RioP >>
Een totaaloplossing voor gemeentelijk afvalwaterbeheer
>>
1 Inleiding
Waarom kiezen voor RioP?
5 6 6 7
>>
2 Bestuurlijke en operationele organisatie 2.1 Uitgangsdoelstellingen 2.2 Bestuurlijke organisatie
>>
3 Financieel beheer 3.1 Bepaling van de economische waarde 3.2 Overdracht / vergoeding 3.3 Financiele bedrijfsvoering
11 11 12 13
>>
4 Operationele bedrijfsvoering 4.1 Algemeen 4.2 Takenlijst /opbouw modules 4.3 Plan van aanpak
16 16 16 18
>>
5 Conclusie
26
Bijlage: RioAct-model
2
3
27
>>
1 Inleiding
De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) is al ruim 25 jaar een betrouwbare partner op het vlak van waterbeheer in de ruimste zin van het woord. Diverse vennoten hebben op basis van die positieve ervaring gevraagd naar meer ondersteuning op het gebied van rioleringsbeheer. Om op deze behoefte te kunnen inspelen, heeft de VMW een nieuwe formule uitgewerkt: RioP. Met RioP biedt de VMW haar gemeenten-vennoten een totaaloplossing voor de sanering van hun afvalwater. Door het bestaande gemeentelijke rioleringsstelsel in te brengen in deze nieuwe servicestructuur RioP, wordt uw gemeente naast drinkwater- ook afvalwatervennoot van de VMW. RioP neemt alle taken over op het gebied van gemeentelijke sanering en vult die toekomstgericht in. RioP is opgericht om gemeenten in staat te stellen tijdig de Vlaamse afvalwaterdoelstellingen te halen die voortvloeien uit de Europese Kaderrichtlijn Water. De uitvoering van de daarbij horende taken vindt plaats via RioAct1. Dit RioAct-takenpakket maakt kosteloos deel uit van het RioP-dienstenaanbod. Bij toetreding tot RioP ontvangt de vennoot tot 25% van de waarde van het rioleringsstelsel in cash en wordt de rest van de waarde omgezet in aandelen. De RioP-structuur is niet solidair: elke gemeente wordt binnen de RioP-boekhouding individueel beheerd via een aparte rekening. Uiteraard blijft u als gemeentebestuur nauw betrokken bij de uitbouw en het onderhoud van uw rioleringsstelsel. Via uw vertegenwoordigers in het Provinciaal Comité Afvalwater en het nieuwe Technisch Comité Afvalwater blijft u het rioleringsbeleid aansturen. Met RioP kiest u voor een vertrouwde en betrouwbare partner die uw rioleringsstelsel efficiënt beheert.
1 RioAct is de kaderovereenkomst tussen de VMW en Aquafin voor rioleringsbeheer. In de bijlage achteraan het document vindt u een beschrijving van deze kaderovereenkomst.
3
BOT en VEW Financiële uitkering
VMW RioPdienst
Gemeente RioPvennoot
Uitvoering Overdracht rioleringsnet
Gemeentelijk rioleringsnet
RioAct Beheer & realisatie
Figuur 1 >> werking en verbanden tussen gemeente en RioP
4
Aquafin
VMW – Provinciale Directie
>>
Waarom kiezen voor RioP?
RioP is de totaaloplossing voor uw gemeentelijke sanering RioP neemt alle voorziene gemeentelijke rioleringstaken over. RioP staat in voor de financiering van uw investeringsprojecten. RioP vraagt voor u de nodige subsidies aan. Directe financiële vergoeding Bij toetreding tot RioP ontvangt u een vergoeding in cash en in aandelen voor uw ingebracht rioleringsnet. Deze financiële vergoeding geeft u ruimte in uw bestaande leninglast. Individueel financieel beheer RioP werkt met individuele rekeningen per gemeente. Alle middelen die uw gemeente krijgt of ter beschikking stelt voor riolering worden alleen voor u gebruikt. Dezelfde ervaren partner voor uw drinkwater en afvalwater Als drinkwatervennoot heeft u ervaring met de slagkracht van de VMW. Door ook voor uw afvalwater met dezelfde partner te werken, zorgt u voor maximale synergiemogelijkheden. Inspraak bij RioP Als RioP-vennoot heeft u gelijkaardige mogelijkheden en voordelen als diegene die u kent als drinkwatervennoot. Daarenboven maken uw gemeentelijke rioleringsspecialisten op technisch en financieel vlak deel uit van het Technisch Comité. Zo kunnen zij rechtstreeks hun inbreng geven in de plannen en de visie van RioP. De meest voordelige BTW-regeling voor uw gemeente Doordat RioP deel uitmaakt van de VMW, geldt voor haar ook de bijzondere BTW-regeling tegen het laagst mogelijke tarief dat van toepassing is op nutsmaatschappijen.
5
>>
2 Bestuurlijke en operationele organisatie
2.1
Uitgangsdoelstellingen
Bij het uitzetten van de organisatie voor RioP is de VMW uitgegaan van de volgende doelstellingen: > Uw toetreding gebeurt met oog op het behalen van de doelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water, die Vlaanderen heeft omgezet in het Decreet van 24 december 2004. > U blijft betrokken bij alle finale beslissingen over uw rioleringsgebeuren. Via de opgezette overlegorganen kan u op elk ogenblik ingrijpen en bijsturen. > De interne organisatie van RioP is zodanig opgezet dat al uw financiële verrichtingen en ook het financiële beheer gebeuren via een individueel bijgehouden rekening. Alle middelen die uw gemeente inbrengt, komen zo ten goede van de eigen gemeente. > U kan maximaal gebruikmaken van de synergie op het gebied van afvalwatersanering die volgt uit uw toetreding tot RioP. Deze synergie is mogelijk op het gebied van beheer, data, communicatie, juridisch advies en financiële optimalisatie.
6
> Als onderdeel van de VMW is RioP een nutsbedrijf en opereert het dan ook onder de daarvoor vigerende regelgeving. Het juridische kader wordt op dezelfde wijze gestructureerd als dat van de drinkwaterafdeling met dezelfde statuten. > RioP begeleidt de gemeente met alle te nemen stappen voor de toetreding tot RioP. > Het eigendomsrecht van de ingebrachte riolering is juridisch vergelijkbaar met het eigendomsrecht van de drinkwaterleiding. > RioP neemt alle taken en verantwoordelijkheden van u over op het vlak van de sanering van afvalwater. RioP draagt de eindverantwoordelijkheid om aan de vereisten van de Kaderrichtlijn Water te voldoen, mits de vennoten de planningsvoorstellen voldoende mandateren, opvolgen en invullen. > De uitvoering van de operationele activiteiten in het kader van RioP vindt plaats via de bestaande concepten van RioAct. De kennis en ervaring van de samenwerkende partners binnen RioAct, VMW en Aquafin, vormen een garantie voor het optimaal en kostenefficiënt functioneren van RioP.
2.2
Bestuurlijke organisatie
2.2.1 Provinciaal Comité RioP Als drinkwatervennoot kent u de bestuurlijke werking van de VMW via de Provinciale Comités. Parallel hiermee komt er een extra Provinciaal Comité voor de RioPdienst van uw provincie, waarin uitsluitend de rioleringsvennoten zetelen.
Figuur 2 >> bestuurlijke werking VMW drinkwater
VMW
Provinciaal Comité West-Vlaanderen
Sectorcomité 1
Sectorcomité…
Provinciaal Comité Oost-Vlaanderen
Sectorcomité n
Sectorcomité 1
Provinciaal Bureau
RioAct
Sectorcomité…
Provinciaal Comité Vlaams-Brabant
Sectorcomité n
Sectorcomité 1
Provinciaal Bureau
Provinciale Directie
RioAct
Provinciale Directie
Sectorcomité…
Sectorcomité n
Provinciaal Comité Limburg
Sectorcomité 1
Provinciaal Bureau
RioAct
Sectorcomité…
Sectorcomité n
Provinciaal Bureau
Provinciale Directie
RioAct
Provinciale Directie
Het Provinciaal Comité RioP is het beslissingsorgaan dat het beheer van de door de vennoten ingebrachte rioleringsstelsels aanstuurt.
