stabulletin j a a r g a n g 28 | n u m m e r 02 | j u n i 2013 » pagina 8
» pagina 29
» pagina 31
Cursusaanbod STABU 2013
Richtlijnen Kennis- & Objectbibliotheken in ISO Standaard
STABU jaarverslag 2012
Lancering BWBRD op 27 juni 2013 In de grote zaal van CineMec te Ede zal op donderdag 27 juni a.s. om 15.00 uur de officiële start van het BouWBReeD Informatiesysteem plaatsvinden. De afgelopen jaren heeft Stichting STABU veel geld en energie gestoken in de ontwikkeling van deze via internet toegankelijke informatiebron voor alle partijen in de Nederlandse bouwnijverheid. De behoefte aan meer standaardisatie van kwalitatieve gegevens groeit sterk door de belangstelling om BIM in te zetten bij alle grotere nieuwbouw-, onderhoud- en renovatie projecten. STABU levert de drie noodzakelijke BIM Standaarden aan alle partijen in Nederland die deze standaarden in de praktijk willen toepassen. Deze drie BIM Standaarden zijn de kapstok (classificatie) voor buitenruimten, gebouwtypen en binnenruimten, de kapstok
Vraag het STABU
In deze uitgave o.a. antwoord op de vragen: • Wat is het detailverschil tussen een outputspecificatie, vraagspecificatie en een programma van eisen (PvE)? • Welke consequenties heeft de Europese Verordening Bouwproducten (CPR), die per 1 juli 2013 ingaat, op een bureau-, moeder- of referentiebestek bestek? • Voldoen de STABU cursussen en opleidingen aan de BNA en BNB regelingen betreffende Permanente Beroepsontwikkeling (PBO)? • Komt STABU binnenkort nog met nieuwe cursussen en opleidingen?
» lees de antwoorden op p. 12
voor de onderdelen die deze ruimten vormen oftewel de Elementenmethode en de kapstok voor de uitgewerkte technische specificaties waarmee deze elementen gevormd worden oftewel de STABU-werksoortenindeling. Op dit moment zijn de bijbehorende specificaties voor zowel de Elementenmethode (de zogenaamde prestatiespecificaties) als de Werksoortenindeling gereed. » Lees verder op p. 3
STABU als intermediair van kennisoverdracht Algemeen directeur van Stichting STABU de heer ir. M.L.A.M. van Hezik gaat op 1 juli 2013 met pensioen, na 27 jaar bij deze organisatie te hebben gewerkt. Naar eigen zeggen is hij trots op al dat - samen met het bureau en bestuur - is bereikt en heeft hij er vertrouwen in dat zijn opvolger de ingezette koers zal weten te behouden, maar zo nodig aan het tij zal aanpassen. Start Sinds de lancering van de STABU-bestekssystematiek (1986) is Maarten van Hezik algemeen directeur van Stichting STABU. » Lees verder op p. 6
nieuwe STABU-directeur ir. L.M. Verhage stelt zich voor
Samenwerken als drijfveer Met ingang van 1 juli 2013 heeft STABU een nieuwe directeur in de persoon van Marc Verhage. Zoals hij zelf benadrukt heeft hij een droom voor de bouwsector en wil hier met STABU een rol in spelen. Een eerste kennismaking. De geboren Zeeuw heeft, na een carrière bij de marine, onder meer gewerkt bij KPN, een groot IT-bedrijf uit Finland en een installatiebedrijf. Zijn loopbaan tekent een verscheidenheid aan bedrijven, toch is de rode draad bij al die functies het klantgericht denken. » Lees verder op p. 10 STABULLETIN | 1
Gezien op de BouwBeu rs 2013
ONZE DUURZAAMSTE KEUKEN OOIT Onze gloednieuwe Bribus Eco keuken. Oersterke, maar licht-gewicht keukens die zijn gemaakt van o.a. vezels van ecologisch verbouwde, snelgroeiende eenjarige gewassen als mais en riet. Vanaf juli 2013 exclusief verkrijgbaar bij Bribus. Enkele voordelen van Bribus Eco op een rij: •
net zo stevig als spaanplaat, maar tot 30% lichter;
•
dezelfde designmogelijkheden;
•
hoge stabiliteit: plaateigenschappen sluiten aan op
EN 312 P2
•
dankzij het lichte gewicht praktisch te monteren;
•
deurdikte 19 mm;
• verkrijgbaar in 7 kleuren super matte melamine Kijk voor meer informatie en voordelen op www.bribus.nl
uitvoeringen.
Van de redactie Donderdag 27 juni 2013 is een belangrijke dag in de geschiedenis van Stichting STABU, dat kunnen we nu al beweren. Plannen, marktonderzoek, opstarten, terugkoppeling, opbouw, aanpassen, feedback verkrijgen, wederom aanpassen, liggen allemaal ten grondslag aan de lancering van het nieuwe product BWBRD. De verwachtingen van zowel medewerkers, bestuur als directie zijn hooggespannen.
Inhoud » pagina 4
• Rubriek: Van goede kwaliteit » pagina 5
• en STABU blijft STABU » pagina 6
• vervolg van coverartikel 'STABU als intermediair van kennisoverdracht' » pagina 8
• Rubriek: Cursusaanbod STABU 2013 » pagina 10
Voortbordurend op de directie, zal op genoemde datum ook een persoonsverwisseling plaatsvinden. Marc Verhage Diana K zal dan officieel het stokje er vel | S tichting overnemen van Maarten STABU van Hezik die na een dienst verband van 27 jaar van zijn pensioen zal gaan genieten. Over de plannen van de nieuwe directeur, maar ook die van de vertrekkende is in dit bulletin meer te lezen.
• vervolg van coverartikel 'Samenwerken als drijfveer' » pagina 11
• vervolg van rubriek 'STABU cursusaanbod 2013' • Rijksgebouwendienst RS & VVW aangepast » pagina 12
• Rubriek: Vraag het STABU » pagina 14
• Sietsema nieuwe voorzitter STABU » pagina 15 • Aangepast Aedes model-
aannemingsovereenkomst & bestek • Bert van de Goot met pensioenI
Veel leesplezier gewenst!
» pagina 16
• Rubriek: Uit de praktijk van SMI » pagina 18
• Rubriek: Risico van het vak
juni » vervolg van coverartikel 'Lancering BWBRD op 27 juni 2013'
27
De functionele specificaties die bij de tabel Buitenruimten, Gebouwtypen en Binnenruimten behoren, zullen vanaf 2014 geleverd worden. Deze functionele specificaties zullen twee doelen ondersteunen, te weten het opstellen van een compleet Programma van Eisen en het na oplevering beheren en onderhouden van het gebouw (Facility Management). Hoewel de kapstok gelijk is, zal de inhoud van de specificaties per doelgroep sterk verschillen. Voor de Facility Manager is met name de koppeling met budgetbeheer, verhuurbaar vloeroppervlak, schoonmaaknormen e.d. relevant. Tijdens de lancering op 27 juni 2013 zal een toelichting gegeven worden op de veranderingen in de bouwnijverheid op het gebied van samenwerking, contractvormen, Europese specificatieregels voor bouwproducten e.d. die hebben geleid tot een compleet nieuwe opzet en verbreding van de STABU-systematiek. Ook zullen de koppelingen (via het internet) met door STABU ontwikkelde kennissystemen (zowel technisch als juridisch) uit de doeken worden gedaan.
» pagina 19
• CE-markering uitgelegd » pagina 20
• Concurrent op milieugebied » pagina 22
• Rubriek: NEN normen voor en door de markt » pagina 24
• Rubriek: Recht van spreken » pagina 25
• Rectificatie Decocement » pagina 26
• Rubriek: Element » pagina 28
• Veiligheid creëren in de Nederlandse gasmarkt » pagina 29
• Richtlijnen Kennis- & Objectbibliotheken in ISO Standaard » pagina 30
• Rubriek: In kort bestek De huidige Fabrikantgebonden Product Specificaties zullen vervangen worden door de nieuwe specificaties die de Europese Unie vanaf 1 juli a.s. vereist. Dat betekent dat alle bouwstofspecificaties vernieuwd worden, inclusief de verwerkingsrecepten en dan gekoppeld worden met de door STABU uitgebrachte Elementenmethode.
» pagina 31
• STABU jaarverslag 2012 » pagina 32
• Colofon • Prijsoverzicht STABU-producten
Na afloop van deze feestelijke lancering van BWBRD bestaat de mogelijkheid om afscheid te nemen van Maarten van Hezik en kennis te maken met zijn opvolger Marc Verhage. STABULLETIN | 3
van goede
KWALITEIT!
Door: Lodewijk Niemöller, Directeur stichting KOMO
KOMO blijft KOMO…
li u j 1 a n k ...oo
Ook bij KOMO behoren vooruitgang en innovatie gelukkig tot de constanten. Wat ik bijvoorbeeld zelf een erg mooie ontwikkeling vind, is dat we onlangs de eerste KOMO-kwaliteitsverklaring voor energiezuinige woningen en woongebouwen uitgereikt hebben aan een bouwbedrijf. Via deze verklaring wordt het hele concept (inclusief ketenpartners) gecertificeerd. De woningen voldoen aan alle eisen van het Bouwbesluit en aanvullende privaatrechtelijke eisen, zodat de met dit keurmerk getooide woningen met recht energiezuinig genoemd mogen worden.
Ik had daar graag wat verder over uitgeweid, maar helaas moet ik constateren dat de informatiebehoefte op een ander vlak vele malen groter is. Door allerlei uitspraken en artikelen is er toch weer veel verwarring ontstaan over de rol van KOMO en andere kwaliteitsverklaringen ten opzichte van het CE-label. Geheel onnodig, zoals we onlangs nog eens in
overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken hebben herbevestigd. Ook na 1 juli, wanneer de invoering van de Europese Verordening Bouwproducten, oftewel de Construction Products Regulation (CPR), een feit is, kunnen opdrachtgevers, aannemers en dus ook bestekschrijvers gewoon KOMO blijven vragen als onmisbaar gereedschap voor een kwalitatieve, effectieve en efficiënte bouw. Dit geldt ook voor producten waar een CE-markering (prestatieverklaring) voor beschikbaar is.
Voor de duidelijkheid zet ik graag toch nog eens een en ander op een rij…
» Wat is CE-markering? CE-markering is een Europees label dat op producten wordt aangebracht. In de bijbehorende prestatieverklaring (DoP) staat informatie over de prestaties van het product. Met de CE-markering geeft de producent aan dat de vermelde producteigenschappen zijn bepaald overeenkomstig de voorschriften (geharmoniseerde Europese norm (hEN) of Europese technische beoordeling). Door de CE-markering communiceren alle producenten op een zelfde manier over bepaalde producteigenschappen: de ‘essentiële kenmerken’. Dit maakt onderling vergelijk eenvoudiger en bevordert daarmee de vrije handel binnen de lidstaten.
» Welke productinformatie hoort bij een CE-markering? Bij de CE-markering hoort een selectie van de product eigenschappen: de ‘essentiële kenmerken’, welke verband houden met de fundamentele eisen voor bouwwerken. De essentiële kenmerken zijn beschreven in de voor dat product geldende geharmoniseerde Europese norm of technische beoordeling.
Meer informatie Mocht u toch nog met vragen over dit onderwerp blijven zitten, laat u ons dat dan weten
[email protected]. Meer informatie vindt u ook op: www.komo.nl. 4 | STABULLETIN
» Wie controleert de CE-markering? Voor de meeste producteigenschappen van een product bepaalt de fabrikant of importeur zelf door eigen metingen en onderzoeken de prestaties van het product die op de CE-markering vermeld worden. Voor producteigenschappen zoals constructieve veiligheid of brandwerendheid is het nodig dat er ook door onafhankelijke derden (‘notified body’s’) onderzoek wordt gedaan of dat het product nog moet worden beoordeeld conform de bijlage (ZA) van de Europees geharmoniseerde norm.
» Is CE-Markering verplicht voor alle bouwproducten? Nee. CE-markering is alleen verplicht voor bouwproducten waarvoor een geharmoniseerde Europese norm (hEN) is opgesteld. Er zijn in totaal ongeveer 450 geharmoniseerde normen voor bouwproducten, maar vrijwel geen voor (samengestelde) elementen en/of productcombinaties (systemen).
» Wie controleert de kwaliteit? Naast de kwaliteitscontroles van de fabrikant zelf, vindt er bij een kwaliteitscertificaat altijd controle plaats door een onafhankelijke derde partij (certificatie-instelling).
Bestekschrijvers zijn een zeer belangrijke doelgroep van het KOMO-keurmerk. Auteur Lodewijk Niemöller gaat in deze rubriek in op de ontwikkelingen rondom KOMO, certificering en kwaliteitsverklaringen.
» Is CE-markering verplicht voor mij als producent? Ja, voor alle bouwproducten waarvoor een geharmoniseerde Europese normen (hEN’s) is opgesteld, is CE-markering verplicht. Een module met alle geharmoniseerde Europese normen is te vinden op www.contactpuntbouwproducten.nl.
» Hoe kom ik aan een CE-markering voor mijn product? Allereerst is het van belang om te controleren of het product onder het toepassingsgebied van een geharmoniseerde norm valt. Is dit zo, dan zijn in Annex ZA van de betreffende hEN de details betreffende de verantwoordelijkheden en taken van de producent en, indien van toepassing, de controlerende ‘notified body’ te vinden.
» Er is geen hEN voor mijn product, maar ik wil toch CE-markering. Kan dat? Ja, dat kan. In dat geval kan op vrijwillige basis een Europese technische beoordeling worden uitgevoerd voor het product, op basis van een Europees Beoordelingsdocument. De fabrikant schakelt hiervoor een zogeheten technische beoordelingsinstantie in. De meeste KOMO-licentienemers zijn ook technische beoordelingsinstantie in het kader van de Verordening bouwproducten. Voor meer informatie kan de fabrikant contact opnemen met SBK (www.bouwkwaliteit.nl).
» Wat is een kwaliteitscertificaat of kwaliteitskeurmerk? Met een kwaliteitscertificaat verklaart een deskundige, onafhankelijke derde partij, dat een product of dienst aan door marktpartijen gewenste eisen voldoet. Dit biedt extra zekerheid aan gebruikers, aannemers en opdrachtgevers over zaken die belangrijk zijn in aanvulling op de CE-markering. Dit zijn bijvoorbeeld eisen en toleranties die de (lokale) markt stelt aan de producten, verwerking, toepassing en controle daarop.
» Waarom is CE-markering fundamenteel anders dan een kwaliteitscertificaat? CE-markering is een fabrikant eigen verklaring en daardoor uitdrukkelijk geen kwaliteitskeurmerk of -certificaat. Bij een kwaliteitskeurmerk of -certificaat verklaart namelijk een onafhankelijke derde partij dat het product op al zijn producteigenschappen en vaak ook in zijn toepassing als bouwdeel (attest) voldoet aan bepaalde eisen.
» Wat moet ik doen als mijn product al voor 1 juli 2013 een CE-markering had? CE markering is reeds jaren verplicht in Nederland. Producten, die vóór 1 juli 2013 al onder CE-markering werden geleverd, voldoen automatisch aan de eisen van de CPR. Wel zal voor alle producten aanvullend een prestatieverklaring moeten worden opgesteld. Voor levering van producten die al op de markt zijn gebracht (die bijv. op voorraad liggen bij de importeur of distributeur) geldt dat deze nog mogen worden geleverd zonder prestatieverklaring.
Waarvoor heb ik mijn KOMO-certificaat nog nodig? Kwaliteitsverklaringen, zoals KOMO-certificaten blijven relevant en belangrijk voor de producenten, bestekschrijvers, aannemers, verwerkers en opdrachtgevers, omdat daarmee de volgende de kwaliteitsaspecten geborgd zijn: • het voldoen aan lokale (bouw-)regelgeving; • het ondersteunen van specifieke bouwpraktijken; • de toepasbaarheid in specifieke omstandigheden; • de interpretatie van technische gegevens; • producteigenschappen die betrekking hebben op ontwerp, uitvoering, esthetica, onderhoudsvoorschriften en duurzaamheid. Op alle eisen vinden regelmatig controles plaats, zoals bijvoorbeeld door middel van inspecties, verificaties of audits door een deskundige onafhankelijke instantie.
en STABU blijft STABU..... STABU heeft zich verplicht aan haar licentiehouders om de STABU-database voortdurend aan te passen op de veranderingen in de markt. De bovenvermelde veranderingen als gevolg van de CE-markering betekent dat een
aantal Beoordelingsrichtlijnen per 1 juli a.s. zal vervallen. Deze door Stichting Bouwkwaliteit opgestelde lijst wordt nu door STABU verwerkt en dat betekent dat de STABU uitgave 2013-2, die naar verwachting in juli elektronisch zal worden gepubliceerd, weer geheel voldoet aan de Nederlandse en Europese wetgeving.
