R.G. de Jong
GELUIDHINDER
IN
NEDERLAND
: IO JAAR LATER
Nederlands rnstítuut voor praeventieve Gezondheídszorg NrPc/TNo
november 1988
NederLands fnstituut voor Praeventieve Gezondheidszorg wassenaarseweg 56 Leiden
TNO
Postadres: Postbus 124
2300 AC Lei-den
Telefoon: 071 - 178 888
Deze studie is verricht in het kader van de heroriëntatie toestel l-enbeleid.
Dit rapport is het eerste deelversJ-ag over deze studie, in serie van tv¡ee. Het tweede is getj-teld: GELUIDHINDER IN NEDERLAND :
een
RANGORDENING VAN GELUIDBRONNEN NAAR HTNDERIIJKIIEID
o 1988 Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg Publikatienunmer
TNO
880 50
Voor de rechten en verplichtingen van de opdrachtgever met betrekking tot de inhoud van dit, rapport wordt versrezen naar de Algemene Voon¡aarden van TNO. Niets uit deze uiÈgave nag worden ven¡eelvoudigd, openbaar gemaakt, en/of verspreid door middel van druk, fotocopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemnr-ing van het NIPG-TNO.
INHOUD
ABSTRACT
SAI{ENVATTING
1.
INLEIDING
1.1 1.2 1.3
Achtergronden van het (deeI)onderzoek DoeI van het onderzoek , UitwerkÍng van de doelstellíng 1.3. I Hiërarchíe van betekenissen . L.3.2 Groepen van geluidbronnen f.3.3 Definitie en operationalisering van
I I 2 2
J
geluídhinder.
1.4
1.5 a
2.3
B
IJLAGEN
6 ó 7
ONDERZOEK
InIe iding Verkeer
2.2,I Het wegverkeer 2.2.2 De luchtvaart 2.2.3 Het railverkeer 2.2.4 De scheepvaart fndustrië1e bedríjvígheid
2.4
Bousnnachines
2.5 2.6 2.7
Recreatie
De directe woonomgeving I{oongeluiden. 2.7 . L Vaste installatÍes 2.7 . 2 Grote keukentoestellen 2.7 . 3 Kleine keukentoestellen 2.7.4 Doe-Het-ZeIf (DHZ) gereedschap. 2.7.5 Overige toestellen in huis 2.7.6 luingereedschap 2.7,7 Overíge geluíden 2.8 Maatregelen tegen geluidoverlast 2.9 Getuidhinder bij recreatÍe 2. l0 Modererende variabelen ....... r REFERENTIES
5
5
Algemeen
DE RESULTATEN VAN HET
2.1 2.2
4
Methode en inrichting van het onderzoek . 1.4. I Methode L.4.2 De proefenquête 1.4.3 De vragenlijst L.4, 4 Steekproeftrekkíng en dataverzamelíng
9 9
ll It
l8 2L 25 27
30 33 36 39 39 4L
44 46 48 52
54 56 5ó 57
63
ó5
ABSTRACT
In this report the following questíons wí11 be answered: - how many Dutch citizens are annoyed by several. specified noise sources
?
- to what extent do these noÍse sources cause annoyance? - how do these results compare with those of L977? the annoyance caused by 95 different noise sources has been surveyed. 4072 Face-to-face íntervíews have been conducted ín a representative sample of the Dutch population. Sum¡narizíng the most important categoríes, in-home noise, both from neighbours and from ones own home, appears to be by far the most wide_ spread source of annoyance. rn the year preceeding the survey ÍÈ has caused severe ennoyance in forty percent of the populatÍon. Surfacebound traffic and aircraft noise fo1low with twenty and fifteen percent severely annoyed. In-home noíses causing annoyance can be specifíed as follows: slarnming doors, do-it-yourself machines, vacuu¡D-cleaners, walking, radío, tereví_ sion, and hi-fi instalrations, plumbíng noises, pets, washing machines and evaporation-hoods. The most annoyíng sources of surface-bound traffic noise appeer to be mopeds and motorbikes, rorríes, and passenger cars. Military aircraft ís by far the most wide-spread annoying exponent
of aviation. when corrected fot frequency of perception, time of day and period of the week hardly aPpear to influence annoyance. Also a number of moderat ing variables such as sex, âgê, social-economic status etc. hardly relate to annoyance. Compared with the results of a nearly identical survey carríed out ín L977, ít can be concluded that annoyance (to any degree, ranging from slightly to severely annoyed) has increased substanrially. The percen_ tage severely annoyed has íncreased only for the category of avÍation noise. A tentative explanation of these results has been forwarded.