VMW
Provinciaal Comité RioP
Sectorcomité
Technisch Comité
Sectorcomité
Provinciaal Bureau RioP
Provinciaal Comité drinkwateractiviteiten
Sectorcomité
Sectorcomité
Sectorcomité
Provinciaal Bureau
Aquafin
RioAct
Provinciale Directie
VMW – Provinciale Directie
Figuur 3 >> bestuurlijke organisatie RioP
7
2.2.1.1 Doel Het Provinciaal Comité RioP staat in voor de directe realisatie van de gemeentelijke saneringsdoelstellingen. Het stelt hiertoe alle nodige verrichtingen, zowel financieel, operationeel als commercieel, om deze doelstelling te bereiken. De Raad van Bestuur van de VMW machtigt het Provinciaal Comité RioP om in haar plaats de nodige handelingen te stellen. 2.2.1.2 Samenstelling Door toetreding van een gemeente in RioP wordt zij vennoot van de VMW binnen de RioP-dienst. Elke RioPvennoot heeft het recht om één lid van het Provinciaal Comité aan te duiden. De leden van de Raad van Bestuur van de VMW die in de provincie wonen waartoe het Comité behoort, zijn automatisch lid van het overeenkomstige Provinciaal Comité RioP. Door in te tekenen op het kapitaal van RioP kunnen ook derden en belanghebbenden vennoot worden van RioP en deel uitmaken van het Provinciaal Comité. Uit hoofde van hun functie kunnen de directieleden van de VMW en van RioP automatisch als raadgevende leden van het Provinciaal Comité optreden. Het voorzitterschap van de Provinciale Comités RioP is afgestemd op dat van de Provinciale Comités voor drinkwater. De voorzitter leidt het Provinciaal Comité en roept de vergaderingen samen. 2.2.1.3 Bevoegdheden Het Provinciaal Comité RioP oefent binnen de RioP-dienst de bevoegdheden uit conform de statuten en het mandaat dat het van de Raad van Bestuur heeft verkregen. Om de opdracht tot sanering van afvalwater voor de gemeenten te kunnen uitvoeren, heeft het Provinciaal Comité RioP onder meer volgende bevoegdheden: > de investeringsprogramma’s goedkeuren voor elke vennoot in functie van de voorstellen die opgemaakt werden samen met de vennoot, aangevuld en bijgestuurd door het Technisch Comité; > de regels vaststellen en goedkeuren volgens dewelke deze investeringsprogramma’s worden opgemaakt;
8
> de jaarlijkse werkings- en investeringsbudgetten opmaken; > de grootte en de berekeningswijze bepalen van de gemeentelijke saneringsbijdragen (BOT en VEW); > aan RioAct en aan derden opdrachten toewijzen die noodzakelijk zijn voor de werking van RioP; > de economische waarde van de rioleringsstelsels van de toetredende gemeente goedkeuren en het gedeelte bepalen dat op basis van deze economische waarde cash wordt uitgekeerd; > de wijze bepalen waarop de uitkering gebeurt, zowel de termijnen als de bedragen; > aan de algemene vergadering van de VMW de dividenden voorstellen die op de resultaten worden uitgekeerd, alsook de wijze van uitkering; > de personeelsbehoeften voor de RioP-dienst opmaken; > de specifieke reglementen opstellen die nodig zijn voor het functioneren van de RioP-dienst, conform het mandaat dat werd toegekend door de Raad van Bestuur. 2.2.1.4 Duur, duurtijd mandaat en aantal leden De leden worden benoemd voor een termijn van 6 jaar. De vennoten dragen de leden voor. Elk vennoot heeft recht om één lid in het Provinciaal Comité RioP aan te duiden. De duur van de mandaten loopt gelijk met deze van het Provinciaal Comité voor drinkwater. Tijdens de opstartperiode werkt RioP met een ingekorte mandaatperiode. 2.2.1.5 Bijeenroeping Het Provinciaal Comité RioP vergadert minimum tweemaal per jaar. De bijeenroeping gebeurt op uitnodiging door de voorzitter. Telkens als het belang dit vraagt, kan de voorzitter een buitengewone vergadering samenroepen. 2.2.1.6 Stemrecht Het Comité beslist in beleidsaangelegenheden bij voorkeur bij consensus. Indien er wordt gestemd, heeft ieder lid van het Provinciaal Comité één stem. 2.2.1.7 Vergoeding De Raad van Bestuur bepaalt de vergoeding van de leden van de Provinciale Comités.
2.2.2 Sectorcomités In functie van het aantal vennoten dat toetreedt tot RioP kan, om de goede werking te verbeteren, overgegaan worden tot oprichting van Sectorcomités. De werking van de Sectorcomités voor RioP is identiek aan die bij de drinkwateractiviteiten.
2.2.3 Provinciaal Bureau RioP 2.2.3.1 Doel Het Provinciaal Bureau RioP fungeert als uitvoerend orgaan van zijn Provinciaal Comité. Het voert alle taken uit die voor de goede werking van het saneringsbeleid noodzakelijk zijn, inzonderheid de beslissingen van het Provinciaal Comité RioP. 2.2.3.2 Samenstelling Het Provinciaal Bureau RioP bestaat uit maximum 15 leden. De samenstelling is als volgt: > Als voorzitter fungeert de voorzitter van het Provinciaal Comité RioP. > De voorzitters van de Sectorcomités RioP en de leden van de Raad van Bestuur die wonen in de betrokken provincie, zijn automatisch lid van het Provinciaal Bureau RioP. > Het bureau wordt verder aangevuld met minstens twee leden van en door het Provinciaal Comité RioP aangeduid. De directeur van het RioP-management of zijn afgevaardigde zetelen als raadgevende leden. 2.2.3.3 Bevoegdheden Het Provinciaal Bureau is het uitvoerende orgaan van het Provinciaal Comité. Het beraadslaagt en neemt de beslissingen die nodig zijn voor de goede werking van RioP in functie van de delegatie van hun volmachten door de Raad van Bestuur. 2.2.3.4 Werking Het Provinciaal Bureau vergadert telkens wanneer het belang van de dienst dit vereist. De bijeenroeping gebeurt door de voorzitter. De besluitvorming gebeurt zoals in het Bureau voor drinkwateractiviteiten.
2.2.3.5 Vergoedingen De vergoedingen van de leden van het Provinciaal Bureau worden bepaald door de Raad van Bestuur.
2.2.4 Technisch Comité RioP 2.2.4.1 Doel Het Technisch Comité RioP is een overlegplatform waar de diverse aspecten op het gebied van saneringsverplichting en rioolbeheer worden besproken tussen de opdrachthouders van RioP en de gemeentelijke rioleringsspecialisten. Het Technisch Comité heeft als opdracht een eenduidige visie ten aanzien van investeringen en onderhoud op te bouwen met alle partners. In dit comité worden de voorstellen voor onderhoud en investeringen aan het Provinciaal Bureau RioP en aan het Provinciaal Comité RioP voorbereid. Het Comité zorgt ook voor informatieverstrekking en terugkoppeling vanuit de aangesloten vennoot-gemeenten. 2.2.4.2 Samenstelling Het Technisch Comité RioP wordt voorgezeten door de provinciale directeur of zijn afgevaardigde. Elke vennoot duidt twee afgevaardigden aan in het comité. Gestreefd wordt naar een balans tussen technische vertegenwoordigers (bv. hoofd technische dienst) en administratief-financiële specialisten (secretaris, ontvanger,…). Hierdoor zorgt RioP ervoor dat mogelijke problemen direct worden onderkend en dat er ook een rechtstreekse informatie-uitwisseling plaatsvindt met de uitvoerende diensten van de vennoten. 2.2.4.3 Werking Het Technisch Comité RioP vergadert minstens tweemaal per jaar na oproep door de voorzitter. In functie van de noodzaak kan de voorzitter bijkomende vergaderingen samenroepen. De dagelijkse werking van het Technisch Comité RioP wordt vastgelegd in een huishoudelijk reglement. 2.2.4.4 Vergoeding De vergoeding van de leden van het Technisch Comité RioP is dezelfde als die van de Sectorcomités voor drinkwater.
