Risico-inventarisatie externe veiligheid GZG-terrein te ‘s-Hertogenbosch
Opdrachtgever
: Breijn B.V., Stedelijke Infra Postbus 2070 5260 CB VUGHT
Projectnummer
: 20100009
Status rapport / versie nr.
: Definitief 04
Datum
: 13 augustus 2010
Opgesteld door
: C.J.M. Machielsen
Gecontroleerd door
: A.G. Visser
Voor akkoord
: drs. ing. M.G.A. van den Brink
Paraaf :
Versie nr.
Datum
Omschrijving
Opgesteld door
Gecontroleerd door
D01
15/03/2010
Risico-inventarisatie externe veiligheid GZG-terrein te ‟sHertogenbosch
CM
JW
D02
19/04/2010
Tekstuele aanpassing n.a.v. beoordeling rapportage
CM
JW
D03
07/07/2010
Aanvulling op verzoek gemeente ‟s-Hertogenbosch
MB
GV
CM
GV
D04
13/08/2010
e
2 Aanvulling op verzoek gemeente ‟s-Hertogenbosch
Postbus 4156 4900 CD Oosterhout Hoevestein 20b 4903 SC Oosterhout
t.(0162) 456481 f.(0162) 435588
[email protected] www.ageladviseurs.nl
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
INHOUD
20100009 augustus 2010 pagina 1
pagina
1
INLEIDING
2
1.1
Inleiding
2
1.2
Leeswijzer
2
2
OMSCHRIJVING ONTWIKKELINGSLOCATIE
3
2.1
Ligging ontwikkelingslocatie
3
2.2
Nieuwe ruimtelijke ontwikkeling
3
3
VEILIGHEIDSBELEID
4
3.1
Algemeen
4
3.2
Plaatsgebonden risico
4
3.3
Groepsrisico
4
3.3.1
De verantwoordingsplicht groepsrisico
5
3.3.2
Verantwoordingsplicht plasbrandaandachtsgebied (PAG)
6
3.3.3
Verantwoordingsplicht zelfredzaamheid
6
3.3.4
Verantwoordingsplicht hulpdiensten
6
3.4
Kwetsbare objecten
6
3.5
Beperkt kwetsbare objecten
6
3.6
Regelgeving
7
4
INVENTARISATIE AANWEZIGE RISICOBRONNEN
8
4.1
Algemeen
8
4.2
Inventarisatie BEVI inrichtingen
9
4.3
Inventarisatie transportroutes
4.4
Inventarisatie buisleiding
11
4.5
Overige risicobronnen
12
5
TOETS VEILIGHEIDSBELEID
14
5.1
Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer
14
5.2
Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG)
14
5.3
Huidig beleid buisleidingen
14
5.4
Overige risicobronnen
15
6
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
16
9
© AGEL adviseurs bv 2010 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
1 1.1
20100009 augustus 2010 pagina 2
INLEIDING Inleiding
In opdracht van Breijn B.V., Stedelijke Infra, is door AGEL adviseurs een onderzoek uitgevoerd naar de veiligheidsaspecten van aanwezige risicobronnen in de omgeving van het GZG-terrein, gelegen aan de Tolbrugstraat in het centrum van de gemeente ‟s-Hertogenbosch. Het Groot Ziekengasthuisterrein (GZG-terrein) maakt deel uit van één van de locaties van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. In verband met de bouw van een nieuw ziekenhuis aan de westzijde van de gemeente ‟s-Hertogenbosch komt de locatie beschikbaar voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het terrein heeft een oppervlak van circa 5 hectare. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen te voldoen aan de grens- en richtwaarde voor externe veiligheid. Het doel van het onderzoek is om op basis van een inventarisatie van de aanwezige risicobronnen te toetsen of de beoogde nieuwe ontwikkelingen kunnen voldoen aan deze grensen richtwaarde voor externe veiligheid. 1.2
Leeswijzer
Hoofdstuk 1 van deze rapportage betreft de inleiding en de leeswijzer. In hoofdstuk 2 zal ingegaan worden op de ligging van de onderzoekslocatie en de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Hoofdstuk 3 geeft een omschrijving van het huidige veiligheidsbeleid en in hoofdstuk 4 worden de resultaten gegeven van de inventarisatie van de aanwezige risicobronnen. De beoordeling van de risicobronnen vindt plaats in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 sluit de rapportage af met een samenvatting en conclusie.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
2 2.1
20100009 augustus 2010 pagina 3
OMSCHRIJVING ONTWIKKELINGSLOCATIE Ligging ontwikkelingslocatie
De ontwikkelingslocatie is gelegen in het centrum van de gemeente ‟s-Hertogenbosch en heeft een oppervlakte van circa 5 ha. Op de ontwikkelingslocatie is thans gevestigd het Groot Ziekengasthuis. Deze maakt onderdeel uit van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De ontwikkelingslocatie is nagenoeg volledig bebouwd. Aan de noordzijde grenst de locatie aan de Zuid Willemsvaart en aan de west- en zuidzijde aan de Tolburgstraat en aan de oostzijde aan de Nieuwstraat. Op basis van de huidige gebruiksbestemming is nu sprake van een personendichtheid van circa 2.500 personen in de dagperiode en 1.500 personen in de nachtperiode. In figuur 2.1 is de ligging van de ontwikkelingslocatie weergegeven.