SAMENVATTING
Dit raPPort geeft de verslaglegging ven een deelonderzoek bínnen het, kader van een groter project, dat ís uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Milieubeheer. Het doel van dit deelonderzoek ís de volgende vragen te beantwoorden: hoeveel Nederranders ondervinden hinder van bepaalde geluÍdbronnen? in welke mate wordÈ van deze geluidbronnen hÍnder ondervonden? hoe verhouden zich de huídige resultaten met die van Lg77? De gehanteerde methode is de monderinge, individuele enquête. Het onderzoek is gehouden bij een representatieve steekproef uiÈ de Nederlandse bevolkíng van 16 jaar en ouder (n = 4e72). A11e Nederlanders die niet ernstíg gehoorgestoord zíjn, horen in hun onmíddellijke omgeving, dat wil zeggen Ín en om hun huis, wel eens geluiden. I¡Ianneer het gaat om geluiden die men geregeld* hoort in de onmidde11íjkeomgeving'b1ijken@demeestverbreídegetuidbron te zíjn, gevolgd door geluiden van wegverkeer en @ uit de woonomgevíngr waervan buiten spelende kinderen, parkeerplaatsen en kerkklokken de voornaamste exponenten zijn (een votledig overzicht is te vinden in bijtage I). woongeluiden in hun diverse hoedanigheden, wegverkeer en diverse geluiden uít de woonomgeving vormen op het gebíed van gehoorde groepen van geluidbronnen de 'grote drie'. ook luchtvaart wordt nog door meer dan de helft van alle Nederranders geregeld \{aargenomen.
0p afstand volgen railverkeer, industrië1e activíteíten (ruim gedefinieerd), bouwmachines, recreatieve activiteíten en scheepvaart. De meest verbreide geluidbronnen veroorzaken doorgaans ook de meeste (= bij de meeste personen) hínder of zelfs erge hínder.
geregeld is rrtelkens terugkerendrr, hier gedefinieerd a1s rminimaal enige malen maandr .
l-1
Zie onderstaand overzicht. t¡erzicht
A
percentage onderr¡raegden dat
:
hi¡rier van deze geregeld*
SroeP van ge-
deze groep varr geluidbronræn
tport í¡ of de ronÍng
cm
luidbron¡æn
ordenrirdt (in elke rnate van
licht tot
zvaar)
1987 (1977)r"t
1.
woongeluíden
uít
eigen *oning va¡r de trrren
2. rregverkeer mj¡us
mÍlitaire voertuigen
3. dírecte rrooncrgevÍlg 4. luchtvaa¡t
99 98 80 92 90 53
rni¡nrs IlLVts en rædel5.
6.
vlíegtuigen raÍlverkeer mirnrs orerregen en rangeerterreínen índustríëIe bedríjvígheid (ruim):tetc* minus militaire terrei¡en
7. bcus¡BqhinesJstoE* 8. recreatieve activiteíten
* ,.*
20
(49)+
19
(zo¡
L2
l5 (2e)+
15 (rl)+
7
2
6 (4)+
2 (L)
L7
20
l5 3l ló L4
scheepvaart
26 26
a
2L
20
1987 (1977) ¿û
Æ
¿Ð
22
rni¡n¡s achtergrcnón:ziek o
83 74 66 60 60
erge h-írrCer van deze groep van geluidbronnen ordenrÍ¡dÈ
I
( 9)+
4 3
(3)
L2
(
5
6)+
(0,7)
4
(2)
0'1
(0,1)
C'eregeld: rni¡i¡oaal enige rnalen per rrnanC.
