkse controle is onderdeel van dit beheersplan. Risicocommunicatie De Brabantse risicokaart is eind 2006 door het Rijk, de Provincie en de gemeente in de media gecommuniceerd. In 2007 stelt de Gemeente Tilburg een nieuw plan op voor risicocommunicatie. De gemeente sluit hiervoor aan bij het leerwerktraject van de Provincie. Er wordt een beleidsplan voor risicocommunicatie opgesteld dat bestuurlijk wordt vastgesteld. Vervolgens wordt een helder risicocommunicatieplan opgesteld zodat risicocommunicatie aan de hand van dit plan uit kan worden gevoerd. We gaan de risicocommunicatie mede baseren op de registers en Brabantse Risicokaart. Samenwerking Dit rapport van de Risico-inventarisatie 2007 is tot stand gekomen in samenwerking met de bestuursadviseur Rampenbestrijding en Crisisbeheersing, de RIS-coördinator, de afdeling Beleidsontwikkeling Milieu, de afdeling Ondernemerszaken, de afdeling Handhaving en de gemeentelijke Brandweer. Opbouw rapport De hoofdstukindeling van dit rapport is primair gebaseerd op deze ramptypen. Daarbij zijn de volgende uitzonderingen gemaakt: •
Hoofdstuk 4, water bevat de ramptypen 2, 4 en 5.
•
Hoofdstuk 5, land bevat de ramptypen 3, 4 en 5.
•
Dat betekent dat een nieuw hoofdstuk over inrichtingen is gemaakt (hoofdstuk 6) waarin ramptypen 4 en 5 alleen voor inrichtingen beschouwd worden.
•
Ramptypen 10 en 11 zijn beiden tegelijk geanalyseerd in hoofdstuk 11.
Risico-inventarisatie 2007
5
2
Algemene gegevens over Tilburg
De gemeente Tilburg (met de kernen Tilburg, Berkel-Enschot en Udenhout) is met ruim 200.000 inwoners de op vijf na grootste gemeente van Nederland. De stad wordt gekenmerkt door hoogwaardige industrie en distributie. De verschillende bedrijfsterreinen, de drukke infrastructuur en diverse grote evenementen zorgen op een aantal aspecten voor een verhoogd risico. Aantal inwoners
200.388 per 1 januari 2006
Oppervlakte (km²)
119
Inwonersdichtheid (personen/km²)
1.686
Grondgebruik bedrijven (%)
7,25 (2000)
3
Luchtvaart
Binnen de gemeentegrenzen van Tilburg bevinden zich geen vliegvelden. Het dichtstbijzijnde vliegveld bevindt zich op vliegbasis Gilze-Rijen. De vliegbasis ligt tegen de westelijke gemeentegrens van Tilburg. Eindhoven Airport is hierna het dichtstbijzijnde vliegveld.
3.1
Vliegbasis Gilze-Rijen
Vliegbasis Gilze-Rijen is een militaire luchthaven waar hoofdzakelijk Apache helikopters zijn gestationeerd. Op de vliegbasis mogen ook andere vliegtuigen landen en opstijgen. Deze vliegtuigen volgen vaste aanvliegroutes. De intensiteit hiervan is relatief laag, hierdoor is de kans op een ongeval beperkt. Voor de vliegbasis Gilze-Rijen is een rampenbestrijdingsplan opgesteld met verschillende rampscenario´s. Bij elk scenario zijn de bijbehorende rampenbestrijdingsprocessen specifiek beschreven en uitgewerkt, in aanvulling op het algemene Plan Crisismanagement van de gemeente Gilze-Rijen. Eén kilometer voor en achter de start- en landingsbaan is de kans op een ongeval het grootst. De gemeentegrens van Tilburg ligt op ruim 600 meter in het verlengde van de landingsbaan. Dit gebied bestaat voornamelijk uit landbouwgrond en weilanden. Vliegshows Iedere drie jaar wordt er een vliegshow georganiseerd op de vliegbasis. Deze tweedaagse vliegshow wordt bezocht door een groot publiek. Tijdens de vliegshow en in de dagen daar voor voeren vele vliegtuigen stunts en oefeningen uit. Hierbij is het voor de verschillende vliegtuigen toegestaan om over Tilburgs grondgebied te vliegen. Door het hoge aantal vliegbewegingen en de relatief lage vlieghoogte wordt de kans op een luchtvaartongeval tijdens deze dagen aanzienlijk vergroot. Tijdens de vliegshows wordt ervoor gezorgd dat de hulpdiensten op de vliegbasis aanwezig zijn.
3.2
Eindhoven Airport
Op 27 kilometer ten oosten van de gemeente Tilburg ligt Eindhoven Airport. Deze luchthaven is groeiende en wordt gebruikt voor zowel nationaal als internationaal luchtverkeer. Door de afstand is het risico voor de gemeente Tilburg gering.
3.3
Helikopters en luchtballonnen
Binnen de gemeente Tilburg zijn twee aangewezen plaatsen voor het landen en opstijgen van (trauma-) helikopters; bij het Elisabethziekenhuis en het TweeSteden ziekenhuis.
Risico-inventarisatie 2007
6
Daarnaast worden bijzondere vluchten voor bijv. evenementen binnen randvoorwaarden van de evenementenvergunning incidenteel toegestaan. Voor het op laten stijgen van heteluchtballonnen worden jaarlijks een locaties aangewezen (bijv. het Leijpark en de Stappegoorweg). Belangrijkste criteria voor deze aanwijzing zijn de oppervlakte, de openheid van het terrein, de afwezigheid van hoogspannings- en bovenleidingen en de afwezigheid van hoge gebouwen. De risico’s van de luchtballonnen liggen niet zozeer in het gebruik van enkele gasflessen, maar meer in het gebruik van open vuur, de mogelijke gevolgen van een ongeval in een menigte of het ontstaan van een natuurbrand.
Risico-inventarisatie 2007
7
4
Ongevallen op het water
Onder het ramptype 2 'Ongevallen op water' worden grote ongevallen gerekend met: 1.
passagiersschepen op zee (brand, aanvaring, zinken of kapseizen);
2.
passagiersschepen of veerponten op binnenwater (brand, aanvaring, zinken of kapseizen);
3.
watersportgebieden met grote aantallen zeilers, surfers en andere watersporters (windhozen, plotselinge stormen);
Ramptype 4 betreft een ongeval met brandbare/explosieve stof. Ramptype 5 betreft een ongeval met een giftige stof. Brandbare, explosieve en/of giftige stoffen zijn Gevaarlijke Stoffen (GS). Op het water worden GS vervoerd.
4.1
Wilhelminakanaal
In de Nota Mobiliteit wordt het Wilhelminakanaal van de Amer tot aan de haven Loven in Tilburg erkend als hoofdvaarweg. Ook is het Wilhelminakanaal in zijn geheel opgenomen als potentieel distributienetwerk. Het Wilhelminakanaal wordt voor de risicobeoordeling ingedeeld als een `nautisch homogeen´ traject. Dit is een vaarweg waarvan de verkeersintensiteit en het vaarbeeld min of meer constant zijn. Schepen met gevaarlijke stoffen worden geregistreerd in het Informatie Verwerkend Systeem (IVS). Voor het Wilhelminakanaal zijn door Rijkswaterstaat gegevens verstrekt en is de samenstelling van het vervoer vastgesteld. Over het Wilhelminakanaal worden nu alleen brandbare vloeistoffen in beperkte hoeveelheden vervoerd. De provincie Noord-Brabant heeft de risicoatlas 2002 gepubliceerd. In beginsel zijn gegevens over vervoersstromen die niet ouder zijn dan vijf jaar in voldoende mate actueel. De risicoatlas geeft een geschikt beeld over de risico’s ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het Wilhelminakanaal. Uit de tabellenbijlage van de risicoatlas, op pagina 38, blijkt dat het Wilhelminakanaal een vaargeul heeft van 48 meter breed en een vervoersintensiteit van 5200 schepen per jaar. Hiervan vervoeren 308 schepen risico relevante gevaarlijke stoffen. Gevaarlijke stoffen uit de klasse LF1 1 en 103 uit de klasse LF2 2 worden door 205 schepen vervoerd. De tabel geeft ook de resultaten van de berekening van het plaatsgebonden risico’s. Het Wilhelminakanaal heeft in Tilburg geen plaatsgebonden risico. De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico, als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het Wilhelminakanaal, wordt niet overschreden.
1 2
Brandbare Vloeistof (gasolie) Zeer Brandbare vloeistof (benzine)
Risico-inventarisatie 2007
8
Risico-inventarisatie 2007
9
5
Land
Ramptype 3 betreft verkeersongevallen op het land (kettingbotsingen, busongevallen, ontsporingen van of botsingen met/van reizigerstreinen). Ramptype 4 betreft een ongeval met brandbare/explosieve stof. Ramptype 5 betreft een ongeval met giftige stof. Brandbare, explosieve en/of giftige stoffen zijn Gevaarlijke Stoffen (GS). Het betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen over autowegen, spoorwegen en door buisleidingen.
