speel de puzzel
En win een ipad! kijk snel op pagina 32
alles wat je moet weten over metaalbewerking najaar 2010 www.metaaljournaal.nl
Richard wil meer! ‘Altijd hetzelfde is saai’
Coolrides 2010: start your engines!
Herstel Gaat het nu beter of juist niet? De metaal maakt vreemde tijden door, waar je als werkgever maar moeilijk op kunt anticiperen. Het eerste kwartaal van 2010 was er een dip, het tweede kwartaal zag er gemiddeld wat beter uit en voor het derde kwartaal zijn ondernemers in de metaal juist weer wat huiverig. En dan zijn er ook nog grote verschillen binnen de sector, de machinebouwers doen het bijvoorbeeld relatief goed terwijl de bouwgerelateerde bedrijven nog in zwaar weer zitten. Nog zoiets: het totaal aantal banen neemt nog af, terwijl het aantal vacatures redelijk op peil blijft. Dat lijkt vreemd, maar het is wel te verklaren. Neem Hutten Metaal in Hardenberg, dat net als de rest van de branche de klappen van de crisis goed heeft gevoeld en er ook nog zeker niet doorheen is. Door een sanering moesten er mensen worden ontslagen, maar op andere plekken zijn juist door de crisis weer extra mensen nodig: klanten vragen bij veel meer bedrijven offertes aan, waardoor Hutten op kantoor zit te springen om goede cijferaars, die scherpe offertes kunnen maken. Hutten is typisch zo’n onderneming die, met vele andere bedrijven in de metaal, oplossingen zoekt voor het heden, terwijl de toekomst misschien weer heel andere eisen stelt. En daarom blijft het bedrijf op zoek naar goede schoolverlaters die binnen en buiten het bedrijf worden opgeleid. Blijven opleiden en blijven innoveren – het is de enige manier om boven het maaiveld uit te kunnen steken. En het is eigenlijk nooit anders geweest. Gert Kampers, directeur van Kampers Scheeps-constructie, was er in de jaren zeventig al mee bezig. Toen niemand nog over inno vatie sprak, paste hij zijn producten al voortdurend aan op de vraag van de markt, waardoor hij nu nog steeds een belangrijke bijdrage levert aan een schonere wereld, want ook duurzaamheid is zo’n term waar de metaal niet meer omheen kan. Het is maar goed dat leren en innoveren zo in het bloed zit van de vaklui in de metaal. En dat bloed kruipt waar het niet gaan. Zelfs buiten werktijd. Zou er een branche te bedenken zijn waarin net zo veel mensen ’s avonds en in het weekend nog eens uren aan het sleutelen zijn? Op pagina 12 zien we hiervan weer het prachtige, voorlopige resultaat: de eerste inzendingen van de Coolridescompetitie 2010 zijn binnen. Niet allemaal even duurzaam – hopelijk komen die aanmeldingen nog – maar stuk voor stuk wondertjes van techniek. Het talent is er, nu het economisch herstel nog!
Inhoud
6
Wie wint 2010? Coolrides gen zijn
Olieslurpers
OOM-bedrijf Kampers Scheepskonstruktie bouwt veegarmen om olie uit de zee op te ruimen. Na de olieramp in de Golf van Mexico worden hier overuren gemaakt.
inzendin De eerste met aak kennis binnen, m a 12 in g k op pa de jury. Kij
Verherverzinken
16 14
Zelfs afgeschreven vangrails kunnen worden hergebruikt. En dat levert een behoorlijke milieuwinst op.
Kennis met de jaren
18 20
Het mkb-metaal heeft steeds meer te maken met vergrijzing. Hoe kun je toch vakmanschap en kennis behouden voor de sector?
Eiland in de zon
Het trekt weer aan
Bij Hutten Metaal in Hardenberg hebben ze moeite om nieuwe mensen te vinden. Is dat het eerste teken van een broos herstel van de economie?
Erik Yperlaan, directeur OOM
2
>> metaaljournaal najaar 2010
In het fonds zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: vanuit werkgevers: Koninklijke Metaalunie, Nederlandse Organisatie van ondernemers in het MKB in de metaal Nederlandse Vereniging van Modelmakerijen (NVvM) Nederlandse Vereniging van Ondernemers in het Graveerbedrijf (NVOG) Vanuit werknemers: FNV Bondgenoten De Unie CNV Vakmensen
Colofon | Redactie: Michel Revet | Medewerkers OOM: Linda Roessen, Barbara Verhulst | Redactionele bijdragen: Pepijn Barnard Evelien Hoekstra, Frank Hylkema, Liliën Persad Johan van der Tol Annemarie Vestering | Fotografie: Frank Hylkema Mark van der Zouw | Ontwerp en productie: Team Hilgersom, Amsterdam | ISSN: 1568-0959
illustratie pepijn barbard
Rectificatie Crisisbestrijdingsdagen In het vorige nummer van Metaaljournaal schreven we dat werkgevers die als gevolg van de crisis tijdelijk minder werk hebben in totaal drieënhalve dag per maand extra ADV-dagen kunnen inzetten, de zogenaamde Crisisbestrijdingsdagen. Daar had natuurlijk drieënhalve dag per jaar moeten staan.
Metaaljournaal is een uitgave van het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor de Metaalbewerking. OOM adviseert over scholing en personeelsbeleid in de metaalbewerking. OOM is de uitvoeringsorganisatie van sociale partners.
Na schriftelijke toestemming van OOM is het mogelijk delen uit deze publicatie over te nemen.
Eén van de grootste zonnecollectorenvelden ter wereld zorgt sinds deze zomer voor warm water in Almere.
22
Metaaljournaal Najaar 2010
4 11 26 28 30 32 33
Opening Branche in Beeld: NJI De Industriële Week De Cursist OOM-info: de Regiodesk Puzzel Hang- en Sluitwerk
Postbus 15 2390 AA Hazerswoude-dorp Telefoon: 0172 521 500 Fax: 0172 521 577 E-mail:
[email protected] Web: www.oom.nl
metaaljournaal najaar 2010 <<
3
opening
foto Frank Hylkema
Hoe werkt het? Hybride auto
Metaaljournaal.nl is tot de nok gevuld met filmpjes, fotoreports en inspirerende verhalen over jouw vak. Ook vind je hier alles wat je moet weten over opleiding en ontwikkeling. Check de site regelmatig zodat je niets hoeft te missen.
Nieuwe generatie Nieuwe generatie hybride auto's hybride auto’s General Motors komt aan het eind van dit jaar met een nieuw type hybride auto die langer op stroom kan rijden. HUIDIGE HYBRIDE De huidige hybrides, zoals de Toyota Prius, rijden voornamelijk op benzine.
Als de accu’s leeg zijn, springt een 1,0 liter turbobenzinemotor bij, die (met stationair toerental) de accu’s weer oplaadt.
Accu’s zijn in 6 uur via het stopcontact op te laden.
Het ging er stevig aan toe tijdens de vlettenrace op het Amsterdamse IJ.
Motor
Vlettenrace op Sail Met een zelfgebouwde boot meevaren tijdens Sail in Amsterdam. Die droom ging in vervulling voor leerlingen van tien vmbo-scholen die meededen aan het ‘Vette Vlettenproject.’ Na maandenlang klussen was het op 21 augustus eindelijk zover. Als climax van het vlettenproject namen de leerlingen van de vmbo-scholen uit Noord-Holland het tegen elkaar op in een sensationele roeiwedstrijd in de Amsterdamse haven. Het deelnemersveld bestond uit twaalf teams in twaalf zelfgemaakte lelievletten, stalen bootjes van zes meter lang en zevenhonderd kilogram. Zowel de bouw van de vletten als de race maakten deel uit van een project om scholieren enthousiast te maken voor de maritieme sector en hun de kans te geven hun technische vaardigheden te laten zien. Bij het project zijn de Stichting Nederland Maritiem Land (NML), de provincie Noord-Holland, Scouting Nederland en Amports betrokken. In de regio Rotterdam bouwden driehonderd leerlingen zelf een stalen lelievlet, waarmee zij ter afsluiting eind mei een wedstrijd roeiden op de Maas. bouwpakket
In de winter werd er bij de deelnemende scholen in Noord-Holland een bouwpakket afgeleverd. Leerlingen metaalbewerking uit het derde en vierde jaar gingen ermee aan de slag onder leiding van een vakdocent en leverden een zeewaardige vlet af. Tijdens de bouw kregen de scholieren 4
>> metaaljournaal najaar 2010
bouwadviezen en praktische ondersteuning van de scouting. Scouting Nederland, dat de vletten na het project zal overnemen, testte ten slotte de boten en gaf de deelnemende teams vervolgens een uitgebreide roeicursus. Om te oefenen voor de grote race tijdens Sail, werd in juni al een grachtentocht in Amsterdam gehouden. Zo konden de teams, bestaande uit zes leerlingen, goed voorbereid aan de start verschijnen. enthousiasme
Het project was een groot succes, volgens woordvoerder Joris van der Hoek van Vette Vletten: “Het heeft veel enthousiasme teweeggebracht bij de leerlingen. De scholieren hebben met eigen handen een boot gemaakt. Dat is natuurlijk heel mooi om mee te maken. Ik denk zeker dat het is gelukt om de scholieren enthousiast te maken voor de maritieme sector.” De roeirace over tweehonderd meter bij het Java Eiland werd gewonnen door het Triade Atlas College uit Edam dat als snelste eindigde, het ROC van Amsterdam werd de beste botenbouwschool, het PCC Alkmaar had de best gebouwde vlet en de BIM-Bakenessergroep uit Haarlem was de beste scoutinggroep. evelien hoekstra
Accu
Formule 1 in Rotterdam Het Renault F1-team verzorgde tijdens de Bavaria City Race spectaculaire demonstraties in de binnenstad van Rotterdam. Ruim 550.000 bezoekers waren aanwezig bij het evenement.
Omdat de elektromotor slechts als ondersteuning dient, kan alleen in stadsverkeer hooguit 3 km elektrisch worden gereden.
Lithium-ion accu Motor
TOEKOMSTIGE HYBRIDE De toekomstige hybride, zoals de Chevrolet Volt, rijdt in stadsverkeer voornamelijk elektrisch. Nieuwe Boeing de lucht in Het nieuwe vrachttoestel 747-8 van de vliegtuigbouwer heeft zijn eerste vlucht gemaakt. De verbeterde en grotere versie van de 747-400 Jumbo heeft een startgewicht van 442 ton en een reikwijdte van meer dan 8100 kilometer.
Hij heeft betere accu’s, die ook nog eens thuis via het stopcontact kunnen worden opgeladen.
Accu opladen:
Voorbeeld verbruik: Als je op 50 kilometer van je werk woont (100 km. vice versa) en je je auto 1 keer per dag (bijvoorbeeld ’s nachts) oplaadt, is het brandstofverbruik 1 op 62,5 (1,6 liter per 100 km).
Accu
6 uur Motor
Accu
65 km
100 km
Brandstof 1,5 L brandstof
De verbrandingsmotor is vooral bedoeld om onderweg de accu’s bij te laden. Derde plaats voor Nuna in Japan Het Nuon Solar Team is derde geworden in de Suzuka Dream Cup. Raceleider Geert Kroon: “We hebben het maximale uit Nuna5 gehaald, ik weet zeker dat ze niet harder kon. Ik ben zeer tevreden met het resultaat.”
BRANDSTOF: NU E85 in de toekomst ook biodiesel en waterstof
15% benzine
E85
85% bioethanol
© SCHWANDT INFOGRAPHICS
Wie heeft het coolste voertuig van Nederland? Vanaf pagina twaalf lees je alles over Coolrides 2010. We hebben nog geen inzendingen van electrische of hybride voertuigen binnengekregen, maar meedoen kan nog steeds! metaaljournaal najaar 2010 <<
5
reportage innovatie
webtip! Meer over het opruimen van olie en een filmpje over de werking van de veegarmen is te lezen en te zien op www.metaaljournaal.nl.