9
2.2.5 Provinciale directie RioP 2.2.5.1 Doel en taak De Provinciale Directie RioP voert de beslissingen uit die het Provinciaal Bureau RioP heeft genomen. Zij heeft de dagelijkse leiding van de RioP-dienst en verzorgt de contacten met de gemeenten, om enerzijds de dienst goed te laten functioneren en anderzijds nieuwe vennoten aan te trekken. Door het nauwe contact met alle diensten van de gemeenten is de Provinciale Directie RioP het best geplaatst om de opportuniteiten voor RioP te onderkennen. Zij geeft leiding aan de uitvoerders van de RioAct-taken en draagt zorg voor de goede werking. 2.2.5.2 Organisatie en taakverdeling Voor gemeenten die instappen in RioP, neemt het RioPmanagement alle taken over. Zij neemt de nodige initiatieven om de noodzakelijke diensten- en uitvoeringsmodules op te starten. Het takenpakket omvat: > het aanspreekpunt zijn voor de gemeenten bij problemen en voor adviesverlening > een wachtdienst verzorgen > rioleringstaken aansturen > de budgetten opmaken > subsidies aanvragen > afkoppelingsadvies geven > premies aanvragen voor rationeel waterverbruik > communiceren met vennoten en rioolgebruikers > klachten verwerken > de boekhoudkundige opvolging waarborgen > instaan voor de commerciële invulling en de klantenverwerving. 2.2.5.3 Accountmanagement RioP zorgt voor één aanspreekpunt voor de gemeente voor alle zaken op het gebied van riolering en sanering. Bij contractafsluiting duidt de VMW een vaste accountmanager aan voor uw gemeente.
10
>>
3 Financieel beheer
3.1
Bepaling van de economische waarde
3.1.1 Economische waarde bij toetreding Als de gemeente toetreedt tot de RioP-dienst wordt een waardebepaling gedaan van het rioleringsstelsel van de gemeente. De waardebepaling is gebaseerd op de saneringsbijdrage (bijdrage voor opvang en transport of BOT en vergoeding eigen waterwinners of VEW, verder samen gemeentelijke bijdrage of GB genoemd) van de inwoners, gecorrigeerd met twee factoren. Deze correctie is opgelegd door de overheid en ingegeven door het correctheidsprincipe dat zegt dat die gemeenten die in het verleden reeds een grote inspanning leverden voor de aanleg van het gemeentelijke rioleringsnet en dit in een goede staat van onderhoud hielden, hiervoor beloond dienen te worden. Uit historische gegevens is berekend dat jaarlijks gemiddeld 20% van de gemeentelijke bijdrage nodig is voor het onderhoud van de aanwezige riolering. Rekening houdend met de resterende 80% en uitgaande van een intrestvoet van 5,5%, wordt een vergoeding van
€ 1.008.612 berekend per schijf van € 100.000 ontvangen saneringsbijdrage.
De economische waarde (EW) wordt berekend volgens volgende formule:
EW = 0,80 x GB / 100.000 x 1.008.612 €
3.1.2 Toestand rioleringsnet Binnen de twee jaar na aansluiting door de gemeente bij RioP wordt een opname van de toestand van het rioleringsstelsel gedaan. Deze opname gebeurt conform de taakomschrijving voor Inventarisatie voorzien in de op heden reeds bestaande RioAct-overeenkomst. Hierbij wordt rekening gehouden met de werkelijke rioleringsgraad en de staat van het rioleringsstelsel.
11
3.2
Overdracht/ vergoeding
Leeftijd/staat van de riolering Verloop parameter b
3.2.1 Wijze van overdracht
Gemiddelde leeftijd Correctiefactor b
De gemeente draagt haar rechten op haar bestaand rioleringsstelsel in eigendom over aan de VMW op basis van de volgens voorgaand punt berekende waarde. De vergoeding voor deze overdracht gebeurt in twee delen: deels in cash, deels in aandelen. Doordat RioP ook instaat voor de financiering van de investeringen, zullen de nieuw aangelegde rioleringen toekomen aan RioP.
De toetreding tot RioP levert voor de gemeente een vergoeding in cash op tot 25% van de economische waarde van haar rioleringsstelsel. Op moment van toetreding heeft de gemeente recht op een voorschot van 15% van de economische waarde, berekend als onder 3.1.1 hierboven beschreven. Hierbovenop kan de gemeente een bonusbedrag bekomen tot 10% van de economische waarde. Dit bonusbedrag is afhankelijk van de toestand van het rioleringsstelsel. Het bedrag van de bonus wordt berekend volgens onderstaande formule Bonus = 10% EW x (1 – C / 16) waarin de parameter C C=a+b
In de twee onderstaande tabellen is de invulling van de parameters a en b opgegeven in functie van rioleringsgraad en gemiddelde leeftijd zoals deze verkregen worden via de bepalingen van Module 1: Inventarisatie. Graad van riolering Verloop parameter a
Correctiefactor a
12
40j
30j
20j
10j
6
5
4
2
0
De gemeente kan een spreiding van de vergoedingsmomenten van de cashvergoeding vragen, een spreiding in de tijd brengt een financieel voordeel voor de gemeente met zich mee. Welke ook de vergoedingstermijn is waarvoor gekozen wordt, de maximaal uitgekeerde som bij toetreding is 15% van de volgens 3.1.1. berekende economische waarde.
3.2.2 Vergoeding in cash
Graad riolering
50j
40%
50%
60%
70%
80%
90%
10
8
6
3
1
0
De bonus wordt principieel uitbetaald twee jaar na officiële toetreding. Deze uitbetaling in twee stappen wordt opgelegd door het Vlaams Gewest, dat pas een volledige uitbetaling toestaat nadat de werkelijke waarde van de riolering bepaald is.
3.2.3 Aandelen 75% van de economische waarde wordt aan de gemeente vergoed in de vorm van aandelen binnen RioP. De aandelen hebben een nominale waarde van € 25. Het aantal aandelen zal dus het resultaat (in gehelen) zijn van de deling van het verschil door € 25. Het aandelenbezit is voor de vennoot de basis voor vertegenwoordiging in de Algemene Vergadering van de VMW. De aard en de omvang van deze vertegenwoordiging is bepaald in de statuten. De hoeveelheid aandelen bepalen het stemrecht en het aandeel in de uitgekeerde dividenden, zoals statutair vastgelegd. Conform artikel 5§3 van de statuten van VMW kunnen voor RioP naast de categorie gewone aandelen ook een categorie preferente aandelen worden gecreëerd. De rechten en plichten verbonden aan deze preferente aandelen zullen worden vastgelegd bij hun uitgifte.
3.2.4 Overschotten De uitbetaling aan een vennoot van eventuele overschotten op zijn individuele rekening (zie deel 3.3 hierna) is gebonden aan de rioleringsgraad van de vennoot: er kan maar sprake zijn van een dergelijke uitbetaling van zodra deze rioleringsgraad voldoet aan de Europese en Vlaamse Richtlijn.
3.3
Financiële bedrijfsvoering
3.3.3 Uitgangspunten financiële bedrijfsvoering De financiële bedrijfsvoering zorgt voor de cijfermatige invulling van de RioP-doelstellingen zoals hierboven uiteengezet. Hiervoor dient opgemaakt: Een meerjarig investerings- en exploitatieplan: > Voor elke vennoot wordt een langetermijninvesteringsplan opgesteld in functie van de doelstellingen 2015/ 2021/2027. Op basis van dit termijnplan worden de jaarbudgetten voorzien op lange termijn.
3.3.1 Werking Bij de toetreding stelt RioP met elk van haar vennoten een gedetailleerd meerjareninvesteringsplan op. Dit plan is erop gericht de Vlaamse en Europese saneringsdoelstellingen te halen en vormt de basis voor alle rioleringsinvesteringen. Het plan wordt jaarlijks geactualiseerd en vertaald naar een jaarbudget.