5.1
Autowegen
5.1.1
Rijkswegen en provinciale wegen
Soort weg
Aantal km's
A261
2,6
2
Provinciale weg (N630, N65)
5,2 + 1,9 = 7.1
3
A58
2 x 14.8 = 29.6
4
A65
2 x 8.7 = 17.4
1
De reguliere methode om transportrisico's in kaart te brengen is gebaseerd op het uitvoeren van tellingen. De bekende risicoatlassen wegtransport zijn op basis van een standaardaanpak voor het inventariseren van wegtransportstromen met gevaarlijke stoffen opgesteld. Deze atlassen hebben echter alleen betrekking op het hoofdwegennet (rijkswegen en de grotere provinciale wegen). De tellingen worden periodiek herhaald. Figuur actuele geclassificeerde jaarintensiteiten Stofcategorie
Type gevaar
Aantal voertuigenpassages per jaar 3
LFI
LF2
LT1 LT2 GF3 GT3 GT4 GT5
3 4
Brandbare Vloeistof (gasolie) Zeer Brandbare vloeistof (benzine) Toxische vloeistoffen Zeer Toxische vloeistoffen Zeer Brandbaar gas (LPG) Toxisch Gas (Cat. 3) Toxisch Gas (Cat. 4) Toxisch Gas (Cat. 5)
A58 kp baars-afs. 10
A583 afs. 10 - afs. 11
A583 afs. 11- afs. 12
N630/N261 4
9791
10318
10920
390
11749
14652
15767
650
485
877
474
-
1518
1670
1911
-
2629
2883
2831
1040
0
0
134
-
32
159
168
-
0
32
0
130
Laatste tellingen 2006 van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rapportage Externe Veiligheid Ontwikkeling 'Zone A58' Tilburg Zuid maart 2006 Oranjewoud. Aantallen zijn gebaseerd op visuele waarneming.
Risico-inventarisatie 2007
10
5.1.2
Overzicht gemeentelijke wegen in relatie tot rijkswegen
Stofcategorie 6 Peildatum 1991 (tenzij anders vermeld) Bredaseweg
Getransporteerde hoeveelheden per stofcategorie in aantallen tankwagens per jaar 5 Brandbaar gas Brandbare vloeistof Toxische vloeistof (propaan) (hexaan) (acrylonitril) 0
1.250
0
Dongenseweg
0
500
0
Ringbaan Oost
0
500
0
Ringbaan West
821
1.571
0
Ringbaan Noord (1997)
250
2.500
0
Gorinchemsebaan
286
1.143
0
De Noord-Oost Tangent is een belangrijke doorgangsroute, welke nog niet in de tellingen is meegenomen. 5.1.3
Route gevaarlijke stoffen door Tilburg
Per 1 mei 2004 is de route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen in de gemeente Tilburg aangepast. Met deze aanpassing is het transport door de woonkernen zoveel mogelijk vermeden en worden routeringsplichtige stoffen om de gemeente heen geleid. Bij het aanwijzen van de nieuwe route is rekening gehouden met de uitgangsprincipes van het Tilburgs Verkeers en VervoersPlan (TVVP). Hierin is het streven om het vervoer van gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk naar de rand van de stad te leiden. Dit verkeer moet zoveel mogelijk van de A58 en A65/N65 en tangenten gebruik maken. De overige stedelijke hoofdwegen moeten zin min mogelijk worden belast. De complete route is te vinden in bijlage 2. Uit een nadere risicoanalyse is gebleken dat voor de woonwijken De Blaak en Het Groenewoud de risiconormen voor de A58 op het gebied van plaatsgebonden en groepsrisico niet worden overschreden. Om het knelpunt voor de wijken rond de Ringbaan West op te lossen is deze weg uit de gemeentelijke route voor het vervoer van gevaarlijke stoffen gehaald. Van de Dongenseweg, de N-O tangent, de Bredaseweg, de Middenbrabantweg en de Baroniebaan zijn geen actuele tellingen bekend.
5.2
Spoorwegen
Door de gemeente Tilburg loopt een spoorlijn. Dit traject is een onderdeel van de Brabantroute. Het spoor wordt gebruikt voor zowel personen als goederenvervoer. Spoorlijn
Aantal km's door Tilburg
Den Bosch – Breda
13.7
Eindhoven – Breda
11.7
Slechts 1,9 km van de genoemde trajecten is niet-overlappend. In totaal loopt er dus 13,7 + 1,9 = 15,6 km spoorlijn door Tilburg. In het centrum van Tilburg is een spoorwegemplacement aanwezig. In het algemeen geldt ten aanzien van emplacementen een verhoogd risico in verband met rangeerbewegingen.
5
Bron: TNO-rapport: Analyse van knelpunten t.a.v. Externe veiligheid in de gemeente Tilburg, april 2001. 6 De genoemde stoffen zijn voorbeelden.
Risico-inventarisatie 2007
11
5.2.1
Personenvervoer
Met betrekking tot het vervoer van passagiers is de volgende informatie beschikbaar: •
Er rijden meer dan 150 treinen per werkdag door Tilburg;
•
De bezettingsgraad is niet bekend bij Railinfrabeheer, maar wordt geschat op 40%, waarbij
•
Er geldt een maximum snelheid van 80 km/uur in Tilburg.
een groot verschil tussen piek- en daluren optreedt;
5.2.2
Goederenvervoer
De spoorlijn is onderdeel van de Brabantroute. Hierover worden gevaarlijke stoffen vervoerd. De meest recente gegevens over het aantal gerealiseerde transporten per stofcategorieën is weergegeven in het volgende schema. Wagons per jaar Categorie
2002
2003
2004
2005
2006
5250
4850
9700
8988
prognose 4400
300
0
350
1325
0
0
0
0
1
0
9750
8200
7050
8211
0
D3 (giftige vloeistoffen, m.n. acrylnitril)
800
1400
1650
1722
1150
D4 (zeer giftige vloeistoffen,o.a.
900
700
800
780
300
A
(brandbare gassen, bijv. LPG)
B2 (giftige gassen, bijv. ammoniak) B3 (zeer giftige gassen, zoals chloor) C3 (zeer brandbare vloeistoffen, o.a. benzine)
fluorwaterstof)
Met de ingebruikname van de Betuweroute in 2007 wordt een afname verwacht in het transport over de Brabantroute. 5.2.3
Calamiteiten
De brandweer heeft onlangs de bereikbaarheid voor brandweervoertuigen langs het spoor opnieuw in kaart gebracht. Hiermee is de bereikbaarheid voor de hulpdiensten langs het gehele traject inzichtelijk gemaakt. Met de NS zijn afspraken gemaakt over vaste opstelplaatsen bij calamiteiten. Zowel ten westen als ten oosten van het centrum zijn hiervoor plaatsen vastgesteld. In geval van een calamiteit (bijvoorbeeld een bommelding, brand of lekkage) kan de betreffende trein daar stoppen. Op de opstelplaatsen is het risico voor escalatie buiten de trein relatief laag doordat de gebieden zo zijn gekozen dat er geen dichte bebouwing in de nabijheid is. Tevens is het voor de hulpdiensten mogelijk de trein via twee zijden te benaderen.
5.3
Buisleidingen
De voornaamste faaloorzaak van transportleidingen is beschadiging door derden. Bijvoorbeeld door graafwerkzaamheden. De bijdrage van corrosie is ook in de faalfrequentie van een leidingbreuk meegenomen. Van alle gevallen van leidingbreuk in Nederland geldt corrosie maar voor enkele procenten van de totale kans op een leidingbreuk. 5.3.1
Aardgasleiding
De maatregelen hebben alleen betrekking op het reduceren van de risico’s als gevolg van graafactiviteiten (external interference). Deze factor is verantwoordelijk voor ca. 95% van het risico van aardgasleidingen.
Risico-inventarisatie 2007
12
De circulaire van 1984 Voor hogedruk aardgastransportleidingen geldt de circulaire van VROM van 1984: Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen. De circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (V&W 2004) verwijst voor hogedruk aardgastransportleidingen naar deze circulaire uit 1984. De circulaire van 1984 bevat afstandstabellen afhankelijk van de diameter en druk in de leiding. Uitgangspunt is niet binnen de zgn. toetsingsafstand te bouwen tenzij er overwegingen van planologische, technische of economische aard zijn om dit wel te doen. In ieder geval moeten voor woningen en bijzondere (kwetsbare) objecten, uitgezonderd incidentele bebouwing, de zogenoemde bebouwingsafstanden worden gerespecteerd. Op grond van nieuwe inzichten en verbeterde modellering zijn de risicocontouren voor hogedruk aardgastransportleidingen opnieuw bepaald. Uit de geactualiseerde berekeningen komt naar voren dat voor dikwandige dan wel diep liggende leidingen de geactualiseerde risicoafstanden binnen de bebouwingsafstanden voor kwetsbare bestemmingen van de circulaire van 1984 vallen, maar dat bij dunwandige of ondiep liggende leidingen de 10-6-contour 7 soms op een veel grotere afstand ligt dan de circulaire van 1984 voorschrijft. Het Rijk, de Gasunie, provincies, gemeente en het RIVM overleggen over nieuwe veiligheidsafstanden voor hogedruk aardgastransportleidingen. Uit onderzoek en nieuwe rekenmodellen blijkt dat deze afstanden in veel gevallen in werkelijkheid groter, soms fors groter, zijn dan de afstanden uit de circulaire 'Zondering langs hogedruk aardgastransportleidingen' uit 1984. Die afstanden kunnen mogelijk wel worden gehandhaafd als maatregelen worden genomen om de veiligheid van de leidingen te verhogen. Bijvoorbeeld door meer grond of betonnen platen over deze buisleidingen te leggen of door intensiever beheer. Gemeenten die ruimtelijke plannen ontwikkelen en bestemmingsplannen gaan aanpassen, komen hiermee voor een dilemma te staan. Aan de ene kant worden zij geacht te voldoen aan de regels uit de circulaire van 1984, maar daarmee lopen zij de kans dat wanneer zij bouwen buiten de bebouwingsafstand uit de circulaire van 1984, met de nieuwe risicoafstanden toch een nieuw veiligheidsknelpunt te creëren. 5.3.2
Overige buisleidingen
Ten noorden van Berkel-Enschot en tegen de noordelijke gemeentegrens lopen twee leidingen van de Rotterdam Rijnpijpleiding Maatschappij (RRPM). Verder loopt de DSM Nafta Botlek-Beek leiding door Tilburg. Deze komt ten zuid-oosten het gemeentelijk grondgebied binnen en loopt via het oosten tussen Berkel-Enschot en Tilburg naar het noorden van Tilburg. Deze leiding komt in het Noorden samen met twee leidingen van de Rotterdam Rijnpijleiding Maatschappij. De drie leidingen lopen in het noorden tegen de gemeente grens van oost naar west. De leidingen verlaten het gemeentelijk grondgebied op de grens met de gemeente Oosterhout. Voor de buisleidingen geldt als beleidskader de circulaire Bekendmaking van beleid ten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1, K2 en K3 categorie uit 1991. In de circulaires zijn minimale afstanden gegeven tussen de leiding en de dichtstbijzijnde bebouwing. Er gelden drie zones langs transportleidingen: 1.