STABULLETIN | 5
BEDANK
T!
"Hoewel ik stop met werkzaamheden voor STABU, ga ik door met mijn activiteiten in de bouwnijverheid."
Maar ten van Hezik » vervolg van coverartikel 'STABU als intermediair van kennisoverdracht'
Zijn studie bouwkunde (stedebouwkunde) aan de TU Delft, aangevuld met ruim twaalf jaar werkervaring bij de overheid en een grote aannemer, zijn hieraan voorafgegaan. Na het afronden van het bouwbrede overleg dat leidde tot de lancering van STABU in maart 1986, is een periode aangebroken waarin STABU in de markt moest worden gezet. Van Hezik: "In het begin denk je dat het een klus voor maximaal drie jaar is om vervolgens weer wat anders te gaan doen. Maar ik heb er uiteindelijk 27 jaar gezeten en met veel plezier. We hebben met alle medewerkers en het bestuur - STABU in de markt kunnen zetten en daar mogen we met zijn allen trots op zijn." Van Hezik memoreert: "We hebben STABU bij iedere adviseur persoonlijk moeten toelichten en benadrukken dat het 'standaardbestek' een middel is om zijn creatieve proces helder over het voetlicht te brengen. Uiteindelijk is het gelukt om de kilometer papier (1000 gedrukte STABU uitgaven) die we bij mijn aantreden moesten zien te verkopen, aan de man te brengen. Vervolgens hebben we in 1990 de stap kunnen zetten naar de elektronische versie in de vorm van een relationele database, waardoor het onderhoud en beheer van de bestekssystematiek efficiënter kon verlopen. Destijds was de personal computer nog geen gemeengoed, dus het kostte de nodige inzet van alle betrokkenen om deze verandering te omarmen. De benodigde besteksverwerkende programmatuur kon door gelieerde softwarehuizen voor ieder besturingsysteem worden geleverd. STABU is overigens selfsupporting; we doen dit op eigen kracht, we krijgen van niemand subsidie." 6 | STABULLETIN
Zoeken naar evenwicht De vraag waarom de overstap naar internet betrekkelijk lang op zich heeft laten wachten, pareert Van Hezik als volgt: "Het imago dat we hebben is dat van degelijkheid. We worden gezien als betrouwbaar maar het kan daarentegen wel iets flitsender. Mensen vergeten echter maar al te makkelijk dat wij - als STABU een gemiddelde moeten zoeken tussen wat de techniek allemaal kan en wat de gebruikers van ons willen. De kansen van internet liggen voor het grijpen, maar de markt was er tot voor kort nog niet klaar voor. We proberen met BWBRD een grote sprong te maken. Mensen moeten het gevoel hebben dat wanneer ze met het online STABU Bouwbreed Informatiesysteem werken, het gehele bouwproces kan worden beschreven. Mede door het toevoegen van allerlei relevante (juridische) hulpinformatie, afgestemd op de wensen van de gebruiker." Van Hezik voegt nog toe: "De betrouwbaarheid van de geboden informatie op internet is soms twijfelachtig. Wij willen de leverancier zijn van gevalideerde kwaliteit van informatie voor alle fasen van het bouwproces. Uiteraard tezamen met andere leveranciers van die informatie, maar alles getoetst aan de eisen van deze tijd. Via internet is het mogelijk geworden om informatie aan elkaar te knopen." Optimalisering Reeds geruime tijd maken productspecificaties deel uit van de STABU-systematiek. "In het online informatiesysteem zal dat niet anders zijn", aldus de algemeen directeur. "De toeleverende markt is voor STABU een belangrijke partij die mijns inziens het meest innoverend te werk gaat. Het is voor STABU de manier om uit de contacten met fabrikanten voortdurend te controleren of ons systeem up-to-date is en of de nieuwste producten er ook allemaal inzitten. We zorgen er vervolgens voor dat de bestekschrijver de kant-en-klare teksten tot hun beschikking hebben, met de goede combinaties in de productkeuze om fouten te voorkomen. We zijn een soort intermediair in kennisoverdracht. De vorm (fabrikantgebonden product specificatie of bestekservices) is niet het belangrijkste, het gaat om communicatieoptimalisering."
Standaarden "Met het vinden van internationale aansluiting hebben we onze nek uitgestoken", zegt Maarten van Hezik. "We hebben al 10 jaar geleden voorspeld dat Bouw Informatie Modellering (BIM) de toekomst zou zijn. Met het LexiCon en de formalisering van definities voor alle objecten in de bouw is het begonnen. Het is uiteindelijk gegroeid tot het niveau van een internationale Standaard die bij buildingSMART is ondergebracht. Met het Bouw Informatie Model (BIM) heeft men alle gereedschap in handen om het bouwproces te optimaliseren, of dit nu gaat om informatie voor nieuwbouw of renovatie. Vooraf kan in beeld worden gebracht of alle details op elkaar aansluiten, het energieverbruik kan berekend worden, maar ook is het mogelijk om met de potentiële koper een digitale wandeling door het gebouw te maken. STABU is leverancier van de standaarden die nodig zijn om die informatie uit te wisselen als het gaat om onderdelen van gebouwen en ruimtes. Je hebt nu eenmaal die technische definities nodig om de computers aan elkaar te knopen. Dat is een rol voor STABU." Zwarte gat De pensioendatum komt met rasse schreden dichterbij. Bang om in het zwarte gat te vallen is Van Hezik niet. "Hoewel ik stop met mijn werkzaamheden voor STABU, ga ik nog wel door met mijn activiteiten in de bouwnijverheid. Zo ben ik gevraagd om nog twee jaar aan te blijven als voorzitter van de adviescommissie om het traject te begeleiden van de 'BouwBeurs' naar de 'Week van de Bouw'. Naast andere bestuurlijke functies heb ik samen met mijn oude studiemaat Kees Pasmooij (voormalig directeur Aboma) het bedrijf 'Heeren uit de bouw' opgericht op het gebied van consultancy, coaching, conflicten, commissariaten en communciaties."
"STABU bestaat vooral bij gratie van samenwerking."
Overdracht Maarten van Hezik heeft inmiddels zijn opvolger geïntroduceerd bij de diverse marktpartijen: "STABU bestaat vooral bij gratie van samenwerking. In de afgelopen perioden heb ik Marc Verhage voorgesteld aan de diverse samenwerkingspartners, om zo te kijken naar het gemeenschappelijk draagvlak. Op donderdag 27 juni 2013 zal officieel BWBRD worden gelanceerd waar ik een soort van mijlpaal voor mijzelf heb gemarkeerd. STABU gaat echter verder en ik draag het stokje met vertrouwen over aan de nieuwe directeur", aldus Maarten van Hezik.
STABULLETIN | 7
Cursusaanbod Cursus STABU-bestekssystematiek Om de invoering van de STABU-bestekssystematiek binnen uw organisatie snel en effectief te laten verlopen, wordt door STABU een dagcursus georganiseerd. In één dag raakt u volledig vertrouwd met de STABU-systematiek.
Cursus Garanties in de bouw Garanties spelen in de bouw een belangrijke rol. Toch is het een niet éénduidig begrip. Om u wegwijs te maken in de complexe wereld van garanties, wordt door Stichting STABU een ééndaagse cursus georganiseerd. Tijdens deze dag raakt u volledig vertrouwd met het fenomeen garanties in de bouw.
De prijs van deze cursus bedraagt € 375,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch.
De prijs van deze cursus bedraagt € 375,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch.
Op de volgende data is nog plaats: » 3 september, 15 oktober & 26 november 2013
Op de volgende data is nog plaats: » 17 oktober & 12 december 2013
Cursus STABU Bestekken lezen Stichting STABU helpt ontvangers van projectbestekken met het kritisch beoordelen van de inhoud. Waar zitten de voetangels en klemmen in de projectbestekken? Welke risico's zitten erin verborgen? In een dag worden deze belangrijke zaken toegelicht. In deze cursus wordt uitgebreid aandacht besteed aan de uitleg van die administratieve en technische zaken die grote invloed kunnen hebben op de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de uitvoerende en toeleverende bedrijven in de bouw. Met deze kennis kunnen de bedrijfsrisico’s beter ingeschat worden. Dus alle zaken die invloed hebben op zekerheidstelling, garantie, coördinatie, aansprakelijkheid, verzekeringen en geschillen komen aan de orde.
Cursus Actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U-sector De cursus Actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U-sector is speciaal bedoeld voor hen die graag bijgeschoold willen worden over de meest recente ontwikkelingen in wet- en regelgeving in deze sector. De cursus is o.a. bestemd voor gebruikers, direct en indirect, van de STABU-bestekssystematiek zoals architectenen ingenieursbureaus, de opdrachtgevende overheid, woningbouwverenigingen, projectontwikkelaars en aannemers- en installatiebedrijven, leveranciers en producenten van bouwstoffen die in bestekken worden voorgeschreven en iedereen die in zijn of haar dagelijkse functie in het bouwproces te maken heeft met wet- en regelgeving. Door middel van deze cursus, van één dag, is men weer geheel op de hoogte van alle valkuilen in bouwcontracten en weet men hoe deze te vermijden.
De prijs van deze cursus bedraagt € 375,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: » 24 september, 5 november & 10 december 2013 Opfriscursus Bestekschrijver (4 dagdelen) Speciaal bedoeld voor degenen die de Opleiding Bestekschrijver hebben gevolgd en bijgeschoold willen worden over de meest recente ontwikkelingen. Hoe houdt men zijn kennis up-to-date? Zeker op dit moment, met enerzijds een grote werkdruk die het gevolg is van de grote bouwportefeuille en anderzijds het hoge tempo van nieuwe regelgeving op nationaal en Europees vlak, is dat een moeilijke zaak. Hoe staat het nu precies met geïntegreerde contractvorming, wet BIBOB, de vernieuwde Woningwet, Bouwstoffenbesluit (BSB), CE-markering en KOMO, enz? Deze cursus bestaat uit vier dagdelen (verdeeld over 2 ochtenden en middagen).
De prijs van deze cursus bedraagt € 375,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende datum is nog plaats: » 26 september & 28 november 2013 Beroepsopleiding Bestekschrijver (24 dagdelen) Deze opleiding tot professionele bestekschrijver behandelt alle relevante onderdelen voor het opstellen van projectbestekken. Nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de materialen vragen een steeds grotere kennis en deskundigheid van de bestekschrijver. In de andere bestaande cursussen en opleidingen wordt weliswaar aandacht besteed aan het belangrijke onderdeel "bestekken" maar niet in die mate dat daarmee de professionaliteit van de bestekschrijver wordt verhoogd. Op verzoek van velen heeft Stichting STABU daarom deze opleiding opgezet. Uitgangspunt daarbij is de kennisoverdracht door ervaren docenten, gericht op de dagelijkse praktijk. De opleiding is zowel bouwkundig als installatietechnisch georiënteerd.De opzet van de opleiding is zodanig dat direct kan worden ingespeeld op veranderingen in de praktijk. Tot op heden hebben bijna 800 deelnemers deze opleiding met goed gevolg afgesloten.
De prijs van deze cursus bedraagt € 650,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch.
De prijs van de opleiding is € 3150,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief diners, syllabi, overig studiemateriaal en examengelden.
Op de volgende data is nog plaats: » 8 en 9 oktober 2013
Op de volgende startdatum is nog plaats: » 10 september, 12 september & 27 november 2013
Alle cursussen en opleidingen zijn ook mogelijk “ín-company” en compleet af te stemmen op de wensen van ùw organisatie. 8 | STABULLETIN
Stichting STABU biedt een breed pakket cursussen en opleidingen aan, gericht op de dagelijkse bestekspraktijk. Het aanbod varieert van een introductie in de STABU-systematiek tot en met een volledige opleiding tot bestekschrijver. Een korte opsomming is hieronder vermeld. Een volledig en actueel overzicht is op www.stabu.org opgenomen.
STABU 2013 Cursus Verzekeringen in de bouw Het “nieuwe” verzekeringsrecht, opgenomen in Titel 7.17 van het Nieuwe Burgerlijk Wetboek, is januari 2006 in werking getreden. Het verzekeringsrecht daarvoor in het Wetboek van Koophandel bestond namelijk al ruim 160 jaar en was volgens de wetgever hard aan vernieuwing toe. Het “nieuwe” verzekeringsrecht beïnvloedt de relatie verzekeraar en verzekerde in sterke mate.
Cursus Dé (rol van) standaardvoorwaarden (UAV/UAVTI etc.) bij aanneming van werk in de B&U-sector Standaardvoorwaarden spelen in de bouw een belangrijke rol. Om u wegwijs te maken in de complexe wereld van standaardvoorwaarden in bouwcontracten, wordt door Stichting STABU een driedaagse cursus georganiseerd.
Om u wegwijs te maken in het verzekeringsrecht en de gevolgen hiervan voor de bouw, wordt door Stichting STABU een ééndaagse cursus georganiseerd. Tijdens deze dag raakt u volledig vertrouwd met het fenomeen verzekeringen in de bouw.
Tijdens deze dagen raakt u inhoudelijk geheel vertrouwd met het fenomeen standaardvoorwaarden in het algemeen en dé (rol van) standaardvoorwaarden (U.A.V. 1989, UAVTI 1992 en de UAV 2012 bij aanneming van werk in de B&U-sector specifiek.
De prijs van deze cursus bedraagt € 375,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: » 5 september & 7 november 2013. Cursus Nieuwe samenwerkingsverbanden in de bouw Geïntegreerde contractvormen in de B&U sector zijn niet langer exclusief het domein van rijksopdrachtgevers. Om u wegwijs te maken in geïntegreerde contracten in de B&U-sector, wordt door Stichting STABU een ééndaagse cursus georganiseerd. Tijdens deze dag raakt u volledig vertrouwd met het fenomeen geïntegreerde contracten in de B&U-sector. De prijs van deze cursus bedraagt € 450,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: » 17 september & 19 november 2013 Cursus UAV 2012 Eind januari 2012 zijn de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 uitgebracht. De consequenties voor o.a. bestekken en de verschillen ten opzichte van de U.A.V. 1989 zullen tijdens de dagcursus uitgebreid aan bod komen. In de cursusprijs (€ 450 exclusief BTW) is ook het boekwerk “STABU-Standaard 2012” (met daarin zowel U.A.V. 1989 als UAV 2012) inbegrepen. Op de volgende data is nog plaats: » 18 september & 20 november 2013 Cursus Effectieve communicatie in de bouw STABU organiseert de cursus Effectieve communicatie in de bouw. Uit diverse publicaties van ondermeer de Regieraad Bouw en SBR blijkt dat de faalkosten binnen de bouwbranche worden geschat op ongeveer 10% van de jaaromzet. Uit alle beschikbare documentatie blijkt, dat de factor "mens / communicatie" de meest kritische succesfactor is.
De prijs van deze cursus bedraagt € 930,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: » 29 t/m 31 oktober 2013 Cursus CE-markering en de Europese Verordening Bouwproducten Het is van belang is dat de bouwsector, de afnemers, gebruikers en voorschrijvers van bouwproducten, goed op de hoogte zijn van deze Europese Verordening Bouwproducten die per 1 juli 2013 in werking treedt. De CE-markering is namelijk het enige merkteken dat fabrikanten mogen gebruiken om te verklaren dat bouwproducten voldoen aan de resultaten van testen die zijn vastgelegd in Europees geharmoniseerde normen en goedkeuringen. Ook de aansprakelijkheid van de fabrikant voor deze testresultaten loopt bij falen van het product uitsluitend via de CE-markering. De huidige erkende kwaliteitsverklaringen spelen hierbij geen rol meer. Op de volgende data is nog plaats: » 25 juni, 2 oktober, 6 november & 1 december 2013 Cursus Nieuwe Aanbestedingswet, de Gids proportionaliteit en het nieuwe Aanbestedingsreglement (ARW 2013) De Aanbestedingswet en het Aanbestedingsbesluit zijn met ingang van 1 januari 2013 in werking getreden. In het besluit wordt een aantal zaken geregeld uit de aanbestedingswet, zoals het verplicht gebruik van de Gids proportionaliteit, het Aanbestedingsreglement Werken (ARW) 2013 en een model Eigen Verklaring.