Wie ruimt de zee op? Kampers Oil Spill Equipment bouwt olieslurpers en –vegers
Sinds BP-boorplatform Deepwater Horizon in de zomer is gezonken en er miljarden liters olie in de Golf van Mexico zijn gestroomd, worden er overuren gemaakt in Puttershoek. Hier worden de olieslurpers van OOM-bedrijf Kampers Scheepskonstruktie gelast en geassembleerd. 'We hebben hier een aantal wereldlassers rondlopen. Zij zijn de trots van het bedrijf.' tekst evelien hoekstra foto's mark van der zouw
Wij spreken directeur Gert Kampers (69) op zijn kantoor onder de rook van Rotterdam en Dordrecht. “Ik ben altijd aan het innoveren. Je wilt toch als bedrijf altijd nieuwe producten ontwikkelen?” Kampers, een typische self made ondernemer, zit aan zijn ronde tafel met uitzicht op de Oude Maas. “Tegenwoordig wil iedereen innoveren, maar ik was hier al in de jaren zeventig mee bezig. Destijds gebeurde het geregeld dat er vervuiling in de Rotterdamse haven was. Alles werd in de rivier gedonderd, dat was normaal in die tijd. Vele liters olie kwam in het water terecht. Daar wilde ik iets aan doen.” Hij ontwierp een systeem voor schepen, waarbij een veegarm van 6
>> metaaljournaal najaar 2010
tien tot vijftien meter lang, met een veegbreedte tot twaalf meter onder een hoek van zestig graden in het water ligt. De veegarm verzamelt de olie bij het schip, waar een skimmer de olie opzuigt. Binnen een uur kan de veegarm circa 250 kubieke meter olie opzuigen. Het mechanisme werkt prima tot windkracht zes. “De veegarm heb ik in de loop van de jaren geperfectioneerd. Je hebt niet van de ene op de andere dag een nieuw apparaat gebouwd. We hebben samen met Rijkswaterstaat veel getest op zee. Ik maakte dan foto’s en filmpjes van hoe de veegarm functioneerde. Op basis daarvan konden we steeds weer verbeteringen aanbrengen en kwamen we langzaamaan tot
een optimaal ontwerp. Belangrijk was daarbij niet alleen dat de veegarm olie kan opruimen, maar ook dat hij makkelijk in gebruik is.” Inmiddels hebben ze hun waarde bewezen, maar het duurde lang voordat ze doeltreffend werkten. “Vanuit een simpel gegeven moet je zorgen dat je een briljant apparaat bouwt. Soms is de olielaag wel een meter dik, daar moet je dan een oplossing voor hebben. Ik heb altijd geprobeerd het functioneel en aantrekkelijk te maken. Het apparaat moet goed
‘De apparaten moeten interessant zijn om mee te werken’
olie kunnen opvegen en verpompen. Maar het moet voor de mannen die met het apparaat werken, interessant zijn om te doen.” olieramp
Laatst was Kampers nog een week in Amerika om te zien hoe zijn veegarmen worden ingezet bij de bestrijding van de olieramp in de Golf van Mexico. De Amerikanen kochten veertien exemplaren bij hem. Voor Koseq en Kampers Scheepskonstruktie een bijzonder grote order. Maar eentje die vanuit milieuoogpunt wel een beetje laat kwam. “Ze hebben veel te lang veel te weinig grote middelen ingezet. Wekenlang hebben ze geprobeerd de olie tegen te houden
met schermen in het water en kleine bootjes. Elke dag lekte er duizenden kubieke meter olie in de zee. Dat kun je alleen grondig opruimen met grote apparatuur, zoals de veegarmen die wij vervaardigen.” Onder normale omstandigheden zou Kampers met zes veegarmen circa vijftienhonderd kubieke meter per uur kunnen opvegen. Maar door de verwerking van detergenten en zeer veel zeewier liep de veegproductie heel hard achteruit. Ambitieus als hij is, voegt Kampers eraan toe: “Ik wil een steentje bij dragen aan een schonere wereld. Als ik dat kan doen door een apparaat te bouwen waarmee we olie uit de zee kunnen halen, dan doe ik dat.”
Gert Kampers: 'Ik wil een steentje bijdragen aan een schonere wereld.'
metaaljournaal najaar 2010 <<
7
reportage innovatie Leerwerkbijdrage Voor elke werknemer met een (leer-)arbeidsovereenkomst bij een bij OOM aangesloten bedrijf die een beroeps-opleiding gaat volgen, kan de werkgever een Leerwerkbijdrage aanvragen. Met deze bijdrage wil OOM werknemers enthousiast maken voor een beroepsopleiding die leidt tot een erkend diploma en werkgevers stimuleren om leerlingen aan te nemen. Hoe werkt het? De werkgever krijgt het voorschot elke zes maanden uitgekeerd. De bijdrage voor de tweede helft van het laatste opleidingsjaar wordt betaald nadat de werknemer het diploma heeft behaald. Heeft de werknemer het diploma niet behaald binnen een jaar na het verstrijken van de reguliere opleidingsduur, dan vervalt het recht op deze bijdrage. Meer informatie over de Leerwerkbijdrage is te vinden op www.oom.nl.
Sinds de olieramp met de Spaanse tanker Prestige in 2002 liggen er langs de Europese kusten schepen waarop de veegarmen gemonteerd zijn, zodat er bij een olieramp snel gehandeld kan worden. Kampers over zijn personeel: ‘In de techniek versta je elkaar, je begrijpt elkaar.’
innovatie
Ruim 38 jaar geleden kocht hij de scheepswerf, die onder zijn leiding exponentieel groeide. “Je bent jong en je wilt wat,” grijnst hij. Maar dan ineens serieus: “Het was de hele dag ploeteren, hard werken. ’s Nachts deed ik de administratie. We hadden enkel een kraan waarmee we drie ton, handbediend, konden tillen.” Het eerste dat hij kocht toen hij genoeg geld had gespaard, was een bouwkraan die 6,5 ton kon hijsen. Hierdoor konden ze grotere werkzaamheden aan: ze repareerden en bouwden destijds kleine binnenvaartschepen. Maar al snel wist Kampers dat het niet haalbaar was om op een kleine werf compleet nieuwe schepen te gaan bouwen. Hij besloot zich te 8
>> metaaljournaal najaar 2010
specialiseren en eigen producten te ontwikkelen. “Ik ben begonnen met het bouwen van stuurhuizen en hefgeleidekokers voor de binnenvaart. Inmiddels produceren we die in vele modellen en formaten, tot wel vijftien meter breed. Ze zijn voorzien van moderne elektronica en heel luxe afgewerkt. Jaarlijks maken we tachtig tot honderdtwintig stuurhuizen en hefgeleidekokers, voor de WestEuropese markt en Brazilië. Met behulp van een 3D-tekenprogramma worden de stalen onderbouw en de bovenbouw van geïsoleerd aluminiumprofiel van de stuurhuizen ontworpen. Een innovatief computerprogramma kan vervolgens de krachtberekeningen maken. “Het is natuurlijk erg belangrijk dat de hefgeleidekoers een bepaalde
belasting aankunnen, daarom hebben we jaren geleden in dit programma geïnvesteerd.” Daarnaast richtte Kampers zich op het onderhoud van pompen. Inmiddels heeft zijn zoon de onderneming Kampers Pompservice overgenomen. opleiden
Voor Kampers is het niet meer dan logisch dat zijn bedrijf veel energie steekt in het opleiden van jongeren. “Ik heb nu een jongen lopen, die heeft het vak echt in zijn vingers. Dat is
‘Het is alleen maar leuk om te zien hoe zo’n jongen het vak in de vingers heeft’
alleen maar leuk om te zien. Kijk, die jongeren krijgen er zelfvertrouwen van als het ze lukt om iets voor elkaar te krijgen.” Elk jaar heeft hij ongeveer vier BBLleerlingen op zijn bedrijf. Daarvoor krijgt hij een LeerwerkBijdrage van OOM. Een goede tegemoetkoming. “Ik vind het leuk om iets zo over te brengen dat ze het echt begrijpen. Vroeger deed ik dat ook zelf, leidde ik de leerlingen zelf op, maar inmiddels zijn we daarvoor te groot geworden. Wel houd ik ze altijd goed in de gaten. Ik wil zeker weten dat de jongens aan het einde van opleiding weten waar ze over praten. In de techniek versta je elkaar, je begrijpt elkaar. We hebben hier een aantal wereldlassers rondlopen. Zij zijn de trots van het bedrijf.”
Eigenlijk vindt Kampers het wel jammer dat de allround vakopleiding niet meer bestaat. Het onderwijs is specialistischer geworden. Daarom laat hij de leerlingen met veel verschillende aspecten kennismaken. Met welk materiaal werk je het liefst? Aluminium of staal? Wat is een goede werkhouding? “Een goede opleiding neem je voor de rest van je leven mee. Daarom steek ik er veel tijd in. Samen met de jongens kijken we hoe we verder onze producten kunnen verbeteren of moderniseren.” plasticsoep
Een van de nieuwe plannen van Kampers is om iets doen aan de enorme hoeveelheid plastic in de Stille Oceaan. De zogenaamde plasticsoep, een afvalberg ter grootte van IJsland,
wordt gezien als een van de grotere milieuproblemen van dit moment. De immense soep tussen de Canarische Eilanden en de Bahamas is ontstaan doordat verschillende zeestromen daar samenkomen. Volgens deskundigen is de plasticsoep niet alleen een bedreiging voor het milieu, maar ook voor de mens. In het plastic zitten giftige stoffen. Als het plastic afbreekt in kleine deeltjes, komt het in het voedsel van vissen terecht. Vissen die wij later weer op ons bord krijgen. Ondanks het dreigende gevaar, zijn er maar weinig concrete plannen om iets aan het afval te doen. Daar wil Kampers verandering in brengen. Zoals hij een middel bedacht voor het bestrijden van olierampen, wil hij nu een nieuw soort schip ontwikkelen
metaaljournaal najaar 2010 <<
9
reportage innovatie
branche in beeld nederlandse jachtbouw industrie
‘Van zelf doen leer je veel’ Robin de Bruin (18) van het Da Vinci College in Rotterdam volgt bij Kampers zijn BBL-opleiding mbobasislassen. Vier dagen per week werkt hij en één dag per week gaat hij naar school. Vandaag voert hij laswerk uit aan een stuurhut boven zijn hoofd. “Dit is een moeilijke techniek, maar dat vind ik juist leuk. Eigenlijk mag ik alleen maar kleine werkstukjes maken van school, maar hier krijg ik de vrijheid om nieuwe dingen uit te proberen. Dat is erg leuk. Je leert veel als je het zelf mag doen.” In de toekomst zou hij wel fotolasser in de offshore willen worden, maar zo ver is het nog niet. Eerst moet hij nog doorleren tot niveau 3.
waarmee de plastic troep uit het zeewater wordt gezeefd en zo wordt opgeruimd. “Het is toch schaamteloos dat wij zo met de aarde omgaan. Het duurt tientallen jaren voordat plastic afbreekt. Het worden eerst allemaal heel kleine deeltjes, van enkele centimeters tot minder dan een millimeter. Ik denk dat ik die plastic soep kan opvegen tot een halve meter diepte. Maar daar moeten hier we met zijn allen nog hard aan werken.” Zo moet Kampers nog een speciale filter uitdenken, waarmee de plastic deeltjes tegengehouden kunnen worden. Op sommige plaatsen zijn honderdduizend stukjes plastic per vierkante kilometer gevonden. Op andere plekken is de concentratie veel hoger, tot vijfhonderdduizend stukjes plastic per vierkante kilometer. “We moeten er tijd en geld voor vrijmaken om dit product tot in perfectie te ontwerpen en te bouwen. Maar het komt er, dat weet ik zeker.” 10
>> metaaljournaal najaar 2010
Ondanks zijn 69 jaar is Kampers voorlopig niet van plan om te stoppen met werken. “Ik zou niet weten waarom, ik geniet nog steeds van mijn werk. En zolang ik nieuwe dingen mag blijven bedenken, mag blijven innoveren, zal dat niet anders zijn. snelheid
Tot 2002 hadden weinig landen interesse in de olieveegarm van Kampers. Alleen Rijkswaterstaat, dat hielp met de ontwikkeling van het apparaat, was klant. De olieramp met de Spaanse tanker de Prestige leverde Koseq (Kampers Oil Spill Equipment) veel bekendheid op. Kampers hielp met het opruimen van de ruim vijftigduizend ton ruwe olie die op 13 november 2002 in de Atlantische Oceaan terechtkwam, toen de tanker was gebroken en naar de oceaan bodem was gezonken. Na deze ecologische ramp werd Kampers door het Europese EMSA (European Maritime Safety Agency)
‘Te lang gewacht en te weinig middelen in gezet’ benaderd om het Koseqsysteem te leveren. Bijzonder is dat olie en water na het opzuigen twintig minuten worden opgeslagen in een tank. Na die tijd is de olie omhoog komen drijven en kan het water worden teruggepompt in zee. Sindsdien liggen er langs de Europese kust schepen waarop de veegarmen gemonteerd zijn, zodat er snel gehandeld kan worden bij een olieramp. De Victory Oil Sweeper is het nieuwste model olieveegarm van Kampers. De veegarmen zijn in lengte verstelbaar en kunnen makkelijker geïnstalleerd worden op een schip. Het grote voordeel van dit concept is volgens Kampers, dat ze gebruikt kunnen worden op kleinere boten, 02000000000000000000000000000di e olie moeten opruimen in rivieren en
Innovatie en vakmanschap
supersnel Op de grote foto: De snelle aluminium Crewtender ligt nog ondersteboven in de loods van scheepsbouwer Habbeké in Volendam. Deze zwaar gebouwde, tien meter lange boot zal straks worden uitgerust met een 600 PK sterke jetmotor om te worden ingezet voor personenvervoer in het Europoortgebied. Kijk voor meer informatie op www.crewtender.com
Brancheorganisatie Nederlandse Jachtbouw Industrie (NJI) zet zich in voor ruim 170 bedrijven en hamert op innovatie. Maar om een schip te bouwen is bovenal veel vakmanschap nodig.