‘Zakelijk recht’: niets is toegestaan
2.
Alleen incidentele en minder kwetsbare bebouwing
3.
Woonbebouwing en andere kwetsbare objecten zijn toegestaan.
Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen wordt hiermee rekening gehouden.
7
De kans per jaar van het overlijden van 1 individu is gelijk aan 1 op 1 miljoen.
Risico-inventarisatie 2007
13
6
Inrichtingen
Ramptype 4 betreft een ongeval met brandbare, explosieve stof. Ramptype 5 betreft een ongeval met giftige stof. Brandbare/explosieve en/of giftige stoffen zijn Gevaarlijke Stoffen (GS). Bij de risicoinventarisatie zijn die inrichtingen betrokken die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI), onder de drempelwaardentabel en onder het Vuurwerkbesluit.
6.1
Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (BEVI)
Artikel 2 van het BEVI is het besluit dat van toepassing is op gronden die zijn gelegen binnen het invloedgebied van een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid. In artikel 2 worden de volgende inrichtingen aangewezen waarvan het invloedsgebied is gelegen binnen de gemeente Tilburg. De categorieën A t/m K geven een overzicht van de individuele inrichtingen. Daarbij is rekening gehouden met die risicovolle inrichtingen die binnen en buiten de gemeente zijn gelegen en die een invloedsgebied hebben die reikt tot buiten de inrichting en over het grondgebeid van de gemeente Tilburg. De meeste van deze bedrijven zijn vermeld op de Brabantse Risicokaart. Indien een bedrijf daarop niet vermeld wordt, zijn de gemeenten en de inrichting in overleg over de veiligheidstudie en/of een nieuwe vergunningaanvraag. Het is de bedoeling om deze z.s.m. alsnog op de Brabantse Risicokaart te plaatsen. Deze bedrijven zijn met een * gemarkeerd. 6.1.1
BRZO inrichtingen
BEVI, artikel 2, eerste lid, onderdeel a Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
Fuji photo film B.V.
Oudenstaart 1
5047 TK
Tilburg
IFF Nederland B.V.
Zevenheuvelenweg 60
5048 AN
Tilburg
Nederlandse Technische Gasmaatschappij
Swaarvenstraat 11
5048 AL
Tilburg
Primagaz Nederland B.V. *
Abcovenseweg 57a
5022 KG
Tilburg
Vollenhoven Olie B.V. *
Goirkekanaaldijk 221
5048 AA
Tilburg
In het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (voorheen de Seveso-richtlijn) worden categorieën van inrichtingen aangewezen die vallen onder de werkingssfeer van dit besluit en die op grond daarvan extra organisatorische en fysieke maatregelen moeten nemen ter beperking van de gevaarsaspecten zowel binnen als buiten de inrichting. De gevaarsaspecten zijn vervat in ongevallenscenario’s (opgenomen in PGS 3) waarvoor een kwantitatieve risicoanalyse (QRA) moet zijn opgesteld die de effecten van een calamiteit binnen de inrichting beschrijft. Zowel de regionale brandweer als de arbeidsinspectie hebben, naast de gemeente, hun eigen taak vanuit dit besluit. De gemeente vervult de loketfunctie voor de regionale brandweer en de arbeidsinspectie richting de BRZO bedrijven. 6.1.2
Inrichtingen voor opslag gevaarlijke stoffen BRZO artikel 1 onderdeel c
BEVI, artikel 2, eerste lid, onderdeel b Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
Mol Logistics Nederland B.V. *
Siriusstraat 45
5015 BT
Tilburg
Risico-inventarisatie 2007
14
6.1.3
Spoorwegemplacement
BEVI, artikel 2, lid 1 onder c Naam inrichting
Adres
ProRail B.V.
Hazelaarstraat
Postcode
Plaats Tilburg
Op basis van de vigerende milieuvergunning is het toegestaan dat op het rangeeremplacement treinen worden gestald met gevaarlijke stoffen. Aan de vergunning zijn voorschriften verbonden t.a.v. het optreden plaatsgebonden risico´s. 6.1.4
LPG-tankstations
BEVI, artikel 2, eerste lid, onderdeel e Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
Garagebedrijf Verhoeven
Kerkstraat 67
5056 AB
Vakgararage J. Robben en Zn.**
Durendaelweg 14
5056 ZA
BP Station Ringbaan Oost
Ringbaan Oost 116
5013 CD
BerkelEnschot Berkel– Enschot Tilburg
Texaco Petroleum Maatschappij
Ringbaan Oost 271d
5014 GE
Tilburg
Shell Nederland B.V.
Mascagnistraat 529
5049 BL
Tilburg
BP Heikantlaan
Heikantlaan 10
5011 SZ
Tilburg
Servicestation “De Hasselt”**
Hasseltstraat 105
5046 LJ
Tilburg
Texaco Petroleum Maatschappij
Ringbaan West 365
5037 PE
Tilburg
Shell Nederland B.V.
Baroniebaan 2
5037 LZ
Tilburg
Vollenhoven Grootolie B.V.
Burg. V. tot Voortsweg 151 5043 EZ
Tilburg
BP Kempenbaan
Kemperbaan 35
5022 KC
Tilburg
Total
Ringbaan West 7
5042 AA
Tilburg
BP Burgemeester Bechtweg
Burgemeester Bechtweg 50 5012 TL
Tilburg
Tankstation Argos **
Schoorstraat 30
Udenhout
5071 RC
** Deze stations vallen binnen de werkingssfeer van de urgente saneringsregeling en zullen vóór 27 oktober 2007 worden gesaneerd voor wat betreft de opslag en verkoop van LPG. LPG is een brandbaar en explosief gas. Het gevaar ontstaat als het gas vrijkomt en door open vuur of een vonk wordt ontstoken. Het gevolg is een zware explosie. Dichtbij kunnen gebouwen zwaar beschadigd raken. Veraf kunnen de ramen nog sneuvelen. De LPG-tankwagen die zijn lading lost op het tankstation kan het grootste gevaar veroorzaken. Het gevaar ontstaat als een gaswolk LPG ineens uit de tank van de tankwagen vrijkomt en vrijwel direct wordt ontstoken. Het gevolg is een explosie en een grote vuurwolk brandend LPG. Ook bij een bovengrondse LPG-opslagtank is dit mogelijk. De vuurwolk veroorzaakt een grote warmtestraling. Er zijn verschillende soorten gevaren: •
Ruitbreuk door een explosie.
•
Verbranding als de gaswolk wordt ontstoken.
•
Een grote vuurwolk LPG door een brand bij de LPG-tankwagen.
•
Getroffen worden door een weggeslingerd deel van de tank of andere brokstukken.
Risico-inventarisatie 2007
15
Vuurwolk Het gevaar van een grote vuurwolk ontstaat als er brand uitbreekt in de buurt van de LPG-tankwagen. De brand warmt de tank op waardoor de druk oploopt. Tegelijkertijd raakt de tankwand verzwakt door de hitte van de brand en is op een gegeven moment niet meer bestand tegen de opgelopen druk. De tank scheurt open, het LPG komt met geweld naar buiten, vliegt meteen in brand en dijt als een grote vuurwolk uit. De vuurwolk bestaat totdat alle LPG is verbrand. Dat duurt ongeveer 15 seconden bij een volle tankwagen. Achter een gebouw of huis heeft men bescherming tegen de warmtestraling. Het duurt een tijd voordat door een brand bij een LPG-tankwagen de tank barst. Hoe lang hangt af van de grootte van de brand en hoe snel de brandweer ter plaatse is om de tank te koelen. Er is geen nauwkeurige voorspelling te geven van de tijd die verstrijkt totdat de tank explodeert en de vuurwolk vrijkomt. Tegen het gevaar van een gaswolkexplosie is geen bescherming mogelijk, want deze vindt vaak onverwacht plaats. Alleen als de brandweer kan optreden zolang het gas nog uitstroomt, bestaat er een goede kans dat de gaswolk niet tot ontploffing komt. 6.1.5
Opslagplaatsen met meer dan 10.000 kg gevaarlijke stoffen per opslagplaats
BEVI, artikel 2, eerste lid, onderdeel f Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
B.V. Druma Loreti
Posthoornstraaat 8
5048 AS
Tilburg
Selko B.V.