Een jaarlijks investerings- en exploitatieplan: > Jaarlijks worden de jaardoelstellingen financieel vastgelegd in het jaarplan, op basis van het meerjarige investerings- en exploitatieplan. Dit plan kan in overleg met en volgens de wensen van de vennoot worden bijgesteld.
inkomsten/opbrengsten
3.3.2 Individuele rekening vennoot
BOT & VEW subsidies
Iedere vennoot geniet van een individuele benadering, zijn financiële toestand wordt daarvoor in een individuele rekening bijgehouden. Deze individuele rekening voor de vennoot wordt gegenereerd door: > langs inkomsten/opbrengstenkant: – de directe middelen uit de jaarlijkse saneringsbijdrage (bijdrage voor opvang en transport of BOT en vergoeding eigen waterwinners of VEW ) – de ontvangen subsidies – de eventuele eigen inbreng van de vennoot indien directe middelen en subsidie ontoereikend zijn – leningen – niet uitbetaalde overschotten op de individuele rekening
eigen middelen leningen overschotten op de individuele rekening
uitgaven/kosten
onderhoud en exploitatie investeringen financieringslast beheerskosten
> langs uitgaven/kostenkant: – onderhoud en exploitatie van de riolering – uitbreiding en vervangingsinvesteringen – financieringslast van de investeringen – aandeel in de algemene beheerskosten
13
Financieel plan gemeente x 2009
Timing kwaliteitsopname Europa /Herziening zoneringsplannen 2015 2021
2009
2015
2027
2021
2027
Meerjarig investerings- en exploitatieplan
Investeringen
Subsidies
€
Eigen middelen €
BOT & VEW
Exploitatie 2009
Onderhoud
€
Instandhouding bestaand net
Figuur 4 >> jaarlijks investerings- en exploitatieplan
3.3.4 Documenten financiële bedrijfsvoering Voor elke vennoot worden een aantal documenten gegenereerd die toelaten de beoogde individuele opvolging te realiseren: > een gemeentelijke fiche Deze fiche omvat de belangrijkste directe gegevens van elke vennoot: eigen waterwinners / aantal aandelen / naam lid Provinciaal Comité / inkomsten bijdrage voor opvang en transport (BOT) / bedrag en werkwijze cash uitbetaling / bedrag termijnplan / investeringsbudget lopend jaar
14
> voor de termijngegevens – budget termijnplan – resultatenrekening termijnplan – verkorte balans termijnplan > voor de jaargegevens – jaarbudget – resultatenrekening – verkorte balans.
RioP – Financiële bedrijfsvoering
Individuele rekening gemeente x
Individuele rekening gemeente y
Individuele rekening gemeente z
Budget
Budget
Verkorte Balans
Verkorte Balans
Resultatenrekening
Resultatenrekening
Figuur 5 >> financiële bedrijfsvoering
15
>>
4 Operationele bedrijfsvoering
4.1
Algemeen
RioP coördineert alle taken nodig voor een goed beheer van de riolering in uw gemeente. Zoals onderstaand schema weergeeft, bestaat dit takenpakket uit modules. Voor de uitvoering van deze modules wordt een beroep gedaan op RioAct2, het bestaande samenwerkingsmodel tussen de VMW en Aquafin. Zo deelt u als vennoot in de kennis en knowhow van de twee grootste spelers op de Vlaamse rioleringsmarkt.
> Module 1 Inventarisatie van het bestaande rioleringsstelsel Opbouw van een rioleringsdatabank van het grondgebied in een GIS-omgeving onder RIOREF-standaard, inbegrepen het up-to-date houden van de data en continu ter beschikking stellen aan de gemeente-vennoot. > Module 2 Uitwerken van een gestructureerde visie voor de uitbouw van het rioleringsstelsel Dit omvat:
4.2
Takenlijst /opbouw modules
RioP zal het aanbod van RioAct uitbreiden met nieuwe modules telkens wanneer er noodzaak is door nieuwe opdrachten van de hogere overheid of door vraag van de vennoten. Om problemen op gebied van werkverschaffing met het in dienst zijnde personeel van de gemeentevennoot te vermijden, kunnen bepaalde modules of onderdelen van modules door de gemeente-vennoot in onderaanneming, tegen marktconforme prijzen, worden uitgevoerd (reinigen kolken, maken aansluitingen,…). Momenteel bestaat de dienstverlening, die RioP via RioAct aanbiedt, uit volgende modules:
> het detecteren van hydraulische en ecologische knelpunten in het bestaande rioleringsstelsel en het bepalen van de oplossingen; > het ontwikkelen van een toekomstvisie voor de verdere uitbouw van het rioolstelsel. > advies en controle bij grote verharde oppervlakten, verkavelingen… > Module 3 Uitwerken van een onderbouwde visie voor het onderhoud, het beheer en de renovatie van het bestaande rioleringsstelsel van de afvalwatervennoot.
2 RioAct is de kaderovereenkomst tussen de VMW en Aquafin voor rioleringsbeheer.
16
Module 1 inventaris
databank hydraulische studie
Module 3
Module 2
definitief zoneringsplan
visie onderhoud beheer en renovatie
visie netstructuur
strategische analyse
risicoanalyse
scenarioanalyse
Module 4b
Module 4a opstellen (rollend) investeringsprogramma
exploitatie bestaand net
investeringen: ontbrekende schakels
rioleringsmodel
investeringsplan begroting x+1
Module 5a realiseren (rollend) investeringsprogramma
opstellen (rollend) onderhouds- + renovatieprogramma
Module 5b
realiseren (rollend) onderhouds- + renovatieprogramma
Module 6 operationeel beheer
Module 9 coördinatie en management
Module 7 klantencontactcentrum
Module 8 boekhoudkundige en financiële diensten
Volledige uitgebouwde riolering in uw gemeente
Figuur 6 >> operationele bedrijfsvoering
17
> Module 4a Jaarlijks opmaken van een rollend investeringsprogramma > Module 4b Jaarlijks opmaken van rollend onderhouds- en renovatieprogramma: Hierin is het nodige herstel van wegenis in oorspronkelijke toestand inbegrepen, rekening houdend met beschikbare middelen, ecologische en maatschappelijke prioriteiten en afgestemd op de andere werken binnen de gemeente. > Module 5a Instaan voor de volledige realisatie van het met de afvalwatervennoot opgemaakte jaarlijkse investeringsprogramma > Module 5b Instaan voor de volledige realisatie van het met de afvalwatervennoot opgemaakte jaarlijkse onderhouds- en renovatieprogramma > Module 6 Operationeel beheer van het volledige rioleringsstelsel van de afvalwatervennoot. Dit omvat volgende infrastructuur: > Module 6.1 Gravitaire rioleringen voor de afvoer van afvalwater, mogelijk gemengd met afstromend regenwater. > Module 6.2 Pompstations. > Module 6.3 Kleinschalige waterzuiveringsinstallaties (KWZI’s) en individuele installaties voor behandeling afvalwater (IBA’s). > Module 6.4 Drukrioleringen. > Module 6.5 Speciale rioleringsstructuren. > Module 6.6 Straatkolken. > Module 6.7 Huisaansluitingen. > Module 6.8 Afkoppelingen: bij gescheiden stelsels (een apart stelsel voor de afvoer van regen- en afvalwater), zowel de leidingen voor de afvoer van het afvalwater als de
18
infrastructuur (leidingen, retentie- en infiltratievoorzieningen,…) voor de infiltratie en/of de afvoer van regenwater. > Module 6.9 Beken, grachten en de afvoer van oppervlaktewater. > Module 7 Klantencontactcenter Aanspreekpunt voor de inwoners i.v.m. huisaansluitingen, melding van problemen, advies en controle bij aansluiting van grote verharde oppervlakten, verkavelingen … > Module 8 Boekhoudkundige dienstverlening > Module 9 Coördinatie en management van het volledige takenpakket
4.3
Plan van aanpak
In dit plan van aanpak geven wij een uitgebreidere omschrijving van de inhoud van de modules zoals ze binnen RioP zullen worden uitgevoerd.
4.3.1 Module 1: Inventarisatie van het rioleringsstelsel De voorbije jaren heeft Aquafin op basis van haar hydraulische berekeningen en van de door haar uitgevoerde werken een uitgebreide GIS/Hydronaut-databank van de bovengemeentelijke rioleringen en de aansluitpunten opgemaakt. Om de totale gemeentelijke riolering te kunnen beheren is het noodzakelijk deze databank uit te breiden tot het volledige gemeentelijke rioleringsstelsel. De eerste fase van de hydraulische studie omvat daarom de inventarisatie van het totale bestaande rioleringsstelsel in een digitale databank. Deze riooldatabank vormt het basisinstrument voor een planmatig, coherent en efficiënt rioleringsbeleid, op voorwaarde dat de gegevens up-to-date gehouden worden. Daarom zullen periodiek de uitgevoerde rioleringswerken en andere ingrepen op het rioleringsnet opgenomen worden in de databank, zodat de gemeente steeds kan beschikken over een actuele digitale riooldatabank.