Figuur 2.1 Ligging ontwikkelingslocatie in haar omgeving
2.2
Nieuwe ruimtelijke ontwikkeling
De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling voorziet in de realisatie van circa 500 woningen, een stadsbibliotheek, circa 28.000 m² winkelbestemming en circa 2.200 m² horecadoeleinden. Op basis van de kengetallen voor personendichtheid uit de Handreiking groepsrisico wordt de personendichtheid in de nieuwe situatie geraamd op circa 1.600 personen in de dagperiode en 1.400 personen in de nachtperiode.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
3 3.1
20100009 augustus 2010 pagina 4
VEILIGHEIDSBELEID Algemeen
Het veiligheidsbeleid in Nederland is gebaseerd op een tweetal begrippen, het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Daarnaast is voor de beoordeling van belang of er sprake is van een kwetsbaar object dan wel van een beperkt kwetsbaar object. 3.2
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat, één persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats langs een transportroute of nabij een inrichting verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident met het vervoer, de opslag en/of de handeling van gevaarlijke stoffen. Daarbij is de omvang van het risico een functie van de afstand waarbij geldt: hoe groter de afstand, des te kleiner het risico. De risico‟s worden weergegeven in PRrisicocontouren. De PR contour geldt voor kwetsbare objecten als een grenswaarde en mag niet worden overschreden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de PR contour van 10 -6 als richtwaarde. Van een richtwaarde kan op basis van gewichtige redenen worden afgeweken. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan zwaarwegende maatschappelijke, economische en/of planologische redenen.
Figuur 3.1 Gevaarbron met PR contouren 10-5 en 10-6
3.3
Groepsrisico
Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportroute of een inrichting voor handelingen met gevaarlijke stoffen in één keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval. Het groepsrisico geeft de aandachtspunten aan waar zich mogelijk een ramp met veel slachtoffers kan voordoen en houdt daarmee rekening met de aard en dichtheid van de bebouwing in de nabijheid van de transportroute. Het groepsrisico kan niet in contouren worden vertaald zoals het plaatsgebonden risico, maar wordt weergegeven in een grafiek.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
20100009 augustus 2010 pagina 5
In de grafiek word de groepsgrootte van aantallen slachtoffers (x-as) uitgezet tegen de cumulatieve kans dat een dergelijke groep slachtoffer wordt van een ongeval (y-as). In figuur 3.2 is een voorbeeld van een dergelijke grafiek weergegeven.
Figuur 3.2 Voorbeeld groepsrisicocurve
De kans dat (een groep) slachtoffers vallen, wordt weergegeven met een curve; de fN-curve. Het verloop van deze curve geeft een beeld van het groepsrisico. In tegenstelling tot het plaatsgebonden risico geldt voor het groepsrisico geen grenswaarde maar een oriëntatiewaarde. Deze oriëntatiewaarde kan gezien worden als een streefwaarde en heeft geen juridische status. Het overschrijden van de oriëntatiewaarde is mogelijk mits dit in de besluitvorming door het bevoegd gezag gemotiveerd wordt middels een verantwoordingsverplichting. Bij deze verantwoordingsplicht moet o.a. aandacht besteed worden aan bronmaatregelen, plasbrandaandachtsgebied, zelfredzaamheid, inzetbaarheid hulpdiensten en dergelijke.