tekst evelien hoekstra foto frank hylkema
“De jachtbouw maakt een constante ontwikkeling door. Veranderingen in de vraag en technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat bedrijven niet achterover kunnen leunen. Om de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse jachtbouwers te versterken, streeft de NJI er dan ook naar de innovatiekracht binnen de industrie te optimaliseren,” zegt branchemanager Gerwin Klok van de Koninklijke Metaalunie. Dat innovatie concrete voordelen oplevert, blijkt bijvoorbeeld uit de bouw van de Gamma 20, een plezierjacht dat werd gebouwd door Jetten Yachting. Mede vanwege de economische malaise, richtte het bedrijf zich bewust en met succes op innovatie. Voor de bouw van de Gamma 20 werd gebruik gemaakt van de nieuwe Smart Kit-methode, die werd ontwikkeld door jachtontwerpbureau Vripack. Bij Smart Kit wordt gebruik gemaakt van een gedetailleerd 3D-CAD-ondersteund ontwerpproces waardoor onderdelen sneller en nauwkeuriger in elkaar kunnen worden gezet. Zo kunnen honderden productie-uren worden bespaard. Maar bij moderne scheepsbouw gaat het naast innovatie ook om ouderwets vakmanschap. De snelle aluminium Crewtender, die bij Habbeké Shipyard in Volendam wordt gebouwd is daarvan een goed voorbeeld. Deze supersnelle boot wordt straks ingezet in de Rotterdamse havens om mensen te vervoeren. Vanwege de zware condities en permanente inzetbaarheid moet het schip zeer zwaar worden uitgevoerd. Spant voor spant wordt het schip opgebouwd voordat de huidplaten eromheen worden gelast. Een opblaasbare stootrand wordt straks om de romp geplaatst om de klappen van het aanmeren op te vangen en voor extra drijfvermogen te zorgen. Om dergelijke vakmanschap verder te stimuleren, heeft branchevereniging NJI geholpen bij ontwikkeling van een uitgebreid aanbod van technisch georiënteerde mbo- en hbo-opleidingen voor de jachtbouwindustrie. De opleidingen kunnen worden gevolgd in Sneek en Leeuwarden en maken sinds vorig jaar deel uit van het Maritieme Innovatie Programma. Ga voor meer informatie naar www.jachtbouw.nl
metaaljournaal najaar 2010 <<
11
coolrides de eerste inzendingen De Stockcar van Cesar Noppert “Al sinds mijn tienerjaren ben ik gek op autocross. Ik had bij mijn ouders een werkplaats in een oude schuur, waar ik met mijn vrienden altijd aan brommers knutselde. Toen ik een jaar of zeventien was, kwam ik op het idee om zelf een stockcar te bouwen. Ik scharrelde een paar bokjes op en begon het chassis in elkaar te hechten met een oud elektrisch Fermlastoestel. We zijn met een paar man langs de truck sloperijen in de buurt gegaan om assen te zoeken. Veel mensen hadden er een hard hoofd in, maar ik zette door. Stukje bij beetje bouwde ik verder, als ik geld had kocht ik weer iets en soms kreeg ik onderdelen. Al mijn vrije tijd zat erin. Na ruim twee jaar bouwen was de auto klaar. Een week voor de eerste cross van het nieuwe seizoen heeft hij zijn eerste meters gemaakt op een bietenoverslagplaats. Inmiddels rijd ik mijn tweede seizoen en ben ik nog altijd heel veel met de auto bezig. Ik ben er trots op dat ik bijna alles in deze auto zelf heb bedacht en gemaakt.”
Na het succes van de eerste editie van Coolrides, alweer twee jaar geleden, is er nu een nieuwe competitie. Deze keer niet alleen voor auto’s, maar voor alles wat zich over de weg voortbeweegt op wielen. En dat hebben we geweten: er doen fantastische motoren mee. Maar ook de mooi gerestaureerde en gepimpte auto’s zijn weer goed vertegenwoordigd. Een selectie uit de inzendingen tot nu toe. tekst annemiek de gier
Coolrides draait warm!
“Ik ben er trots op dat ik bijna alles in deze auto zelf heb bedacht en gemaakt.”
je kunt nog meedoen! Ben je geïnspireerd geraakt door deze inzendingen en heb je zelf minstens zo’n coole ride? Doe dan mee en maak kans op een spectaculair prijzenpakket. Geef je op door voor 15 november 2010 een e-mail met je verhaal en foto’s te sturen naar:
[email protected] o.v.v. Coolrides. Voor meer informatie en de spelregels kun je kijken op www.metaaljournaal.nl
12
De Suzuki van Gerard ter Brake
De Kawasaki van Fred Barendse
“Deze Suzuki gs750 uit 1977 stond al jaren in een schuur die ik met vrienden gebruikte als opslag voor onze crossauto’s. Toen we eruit moesten, omdat de eigenaar er plannen mee had, kreeg ik de motor mee – ik was de enige met een motorrijbewijs. Ik kreeg het idee er een brede achterband in te zetten en op een zaterdagmiddag heb ik – niet gehinderd door een plan of een idee – de slijptol erin gezet. Ik kwam er vrij snel achter dat een bredere achterband niet te plaatsen is in deze motor, behalve als je hem helemaal verbouwt. Maar er waren natuurlijk nog heel veel andere mogelijkheden om de motor te pimpen. Dat moest wel low budget, dus de meeste onderdelen zijn afkomstig van Marktplaats, hergebruikt of zelfgemaakt. Inmiddels ben ik met een tweede motor bezig, deze hobby is verslavend!”
“In 1997 heb ik een Kawasaki GPX600R met schade gekocht, om daar een naked bike van te maken. Aan de hand van wat schetsen en ideeën heb ik een ontwerp gemaakt, dat ik vervolgens op ware grootte heb uitgetekend in een soort zelfontworpen Autocadprogramma. Toen heb ik de tekeningen geprint en uitgeknipt, op rvs geplakt en dit daarna bewerkt: knippen, zetten, lassen. Zo heb ik alle onderdelen zelf gemaakt, daar ben ik ongeveer tweehonderd uur mee bezig geweest. Ik heb nu een volwaardig 3D-tekenpakket; als ik dit opnieuw zou doen, is de klus in veertig uur klaar. Ik heb een hoop lol van mijn KAWAB (mijn initialen zijn WAB). Je ziet de mensen kijken en zich afvragen: wat is dit nou? Maar dan ben ik alweer uit het zicht. Ze noemen me wel eens Mad Max.”
>> metaaljournaal najaar 2010
De prijzen De Zundapp van Gijs Jobse “Op deze brommer reed ik elke dag van Terheijden naar Etten-Leur. Dat was vijftig kilometer per dag, dus al gauw zo’n 250 kilo meter per week. En dan reken ik de kilometers in mijn vrije tijd nog niet mee. Daarom ben ik begonnen de brommer zelf een beetje op te knappen: andere banden, velgen gespoten, nieuwe framekapjes, nieuwe cilinder, andere carburateur. Langzaam werd hij steeds mooier. Een jaar geleden dacht ik bij mezelf: stel dat ik nu word aangehouden, dan ben ik ’m kwijt. Want hij rijdt voor een brommer veel te hard. Toen heb ik besloten de brommer helemaal uit elkaar te halen, en er een ks80-blok en 100 cc onder te zetten. Binnenkort laat ik ’m keuren als motor, en kan ik gaan genieten van mijn trots zonder dat ik bang hoef te zijn om hem te moeten inleveren.”
De hoofdprijs: • Een gratis volledige technische check van je voertuig bij een specialist. Nu weet je exact wat de staat van je voertuig is en welke punten eventueel nog aandacht nodig hebben. • De ‘Coolrides 2010, no. 1’-beker en sticker, voor op je auto of motor. Zo ziet iedereen dat jij de allercoolste ride van Nederland hebt! • Poetsbeurt voor je voertuig door een professioneel poetsbedrijf, ter waarde van € 150,-. • Ingelijste professionele foto van jouw voertuig. • Een uitgebreide reportage in Metaal journaal, waarin je je trots kunt showen aan alle collega’s in het land!
De tweede prijs: Een gratis poetsbeurt voor je voertuig door een professioneel poetsbedrijf ter waarde van € 150,-. De publieksprijs: De ‘Cool Rides 2010 publieksprijs’-beker en sticker en een speciale vermelding met foto in MetaalJournaal. En wie zijn stem uitbrengt... ...maakt kans op een iPad! Kijk op pagina 32 voor de voorwaarden.
Maak kans op een iPad...
metaaljournaal najaar 2010 <<
13
coolrides de eerste inzendingen
Even voorstellen: de jury
De Trike van André Tax
Viola Robbemondt
“Vier jaar geleden werd ik ziek en kon ik niet meer motor rijden. Maar ja, achter de geraniums zitten is voor mij ook geen optie. Als oud-metaalbewerker was ik wel eens van plan geweest om een trike op te knappen, en ik dacht: waarom niet? Op een meeting zag ik deze motor staan; simpel, kaal, eigenlijk zo één die niemand wil hebben. Echt iets voor mij dus. Na veel las-, sleutel-, spuit-, fit-, en knutselwerk cross ik trots door Brabant en Zeeland. Ik heb veel bekijks met mijn Holy Smoke.”
De Honda Goldwing van John Nijkamp Echtgenote Francien Nijkamp: “Jaren geleden droomde mijn man er al van om zelf een motor te bouwen. Dus kocht hij een Goldwing uit 1977. In een grote rookwolk reed hij hem naar huis, en nog geen dag later lag de motor in honderdduizend onderdelen in de garage. Langzaam bouwde hij hem stukje bij beetje weer op. Hij zocht beurzen af naar die ene bout. Onderdelen, diverse accessoires en zelfs de emblemen maakte hij met de hand. En zo kwam er een prachtige motor tevoorschijn. Onze oudste dochter haalde intussen haar motorrijbewijs en vorig jaar reden ze voor het eerst samen. Hij was zo trots. Helaas heeft het niet lang mogen duren: onze dochter is in maart ziek geworden en overleden. Nu staat Johns motor stil, het plezier is eraf. Zijn dochter was zijn alles. Ik hoop dat het hem goed doet als hij de foto van zijn prachtige motor in MetaalJournaal ziet staan.”
freelance journalist voor autobladen en eigenaar van de weblog Carwoman.nl Leeftijd: 42 Rijdt: een Alfa GT uit 2004 “Als freelance journalist schrijf ik veel over auto’s. Dat is best bijzonder, er zijn namelijk weinig vrouwen die dit doen. Mijn liefde voor auto’s is aangewakkerd door mijn vader. Hij kocht elke twee jaar een nieuwe, en ik ging als jong meisje mee proefritten maken. Geweldig vond ik dat. Mijn voorkeur gaat uit naar alles wat origineel is. Maar ook het verhaal en de emotie erachter zijn belangrijk wil een auto bij mij een snaar raken. Misschien is dat mijn vrouwelijke inbreng binnen de jury, mannen kijken toch vaker naar techniek.”
Arjan Hilgersom artdirector MetaalJournaal Leeftijd: 41 Rijdt: een Mercedes 230 coupé youngtimer “Ik houd van mooie vervoermiddelen. Dat kunnen auto’s zijn, maar ook motoren of zelfs fietsen. Zelf heb ik altijd Citroëns en Mercedessen gereden, en ik heb een Harley Davidson. Op de een of andere manier hebben oude auto’s vaak meer klasse dan nieuwe. Ze hebben karakter, een eigen identiteit. Waar ik op let bij het beoordelen van de Coolridesinzendingen? Originaliteit, vakmanschap, verrassende verhalen. En ondanks mijn liefde voor oude auto’s vind ik duurzaamheid ook heel belangrijk. Het zou toch leuk zijn als iemand een auto op zonne-energie instuurt, of misschien wel een bijzondere fiets.”