Jellinghousstraat 29
5048 AZ
Tilburg
Van Doorne’s Transmissie B.V.
Dr. Hub v. Doorneweg 120
5026 RA
Tilburg
Van Valderen Lastechniek B.V. 8
Pegagusweg 8
5015 BZ
Tilburg
Swaans Transport B.V. *
Swaardvenstraat 45
5048 AV
Tilburg
Bedrijven hebben voor verschillende processen giftige stoffen nodig. In Tilburg zijn er veel bedrijven die met giftige stoffen werken (bijvoorbeeld in de chemie, metaalindustrie en leerindustrie). Over het algemeen zijn (zeer) giftige stoffen in kleine hoeveelheden aanwezig (bijvoorbeeld in bestrijdingsmiddelen of conserveringsmiddel). In deze inventarisatie zijn alleen de grote bedrijven opgenomen met grotere hoeveelheden (in zogenaamde CPR 15-2 opslagen). Het belangrijkste scenario waar de gemeente rekening mee moet houden is dat als gevolg van brand giftige stoffen kunnen vrijkomen. Dit kan via de lucht of via het bluswater. Vanwege de bluswateropvang dient de brandweer bij de bestrijding van de calamiteit hiermee rekening te houden.
6.1.6
Inrichtingen met ammoniak koel-/vriesinstallatie > 400 kg NH3
BEVI, artikel 2, eerste lid, onderdeel g Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
Bierbrouwerij de Koningshoeven
Eindhovenseweg 3
5056 RP
Berkel–Enschot
Bekkers Tilburg
Grootvenstraat 14
5048 AT
Tilburg
N.V. Agristo
Heieinde 1
5047 SX
Tilburg
Campina Holland Cheese B.V.
Jules Verneweg 85
5015 BH
Tilburg
8 Volgens jurisprudentie van 27 december 2006 worden gasflessen niet meer gezien als emballage. In 2007 wordt uitgezocht of Van Valderen Lastechniek B.V. nog onder Bevi valt.Deze inrichting staat nog niet op de Brabantse Risicokaart.
Risico-inventarisatie 2007
16
Ad van Geloven B.V.
Kraaivenstraat 1
5048 AB
Tilburg
Christiaan Salvesen Nederland
Marga Klompeweg 10
5032 MP
Tilburg
Distributiecentrum Tilburg (Albert Heijn) Pegagusweg 1
5015 BZ
Tilburg
Delicia B.V.
5048 AN
Tilburg
Zevenheuvelenweg 53
Ammoniak (NH3) wordt gebruikt in koelinstallaties van bijvoorbeeld vrieshuizen en ijsbanen. Veel bedrijven in de voedingsmiddelenindustrie hebben zulke koelinstallaties. In Tilburg zijn er acht bedrijven die met ammoniak koelen in een installatie waarin meer dan 400 kg NH3 aanwezig is. Ammoniak is een giftig gas. Wie te lang een te hoge concentratie inademt kan blijvende schade aan de longen oplopen of zelfs overlijden. Ammoniak is trouwens niet hetzelfde als het schoonmaakmiddel ammonia. Dit is water waarin ammoniak is opgelost. Het gevaar begint als in de koelinstallatie een leiding of een reservoir stuk gaat, waarna de ammoniak vrijkomt. Via de ventilatie komt het gas vervolgens naar buiten en verspreidt het zich verder door de wind. Het gat in de leiding moet flink groot zijn voordat een gevaarlijke situatie kan ontstaan. Een ammoniakkoelinstallatie is beveiligd om de gevolgen van een lek zoveel mogelijk te beperken. De installatie is voorzien van afsluiters en vaak ook van detectieapparatuur om de afsluiters in werking te stellen. Dat maakt de kans dat er bij een ongeval veel ammoniak uit de installatie stroomt een stuk kleiner. Concentratie van ammoniak Het gevaar hangt af van de concentratie ammoniak die iemand gedurende een bepaalde tijd inademt. Daarom is niet eenvoudig te zeggen hoe ver het gevaar kan komen. Om dit duidelijk te maken schetsen we een denkbeeldig ongeval. Er ontstaat een gat in een leiding. Voordat deze is afgesloten van de rest van de installatie is 10 minuten lang ongeveer 600 kg gas uitgestroomd en via de ventilatie naar buiten afgevoerd. Wat nu de gevaarsafstand is, heeft onder andere te maken met het weer en het tijdstip van de dag. Bij een zwakke wind verdunt het gas zich minder snel dan bij een harde wind. ’s Ochtends vroeg, vóór zonsopgang, verdunt het gas zich minder dan overdag als de zon flink schijnt. De hoeveelheid ammoniak die uitstroomt maakt uiteraard verschil, maar ook of deze in korte of over een wat langere tijd vrijkomt. De bedrijven met een grote koelinstallatie hebben een eigen bedrijfsnoodplan. Daarin staat wat er moet gebeuren bij een ongeval met ammoniak. Volgens het draaiboek van het bedrijfsnoodplan wordt de brandweer direct gewaarschuwd bij een ernstige ammoniakuitstroming. Ongevallen met ammoniakkoelinstallaties komen voor. Meestal is een fout bij het onderhoud de oorzaak. De afgelopen tien jaar zijn er minstens negen ongevallen geweest met een koelinstallatie waaruit kleine hoeveelheden ammoniak zijn vrijgekomen. Grote ongevallen zijn echter zeldzaam en hebben nog nooit plaatsgevonden in Nederland. Omdat het gevaar voor mensen in de omgeving niet direct na het ongeval ontstaat, heeft de brandweer enige tijd om maatregelen te nemen. Voorwaarde is dat de brandweer direct is gewaarschuwd door het bedrijf na het ongeluk. Als men ammoniak ruikt en buiten is, moet men een gebouw of woning binnen gaan. De deuren en ramen moeten gesloten worden en de ventilatie moet uit. Krijgt de brandweer een melding binnen van een zwaar ongeval en dreigt er gevaar voor de omgeving, dan gaat de sirene loeien. Overigens biedt een natte doek voor mond en neus ook al enige bescherming.
Risico-inventarisatie 2007
17
6.1.7
Andere door de minister aangewezen bedrijven
BEVI, artikel 2, lid 1, onderdeel k, het betreft hier een gasflesvulstation. Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
Rijnen Brandstoffen B.V.
Herastraat 5
5047 TX
Tilburg
6.2
Overige inrichtingen met gevaarlijke stoffen
Daarnaast zijn er inrichtingen die niet onder het BEVI vallen, maar waar wel gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen in hoeveelheden die groter zijn dan de waarden op de drempelwaardentabel voor opname in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen. Deze inrichtingen geven minder risico's. Wettelijk gezien behoeven deze bedrijven nog niet geïnventariseerd te zijn. Dat moet pas twee jaar nadat het nog niet gepubliceerde Registratiebesluit Externe Veiligheid van kracht is gegaan. Deze inventarisatie vindt begin 2007 plaats als onderdeel van het handhavingprogramma. Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
Algemene Brandstoffen Compagnie
Goirkekanaaldijk 28
5046 AT
Tilburg
Bodycote Hardingscentrum B.V.
Petrus Loosjesstraat 5a
5013 BW
Tilburg
Recreatiebad Stappengoor
Stappegoorweg 1
5022 DA
Tilburg
Zwembad/Indoor Sportcentrum Reeshof
Heereveldendreef 10
5043 EX
Tilburg
Sportcomplex / Zwembad Drieburcht
Wagnerplein 1
5011 LP
Tilburg
Zwembad De Groene Wellen
Groenstraat 39
5071 EA
Udenhout
6.3
Vuurwerkbesluit
In de gemeente Tilburg zijn 18 verkooppunten van consumentenvuurwerk. Buiten de gemeente Tilburg zijn geen verkooppunten waarvan het effectgebied reikt tot over de gemeentegrens. 6.3.1
Groothandel in vuurwerk
Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
BEKO Vuurwerk B.V.
Albionstraat 44
5047 SJ
Tilburg
Vuurwerk is er in alle soorten en maten. Van licht vuurwerk voor consumenten tot het zwaardere professionele vuurwerk. Er bestaat in Nederland veel wetgeving om de gevaren van vervoer, opslag en afsteken van vuurwerk zoveel mogelijk te vermijden. Detailhandelbedrijven in vuurwerk met een opslag van maximaal 10.000 kg zijn beschreven in bijlage 3. Bij het verlenen van vergunningen en handhaving spelen verschillende ministeries, provincies en gemeenten een rol. VROM is verantwoordelijk voor het beleid voor de opslag en bewerking van vuurwerk. Ook is VROM verantwoordelijk voor de eisen voor consumentenvuurwerk. De VROMInspectie ondersteunt de gemeenten bij het toezicht houden op vuurwerkbedrijven. De vuurwerkramp in Enschede heeft onder meer geleid tot de opstelling van het Vuurwerkbesluit, dat in maart 2002 in werking is getreden en dat strengere eisen stelt aan de opslag van vuurwerk. Het meeste vuurwerk komt uit China. Daar vindt ook de classificatie naar gevarenklasse plaats. De classificatie vindt plaats op grond van internationale regelgeving voor vervoer en verpakking.
Risico-inventarisatie 2007
18
Vuurwerk is naar aard en werking onderverdeeld in vier subklassen. Subklasse 1.1 is het zwaarste vuurwerk, subklasse 1.4 het lichtste. De vier subklassen zijn: •
Subklasse 1.1: Gevaar voor massa-explosie (bijv. titaniumsalute-mortierbommen).