Waar rngelijk is er een vergelíjkíng g€maakt. net L977. De uitlcræten uit 1977 zijn tussen haakjes veneld. On een correcte vergetijkíng te rnaken r¡cesten een of enkele geluÍdbronnen uit de groepen h¡iten besctu-mríng rþrden
gelaten.
Wanneer
er sprake is
aangeSer¡en.
va¡¡ een
significente toenaE va¡r de (erge) hí¡der is dit net
+
I{aar de vergelijking neL L977 nÍet ís uitgevoerd kon dat niet doordat het tnrídige on:lezoek gedetailleerder ís uítgevoerd of, ín het geval van de waarneming (het horen), dat deze op een a¡rdere wijze is ganeten. Híeronder vallen activiteíten van fabrieken en bedrijven, ¡naar ook van terrei¡en of plaatsen voor laden en lossen, en (rnegen)bonr en slooptterrej¡en. Bij de bo¡,¡rschines vprden IIEer ttensen gehjrderd dan er rrerìsen zijn díe deze rnachÍnes 8erægeld horen: ook wanneer deze ¡nachi¡es ín het jaar voorafgaarrt aan de enqr:ête slechts sporadisch getnord zíjn, geven zij h_irder.
111
Uit overzícht A ís te zien dat de hinder van a1le geluídbronnen waarvan dit is na te gaan, toegenomen is. Bij de luchtvaart ís ook de erge hinder toegenomen. Binnen de hier gepresenteerde groepen van geruidbronnen zíjn in totaal 95 Índividuele geluidbronnen onderzocht. Binnen de groep woongeluiden wordt het meest verbreíd hinder ondervonden van sraande deuren (een gedragsprobreem) (422), doe-het
-zerf apparaten met a1s belangrijkste exponent de erectrische boormachine (eveneens 422) de stofzuige (32r) r roopgeruiden (2gz), , radiors, televisie, ' stereoapparaten e.d. (282), geluiden van de waterleiding en waterafvoer (252), huisdieren ( 2sz) , e¡asautomaten en centrifuges (232) en afzuigkap_
pen ( 222).
Naast de uitgebreidheid van voorkomen van de hinder is ook nagegaan hoeveel hinder een geluidbron geeft wanneer hij gehoord wordt. De boor_ machine geeft ín dat geval de grootste kans op hinder (5gz), terwÍjr ook slaande deuren snel hinder veroorzaken (56U ). Binnen de SroePen verkeersgeluiden (te 1and, op het water of in de lucht) veroorzaken bromfietsen (432), motorfietsen (36u), het vrachtver_ keer (33u ), mílitaire vriegtuigen (2gz) en gewone personenauto,s (242) het meest verbreid hÍnder. Kíjkend naar de mate van hínder wanneer een geluid gehoord wordt , zíen we dat míritaire vliegtuigen in dat geval veer hÍnder geven (63u) en ook extreem veel erge hínder (262). MÍlitaire vliegtuígen gaan daarmee ruim vooraf aan bromfietsen (s4z), motoren (5oz) en vrachtverkeer (4gz). Bij heÈ wegverkeer wordt snelwegverkeer a1s hinderlijker ervaren dan sta¿sverkeer. De geluidbelasting is hierbij echter nÍet bekend. Bínnen de overige groePen geluiden van buÍten de woning wordt verreweg het meest verbreid hinder ondervonden door geluiden van parkeerpJ.aatsen (slaande portieren, startende autors, craxonneren, praten etc.) (2gz), op afstand gevorgd door geluiden van bourrymachines (heimachines L4z, grondverdichters eveneens r4il en sroophamers/drílrboren L3z). wanneer deze geluiden gehoord worden, geven bouwmachines verreweg cle meeste hínder: drilrboren/sloophamers (742), grondverdichters (671), stroomaggregaten (66%), motorcompressoren (652), heimachines (632), gevolgd door race- en crosscírcuits (óou ) en de kettingzaag (5gz). voor het merendeel van de geluíden geldt da: zíj meer hÍnder veroorzaken naarmate zii vaker gehoord worden. De onregelmatigheid van voorkomen