3.3.1
De verantwoordingsplicht groepsrisico
De verantwoordingsplicht van het groepsrisico houdt o.a. in dat naast een rekenkundige beoordeling van de hoogte van het groepsrisico ook een beoordeling moet plaatsvinden naar de aspecten „plasbrandaandachtsgebied‟, „zelfredzaamheid‟ en „bestrijdbaarheid‟ van het ongeval. Deze beoordeling is noodzakelijk indien sprake is van de ligging van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een plasbrandaandachtsgebied, een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico en bij een toename van het groepsrisico indien het totale groepsrisico beneden de oriënterende waarde blijft.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
20100009 augustus 2010 pagina 6
De verantwoording van het groepsrisico dient plaats te vinden over het gebied dat aangemerkt wordt als het invloedsgebied dan wel veiligheidsgebied van de gevaarbron. In veel gevallen is voor de omvang van het invloedsgebied de 1% letaliteit van het maatgevend ongevalscenario bepalend. Dit is de afstand waarbij 1% van de slachtoffers van het ongeval komt te overlijden. Vaak wordt uit pragmatische overwegingen een invloedsgebied van 200 meter aangehouden omdat de personendichtheid op een afstand groter dan 200 meter van de risicobron weinig effect geeft op de berekening van het groepsrisico daar deze berekening gebaseerd is op de omvang van het aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van het ongeval. Voor de inzetbaarheid van hulpdiensten en de mogelijkheid tot zelfredzaamheid is deze beperking niet gewenst. De capaciteitsbepaling van de hulpdiensten wordt ook mede bepaald door het aantal niet dodelijk gewonden. Voor o.a. LPG tankstations is door het ministerie een invloedsgebied vastgesteld van 150 meter.
3.3.2
Verantwoordingsplicht plasbrandaandachtsgebied (PAG)
Het plasbrandaandachtsgebied is het gebied van 30 meter uit de rechter rand van een rijstrook van een weg dan wel 30 meter uit het midden van de buitenste spoorlijn. Indien kwetsbare objecten zijn gelegen binnen dit gebied dient rekening gehouden te worden met de effecten van een plasbrand. In de verantwoording moet de gemeente bij bouwplannen in deze gebieden motiveren waarom op deze locatie wordt gebouwd.
3.3.3
Verantwoordingsplicht zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is het vermogen van de burger om zichzelf of andere burgers in veiligheid te brengen zonder tussenkomst van professionele hulpverleners bij de dreiging van, of het optreden van, een gevaarlijke situatie. Hierbij spelen o.a. een belangrijke rol de fysieke gesteldheid van de aanwezige personen, de beschikbare vluchtmogelijkheden en de mogelijkheden tot tijdig waarschuwen.
3.3.4
Verantwoordingsplicht hulpdiensten
In de verantwoordingsplicht moet met name aandacht worden besteed aan de benodigde en aanwezige hulpverleningscapaciteit, de inzet van blusmiddelen, bereikbaarheid en dergelijke. Het brandweeradvies is hierbij een belangrijke informatiebron. 3.4
Kwetsbare objecten
Onder kwetsbare objecten worden o.a. verstaan: Woningen, woonschepen, woonwagens, woongebouwen e.d., tenzij verspreid gelegen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare. Verblijfsgebouwen zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen e.d.. Overige gebouwen waar grote aantallen personen gedurende een groot deel van de dag aanwezig zijn zoals kantoorgebouwen met een bvo van meer dan 1500 m² of winkelcomplexen met meer dan 5 winkels. 3.5
Beperkt kwetsbare objecten
Als beperkt kwetsbare objecten worden o.a. aangemerkt: verspreid gelegen woningen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare; dienst- en bedrijfswoningen;
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
3.6
20100009 augustus 2010 pagina 7
kantoorgebouwen tot 1500 m²; horeca-inrichtingen; bedrijfsgebouwen; recreatie-inrichtingen tot een verblijf van niet meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen; winkels welke niet aangemerkt worden als kwetsbaar object. Regelgeving
Het overheidsbeleid betreffende externe veiligheid is nog in ontwikkeling en inmiddels voor bepaalde onderdelen in wettelijke besluiten en circulairs vastgelegd. Het onderzoek is gebaseerd op de navolgende besluiten/circulaires: Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) Vuurwerkbesluit Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG) Concept Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev) RIVM memo d.d. 30 maart 2009 „Veiligheidsafstanden voor hogedruk aardgasleidingen‟ Brief Ministerie van VROM d.d. 5 augustus 2008 „Externe veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1K2K3 in de interim-periode‟. Naast bovenstaande besluiten en circulaires, welke met name gericht zijn op grotere risicobronnen, zijn in het Besluit algemene regels voor inrichtingen ook veiligheidsvoorschriften opgenomen voor o.a. de opslag van vuurwerk tot een maximale hoeveelheid van 1.000 kg, de opslag van propaan in tanks tot een maximale hoeveelheid van 13.000 kg en de opstelling van een aardgasmeet- of regelstation.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
4
20100009 augustus 2010 pagina 8
INVENTARISATIE AANWEZIGE RISICOBRONNEN
4.1
Algemeen
Voor de risico-inventarisatie is uitgegaan van de navolgende informatiebronnen: Risicokaart Noord-Brabant; Rapportage Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen gemeente ‟s-Hertogenbosch, april 2008; Informatie afdeling milieu gemeente ‟s-Hertogenbosch. Bij
de inventarisatie is uitgegaan van de navolgende verdeling in risicobronnen: Bevi-inrichtingen Transportroutes vervoer gevaarlijke stoffen Buisleidingen Overige risicobronnen
In figuur 4.1 is een deel van de risicokaart weergegeven voor de woonplaats „s-Hertogenbosch. De ligging van het GZG-terrein is rood omkadert aangegeven.