•
Subklasse 1.2: Gevaar voor scherfwerking. Er bestaat geen risico voor massa-explosie.
•
Subklasse 1.3: Gevaar voor brand, maar weinig gevaar voor scherfwerking. (bijv. normale mortierbommen). Gevaar voor brand en scherfvorming, maar geen gevaar voor massaexplosie.
•
Subklasse 1.4: Gering gevaar voor ontploffing. De gevolgen blijven hoofdzakelijk beperkt tot de verpakking.
Volgens de Nederlandse regels moet consumentenvuurwerk altijd zodanig zijn verpakt dat het kan worden ingedeeld in de subklasse 1.4. Daarnaast blijven voor consumentenvuurwerk de bestaande regels van kracht, waarbij beperkingen zijn gesteld aan de hoeveelheden en soorten werkzame stoffen. In Tilburg wordt alleen consumentenvuurwerk opgeslagen.
6.4
Risicovolle inrichtingen buiten Tilburg
De inventarisatie van risicovolle inrichtingen buiten de gemeente Tilburg is gebaseerd op het Risicoregister van de provincie Noord-Brabant. Er zijn drie risicovolle inrichtingen waarvan het invloedsgebied binnen de gemeente Tilburg valt. Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
Coca Cola Enterprises Nederland BV
Eindsestraat 137
5105 NA
Dongen
De Fakkel
Eindsestraat 174
5105 NA
Dongen
Beeksebergen
Beekse Bergen 1
5081 NJ
Hilvarenbeek
Risico-inventarisatie 2007
19
7
Kernongevallen
De dichtstbijzijnde kerncentrale ligt in Doel, België, op circa 60 kilometer van Tilburg. Kernongevallen worden landelijk aangestuurd. Bij bedrijven zijn kleine bronnen aanwezig bijvoorbeeld voor tracers en brandmelders. Over het algemeen worden deze apparaten of toegepast in een apparaat of liggen in een daarvoor bestemde kluis. Voorbeelden zijn het Verbeeteninstituut en het Elisabeth- en TweeSteden ziekenhuis.
8
Bedreiging volksgezondheid
Dit ramptype omvat plotselinge gebeurtenissen, inzichten in of vermoedens over een directe bedreiging voor de gezondheid van een grote groep personen, echter (nog) zonder (veel) ziektegevallen. Het gaat hierbij namelijk om het dreigen van gezondheidseffecten, waaronder de gezondheidseffecten op langere termijn. De GHOR voert bij de bestrijding van dit soort calamiteiten in de meeste gevallen de regie. De overige diensten – inclusief de gemeente – zijn ondersteunend aan de GHOR. Voorbeelden zijn voedingsmiddelen die besmet zijn met een gevaarlijke stof of drinkwaterbesmetting.
9
Ziektegolf
Dit ramptype betreft een golf van gezondheidsklachten, waarvan de oorzaak in aanvang niet altijd bekend is. Belangrijkste verschil met het ramptype ‘Bedreiging Volksgezondheid’ is dat er meteen sprake is van een behoorlijk aantal ernstige gezondheidsklachten, waarbij onmiddellijk een forse curatieve inspanning moet worden geleverd. Voor de bestrijding van epidemieën bestaan landelijke richtlijnen. Een voorbeeld is het landelijk draaiboek massavaccinatie bij pokken en het draaiboek grieppandemie. Beide onderwerpen zijn nader uitgewerkt in regionale draaiboeken. De GHOR voert bij de bestrijding van dit soort calamiteiten in de meeste gevallen de regie. De overige diensten inclusief de gemeente - zijn ondersteunend aan de GHOR.
10 Ongevallen in tunnels Niet van toepassing voor de gemeente Tilburg.
Risico-inventarisatie 2007
20
Risico-inventarisatie 2007
21
11 Branden en instortingen grote gebouwen In Tilburg zijn verschillende grote gebouwen aanwezig, die bij ontruiming als gevolg van een brand, een grote aanslag op de hulpverleningscapaciteit doen. Onder deze categorie vallen gebouwen met: •
meer dan 100 niet- of verminderd zelfredzame personen;
•
een publieksfunctie met een vergunning voor meer dan 500 personen;
•
meer dan 15 verdiepingen.
Deze gebouwen moeten een vergunning hebben. Ontruimingsplannen zijn hiervoor opgesteld. Ook voert handhaving controles uit op het naleven van de gebruiksvergunning. Tilburg telt vier instellingen waarin meer dan 100 niet- of verminderd zelfredzame personen aanwezig zijn. Dit zijn het TweeSteden ziekenhuis, het St. Elisabeth Ziekenhuis, zorgcentrum Padua en servicecentrum Het Laar. Doordat niet- of verminderd zelfredzame personen niet zelf kunnen vluchten, zal de ontruiming van een object veel inspanning van de hulpverleningsdiensten vragen. In de onderstaande tabel zijn het aantal objecten met een grootschalige publieksfunctie weergegeven. Gebouwen met grootschalige publieksfunctie (> 500 pers.)
Aantal objecten
500 tot 1000 personen
26
1000 tot 1500 personen
7
1500 tot 2500 personen
5
2500 tot 5000 personen
3
>5000 personen
1
Het Willem II-stadion is het enige object dat valt in de categorie >5000 personen. Voor dit object is een rampenbestrijdingsplan opgesteld. De capaciteit van het stadion is maximaal 17.000 bezoekers. Tilburg heeft een aantal torenflats die gebruikt worden als kantoorgebouw of voor woondoeleinden. Hiervan hebben ongeveer 10 gebouwen meer dan 15 verdiepingen. De hoogste torenflat van Tilburg is Westpoint. Het gebouw telt 47 woonlagen met 206 appartementen. Met de bouw van dit gebouw is veel aandacht besteed aan preventieve voorzieningen. Op het gebied van hoogbouw zijn in Tilburg meer ontwikkelingen gaande. Zo wordt momenteel de Stadsheer gerealiseerd. Deze torenflat telt 30 verdiepingen. In bijlage 4 staat de complete lijst met de bijzonder hoge gebouwen, grote gebouwen met een publieksfunctie en grote gebouwen met een verminderde zelfredzaamheid.
Risico-inventarisatie 2007
22
Risico-inventarisatie 2007
23
12 Paniek in menigten Evenementen
Aantal
Aantal personen
1
Grote festiviteiten
14
6.000 – 300.000
2
Grote voetbalstadions
1
14.700
Tilburg is een echte evenementenstad. Jaarlijks vinden honderden evenementen plaats. De bezoekersaantallen variëren van een enige tientallen tot honderdduizenden bezoekers. De jaarlijkse kermis is verreweg het grootste evenement in Tilburg, waarbij op topdagen meer dan 300.000 mensen het centrum bezoeken. Andere evenementen zijn het Festival Mundial, het Hap-stap-festival, carnaval, de Tilburg Ten Milesloop en het Festival van het Levenslied. Paniek in menigten is, zeker bij de grote evenementen, een risico. Om dat risico zo klein mogelijk te houden is een procedure ontwikkeld door Team Evenementen, waarbij aan de voorkant, dus bij vergunningverlening, een aantal voorwaarden in de vergunning wordt opgenomen die direct betrekking hebben op de veiligheid van de bezoekers van een evenement. Die voorwaarden houden meestal een aantal organisatorische en fysieke maatregelen in, die de organisator moet nemen om überhaupt een vergunning te krijgen. Daarnaast neemt de gemeente (de Servicedienst en Gebiedsontwikkeling), in samenspraak met de hulpdiensten (Politie, Brandweer en GHOR), zelf ook vaak maatregelen. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld wegafzettingen, het vrijhouden van aanen afvoerwegen voor de hulpdiensten en het goed agenderen van evenementen om samenloop te vermijden. Deze maatregelen worden meestal al in het vooroverleg met de organisator besproken. In de Evenementencommissie wordt uiteindelijk een advies opgesteld, waarin alle (veiligheids-) facetten meegenomen worden en die dus terugkomen in de uiteindelijke evenementenvergunning. Tot nu toe wordt de inzet van de hulpdiensten en de gemeente en de eisen die aan de organisator worden gesteld vooral gebaseerd op de jarenlange ervaring met evenementen. De intentie is inmiddels uitgesproken, door zowel gemeente als hulpdiensten, om in de toekomst gebruik te gaan maken van het NIBRA-model voor risicoanalyse bij evenementen.