1V
(soms een paar keren achter elkaar, dan \úeer een tijdje
niet) speelt, een minder grote ro1. Hoe groter de regelmaat, hoe meer hinder er wordt ondervonden, ook bÍj geluíden dÍe doorgaans onregetmatig voorkomen. De frequentie van voorkornen gaat dan een ro1 spelen. Wanneer de frequentie waarin de geluiden voorkomen buiten beschouwing wordt gelaten, heeft de periode van de week vrijwel geen ínvloed meer op de hoogte van de hínder. ook het tijdstip van de dag speelt in dat geval geen grote ro1, hoewel een aantal geluiden's avonds enrs nachts hinderlíjker wordt gevonden dan overdag. Een aantal modererende variabelen a1s J.eeftijd, opleiding, urbanisatiegraad' woningtype etc. vertoont een - doorgaans zwakke - samenhang met de hinder.
l.
INLEIDING
1.1
Agt¡!ergronden ven het (deeI)onderzoek
Een van de zaken die aan de orde zÍjn bij het ont.wikkelen van een beleid
met betrekkíng tot de bestríjding van geluidhÍnder door toestelren is een príoríteitsstetling. welke toestellen komen voor Nederlands beleíd (en eventueel voor EEG-beleid) in aanmerking en welke komen al.s eerste ín aanmerking? Een deel van het, antwoord op deze vraag wordt gegeven door de rangorde te bepalen van toestellen naar geluidhinder dÍe ze in Nederrand veroorzaken. De idee híerachter is dat zwaardere en meer dwingende maatregelen nodíg zíjn naarmate er meer hinder is. Bij het defini_ tÍeve antwoord moeten ook zaken worden betrokken als de technische en financië1e haalbaarheÍd van het terugdringen van de geluÍdemissie van de toestellen, maer dat Ís thans nÍet aan de orde. Bij het onderzoek naar de rangorde van toestellen met betrekking Èot de geruídhinder díe ze in Nederland veroorzaken is Íngehaakt op een onder_ zoek uít het verleden, waarÍn reeds de rangorde van hinder door een aantal toestellen, te mídden van andere geluidbronnen, is vastgesterd. Het veldwerk voor dit onderzoek, het rcG-onderzoek BG-lg I I ] vond plaats in 1977. Aan de bevindingen uít dit ond.erzoek wordt ook nu nog gerefe_ reerd' Bij het Ministerie van vRoM bestonden prannen om dit onderzoek in 1987 te herhalen' DÍt herhalingsonderzoek is gecombineerd met het onderzoek \.raarop hierboven wordt gedoeld. Dit rapport behandert het herha_ 1
íngsonde rzoek.
1.2
Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek Ís, antwoorden te geven op de volgende vra_ gen:
-
hoeveel Nederlanders ondervinden hinder van bepaalde geluÍdbronnen? ín welke mate wordÈ van deze geruídbronnen hinder ondervonden? hoe verhouden zich de huidige resurtaten met die van Lg77?