De Pontiac Chieftain van Jolanda Meuwissen “Mijn meest coole ride is mijn Pontiac Chieftain uit 1958. Ik heb hem overgenomen van een oud-collega. Die was al een beetje begonnen met opknappen, maar daar vrij snel weer mee gestopt. Toen ik hem kreeg, was alleen de neus blauw. Strips ontbraken, en ook van binnen was de auto half kaal. Samen met mijn vriend, die ook gek is van Amerikanen, heb ik hem weer netjes gemaakt. Ik gebruik hem nu ’s zomers als
dagelijkse auto en ik rijd er meetings mee af. Veel mensen vinden het grappig om mij in die Pontiac te zien aankomen. Ik ben zelf maar anderhalve meter hoog en dan met zo’n enorme auto rondtuffen... Mijn vriend moet ook altijd helpen met het wassen, ik kom niet bij het dak. Komende winter krijgt de motor speciale aandacht en moeten de deuren netjes worden gemaakt. Ik probeer zoveel mogelijk zelf te doen, ook het laswerk.”
Jan Tinga De Ford Escort van Eelco van Duijne “Als 21-jarige jongen liep ik tegen een Escort aan, de Cabrio 1.6 xr3i uit 1984. Hij kostte zesduizend gulden, ik kon het nauwelijks betalen, maar ik wilde zo graag in een cabrio rijden. Mijn vader raadde het me af maar ik was eigenwijs en kocht hem toch. Lekker toeren samen met mijn vrienden en vriendinnen, want zij hadden nog geen rijbewijs. Ik ging er ook mee op vakantie in eigen land. Toen er te veel roest op de auto kwam, heb ik hem totaal laten zandstralen en overspuiten. Na deze opknapbeurt was hij zo mooi dat ik hem ging stallen en er nog maar weinig in reed, vastberaden om te wachten tot hij belastingvrij zou worden. Dat is me gelukt, ik heb hem nu al veertien jaar en hij heeft me nog niet in de steek gelaten. Mijn vrienden hadden nooit verwacht dat de auto zo lang zou blijven rijden, maar wat mij betreft kan hij nog jaren mee.”
14
>> metaaljournaal najaar 2010
eigenaar van vakgarage Tinga in Leimuiden Leeftijd: 54 Rijdt: een Triumph TR250 “Ik heb altijd iets met auto’s gehad. Hoewel wij er thuis geen hadden, kende ik als kind al alle merken en types uit mijn hoofd. Toen ik vijftien was, ben ik als monteur bij een Fordgarage gaan werken. Al snel maakte ik de overstap naar een Porsche/Alfadealer, want van mooie auto’s gaat mijn hart sneller kloppen. In 1985 ben ik voor mezelf begonnen. Wij zijn Saabspecialist en we doen ook veel met klassiekers en oldtimers van Europese makelij. Wat een auto mooi maakt? Dat zit hem niet per se in de prijs, grootte of snelheid. Ik kan zowel gecharmeerd zijn van een Fiat 500 als van een Porsche 911. Het is een bepaald gevoel dat een auto uitstraalt. Bij het beoordelen van de Coolrides zal ik vooral letten op modellering, afwerking en kwaliteit. Want hieruit kun je vakmanschap afleiden.”
metaaljournaal najaar 2010 <<
15
recycling vangrail
agentschap nl Als het gaat om duurzaamheid, innovatie, internationaal ondernemen en samenwerken is Agentschap NL – onderdeel van het Ministerie van Economische Zaken – hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden.Agentschap NL is de initiatiefnemer van de praktijkproef om oude vangrails te renoveren. Weten of Agentschap NL ook iets voor uw organisatie kan doen? Kijk op www.agentschapnl.nl
Vintage vangrail Een jaarlijkse besparing van 540 ton zink, een energiebesparing gelijk aan het verbruik van drieduizend huishoudens en een vermindering van de CO2 uitstoot van tien- tot zestienduizend ton. Dat is de winst van hergebruikte vangrails.
tekst en fotos frank hylkema
Als staalproducten zijn afgeschreven, worden ze meestal als schroot afgevoerd en omgesmolten. Maar metaalproducenten als Corus kunnen niets met zinkhoudend schroot, dus moeten oude vangrails eerst worden ontzinkt voordat ze kunnen worden omgesmolten. Dit traject is niet alleen milieubelastend maar ook kostbaar. Omsmelten kost uiteindelijk meer dan het oplevert. Bij wijze van proef werd daarom afgelopen zomer ruim vier kilometer vangrail gedemonteerd, ontzinkt en opnieuw verzinkt bij OOM-bedrijf Arrosso met ondersteuning van AgentschapNL. Renovatie van vangrails is technisch en economisch haalbaar, blijkt uit de praktijkproef. Nog afgezien van de grote milieuvoordelen, is een kilometer rail veertig procent goedkoper dan nieuw materiaal. En dat is goed nieuws voor opdrachtgevers, die zich meer en meer bewust zijn van het belang van duurzaam inkopen.
Het idee achter het project ‘Hergebruik geleiderail’ is dat de gerenoveerde vangrails dezelfde kwaliteit moet hebben als nieuwe vangrails. En daarmee voldoet de proef aan het cradle-to-cradle-principe (C2C). Het idee daarvan is dat alle gebruikte materialen na hun eerste leven hergebruikt kunnen worden in tenminste een gelijkwaardige, maar liever nog hoogwaardiger toepassing. Zonder kwaliteitsverlies en zonder afval. Dat is belangrijk voor bijvoorbeeld Rijkswaterstaat dat eist dat hergebruikt materiaal als nieuw moet zijn. Nu ze duurzaam moet inkopen zijn overheden zich steeds meer bewust van het belang van vergroening van de infrastructuur. Met de renovatie van vangrails kan een grote slag geslagen worden, maar er wordt ook druk nagedacht over andere manieren om verstandiger om te springen met de openbare wegen. Energiezuinige verlichting bijvoorbeeld, of het gebruik van lagetemperatuurasfalt.
Zinkketen “Steeds meer wegenbouwers bieden vangrails aan voor renovatie,” zegt Hub Huynen van Arrosso bv. “Drie jaar geleden verwerkten we ongeveer duizend ton per jaar, afgelopen jaar was dat al 2500 ton. Door de economische voordelen en de milieuwinst zijn steeds meer partijen positiever gaan denken over renovatie.” De proef met de vangrails biedt volgens Huynen mogelijkheden voor veel andere verzinkte materialen. “Er is nog heel veel zink terug te brengen in de zinkketen.”
16
>> metaaljournaal najaar 2010
metaaljournaal najaar 2010 <<
17
arbeidsmarkt investeren in mensen
Een leven lang leren Het mkb-metaal heeft te kampen met vergrijzing, zie bijvoorbeeld hiernaast bij Cosee en Co. Hoe kun je toch vakmanschap en kennis behouden voor de sector? Organisatiedekundige en lector personeelsmanagement Willem de Lange: ‘Je mag betrokkenheid verlangen van je werknemers.’ tekst evelien hoekstra foto mark van der zouw
“Dit is een lastige arbeidsmarkt. In de nabije toekomst zullen we grote problemen krijgen, zeker in de technische sector. Je moet als werkgever aantrekkelijk zijn om zo de concurrentiestrijd aan te kunnen gaan. Ook als kleine ondernemer ben je absoluut genoodzaakt aandacht te besteden aan een goed personeelsbeleid. Werknemers zullen straks langer moeten doorwerken. Dat geeft weerstand en dat is begrijpelijk. Maar ze moeten de knop omzetten, want het is onontkoombaar. Aan de andere kant moeten werkgevers zich bedenken wat zij kunnen doen om hun werknemers gemotiveerd, gezond en inzetbaar te houden. Kortom: aandacht besteden aan goed personeelsmanagement is van levensbelang. En dat gebeurt nog veel te weinig. De prioriteit ligt bij het productieproces en de verkoop en veel te weinig bij personeelsmanagement. Blijven ontwikkelen Vijftigplussers krijgen nogal eens te horen dat zij met hun ervaring geen opleiding meer nodig hebben. Maar bedenk wel dat ook zij nog tien tot vijftien jaar moeten doorwerken, terwijl de ontwikkelingen in de techniek en op de afzetmarkt snel doorgaan. Niet alleen de werkgevers moeten dit inzien, ook de werknemer moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Vaak wordt opleidingsbeleid gezien als een taak voor de werkgever. Maar ook werknemers moeten aan hun toekomst denken. Wat zijn de ontwikkelingen en heb ik nog voldoende competentie voor een sterke positie op de arbeidsmarkt? Er moet een omslag in het denken plaatsvinden. Hoe je vervolgens de werknemer moet verleiden om tijd en energie te steken in opleidingen, blijkt iedere keer weer buitengewoon lastig te 18
>> metaaljournaal najaar 2010
zijn. Ik heb het vaak genoeg mee gemaakt: de werkgever laat zich overtuigen dat strategisch personeels management onontbeerlijk is, maar als puntje bij paaltje komt trekt hij zich terug, dan hebben andere zaken een hogere prioriteit. Gelukkig zijn er goede uitzonderingen: ik ken bedrijven waar wel degelijk sprake is van goed personeelsmanagement. Voor oudere werknemers geldt trouwens dat je ze op een andere manier moet scholen dan jongeren. Je moet ze niet meer in de schoolbanken zetten. Voor hen werkt het vaak beter om ze in de praktijk op te leiden. De menselijke kant Opleiden en ontwikkelen is een aspect van duurzaam ondernemen. Een duurzame arbeidsorganisatie kun je creëren door te investeren in de relatie met de medewerkers. Je investeert in hen en geeft hun vertrouwen en verantwoordelijkheid. Maar die moet de werknemer dan ook nemen, die betrokkenheid mag je verlangen. Als je streeft naar een blijvende inzetbaarheid, moet je er bovendien oog voor hebben dat de belastbaarheid van de medewerker afneemt. Je mag van iemand van zestig niet meer hetzelfde verlangen als van een 35-jarige. Het werk moet worden aangepast aan de medewerker: adaptiebeleid, noem ik dat. De medewerker moet zich aanpassen aan de andere eisen die het werk stelt, hij moet zich blijven ontwikkelen, en het werk moet worden aangepast aan de veranderende capaciteiten van de medewerker.”
Hoe hou je werknemers gemotiveerd, gezond en inzetbaar?
Ervaringscertificaat
Veel oudere werknemers hebben het vak geleerd in de praktijk en weten ondanks hun jarenlange ervaring en vakmanschap niet precies wat ze vaktechnisch waard zijn. Een ervaringscertificaat (EVC) maakt dit vakmanschap inzichtelijk. OOM helpt bij het inzetten van het EVC-traject. Kijk op www.oom.nl voor meer informatie.
Jan Stuut werk ruim vijftig jaar in de Metaal maar moet er nog niet aan denken om te stoppen. 'De variatie is het leukste.'
Cossee en Co 100 jaar Directeur en eigenaar Jan Stuut van Cossee en Co heeft wat te vieren. Hij is onlangs 65 jaar geworden en zijn bedrijf bestaat in 2010 honderd jaar. Ruim vijftig jaar werkt hij binnen het bedrijf dat binnenkort overgenomen wordt door zijn zoon David. Maar aan stoppen moet Stuut nog lang niet denken. “We zijn van oudsher een ambachtelijke smederij en een constructiebedrijf, we produceren hekwerken en hindernissen voor de paardensport. Ook maken we trappen, gordijnroedes en leuningen. De afgelopen jaren hebben we duizenden klanten gehad met allemaal een eigen verhaal. Zo was er eens een klant die nogal stevig gedronken had. Vlak nadat hij met zijn paard en wagen bij de smederij was geweest, reed hij regelrecht de Erasmussingel in. De brandweer moest er aan te pas komen om het hele stel uit hun benarde positie te bevrijden.” Met zijn twaalf werknemers is Cossee goed door de economische crisis gekomen. “Omdat de nieuwbouw stilligt, produceren we nu nauwelijks balkon- en terrashekken. Maar we hebben ons de afgelopen tijd steeds meer gericht op de particuliere sector en dat gaat prima.” Inmiddels werkt Stuut nog drie dagen in de week en kan hij terugkijken op een geslaagde carrière. “Zelf vind ik de variatie van het werk het leukst. De ene keer ben je maten aan het opnemen voor een nieuw balkon, dan weer breng ik hindernissen naar mijn klanten en een volgend moment zit je op kantoor.”
Jan Stuut
metaaljournaal najaar 2010 <<
19
duurzaamheid zonne-energie verwarmt woonwijk
En nu maar hopen op mooi weer
webtip! Meer weten? Op www.nuon.nl lees je meer over het zonne-eiland. Meer links naar informatie over deze schone energiebron zijn te vinden op zonne-energie.startpagina.nl
tekst en foto frank hylkema
Je zou in denken dat ons klimaat niet erg geschikt is voor de opwekking van zonne-energie. Toch is deze zomer één van de grootste zonnecollectorenvelden van de wereld geopend in Almere. Voor het eerst wordt een hele woonwijk collectief verwarmd met ter plekke opgewekte zonne-energie. Op een eiland ter grote van drie voetbalvelden staan ruim vijf honderd grote zonnepanelen die in een groot deel van de warmtebehoefte van de naastgelegen nieuwbouwwijk Almeerderhout voorzien. Samen met het Stadswarmtenet (waarmee restwarmte die afkomstig is van de energiecentrale in Almere rechtstreeks aan woningen wordt geleverd) zorgt de zonne-energie voor een vermindering van de CO2-uitstoot van vijftig procent. hoe werkt het?