De prijs van deze cursus bedraagt € 375,- exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2013), inclusief lesmateriaal en lunch.
Het ARW 2013 vervangt het ARW 2005 en is op grond van de Aanbestedingswet aangewezen als richtsnoer voor nationale aanbestedingen voor Werken. STABU heeft deze cursus opgesteld om handvatten te geven.
Op de volgende data is nog plaats: » 11 oktober 2013
Op de volgende data is nog plaats: » 21 november 2013
» Lees verder op p.11 STABULLETIN | 9
bouw(project). Een aantal partijen vaart wel bij het huidige systeem en staat niet open voor verandering."
ge
a Verh c r a M
Ketenintegratie draait om communicatie en de bereidheid van alle schakels om samen te werken en te delen. De noodzakelijke transparantie haalt de discussie weg uit het hele proces, waardoor er niets voor elkaar verborgen blijft. Door kennis te delen en het budget open op tafel te leggen, kunnen partijen het proces optimaliseren, met minimaal gelijkblijvende kwaliteit. Doordat de energie 100% op het project gericht wordt en doordat er écht samengewerkt wordt, ontstaat ruimte voor vakmanschap. Door samenwerking komt er ruimte vrij voor innovatie en vernieuwing.
m o k BU l A T e S w hting c bij sti
Verwachtingen van BWBRD "Met STABU BWBRD gaan we transparanter werken met zijn allen in de sector", vervolgt Verhage zijn betoog. "We zijn een autoriteit op het gebied van gestandaardiseerde en gestructureerde informatie-uitwisseling die bij samenwerking een grote rol speelt. Dat hoop ik de komende jaren verder handen en voeten te kunnen geven. Ik weet dat we de hele bouwkolom kunnen bedienen, niet alleen de opdrachtgever maar ook de reeds genoemde (onder)aannemers en toeleveranciers, juristen en organisaties op gebied van beheer en onderhoud en facilitymanagement." Nieuwe activiteiten STABU Veranderingen wil de nieuwe directeur ook doorvoeren: “Er ligt een kans voor STABU om ook de bestekontvanger te ondersteunen. Mijn ervaring is dat je als onderaannemer of toeleverancier op basis van bestekken uitgeknepen kan worden. De plaats van een simpele komma in een bepaalde zin in een bestek, kan leiden tot een wereld van verschil voor de partijen. Binnen korte tijd wil ik ook focussen op het gebruik en misbruik van bestekken en ook daar een fatsoensnorm voor opstellen."
» vervolg van coverartikel 'Samenwerken als drijfveer' "Niet puur data inkloppen, maar systemen bouwen waar de klant iets aan heeft en de klanttevredenheid verhogen. Om het door te trekken naar de bouw; een eindgebruiker is vooral geïnteresseerd in het comfort van een kantoor in plaats van in de installatie die wordt gebruikt om dit voor elkaar te krijgen."
Verhage: “Ik denk ook dat we toegevoegde waarde kunnen hebben in de vorm van consultancy. Als Stichting STABU zijn we vóór, dóór en vàn de bouw en die neutrale positie kunnen we inzetten voor onafhankelijk advies. STABU zou in conflict situaties op gebied van het volgen van het bestek, de rol van intermediair op zich kunnen nemen vanuit de unieke positie die we innemen." De young professional wordt ook niet vergeten. Marc Verhage licht toe: "De bouwsector moet aantrekkelijker gemaakt worden voor de startende professional. Ik heb het grootste vertrouwen in de nieuwe generatie; ze zijn gemotiveerd, leergierig en bovenal communicatief heel vaardig. Het is het mooi om te zien dat er jonge mensen geïnteresseerd zijn in bouw(techniek) en er zeker passie voor hebben.
"De nieuwe professionals moeten we betrekken bij nieuwe ontwikkelingen door open te staan voor nieuwe ideeën en ervaren mensen uit te dagen te veranderen."
BIM Naast klantgerichtheid is de heer Verhage ook pleitbezorger voor het sàmenwerken binnen de bouwketen.”Ik geloof sterk in het in vroeg stadium delen van informatie, bijvoorbeeld via BIM (Bouw Informatie Modellering). Veel bedrijven geloven in BIM. Met de huidige economische crisis moet men echter snijden in de uitgaven en vaak gaat dit ten koste van de investeringen in BIM. Ik vind dat doodzonde, want ik geloof erin dat BIM bijdraagt aan het er weer bovenop krijgen van de sector.”
Hij vervolgt: “Je bent pas echt aan het bimmen als je open, eerlijk en transparant informatie aan het delen bent. Lean Bouwen en BIM gaan hand in hand. Samenwerken is de kern, niet het 3D tekenen. Je zou zelfs kunnen bimmen zonder 3D-tekenen. In de bouwnijverheid bestaan vele koninkrijkjes, die allemaal hun eigen stempel willen drukken op een 10 | STABULLETIN
Het zijn de mensen die met frisse ideeën de bouw binnenkomen en nog niet worden gehinderd door vele jaren van ervaring. Die mensen moeten we betrekken bij nieuwe ontwikkelingen door open te staan voor nieuwe ideeën en ervaren mensen uit te dagen te veranderen. Hier wil STABU graag haar steentje aan bijdragen." Handreiking "Ik hoop hiermee mijn persoonlijke wens en dromen voor de bouwsector te hebben geschetst om de bouw meer als team te laten samenwerken. Ik ben benieuwd naar de reacties en reik dan ook iedereen de hand die de dialoog met mij aan wil gaan, aldus STABU-directeur Marc Verhage.
» Vervolg van p 9 'STABU cursusaanbod 2013'
Nieuwe cursussen Recent heeft STABU nieuwe cursussen ontwikkeld: • Dagdeelcursus Beginselen van het faillissementsrecht • Dagdeelcursus Vennootschapsen Ondernemingsrecht • Dagcursus Beginselen van het faillissementsrecht en Vennootschaps- en Ondernemingsrecht • Dagdeelcursus Meer en minderwerk • Dagdeelcursus Of gelijkwaardig (OG) • Dagcursus Meer en minderwerk en OG Uitgebreide informatie is opgenomen op stabu.org.
Zover bij Stichting STABU bekend zijn deze cursussen/opleidingen erkende PBO activiteitstypen zoals vastgesteld in de Regeling Permanente Beroepsontwikkeling (PBO) van de BNA en voldoet als activiteit aan de wettelijke bij- en nascholingsverplichting voor architecten, opgenomen in de Wet op de Architectentitel, voortvloeiend uit de Europese Kwalificatierichtlijn welke de onderlinge erkenning van beroepskwalificaties in de Europese Unie regelt.
Meer informatie Neem voor meer info over welke cursus het meest aansluit op uw behoeften, contact op met het hoofd opleidingen: ing. H.H.M. (Henny) Miltenburg. Info over beschikbaarheid van plaats verkrijgt u bij: mevrouw E. (Esmoreit) Megens of E. (Evelien) van der Tuuk T (0318) 633026 E
[email protected]
Rijksgebouwendienst RS & VVW aangepast De RS van Rijksgebouwendienst is aangepast aan de STABU-catalogus 2013-1 en tevens in lijn gebracht met de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit.
In de Inleiding, algemene- en invulinstructie RS 2013-1 is duidelijk aangegeven waar de benodigde aanpassingen zijn gemaakt. Ook al zijn de afwijkingen in de RS van de Rijks gebouwendienst op de UAV 2012 tot een minimum beperkt, daar waar er wordt afgeweken is er in de invulinstructie een gedegen motivatie opgenomen waarin een dergelijke afwijking wordt verantwoord. De RS 2013-1 staan op www.stabu.org/bestekteksten. Naast de voornoemde actualisatie van de RS zijn tevens de Verkorte Voorwaarden voor Werken 2010 Bouw / Verbouw / Renovatie van gebouwen aangepast (versie 1.9) welke ook te raadplegen is.
Meer informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: S.A. (Sebastiaan) Brands. Te bereiken via: 0318 – 633 026 of per e-mail
[email protected]. Inhoudelijke opmerkingen/suggesties inzake de Rijksgebouwendienst RS 2013-1 en VVW 2010 gaarne per e-mail zenden aan: •technische opmerkingen Rijksgebouwendienst, Directie Advies en Architecten De heer ing. H.E. Gol, e-mail:
[email protected] •administratieve/juridische opmerkingen: Rijksgebouwendienst, Expertise Centrum Aanbesteden de heer P.L.J. van der Zouw, e-mail:
[email protected]. STABULLETIN | 11
Van de vragen die onder andere via de helpdesk, de STABU-gebruikersdagen en de diverse cursussen en opleidingen bij Stichting STABU zijn binnengekomen is een selectie gemaakt, welke in deze rubriek worden weergegeven.
Vraag het
» Wat is het detailverschil tussen een outputspecificatie, vraagspecificatie en een programma van eisen (PvE)? Soms heel beperkt. In de praktijk blijken de echte verschillen tussen deze drie informatiedragers maar moeilijk te onderscheiden. Zo lijken outputspecificaties behorende bij een PPS-contract (publiek-private samenwerking) soms verdacht veel op een PvE ten behoeve van een uiteindelijk klassiek UAV contract. Een andere keer lijken ze weer op een technische vraagspecificatie behorend bij, een vroeg in de ontwerpfase in de markt gezet, UAV-gc (geïntegreerd) contract. Outputspecificaties spelen een centrale rol bij een PPScontract. Bij dit type contract worden de delen ontwerp, bouw, financiering, onderhoud en beheer in één keer aan de private partij (consortium) overgedragen. In een outputspecificatie geeft een opdrachtgever aan, aan welke functionaliteiten moet worden voldaan. De door de opdrachtgever geformuleerde functies moeten door middel van ondubbelzinnig geformuleerde eisen duidelijk zijn voor het consortium. Bij PPS contracten wordt over het algemeen gedacht vanuit de levenscyclusbenadering (van ontwerp t/m gebruik en sloop). Bij het opstellen van deze prestatie-eisen dient veel aandacht te worden besteed aan het uitvragen van oplossingen, en niet van techniek of producten. Het resultaat is niet gedefinieerd als een product, maar als een dienst. Niet een gegeven breedte van een weg, maar een vervoerscapaciteit, niet een vooraf vast omschreven gebouw, maar een werkcapaciteit. Output in plaats van input. Als de opdrachtgever vindt dat de gevraagde kwaliteit niet gehaald wordt, kan dat leiden tot een korting of uiteindelijk tot zwaardere vorderingen op het
contract. Ondanks het hoge detailniveau van een goede outputspecificatie blijkt dat tijdens een aanbesteding en de uiteindelijke realisatie veel aspecten vaak toch nog onvolledig zijn uitgewerkt. Vraagspecificaties spelen een centrale rol bij een UAV-gc contract. Bij dit type contract worden de delen ontwerp, bouw en eventueel het onderhoud in één keer aan de private partij (opdrachtnemer) overgedragen. In de bijbehorende (technische) vraagspecificatie geeft een opdrachtgever ook aan, aan welke functionaliteiten en prestatie-eisen moet worden voldaan. Het detailniveau van de vraagspecificatie wordt over het algemeen bepaald door het moment in het ontwerpproces (PD met PvE, SO, VO of DO) waarop het project “in de markt wordt gezet”. De doelstelling van het PvE is om na vaststelling van de haalbaarheid van het project, de functionele, ruimtelijke en kwalitatieve uitgangspunten van het te bouwen project te beschrijven. Het beschrijft ondermeer de bouwkundige, installatietechnische en bouwfysische eisen waaraan het toekomstige gebouw moet voldoen. Het PvE vormt daarmee de basis voor de selectie van een adviseur (architecten/installatieadviseur) en is zodoende de onderlegger voor het (schets/ structuur)ontwerp. Het PvE wordt vervolgens als toetsingsinstrument gebruikt ten aanzien van het gefaseerde ontwerptraject. STABU is een objectieve, onafhankelijke, integere, servicegerichte en professionele partij, die bovendien is opgericht voor en door de bouw. Met STABU BWBRD biedt zij 24/7 online te bewerken content aan, in de vorm van geclassificeerde en gecodeerde specificaties. Kwalitatieve en kwantitatieve betrouwbare uniforme informatie ten behoeve van het bevorderen van de communicatie tussen partijen, bij iedere bouwprocesorganisatievorm, gedurende de levenscyclus van een gebouw om zodoende efficiënter werken te bevorderen en om faalkosten te reduceren.
» Welke consequenties heeft de Europese Verordening Bouwproducten (CPR), die per 1 juli 2013 ingaat, op een bureau-, moeder- of referentiebestek bestek? Aanzienlijk, omdat STABU ervoor gekozen heeft om deze verordening trapsgewijs te implementeren in de bestekssystematiek. Zo zullen vele bouwstofspecificaties die verwijzen naar een BRL en die “in strijd zijn” met de CPR niet terugkomen in de “reguliere” update 2013-2. Deze verregaande wijziging zal de nodige impact hebben op de inhoud van menig bureau-, moeder- of referentiebestek. Daarnaast is STABU druk doende om haar huidige database te transformeren naar een nieuwe omgeving. Bij deze transitie zal stapsgewijs nog verder geanticipeerd worden op de CPR. Ondermeer door het inhoudelijk oppakken van de zogenaamde annexen ZA, behorende bij de Europese geharmoniseerde normen waarnaar in een bestek kan worden verwezen. Dit zal primair gevolgen hebben voor de kenmerken en attributen in met name de bouwstofspecificaties. Vervolgens zal dit een doorwerken op de R-specificaties en uiteindelijk dus ook in de kortteksten. Gevolgen hiervan zijn dat regulier updaten niet meer mogelijk is met de “uitgave 2014-2”. Feitelijk komt het er op neer dat men dan opnieuw een soort van onderleggen voor menig projectbestek “in de steigers zal moeten zetten”. 12 | STABULLETIN
»Voldoen de STABU cursussen en opleidingen aan de BNA en BNB regelingen betreffende Permanente Beroeps ontwikkeling (PBO)? Uiteraard. Zover bij Stichting STABU bekend zijn de STABU cursussen en opleidingen erkende PBO activiteitstypen zoals vastgesteld in de Regeling Permanente Beroepsontwikkeling (PBO) van de BNA en voldoet als activiteit aan de wettelijke bij- en nascholingsverplichting voor architecten, opgenomen in de Wet op de Architectentitel, voortvloeiend voort uit de Europese Kwalificatierichtlijn welke de onderlinge erkenning van beroepskwalificaties in de Europese Unie regelt. Daarbovenop zijn sinds kort de STABU cursussen en opleidingen ook erkend PBO activiteitstype zoals vastgesteld in de Regeling Permanente Beroepsontwikkeling (PBO) van de Bond van Nederlandse Bestekdeskundigen (BNB).
STABU
Beantwoord door: ing. H.H.M.(Henny) Miltenburg
» Komt er nog een vervolg op de STABU opleiding bestekschrijver voor mensen die bestekdeskundige willen worden? Hoogstwaarschijnlijk volgens planning aankomend cursusseizoen 2013-2014 in Arnhem bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) in de vorm van een post-HBO opleiding. Van 2002 tot en met 2007 is door de Bond van Nederlandse Bestekdeskundigen (BNB) al een soort van opleiding als vervolgopleiding op de STABU opleiding bestekschrijver gegeven. In 2005 is op initiatief van de brancheorganisaties Nederlandse Vereniging Bouw Kostendeskundigen (NVBK) en de Bond Nederlandse Bestekdeskundigen (BNB) in nauwe samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en de Haagse Hogeschool (HHS) in het kader van de subsidieregeling “Scholingsimpuls” het project “Erkenning Kosten- en Bestekdeskundigen” (EKB) opgestart.