1.3
t.3.1
Hiërarchíe ven betekenissen
Bíj de achtergronden van het onderzoek wordt gesproken over toestellen en andere geluidbronnen. Onderlínge vergelijkÍng van deze bronnen is slechts zínvo1 wanneer de bronnen zoveel mogelijk op eenzelfde abstractíe-niveau worden gepresenteerd. Dit wordt a1s volgt verduíderíjkt. De psychologische betekenís van de geluidbronnen voor de bewoners van een wijk, straat of stad kan het beste worden weergegeven aan de hand van een hiërarchische structuur van geluidbronnen. Deze structuur wordt in het volgende overzícht weergegeven:
Fígurr I HÍërarchísche stnrctu¡r van geluidbronnen
n.tuurli jkc geluidbronncn
rn.CrlIrßre.
t
rr !n€n
Èrru
oatro
d
iv.rla ærtrn/typcn,
inßadaatd nür d. rca e¡rrln drG ært/typ" + geluid producrcrt
VI rodrvrduel¿ exaplarerÈt
cv- lnsEal, -
l¿E¡c
3
Ïn deze structuur van geluidbronnen worden in dit gevar zes niveaus onde
rsche iden.
reder hoger niveau Ís meer algemeen dan het direct er onder rÍggende niveau' op íeder niveau kan een relatie worden onderkend tussen de geluidbron en de ontvanger. Essentíeel in deze relatie is het aanwezige psychologische beeld bij de ontvanger van het betreffende geluíd. rn het meest concrete geval wordt gesproken over het beeld van het I indivíduele exemplaarr oftewel die specifieke heimachine. Bijvoorbeerd: rdeze heímachíne ven de fÍrma x maakt zorn lawaair. Híerbíj wordt ook de rdeze specifieke sítuatíe betrokken: heimachíne, die op 50 meter van míjn huis staat, maakt zo'n lawaai en maakt ons wakker als ze om zeven uur beginnen te heíen'. Naarmate men op een lager niveau van de hiërarchíe komt bríjkt het beeld van de geluídbron bij de ontvanger meer gest.ructureerd en rijker (meer elementen van de geluidbron omvattende) te zíjn. Het begrip'beeldrwordt hierbÍj in beperkte zin gebruikt. Een algemeen gehanteerde omschrijving van dit begrip luidt: het beeld ís een stelsel van betekenÍssen die iemand toekent aan een bepaard object. Aan objecten kunnen betekenissen worden toegekend die betrekking hebben op verschíllende aspecten daarvan (bijvoorbeeld bij een stofzuiger de zuigkracht, wendbaarheid, de grootte van de stofzak, de kleur, de merk_ naam).
In dít onderzoek beperken wij ons uitsluitend tot de betekenissen betreffende het geluidaspect. voor de opzet van het onderzoek houdt dít in daÈ de objecten van het onderzoek niet te hoog ín de hiërarchie moeten zÍtten (dan wordt het' te abstract). Een aanvaardbaar uitgangspunt voor het onderzoek zijn de bronnen die behoren tot níveau rv uit de hiërarchie. Bij een beperkt aantal bronnen is het abstractieniveau niet exact vast te stellen. Bij de resultaÈen wordt hierop teruggekomen.
r.3.2
9r g :
qg
l-
y3t_
g9
I gi.d Þr g ql
e
I
De in het onderzoek nader gespecífíceerde groepen van geluidbronnen (zíe voor een volledig overzícht bijlage I van het rapport) zíjn de volgende:
4
A.
B. C. D. E. F.
Verkeer
A.l ïlegverkeer (en terreínvoertuigen, g geluídbronnen) A.2 Luchtvaart (ó geluidbronnen) 4.3 Railverkeer (5 geluidbronnen) 4.4 Scheepvaart (2 geluidbronnen) Industrië1e bedríjvigheid (4 geluidbronnen) Bouwmachines (9 geluidbronnen) Recreatie (8 geluidbronnen) Directe woonomgeving (8 geluídbronnen) l{oongeluiden (huÍs en tuin) F. I Vaste installatíes (5 geluidbronnen) 8.2 Grote keukentoestellen (6 geluidbronnen) F.3 Kleine keukentoestellen (6 geluidbronnen) F.4 Doe-het-zeIf gereedschap (7 getuidbronnen) F.5 Overige toestellen in huis (ll geluidbronnen) F.6 Tuingereedschap (6 geluídbronnen) E-7 Diverse geruiden (geen toesterlen, 4 geluidbronnen)
r.3.3
99!¡ti!i9_e1_epe:3!i9t3lt:erils_yst_e:lgi_dlil4et
Het begrip rgeluidhinder' kan op verschillende wijzen worden gedefiníeerd en geoPeratíonaliseerd. Hínder kan worden gedefiníeerd op tv¡ee niveaus.