De panelen met zonnecollectoren zijn gevuld met glycol, een soort stroperige alcohol die wordt opgewarmd door de zon. In het warmteoverdrachtstation wordt de warmte overgedragen op water dat direct in het stadswarmtenetwerk wordt gepompt. Hiermee worden de 2700 huishoudens in de naast gelegen woonwijk Noorderplassen-West verwarmd en van warm kraanwater voorzien.
facts
&
figures
Vijfhonderd zonnecollectoren, met een totale oppervlakte van zevenduizend vierkante meter. Zoneiland is jaarlijks goed voor 9.750 Gigajoules. Dat is tien procent van de energiebehoefte van de 2700 woningen in de wijk, goed voor een miljoen keer douchen per jaar. Zonne-energie en Stadswarmte zorgen voor een halvering van de CO2-uitstoot.
20
>> metaaljournaal najaar 2010
metaaljournaal najaar 2010 <<
21
reportage hutten metaal
Vijf keer zoveel omzet Hutten Metaal is in 1974 opgericht door zijn vader en in 2000 nam Wim Hutten de onderneming over. “Mijn vader was een echte metaalwerker en heeft het van nul af aan opgebouwd. Ik wilde als kind ook al graag staalboer worden, zoals ik dat met een geuzennaam noemde. Maar ik wilde wel mijn eigen inbreng in het bedrijf. Dat is ook gebeurd. Het is naar een hoger segment getrokken, met de bouw van scholen, ziekenhuizen, kantoren en voetbalstadions. Dat heb ik niet alleen gedaan, maar met mijn twee mededirecteuren.” Sinds Wim de scepter zwaait, is de omzet van de ondernemening vervijfvoudigd tot 25 miljoen euro vorig jaar. Hutten: “Maar dat resultaat boeken we dit jaar niet.” Bij Hutten Metaal zijn zo’n negentig mensen vast in dienst en er werken tien Poolse uitzendkrachten.
De crisis máákt ook banen
direct adviseren als iets efficiënter kan.” Hutten zelf leerde het vak in het bedrijf. Door alle afdelingen te doorlopen: productie, montage en vertegenwoordiging. Een officiële technische opleiding heeft hij niet gehad. “Ik heb de mts niet afgemaakt. Daar had ik de concentratie en het geduld niet voor. Ik heb veel te weinig gestudeerd. Ik hoop dat mijn zoon het beter doet. Die zegt nu al dat hij het bedrijf later wil overnemen. Dat zou ik leuk vinden, maar het hoeft niet. Hij mag ook kunstschilder worden.”
Overname Een verkoopkantoor van Hutten in het Duitse Leipzig herinnert nog aan de bouwhausse eind jaren negentig in OostDuitsland. Die tijd is voorbij. De Duitse grens ligt op slechts twee kilometer van het bedrijf, maar Hutten haalt slechts vijf à tien procent van de omzet bij de oosterburen. “We kunnen wel aan de kwaliteitseisen voldoen, maar het zakendoen en de markt zijn anders,” aldus Hutten. De laatste overname dateert van vorig jaar: een bedrijf met vijftien medewerkers dat stalen trappen en hekken maakt. Het vormt nu Hutten Kleinmetaal. “Dat is handig om in één huis te hebben, zodat klanten hiervoor ook bij ons terecht kunnen,” zegt Hutten. “We zijn ook één van de weinige staalconstructiebedrijven met een eigen afdeling engineering. We kunnen klanten
Hutten Metaal springt in op de veranderende markt ‘We zoeken jong bloed om de vergrijzing tegen te gaan. En we leiden ze graag op zodat ze goed in ons bedrijf passen’
Wim Hutten: ‘Ik wilde als kind al staalboer worden.’
tekst johan van der tol fotografie mark van der zouw
Hutten Metaal uit Hardenberg maakt staalconstructies voor stadions, ziekenhuizen en kantoren. Het OOM-bedrijf kwam onlangs in het nieuws omdat het nauwelijks lukte nieuw personeel te werven. Is Hutten een voorbeeld van een broos herstel in de sector?
22
>> metaaljournaal najaar 2010
Al direct bij binnenkomst bij Hutten Metaal wordt duidelijk dat hier een motorsportfanaat en FC Twentefan aan de touwtjes trekt. Bij de receptie ligt een lijvig boekwerk over de landskampioen en in het trappenhuis staan twee imposante crossmotoren. Die herinneren aan de twee keer dat directeur en eigenaar Wim Hutten (43) aan de Parijs-Dakarrally meedeed waar hij beide keren als beste Nederlander eindigde. “Ik ben altijd een motorsportman geweest, net als mijn vader. En ParijsDakar is het ultieme doel,” aldus Hutten. “Het was afzien,” beaamt hij.
“In zestien dagen tienduizend kilometer door de woestijn rijden. ‘s Avonds met je kont in het zand een broodje eten en dan in een tentje slapen.” Gevaarlijk was het ook. Hij wijst op foto’s aan de muur, waarop hij met andere motorcoureurs staat. “Deze mannen hebben de rally niet overleefd.” Met de overname van het bedrijf van zijn vader in 2000 is hij gestopt met motorcross. Geen tijd meer. Maar zijn zoon van elf heeft het crossen van hem overgenomen. Gelukkig heeft Hutten nog wel tijd voor die andere passie: FC Twente. Hij
bezoekt vrijwel alle thuiswedstrijden en Huten Metaal is sponsor van de Enschedese club. publiciteit
Over de vacatures heeft Hutten goed nieuws: ze zijn opgevuld. Het plaatsen van personeelsadvertenties had nauwelijks zin, maar de recente publiciteit over het personeelstekort bracht wel soelaas. Het ging om functies op kantoor, vooral van (leerling-)calculators. Deze banen zijn niet zozeer aan een opleving binnen de sector te danken, maar zijn juist een gevolg van de crisis.
“De klant wil in deze tijd echt de goedkoopste aanbieding en gaat veel meer shoppen. Hij vraagt bij meer bedrijven offertes aan, waardoor wij er meer de deur uit doen.” In het derde kwartaal is voor het staalconstructiebedrijf een licht herstel ingezet, maar Hutten plaatst kanttekeningen bij dat beeld. “Het jaar 2009
was goed, maar in de eerste helft van 2010 zakte de vraag in. Door een sanering moesten we mensen ontslaan. In het derde kwartaal hebben we in de productie weer uitzendkrachten aangenomen. We verwerken vooral orders die de klant heeft uitgesteld, opdrachten die we anders in het eerste half jaar hadden uitgevoerd.” sociaal
'We werken duurzaam omdat het geld scheelt als je minder energie verspilt bij de productie.'
De media-aandacht voor Hutten maakte ook enige kritiek los. “Er waren mensen die zeiden: ‘Je noemt jezelf een sociale werkgever, maar wilt vooral schoolverlaters hebben.
metaaljournaal najaar 2010 <<
23
reportage hutten metaal
‘Oudere jongere’ profiteert van vertrek ‘pensionado’s’
Stef Otten: 'je doet meer je best' Stef Otten (19) is net begonnen aan een nieuwe cursus in een BBL-traject met steun van OOM: constructiebankwerker/lasser niveau 3. Hij gaat er een dag in de week voor naar het Alfa College in Hoogeveen. “Twee jaar geleden ging ik vier dagen in de week naar school en een dag werken. Nu is dat precies andersom en gaat de opleiding veel beter. Je bent tenminste bezig; de hele dag op school verveelt alleen maar. Nu pas je wat je hebt geleerd meteen toe en doe je je best er meer voor. De vorige cursus duurde eigenlijk twee jaar, maar die heb ik in driekwart jaar afgemaakt.”
Om zijn bedrijfscapaciteit uit te breiden zocht Wim Hutten voornamelijk naar schoolverlaters en die waren aanvankelijk moeilijk te vinden. Hutten koos bewust voor verjonging, om niet te snel weer tegen de vergrijzing aan te lopen en omdat jongeren nog kneedbaar zijn. Toch zijn het in de technische sector zeker niet altijd schoolverlaters die profiteren van de vergrijzing. Dat blijkt uit een onderzoek van het Platform Bèta Techniek. In sommige branches kunnen schoolverlaters hetzelfde werk doen als iemand die binnenkort met pensioen gaat. Maar in de technische sector ligt dat niet zo simpel. Daar zijn veel leeftijdsgebonden functies. Werknemers leggen vaak ingewikkelde carrièrepaden af: productie medewerkers worden laders en lossers, elektronicamonteurs worden programmeurs en de chef metaal
Arjan Pannen: 'mijn hele familie doet het' "Ik wil eigenlijk alleen maar verder met lassen," zegt de 23-jarige Arjan Pannen. "Ik ben nu bezig met niveau 3 en wil daarna 4 gaan doen. Daarna wil ik meesterlasser en lascoördinator worden. Mijn hele familie doet het. Drie ooms en vier neven zijn lassers. Met niveau 4 ben ik zo klaar. Normaal staan er twintig lessen voor, maar ik doe het in acht. Ik heb ook veel ervaring. Ik las al zeven jaar." Arjan volgt zijn door OOM gesubsidieerde opleiding bij het Deltion College in Zwolle.
binnenkomt en waarvoor in de eerste plaats extra kantoorpersoneel nodig was: calculatoren, tekenaars en werkvoorbereiders. “Daar begint het mee. Meer offertes en scherp calculeren betekent meer kans op werk.” uitbreiding
hollen of stilstaan
Na het ronduit slechte half jaar is het nu hollen of stilstaan. “De ene week wordt er overgewerkt, terwijl ik de mensen de andere week moeilijk aan de gang kan houden. Opdrachten moeten gisteren af zijn. Vóór de crisis zeiden we nog wel eens dat iets pas over zes weken klaar kon zijn, maar dat durven we nu niet meer te doen.” Hutten richt zich nu vooral op het grote aantal offerteaanvragen dat 24
>> metaaljournaal najaar 2010
Het lijkt voor de hand te liggen dat die oudere jongeren op hun beurt dan weer door schoolverlaters worden vervangen. Maar dat hoeft niet. Door automatisering, herverdeling of uitbesteding van werk kunnen banen verdwijnen. Toch hoeven pas afgestudeerde technici niet te wanhopen. De komende jaren is er een tekort van 21.000 vmbo’ers techniek. Op hbo- en universitair niveau zijn er wel overschotten, maar deze technici belanden in veel gevallen helemaal niet in de techniek.
Zigzageconomie
Naast het huidige pand zal een nieuwe hal verrijzen als onderdak voor Hutten Kleinmetaal.
Terwijl ik als vijftiger niet aan de slag kom.’ Daar ben ik het niet mee eens. Ik heb ook veel oudere mensen in dienst, maar ik zoek ook fris, jong bloed om de vergrijzing tegen te gaan. En we leiden ze graag op zodat ze goed in ons bedrijf passsen.”
bewerking wordt accountmanager. Werkgevers hebben vaak een ideale leeftijdsverdeling voor functies in hun hoofd. Ze hechten eraan de oude rotten te vervangen door mensen die ook al de nodige ervaring hebben. Dan komen ze uit in de leeftijds categorie dertig tot vierendertig. De ‘oudere jongeren’ dus.
Winst wordt dit jaar niet gemaakt. En ook het stuk grond naast het bedrijf zal nog even braak blijven
'Het is hollen of stilstaan. De ene week wordt er overgewerkt, de volgende week kan ik de mensen moeilijk aan de gang houden.'
liggen. Het is vorig jaar december – midden in crisistijd – gekocht. Er moet een nieuwe hal verrijzen als onderdak voor Hutten Klein metaal. “Misschien wordt het 2012,” zegt Hutten. Hutten Metaal gaat ondertussen verder met het uitvoeren van ‘mooie projecten’. De orderportefeuille bevat onder meer de Achmeatoren in Apeldoorn, een paar ziekenhuizen, een grote school in Eindhoven en een machinefabriek in Hengelo. duurzaam
Het bedrijf werkt duurzaam. Niet alleen omdat klanten zoals de overheid daarom vragen, maar ook omdat het geld scheelt als je minder energie verspilt bij de productie.