Stichting STABU op verzoek van de BNB geparticipeerd in dit project. Het opstellen van zogenaamde Beroepscompetentieprofielen (BCP) voor beide branches was een van de eerste acties van het EKB-project waarbij Stichting STABU nauw betrokken is geweest.
'Het opstellen van zo genaamde Beroeps competentieprofielen voor beide branches was een van de eerste acties van het EKB-project.'
Doel van het EKB-project was primair om een stelsel van opleidingen voor opscholing op te zetten op het gebied van “bestekken en begroten” voor werknemers die reeds in de bouwbranche werkzaam zijn en dus in beginsel niet voor studenten uit het reguliere onderwijs. Eind 2006 heeft
Dit heeft aan de bestekkenkant geresulteerd in drie Beroeps competentieprofielen voor de B&U sector, namelijk Bestekschrijver B&U, Bestekdeskundige B&U en Bestekadviseur B&U. Vervolgens zijn de competentieprofielen van de bestekschrijver en de bestek deskundige verkaveld in leerplannen. De sinds 1991 bestaande STABU “Opleiding bestekschrijver” is vervolgens geheel aangepast aan het leerplan Bestekschrijver B&U. In de herfst van 2008 is, eenmalig, de vernieuwde opleiding Bestekdeskundige van start gegaan aan de Haagse Hogeschool. De HAN wil nu een serieuze poging doen om deze opleiding, in gemodificeerde vorm, vlot te trekken. Om te worden toegelaten tot deze opleiding dient de aspirant cursist in beginsel de opleiding Bestekschrijver van de Stichting STABU te hebben gevolgd in combinatie met enkele jaren relevante praktijkervaring.
» Komt STABU binnenkort nog met nieuwe cursussen en opleidingen? Jazeker. In het najaar zal, indien er voldoende aanmeldingen zijn, de “Opleiding Directie voering UAV 2012/STABU” van start gaan. Deze opleiding is bestemd voor projectleiders/directievoerders en toezichthouders/ opzichters van architecten- en ingenieursbureaus, de opdrachtgevende overheid, woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars etc. en iedereen die in zijn of haar dagelijkse functie in het bouwproces te maken heeft met directievoering in de B&Usector en/of zich wil verdiepen in het vak. Na het volgen van deze 5-daagse opleiding worden de cursisten geacht te kunnen werken overeenkomstig alle thema’s en taken, zowel de “noodzakelijke taken” en “niet-noodzakelijke taken” of “keuzetaken” en “multitaken” uit “Fase 09 Uitvoering – Directievoering” conform de “Standaardtaakbeschrijving 2009 (DNR-STB 2009)”. Daarnaast wordt de cursist geacht de kerntaken te kunnen uitoefenen van het beroep “Bouwkundig toezicht” als opgenomen in de “BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN ARCHITECTENBRANCHE”. Docenten
zijn ondermeer prof. mr. dr. M.A.B. (Monika) Chao-Duivis, directeur van het Instituut voor Bouwrecht en lid van de Werkgroep Herziening U.A.V. 1989 en ing. A.J. (Ton) Roelofs, directeur adviesgroep Bouwmanagement bij abt. Een andere cursus die in de pipeline zit is de cursus “Design for All, besteksteksten voor integraal ontwerpen” en is speciaal bedoeld voor de bestekschrijver die het bestek aan de laatste eisen van integrale toegankelijkheid wil laten voldoen. Na het bijwonen van deze cursus van een halve dag wordt de cursist geacht kennis te bezitten over integraal ontwerpen, op de hoogte te zijn van de laatste stand van zaken op het gebied van toegankelijkheid en met behulp van het naslagwerk met besteksposten de theorie in praktijk te kunnen brengen. Docenten zijn ir. J.W.A. (Jan) van Soeren, adviseur Stichting SILVUR en drs. B.P.L.M. (Berry) den Brinker, directeur Stichting SILVUR. Zie de STABU-website onder “cursussen en opleidingen” voor meer informatie. » Lees verder op p.14 STABULLETIN | 13
» vervolg van p.13 'Vraag het STABU' Is er een relatie tussen STABU BWBRD en System-Engineering (SE)? Jazeker, want met de producten die onderdeel uitmaken van STABU BWBRD kun je functioneel specificeren. Systems Engineering (ook wel ‘SE’ genoemd) is in de jaren '40 is ontstaan bij Bell Telephone Laboratories, waarna het spoedig door de defensie- en ruimtevaart industrieën werd geadopteerd. Systems Engineering wordt gebruikt bij complexe systemen, waarbij het systeem opgedeeld wordt (decomponeren) in hapklare brokken. De term SE bestaat uit de begrippen ‘Systems’ en ‘Engineering’. Systemen, zoals een object (gebouw), bestaan per definitie uit delen (ruimten) die alleen samen het systeem zijn functie kunnen laten vervullen. Deze delen bestaan op hun beurt uit systemen (elementen) of niet verder op te splitsen systeem elementen (bouwdelen).
Kenmerkende onderdelen van Systems Engineering zijn het opstellen van functionele specificaties, het opstellen van boomstructuren (objectenbomen, activiteitenbomen) en het uitvoeren van verificaties en keuringen. Het functioneel specificeren bestaat uit het opstellen van eisen. In eisen is vastgelegd wat het systeem moet kunnen, de functie. De prestatie is het vervullen van deze functie. Betreft het een complex project, dan deelt men het systeem op in onderdelen. Voor ieder van deze onderdelen worden dan weer aparte, afgeleide eisen gesteld. Ieder onderdeel vervult een eigen functie. In de functionele eisen ligt vast wat het object dient te doen, c.q. wat de functies zijn die het object dient te vervullen en wat de prestatie van de geïdentificeerde functies moet zijn, door antwoord te geven op vragen als: Wie? Wat? Waar? Wanneer? Hoeveel? Welke? etc. Met gebruikmaking van een objectenboom welke groeit naarmate het project zijn fasen doorloopt, van grof naar fijn.
Sietsema nieuwe voorzitter STABU 'Zij heeft een brede belang stelling voor de samenleving in het algemeen en voor duur zaamheid in het bijzonder.'
Tijdens de Algemeen Bestuursvergadering op 11 april jl. is drs. T. (Titia) Siertsema benoemd tot voorzitter van Stichting STABU. Zij neemt daarmee de voorzittershamer van J.A.M. (Jan) Altenburg over, die namens ministerie BZK deze functie ruim 6 jaar heeft bekleed.
Sinds 2013 is mevrouw Siertsema ook voorzitter van UNETOVNI. Zij heeft een brede belangstelling voor de samenleving in het algemeen en voor duurzaamheid in het bijzonder. Verder is zij bestuurslid van SMI en voorzitter Raad van Commissarissen 2BA. Naast haar werk voor UNETO-VNI is zij penningmeester van Start Foundation. Zij neemt deel aan initiatieven gericht op duurzame energie zoals Nederland krijgt nieuwe energie. 14 | STABULLETIN
Titia Siertsema, geboren in Groningen, begon haar loopbaan in 1982 bij Shell. Daarna vervulde zij diverse functies, waarvan een groot aantal in de energiesector. Als controller en manager van verschillende energiemaatschappijen maakte Siertsema de liberalisering van de energiemarkt mee, met vele fusies en overnames. Zij leverde telkens een belangrijke bijdrage in het integreren van bedrijven en het overbruggen van cultuurverschillen. Siertsema was regio directeur Haaglanden bij Eneco nadat zij directeur was van het Energiebedrijf Rijswijk-Leidschendam (ERL).
Door te kiezen voor oplossingsvrije objecten wordt voorkomen dat men te snel naar een oplossing stuurt en eventuele alternatieven (varianten) gepasseerd worden. Het ontwikkelingsproces van het specificeren geschied aldus op een gestructureerde en systematische wijze. Veranderingen in de werkprocessen bij invoering van SE zijn ondermeer het niet langer fixeren van het programma van eisen (PvE) voordat je met het ontwerp kunt beginnen. Er zal sprake zijn van een doorlopend afwisselend proces van (daar waar mogelijk) oplossingsvrij specificeren en ontwerpen.
Aangepast Aedes model-aannemingsovereenkomst & bestek Het Aedes model bestek is geüpdate aan de hand van de STABU-catalogus 2013-1 en er is er ook een nieuwe versie van het Aedes model aannemingsovereenkomst voor woning corporaties 2.0 (versie 2.0) uitgegeven. Om de partijen die gebruikmaken van de aannemingsovereenkomst en het bestek te voorzien is vanzelfsprekend ook de bijgeleverde Leeswijzer Aedes model aannemingsovereenkomst voor woningcorporaties 2.0 geactualiseerd. De betreffende documenten kunnen worden geraadpleeg op: www.stabu.org/bestekteksten. Meer informatie Voor informatie aangaande de publicatie van het model op de STABUwebsite en de STABU Aanvullende Administratieve Bepalingen kunt u contact opnemen met: projectcoördinator juridische zaken van STABU S.A. (Sebastiaan) Brands T 0318 – 633 026 E
[email protected]. Voor inhoudelijke opmerkingen/suggesties inzake het Aedes model aannemingsovereenkomst en bestek VBTM advocaten: de heren mr. M.R. de Boer en/of mr. S. Engels T 0348 – 48 70 00 E
[email protected]
Bert van de Goot met pensioen De heer G.C.M. (Bert) van de Goot gaat op 1 juli 2013 van zijn welverdiend pensioen genieten. Met zijn rijke ervaring is de heer Van de Goot voor alle collega's, maar ook voor project- en werkgroepleden, klankbordgroep, etc. een bron van kennis geweest. De taken van Bert van de Goot worden over diverse medewerkers van STABU verspreid. In 1983 is Bert van de Goot bij STABU komen werken. Na diverse functies bij Stichting STABU te hebben bekleed, heeft hij zich de laatste jaren als uitgever/inkoper ingezet. In dit kader was hij onder andere verantwoordelijk voor de STABU-publicaties waaronder de diverse STABU-uitgaven en de websites. Bert van de Goot heeft de uitdrukkelijke wens uitgesproken om een bescheiden afscheid te vieren, wat op 27 maart 2013 heeft plaatsgevonden. Wij hebben grote waardering voor zijn inzet en enorme betrokkenheid en de wijze waarop hij de belangen van STABU heeft behartigd, waarvoor wij hem veel dank verschuldigd zijn. Vanuit STABU wensen wij hem alle goeds voor de toekomst.
'Wij hebben grote waardering voor zijn inzet en enorme betrokkenheid.' STABULLETIN | 15
Stichting Marktwerking Installatietechniek is een stichting die aanbestedingsprocedures ten behoeve van installatiebedrijven verder wil verbeteren. Daarbij streeft SMI naar evenwichtige, objectieve en transparante vraag- en aanbodverhoudingen.
Uit de praktijk
De nieuwe aanbestedingswet:
Naar een professionele praktijk met de klachtenregeling Met de nieuwe aanbestedingswet is een laagdrempelige klachtenregeling ingesteld. Deze regeling maakt het mogelijk klachten over een aanbestedingsprocedure snel te laten behandelen, waarmee een gang naar de rechter kan worden voorkomen. Dit laatste juicht SMI toe, omdat gerechtelijke procedures vaak niet tot het gewenste resultaat (kunnen) leiden. Bovendien biedt de regeling de mogelijkheid om naast klachten over onrechtmatigheid ook die over ondoelmatige aanbestedingen te laten behandelen.
De klachtenregeling beoogt bij te dragen aan een snelle en zorgvuldige afhandeling van klachten. Het doel daarbij is het professioneler maken van de aanbestedingspraktijk. Dat kan bereikt worden door aanpassing van de lopende procedure en - als - het niet meer mogelijk is om de procedure aan te passen- via het leereffect voor toekomstige procedures. Maar het bestaan van de klachtenregeling alleen zal niet tot verbetering van de aanbestedingspraktijk leiden: de inzet van de markt èn van de aanbestedende diensten is van essentieel belang! Waarom een klachtenregeling? Een succesvol project begint natuurlijk bij een goede begeleiding tijdens de initiatiefase van bijvoorbeeld het bouwproject. In die fase worden beslissingen genomen over de bouwprocesvorm en de daarbij passende aanbestedingsprocedure. Voor u als adviseur en bestekschrijver is een belangrijke taak weggelegd. Als de voorbereiding zorgvuldig gebeurt, vermindert dat de kans op klachten of gerechtelijke procedures. Dat is zonneklaar. Bij een minder zorgvuldige voorbereiding of als vergissingen worden begaan bij aanbestedingsprocedures bleef er voorheen alleen de welwillendheid tot aanpassing van de aanbestedende dienst met als uiterste stap de gang naar de rechter over. Dat laatste bood en biedt meestal geen soelaas. Het gelijk "krijgen" vertaalt zich immers niet altijd in een reële kans op gunning, waar het de gegadigde uiteindelijk omgaat. Om maar niet te spreken van de "slechte" start van een project dat in rechte min of meer is afgedwongen. Om die reden is het voor een gegadigde ook weinig aantrekkelijk om via een rechter alsnog tot de selectie te worden toegelaten of selectie-eisen aangepast te krijgen. De klachtenregeling biedt echter wel een betere mogelijkheid om in de selectiefase op te komen tegen een afwijzing in de selectiefase of op te komen tegen een geschiktheidseis. Hierbij is wel van belang dat hoe eerder de klacht wordt ingediend en vervolgens behandeld, hoe meer gelegenheid er is om de aanbestedingsprocedure daar vervolgens nog op aan te passen. Dan hoeft aanpassing aanbestedingsrechtelijk niet tot problemen te leiden. Immers, met een rectificatie en het zonodig verlengen van de aanbestedingstermijnen handelt men niet in strijd met de regels. Betreft het een ingrijpende wijziging, dan kan altijd nog de gehele termijn opnieuw -na 16 | STABULLETIN
rectificatie- in acht genomen worden. Dat zal weliswaar de geheel projectplanning kunnen verschuiven, maar is nog altijd te verkiezen boven het voeren van een gerechtelijke procedure. Waarover gaan klachten? Klachten kunnen gaan over allerlei aspecten van concrete aanbestedingsprocedures. Dus over disproportionele selectieeisen en uitsluitingscriteria, onredelijke financiële eisen, onduidelijke gunningscriteria, het niet verstrekken van informatie enzovoort. Met de nieuwe Aanbestedingswet zijn er een aantal nieuwe regels toegevoegd, zoals de verzwaarde motiveringsplicht, het verbod op samenvoegen van aparte percelen, het verplicht toepassen van EMVI maar ook normen op gebied van proportionaliteit. Het niet toepassen ervan of het ontbreken van een deugdelijke motivering van een bepaalde beslissing om van deze (nieuwe) regels af te wijken, kan ook onderwerp van een klacht zijn. Het komt er kortheidshalve op neer dat er een klacht kan worden ingediend over alle (niet grondig gemotiveerde) afwijkingen van de diverse regels zoals opgenomen in de Gids proportionaliteit, het ARW 2012 en de wet. Ook doelmatigheid! Een nog veel belangrijker voordeel bij de klachtenregeling is dat de aanbesteding ook op doelmatigheid getoetst kan worden. Dit ontbreekt meestal in een gerechtelijke procedure. De rechter past namelijk alleen de juridische regels toe. En daarbij stelt hij zich ook zeer terughoudend op, er vindt dan een zogenaamde "'marginale toetsing" plaats. De rechter geeft daarbij aan dat de aanbesteder bijvoorbeeld bij de beoordeling of het referentieproject voldoet aan de eisen of bij het besluit om een veel te lage prijs niet te controleren een "ruime beleidsbevoegdheid" heeft, of daarin behoorlijke vrijheid heeft, waarover de rechter inhoudelijk dan verder geen oordeel geeft. Daarmee wordt de aanbestedende dienst – in de ogen van markt- wel heel veel vrijheid gegeven wat achteraf dan niet controleerbaar is. Een ander steeds vaker voorkomende overweging van de rechter is dat een handeling van de aanbesteder rechtmatig wordt bevonden, mits dat handelen of de regel daarvoor maar vooraf in de aanbestedingsstukken helder was opgenomen. Dat leidt ertoe dat alleen wordt getoetst op aanwezigheid van zo'n
van
SMI
Door: mr. ir. Pieter van den Eijnden & mr. Margreet van Deurzen
heldere regel in de leidraad, zonder inhoudelijk de gewraakte bepaling toetsen. Enkele voorbeelden:
voorbeeld 1 De bepaling dat alle fouten in de aanbestedingstukken vooraf gemeld moeten worden aan de aanbesteder. Vaak vergezeld met een door de gegadigde te ondertekenen verklaring, waarin hij akkoord gaat met de inhoud en correctheid van de aanbestedingstukken! Verrekening achteraf is dan niet meer mogelijk als er in de uitvoeringsfase een fout aan het licht komt. Hierover oordeelde de rechter dat dit vooraf voldoende duidelijk was opgenomen in de leidraad, zodat er terecht een beroep op gedaan mocht worden door de aanbesteder en er dus niets vergoed hoefde te worden.
voorbeeld 2 Een ander voorbeeld betreft het opnemen van de expliciete bepaling dat elk bezwaar in de aanbesteding door middel van een kort geding moet worden ingediend binnen de Alcateltermijn. En toegevoegd dat alle bezwaren die na die periode worden ingediend niet–ontvankelijk zijn. Ook zo'n bepaling is toegestaan. Dit is een uitbreiding op de "echte" Alcateltermijn, die een stand-still termijn is. Dat wil zeggen dat de aanbesteder wacht met gunnen nadat de termijn is verstreken. Op deze Alcateltermijn kom ik bij het kopje "De markt en U aan zet", nog terug.