a.
b.
het algemene niveau Hierop wordt een affectíef waarde-oordeel gegeven over het betreffende geluid of de betreffende geluidbron. Dit wordt doorgaans aangeduid met de term niet-specifieke hínder. het bijzondere niveau Hierop wordt een cognitief oordeel gegeven over het bet,reffende geluid of de betreffende geluidbron. fn de cognítieve be leving riggen de eigen ervaringen, kennís, opvattíngen en dergelijke opges
lagen.
In dít geval wordt gesproken over specÍfieke hínder, waarbij kan worden aangegeven gaaruít de hinder bestaat, bijvoorbeeld uit het gestoord worden tíjdens een gesprek door een voorbíjrijdende bromf iets .
5
rn het hier gepresenteerde onderzoek wordt gewerkt met de níet-specifieke hinder, dÍe ondervraagden van de verschíllende geruidbronnen ervaren. Aandacht voor de specifíeke hinder van de geruidbronnen zou de omvang van dit, onderzoek te zeer hebben vergroot. om de huidige resultaten te kunnen vergerijken met die van rg77 is dezelfde hinderschaal gebruikt als in Lg77. Het is een zespuntsschaal met waarden, oplopend van helernaal niet hínderlÍjk via niet hinderlijk, net niet hinderrijk, net hinderrijk, hinderlijk tot erg hinderrijk. Er zíjn tvree standaard-manieren om de mate van hinder, zoals die ver_ deeld is over (in dit geval) de zespuntschaal, weer te geven. De eerste' en om practische redenen de meest toegepaste, manier is door middel van dichotomiseren. Dan wordt het percentege rerg hinderrÍjk, of rhinderlijk' (= net hinderríjk, hinderlijk en erg hinderlijk) Ì{eergege_ ven' Het nadeel Ís dat slechts een gedeelte van de hinderschaar wordt gebruíkt en er dus ínformatie wordt weggegooid. De tweede manier, het geven van een maat voor centrare tendentie (bij_ voorbeeld gemiddelde of mediaan), doet meer recht aan het uítgangspunt dat voor een accurate beschríjvíng van een stetistische verdering ten_ minste twee maten nodig zíjn: één voor centrale tendentie en één voor spreiding' Overigens heeft ook deze maníer een theoretische zwakheid. Men doet er goed aan beÍde manieren bij het inspecteren van de gegevens te betrekken.
r.4 1.4. I
Methode
voor dit invenÈaríserende onderzoek naar de belevíng van 95 verschirlende geruidbronnen in de woonomgeving Ís gebruik gemaakt van een monderín_ ge enquête die aan huis Ís afgenomen. Bij deze methode worden personen ondervraagd aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst (d.w.z. dat iedereen dezerfde vragen ín gerijke bewoordingen en ín dezelfde volgorde gesteld krijgt).
1.4.2
De proefenquête
Alvorens de enquête in vo1le omvang van start te doen gaan is een proefenquête gehouden bíj 72 personen. Het prímaire doel van het proefonderzoek was de vragenlijst te testen op duidelijkheid, begrijperijkheÍd en hanteerbaarheÍd, vooral ín verband met de in dit onderzoek toegepaste, vrij complexe, rrsortíng" technieken. Daarnaast speelt dit proefonderzoek een rol bij het bestuderen van de consistentie van de antwoord.en Ín de tijd. De respondenten uit het proefonderzoek zÍjn ook in het hoofdonderzoek ondervraagd, waarna de resultaten van beide metíngen met elkaar zijn vergeleken. Een verslag hiervan is gegeven in Bijlage r van deeL_ rapport 2. De proefenquête vond plaats in de periode van 4 t/m L4 december l9gó. Aan het onderzoek is deelgenomen door 24 enquêtríces/-teurs, dÍe ieder dríe gesprekken hebben gevoerd. AIlen ontvingen voor aanvang van het onderzoek een uitgebreide schríftelíjke instructie. De bevíndÍngen uit deze proefenquête zijn van groot nut gebleken om de gang van zaken bij het hoofdonderzoek te optimalíseren.