1
4
2
5
6
3
Figuur 4.1 Risicokaart „s-Hertogenbosch
Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Adres Aartshertogenlaan 1 Citadellaan 26 Prins Bernhardstraat 12 Paardskerkhofweg 12 Orthenstraat 302 Torenstraat 6
Omschrijving Tankstation zonder LPG Tankstation zonder LPG Opslag K3 brandstoffen PGS-15 opslag gevaarlijke stoffen Detailhandel munitie Detailhandel munitie
Afstand 800 meter 450 meter 500 meter 900 meter 300 meter 150 meter
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
4.2
20100009 augustus 2010 pagina 9
Inventarisatie BEVI inrichtingen
Uit de beoordeling van de risicokaart blijkt dat er in de bestaande situatie binnen de begrenzing van de ontwikkelingslocatie twee risicobronnen aanwezig zijn. Het betreft een ondergrondse tankinstallatie met een inhoud van 65 m³ voor de opslag van huisbrandolie en een bovengrondse tank met een inhoud van 5 m³ voor de opslag van zuurstof. Beide installaties vallen niet onder de werkingssfeer van het BEVI. Bij de herinrichting van de ontwikkelingslocatie komen deze te vervallen. Binnen de directe omgeving van het plangebied komen geen BEVI inrichtingen voor. De meest nabij gelegen inrichting die valt onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen is ten westen de ontwikkelingslocatie gelegen op een afstand van 900 meter. Dit betreft de locatie Paardskerkhofweg 12 en de risicobron bestaat uit de opslag van gevaarlijke stoffen. De PR contour en het invloedsgebied van de risicobron is gelegen binnen de begrenzing van de inrichting. Alle overige risicobronnen gelegen binnen een straal van 1000 meter van de ontwikkelingslocatie zijn geen BEVI inrichtingen. Het betreft een tweetal tankstations zonder de verkoop van LPG, een detailhandel in munitie en een opslag van K3-brandstoffen. De op de risicokaart aangegeven risicobron (6) aan de Torenstraat 3, opslag munitie, is volgens informatie van de afdeling milieu van de gemeente ‟s-Hertogenbosch niet meer aanwezig. De aanwezige risicobronnen zijn in figuur 4.1 weergegeven. 4.3
Inventarisatie transportroutes
Op basis van het toekomstige Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) wordt thans gewerkt aan het opstellen van een Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor en water. In het Basisnet wordt voor alle rijkswegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen een risicoplafond, dus hoeveel risico er maximaal mag zijn, vastgesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast wordt beschreven welke ruimtelijke ontwikkelingen wel en niet zijn toegestaan in het gebied tot 200 meter vanaf de infrastructuur. Transportbedrijven weten hierdoor hoeveel gevaarlijke stoffen ze maximaal kunnen vervoeren over welke route. Gemeenten weten zo of gebouwen wel of niet in een gebied mogen worden gebouwd en aan welke eisen die gebouwen moeten voldoen. Zo zijn er meerdere partijen die hier baat bij hebben. De definitieve ontwerpen voor Basisnet Water en Weg en een stand van zaken Basisnet Spoor zijn inmiddels aan de Tweede Kamer aangeboden. Naar verwachting zal het definitieve ontwerp voor Basisnet spoor medio 2010 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Op basis van het ontwerp basisnet zijn in de omgeving van ‟s-Hertogenbosch de navolgende transportroutes aangewezen: Voor het wegverkeer de rondweg rond ‟s-Hertogenbosch bestaande uit de A2 en de A59; Voor het railverkeer de spoorlijn Eindhoven – ‟s-Hertogenbosch – Utrecht en de spoorlijn ‟s-Hertogenbosch – Nijmegen; Voor de vaarwegen de Maas en de Zuid Willemsvaart. In figuur 4.2 is de ligging van de transportroutes aangegeven.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
20100009 augustus 2010 pagina 10
4
3 2
5 GZG-terrein
1
Figuur 4.2 Ligging transportroutes
1. 2. 3. 4. 5.