Risico-inventarisatie 2007
24
Risico-inventarisatie 2007
25
13 Verstoringen openbare orde Tilburg is een stad met 200.000 inwoners, een groot aantal bezoekers en mensen die hier werken of studeren. Dit alles in een situatie van betrekkelijke openbare orde en rust. Er is echter altijd risico op verstoring daarvan. Dit is meestal niet voorspelbaar en de aanleiding kan divers zijn. Op basis van ervaring kan gesteld worden dat er in Tilburg met name drie onderwerpen zijn die extra risico op grootschalige verstoringen van de openbare orde met zich meebrengen. Ordeverstoringen in de wijk Tilburg kent een aantal wijken met sterke (familie-)banden en sociale cohesie waar een verhoogd risico is dat overheidsoptreden in zo’n wijk voor bewoners aanleiding is om de openbare orde te verstoren. Dit moet worden geconcludeerd op basis van ervaringen uit het verleden. Ordeverstoringen in het uitgaansgebied De binnenstad kent in de nachtelijke uren traditioneel een hoger risico voor ongeregeldheden. Meestal gaat het daarbij om een combinatie van drank- (en/of drugs)gebruik en een concreet incident, zoals een belediging, bedreiging of mishandeling. In het horecaconcentratiegebied worden specifieke veiligheidsmaatregelen ingezet, zoals cameratoezicht, preventief fouilleren, horecatoezicht door de politie en samenwerking met portiers. Ook bestaat er (sinds enkele jaren) een adequate overlegstructuur met en voor de horeca. Ordeverstoringen in relatie tot de BVO Willem II Vandalisme en geweld (rellen) blijken verbonden met betaald voetbal en dus ook aan Willem II. Om het risico hierop te verminderen is er rondom de wedstrijden van Willem II een veiligheidsbeleid ontwikkeld. Onder voorzitterschap van de gemeente worden maandelijks met Willem II, de politie, het OM en de GHOR afspraken gemaakt. De wedstrijden worden per seizoen in het lokale driehoeksoverleg 9 gecategoriseerd in A, B en C wedstrijden. Van geen risico tot risicovolle wedstrijden. Op basis hiervan wordt onder meer politie-inzet, wijze van kaartverkoop, supportersvervoer en alcoholbeperkende maatregelen bepaald. Tijdens C-wedstrijden (momenteel alleen de wedstrijd tegen NAC) is de driehoek aanwezig. Bij de overige wedstrijden is deze bereikbaar. Bij alle wedstrijden wordt gebruik gemaakt van toegespitste draaiboeken. Het optreden tegen verstoringen van de openbare orde gebeurt primair onder verantwoordelijkheid van de burgemeester, doorgaans in samenspraak met de driehoekpartners. De burgemeester wordt ambtelijk ondersteund door een bestuursadviseur openbare orde en veiligheid. Afhankelijk van de gebeurtenissen kan worden opgeschaald conform de gripprocedure binnen de systematiek van de rampbestrijding en crisisbeheersing. Het driehoeksoverleg kan daarin een eigenstandige positie innemen.
9 Overleg tussen de burgermeester, de districtschef van de politie en de Officier van Justitie.
Risico-inventarisatie 2007
26
Risico-inventarisatie 2007
27
14 Overstromingen Er zijn in Tilburg alleen enkele overstromingen bekend van de Leij. Hierbij doen zich geen noemenswaardige incidenten voor. Overstromingen van de grote rivieren in de omgeving hebben voor Tilburg geen grote gevolgen.
15 Natuurbranden Binnen de grenzen van gemeente Tilburg zijn een aantal brandbare natuurgebieden aanwezig. In de tabel op de volgende bladzijde is een inventarisatie van deze gebieden weergegeven. Brandbaar natuurgebied
Soort
Oppervlakte (ha)
De Blaak
Gemengd bos
951
Brand / Oude en Nieuwe Tiend
Loofbos
244
De Mast
Gemengd bos
237
Kerkeindsche Heide
Gemengd bos
27
Loonse en Drunense Duinen
Gemengd bos
13
Het grootste aaneengesloten natuurgebied binnen de gemeente Tilburg is De Blaak. Midden in dit gebied is een instelling voor verstandelijk gehandicapten gevestigd. Aan de noord- en oostzijde van het gebied liggen woonwijken. De aanwezigheid van de zorginstelling en de woonwijken aangrenzend aan het natuurgebied zorgen ervoor dat een evacuatie als gevolg van een bosbrand een grote aanslag doet op de hulpverleningscapaciteit. Het gebied wordt door verschillende wegen doorsneden. Dit zorgt voor goede vluchtmogelijkheden en een goede bereikbaarheid voor hulpdiensten. Op verschillende plaatsen in het gebied is waterwinning (brandkranen, nortonputten en open water) aanwezig.
16 Extreme weersomstandigheden Binnen de gemeente Tilburg komen voornamelijk (zware) stormen, al dan niet gepaard gaande met hevige regenval voor. De gevolgen zijn onder meer gewonden door rondvliegende takken, schade aan gebouwen, verkeersstremmingen door omgewaaide bomen. Een bijzonder fenomeen vormde de zware windhoos gedurende de Tilburgse Kermis in 2003, waarbij deze tijdelijk is stilgelegd, evenals de zware storm van 18 januari 2007 waarbij treinreizigers op stations kwamen vast te zitten doordat treinverkeer stil kwam te liggen. In beide gevallen zijn tijdig de noodzakelijke c.q mogelijke maatregelen genomen om de schade en negatieve gevolgen te beperken Andere weersomstandigheden, zoals extreme hitte of extreme vorst zijn over het algemeen beter voorspelbaar. Eventuele maatregelen kunnen dan ruim van tevoren worden genomen.
Risico-inventarisatie 2007
28
Risico-inventarisatie 2007
29
17 Uitval nutsvoorzieningen Hierbij kan vooral gedacht worden aan het uitvallen van de stroom-, gas- en drinkwatervoorziening of de uitval van het vaste / mobiele telefoonnet. De gevolgen zijn mede afhankelijk van de tijd van het jaar waarin zich een dergelijke calamiteit voordoet. Voor individuele personen bestaat het risico vooral uit uitval van verwarming of het uitbreken van ziekten (drinkwater). Aan de gevolgen voor de meest kwetsbare groepen (kinderen, ouderen, chronisch zieken) dient bijzondere aandacht te worden besteed. Bedrijven worden vooral getroffen door uitval koelinstallaties en/of beveiligingssystemen. In november 2005 is er -ook in Tilburg - sprake geweest van het tijdelijk uitvallen van de warmwatervoorziening via de Stadsverwarming. In dat zelfde tijdvak is elders in het land ook de stroomvoorziening uitgevallen. Op regionaal niveau wordt gewerkt aan plannen, afspraken en protocollen om in dit soort situaties de leveringen te garanderen c.q. zo goed mogelijk de gevolgen te beperken en aanvullende of vervangende voorzieningen in de lucht te brengen. Met Brabant Water worden afspraken gemaakt om een nooddrinkwaterplan op te stellen en te vast te laten stellen op regionaal niveau.
18 Ramp op afstand Hiervan is sprake als bijvoorbeeld inwoners van onze stad getroffen worden door een ramp, crisis, incident of ongeluk terwijl zij zich niet binnen onze stad bevinden. Voorbeelden kunnen zijn busongelukken, natuurrampen, terroristische aanslagen ergens anders op de wereld. Hiervan zijn (gelukkig) geen recente voorbeelden bekend. Het helpen van mensen van buiten de stad indien zich elders een ramp of crisis voltrekt kan in zekere zin ook tot deze categorie worden gerekend, denk bijvoorbeeld aan de opvang van evacués bij overstromingen of andere natuurrampen elders.
Risico-inventarisatie 2007
30
Risico-inventarisatie 2007
31
19 Toekomstige ontwikkelingen 19.1 Ruimtelijke plannen van de gemeente Tilburg De gemeente Tilburg is bezig met het maken van ruimtelijke plannen in de nabijheid van inrichtingen waar zich ook gevaarlijke stoffen bevinden en/of transportassen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Het is bestendig beleid om veiligheidseisen en beperking van risico’s in acht te nemen bij de groei van bedrijvigheid, de bouw van nieuwe woningen en voorzieningen en het ontwikkelen van nieuwe stadslocaties. De regels voor bedrijven en de relatie t.o.v. de bijbehorende omgeving liggen vast. Er is nog wel beleidsruimte die lokaal kan worden ingevuld. De overheden worden ook steeds meer verplicht gesteld om te communiceren naar burgers en bedrijven. Hierbij krijgt een gemeente beleidsruimte om een omgevingsvisie op te stellen. Dit gaat de gemeente Tilburg dan ook doen (zie paragraaf 19.2). Zo kan het aspect externe veiligheid op de juiste integrale wijze, op het juiste moment met betrokken partijen gecommuniceerd worden. Relevante ruimtelijke ontwikkelingen Hieronder staan enkele voorbeelden van relevante ruimtelijke ontwikkelingen in relatie tot externe veiligheid: •
De Noordwest Tangent, de laatste delen van de Reeshof en industrieterrein Wijkevoort zullen gerealiseerd worden. o
Wij gaan de gemeente Gilze-Rijen verzoeken het groepsrisico van het vliegveld GilzeRijen te bepalen. Vooral bij de ontwikkeling van Wijkevoort moet hiermee waarschijnlijk rekening worden gehouden (zie paragraaf 19.4).
o
Na voltooiing van het Noordwest Tangent zal deze weg het westelijk deel van de route gevaarlijke stoffen gaan vormen. De routering gevaarlijke stoffen door Tilburg zal dan aangepast worden.
•
De gemeente Tilburg heeft plannen om in de spoorzone grote ontwikkelingen door te voeren. Zo zullen het spoorwegemplacement en de NS-werkplaats verdwijnen. In het gebied worden woon-, werk- en recreatiefuncties gecombineerd. Deze ontwikkelingen kunnen invloed hebben op de benodigde hulpverleningscapaciteit in geval van een spoorwegongeval (bijvoorbeeld bij ongevallen met gevaarlijke stoffen). De definitieve vorm van het plan is nog niet bekend, maar tijdens diverse projectfasen worden risicoanalyses uitgevoerd. Op deze wijze worden ook de consequenties die de plannen hebben voor de hulpverleningsdiensten inzichtelijk gemaakt.