r.4.3
De
vragenlij st
De opbouw van de uiteindelíjke schema.
vragenlijst is weergegeven Ín onderstaand
Schema I
vraag nunner
01-08 09 10 1l-13 14-16 L7 18 L9-20 21
,
26-30 22-25 3l-35 36-47 48 49 50-52 53 54-5ó 57 -59 60-72
Opbouw
van de vragenlíjst
inhoud van de vraag
seLectíe van de te ondervragen persoon vaststellen van de perceptÍe (korte verhandelÍng perceptíe)
bepalen van bepalen van bepalen van maatregelen
de mate van hinder de volgorde van hinder de tijdshístorie van hÍnderlijke geruidbronnen tegen geluid.overlasÈ checklist over het bezítten van een aantar geruidbronnen hulpvragen voor het beparen van de expositÍe aan het geruid van een bron
gebruiker - ontvangerrelatíe hinderbepaling wegverkeer hínderbepaling bíj recreatie vragen betreffende de woning
woonduur
verhuisgeneigdheid werkkring werk- en rustpatroon geluidhínder op het werk opleíding
diverse informatíe over het huishouden (eínd)
rn dit rapport strekt de anaryse zich uit over de vragen 09, 10, L4_L7, 22-25, 3I-eínd. verdere analyses worden gepresenteerd in het tweede deel
van deze rapportenreeks. De vragenlijst vergde gemidderd een afnametijd van 55 mÍnuten. De vragenlijst ís ars Bijlage rr bíj dit rapport gevoegd. I{aar mogelíjk zíjn de antwoorden ín die bijlage opgenomen.
r.4.4
llg:Ig:g:Ilfgllfle
en daraverzameting
Het veldwerk en de data-verzamelíng voor de proefenquête en het hoofdonderzoek is uitgevoerd door NSS-Marktonderzoek Bv te Den Haag, Ín het vervolg kortheidshalve NSS te noemen. Het onderzoek ís gehouden bij een representatieve steekproef uit de Nederlandse bevolkíng van l6 jaar en ouder. Het a-select trekken van de steekproef is eveneens opgedragen aan NSS.
8
Voor een overzicht en verantwoordÍng van de steekproefgegevens wordt verwezen naar bíj1age rrr, díe achterin dit rapport is opgenomen. In totaal zijn in de periode van 16 maart tot en met 10 april LggT óg4g contacten gelegd door medewerk(st)ers van de NSS. Voor het uiteindelijke onderzoek zijn de enquêteformulieren van 406l personen verwerkt. Na weging ten behoeve van de vergelijkbaarheid van de steekproef met die uÍt 1977 bedraagt de grootte van de steekproef 4072 personen.
1.5
Alßemeen
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Directie Geluíd van het toenmalige Directoraat-Generaal voor de MíIieuhygiëne (thans DÍrectoraat-Generaal Milieubeheer), Minísterie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Mílieubeheer. De RAI verschafte de gegevens over de ontwikkeling van de diverse categorieën wegverkeer in de afgelopen tien jaar.
De Nederlandse Spoorwegen verschaften deze gegevens voor het treÍnverkee
r.
Een woord van dank is op zijn plaats aan I{.N. van Nooten. De discussies met hem gingen de louter statistísche consultatie te boven en droegen
bÍj tot het vormen c.q. aanscherpen van inhouderijke inzichten.
9
2.
2.