Deze tendens in de rechtspraak versterkt de juridisering bij aanbestedingen: leidraden komen bol te staan van allerlei dichttimmerbepalingen. Onder het mom van de transparantie: als het in de leidraad staat, dan is het goed. Aan de inhoudelijke toets, dus of het een doelmatige en redelijke bepaling is, wordt dan niet meer toegekomen. Gelukkig is in de klachtenregeling wel meer ruimte voor de doelmatigheidstoets. En dan met name als een klacht – na afwijzing door het klachtenmeldpunt van de aanbesteder - door de commissie van experts behandeld wordt: deze commissie wordt ondersteund door een groep inkoop-,
markt-, en juridische experts en en materiedeskundigen. Met name de marktexperts en materiedeskundigen geven de context om over doelmatigheid te oordelen. En materiedeskundige zal immers afwegen of de gekozen procedure in verhouding staat tot de te maken calculatiekosten. Het advies van de commissie van experts is overigens niet bindend. Dit om de regeling laagdrempelig te houden. Door de autoriteit van deze commissie zal het ertoe leiden dat aanbesteders het advies niet zomaar naast zich neerleggen. Vergelijkbaar met de uitspraken van de nationale ombudsman, die ook "niet-bindend" zijn. Voor meer info zie : www.commissievanaanbestedingsexperts.nl waar onder meer de spelregels (reglement) te vinden en de lijst van experts De markt en U aan zet! Deze laagdrempelige klachtenbehandeling kan alleen gaan werken als er ook gebruik van gemaakt zal worden. En als er ook op de juiste manier mee wordt omgegaan. Dat betekent enerzijds dat de markt aan zet is om vroegtijdig eventuele punten als klacht naar voren te brengen. Vroegtijdig wil zeggen dat zodra de aanbestedingstukken beschikbaar zijn en de marktpartij meteen moet controleren of hij vreemde eisen en criteria tegenkomt. Daarbij zal hij moeten bekijken of het iets betreft dat onduidelijk is en slechts opgehelderd hoeft te worden. Dan kan hij vragen in de nota van inlichtingen (blijven) stellen, op dezelfde manier als voor de nieuwe Aanbestedingswet. Maar betreft het iets waarmee hij het niet eens is, omdat het in strijd met regels is of ondoelmatig is, dan zal hij er een klacht van moeten maken. Tenminste als aanpassing ervan in de procedure gewenst is. En dat betekent dat er gedurende de aanbesteding rechtstreeks bij het klachtenmeldpunt van de aanbesteder een klacht moet worden ingediend. Op zijn beurt zal het klachtenmeldpunt snel en adequaat moeten optreden. Dat houdt ook in dat bij een complexe klacht de aanbesteding verlengd wordt. Of ingeval een klacht over de voorgenomen gunning gaat, er met de klagende partij wordt afgesproken dat de Alcatel termijn wordt verlengd ( zoals hierboven in kopje "ook doelmatigheid!" aangehaald). En er dus nog geen dagvaarding hoeft te worden betekend. Immers als de behandeling van de klacht ertoe leidt dat de voorgenomen gunning inderdaad moet worden bijgesteld, voorkomt dat een gerechtelijke procedure. En daarmee is de aanbestedende dienst ook beter af. De voorlopige begunstigde zal op zijn beurt wellicht een procedure overwegen. Begrijpelijk, maar zolang deze goed geïnformeerd wordt waarom niet aan hem wordt gegund en waarbij ook de inhoud van het advies in de klachtenafhandeling wordt meegegeven, dan zal hem dat minder snel doen besluiten om toch nog een procedure tot gunning aan te spannen. Kortom, alleen een meewerkende en adequate opstelling van zowel aanbesteder en marktpartij zal de klachtenregeling tot een succes kunnen maken. Dat kan door de klachtenregeling niet zozeer te beschouwen als mogelijkheid om elkaars belangen tegenover elkaar af te wegen, maar veeleer om elkaar te vinden in het gemeenschappelijke belang: een inkoopprocedure, gericht op de verantwoorde inzet van belastinggelden tegen zo laag mogelijke lasten en waarbij marktpartijen een eerlijke kans hebben. SMI hecht hier een groot belang aan en stelt zich actief op om de klachtenregeling tot een succes te maken. Meer informatie Wilt u meer weten over de installatiebranche en de klachtenregeling, neem dan gerust contact met ons op via
[email protected] of bel met Margreet van Deurzen of Pieter van den Eijnden 079 -323 77 62. STABULLETIN | 17
Risico
VAN HET VAK
cybercrime:
Risicomanagement in digitaal tijdperk
Problemen met internetbankieren. Hackers die vertrouwelijke gegevens in handen krijgen. Websites die op zwart gaan. Door de toenemende afhankelijkheid van ICT groeit voor bedrijven de noodzaak zich goed te beschermen. Dat geldt ook voor de bouw- en installatiebranche, waar veel intellectueel eigendom op de plank ligt.
Risico’s voor de bouw Typisch voor bouw- en installatiebedrijven is dat ze veel intellectueel eigendom in huis hebben, zoals bouw- en constructietekeningen. Stel dat tekeningen van de (ver) bouw van een gevangenis of rechtbank uitlekken. Dat leidt onmiddellijk tot problemen en aansprakelijkheidsrisico’s.
Soms is het kwade opzet. Denk aan hacking, identiteitsfraude of verspreiding van kwaadaardige software. Soms is het technisch of menselijk falen. Zeker is dat door de sterke digitalisering en het toenemende gebruik van ICTsystemen, webshops, cloud-computing en social media elke organisatie in meer of mindere mate vatbaar is voor cyberrisico’s.
'Hier speelt het risico van keten aansprakelijkheid.'
Grote schadepost De schade neemt dan ook toe. Onderzoeksinstituut TNO becijferde vorig jaar dat cybercrime de Nederlandse samenleving inmiddels zeker 10 miljard euro op jaarbasis kost. Driekwart hiervan komt voor rekening van het bedrijfsleven. Want stel dat er – gevoelige – personeelsgegevens op straat komen te liggen, dan kunnen bedrijven daarvoor aansprakelijk worden gesteld. Hetzelfde geldt voor het onbedoeld openbaar worden van (financiële) gegevens van klanten. Een andere kostenpost is imagoschade: wie met een schreeuwende kop in de krant staat, krijgt vragen van twijfelende leveranciers en afnemers. Of zelfs afmeldingen.
In drie stappen goed voorbereid Aon helpt organisaties en bedrijven met een samenhangende aanpak van analyseren, beheersen en bestrijden. Dat kan in drie stappen: [1] Identificeer de belangrijkste cyberrisico’s en neem maatregelen om deze beheersbaar te maken [2] Veel (nieuwe) cyberrisico’s zijn niet verzekerd of verzekerbaar op bestaande verzekeringen. Check dit en overweeg het afsluiten van een specifieke cyberverzekering [3] Zorg dat in een speciaal crisisplan is vastgelegd wat te doen bij een cybercrisis en dat de betrokken medewerkers hiervan op de hoogte zijn.
18 | STABULLETIN
De bouw werkt meer en meer geautomatiseerd. Dat biedt kansen, maar is niet zonder risico’s. Een goed voorbeeld is het Building Information Model – een softwareprogramma waarbij ontwerp, constructie en bouw van een gebouw in een soort databank zijn vastgelegd. De architect tekent bijvoorbeeld een plan en voert codes in voor materialen.
Aon is een wereldwijde financiële dienstverlener en zorgt ervoor dat ondernemende mensen verantwoorde risico's durven te nemen door deze inzichtelijk en beheersbaar te maken. Samen met STABU helpen en informeren ze over risico's en risicomanagement in de bouw. Auteurs: Bas Bozon en (rechts op de foto) Michiel Ebeling Koning (Aon Risk Solutions)
Op basis daarvan weet de aannemer welke materialen hij moet bestellen. Maar stel dat iemand – een hacker – uit balorigheid de codes zou veranderen. Dat leidt tot fouten, enorme kosten en imagoschade. Ook speelt hier het risico van ketenaansprakelijkheid: wie is verantwoordelijk?
van informatie zijn hierbij belangrijke aandachtsgebieden. Het resultaat is een bedrijfsspecifieke lijst van alle informatierisico’s, die per risico is aan te vullen met beheersmaatregelen die binnen de onderneming al aanwezig zijn. Het is daarna zaak prioriteiten aan te brengen en na te denken over oplossingen voor die risico’s die niet meteen kunnen worden opgelost.
Meer cybergevaren Er liggen meer cybergevaren op de loer. Hoe snel kun je als bouwbedrijf data die verloren is snel weer terughalen? Stel dat je website en informatiesystemen plat gaan, dan ligt het hele bedrijf stil. Een ander risico is de BYODontwikkeling, bring your own device. Op grote bouwplaatsen communiceren tal van partijen met elkaar, vaak via open netwerken die toegankelijk zijn via eigen smartphones, tablets en laptops van personeel. Wie de toegang niet versleuteld heeft, loopt bij verlies of diefstal het risico op onthulling van gevoelige data.
Verzekeren als optie Toch is nooit sprake van 100 procent veiligheid, hoe goed een bedrijf cyberrisico’s ook inzichtelijk en beheersbaar heeft gemaakt. Zeker niet een wereld waarin de digitale ontwikkelingen razendsnel gaan. Bedrijven kunnen ervoor kiezen die risico’s voor eigen rekening te nemen. Verzekeren is ook een van de mogelijkheden. Welke verzekeringsvorm het beste aansluit, hangt sterk samen met de vraag en loopt uiteen van een verzekering voor beroeps- of bestuurdersaansprakelijkheid tot een uitgebreide goederen/inventarisverzekering voor bijvoorbeeld schade aan data of software.
Cyberrisico’s tackelen Wie cyberrisico’s wil tackelen, brengt ze eerst in kaart. Vertrouwelijkheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid
Meer informatie U vindt de whitepaper ‘Cyberrisico’s onder controle?’ op de site van Aon.
CE-markering uitgelegd Op dit moment wordt de bouwsector geconfronteerd met de meest ingrijpende wijziging ooit, namelijk de manier waarop de bouwproducten mogen worden verkocht en verhandeld in de Europese Economische Ruimte (EER).
Met ingang van 1 juli 2013 wordt op grond van de Europese Verordening bouwproducten (305/2011/ EU), ook wel CPR (Construction Products Regulation) genoemd, het voor fabrikanten verplicht de CE-markering toe te passen op alle bouwproducten die vallen onder een geharmoniseerde Europese norm (h’EN) of Europese technische beoordeling (ETA). Dit is een grote verandering. Een bouwproduct van CE-markering voorzien overeenkomstig de bepalingen van de bestaande richtlijn CPD (Construction Products, Directive 89/106/EEC) – in Nederland genoemd de Richtlijn bouwproducten (EEG) – is momenteel vrijwillig. Het aanbrengen van de CE-markering op bouwproducten die vallen onder een geharmoniseerde Europese norm (h’EN) dan wel Europese technische beoordeling (ETA) wordt in de Europese Verordening bouwproducten (305/2011/EU) verplicht gesteld. STABU heeft als leidraad voor fabrikanten, importeurs en distributeurs een handleiding samengesteld op: http://www.stabu.org/downloads/STABU_brochures_en_modellen. STABULLETIN | 19
Wat is erger: bijdragen aan het broeikaseffect of vervuiling van de grond? Op deze vraag is geen simpel antwoord te geven. Toch heeft kennisinstituut NIBE in Bussum hiervoor een hulpmiddel ontwikkeld.
In de voormalige watertoren van Bussum bevindt zich het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en In het Bouwbesluit 2012 is een Ecologie bv (NIBE). Het eerste bepalingsmethode voor de contact is gelegd door Maarten milieuprestatie van het gebouw van Hezik - algemeen directeur voorgeschreven. Als gevolg van STABU. Hij heeft begin van dit daarvan zijn de verwijzingen jaar contact opgenomen met de naar DUBO-maatregelen met de oprichter van het bedrijf prof. dr. ir. uitgave 2012-2 verwijderd. Michiel Haas om tot een mogelijke samenwerking te komen. Haas: "Het is interessant om de mogelijkheid van het koppelen aan STABU te onderzoeken. STABU wil op het gebied van milieuaspecten niet opnieuw het wiel uitvinden, maar zoekt de samenwerking. Wij hebben veel ervaring met dit wiel." Absolute en relatieve waarden Op basis van de gegevens uit de Nationale MilieuDatabase van SBK en met aanvullingen van NIBE worden de volgende milieueffecten beoordeeld: emissies (broeikaseffect, ozonlaagaantasting, humane toxiciteit, etc.), uitputting ((a) biotische grondstoffen, energiedragers), landgebruik en hinder (stank, geluid door wegtransport/productie, licht, kans op calamiteiten). Deze beoordeling gebeurt absoluut in Schaduwkosten (€), een handig hulpmiddel om alle criteria bij elkaar te kunnen voegen en relatief in een Milieuklasse. Het minst milieubelastende product scoort dan milieuklasse 1a en alle andere producten zijn daar aan gerelateerd, zodat heel snel te zien is welk product de beste keuze is. Tevens worden de producten met DUBOkeur® vermeld.
NIBE is van mening dat kennis delen de sleutel is voor een duurzame toekomst. Om die reden starten zij een kennisoffensief en geven gratis toegang tot hun uitgebreide kennis op het gebied van milieueffecten en gezondheidsaspecten van bouwmaterialen. Aanmelden kan via www.nibe.info. Daar kan iedereen een gratis account aanmaken en heeft daarmee de beschikking over de informatie.
LCA Hoe kunnen producten op milieugebied vergeleken worden? Om een goed beeld te kunnen krijgen van de milieubelasting van een product, is het noodzakelijk om een Levens Cyclus Analyse te maken (LCA). Bij een LCA wordt een product beoordeeld gedurende alle levensfasen. De effecten worden via een rekentool vertaald in de zogeheten schaduwkosten van een product. Hoe lager de schaduwkosten, hoe duurzamer een product. De Milieuclassificaties op deze website visualiseren het resultaat van de productvergelijking op milieugebied. "In 1992 hebben we het
eerste boek Milieuclassificatie Bouwmaterialen" uitgebracht. Blijkbaar zijn wij de enige die op basis van LCA's vergelijkingen maken van bouwproducten. Wij hebben ons tot doel gesteld om mensen zoveel mogelijk hulpmiddelen te bieden zodat ze er mee kunnen werken en dat bovendien eenvoudig toegankelijk zou zijn. Ik kan als architect misschien wel 100 duurzame woningen bouwen, maar ik kan ook 100 architecten leren hoe ze duurzaam moeten bouwen en dan is het effect veel groter", aldus Haas.