Rondeweg ‟s-Hertogenbosch Spoorlijn Eindhoven – ‟s-Hertogenbosch – Utrecht Spoorlijn ‟s-Hertogenbosch – Nijmegen Vaarweg Maas Vaarweg Zuid Willemsvaart
Uit de beoordeling van de ligging van de ontwikkelingslocatie tot deze transportroutes blijkt dat de afstand tot de A2 ten minste 2200 meter bedraagt. De afstand van de ontwikkelingslocatie tot de spoorlijn bedraagt in westelijke richting ten minste 700 meter en in noordelijke richting circa 1.000 meter. Op basis van deze afstanden kan gesteld worden dat de ontwikkelingslocatie gelegen is buiten de PR 10-6 contour voor deze transportroutes. Daarnaast is de ontwikkelingslocatie eveneens gelegen buiten het invloedsgebied voor de ongevalscenario‟s brand en explosie van brandbare vloeistoffen en/of brandbare gassen over de weg en spoor. Deze ongevalscenario‟s worden in het toekomstige basisnet als maatgevend aangemerkt. Het maximale invloedsgebied van een explosie (warme BLEVE) bedraagt circa 300 meter.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
20100009 augustus 2010 pagina 11
Ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het water kan gesteld worden dat met een afstand van circa 5.000 meter tot de Maas deze transportroute als niet relevant aangemerkt kan worden. Voor de Zuid Willemsvaart is in het ontwerp Basisnet Water aangegeven dat er uitsluitend sprake is van het vervoer van brandbare vloeistoffen en dus geen sprake is van vervoer van toxische vloeistoffen, brandbare gassen of toxische gassen. Het invloedsgebied blijft beperkt tot 25 meter. Gelet op de beperkte transportintensiteiten kent de Zuid Willemsvaart nergens een PR contour van 10-6 en blijft het groepsrisico beperkt tot ver onder de oriëntatiewaarde. Daarnaast zal de Zuid Willemsvaart ter hoogte van ‟s-Hertogenbosch aangemerkt worden als een zogenaamde groene vaarweg, wat - zoals uit het voorgaande mag blijken - betekend dat hierover weinig tot geen vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Voor groene vaarwegen gelden geen beperkingen vanuit het plaatsgebonden risico en is ook geen sprake van de aanwezigheid van een plasbrandaandachtsgebied. Ten aanzien van het groepsrisico is geen verantwoording noodzakelijk vanwege de nauwelijks merkbare effecten op het groepsrisico. Daarnaast kan nog opgemerkt worden dat er door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een samenwerkingsovereenkomst is vastgesteld voor de omlegging van de Zuid Willemsvaart. Na realisatie hiervan zal het groepsrisico nog verder afnemen. Provinciale wegen en gemeentelijke wegen maken geen onderdeel uit van het Basisnet. In specifieke situaties zoals de aanwezigheid van LPG tankstations of risicovolle inrichtingen kan sprake zijn van een verhoogd vervoer van gevaarlijke stoffen. Uit de rapportage „Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen Gemeente ‟s-Hertogenbosch‟ blijkt dat er in de directe omgeving van het GZG-terrein plangebied geen wegen voorkomen waarover met regelmaat vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. De meest nabij gelegen wegen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt zijn de Orthenseweg en de Van Grobbendoncklaan. Het vervoer bestaat uit de bevoorrading van de aan deze wegen gelegen tankstations. De afstand van deze wegen tot het GZG terrein bedraagt 450 meter en meer. In de rapportage wordt aangegeven dat op basis van de geïnventariseerde transportstromen en transportfrequenties nergens sprake is van een overschrijding of benadering van de grenswaarde van het plaatsgebonden risico. Ten aanzien van het groepsrisico wordt aangegeven dat er binnen de gemeente geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. 4.4
Inventarisatie buisleiding
Uit de beoordeling van de risicokaart blijkt dat er in de directe omgeving van het plangebied geen ondergrondse buisleidingen aanwezig zijn die relevant zijn voor de beoordeling van het aspect externe veiligheid. Het gaat hierbij om buisleidingtransport van gevaarlijke stoffen onder hoge druk voor aardgas, olieproducten, chemicaliën en CO 2. Het betreft hier buisleidingen die onderdeel uitmaken van hoofdtransportnet binnen Nederland. Het distributienetwerk van de energiebedrijven maakt hier geen onderdeel van uit. De meest nabij gelegen buisleiding betreft een hogedrukgasleiding. Deze is gelegen ten noordwesten van het GZG-terrein op een afstand van circa 1.150 meter. Op basis van deze afstand kan het veiligheidsaspect als niet relevant aangemerkt worden.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