Concreet worden hiervoor de beschikbare as-built-dossiers van de projecten (voor wat de riooltechnische gegevens betreft) aan een kwaliteitscontrole onderworpen. Hiervoor wordt 10% van de knopen (met een minimum van twee per project) ter plaatse opgemeten. Op deze manier wordt gecontroleerd of de as-built gegevens op de plannen met de realiteit op het terrein overeenstemmen. Indien dit niet het geval is, wordt nagezien of het nodig is dat men alle rioleringsgegevens van het project op het terrein heropmeet of de uitvoerder van de werken het as-built-plan opnieuw opmaakt. Nadien wordt op basis van de resultaten de bestaande digitale riooldatabank aangevuld met de goedgekeurde rioleringsgegevens. Indien wenselijk kan de riooldatabank ook uitgebreid worden met bijkomende gegevens m.b.t. huisaansluitingen, rioolkolken, integraal waterbeheer (vb. meetgegevens van pluviometers, grondwaterpeilmetingen, e.d.).
4.3.2 Module 2: Visie voor de uitbouw van het rioleringsstelsel/netstructuur 4.3.2.1 Adviesverlening bij de opgemaakte zoneringsplannen De basis voor een visie over de verdere uitbouw van het rioleringsstelsel in het buitengebied is het definitieve zoneringsplan. Dit zoneringsplan bepaalt per bebouwbaar perceel of het afvalwater van de woning individueel dan wel collectief dient gezuiverd te worden. De gemeente heeft reeds uitgebreid haar visie over de keuzes omtrent het al dan niet collectief zuiveren uitgezet. Het zoneringsplan spreekt zich echter niet uit over het feit of de collectieve zuivering dient gerealiseerd te worden door een lokale kleinschalige waterzuiveringsinstallatie of door aansluiting op de afwaartse zuiveringsinfrastructuur. Daartoe kan RioP samen met de gemeente op basis van de beschikbare plannen, de terreinkennis van de gemeentediensten en een summier terreinonderzoek de beleidsvisie inzake waterhuishouding in het buitengebied verder afbakenen. Voor de diverse clusters wordt via een scenarioanalyse de optie ‘aansluiting via riolering op de afwaartse zuiveringsinfrastructuur’ vergeleken met de optie ‘aansluiting op kleinschalige waterzui-
veringsinstallatie’. Deze analyse weegt de ecologische, maatschappelijke en vooral financiële impact van de verschillende opties af. Hierbij wordt gekozen voor de economisch meest voordelige aansluitingsoplossing. Het financiële luik van de analyse houdt zowel een raming van de investeringskosten in als een raming van de werkingskosten. Beide cijfers worden gecombineerd tot een ‘jaarlijks equivalente kost’, wat leidt tot een realistische vergelijking van de kosten. Het resultaat van deze analyses is een schematische visie voor de verdere uitbouw van het rioleringsstelsel in het buitengebied van de gemeente. 4.3.2.2 Hydraulische en technische adviezen RioP kiest voor een gericht beleid inzake rioleringsuitbouw en -beheer. Om dat beleid te handhaven, is het opportuun dat alle projecten en realisaties die een impact hebben op de waterhuishouding en het rioleringsstelsel kaderen binnen haar rioleringsvisie. De algemene principes inzake buffering, infiltratie, afkoppeling en afvoer van regenwater kunnen van bij de aanvang van de verschillende projecten aan de initiatiefnemers worden opgelegd. Daarnaast dient voor verkavelingen, KMO-zones, grote bouwprojecten enz. die aansluiten op het rioleringsnet worden nagegaan of de aansluiting hydraulisch aanvaardbaar is en voldoet aan de ontwerprichtlijnen en de Code van Goede Praktijk voor de aanleg van openbare riolen en de bouw van kleinschalige waterzuiveringsinstallaties. Belangrijk aspect hierbij is uiteraard de buffering en afvoer van regenwater. Per afzonderlijk project of realisatie wordt naast een toetsing aan de algemene principes ook de lokale toestand bekeken. In functie daarvan worden meer specifieke richtlijnen of voorwaarden geadviseerd. 4.3.2.3 Haalbaarheidsstudies en voorbereidende studies Op vraag van de gemeente-vennoot zal RioP de nodige adviezen verlenen en haalbaarheidsstudies uitvoeren voor toekomstige wegenis- en rioleringsprojecten, saneringsprojecten en/of afkoppelingsprojecten. 4.3.2.4 Up-to-date houden van het model bestaande en geplande toestand De uitgevoerde hydraulische studie omvat naast de riooldatabank (fase 1) ook de hydrodynamische model-
19
lering van het rioolstelsel in de bestaande toestand, alsook in de geplande toestand. De tweede fase – het model bestaande toestand – analyseert het gedrag van het bestaande stelsel met bijzondere aandacht voor bestaande knelpunten en kritische plaatsen in de riolering. De derde fase – het model geplande toestand – levert voor achtereenvolgende tijdstippen in de toekomst een visie voor de uitbouw van het rioolstelsel. Hierbij wordt gezocht naar oplossingen voor de wateroverlast, de dimensionering van nieuwe rioleringen, afkoppelen van grachten en verharde oppervlakken … Deze hydraulische studie en het definitieve zoneringsplan vormen samen dé basis voor de uitvoeringsplannen: de visie over de verdere uitbouw van het rioleringsstelsel. Daarom zullen periodiek de uitgevoerde rioleringsprojecten en andere ingrepen op het rioleringsnet opgenomen worden in het model bestaande toestand, zodat de gemeente steeds kan beschikken over een actueel, operationeel model. Na goedkeuring van het definitieve zoneringsplan door de Vlaamse Overheid wordt nagegaan of het model geplande toestand hieraan dient te worden aangepast.
4.3.3 Module 3: Visie voor het onderhoud, beheer en renovatie van het rioleringsstelsel Wanneer in de gemeente de rioleringsinfrastructuur al voor een groot deel is uitgebouwd, dan is een efficiënt beheer van de aanwezige infrastructuur via onderbouwde onderhoudsprogramma’s voor de toekomst van groot belang, met het oog op het maximaliseren/optimaliseren van de levensduur van het bestaande rioolstelsel. 4.3.3.1 Strategische analyse Uit het model van de bestaande toestand (cfr. Module 1) volgt een onderhoudsprogramma. Hierdoor zullen de risico’s verbonden aan de hydraulisch kritische punten worden geminimaliseerd. Ook om structurele (toestand van de riolering) en ecologische (invloed naar het leefmilieu) redenen kunnen onderhoudswerken aan het rioleringsstelsel nodig zijn. Vandaar dat ook structurele en ecologi-
20
sche risicoanalyses uitgevoerd worden. De structurele analyses zullen bovendien toelaten de nodige renovatieof vervangingsinvesteringen te programmeren. Vanuit een kostenefficiënte benadering is het aangewezen deze risicoanalyses in eerste instantie toe te spitsen op de meest strategische rioleringen. De infrastructuur zal als strategisch beschouwd worden indien ze bij faling een grote gevolgschade zal hebben op financieel (kostprijs), maatschappelijk (vb. toegankelijkheid industrieterrein of commercieel centrum) en/of ecologisch (vb. kwetsbare waterlopen) vlak. De parameters en het referentiekader die een afweging naar het strategische karakter van de infrastructuur mogelijk maken, zullen worden vastgelegd. De hier uitgevoerde analyses zullen weergegeven worden op kaartmateriaal zodat het voor alle partijen onmiddellijk duidelijk wordt waar zich de meest strategische riolen bevinden. 4.3.3.2 Risicoanalyse De tweede fase is de uitvoering van de risicoanalyses. Voor de structurele analyses zal gebruik gemaakt worden van de meest kostenefficiënte inspectietechnieken zoals putcamera-inspecties. De structurele toestand van alle strategische riolen zal op die wijze geïnventariseerd worden. Deze resultaten zullen enerzijds gebruikt worden om dringende renovaties te programmeren, anderzijds kunnen ze statistisch verwerkt worden in een verouderingsanalyse. Hierbij wordt in functie van omgevingsfactoren (materiaal, ondergrond, bovenliggende wegbelasting,…) de verwachte restlevensduur van iedere rioolstreng bepaald. Dit laat toe gerichte inspecties op strategische riolen uit te voeren om de veroudering op te volgen en tijdig in te grijpen. De statistische analyses uit de strategische zones worden dan geëxtrapoleerd naar de rest van het rioleringsstelsel van de gemeente. Hierdoor kan een globaal beeld verkregen worden over de structurele toestand van het rioleringsstelsel van de gemeente. Op basis van dit globaal beeld kunnen de inspanningen op het vlak van onderhoud gestuurd worden. Tot slot dient eveneens vermeld dat ook de ecologische risicoanalyse zal bijdragen tot de opmaak van een onderhoudsprogramma. Het is duidelijk dat bv. de gebrekkige werking of het ontbreken van terugslagkleppen – waarbij proper beekwater binnenstroomt in het
rioleringsstelsel – ecologisch nadelige effecten kan veroorzaken in het afwaartse rioleringsstelsel. Hierdoor wordt de doorvoercapaciteit ter hoogte van overstorten verminderd, waardoor deze frequenter gaan werken. De verdunning heeft natuurlijk ook een nadelig effect op het zuiveringsrendement van de rioolwaterzuiveringsinstallatie en op de draaiuren en bijhorende elektriciteitsfactuur van de pompstations. De meest kritische riolen op basis van de uitgevoerde risicoanalyses zullen eveneens op kaart weergegeven worden om de resultaten te visualiseren. Ook zullen de resultaten van de verouderingsanalyse visueel worden weergegeven. Dit alles moet ons toelaten een duidelijk beeld te krijgen over de huidige toestand van het volledige rioleringsstelsel.