Het keurmerk voor duurzaam bouwen Het DUBOkeur® bewijst dat een product, grondstof of woning tot de meest milieuvriendelijke keuze behoort. Dit wordt aangetoond aan de hand van een milieukundige levenscyclusanalyse gemaakt door het NIBE. Met het DUBOkeur® kunnen producten, grondstoffen en woningen op een onafhankelijke en wetenschappelijk wijze aantonen dat ze een duurzame keuze zijn. Het doel van het DUBOkeur® is om uitsluitend de bovenkant van de markt op het gebied van duurzaamheid een keurmerk te geven, zodat het ook echt waarde krijgt.
20 | STABULLETIN
Prijs, kwaliteit of milieu "Veel productiebedrijven en leveranciers concurreren met elkaar vooral op prijs en kwaliteit, maar nog niet op milieugebied. Men vergelijkt een baksteen met bijvoorbeeld kalkzandsteen, maar de fabrikanten van bakstenen leggen niet de verschillende milieuaspecten naast elkaar. Om op dat voorbeeld door te gaan; de ene baksteenfabrikant haalt zijn
klei uit de groeve die ernaast ligt en de andere uit Duitsland. De een stookt met biomassa, de ander nog op kolen. Er kunnen dus enorme verschillen ontstaan, waarover fabrikanten openbaarheid zouden moeten geven. Deze informatie proberen we boven water te krijgen." Verwachting De oprichter van NIBE heeft veel verwachtingen van de samenwerking met STABU. "De architect moet nu nog echt op zoek gaan naar milieu-informatie, er moet een zekere interesse en bereidheid bij hem voor zijn. Met de koppelingen in de STABU-systematiek krijgen ze de informatie op een presenteerblaadje aangeboden met alle mogelijke alternatieven." Haas vervolgt: "Het is onvermijdelijk dat het milieu een steeds hogere prioriteit gaat krijgen. Nu staat 'energieverbruik' misschien nog niet overal hoog op de agenda, maar we moeten uiteindelijk in 2020 een energieneutraal resultaat hebben. Er moet daarvoor nog veel gebeuren." Cementboom "Verreweg de belangrijkste uitdaging waarvoor we staan zijn de bouwmaterialen zowel het gebruik als de beschikbaarheid ervan. Nu lopen we al tegen schaarste aan van bijvoorbeeld metalen, maar op grote schaal zullen grondstoffen opraken. We zullen echt bewust met die grondstoffen om moeten gaan. Een spectaculair voorbeeld zijn we op de TU aan het onderzoeken", gaat Michiel Haas verder. "Cement, met name portlandcement is een grote boosdoener met het oog op CO2-uitstoot. De hele industrie is zich hiervan bewust en bezig om een oplossing te zoeken. Het lijkt erop dat we chemisch cement ook uit plantaardig materiaal kunnen samenstellen. Geen cementboom, maar bijvoorbeeld een bijproduct van de tomatenteelt. Het geeft een heel interessante aanzet om te kijken naar alternatieven in de vorm van nagroeibare materialen. Anders leren kijken, daar gaat dit aan bijdragen", aldus Michiel Haas. "Overigens zal dit nog wel enige jaren duren voor we nagroeibare cement kunnen toepassen."
Michiel Haas is senior adviseur / algemeen directeur en heeft architectuur gestudeerd aan de Eidgenőssische Technische Hochschule Zürich, Zwitserland. Na dienstverbanden in Zwitserland, Spanje en Nederland vestigde hij zich vanaf 1980 als zelfstandig architect. Hij heeft zich intensief bezig gehouden met allerlei initiatieven op het gebied van duurzaam bouwen, is (mede)auteur van 11 boeken en is een veel gevraagde spreker voor cursussen en symposia in binnenland en buitenland. In 1990 richtte hij het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) in Bussum op. In 1997 promoveerde hij aan de TU-Eindhoven op zijn proefschrift: ‘TWIN-model, milieuclassificatiemodel bouw’, één van de eerste wetenschappelijke studies over een methode om bouwproducten op hun milieubewustzijn en gezondheidsverdraaglijkheid te beoordelen. Michiel is tevens twee dagen in de week hoogleraar in Delft bij de faculteit CiTG, waar hij de leerstoel ‘Materials & Sustainability’ verder ontwikkelt.
Duurzaam bouwen? VEKA heeft het juiste kunststof profiel!
VEKA maakt duurzaam bouwen gemakkelijker. Met de VEKA profielen kunt u de hoogste isolatiewaarden bereiken. De dikwandige KOMO klasse A profielen dragen triple beglazing met gemak. Bovendien zijn ze volledig te recyclen. VEKA zorgt daar zelf voor; kunststof profielen worden verwerkt in de eigen recyclingfabriek. Cradle-to-cradle: met VEKA maakt u het waar!
Kwaliteit, vertrouwen en zekerheid
www.vekakozijn.nl
STABULLETIN | 21
voeonr door
NEN maakt geen normen, u wel! Goede afspraken over producten, werkwijzen en diensten zijn belangrijk. Is veiligheid in het geding, dan zijn ze zelfs van levensbelang. Denk maar eens aan constructieve veiligheid en brandveiligheid van bouwwerken. NEN begeleidt het maken van afspraken en publiceert deze in de vorm van normen en richtlijnen.
voorstel
1
Het maken van die afspraken (normalisatie) vindt plaats in een normcommissie, waar iedereen die belang heeft bij het onderwerp zitting in kan nemen. Aanleiding om een nieuwe norm (openbare afspraak) te ontwikkelen is vaak een verzoek vanuit de nationale of internationale markt, maar kan ook een eigen initiatief vanuit NEN zijn. Wanneer door NEN is besloten dat er voldoende draagvlak is om een norm te ontwikkelen, start het normalisatieproces. Hieronder wordt het formele normalisatieproces in 7 stappen toegelicht.
[Fase 1] Voorstel De eerste fase van het formele normalisatieproces is het indienen van een voorstel tot normalisatie bij de desbetreffende beleidscommissie van NEN. Een voorstel kan ingediend worden door een onderneming, organisatie, individu of NEN. Op nationaal niveau kan de overheid opdracht geven tot normalisatie; op Europees niveau ligt die bevoegdheid bij de Europese Commissie. Afhankelijk van de Europese en internationale ontwikkelingen besluit de beleidscommissie voorbereidingen te treffen voor het instellen van een eventuele normcommissie.
[Fase 2] Voorbereiding De tweede fase omvat de voorbereiding. Deze bestaat uit het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek en het opstellen van een werkprogramma Normontwikkeling. Op basis hiervan besluit de beleidscommissie wel of niet over te gaan tot oprichting van een normcommissie.
totstand koming norm commissie
3
voorbereiding
[Fase 3] Totstandkoming Normcommissie Nadat besloten is een norm te ontwikkelen, wordt in de derde fase het werkprogramma Normontwikkeling door de beleidscommissie toegewezen aan een bestaande of nieuwe op te richten normcommissie. Ook kan de beleidscommissie besluiten een subcommissie of een werkgroep op te richten voor het ontwikkelen van de norm. Voor het opzetten van een nieuwe normcommissie nodigt NEN namens de desbetreffende beleidscommissie alle belanghebbende groeperingen (‘all parties-concerned’) uit om een commissielid voor te dragen. Belanghebbenden kunnen zichzelf ook voordragen, door zich te melden bij NEN. De beleidscommissie bepaalt welke organisaties en/of instellingen representatief zijn en een uitnodiging moeten ontvangen. Normcommissieleden behoren bereid te zijn financieel bij te dragen aan het normontwikkelingsproces.
[Fase 4] Ontwikkeling norm Na instelling van de normcommissie kan de norm daadwerkelijk worden ontwikkeld. Op grond van hun expertise gaan de verschillende leden van de normcommissie met elkaar in overleg om tot consensus te komen over de inhoud van de norm. Dit wordt vervolgens in een concept normontwerp vastgelegd. Dit concept wordt tijdens de interne kritiekronde aan NEN voorgelegd om na te gaan of het normontwerp volgens de geldende regels is opgesteld. Daarna volgt de externe openbare kritiekronde. Op het normontwerp kan dan gedurende drie tot zes maanden door derden commentaar worden geleverd. De normcommissie beraadt zich over dit commentaar en past eventueel het normontwerp aan. De normcommissie koppelt vervolgens terug aan de commentaargevers wat zij met hun commentaar gedaan heeft (overgenomen, gedeeltelijk overgenomen, geweigerd, etc.). Deze kunnen beroep aantekenen bij de beleidscommissie indien zij van mening zijn te worden geschaad door de norm. 22 | STABULLETIN
2
4
ontwikkeling norm
Het Nederlands Normalisatie Instituut NEN is een onderneming zonder winstoogmerk en is al negentig jaar de organisatie voor het opstellen van nationale en internationale normen. In STABUlletin informeert NEN over haar organisatie maar ook over nieuwe en gewijzigde normen voor de bouwnijverheid.
Publicatie door NEN
5
[Fase 5] Publicatie door NEN Nadat de norm definitief is vastgesteld, wordt deze door NEN gepubliceerd. NEN informeert de desbetreffende markt hierover, o.a. via de website en de gratis e-mailnieuwsbrieven. Wilt u ook automatisch op de hoogte gehouden worden van het laatste nieuws op het gebied van bouwnormen en bouwregelgeving? Neem dan een gratis abonnement op NEN Bouwmail. Aanmelden kan via www.nen.nl/bouwmail. Op de website van NEN zijn alle (bouw)normen te vinden en vindt u ook de desbetreffende informatie rondom een specifieke norm. U kunt de normen op papier, in pdf of online raadplegen met NEN Connect. Met NEN Connect wordt uw normcollectie altijd actueel gehouden en is alles continu online beschikbaar. Nieuwsgierig? Bekijk de demo op www.nen.nl/nenconnect.
[Fase 6] Implementatie door gebruikers In de implementatiefase worden gebruikers bekend gemaakt met de desbetreffende normen en kunnen zij daarmee ervaring op doen. Daarbij speelt het besef dat normen relevant kunnen zijn voor hun organisatie een belangrijke rol. Als dit besef er eenmaal is, volgt het vinden, het aanschaffen, het begrijpen en het daadwerkelijk toepassen van de norm. De nadruk ligt op de gebruiker van de norm. Normcommissies kunnen de implementatie sterk beïnvloeden als deze fase meegenomen is in de beschrijving van het formele normalisatieproces, bijvoorbeeld door het schrijven van artikelen, het geven van trainingen en voordrachten.
6
implementatie door gebruikers
NEN verzorgt regelmatig praktijkgerichte trainingen en symposia om normgebruikers te helpen bij de implementatie van normen. Kijk voor een compleet overzicht op www.nen.nl/training&advies en op www.nen.nl/evenementen. Daarnaast geeft NEN allerlei praktische producten rondom normen uit, zoals praktijkgidsen, rekentools, etc. Kijk eens op www.nen.nl/bouw.
evaluatie
7
[Fase 7] Evaluatie Elke vijf jaar wordt een norm geëvalueerd. Na deze evaluatie kan een norm ongewijzigd worden bevestigd, herzien of ingetrokken. Bij een herziening wordt in principe het hele normontwikkelingsstadium herhaald.
Het beschreven formele normalisatieproces geeft de wijze weer waarop Nederlandse normen tot stand komen. In de praktijk spelen Europese en mondiale normen echter een steeds belangrijker rol. Door zijn lidmaatschap op Europees en mondiaal niveau heeft NEN een centrale positie in het web van normalisatie. Commissieleden representeren Nederland in mondiale (ISO) en Europese (CEN) normcommissies en werkgroepen. Op deze manier kunnen organisaties ook invloed uitoefenen op internationale normen en hiervan profiteren. Kortom; NEN faciliteert het proces om tot een norm te komen, maar de markt bepaalt de inhoud van een norm. En de markt, dat bent u! Meer informatie Kijk op www.nen.nl/normontwikkeling hoe ook u kunt deelnemen aan normontwikkeling. STABULLETIN | 23
Vanuit een eigen adviesbureau adviseert Pim Herber zowel aannemers als opdrachtgevers zonodig procedeert hij zaken uit bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. In deze rubriek gaat hij in op de dagelijkse - met name juridisch getinte - bouwpraktijk.
Recht van
Garanties in de bouw Vaak vraagt een opdrachtgever aan een aannemer om bepaalde onderdelen van zijn werkzaamheden te garanderen. Daarbij kunnen zich verschillende vragen voordoen. Op wie rust de bewijslast: op de aannemer die de garantie heeft afgegeven, of speelt de opdrachtgever daarbij ook nog een rol? En hoe moet geoordeeld worden als de oorzaak van het gebrek een ontwerpfout is? En als een uitvoeringsfout van een door de opdrachtgever voorgeschreven onderaannemer de oorzaak is van het gebrek, hoe zit het dan? En kan je na afloop van de garantietermijn de aannemer nog aanspreken op basis van de verborgen gebrekenregeling van §12 UAV?
Wie bewijst wat? Vaak verlangt een opdrachtgever van een aannemer dat deze garandeert dat een bepaald gebrek zich niet zal voordoen gedurende een bepaalde periode, de garantietermijn. De essentie van een garantie is dat, als het gebrek zich tijdens de garantietermijn toch voordoet, de aannemer het gebrek moet herstellen, tenzij hij kan bewijzen dat het gebrek is veroorzaakt als gevolg van onvoldoende onderhoud of verkeerd gebruik. Normaal rust de bewijslast dus op degene die de garantie heeft afgegeven, hier dus op de aannemer. De opdrachtgever hoeft alleen maar te stellen dat het gebrek zich voordoet.
Over de auteur
Bij STABU-bestekken is dat anders geregeld. §22 van de UAV 2012, garantie voor een onderdeel, bepaalt immers dat de aannemer alleen die gebreken hoeft te herstellen “waarvan de opdrachtgever aannemelijk maakt dat die met grote mate van waarschijnlijkheid moeten worden toegeschreven aan een omstandigheid die aan de aannemer kan worden toegerekend”.
De heer mr. W.J.M. (Pim) Herber is na zijn rechtenstudie in Amsterdam eigenlijk bij toeval in de bouwnijverheid terecht gekomen. Als directiesecretaris en bedrijfsjurist heeft hij enige tijd bij een aannemer gewerkt. Daarna zijn de werkzaamheden bij een van de voorlopers van Bouwend Nederland, het Nederlands Verbond van Ondernemers in de Bouwnijverheid (NVOB) voortgezet. De kennis van de aannemerij is via een groot advocatenkantoor in Amsterdam aangevuld met ervaring vanuit het oogpunt van de opdrachtgevers. Vervolgens is Pim Herber benaderd door de toenmalige Directie Coördinatie Bouwnijverheid van Ministerie VROM voor het herzien van regelgeving op aanbestedingsgebied. Voor zijn
24 | STABULLETIN
Kortom: de opdrachtgever kan niet volstaan met te stellen dat het gebrek zich voordoet; hij moet meer doen, immers aannemelijk maken dat het gebrek met grote mate van waarschijnlijk de aannemer toe te rekenen is. Dat is voor een opdrachtgever geen logische bepaling. Veel opdrachtgevers maken daarom garantiebepalingen waarin wordt afgeweken van §22 UAV 2012 en waarbij de bewijslast bij de aannemer wordt neergelegd. Garantie en ontwerpverantwoordelijkheid opdrachtgever U weet het natuurlijk allemaal. In de UAV 2012 zijn de verantwoordelijkheden verdeeld. Als een gebrek wordt veroorzaakt door een fout in het ontwerp, is uitgangspunt dat de aannemer niet aansprakelijk is. Hij voert immers alleen uit wat hem in het bestek en tekeningen door de opdrachtgever wordt voorgeschreven en als in deze documenten een fout zit, is dit het probleem van de opdrachtgever. Anders gezegd: de opdrachtgever is ontwerpverantwoordelijk en de aannemer uitsluitend uitvoeringsverantwoordelijk. Maar wat nu als de aannemer de afwezigheid van een bepaald gebrek heeft gegarandeerd, dit gebrek zich toch voordoet en vast komt te staan dat de oorzaak hiervan een ontwerpfout is? De Raad van Arbitrage voor de Bouw heeft al jaren geleden beslist dat het afgeven van een garantie
functie van rijksambtenaar had hij voldoende juridische bagage en relaties in de bouw om hieraan gehoor te geven. De heer Herber is momenteel op diverse fronten actief. Naast het lesgeven, via organisaties als STABU en BOB, heeft hij eigen adviesbureau opgezet van waaruit hij zowel aannemers als opdrachtgevers adviseert en zaken zo nodig uitprocedeert bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Hij publiceert regelmatig in het Tijdschrift voor Bouwrecht en in andere bladen.