4.5
20100009 augustus 2010 pagina 12
Overige risicobronnen
Door de afdeling milieu van de gemeente ‟s-Hertogenbosch is aangegeven dat er in de directe omgeving van het GZG terrein 2 locaties aanwezig zijn voor de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk. Beide inrichtingen zijn niet weergegeven op de risicokaart. Het betreft de navolgende locaties: Van Tuldenstraat 25, vergunde opslag max. 3.972 kg; Tolbrugstraat 10, vergunde opslag max. 10.000 kg. Voor beide inrichtingen geldt dat zij vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer en de voorschriften van het Vuurwerkbesluit van toepassing zijn. Op basis van het Vuurwerkbesluit geldt voor inrichtingen waarin niet meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig mag zijn een veiligheidsafstand van ten minste 8 meter gemeten vanaf een bewaarplaats tot de gevel van een kwetsbaar object. De locatie Tuldenstraat 25 is gelegen op een afstand van circa 300 meter van het GZG-terrein en voldoet hiermee ruimschoots aan de vereiste veiligheidsafstand. De locatie Tolbrugstraat 10 is gelegen nabij de begrenzing van het GZG-terrein. De openbare weg vormt de scheiding tussen beide locaties. De afstand tussen de huidige bebouwing bedraagt circa 18 meter. Gesteld kan worden dat op basis van de ligging van de huidige bebouwing en de wegbreedte zeker voldaan kan worden aan de vereiste veiligheidsafstand van 8 meter. Wel wordt geadviseerd om bij de ruimtelijke invulling van het plangebied rekening te houden met de aanwezigheid van deze locatie. Door opdrachtgever is aangegeven dat er thans binnen de begrenzing van het GZG-terrein een trafostation en een gasverdeelstation aanwezig is. In de nieuwe situatie zijn deze nutsvoorzieningen eveneens noodzakelijk en dienen ingepast te worden in het nieuwe ruimtelijke plan. Dit houdt in een tweetal compactstations (630k VA) en een verdeelstation (10 KV) inclusief middenspaningsinstallatie. Ten aanzien van deze voorzieningen kan gesteld worden dat deze niet vallen onder de regelgeving voor externe veiligheid. Wel zijn in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (BARIM) voor met name gasverdeel- en regelstation veiligheidsafstanden opgenomen. De veiligheidsafstanden variëren van 4 tot 25 meter e.a. afhankelijk van het type gasstation. De afstanden gelden zowel voor kwetsbare als beperkt kwetsbare objecten. Bij de uitwerking van het plangebied dient hier rekening mee gehouden te worden. Voor een trafostation zijn geen veiligheidsafstanden opgenomen in het BARIM. In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt de veiligheid gewaarborgd door een afstand aan te houden van enkele meters tot een milieugevoelig object dan wel aanvullende (bouwkundige) voorzieningen aan te brengen. Voor de aan te houden ruimtelijke zonering voor trafostations en gasverdeelstations dient daarnaast gebruik gemaakt te worden van de systematiek zoals aangegeven in de VNG publicatie „Bedrijven en Milieuzonering, uitgave 2009‟. Deze publicatie geeft naast afstanden voor de milieuthema‟s geur, stof en geluid tevens afstanden voor veiligheid aan gebaseerd op een gewenste omgevingskwaliteit geldend voor een rustige woonwijk of een vergelijkbaar omgevingstype. Aan de hand van een SBI-codering voor trafostations en gasverdeelstations kunnen richtafstanden worden vastgesteld. Deze afstanden gelden als een handreiking voor een goede ruimtelijke ordening. Overeenkomstig deze publicatie is, mede op basis van jurisprudentie, afwijking mogelijk mits dit gemotiveerd en onderbouwd plaatsvindt.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
20100009 augustus 2010 pagina 13