Voor de langere termijn maakt Wim Hutten zich zorgen over de moeite die het kost om schoolverlaters, mts’ers en hts’ers te werven voor de metaalsector. “We moeten het imago oppoetsen. Er bestaat een beeld van vieze donkere hallen. Maar scholieren zouden op een rondleiding kunnen zien dat het hier heel clean is.” De recente oprichting van een Regionaal Techniek Centrum in Hardenberg noemt hij ook een stap in de goede richting. Hutten Metaal blijft, ondanks de crisis, in ieder geval investeren in personeel. Daarmee staat Wim Hutten alvast in de startblokken voor als het economisch tij keert. Gewoon doorgaan, net als na een zware woestijnetappe op de motor.
Volgens de Economische Barometer van de Koninklijke Metaalunie lijkt het met de sector het tweede kwartaal van 2010 weer iets beter te gaan.44 procent van de ondernemers maakte winst, 32 procent speelde quitte en een kwart draaide met verlies. Ondanks deze verbetering, waren de verwachtingen voor het derde kwartaal veel voorzichtiger. Dit schrijft Rob van der Werff, bedrijfseconomisch ledenadviseur van de Metaalunie. “De resultaten van het mkb-metaal maken een zigzagbeweging. De werkvoorraad gaat schokkend voor- en achteruit, de werkgelegenheid neemt in totaal nog steeds af terwijl er ook weer wat meer vacatures zijn en het aantal binnenlandse orders schommelt nog steeds op een laag niveau. De verschillen tussen de diverse sectoren binnen het mkb-metaal blijven groot,” zegt Van der Werff. grote verschillen
Ondernemers beoordelen de binnenlandse orderpositie over het tweede kwartaal, na een dip in het eerste kwartaal 2010, weer iets beter. Maar het aantal ondernemers dat een beter derde kwartaal verwacht, neemt weer af. Binnen de sector zijn de verschillen
groot. Het herstel van de verspanende bedrijven lijkt zich voorzichtig door te zetten, de opleving van de machinebouwers is na een wat tegenvallend eerste kwartaal in het tweede kwartaal weer terug en de metaalwarenbedrijven zijn het tweede kwartaal duidelijk positiever dan de voorliggende kwartalen. Zowel bedrijven die toeleveren aan de bouw als de oppervlaktebehandelaars en dit kwartaal ook de landbouwmechanisatiebedrijven hebben het zwaarder. De gemiddelde werkvoorraad blijft voor- en achteruit gaan en is in het tweede kwartaal weer iets teruggelopen. werkgelegenheid
Het totale aantal werknemers in het mkb-metaal loopt nog steeds terug. Bij bijna de helft van de bedrijven die het tweede kwartaal zijn ingekrompen, is de afname van het aantal werknemers gepaard gegaan met gedwongen ontslagen. Inmiddels is ook een andere trend zichtbaar: twaalf procent van de bedrijven zegt meer mensen in dienst te hebben, een behoorlijke stijging vergeleken met de vijf procent een jaar geleden. Het aantal vacatures is stabiel in vergelijking met een half jaar geleden. In 27 procent van de bedrijven is ten minste één vacature.
metaaljournaal najaar 2010 <<
25
innovatie de industriële week
Fit for the future Tijdens De Industriële Week worden de laatste ontwikkelingen getoond op het gebied van Aandrijftechniek, Industrial Processing, Industry & Automation en Macropak.
Op de Industriële Week is, op de vakbeurs Macropak, ook machinebouwer Nedpack aanwezig. Deze producent van palletiseermachines en productliften uit Harderwijk begon op de zolderkamer van Pieter Hannessen.
Het thema van De Industriële Week, van dinsdag 5 tot en met vrijdag 8 oktober 2010 in de Jaarbeurs Utrecht, is Fit for the future, we know how! Energie, milieu, partnership, innovatie en veiligheid staan centraal binnen dit thema. Het is belangrijk om productieprocessen te verbeteren zodat effectief en kostenbesparend gewerkt kan worden, maar tegelijkertijd moet gedacht worden aan duurzamer produceren. Een bedrijf kan het zich in deze tijd financieel en moreel niet meer veroorloven de gevolgen voor het milieu te negeren. Traditionele brandstoffen raken uitgeput. De milieuregels worden steeds strenger. Samenwerken met partners is nodig om zich op grote markten staande te houden. Daarnaast moet de veiligheid van werknemers, omwonenden en omgeving gewaarborgd worden.
Nedpack is klaar voor de toekomst
Ruim achthonderd exposanten, circa dertigduizend vakbezoekers en een paar duizend mbo-leerlingen worden verwacht op de beursvloer. De leerlingen krijgen de kans om in contact te komen met het interessante vak techniek en de exposanten kunnen de werknemers van de toekomst ontmoeten. Niet alleen voor toekomstige professionals zijn de vakbeurzen interessant, ook de mensen die nu in het vak zitten, kunnen zich verder laten informeren.
tekst liliën persad foto mark van der zouw
Nedpack is in vijftien jaar uitgegroeid tot een van de belangrijkste leveranciers van palletiseersystemen. Core business is het automatisch transporteren en verzamelen van producten op pallets. Afnemers zijn, naast machinebouwers en system integrators, eindgebruikers zoals Aviko, champignonverwerker Prochamp en Campina. “Macropak is de belangrijkste vakbeurs op onze thuismarkt,” zegt salesmanager Jaco Hooijer (37). “De focus ligt vooral op onze productliften, die we leveren aan machinebouwers en system integrators. Tot nog toe was Nedpack vooral actief op de Nederlandse en Belgische markt, maar op dit moment zijn we erg actief met het betreden van diverse buitenlandse markten.” Vakbeurzen zijn voor Nedpack een effectieve en efficiënte manier om bestaande en potentiële afnemers te informeren over de machines. De beurs biedt ook een goede gelegenheid om (toe-)leveranciers, afnemers en concurrenten te ontmoeten. Verder dwingt de beurs bedrijven na te denken hoe ze zich op de markt presenteren. “Het thema Fit for the Future betekent voor ons dat we bezig moeten zijn met de thema’s die voor onze afnemers belangrijk zijn. Nu en in de toekomst, zodat de relaties die ontstaan, lang durig in stand blijven,” aldus Hooijer. milieu
In het ontwerp van de palletisers wordt geprobeerd een zo laag mogelijk energieverbruik te realiseren. Niet alleen is dat beter voor het 26
>> metaaljournaal najaar 2010
milieu, maar ook om een streepje voor te hebben op de concurrentie: zo kan de afnemer zien hoe hij kostenbesparend kan werken. Op diverse gebieden wordt gewerkt met partners. Nedpack werkt nu samen met bedrijven die voorheen concurrenten waren. Dit is mogelijk doordat het bedrijf zich richt op de productie van enkele hoofdcomponenten van transportsystemen en niet met complete projecten. Nedpack ontwikkelt ook bestaande machines verder voor de klant. Door de economische crisis kunnen veel bedrijven geen grote investeringen meer doen. Tegelijkertijd mag er op veiligheid en zekerheid van werkprocessen niet bezuinigd worden. Daarom kiezen klanten er vaak voor om de bestaande machines een upgrade te geven. Ook gebruikte palletisers vinden gretig aftrek, waardoor deze een tweede leven wordt gegund. Nedpack steekt veel tijd en energie in het (verder) opleiden van het eigen personeel evenals het begeleiden van techniekleerlingen, de potentiële nieuwe medewerkers. “We werken nauw samen met Landstede MBO hier in Harderwijk en bieden stageplekken aan. Maar ook onze eigen medewerkers worden regelmatig bijgeschoold. Hierbij maken we graag gebruik van de expertise en regelingen van OOM.” Van 5 tot en met 8 oktober staat Nedpack op de Macropak in Utrecht. Meld je aan via www.nedpack.nl en ontvang als gast van Nedpack een gratis toegangsbadge voor deze beurs en de overige drie beurzen.
De beurs is ook een goede gelegenheid om te zien welke doorgroeimogelijkheden een beroep in de techniek heeft. Verder kun je ideeën opdoen voor een nieuwe richting in je carrière als je niet helemaal tevreden bent in je huidige baan. Voor informatie over omscholing of bijscholing kun je terecht bij Stichting OOM op www.oom.nl Meer informatie: www.industrieleweek.nl De entree is gratis via vooraanmelding op deze site. Je krijgt de hele week toegang tot de vier vakbeurzen.
Waarom mag je deze beurs niet missen?
Jaco Hooijer: 'Fit for the Future betekent voor ons ook investeren in duurzame contacten met onze relaties.'
• Een goede gelegenheid om te netwerken • Informatie over de branche, de concurrenten en mogelijke partners • Kennismaking met het nieuwe produceren in de toekomst • Ontmoeting met potentiële werkgevers als je toe bent aan een nieuwe uitdaging • Oriëntatie op je volgende carrièrestap • Leuk én educatief
metaaljournaal najaar 2010 <<
27
de cursist richard van de velde
paspoort:
naam:
Richard van de Velde leeftijd:
24 jaar beroep:
Lasser bedrijf:
Van der Velden BV cursus:
Plaatwerken 1 en 2
Liplezend leren Richard van de Velde (24) is lasser. En slechthorend. Met zijn nauwelijks zichtbare gehoorapparaatje hoort hij alleen harde geluiden. Maar dat staat zijn ontwikkeling tot metaalbewerker niet in de weg. tekst annemarie vestering foto mark van der zouw
Bijna alle afvalbakken uit het assortiment van kantoor- en kantine-inrichter Overtoom zijn door de handen gegaan van Richard van de Velde. Lassen, boren, zagen en slijpen, dat is wat hij doet bij Van der Velden BV in Limmen, dat gespecialiseerd is in plaatwerk, draai- en freeswerk en poedercoating van aluminium en rvs. De kleine, fijne klusjes zijn voor hem, zoals het lassen en slijpen van de deksels van de verschillende soorten afvalbakken en allerhande opdrachten van particulieren. Het ene moment last hij een steunpilaar voor een serre, het volgende ogenblik een velg voor een autoband. slechthorend
Het is alweer vier jaar geleden dat Richard als stagiair van de cursus constructiebankwerken bij het familiebedrijf begon. Hij had toen al een mbo-opleiding gevolgd in Groningen. Dat was op een van de scholen van de Effatha Guyot Groep, die onderwijs biedt aan leerlingen met een communicatieve beperking. “Ik ben voor tachtig procent slechthorend. Met mijn gehoorapparaatje hoor ik alleen de harde geluiden, zonder ben ik zo goed als doof.” Door zijn auditieve beperking kan Richard zich moeilijk verstaanbaar maken. Op de werkvloer, vol enorme zet-, pons-, en freesmachines, is zijn handicap geen probleem. Zijn collega’s weten dat ze hem moeten
28
>> metaaljournaal najaar 2010
aankijken als zij tegen hem praten, zodat hij de woorden van hun lippen kan lezen. En als Richard iets zegt, kunnen zij hem verstaan. Zo niet, dan schrijft hij op wat hij niet kan zeggen. Zo komen ze er altijd wel uit. leren van collega’s
Van hen heeft hij het meest geleerd. Collega Ron bijvoorbeeld, heeft hem na werktijd aluminium leren lassen. Maar Richard wilde meer. Hij meldde zich aan voor de cursus plaatwerken 1 en 2, bij het Nova College in Beverwijk. Eind vorig jaar haalde hij zijn diploma. Hij denkt er met plezier aan terug, al was het jammer dat de eerste docent hem weinig aankeek, wat het liplezen bemoeilijkte. Gelukkig wilde een tweede leraar hem, buiten de reguliere lessen, de ingewikkelde rekensommen uitleggen. Sinds de cursus gaat zijn werk hem gemakkelijker af. En doordat hij meer weet, is hij minder afhankelijk van anderen. Hij verheugt zich nu al op de cursus aluminium MIG-lassen, waar hij –gefaciliteerd door zijn werkgever en OOM – binnenkort aan begint. “Het is leuk om te leren en te weten hoe andere machines werken. Bovendien kun je dan ook weer eens wat andere klussen doen. Altijd hetzelfde is saai.” Meer informatie over de Leerwerkbijdrage lees je op www.oom.nl
metaaljournaal najaar 2010 <<
29
samenwerking de regiodesk
Operatie sociale innovatie
Eén nummer voor alle vragen De Regiodesk Scholing en Opleiding Metaal is met één telefoonnummer het loket voor alle vragen over opleiding en ontwikkeling uit de sector metaalbewerking. De regiodesk is een samenwerkingsverband tussen de vakbonden FNV, CNV en De Unie, de werkgeversorganisatie Koninklijke Metaalunie, het Opleidingsbedrijf Metaal (OBM) en OOM. Ook is er intensief contact met Kenteq. Bij de Regiodesk kan iedereen terecht voor vragen over opleiden en ontwikkeling in de metaal. “Op deze manier willen we optimaal investeren in de kwaliteit van vakmanschap. Het wordt eenvoudiger en toegankelijker voor iedereen. We stemmen de initiatieven van alle partners zo goed mogelijk op elkaar af en we zitten dicht op het beroepsonderwijs,” zegt Albert Bosma van OOM. Het doel van de regiodesks is om instroom, onderhoud en behoud van vakmanschap in de metaalbewerking te bewerkstelligen. “We willen de opleidings- en ontwikkelingsmogelijkheden van werknemers vergroten. En met elkaar kun je meer dan alleen.”