SPREKEN door mr. W.J.M. (Pim) Herber
niet betekent dat de verantwoordelijkheidsverdeling in de UAV wordt veranderd. Dat betekent dus dat de opdrachtgever ontwerpverantwoordelijk is en blijft en dat hij de aannemer niet kan aanspreken tot herstel van het gebrek als vast komt te staan dat de oorzaak hiervan een ontwerpfout is. Uiteraard wordt dit anders als de fout in het ontwerp een “ klaarblijkelijke”, dus duidelijke fout is. Dan moet de aannemer waarschuwen; daarover heb ik al eerder in dit blad geschreven.
Aansprakelijkheid en verborgen gebrekenregeling Over dit onderwerp heeft de RvA onlangs een redelijk spectaculaire uitspraak gedaan. Het volgende was er aan de hand. Een aannemer moest garanderen dat gedurende drie jaar cilinders van een brug niet zouden gaan roesten. Op deze cilinders was een coating voorgeschreven die moest voorkomen dat de cilinders zouden gaan roesten. De garantiebepaling luidde als volgt:” geen afschilfering, geen putvorming, geen blaasvorming, geen uitgebroken stukjes keramisch materiaal maar wel een gaaf oppervlak van de keramische coating en geen roestpartikeltjes”.
Voorgeschreven onderaannemer en garantie Het komt met regelmaat voor dat een opdrachtgever zijn hoofdaannemer voorschrijft dat hij een bepaald onderdeel van het werk moet laten uitvoeren door een door de opdrachtgever aangewezen onderaannemer. Als deze onderaannemer zijn werk niet goed doet, bepaalt §6 lid 27 UAV 2012 dat dit uiteindelijk het probleem is van de opdrachtgever.
Na afloop van de garantietermijn maar binnen 5 jaar na oplevering – volgens §12 UAV 2012 is de aannemer vijf jaar aansprakelijk voor verborgen gebreken – deed zich roestvorming voor. Toen de opdrachtgever de aannemer aansprak op basis van §12, verborgen gebrek, oordeelden arbiters als volgt: Bij een zo precieze omschrijving van hetgeen opdrachtgeefster eist gedurende drie jaar mag aanneemster ervan uitgaan dat zij na die drie jaar ten aanzien van deze specifieke eisen niet meer aansprakelijk is.
In zo’n situatie kan ook worden overeengekomen dat de hoofdaannemer jegens de opdrachtgever moet garanderen dat gedurende de garantietermijn zich geen gebreken voordoen in de werkzaamheden van de voorgeschreven onderaannemer. Maar wat nu als dat toch het geval is? Is dan de opdrachtgever verantwoordelijk – hij heeft immers de wanpresterende onderaannemer voorgeschreven – of de hoofdaannemer die de garantie heeft afgegeven? De Raad van Arbitrage voor de Bouw (RvA) heeft in het verleden beslist dat zo’n garantie prevaleert, dus sterker is dan §6 lid 27 UAV en dat de hoofdaannemer dan aansprakelijk is. Het is goed om te weten dat vooraanstaande bouwrechtjuristen van mening zijn dat deze uitspraak niet juist is. Of deze uitspraak door de RvA ooit nog zal worden herhaald, staat daarom te bezien.
Deze uitspraak heeft mijn verbazing gewekt. Want de uitspraak houdt in dat er een relatie is tussen de redactie van de garantiebepaling en de mogelijkheid om de aannemer na afloop van de garantietermijn nog op basis van §12 UAV aansprakelijk te kunnen houden. Naarmate de omschrijving van de garantie preciezer is, neemt de mogelijkheid af om de aannemer na afloop van de garantietermijn nog aansprakelijk te kunnen houden voor gebreken die onder de garantie vielen. Daarmee krijgt zo’n ten behoeve van de opdrachtgever opgestelde garantie onbedoeld het karakter van een uitsluiting van de aansprakelijkheid van de aannemer. Het precies formuleren van de gebreken die zich tijdens de garantietermijn niet mogen voordoen heeft immers tot gevolg dat de opdrachtgever het recht verliest om na de garantietermijn nog een beroep te doen op par. 12 UAV ten aanzien van die gebreken. De logica dat het precies formuleren van garanties betekent dat geen beroep meer kan worden gedaan op par. 12 UAV, ontgaat mij. Maar hoe e.e.a. ook zij: naar aanleiding van deze uitspraak doen opdrachtgevers er verstandig aan om in hun garantiebepalingen voortaan standaard een zin op te nemen inhoudende dat de garantie onverlet laat dat de opdrachtgever na afloop van de garantietermijn de aannemer kan aanspreken op basis van het bepaalde in §12 UAV. Mail mij gerust:
[email protected]
t n e m e c o c De
e] [rectificati
uitgave nten per a k ri b fa e ct an nieuw e produ erzicht v n foutiev e e In het ov jk li n en sieve Microbeto ond abu rt st e v -1 le 3 1 t. 0 2 he ement In ecologisc g. Decoc ame en rz u u d vermeldin , ie moo els. ent voor en meub microcem n, vloeren e d n a w n va afwerking
STABULLETIN | 25
ELEMENT
auteur: Jan Rip
Innovatie is uit In deze bouwmarkt is overleven het sleutelwoord. Onderzoek en ontwikkeling zijn als overtollig vet al afgezogen. Er is geen tijd en plaats meer voor de puzzelaars-per-project die in de bouwkeet tot hele mooie dingen komen. Nu gaat het om mooie woorden als herstructurering, last in first out, stafreductie, enz. Op bouwbeurzen van Utrecht en Brussel zijn de innovatieroutes een dwaaltocht geworden. Alleen machtige Europese bouwmaterialengiganten als SaintGobain, Heidelberg en CRH kunnen nog wat laten zien. Dit is echter op productniveau, op element-, bouwdeel of gebouwniveau is de koek op.
Waar nog wel brood in zit is de procesinnovatie. Maar pas op: die van het bouwproces zelf is behoorlijk voldoende uitgekauwd. Ervaren opdrachtgevende diensten als Rijksgebouwendienst en Rijkswaterstaat hebben nu wel alle denkbare varianten doorlopen. In de infrasector is hier veel meer ervaring opgedaan, tot aan de poëtische benaming ‘concurrentiegerichte dialoog’ toe. Dit deel van de bouw zit veel minder fragmentarisch in elkaar dan de B&U, per deelsector is er sprake van zekere oligarchie door zowel vragers als aanbieders. Ook van de derde partij in een procesinnovatie als PPS, de banken, zijn er maar weinig op zelfs het Europese front. De ervaring met de Wijkertunnelfinanciering is een bittere voor de Staat gebleken.1
'Kijk naar de ruimtelijke ordening en de gebiedsontwikkeling, eerder herordening en herontwikkeling'
In de B&U is bij procesinnovatie de bitterheid voor alle partijen. Een opvallend voorbeeld is de nieuwbouw Geminiziekenhuis in Den Helder. Het Living Building concept van Hennes de Ridder is ambitieus: ‘het ziekenhuis wordt gebouwd op een manier waarmee snel én zonder veel overlast invulling kan worden gegeven aan groei, krimp en wijzigingen in de huisvestingbehoeften. De huisvesting volgt de medische en maatschappelijke ontwikkelingen. Ruimtegebrek of gedateerde voorzieningen behoren middels deze manier van bouwen tot het verleden’.2 Maatschappelijke ontwikkeling gaat sneller dan 26 | STABULLETIN
bouwen, en – aanbesteed maar nog voor start uitvoering – heeft de opdrachtgever problemen met zorgprofiel, medehuurder en dus financiering en het project ligt stil. Wat is er dan nog te innoveren bij de schaarse nieuwbouw projecten als het zowel in de voorbereiding als in de uitvoering niet meer kan of mag, of niemand meer ambitieus wil? Mijn idee is: kijk naar boven, naar het bovenliggend niveau, naar de wolk waaruit projecten (horen te) regenen. Kijk naar de ruimtelijke ordening en de gebiedsontwikkeling. Eerder herordening en herontwikkeling, want er is voldoende volume gebouwd op alle fronten. Van woningbouw tot kantoren en winkels, van overheidsgebouwen tot industriehallen. Zeker is de leegstand bij winkels en kantoren, en de verpaupering op de bedrijventerrreinen. Hooguit zijn er delen met een vraagteken bij de (milieu-)technische kwaliteit. Maar waar geen geld op mesoniveau van gemeenten en
De Nederlandse Vereniging van Bouw Kostendeskundigen (NVBK) gaat in deze rubriek in op de verhouding kosten & bestekken.
landelijke banken komt, beperkt onze bouwmarkt tot onveilig uitgevoerd onderhoud of geïmproviseerd schadeherstel, net als in de Oekraine.3 De bouwers worden klusjesmannen.4 Van de pot verf en de wankele steiger terug naar de wolk. Kan er niet een 6e nota ruimtelijke ordening komen die zich voor 80% op reeds bebouwd en 20% onbebouwd (het weiland) richt? Niet per se een nieuwe Rijksplanologische dienst oprichten. Het aan de gemeenten overlaten van deze hervorming leidt tot verbrokkeling, aantasting reserves en onnozele ballonnen als de American Dream van de Helmondse wethouder Stienen.5 Private partijen als Platform Economie & Ruimte, Neprom en BNA zijn druk doende met gebiedsontwikkeling per gebied, met projectontwikkeling per deelsector en met duurzaamheid.
Het bovenliggend kader dat ruimte schept voor integrale initiatieven EN rechtszekerheid is ver, vigerende bestemmingsplannen een blok aan het been. Wanneer analyse van de werkelijke vraag, visie op de toekomsten en rechtszekerheid door de centrale overheid geleverd wordt, dan kunnen nationale en internationale banken niet meer stil blijven zitten. Waarom geen andere typen investeerders als venture capitalists tot aan speculanten toe, Vinex ligt nog vers in het geheugen? Voorwaarde is wel dat de planvorming gelijk op gaat met financiële analyse, de know-how en het instrumentarium is bij de bouwkostendeskundigen in huis.
'Er is nog veel vernieuwing mogelijk!'
Met deze zekerheid van bovenaf is er weer gelegenheid voor de toepassing van eerder ervaren bouwprocesinnovatie. Ook de productinnovatie krijgt weer volop kansen als hij zich specialiseert op de problematiek van de omvorming van reeds bebouwde gebieden. Er is nog veel vernieuwing mogelijk bij nieuwe sloop- en materiaalverwerkingsmethoden, aanpassingsmethodieken als boren, snijden, inlijmen, tijdelijke voorzieningen, funderingsanalyse en -verbetering, draadloze communicatie, warmte isolatietechnieken, groene daken, urban farming etc. Hier is dan de voorwaarde dat de elementprijzen en/of en gebruikskosten6 niet omhoog gaan.
Laat het weer bouwprojecten regenen!
Over de auteur De heer Rip is van oorspronkelijk civiel ingenieur, maar met specialisatie utiliteitsbouw. Hij werkte ruim 15 jaar bij bouwprojectmanagementbureau PRC als onderzoeker, kennismanager en adviseur, waar hij de snelle ontwikkeling van interne bureau-opleidingen naar extern gerichte cursussen mee. 1
Banken profiteren van Wijkertunnel
- de staat verliest erop', NRC-H 10 mei 2013
2 3 4
5 6
http://www.helderoranje.nl/nieuws Foto’s centrum van Odessa, 15 mei 2013 Bouwmarkanalyse van ABN AMRO, NRC-H, 17 mei 2013 Ik heb een droom: een recyclehuis , NRC-H 17 mei 2013 Gebruikskosten: de integratie van investerings-
Als zelfstandig adviseur opereert hij sinds 2000 onder de naam JRC2000. Als projectmanager van kennispublicaties van SBR is zijn specialisatie advies en ontwikkeling van opleidingen bouwmanagement en bouwkostenmanagement. Sterk betrokken bij het onderwijsontwikkelingsproject Erkenning Kostenen Besteksdeskundigen (2005-2009). Ook docent en cursusleider HAN.
en exploitatiekosten, voor koper of huurder belangrijke graadmeter..
STABULLETIN | 27
Veiligheid creëren in de Nederlandse gasmarkt Met een waterlek krijg je natte voeten, met een elektriciteitsstoring in het slechtste geval een brand, maar bij een gaslek bestaat het risico dat er een geheel nieuw bouwproject ontstaat. In samenwerking met de netwerkbedrijven (gas) heeft HSF een funderingsdoorvoer ontwikkeld die een veilige gasdoorvoer waarborgt.
Account manager bij HSF - Josip Lukić - is nauw betrokken geweest bij de lancering van dit nog betrekkelijk nieuwe product. "De HSF Funderingsdoorvoer bestaat uit een instortset voor de funderingsspecialist en een aansluitset voor de installateur. De instortset is zo ontworpen dat deze voor het instorten van de fundering in een enkele beweging aan de wapening bevestigd kan worden. Tijdens de bouw worden de doorvoeren beschermd tegen vuil en beschadiging door beschermdoppen. Met de installatieset kan de gasbelemmerende doorvoer eenvoudig door de installateur gerealiseerd worden. Na het plaatsen van de doorvoerbochten worden de gasvulbus en de kabelpluggen geplaatst. De gasleiding en het ontspanningselement kunnen vervolgens aan worden gesloten." Organisatie HSF is gevestigd in Duiven en ontwikkelt en produceert de passende oplossingen en systemen in zowel kunststoffen als metalen voor complexe technische en logistieke vraagstukken in de gas-, water- en warmtesector. Als onderdeel van Aalberts Industries N.V. kan gebruik worden gemaakt van een brede kennis en kunde binnen de groep, zowel nationaal als internationaal. Josip Lukić: "Elke gemeente had in het verleden een eigen watermaatschappij, elke watermaatschappij zijn eigen beugels. Ons antwoord om alle soorten beugels te kunnen leveren, heeft ons geen windeieren gelegd. Hoewel onze focus op gas en water ligt, kregen we vanuit netwerkbedrijven het verzoek om zogenaamde specials voor stadsverwarming te produceren. Hiermee hebben we ons heel breed in de Nederlandse markt kunnen inzetten."
Josip Lukić Werkwijze Waar andere bedrijven zich vasthouden aan de vertrouwde producten, reageert de fabrikant uit Duiven op verzoeken uit de markt. De nieuwbouwprojecten staan - bouwbreed - op een laag pitje, maar de renovatiemarkt biedt veel potentieel. De heer Lukić: "Wij verwachten dat die renovatieslag de komende jaren zal plaatsvinden. Voor elk segment is bij HSF een klantenteam samengesteld. De vragen van de klant worden beantwoord met praktische oplossingen. Zo kreeg het klantenteam 'warmte' het verzoek om een specifiek 'vergrendelkapje' voor een meter. Het verzoek komt dan via de accountmanager binnen, vervolgens wordt alles in gang gezet en kan er een tekening worden gemaakt, waarmee een mal wordt gemaakt en vervolgens wordt er aan dit prototype gesleuteld. Dat is het voordeel dat wij alles kunnen uitwerken onder één dak."
'Waar anderen zich vasthouden aan vertrouwde producten, reageert HSF op verzoeken uit de markt.'