19.2 Omgevingsvisie Externe Veiligheid Tilburg Op 19 december 2006 heeft het college ingestemd met het Startdocument Omgevingsvisie Externe Veiligheid Tilburg. Hierin wordt beschreven hoe wij voor de gemeente Tilburg een Omgevingsvisie Externe Veiligheid gaan maken. Het doel van een Omgevingsvisie is om te komen tot een afstemming van externe veiligheid, economie, ruimtelijke ordening én de capaciteit van hulpdiensten. In een Omgevingsvisie kan de gemeentelijke beleidsruimte worden ingevuld en een integraal fundament van het externe veiligheidbeleid worden gelegd. Bijlage 1 van dit rapport bevat een inhoudelijke samenvatting van deze systematiek.
Risico-inventarisatie 2007
32
19.3 Nota vervoer gevaarlijke stoffen Er komt nieuwe regelgeving voor vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, de weg en het water. Nederland is verplicht mee te werken aan vrij goederenverkeer door Europa. Het ministerie van V&W is in samenwerking met het Ministerie van VROM bezig met de uitwerking van het basisnet en andere beleidsinstrumenten. Met deze nieuwe wetgeving komt er voor een aantal jaren duidelijkheid over de wijze waarop de gemeente Tilburg om moet gaan met het vervoer van gevaarlijke stoffen over de transportassen. Dan kan daarmee rekening gehouden worden bij nieuwe ruimtelijke plannen. Echter, op basis van de huidige conceptvoorstellen is er een grote kans dat gemeenten ruimere stroken langs de transportassen moeten vrijhouden dan nu het geval is of dat gemeenten verregaande maatregelen moeten nemen. In het ambtelijk overleg met de vijf grootste Brabantse gemeenten is hierover zorg uitgesproken. De provincie nodigt begin 2007 de betrokken wethouders uit voor een bestuurlijk overleg hierover.
19.4 Groepsrisico vliegveld Gilze-Rijen Er zijn plannen om nieuwe regelgeving voor regio's rondom militaire vliegvelden op te stellen. Er zijn bovendien plannen om nieuwe regelgeving voor het laagvlieggebied van het vliegveld Gilze-Rijen op te stellen. De mogelijke wijzigingen hebben invloed op het groepsrisico. Dit kan vervolgens gevolgen hebben voor de verantwoording van het groepsrisico bij deze ruimtelijke plannen in de regio.
19.5 Groepsrisico Wilhelminakanaal Er is een berekening uitgevoerd van het groepsrisico van het Wilhelminakanaal met direct aan beide zijde van de vaarweg een zeer hoge bevolkingsdichtheid van 1.000 pers./ha. De fictieve bevolkingsdichtheid leidt voor de betreffende vaarweg tot een groepsrisico kleiner dan 0,01 maal de oriëntatiewaarde. Als het type gevaarlijke stoffen dat over het Wilhelminakanaal wordt vervoerd, niet drastisch wijzigt, behoeft er bij toekomstige ontwikkelingen geen rekening worden gehouden met groepsrisico als gevolg van de ligging van dit kanaal.
19.6 Buisleidingen In maart 2005 heeft het ministerie van VROM de verantwoordelijkheid overgenomen van het ministerie van EZ voor het ‘buisleidingendossier’. Dit naar aanleiding van een onderzoek over geconstateerde tekortkomingen ten aanzien van buisleidingen. Binnen VROM, V&W en BZK is inmiddels een groot aantal projecten en activiteiten gestart met als doel om de gesignaleerde tekortkomingen binnen twee à drie jaar weg te werken en de basis te leggen voor een structurele aanpak van het buisleidingenbeleid.
Risico-inventarisatie 2007
33
Bijlage 1: Begrippen externe veiligheid De kernbegrippen voor externe veiligheid zijn hieronder kort beschreven. Externe veiligheid Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen in relatie tot kwetsbare bestemmingen. Dit kan betrekking hebben op bedrijven of transportroutes. Effecten Effecten zijn de gevolgen die zich kunnen voordoen door een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Voor de gevaarlijke stoffen zijn afstanden vast te stellen waarbinnen, bij een calamiteit, de effecten zich kunnen manifesteren. De effectbenadering is relevant voor hulpdiensten en de bestrijding van de effecten van een calamiteit. Bij de effectbenadering wordt ‘alleen’ gekeken naar het daadwerkelijke optreden van het effect 10 en minder naar de kans dat het effect zich voordoet. Kans In dit document wordt onder het begrip kans verstaan: de kans per jaar op een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Risico Het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' en de 'circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' hebben de normering gebaseerd op risico. Risico = kans x effect Contouren In de regelgeving van externe veiligheid wordt veel gebruik gemaakt van risico- en effectcontouren. Een risicocontour geeft aan hoe hoog de overlijdenskans is van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Een effectcontour geeft aan welk percentage mensen overlijdt of gewond raakt als een ongeval met gevaarlijke stoffen werkelijk plaatsvindt. Deze contouren worden in de praktijk bepaald door middel van complexe, gestandaardiseerde berekeningen. Juridisch gezien zijn een tweetal contouren relevant: 1.
de 10-6-contour: de kans per jaar van het overlijden van 1 individu is gelijk aan 1 op 1
2.
1%-letaliteitcontour: bij een daadwerkelijk ongeval met gevaarlijke stoffen overlijdt 1% van
miljoen de blootgestelden.
10 Er valt hierbij nog een verschil te maken tussen effect en gevolg. Een zware ontploffing in de Sahara heeft hetzelfde effect, maar een geheel ander gevolg.
Risico-inventarisatie 2007
34
Gebieden Bij de beschrijving van externe veiligheid zijn vier gebieden te onderscheiden: A.
Het voorlichtingsgebied. Dit beslaat het hele grondgebied van de gemeente Tilburg. Dus ook het gebied waarin geen effect van een calamiteit met milieugevaarlijke stoffen is waar te nemen.
B.
Het effectgebied. Dit gebied loopt vanaf de risicobron en eindigt waar er geen ernstige gevolgen
C.
Het invloedsgebied. Dit begint bij de risicobron en eindigt op de 1%-letaliteitcontour. Binnen dit
meer optreden. gebied is de verantwoordingsplicht van toepassing. D. Het grenswaarde gebied. Dit gebied loopt van de risicobron tot de 10-6 contour. In het grenswaarde gebied gelden harde juridische normen. Bij de omgang met de fysieke veiligheid en risico’s is het belangrijk te onderscheiden over welk gebied het gaat. Voor de brandweer is het totale gebied van de bron tot aan de buitengrens van het effectgebied relevant. Voor de risicobeoordeling van bestemmingsplannen en milieubeheervergunningen mag de beoordeling beperkt worden tot het invloedsgebied. In de Omgevingsvisie wordt steeds aangegeven over welk gebied het gaat. Plaatsgebonden Risico en Groepsrisico Bij het normeren van risico’s wordt onderscheid gemaakt in twee grootheden. Het betreft het Plaatsgebonden Risico (PR), en het Groepsrisico (GR). Met het GR kan de relatie worden uitgedrukt tussen activiteiten met gevaarlijke stoffen en hun omgeving. De beoordeling van het risico vindt onder meer plaats op de gevolgen die ontstaan voor kwetsbare bestemmingen (wonen, werken, zorg en recreëren). In de ruimtelijke ordening en bij de beoordeling van aanvragen voor milieubeheervergunningen, is bij de beoordeling van het plaatsgebonden risico niet zozeer de effectafstand maar vooral de kans relevant. Bij de bepaling van het groepsrisico daarentegen, staat naast de kans ook het invloedsgebied centraal. De grens van het invloedsgebied (het gebied waarvoor de verantwoordingsplicht van toepassing is) wordt bepaald door de effectafstand. Uitzondering hierop vormt de regelgeving voor vuurwerkbedrijven en munitieopslag. Getracht wordt om met maatregelen de effectgebieden binnen of nabij de inrichting te houden. PR en GR spelen dan geen rol. Verantwoordingsplicht In het ‘Besluit externe veiligheid inrichtingen’, de ‘circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’ en de nog te publiceren nieuwe circulaire/ wetgeving voor hoge druk aardgastransportleidingen is naast PR en GR de verantwoordingsplicht opgenomen. Deze verantwoordingsplicht houdt in dat, conform de in de wetgeving gespecificeerde kaders, wijziging van het groepsrisico moet worden onderbouwd én verantwoord door het bevoegde gezag. Dit geldt óók wanneer het resultaat onder de zogenaamde oriëntatiewaarde blijft. Deze oriëntatiewaarde is een maatschappelijk aanvaard ijkpunt bij de verantwoording van het GR. Het kan niet als norm gebruikt worden. Hoe meer het GR deze oriëntatiewaarde nadert (of zelfs overschrijdt), des te uitgebreider moet verantwoording afgelegd worden. De verantwoording van het GR omvat (samengevat) de volgende elementen: •
Beoordeling van de verandering van het groepsrisico .
•
Beoordeling van de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van de personen in de omgeving van de risicobron.
•
Beoordeling van de mogelijkheden van bestrijdbaarheid van een incident of ramp.
Risico-inventarisatie 2007
35
•
Beoordeling van de mogelijke alternatieven (voor het ruimtelijke plan).
•
Beoordeling van de mogelijkheden tot risicoreductie.
Deze elementen zijn in de 'Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico' grafisch weergegeven:
Beoordelingsschema groepsrisico. Bron: Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico.