Het plangebied kan omschreven worden als zogenaamd “gemengd gebied”. Dit houdt in dat in het plangebied in ieder geval sprake is van een matige tot sterke functiemenging tussen wonen, winkels, horeca en kleine bedrijven. Hierdoor is als gevolg van een verhoogde milieubelasting vanwege de functiemenging een verkleining van de richtafstanden in de VNG publicatie „Bedrijven en Milieuzonering, uitgave 2009‟ met één afstandsstap aanvaardbaar. Binnen het plangebied zullen zogenaamde compactstations (met een vermogen van maximaal 630k VA) geplaatst dan wel verplaatst worden. Hiervoor geldt op basis van de VNG publicatie „Bedrijven en Milieuzonering, uitgave 2009‟ een maximale richtafstand van 10 meter voor zowel het aspect geluid als het aspect externe veiligheid. Deze afstand kan voor het aspect geluid, gelet op de gebiedstypering, met één afstandstand worden verkleind en is zodoende een verkleining van de afstand tot 0 meter motiveerbaar. Voor het aspect externe veiligheid is bij een optimale uitvoering een kleinere afstand haalbaar. Bij de uitvoering van de trafostations zal voldaan moeten worden aan de adviesgrenswaarde voor elektromagnetisch straling van 0,4 microtesla. Deze adviesnorm wordt door het Rijk geadviseerd om bij de vaststelling van bestemmingsplannen voor woningen en gebouwen waarin langdurig kinderen verblijven. Uit door het RIVM uitgevoerde metingen blijkt dat bij een optimale uitvoering van de trafostations en afhankelijk van de zwaarte van het station volstaan kan worden met een afstand tussen 2,5 en 10 meter. Tevens zullen in het plangebied mogelijk gasregelstations verplaatst dan wel geplaatst worden. Ook hiervoor geldt op basis van de VNG publicatie „Bedrijven en Milieuzonering, uitgave 2009‟ een maximale richtafstand van 10 meter voor zowel het aspect geluid als het aspect externe veiligheid. Deze afstand kan, gelet op de gebiedstypering, ook met één afstandstand worden verkleind en is zodoende een verkleining van de afstand tot 0 meter motiveerbaar. De afweging voor het toestaan van kleinere afstanden kleiner dan 10 meter is een bevoegdheid van gemeente ‟s-Hertogenbosch.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
5 5.1
20100009 augustus 2010 pagina 14
TOETS VEILIGHEIDSBELEID Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer
Uit de inventarisatie blijkt dat er in de directe omgeving van het GZG-terrein geen Beviinrichtingen aanwezig zijn. De meest nabij gelegen inrichting is gelegen op een afstand van circa 900 meter van de grens van het GZG-terrein. De inrichting betreft een opslag van gevaarlijke stoffen waarbij zowel de PR 10-6 contour als het invloedsgebied voor de beoordeling van het groepsrisico gelegen is binnen de begrenzing van de inrichting. Op basis van de inventarisatie kan gesteld worden dat het GZG-terrein niet is gelegen binnen de PR 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico. Ook is de locatie niet gelegen binnen het invloedsgebied van het groepsrisico. Het besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling van het GZG-terrein. 5.2
Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG)
Uit de inventarisatie blijkt dat er binnen een afstand van 1000 meter een tweetal transportroutes aanwezig zijn die voorkomen in het ontwerp basisnet vervoer gevaarlijke stoffen. Het betreft de vaarweg Zuid Willemsvaart en de spoorlijn Eindhoven - ‟s-Hertogenbosch - Utrecht. De vaarweg is gelegen op een afstand van circa 20 meter en de spoorlijn op een afstand van circa 700 meter van de perceelgrens van het GZG-terrein. Op basis van de informatie uit de ontwerpteksten voor het basisnet weg en water kan gesteld worden dat het GZG-terrein niet gelegen is binnen een PR contour, invloedsgebied groepsrisico alsmede een plasbrandaandachtsgebied van een transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen over gemeentelijke wegen blijkt uit de gemeentelijke inventarisatie dat nergens sprake is van een overschrijding of benadering van de grenswaarde van het plaatsgebonden risico en er binnen de gemeente ‟s-Hertogenbosch geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. De Ciculaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling van het GZG-terrein. 5.3
Huidig beleid buisleidingen
Uit de inventarisatie blijkt dat de meest nabij gelegen buisleiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen die deel uitmaakt van het hoofdtransportnet gelegen is op een afstand van circa 1.150 meter van het GZG-terrein. Op basis van deze afstand kan met zekerheid gesteld worden dat het GZG-terrein niet gelegen is binnen de veiligheidscontouren van buisleidingen. Door de Nederlandse Gasunie wordt voor hogedrukgasleidingen een maximale inventarisatieafstand aangehouden van 580 meter. Het huidige veiligheidsbeleid ten aanzien van buisleidingen geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling van het GZG-terrein.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