Nog een voorbeeld: "Nederland kent grondverzakkingen. Belangrijk is dat de fundering dit kan opvangen. Bestaande oplossingen van mantelbuizen zijn niet altijd afdoende. In samenwerking met de netwerkbeheerder hebben we een ontspanningselement ontwikkeld, een zogenaamde 'lus' waardoor bij verzakkingen de gasleiding niet op de fundering
28 | STABULLETIN
afbreekt." Op de vraag of er verder nog voordelen zijn voegt Lukić toe: "Het is voor ons een product om ons leidingsysteem compleet te krijgen. Het voorkomt veel discussies over 'vastzitten' of 'niet goed gasbelemmerend', 'afwijkende maatvoering', etc. Je moet het zien als een hulpmiddel voor de aannemer/installateur zodat zij geen afkeur krijgen. Inmiddels is het bij prefab balkenbouwers een veel toegepaste doorvoer, inclusief de gewenste ophangbeugel. Dat laatste hebben we wederom op verzoek toegevoegd." STABU "We hebben veel gemeen met STABU; zo willen wij ook tot een Standaard komen voor de bouwnijverheid, maar dan in dit geval specifiek voor funderingsdoorvoeren", benadrukt de heer Lukić. De lancering van de funderingsdoorvoer is gepaard gegaan met de opname ervan in de STABU²-systematiek. "Om bij een zo breed mogelijke markt dit product onder de aandacht te brengen, is in 2011 afgesproken om de productspecificatie in STABU op te nemen. Met de goede ervaring hiermee, is in de uitgave 2013-1 ook de productspecificatie van een stadsverwarmingsunit toegevoegd. We weten allemaal dat het gebruik van gas de nodige risico's met zich mee brengt. Dus elke veiligheid die je kunt inbouwen, moet je inbouwen", aldus Josip Lukić van HSF in Duiven.
Richtlijnen Kennis- & Objectbibliotheken in ISO Standaard Om te bevorderen dat elektronische objectenbibliotheken op elkaar gaan aansluiten zijn richtlijnen voor Kennis Bibliotheken en Objectbibliotheken in de ISO Standaard vastgelegd en gepubliceerd op 15 maart 2013.
De richtlijnen in de nieuwe ISO Standaard zijn ook van toepassing op het harmoniseren van vocabulaires, elektronische woordenboeken, conceptenbibliotheken, productcatalogi, taxonomieën en ontologieën. Deze ISO Standaard is gebaseerd op en een uitbreiding van de NTA (Nederlands Technische Afspraak) 8611 "Richtlijnen voor objecten bibliotheken" uit 2003. Deze is destijds geschreven om te bevorderen dat elektronische objectenbibliotheken beter op elkaar gaan aansluiten. De NTA was destijds een document dat in samenwerking is geschreven door Stichting STABU, Stichting CROW, UNETO-VNI en Shell. Onder de ISO Technische Commissie TC59/SC13 "Organization of information about construction works" is een werkgroep gevormd die deze NTA tot ISO standaard heeft omgevormd. Ir. Radboud Baayen van Stichting STABU heeft zich als convenor ingezet om de Nederlandse inspanning op internationaal niveau tot standaard te verheffen. STABU bevestigt hiermee haar rol als netwerk organisatie vóór en dóór de bouw, die standaarden voor communicatie in de sector ontwikkelt en afstemt.
voor zakkend gebied
Auteur dr. ir. Andries van Renssen van Gellish.net heeft zich ingespannen om de verschillende zienswijzen en commentaren in het document te verwerken en te stroomlijnen, waardoor een goed basis document op standaard niveau beschikbaar is. Ook het initiatief CB-NL (conceptenbibliotheek voor de gebouwde omgeving) conformeert zich aan deze standaard, waarmee een extra waarborg voor interoperabiliteit wordt geboden.
Meer informatie over de ISO 16354: •http://www.nen.nl/NEN-Shop/Norm/NENISO-163542013-en.htm Meer informatie over CB-NL: •http://www.bouwinformatieraad.nl/pagina.asp?id=749
voor niet - zakkend gebied
STABULLETIN | 29
De Bond van Nederlandse Bestekdeskundigen BNB streeft naar het bevorderen van de kennis, het inzicht en de vaardigheid van de bestekdeskundigen.
In kort Kroniek van een vak Het afscheid van Maarten van Hezik als directeur van de stichting STABU en de lancering van BWBRD (BouWBReeD) zijn een mooie aanleiding stil te staan bij het vak van ‘bestekschrijven’. Buiten de bouwwereld kijken mensen je vreemd aan als je antwoord op de vraag ‘wat doe jij?’: ik ben bestekschrijver. Binnen de bouwwereld is het algemene beeld toch heel vaak dat van een wat stille eenling, die nog even snel voor het hele pakket naar de inschrijvers gaat, een bestekboek schrijft. Voor beide situaties zou je kunnen zeggen: onbekend maakt onbemind. Toch is het bestekboek, als ‘beschrijving van het werk en de daarbij behorende conditiën’, al eeuwenlang een onmisbare schakel tussen ontwerp en bouwwerk, droom en daad.
Verleden Al in de 15e eeuw ontstaat in de Nederlanden voor grote publieke gebouwen het principe van openbaar aanbesteden, zelfs al in percelen. De architect is niet meer de voorman op de bouwplaats, maar een adviseur van de opdrachtgever die zich specialiseert in het ontwerp en de coördinatie van het bouwproces1. In dat proces krijgt het vastleggen van de vraag en het gewenste resultaat een plaats2. Tot in de 1e helft van de 20e eeuw kon er bij de communicatie tussen opdrachtgever/ architect en de aannemer met zijn onderaannemers, vanwege de solide ambachtelijkheid en tradities, op vertrouwd worden dat een ‘half woord’ genoeg was. Neem bijvoorbeeld het bestek voor het Schröderhuis van architect Gerrit Rietveld, geschreven door A. de Koff: “De aannemer is verantwoordelijk voor de Soliditeit en de goede regel en voortgang van het werk kan iets op eenvoudiger wijze gebeuren, dan op teekening of details is aangegeven en is het werk daardoor minstens evengoed kan dit worden overlegd – veranderingen alleen na overleg en toestemming van de architect. Voor meer of minder werk wordt een dagboekje aangelegd. Wat niet in dit bestek genoemd wordt geschiedt op gewone wijze – het huis geheel bewoonbaar worden afgeleverd.” 3 De dakconstructie en dakbedekking zijn als volgt beschreven: “Het platte dak eenigzins afwaterend te maken, met spie stukken en af te dekken met mastiek cement, asfalt of rubber[roid] alles goed verzorgd, zoodat tien jaar schriftelijke garantie hierop kan worden verstrekt.” Het complete bestekboek, ‘Bestek en voorwaarden’, omvat ongeveer 1200 woorden (!). Welk proces en welk resultaat zou je krijgen als je dit bestek nu in de markt zou zetten? In 1945 wordt het Ontwerp-Bestek gepubliceerd door het ministerie van wederopbouw en volkshuisvesting, een van de 1e moderne vormen van algemene administratieve voorwaarden en systematische technische beschrijving in 1 document4. In de inleiding is te lezen: “Het hierna volgende 30 | STABULLETIN
ontwerp voor een bestek is bedoeld als voorbeeld voor de wijze waarop bestekken dienen te worden ingericht en geredigeerd.”5 Heden Tegenwoordig zijn Uniforme Administratieve Voorwaarden, ook die voor Geïntegreerde Contracten, de RAW- en STABU-systematiek gemeengoed. Die paritaire afspraken en uitgangspunten zijn om te koesteren. Het vergt van de betrokken partijen oog voor het belang van anderen, een aspect dat door de Aanbestedingswet 2012 en de Gids Proportionaliteit nog duidelijker gekaderd wordt in de begrippen ‘evenwichtig’ en ‘proportioneel’. Bestekdeskundigen kunnen een kritische en filterende rol spelen bij de motivatieplicht voor het afwijken van deze paritaire voorwaarden. Naast de bekende werksoortgerichte catalogus, heeft STABU nu een database ontwikkeld waarmee op basis van de Elementen-codering (STAGG)6 gespecificeerd kan worden. Hiermee wordt aansluiting gezocht met de ontwikkelingen op het gebied van het zogenaamde ‘Bimmen’. Het ideaal is dat alle partijen in alle fasen van ontwerp, bouw en onderhoud in 1 virtueel model werken. Daarbij moeten de specificaties ook gekoppeld kunnen worden is het idee. De vraag is wie deze specificaties maakt. Sommigen zien in een zwart scenario het vak ‘bestekschrijven’ verdwijnen, doordat de modelleurs ‘het er wel even bij doen’. Een bewijs van ‘onbekend maakt onbemind’. Bij het ontwerpproces zie je de tendens dat de architect steeds vaker slechts een opdracht krijgt tot en met Voorlopig
BESTEK
Door: Wilma Visser namens BNB
- of Definitief Ontwerp, waarna de verdere uitwerking bij de uitvoerende partij gelegd wordt. Er worden steeds vaker andere contractvormen dan het klassieke UAV-contract gebruikt. Geïntegreerde contracten, DB(FM)O, bouwteam e.d.. De vraag is wie de bij dat type contract passende (vraag) specificaties en voorwaarden opstelt. Met het BWBRD introduceert de STABU de contractmanager. Een module waarin vele algemeen aanvaarde standaardvoorwaarden en model basis overeenkomsten zullen worden opgenomen, waarmee het juridische deel van een bouwcontract kan worden opgesteld. Daarmee komt dit los van de technische specificaties te staan. Dat vergt van de partij die de verantwoordelijkheid voor de samenstelling van het contract als geheel draagt, een grote discipline voor de coherentie van het contract. Sommigen zien dit als een extra prikkel voor de opkomst van de bouwjurist in de contractvorming, en daarmee van de verdere juridisering van het ontwerp- en bouwproces en uitholling van het vak ‘bestekschrijven’. Ook dit zou je kunnen zien als een uiting van ‘onbekend maakt onbemind’.
binnen heldere administratieve en technische afspraken. De bestekschrijver was hiervoor de aangewezen persoon. De definitie van ‘het bestek’ uit de UAV is: “de beschrijving van het werk, de daarbij behorende tekeningen, de voor het werk geldende voorwaarden, de nota van inlichtingen en het proces-verbaal van aanwijzing”. Wanneer je dit sec leest, of het begrip ‘tekeningen’ vervangt door ‘ontwerp’ of ‘model’, kun je stellen dat deze definitie toepasbaar is bij elke contractvorm en in elke fase en vorm van het ontwerpproces. Het gaat erom dat je in de bij het contract passende vorm deze definitie inhoud geeft. En zoals de bestekschrijver daarvoor de aangewezen persoon is in een klassiek contractmodel, kan hij dat ook zijn in andere contractvormen en fases. De ontwikkelingen betekenen geen principiële wijziging van de inhoud van het vak. Als BNB zijn wij er van overtuigd dat ons vak niet zal verdampen en haar functie in het proces van ontwerp naar bouwwerk zal behouden. Aan de kroniek ervan zullen nieuwe en mooie hoofdstukken worden toegevoegd.
1
Zie Monika Chao-Duivis, Capita selecta uit de geschiedenis van het privaatrechtelijk bouwrecht,
gepubliceerd in: 40 jaar Instituut voor Bouwrecht (2009) 3
Toekomst Traditioneel behoort het maken van een bestek bij de architectenopdracht. Het is hèt middel voor de architect (en daarmee voor diens opdrachtgever) vast te leggen wat de kwaliteit en de materialisering van het resultaat moet zijn,
Zie voor een beschrijving van dit proces: M. Hurkx, Architect en aannemer (2012)
2
Het complete bestek voor dit woonhuis is gepubliceerd in: I. van Zijl en B. Mulder, Het Rietveld Schröder huis (2009), p. 44-46.
4
Directie voor de wederopbouw en voor de bouwnijverheid, Ontwerp-bestek (18 mei 1945). [WV]: de datum van verschijnen is curieus!
5
Directie voor de wederopbouw en voor de bouwnijverheid, Ontwerp-bestek (18 mei 1945), p.3. [WV]: de taak van het beheren en uitgeven hiervan zal uiteindelijk in de stichting STABU worden ondergebracht.
6
Uitgangspunt is het NL-SfB classificatiesysteem uit 1991.
STABU jaarverslag 2012 Terugblikkend op het jaar 2012, wordt deze voor een groot deel gekleurd door de financiële problemen in Nederland en het effect ervan op de bouwnijverheid. In de verwachting dat betere tijden zullen aanbreken, heeft STABU afgelopen jaren geïnvesteerd in haar toekomst. STABU heeft in 2012 veel geld en mankracht geïnvesteerd in de ontwikkeling van haar BouWBReeD Informatiesysteem. Medio 2013 zal BWBRD worden gelanceerd met modules 'Werksoorten', 'Elementen', 'Ruimten', 'Kennissystemen', 'Contracten' en 'Producten'. STABU-directeur Maarten van Hezik: "Deze lancering betekent voor mij persoonlijk de afsluiting van de periode waarin ik de STABU-organisatie leiding mocht geven in de verwachting dat het STABU-team onder leiding van mijn opvolger Marc Verhage, de komende jaren een uitstekende positie in de markt kan behouden en verder uitbouwen." Meer informatie Het complete jaarverslag is te vinden op www.stabu.org. STABULLETIN | 31
colofon Willy Brandtlaan 81 | 6716 RJ Ede (Gld.) | Tel.: (0318) 63 30 26 | Fax: (0318) 63 59 57 | E-mail:
[email protected] | Website: www.stabu.org
Juni 2013 Achtentwintigste jaargang no. 2
Prijsoverzicht STABU-producten
STABUlletin is het driemaal per jaar verschijnende huisorgaan van Stichting STABU over de voortgang van het STABU Bouwbreed Informatiesysteem.
De STABU-bestekssystematiek voor de woning- en utiliteitsbouw bestaat uit: • STABU-bestanden • STABU-Standaard 2012; • 1 Wachtwoord voor het beveiligde gedeelte van de STABU-website.
Teksten: • ir. R.H. Baayen • S.A. Brands LL.B • mr. M.C.A. van Deurzen • ir. P.A.A. van den Eijnden • mr. W.J.M. Herber • ir. M.L.A.M. van Hezik
• D.B. Kervel • ing. H.H.M. Miltenburg • L. Niemöller • J. Rip • drs W. Visser
Dit blad wordt geproduceerd en geredigeerd door: Stichting STABU Mevr. D.B. Kervel Postbus 36, 6710 BA EDE Telefoon: (0318) 63 30 26 Telefax: (0318) 63 59 57 E-mail:
[email protected] Website: www.stabu.org
De STABU-bestekssystematiek wordt geleverd na afsluiting van een licentieovereenkomst waaraan een abonnement gekoppeld is.
Deze licentieovereenkomst wordt aangegaan voor een tijdvak van een kalender jaar (nieuw!) alsmede het jaar w aarin de licentieovereenkomst wordt afgesloten.
De tarieven voor 2013 zijn d.d. 6 december 2012 door het Algemeen Bestuur van Stichting STABU vastgesteld.
Aanschaf Licentie STABU in de periode
STABU COMPLEET (t/m 5 werkplekken*)
STABU COMPACT (t/m 5 werkplekken*)
januari t/m maart april t/m juni juli t/m september oktober t/m december
€ 990,00 € 742,50 € 495,00 € 247,50
€ 406,00 € 304,50 € 203,00 € 101,50
*per vijf werkplekken wordt de prijs verdubbeld
Inlichtingen over advertentietarieven bij STABU. Overname van de inhoud: graag na overleg met de redactie. Hoewel uiterste zorg is nagestreefd, staan wij niet in voor eventuele (druk)fouten en/of onvolledigheden en aanvaarden auteurs en redactie deswege geen aansprakelijkheid. ISSN: 1384-7872
De gelieerde systeemhuizen hebben speciaal voor het “STABU-Compact” gebruik ook hun STABU-programma tegen gereduceerde prijzen beschikbaar gesteld. Eind februari 2012 is een nieuwe STABU-Standaard uitgebracht met daarin de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012): STABU-Standaard 2012
€ 85,-
STABU-Standaard 2007
€ 75,-
Vormgeving: skerp functionele communicatie Doetinchem
Het GB CAD-Afsprakenstelsel (GB CAS) is primair bedoeld voor gestructureerd tekenwerk van 2D CAD-tekeningen en informatie-uitwisseling. Geïntegreerd Bouwen (GB), als eigenaar/ beheerder/uitgever van het GB CAS, heeft werkzaamheden uitgevoerd die hebben geleid tot een nieuwe en geheel herziene uitgave, versie 4. Stichting GB is met Stichting STABU overeengekomen dat deze laatste de distributie, de promotie en het onderhoud van het GB CAS 4.0 ter hand neemt. Distributie vindt plaats via internet: www.gbcas.nl
Drukker: Senefelder Misset Doetinchem
De genoemde prijzen zijn inclusief leverings- en administratiekosten en zijn exclusief de verschuldigde BTW
32 | STABULLETIN
GB-CAS
€ 145,-