Eén van de projecten van de Regiodesk, hét loket voor opleidingsvragen, (zie kader) heet ‘Sociale innovatie’. In de drie noordelijke provincies is OOM-regiomanager Michiel Jansen één van de initiatiefnemers. tekst evelien hoekstra illustratie dik klut
“De ontwikkelingen in de techniek gaan zo snel dat werknemers niet altijd hetzelfde werk kunnen blijven doen. Een leven lang leren is nood zakelijk geworden om aan de bak te blijven. Als bedrijven willen overleven, zullen ze mee moeten bewegen.” Jansen vertelt over het project ‘So ciale innovatie’, waarbij de partners van de Regiodesk, Kenteq en het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Stenden Hogeschool in het noorden het mkb-bedrijfsleven willen helpen bij hun ontwikkeling. Bedrijven die werk willen maken van het opleiden en ontwikkelen van medewerkers, kunnen rekenen op de steun van Jansen. “Waarom doen veel metaalbedrijven zo weinig structureel aan scholing van werknemers? Aan overdracht van kennis van ouderen op jongeren? Of aan opleiden van leerlingen? Ik wil het tijdens dit project uitzoeken met de mkb’ers.” Door het project werken de adviseurs van de vakorganisaties CNV, FNV, de Koninklijke Metaalunie, het Op leidingsbedrijf Metaal, OOM en de medewerkers van het kenniscentrum Kenteq voor het eerst samen. “We proberen elkaar te versterken door activiteiten op elkaar af te stemmen. 30
>> metaaljournaal najaar 2010
We hebben allemaal onze eigen inzichten en deskundigheid en dat kan ons verder brengen.” Uit onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam blijkt dat succesvolle innovatie voor 75 procent gerealiseerd wordt door zogenaamde sociale innovatie. Zoals het opleiden van personeel en slim personeels beleid. Slechts een kwart van succesvol innoveren bestaat uit techno logische vernieuwingen. Daaruit blijkt wel dat mensen de belangrijkste spil in het productieproces zijn.
Bij de Regiodesk zitten alle partners aan één loket om opleiding en ontwikkeling te faciliteren.
sparringpartners
Voor Jansen staat vast dat een grote rol is weggelegd voor de adviseurs. “Wij moeten een omslag maken in onze manier van werken. Vaak geven wij advies en vertellen we over onze eigen regelingen en diensten. Maar daar is nu verandering in aan het komen. Eigenlijk zijn de adviseurs de sparringpartners van de werk gevers. Wij willen niet alleen advies geven maar ook de ondernemer helpen om zelf de vragen inzichtelijk te maken en vervolgens oplossingen te bedenken.” Het is soms lastig om de ondernemers en het management te overtuigen van
nut en noodzaak van sociale inno vatie. “Ondernemers moeten tijd vrij maken voor een structureel HRMbeleid, dwars door hun dagelijkse beslommeringen heen. Maar ik weet ook dat het moeilijk is.” kansen in crisistijd
De economische crisis biedt volgens Jansen ook veel kansen; bedrijven en medewerkers worden gedwongen na
Mensen zijn de belangrijkste spil in het productieproces
te denken over de toekomst. In tegenstelling tot de voorgaande periode, waarin bedrijven vooral bezig waren met de zoektocht naar goed technisch personeel, hebben veel bedrijven het personeelsbestand inmiddels juist moeten laten inkrimpen. Maar wat als de markt straks weer aantrekt? De crisis kan ook een goed moment zijn om het personeel door middel van scholing meer te betrekken bij de ontwikkelingen in het bedrijf. Voor werknemers geldt dat de vraag naar personeel is aanzienlijk minder groot is dan een aantal jaren geleden. Werknemers die goed zijn opgeleid,
hebben betere kansen op de arbeidsmarkt dan minder geschoolde collega’s. Juist als de markt weer aantrekt, kan extra scholing bijdragen aan de carrièremogelijkheden. Uiteindelijk gaat het Jansen erom dat metaalbedrijven in zijn regio toekomstbestendig zijn en aantrekkelijk werk kunnen blijven bieden. “Jongeren zijn geïnteresseerd in techniek, maar je moet ze wel de mogelijkheid geven om hun talenten te ontplooien. Leuk werk en uitdagende bijscholingsprogramma’s zijn essentieel voor het werven van gemotiveerde medewerkers. ”
“We gaan uit van de mogelijkheden van de werknemer om de eigen arbeidsmarktpositie te verbeteren. Daarnaast staat de behoefte van de werkgever centraal om zijn onder neming te versterken. We richten ons op concrete vragen.” De Regiodesks komen in de buurt van locaties waar moderne praktijkscholing voor metaalberoepen wordt aangeboden. “Het worden ontmoetingsplaatsen voor bedrijven, scholen en intermediaire organisaties. En ze kunnen ook functioneren als opleidings locatie voor BBL-leerlingen en cursus- en conferentielocatie voor werknemers, werk gevers en praktijkopleiders.” Volgens Bosma moeten de Regiodesks de etalages worden voor modern vakmanschap. “Leerlingen, ouders, docenten en onder nemers kunnen ons hier gemakkelijk vinden voor vragen, advies, en scholing.” Er komt een landelijk dekkend netwerk van tien Regiodesks. In Hengelo, Nieuwegein, Delft, Etten-Leur en Drachten zijn ze er al. De andere worden komend jaar gerealiseerd.
Het landelijke nummer voor de Regiodesks is 0900-9123456 metaaljournaal najaar 2010 <<
31
Hang- & Sluitwerk
puzzel
Win een iPad!
Op deze pagina’s lees je alles over OOM. Wie is mijn regiomanager, welke financieringsregelingen gelden voor mij, wat staat er de komende tijd op de agenda? Wil je weten wat OOM nog meer voor je kan doen op het gebied van ontwikkelen en opleiden? Kijk dan op onze website www.oom.nl
Speel de puzzel online en maak kans op fantastische prijzen. En als je ook je stem uitbrengt voor de Coolrides 2010 verkiezing maak je bovendien kans op een echte iPad, de fantastische nieuwe tabletcomputer van Apple. Ga naar www.metaaljournaal.nl om de woordzoeker in te vullen en je stem uit te brengen.
2e prijs:
Agenda
3e prijs:
5x PC-speakerset
10x Mini-ratelset
3-8 oktober
De woorden uit de lijst staan kriskras verborgen in het veld met letters. Als je met alle woorden uit de lijst het letterveld hebt doorgestreept, vormen de overgebleven letters (in de leesrichting) de oplossing van de puzzel.
Scholing biedt zekerheid
The metal surrounds you
Scholing is een goede garantie voor baanbehoud. Van de 7,4 miljoen werkende Nederlanders in 2008 verloren er een jaar later 540.000 hun baan. Van de mensen die geen enkele vorm van scholing hadden gevolgd verloor 7,5 procent haar baan, terwijl van degenen die in 2008 scholing volgden ‘om bij te blijven’ niet meer dan drie procent zonder werk kwam te zitten. Dit blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Wie die de opleiding heeft betaald, is bovendien van invloed op het voortbestaan van de baan. Van de werknemers die zelf hun opleiding hadden betaald, verloor negen procent zijn baan, bij mensen van wie de werkgever voor de kosten was opgedraaid, was dit drie procent. Bedrijven die er goed voor staan, hebben meer mogelijkheden om te investeren in scholing. Dat biedt dan weer zekerheid voor werknemers. Bedrijven die minder gezond zijn, doen vaak minder aan scholing en hun werknemers lopen een groter risico hun baan te verliezen. Werkenden in 2008, zonder werk in 2009 Naar reden van scholing Geen scholing Ander werk
Handelsmissie naar Oekraïne,
Niet werkgerelateerd
georganiseerd door de Metaalunie www.metaalunie.nl
Verplicht
5-8 oktober
Column Michel Molleman
Promotie Bijblijven 0%
2%
4%
6%
8%
Industriële Week 2010 ton veegarm zonnepaneel ict tin meter koseq vangrail regiodesk zink OOM vakman techniek duurzaam monteur opleiden evc lassen machine metaal cad motor coolrides hybride moer
M
A
A
Z
R
U
U
D
T
O
N
U
A
V
A
K
M
A
N
O
N
L
R
E
C
T
E
H
E
W
Q
I
E
K
O
T
H
A
N
E
Y
I
K
E
I
C
T
N
I
E
D
E
G
B
N
M
S
L
O
O
N
N
B
U
S
A
R
H
O
O
M
M
E
T
E
R
P
S
R
I
C
E
K
L
A
A
T
E
M
D
A
M
D
E
R
K
V
A
N
G
R
A
I
L
G
E
T
N
E
N
C
O
O
L
R
I
D
E
S
10-11 november
I
O
R
E
G
I
O
D
E
S
K
T
Vakbeurs Bedrijf & Logistiek
N
Beursgebouw Eindhoven www.bedrijfenlogistiek.eu
Z
C
V
E
O
P
L
E
I
D
E
Dit zijn Winnaars van de zomerpuzzel:
SPEEL DE WOORDZOEKER OP WWW.METAALJOURNAAL.NL en MAAK KANS OP DE PRIJZEN
32
Jaarbeurs Utrecht www.industrieleweek.nl
R
>> metaaljournaal najaar 2010
HD Minicamera: Fred Kruidenberg uit Uitgeest MP-speler: J. Geest uit Zutphen, M. Schurink uit Haarlo, P. Verdonk uit Wemeldinge, B. Giebels uit Groesbeek, A. Brattinga uit Joure USB-stick: E. Hoekstra uit Coevorden, R. Dekker uit Hollandscheveld, S. Schattorië uit Belfeld, N. Adriaans uit Westerhoven, S. Imbhaan uit Kwadijk, J. Oord uit Groningen, S. Beentjes uit Heemskerk, R. de Fouw uit Schiedam, J. Petterson uit Maasdijk, B. van Engelenhoven uit Yerseke
12 oktober Marktgericht innoveren, zo werkt het Studiedag Eindhoven www.mikrocentrum.nl
9 - 11november Metavak Gorinchem www.evenementenhal.nl
18 november Meet the Future,
Science and Technology Summit 2010 World Forum, Den Haag www.summit2010.nl
Meeste deeltijd-WW in de metaalbranche Vorig jaar hebben 69.000 werknemers in Nederland een deeltijd WW-uitkering ontvangen. Bijna de helft daarvan was werkzaam in de metaal. In deze branche waren er gemiddeld 26 deeltijd WW-uitkeringen per bedrijf dat gebruik maakt van de regeling. Slechts één op de zes ontvangers van deeltijd-WW is vrouw. Dit komt door het grote aandeel van de metaal in de deeltijd-WW. In de metaal is het aandeel vrouwen met acht procent relatief laag. In andere branches is dit aandeel veel hoger, bij de groot- en detailhandel bijvoorbeeld is het het aandeel vrouwen 37 procent.