4.3.4 Module 4: Rollend onderhoudsen investeringsprogramma 4.3.4.1 Module 4a: Opmaak (rollend) investeringsprogramma Uit de modellen van de geplande toestand en het zoneringsplan volgen voorstellen van investeringsprojecten. Jaarlijks zullen deze projecten worden opgelijst, samen met de raming. Dit zal toelaten, binnen de vooropgestelde budgetten, een voorlopige prioritering van deze projecten door te voeren. De criteria die aan de basis liggen voor deze voorlopige prioritering zullen worden vastgelegd in overleg met de gemeente-vennoot . Bij de ramingen van de rioleringsprojecten wordt voor de herstelling van de bestaande toestand van de wegenis, uitgegaan van onderstaand principe:
Wegen waar bv. een KWS-verharding aanwezig is, zullen dus bij rioleringswerken waarbij de sleufbreedte > ½ weg is, voorzien worden van een volledige nieuwe toplaag in KWS. De budgettaire randvoorwaarde heeft als gevolg dat het aantal projecten dat een bepaalde prioriteit en dus een bepaald optimaal uitvoeringsjaar meekrijgt, beperkt wordt. Hierbij worden de mogelijkheden tot het bekomen van subsidies in het kader van het subsidiebesluit van het Vlaamse Gewest maximaal benut. Dit voorstel van prioritering zal dan besproken worden met de gemeente-vennoot. Bedoeling is een maximale afstemming tussen deze prioritering en eventueel andere infrastructuurwerken in de gemeente te bekomen om in die zin de respectieve begrotingen op te maken. Het resultaat zal een meerjareninvesteringsplan zijn, waarbij het eerstvolgende programmajaar gerealiseerd wordt en waarbij de volgende jaren als richtinggevend beschouwd worden. Zo is het met het oog op het bekomen van rioleringssubsidies noodzakelijk om projecten reeds langer op voorhand te plannen. Het zal noodzakelijk zijn het ontwerp van het project vroeger te starten dan in het jaar voorafgaand aan dat waarin het project wordt opgenomen in de begroting. RioP zorgt hier voor de meest optimale planning van het project. Onderstaand schema geeft de aangewezen timing weer.
Investeringsplan (lP) begroting jaar x+1 01/03/x
Voorstel prioritering voor IPx+1 tot x+5
KWS
30/04/x
Voorstel andere infrastructuurwerken vanuit de gemeente
BETON
juni-sept/x Afstemming prioritering op infrastructuurplannen in overleg tussen de gemeente en VMW/Aquafin
KLINKERS
30/09/x
Finaal voorstel IP voor goedkeuring naar de gemeenteraad IPx+1 = vast / volgende = rollend
31/12/x+1
Uiterste datum aanbesteding projecten IPx+1
Geen huisaansluitingen Incl. huisaansluitingen Sleufbreedte < 1/2 weg Sleufbreedte < 1/2 weg Sleufbreedte > 1/2 weg
Opbraak en heraanleg fundering + toplaag Affrezen toplaag + heraanleg
21
Uiteraard vormt de bestaande meerjarenplanning van de rioleringswerken van de gemeente de basis van het investeringsprogramma. Lopende projecten worden uitgevoerd zoals voorzien in deze meerjarenplanning. Het initieel opgebouwde investeringsplan op basis van de huidige meerjarenplanning van de gemeente zal dan jaar na jaar verder aangevuld worden met projecten uit de verschillende studies in de mate waarin deze afgerond of indien nodig geactualiseerd worden. Nieuwe projecten kunnen ook gedefinieerd worden op basis van eigen studies van de gemeente (bv. mobiliteitsstudie, ontwikkelingsprojecten,…), of andere informatie (bv. renovatie na melding van frequente wegverzakkingen t.g.v. lekkende rioolstrengen), en uit de exploitatie van het rioleringsstelsel (bv. afkoppeling na melding extreem energieverbruik van pompstation t.g.v. inlaten zuiver water in opwaarts stelsel). Belangrijk is dus dat steeds het programma van de rioleringsprojecten finaal zal vastgesteld worden in overleg met de gemeente. Dit vormt de garantie voor een maximale afstemming tussen de verschillende investeringsprogramma’s (riolen, wegenis,…). 4.3.4.2 Module 4b: Opmaak (rollend) onderhouds- en renovatieprogramma Na het uitwerken van een visie voor onderhoud, beheer en renovatie zal een oplijsting gebeuren van de benodigde renovaties en van de uit te voeren reinigingen en inspecties. Deze oplijsting omvat ook de frequentie waarmee ze uitgevoerd dienen te worden en de raming van de kostprijs. Op basis van deze gegevens wordt in de toekomst in onderling overleg met de gemeente een onderhoudsprogramma opgesteld dat de basis vormt voor het reguliere onderhoud van het rioleringsstelsel. In de overgangsfase waarin de nodige analyses nog niet zijn uitgevoerd, zal het onderhoud van de rioolstrengen zelf nog eerder curatief dan preventief gedreven zijn. Inspecties van riolen zullen dan voornamelijk gebaseerd zijn op meldingen van problemen. Ook de vaststellingen tijdens de ondergrondse opmetingen of putcamerainspecties worden verwerkt. Iedere input m.b.t. problematische strengen wordt mee in rekening gebracht.
22
De opmaak van het onderhoudsprogramma zal bij aanvang gebaseerd zijn op de huidige beschikbare gegevens.