Spanningsveld tussen effect en risico Risicoafstanden kennen een aanmerkelijk geringer ruimtebeslag dan effectafstanden. De Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico geeft aan dat er een spanningsveld ligt tussen de wens om (dodelijke en gewonde) slachtoffers uit te sluiten en de wens voor een multifunctionele leefomgeving. De verantwoordingsplicht dwingt tot het lokaal hanteerbaar maken van dit spanningsveld. Rampenbestrijding Besluitvorming over het te hanteren beschermingsniveau in een gemeente of regio wordt genomen binnen de kaders van de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding. Er bestaat echter geen wetgeving die aangeeft met welk resultaat de bestrijding moet plaatsvinden. Er is eerder sprake van een inspannings- dan een resultaatverplichting. Er zijn meerdere – ook wettelijk vastgelegde – uitgangspunten en richtlijnen met betrekking tot de incident- en rampenbestrijding. Geen daarvan geeft aan wanneer de bestrijdingscapaciteit 'voldoende' is voor de onderhavige gevallen. Wel zal na elke ramp het gekozen beschermingsniveau onderzocht (en dus beoordeeld) worden. Kortom: de verantwoordingsplicht is niet vrijblijvend. Bovendien liggen er hier mogelijkheden voor de gemeente Tilburg om beleidsruimte in te vullen.
Risico-inventarisatie 2007
36
Risico-inventarisatie 2007
37
Bijlage 2: Route gevaarlijke stoffen door Tilburg Gemeente Tilburg
Code
Wegnaam
N261 Midden Brabantweg
Grens 1 Zevenheuvelenweg
Grens 2 Gemeentegrens Loon op Zand
Tilburg
Zevenheuvelenweg
Swaardvenstraat
Midden Brabantweg
Tilburg
Gebr. Deprezstraat
Zevenheuvelenweg
Parkeerplaats
Tilburg
Swaardvenstraat
Dongenseweg
Zevenheuvelenweg
Tilburg
N632
Dongenseweg
Swaardvenstraat
Gemeentegrens Dongen
Tilburg
N282
Bredaseweg
Baroniebaan
Gemeentegrens Rijen
Tilburg
Baroniebaan
Bredaseweg
Ringbaan West
Tilburg
Ringbaan West
Baroniebaan
Blaakweg
Tilburg
N630
Blaakweg
Ringbaan West
Gemeentegrens Goirle
Tilburg
N261
Loonsche Heideweg
Midden Brabantweg
Burg. Bechtweg
Tilburg
N261
Burg. Bechtweg
Loonsche Heideweg
Gemeentegrens Oisterwijk
(N.O. Tangent)
Toelichting Het centrum van Tilburg wordt omsloten door ringbanen. Verder ligt ten zuiden van Tilburg de A58, waar de A65 op uit komt. Tevens loopt in het verlengde van Ringbaan West de A261.
Risico-inventarisatie 2007
38
Risico-inventarisatie 2007
39
Bijlage 3: Detailhandelbedrijven in vuurwerk (opslag maximaal 10.000 KG) Naam inrichting
Adres
Postcode
Plaats
Brameco·zon
Kreitenmolenstraat 151
5071 BD
Udenhout
Koopjeshal Tilburg
Bernard Loderstraat 37
5042 NB
Tilburg
Evers Speelgoed
D.J. Jittastraat 6
5042 MX
Tilburg
Toko Selamat
Stationstraat 23
5038 EA
Tilburg
Ruco Sport
Lijnsheike 11
5011 LB
Tilburg
Halfords Nederland B.V.
Ringbaan Zuid 11
5021 AA
Tilburg
Jewel vof
Korvelseweg 257
5025 JG
Tilburg
Ben van Iersel Tweewielers
Kerkstraat 37
5056 AB
Berkel-Enschot
Posno Sport
Theresiaplein 11
5041 BJ
Tilburg
Baby Super vof
Leenherenstraat 120
5042 KN
Tilburg
Top 1 Toys
Kreitenmolenstraat
5071 BH
Udenhout
Evers Speelgoed
Besterdring 139
5014 HJ
Tilburg
Boerenbond Tilburg
Umberstraat 2
5044 JJ
Tilburg
Groenrijk Tilburg
Stokhasseltlaan 39
5049 TB
Tilburg
Den Rijacker
Huibevendreef 22
5043 EW
Tilburg
Plus 100 B.V.
Veldhovenring 71-75
5015 BB
Tilburg
Set in point hard & software
Zwaanstraat 1 A
5056 EN
Berkel-Enschot
Zena
Bisschop Zwijssenstraat 100
Risico-inventarisatie 2007
64/66
5021KC
Tilburg
40
Risico-inventarisatie 2007
41
Bijlage 4: Grote gebouwen Bijzonder hoge gebouwen (>30 meter=>10 verdiepingen) Naam
Status
Etages
Hoogte
Westpoint
gereed
47
141
Televisietoren
gereed
0
140
De Stadsheer
Gereed
31
101
Interpolis
Gereed
22
92
Heuvelse kerk
Gereed
0
79
Leyendael
Gereed
17
63
Diamantkruising
Gereed
15
60
Cenakel
Gereed
18
59
Cenakel
Gereed
18
59
Uvt gebouw B
Gereed
13
59
VGZ toren
Gereed
12
53
Bachflat
Gereed
16
52
Hoffmanflat
Gereed
16
52
Mozartflat
Gereed
16
52
Watertoren
Gereed
0
50
Laarveld 4
Gereed
12
50
Pieter Vreedeplein 1
in aanbouw
13
48
De grote eik
Gereed
14
Laarveld 3
Gereed
Holland terrein
Gereed
Moskee
Gereed
Parkzichtflat
Gereed
46 45
15
45
13
43
45
Moleneindflat
Gereed
13
43
Landse ackersflat
Gereed
13
43
Taxandriaflat
Gereed
13
43
Meulmansflat
gereed
13
43
Palletflat
gereed
13
43
Dennenrode
gereed
13
43
University residence
gereed
9
40
Pieter Vreedeplein 2
in aanbouw
Westpointwing
gereed
10
36
Schouwburgring
gereed
16
Seniorenflat 't laar
gereed
14
Duynstaete
gereed
12
Willem II state
gereed
11
Kattenrug
gereed
11
Koningsplein
gereed
11
Toren heuvel
gereed
10
Hollandterrein 2
gereed
10
Postelsehoeflaan
gereed
10
Belvedere 1
gereed
10
Belle vue
gereed
10
Belvedere 2
gereed
10
Spoorlaan
gereed
10
38
35
Kempenbaan 1
90/100
Kempenbaan 2
90/100
Spoorzone toren
90
Pvp tweede fase, 1
80
Risico-inventarisatie 2007
42
Pvp tweede fase, 2
80
Cobbenhagenlaan 1
70
Cobbenhagenlaan 2
70
Cobbenhagenlaan 3
70
Verzorgingstehuis
13
Spoorzone toren
12
Piushaven
60/120
Grote gebouwen met een grote publieksfunctie Categorie
Naam
Theaters
Theater Zaal 16 De Nieuwe Vorst Schouwburg en Concertzaal
Congreszalen/Hotels Ibis Tilburg De Postelse Hoeve Auberge du Bonheur Willem II stadion De Rooi Pannen Hotel Mercure Bastion Hotel Discotheken
013 popcentrum Blitz Fiësta Fun Factory Gaudi Lounge Zino
Musea
Textiel museum De Pont museum Natuurmuseum/Scryption
Winkelcentra
V&D Heuvelstraat Wagnerplein Westermarkt Heuvelpoort Emmapassage Heyhoef
Diverse
Stadssporthal IJssportcentrum Stappegoor Zwembad Stappegoor Pelikaan sportcentrum (Ruckertbaan)
Bioscopen
Mide theater Cinecitta Heuvelpoort
Risico-inventarisatie 2007
43
Parkeergarages
Tivoli Emmapassage Heuvelpoort Koningsplein Louis Bouwmeesterplein
Grote gebouwen met niet- of verminderde zelfredzaam (zorginstellingen, ziekenhuizen) Naam
Adres
Zorgcentrum Den Herdgang
Berlagehof 60
Dochters van onze Lieve Vrouw vh Heilig Hart
Bredaseweg 291
Sparrenhof Praathuis
Bredaseweg 530
Zusters Franciscanessen
Bredaseweg 566
Woonzorgcentrum Joannes Zwijsen
Bredaseweg 568a
Zorgcentrum Reyshoeve
Genderingenlaan 15
Woonzorgcentrum Koningsvoorde
Gen Smutslaan 208
Zorgcentrum de Bijsterstede
Herbothstraat 2
Huize Mater Misericordia
Kloosterstraat 10
Minderbroeders Kapucijnen
Korvelseweg 165
Twee Stedenziekenhuis
Dr. Deelenlaan 5
Penitentiaire Inrichting Tilburg
Ringbaan Zuid 500
Stichting Woon-en Leefcentra lichamelijkgehandicapten
Mahlerstraat 391
Zorgcentrum Torentjeshoef
Oranjesingel 33
Zorgcentrum Padua
Paus Adriaastraat 60
Woonvorm Koordeleij
Prof. Stoltehof 9
Verpleeghuis St. Jozefzorg
Wethouderslaan 9
Amarant
Bredaseweg 570
Verpleeghuis De Hazelaar
Dr. Eijgenraamstraat 3
Stichting 't Hoge Veer
Bredaseweg
Trappistenklooster
Eindhovenseweg 3
Stichting 'De Duynsberg'
Indigolaan 100
Vincensius
Schoorstraat 4
Zorgcentrum Zonnehof
Professor Gimbrerelaan 30
Eikelaar verzorgingstehuis
Slimstraat 40
Risico-inventarisatie 2007
44