Noord-Brabant koploper
De meeste werknemers met een deeltijd WW-uitkering komen uit Noord-Brabant en Gelderland. Er zijn grote regionale verschillen in het gebruik van de deeltijd-WW per branche. Dit hangt samen met de regionale samenstelling van het bedrijfsleven. In Noord-Brabant, Limburg en Overijssel is ongeveer de helft van de ontvangers van deeltijd-WW werkzaam in de metaalbranche. In de Randstad en Gelderland is er meer variatie over de verschillende branches. bron: Centraal Bureau voor de Statistiek
Effe relaxen. De boel de boel laten. Effe goed loskomen van je werk. Probeer het maar eens. Het lukt je niet. Dat zeg ik. Het lukt je gewoon niet. Niet als je in de metaal werkt tenminste. Maar hoe dan te ontstressen? Na acht tot tien uur de schouders eronder in die zinderende 24-uursmetaalindustrie wil je ook wel eens tijd aan jezelf besteden. Iets met yin en yang doen, je werk van je privé gescheiden houden, evenwicht zoeken, balans in je leven brengen. Serieuze zaak dus; je werk niet mee naar huis te nemen. Een even-helemaal-niets-moment in te lassen. Gedachten te verzetten en de batterij op te laden door helemaal los te komen van je werk in de metaal. Hoe moeilijk kan dat zijn? Nou... Best lastig nog. Loskomen van je dagelijkse job in de metaal. Sterker nog: gewoon niet te doen. Ik moet de eerste werknemer in de metaalindustrie nog tegenkomen die ná zijn werk niet oog in oog staat met het product dat ie voortbrengt. Want waar je je ogen ook op richt, er is gewoon geen ontkomen aan. Aan dat wijdverbreide scheikundige element. IJzer, staal, aluminium, koper, chroom, nikkel, lood, zink, tin, goud, zilver. Echt. Het is er altijd. Links van je. Rechts van je. Onder en boven je. Tenzij je in een lemen hut, een iglo of in een houten Zweedse sauna bivakkeert. Eén ding is zeker. The metal surrounds you. Geen ontsnappen aan dus. Aan metaal. Duizenden wisselende contacten per dag heb je. Zo’n dag is nog niet begonnen of de allereerste metaalmomenten dienen zich al aan. Je slaat je staalpolished wekker uit. Schuift je gordijnen helemaal open over die CNC-bewerkte ijzeren rails. Kijkt door je stijlvol gepoedercoate aluminium vensters naar buiten. Om vervolgens onder die warme waterstralen uit je eigen RVS-design-douchekop eens goed wakker te worden. Binnen. Buiten. Onderweg. Geen moment dat je geen metaal ziet. Soms vermomd onder beschermende laklagen. Dan weer verstopt in beton. En het metaal zelf is één ding. Maar hoe zit het met al die metaalbewerkingen dan? Enig idee hoeveel miljoenen gaatjes en gefreesde sleufjes je op een dag passeert? Hoeveel lasnaadjes je om je heen hebt? Alles wat je overdag in die productiehallen tot stand brengt, kom je buiten werktijd al weer ergens tegen. Als metaalwerknemer word je constant achtervolgd door je eigen creaties en producten. Van hip polshorloge tot zeecontainerschip. Van charmante oorbellen tot complexe metalen buizenstelsels in de chemie-industrie. Het is tutti metali. En zelfs als je even na werktijd probeert te ontspannen, gaat het toch nog mis. Dan zien we op tv weer ene Spaanse Iniesta zijn WK-finalebal door een metaalpoortje schieten. Een poortje van wat aluminium palen met een netje erachter. Toch weer metaal. Wat we ook doen, waar we ook komen. Die metaaldetector slaat constant uit. De hele wereld is behangen met metaal. Er is domweg geen ontkomen aan. Dus wat nou loskomen? Wat nou werk en privé gescheiden houden? Lees een bibliotheek aan zingevingsboeken leeg. Ga liggen op de sofa bij de therapeut. Loskomen van je werk in de metaal? Het gaat je echt niet lukken. Nu niet. Nooit niet. Ja echt hoor…wen d’r maar aan. You always keep in touch... with the metal.
De winnaars krijgen automatisch bericht van OOM
metaaljournaal najaar 2010 <<
33
Mijn Regiomanager
Ondernemers vinden het uiteindelijk altijd leuk om hun kennis over te dragen aan de jeugd “In onze regio besteden we veel aandacht aan het vinden van nieuwe leerwerkplekken. Omdat ondernemers het soms tijdrovend vinden om een leerling op te leiden, probeer ik hen te enthousiastmeren het toch te doen. Het zijn jonge mensen die een hoop willen leren en vaak opgeleid zijn met de nieuwste machines. Zij zijn de aankomende vakmensen van ons land en door de vergrijzing hebben we hen hard nodig. Bovendien vinden ondernemers het uiteindelijk altijd leuk om hun kennis over te dragen aan de jeugd. De jeugd heeft de toekomst, nietwaar? Tegelijkertijd steek ik veel energie in de Regiodesk Gelderland, waar we intensief samenwerken met de sociale partners (vakbonden en Metaalunie) om jongeren te laten zien dat het aantrekkelijk is om in de metaalbewerking te werken. Kortom: we doen er alles aan om voor nieuwe instroom te zorgen. Werknemers proberen we bewust te maken van het nut van scholing, zodat we het behoud deze mensen in de metaalbewerking kunnen bevorderen. Ik denk dat continue scholing en ontwikkeling veel kansen geven. Daarom bieden we bij de Regiodesk onder meer ondersteuning bij het opstellen van het Persoonlijk Ontwikkelings Plan (POP) en de aanvraag van de Persoonlijke Trainings Toelage (PTT). Daarnaast staan we op het punt om in Gelderland de Technetkringen Culemborg, Arnhem en Doetinchem vorm te geven. Hierbij werken bedrijfsleven en verschillende onderwijsinstellingen nauw samen om jongeren te interesseren voor techniek. Ondernemingen kunnen scholen adviseren en ondersteunen bij het inrichten van aantrekkelijk praktijkgericht onderwijs. Daar worden behalve de scholen ook bedrijven beter van. Johan-Peter Leeuwenburg is regiomanager in Gelderland Telefoon: 0418 68 43 28 of 06 533 66 148 E-mail:
[email protected]
De regiomanager vertegenwoordigt OOM in uw regio. Bij hem of haar kunt u terecht voor al uw vragen over opleidingen en ontwikkeling. Kijk wie uw regiomanager is:
Bedrijfsopleider SMEOT en ROC Twente onder één dak Rijnstreek en Haaglanden Pieter Langeveld Telefoon: 06 30 411 211 E-mail:
[email protected]
Overijssel en de Noordoostpolder: Jan Abbing Telefoon: 06 51 990 828 E-mail:
[email protected]
Utrecht, het Gooi, Flevoland, Veluwe Evert Polhoud Telefoon: 06 519 916 59 E-mail:
[email protected]
Limburg Patricia Storms Telefoon: 06 209 568 03 E-mail:
[email protected]
Friesland, Groningen en Drenthe Michiel Jansen Telefoon: 06 537 624 17 E-mail:
[email protected]
Midden- en Oost-Brabant Marcellino Kat Telefoon: 06 519 908 35 E-mail:
[email protected]
Zeeland en West-Brabant Jet Ruiter Telefoon: 06 519 908 33 E-mail:
[email protected]
Noord-Holland m.u.v. het Gooi Anton Verlaan Telefoon: 06 519 908 30 E-mail:
[email protected]
Rijnmond Houria Belkhadda Telefoon: 06 304 129 83 E-mail:
[email protected]
34
>> metaaljournaal najaar 2010
Acht metaalopleidingen van het ROC verhuizen dit jaar naar het gebouw van SMEOT in Hengelo. Zo komen theorie en praktijk dichter bij elkaar en is meer maatwerk mogelijk voor de leerlingen. Stichting Metaal en Elektro Opleidingen Twente (SMEOT) verzorgt BBL-opleidingen voor bedrijven in de metaal- en electrobranche in de regio. Werk wordt door de studenten afgewisseld met een opleiding van een aantal dagen per week waarin zowel praktijk als theorie aan bod komen. SMEOT biedt opleidingen met de hoofdvakgebieden monteur, constructiewerker/lasser, machinebankwerker, mechatronica en machinaal verspaner. De praktijklessen worden gegeven door de eigen docenten van SMEOT. Het theoriegedeelte wordt verzorgd door docenten van het ROC Twente. Omdat de combinatie van theorie en praktijk steeds belangrijker wordt, is de samenwerking tussen SMEOT en het ROC Twente steeds intensiever geworden. Theorie en praktijk zijn direct op elkaar afgestemd in het Beroepstaak Gestuurd Leren (BGL). Om die reden verhuizen acht metaalopleidingen van het ROC dit jaar naar het gebouw van
SMEOT. Het gaat om vrijwel alle opleidingen op niveau 1, 2 en 3, zowel BOL als BBL. Tien docenten ruilen hun werkplek op het ROC in voor een nieuwe plek bij SMEOT. Zij zullen één team vormen met de praktijkdocenten van SMEOT. Een flinke verbetering, volgens teamcoördinator Herman Tijhuis. Niet alleen wordt het makkelijker om te overleggen als alle betrokken docenten op dezelfde locatie werken, ook wordt het onderwijs efficiënter en effectiever georganiseerd en ingericht. Een bijkomend voordeel is dat de studenten van niveau 1, 2 en 3 straks voor hun theorie- en praktijkopleiding de beschikking krijgen over zeer moderne werkplaatsen. SMEOT heeft een metamorfose ondergaan. Zowel praktijklokalen als theorielokalen zijn geheel gemoderniseerd en hebben een eigentijdse en bedrijfsmatige uitstraling. De directeur van SMEOT, Rob Swennenhuis, ziet de voordelen van deze verregaande samenwerkingsvorm met name voor de leerlingen en bedrijven. De volgende stap is om de leerlingen meer maatwerk te bieden. SMEOT wil meer rekening houden met de gewenste competenties van de leerlingen en de eisen die bedrijven stellen. Nu het ROC van Twente en SMEOT op één locatie kunnen samenwerken, is maatwerk in de opleidingen makkelijker organiseren.
Onderwatervlieger De zoektocht naar alternatieve energiebronnen levert soms creatieve ideeën op. Wat dacht je bijvoorbeeld van de Deep Green, een soort onderwatervlieger die is verankerd in de zeebodem. Door stroming, bijvoorbeeld als gevolg van eb en vloed, wordt een turbine aangedreven en de opgewekte stroom wordt via de kabel afgevoerd naar een verdeelstation op de zeebodem. De vleugels zorgen ervoor dat de machine blijft ‘vliegen’. Vanaf 2011 zal de Deep Green voor de kust van Ierland worden getest.
Wie wordt de Beste Praktijkopleider van 2010? Drie praktijkopleiders zijn genomineerd voor de eretitel Beste Praktijkopleider 2010 door een jury van vertegenwoordigers van Kenteq en het Maas Geesteranus Fonds. Dit zijn de genomineerde praktijkopleiders: • A . Kemner, van Lascentrum De Kempen, uit Hapert • L. Reijmer, van Numac Nederland BV, uit Venray • A . Schepers, van Melamo BV uit Helmond De jury trof bij de aanmeldingen drie onderscheidende praktijkopleiders aan die zich niet alleen richten op het opleiden binnen hun eigen bedrijf maar zich ook zeer bewust zijn van de omgeving waarin het opleiden van jonge vakmensen plaatsvindt. Stuk voor stuk enthousiaste, gedreven en toegewijde coaches die door hun vakmanschap grote invloed uitoefenen in het opleidingsbeleid van het bedrijf waar ze werkzaam zijn. Bekendmaking winnaar Na de jurybezoeken moet duidelijk worden wie de eervolle vermelding Beste Praktijkopleider in ontvangst mag nemen. Bij de verkiezing van Beste Praktijkopleider is sprake van een eerste, tweede en derde prijs waarvoor bedragen beschikbaar zijn gesteld van respectievelijk 2000, 1000 en 500 euro. De bekendmaking vindt plaats op 2 november a.s. Zie ook: www.kenteq.nl
Weinig allochtone jongeren kiezen voor techniek Bij allochtone jongeren ligt er een onbenut potentieel voor opleidingen en werk in de techniek. Dat blijkt uit een studie van onderzoeksbureau SEOR, dat is verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De onderzoekers bekeken onder meer waarom allochtone jongeren minder belangstelling voor techniek hebben dan autochtone jongeren. Het onderzoeksbureau signaleert dat het keuzeadvies van de school een belangrijk instrument is om jongeren en hun ouders aan het denken te zetten over een technische opleiding. Allochtone ouders hebben een grote invloed op de onderwijskeuze. Veel allochtone ouders hebben weinig met techniek en ambiëren een kantoorbaan voor hun kind. Verder vormen taal- en communicatieproblemen een obstakel. Volgens de onderzoekers hebben jongeren en hun ouders zeker geen negatief beeld van techniek en onderkennen ze het maatschappelijk belang. Ze hebben vaak wel een verkeerd idee over de arbeidsmarktperspectieven en beloning. Meer en betere voorlichting is daarom aan te bevelen, zo Interesse in techniek moet zo jong mogelijk worden gewekt, aldus het rapport. Ook daarbij moeten de ouders betrokken worden. bron: Techniektalent.nu
metaaljournaal najaar 2010 <<
35
Frisse start
Aangenaam, ik ben Michel, nieuwe communicatiemedewerker bij OOM. Aan leuke plannen en nieuwe ideeën geen gebrek. Een tipje van de sluier? De komende maanden gaan we het magazine Metaaljournaal, en vooral de site Metaal journaal.nl restylen. In MetaalJournaal kun je straks extra veel lezen over opleiden en ontwikkelen, en over hoe andere bedrijven en collega’s in de branche dat hebben geregeld. MetaalJournaal.nl wordt een online magazine dat naadloos aansluit op het blad, en geeft extra verdieping en praktische informatie. Zo kun jij je nóg beter oriënteren op je mogelijkheden. Een frisse start dus, voor MetaalJournaal en MetaalJournaal.nl. En voor mijzelf natuurlijk!
Michel Revet, communicatiemedewerker OOM
[email protected]
P.S.: Heb je de inzendingen voor Coolrides al bekeken op MetaalJournaal.nl? Breng nu je stem uit op je favoriet!