4.3.5 Module 5: Realisatie van het investerings- en onderhoudsprogramma Jaarlijks wordt een investerings- en onderhoudsprogramma opgemaakt dat rekening houdt met de beschikbare middelen en met de ecologische en maatschappelijke prioriteiten. Het wordt eveneens afgestemd op de andere werken van de gemeente. Dit investerings- en onderhoudsprogramma wordt door het Provinciaal Comité Riolering goedgekeurd. RioP staat in voor het voorbereidende werk, de coördinatie, het projectmanagement en de realisatie van de rioleringsprojecten uit dit investerings- en onderhoudsprogramma. 4.3.5.1 Module 5a: Realiseren (rollend) investeringsprogramma 4.3.5.1.1. Projectverloop De verschillende deelfasen van een rioleringsproject verlopen volgens het algemene schema dat door VMM voor de subsidiëring wordt gehanteerd. Desgevallend kan op bepaalde punten van geval tot geval een andere afspraak gemaakt worden bij opstart van het project. Onder de coördinatie en supervisie van RioP doorloopt een project volgende fasen: de opstartfase (aanstelling van ontwerper), de fase voorontwerp (opmaak voorontwerp, grondonderzoek, de coördinatie, communicatie en de subsidieaanvraag), de fase ontwerp (opmaak ontwerp, coördinatie, grondverwerving en subsidieaanvraag), de fase aanbesteding (aanbesteding, gunning, subsidie opvolging), de fase uitvoering (aanvang der werken, coördinatie, Minder Hinder, opvolging, oplevering en afsluiting subsidiedossier). 4.3.5.1.2 Huisaansluitingen in de nieuwe projecten Belangrijk is te vermelden dat het vernieuwen van bestaande huisaansluitingen tot aan de rooilijn, bij de heraanleg van een riolering inbegrepen zit in de kost van het rioleringsproject. Wordt een riolering aangelegd in een straat waar er voorheen geen riolering was, dan worden ter hoogte van de bebouwde percelen binnen het project aansluitingen voorzien tot aan de rooilijn. Voor
geplande woningen wordt project per project bekeken of wachtaansluitingen al dan niet voorzien worden. 4.3.5.1.3 Subsidies van het Vlaamse Gewest Geplande rioleringsprojecten komen eventueel in aanmerking voor subsidies vanwege het Vlaamse Gewest. Gezien de stringente timing en de beperkte budgettaire middelen voor subsidies, is het te verwachten dat niet alle projecten voorgesteld zullen worden voor opname op het gemeentelijk subsidieprogramma bij de VMM. De keuze wordt bepaald door RioP in samenspraak met de gemeente. Zoals reeds toegelicht, zal RioAct instaan voor de administratieve voorbereiding van de nodige documenten voor RioP om te kunnen voldoen aan de subsidieprocedure. 4.3.5.2 Module 5b: Realiseren (rollend) onderhoudsen renovatieprogramma Uit het jaarlijks (rollend) onderhoudsprogramma (Module 4b) volgen alle modaliteiten voor de realisatie van het renovatieprogramma.
4.3.6 Module 6: Operationeel beheer 4.3.6.1 Module 6.1: Beheer gravitaire riolering Op basis van de onderhoudsprogramma’s zullen hydraulisch kritische strengen met een bepaalde frequentie gereinigd worden om problemen te vermijden. Op basis van de structurele analyses zal ook een programma van inspecties opgesteld worden om instortingen van riolen of wegverzakkingen te voorkomen. Vooraleer tot inspectie over te gaan, zullen deze strengen mogelijks gereinigd dienen te worden. 4.3.6.2 Module 6.2: Beheer van pompstations Jaarlijks wordt elk pompstation aan een grondige inspectie onderworpen. Bepaalde kleine herstellingen en/of vervangingen kunnen, indien noodzakelijk, uitgevoerd worden tijdens deze inspectie. Van deze grondige inspectie wordt door RioP een rapport opgemaakt waarin de uitgevoerde herstellingen en/of vervangingen beschreven worden en waarin de openstaande niet acute gebreken of defecten aan de installatie vermeld worden.
> preventief onderhoud van de pompinstallatie Dit maandelijks preventief onderhoud van het pompstation houdt een visuele inspectie van de pompput in en de controle van de goede werking/toestand van de volledige pompinstallatie. Bepaalde kleine herstellingen en/of vervangingen kunnen, indien noodzakelijk, uitgevoerd worden tijdens deze inspectie. Van elke preventieve inspectie wordt een logboek bijgehouden, waarin de toestand van de installatie beschreven wordt met vermelding van defecten, beschadigingen, slechte werking en waarin de eventueel uitgevoerde herstellingen en/of vervangingen opgesomd worden. > interventies bij alarmmelding Bij (doorgegeven) alarmmelding zal een interventie ter plaatse gebeuren om de installatie op te starten, zonder dat hiervoor de pompen bovengehaald worden en/of onderdelen vervangen worden. Indien de installatie op die manier niet onmiddellijk kan opgestart worden, zullen zo snel mogelijk de noodzakelijke herstellingen en/of vervangingen worden uitgevoerd. Van elke interventie wordt een beknopt interventieverslag opgemaakt, dat een toestandsbeschrijving bevat met vermelding van defecten, beschadigingen, slechte werking, inclusief uitgevoerde vervangingen. > herstellingen, vervangingen Aanvullend op het rapport van de jaarlijkse grondige inspectie en eventueel na een preventief onderhoud of een alarminterventie worden mogelijke grote herstellingen (naar aanleiding van defecten, machinebreuken, beschadigingen, slechte werking, e.d.) en vervanging van onderdelen, noodzakelijk om de goede werking van het pompstation te garanderen, opgelijst. Deze werken worden uitgevoerd binnen het jaarlijks rollend onderhoudsprogramma. > ruimingswerken Mogelijk dient de pompput voor het groot onderhoud geruimd te worden. Het ruimen, afvoeren, verwerken en afzetten van zand, slib, drijfvuil e.a. samen met de daarmee gepaard gaande heffing worden afzonderlijk vermeld en in de post onderhoud opgenomen.
23
Voor het beheer van de pompstations maakt RioP gebruik van het door de VMW ontwikkelde systeem iView. Op termijn worden alle pompstations op dit systeem aangekoppeld. Indien de pompstations nog niet voorzien zijn van alarmbewaking zal in overleg tussen RioP en RioAct een termijn besproken worden waarbinnen deze alarmsignalisaties zullen geïnstalleerd worden. RioAct zal hiertoe een kostenraming opmaken, waarna RioP opdracht kan geven de alarmbewaking te installeren. Deze eenheid wordt zo goed mogelijk geïntegreerd in de bestaande stuurkast indien hiertoe de nodige ruimte beschikbaar is. 4.3.6.3 Beheer KWZI’s en IBA’s RioP heeft een eigen beleid voor de aankoop, plaatsing, financiering en het onderhoud van IBA’s. De burger zorgt, met assistentie van RioP, voor de afkoppeling van het hemelwater, het ter beschikking stellen van het terrein en de energiekosten. Op deze wijze wordt perfect ingespeeld op het gelijkheidsprincipe tussen de burgers. Hierdoor worden ook foute keuzes door gebrek aan knowhow vermeden en bekomt men de beste garantie op het gebied van kwaliteit en werking. Door voor de aanvang een gemeenschappelijke informatieavond te organiseren, worden de burgers perfect ingelicht over de te verwachten acties (plaatsing, afkoppeling) en worden het grootste deel van de opduikende problemen vermeden. Via een plaatsbezoek worden de inventaris van de plaatselijke toestand, de inplanting, en de scheiding van hemelwater en afvalwater geregeld. Door voorafgaand bilateraal overleg tussen de gemeente en RioP zijn eigen accenten steeds mogelijk. 4.3.6.4 Module 6.4: Beheer van drukriolering Bij het opstellen van het rioleringsmodel maakt RioP de meest economisch keuze voor de uitvoering van het stelsel. In functie van de toestand van de wegen, de afstand tussen de woningen en de beschikbare ruimte worden de uitvoering van de riolering via een gravitair systeem, in cascade of als drukriolering tegen mekaar afgewogen. Drukriolering is in bepaalde gevallen een zeer economische oplossing. Drukriolering vergt echter een onderhoudsopvolging. RioP heeft zowel naar dit onderhoud
24
als naar de monitoring en telemetrie de nodige oplossingen in huis. Als drinkwaterbedrijf heeft de VMW jarenlange ervaring in de aanleg van drukleidingen, de installatie, de monitoring, de aansturing en het beheer van pompinstallaties. 4.3.6.5 Module 6.5: Beheer van andere rioleringsstructuren De andere hydraulische structuren, kleppen, overstorten, wervelventielen, afsluiters, schuiven, rioolinlaten, bergingsbekkens … zullen volgens een planmatige frequentie worden bezocht. Deze frequentie is afhankelijk van de kriticiteit en de toestand van de structuur, omgevingsfactoren … Tijdens deze bezoeken wordt een aantal standaardhandelingen uitgevoerd om de normale werking van de structuur te bewerkstelligen. Indien bepaalde gebreken worden vastgesteld, zullen eveneens de nodige acties genomen worden om deze te verhelpen. 4.3.6.6 Module 6.6: Straatkolken De reiniging van de straatkolken wordt via aanbesteding toegewezen aan een aannemer. De aannemers dienen over voldoende ervaring (referenties) en materieel te beschikken. Daarnaast zullen zij naar uitvoering en milieu-eisen via de nodige ISO-certificering geselecteerd worden. Alle kolken van de gemeente krijgen jaarlijks twee reinigingsbeurten. 4.3.6.7 Module 6.7: Nieuwe huisaansluitingen op bestaande rioleringen RioP staat in voor de coördinatie van de realisatie van nieuwe huisaansluitingen op bestaande rioleringen. De aansluitingen worden uitgevoerd volgens referentieplan nr. RIOL/00/1, voor wat betreft het gedeelte rioolleiding en toebehoren, en volgens het typebestek 250, voor wat betreft de opbraak en het herstel van de wegenis op openbaar domein. De aansluiting gebeurt met inbegrip van de levering en plaatsing van inspectie- of sifonputten. De gemeente verbindt er zich toe alle beschikbare informatie over de ligging van rioleringen (plannen, uitvoeringsschetsen) te bezorgen aan RioP op eenvoudig verzoek.