5.4
20100009 augustus 2010 pagina 15
Overige risicobronnen
In de omgeving van het GZG-terrein zijn een tweetal opslagplaatsen voor consumentenvuurwerk aanwezig. Op basis van het Vuurwerkbesluit is sprake van een veiligheidsafstand van tenminste 8 meter. Voor beide locaties wordt aan deze afstandseis voldaan. Wel is de locatie Tolbrugstraat 10 gelegen op een korte afstand van het GZG-terrein. Geadviseerd wordt om bij de uitwerking van de ruimtelijke ontwikkeling hiermee rekening te houden. Binnen de begrenzing van het GZG-terrein zijn thans aanwezig een trafostation en een gasregelstation. In de nieuwe situatie zijn deze nutsvoorzieningen eveneens noodzakelijk en dienen ingepast te worden in het nieuwe ruimtelijke plan. Deze voorzieningen vallen niet onder de regelgeving voor externe veiligheid. Wel is o.a. op het gasregelstation het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer van toepassing. Op basis hiervan dient een veiligheidsafstand aangehouden te worden van 4 tot 25 meter, e.a. afhankelijk van de categorie-indeling van het beoogde gasregelstation. Ten aanzien van het trafostation gelden geen wettelijke veiligheidsafstanden. Op basis van de VNG publicatie „Bedrijven en Milieuzonering, uitgave 2009‟ geldt een richtafstand van 10 meter voor gasregelstations en trafostations. Op basis van de gebiedstypering van het plangebied is verkleining van de afstand tot 0 meter motiveerbaar. De afweging voor het toestaan van kleinere afstanden kleiner dan 10 meter is een bevoegdheid van gemeente ‟s-Hertogenbosch.
AGEL adviseurs D04 Risico-inventarisatie externe ceiligheid GZG-terrein te „s Hertogenbosch
6
20100009 augustus 2010 pagina 16
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
In opdracht van Breijn B.V., Stedelijke Infra, is door AGEL adviseurs een onderzoek uitgevoerd naar de veiligheidsaspecten van aanwezige risicobronnen in de omgeving van het GZG-terrein, gelegen aan de Tolbrugstraat in het centrum van de gemeente ‟s-Hertogenbosch. Het GZG-terrein is gelegen in het centrum van de gemeente ‟s-Hertogenbosch en heeft een oppervlakte van circa 5 ha. Op de ontwikkelingslocatie is thans gevestigd het Groot Ziekengasthuis. Het doel van het onderzoek is om op basis van een inventarisatie van de aanwezige risicobronnen te toetsen of de beoogde nieuwe ontwikkelingen kunnen voldoen aan deze grensen richtwaarde voor externe veiligheid. Voor de risico-inventarisatie is uitgegaan van de navolgende informatiebronnen: Risicokaart Noord-Brabant; Rapportage Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen gemeente ‟s-Hertogenbosch, april 2008; Informatie afdeling milieu gemeente ‟s-Hertogenbosch. Uit de risico-inventarisatie blijkt dat er binnen de directe omgeving van het GZG-terrein geen relevante risicobronnen aanwezig zijn. Het huidig veiligheidsbeleid geeft dan ook geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Wel wordt geadviseerd om bij de uitwerking van de ruimtelijke ontwikkeling rekening te houden met de aanwezigheid van een opslagplaats voor vuurwerk op het adres Tolbrugstraat 10. Aan de wettelijke veiligheidsafstand van ten minste 8 meter tot (beperkt) kwetsbare objecten kan mede in verband met de aanwezigheid van een openbare weg voldaan worden. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het wenselijk om indien mogelijke een grotere veiligheidsafstand aan te houden. Binnen de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling zijn een nutsvoorzieningen noodzakelijk zoals een trafostation en een gasregelstation. Voor gasregelstations gelden minimale wettelijke veiligheidsafstand e.a. afhankelijk van de categorie-indeling van het gasregelstation. Bij de uitwerking van de ruimtelijke plannen zal hier rekening mee gehouden moeten worden. Ten aanzien van het trafostation gelden geen wettelijke veiligheidsafstanden. Door het aanhouden van een afstand van enkele meters tot een milieugevoelig object dan wel aanvullende (bouwkundige) voorzieningen aan te brengen is sprake van een aanvaardbaar veiligheidsniveau.