4.3.6.8 Module 6.8: Afkoppelingen Om aan de voorwaarden voor subsidiëring van het Vlaamse Gewest te voldoen, dienen alle woningen langs de nieuw aan te leggen riolering afgekoppeld te zijn. Dit betekent dat het regenwater en het afvalwater apart aan de rooilijn moeten toekomen. Het opzet van RioP is deze afkoppeling ook voor de bestaande rioleringen door te voeren. Het afkoppelingsproces kan in twee belangrijke fases ingedeeld worden: > het opmaken van het afkoppelingsadvies Hierbij wordt eerst een draagvlak gecreëerd bij de burger door het houden van informatievergaderingen. De afkoppelingsdeskundige zal dan via het opmaken van een inventaris van het bestaande rioleringsstelsel een plan bestaande toestand opmaken. Van daaruit wordt een afkoppelingsvoorstel gemaakt, dat gevisualiseerd wordt in een afkoppelingsplan. Bij de opmaak van dit afkoppelingsplan wordt maximaal rekening gehouden met de wensen van de burger en de mogelijkheden van buffering en infiltratie. > het uitvoeren van de afkoppelingswerken De afkoppelingswerken omvatten: de grondwerken, de levering van de materialen, de aanleg van alle leidingen, de afkoppelingen van de bestaande leidingen, het uitbreken en herstellen van alle verhardingen en afsluitingen. 4.3.6.9 Module 6.9: Grachten en beken Het onderhoud van grachten en beken zal worden opgenomen in een aparte overeenkomst met de gemeentevennoot. Grachten en beken, voor zover ze eigendom zijn van de gemeente en/of onder de bevoegdheid van de gemeente vallen, kunnen in functie van de noodwendigheid op regelmatige tijdstippen onderhouden en geruimd worden. De noodwendigheid kan door meerdere factoren ingegeven worden: afwateringsproblemen (waardoor mogelijks ook de afwateringscapaciteit van de riolering beperkt wordt – cfr. hydraulische modellering), slecht werkende hydraulische structuren zoals terugslagkleppen (cfr. rioolbeheerprogramma),… Indien beschikbaar zal ook het gemeentelijke slibbeheersplan mede de leidraad vormen voor een planmatige aanpak voor het ruimen van grachten.
4.3.7 Module 7: Klantencontactcentrum Via het klantencontactcentrum heeft zowel de gemeente als de burger toegang tot alle informatie over het gemeentelijk rioleringssysteem. Via de website van RioP kan de bewoner algemene informatie vragen over afwatering. De gemeente kan online alle benodigde gegevens uit de databank of het GIS-systeem opvragen. Het klantencontactcentrum staat ter beschikking voor het behandelen van de storingen, de aansluitingen, de premieaanvragen en alle algemene informatie. Het klantencontactcentrum kan uiteraard te allen tijde een beroep doen op de specialisten binnen de VMW om een oplossing voor de gestelde problemen te zoeken.
4.3.8 Module 8: Dienstverlening voor boekhoudkundige en financiële optimalisaties RioP houdt voor elke toegetreden gemeente een individuele boekhouding bij voor de rioleringsactiviteiten. Jaarlijks ontvangt u ook alle noodzakelijke documenten voor de opmaak van de gemeentelijke begroting. Door de bestaande BTW-ruling kan RioP – in tegenstelling tot intercommunales die niet als drinkwaterproducent opereren – de meest gunstige BTW-regeling aanbieden. Dit levert een besparing van 15% op voor de eindklant. RioP beschikt over de nodige financiële technologie om bijkomende studies voor uw gemeente uit te voeren voor financiële en boekhoudkundige optimalisaties.
4.3.9 Module 9: Coördinatie en management RioAct-takenpakket RioP biedt de module ‘Coördinatie en management’ kosteloos aan binnen de basisdienstverlening. RioP verzorgt de aansturing, de coördinatie, organisatie, het management en de afstemming van de verschillende taken binnen het RioAct-takenpakket. Zij doet dit in nauw overleg en communicatie met de gemeente.
25
>>
5 Conclusie
Met RioP biedt de VMW haar vennoten de mogelijkheid om de hele rioleringsproblematiek die het Decreet van 24 december 2004 hen oplegt uit te besteden. Door toe te treden tot RioP moet u als gemeente niet langer investeren in mensen en middelen voor het beheer van de rioleringen. Doordat u de opdracht uitbesteedt aan een partner die zich met de beste knowhow heeft omringd en uitgerust, heeft u de garantie dat altijd de meest optimale werkwijze wordt gekozen. De financiële slagkracht en stabiliteit van de VMW garandeert dat u, indien de middelen van de gemeente niet toereikend zouden zijn om de rioleringsopdracht in te vullen, u ook hier de bijstand en het advies van de VMW kan inroepen. Belangrijk is dat u zo snel mogelijk start. Zo vermijdt u door uitstel dat de boetes, die Europa al aankondigde, ook daadwerkelijk worden toegepast.
26
Bijlage: RioAct-model
> RioAct is een kaderovereenkomst tussen de VMW en Aquafin voor rioleringsbeheer en afvalwaterbehandeling. > Binnen de kaderovereenkomst stellen deze twee partners hun competenties op dat gebied ter beschikking van de gemeenten-vennoten: – voor de VMW haar kennis op technisch, financieel, juridisch en administratief vlak in de watervoorziening, de ervaring met het uitvoeren van huisaansluitingen, individuele en algemene facturatie en dienstverlening. – voor Aquafin haar ruime kennis en ervaring op het gebied van beheer, advies, projectmanagement, financiering en subsidiëring van rioleringsinfrastructuur. > Binnen RioAct werd een takenpakket opgesteld dat alle elementen omvat om het beheer van de riolering van een gemeente te sturen en uit te voeren. In een uitgebreid gamma van modules voor de exploitatie van rioleringen worden elk van die taken omschreven en uitgewerkt. Onder het hoofdstuk Operationele bedrijfsvoering worden deze modules stuk voor stuk beschreven. > RioAct zal binnen RioP instaan voor de rechtstreekse dienstverlening aan het rioleringsnet van de gemeente-vennoot. Zij voeren voor rekening en in opdracht van RioP alle voor de goede werking van het rioleringsstelsel noodzakelijke taken uit. > Onderstaande figuur geeft de vergelijking van de werking tussen het RioAct-systeem en RioP.
operationele verantwoordelijkheden
Taken/Situatie
RioAct
RioP
Verantwoordelijkheid aansturing
Gemeente
RioP
Zoneringsplannen
Gemeente
RioP
Activa
Gemeente
RioP = Toetredingsvergoeding + aandelen
Solidarisering
Neen
Neen
Figuur 7 >> operationele verantwoordelijkheden
27
Contact
Provinciale directie West-Vlaanderen ir. Paul Suenens provinciaal directeur Roggelaan 2 – 8500 Kortrijk tel. 056 23 17 11
[email protected] Provinciale directie Oost-Vlaanderen ir. Hervé Lagast technisch adjunct Koning Boudewijnstraat 46 – 9000 Gent tel. 09 240 91 11
[email protected] Henk De Blaere accountmanager rioleringsbeheer provincies Oost- en West-Vlaanderen tel. 0499 59 48 73
[email protected]
versie augustus 2009
v.u. Frederik Looten, directeur strategie en businessontwikkeling uitgave augustus 2009 concept Meer wit vormgeving Carlos Mollaer & Meer wit
>>