DE RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK
I
Inleiding
centraal in dít rapport staat de beleving van 95 geluidbronnen dÍe ín de directe woonomgevíng van de ondervraagde personen kunnen worden opgemerkt. Deze geluidbronnen zijn ingedeetd in een zestar groepen, te Ìreten: * Verkeer
* * * * *
IndustríëIe bedrÍjvigheid Bouwn¡achínes
RecreatÍe
DÍrecte woonomgeving (voor zover niet gevat in een van de vÍer voríge groepen) I{oonge luiden.
rn dit hoofdstuk zurlen de onderzoeksresultaten per onderscheiden groep
van geluidbronnen worden weergegeven. Per groep komen achtereenvolgens aan de orde: (a) de perceptie (waarneming van de geluidbron);
(b) de hÍnder bíj daadwerkelijke blootstelling
(wanneer de geluidbron
gehoord wordt ) ; de mate waarin hinder voorkomt ín de totale popuì.atie;
(c) (d) de samenhang tussen hinder en frequentíe en regermaat van voorkomen, període van de dag en van de week.
Ad (a): de perceptie van de geluidbronnen is op een andere wijze gemeten dan in L977. Een dÍrecte vergeríjking op dit punt is dan ook niet moge_ lijk' wer kan worden nagegaan of de onderlinge positie naar *vaker of minder vaak worden waargenomen" voor paren geluídbronnen thans dezelfde
is als destijds of niet.
l0
BÍj (b) en (c) ís vergelíjking wel mogelijk voor die toestellen (en eventuele andere geluÍdbronnen) die ook in 1977 zíjn onderzocht.. Ad (b) en (c): zowel de hinder bij bloot,ste11íng a1s de mate van hinder ín de totaLe bevolkÍng zíjn beleidsmatig van belang. ZoYeL bronnen met een klein verspreidingsgebíed maar een extreem hoge hinder-ímpact, als bronnen dÍe weliswaar geen sterke hÍnder veroorzaken, maar die door hun algemene voorkomen toch, landelijk gezien, veel mensen hinderen, kunnen maatregelen vergen. De afweging van noodzaak en mogelijkheden hiertoe moet per geluidbron gemaakt worden. Vergelijkingen tussen bronnen onderling mogen alleen gemaakt worden wanneer zíi gemeten zijn op hetzelfde abstractieníveau. DÍt is altijd het geval binnen één groep van geluidbronnen. Tussen groepen van geJ.uidbronnen ís dít niet altijd het geva1. Het praktische belang híervan wordt duÍdelijk wanneer er een vergelijking wordt gemaakt tussen tvree geluÍdbronnen die gemeten zíjn op een verschillend abstractieniveau. Geluiden van bouw- of sloopterreinen of terreinen voor wegenbouw zijn ín het jaar voorafgaand aan de enquête waargenomen door 15Í van alle ondervraagden. Eén niveau concreter rapporteert 242 van a1le ondervraagden ín het afgelopen jaar heímachines gehoord te hebben. 0genschijnlijk een contradictie, maar de verklaring ligt, zoals gezegd, ín het verschíllende abstractíeniveau. Naarmate een concreter beeld (van een geluídbron) wordt opgeroepen wordt de kans groter dat men uit zijn geheugen een ervaring met deze geluidbron kan putten. Er zíjn meer trhandvattenrr.
fn de vele hierna volgende tabetlen en beschrijvingen worden de geluidbronnen steeds surnmier aangeduid. Een volledige beschrijving wordt gegeven ín Bijlage I. Tenslotte wordt ín een aparte paragraaf de ínvloed van een groot aantal
1l modererende variaber-en* (zoals bijvoorbeeld leeftÍjd en geslacht) op de hinder bestudeerd. om dít te doen Ís een hinderscore geconstrueerd. Deze hinderscore wordt beschreven ín Bíjlage IV. De
bíj het onderzoek betrokken modererende variabelen zí jnz
l. leeftíjd 2. geslacht 3. opleidíqgriveau (vr. 57) 4. saænsteUí¡lg i!.dsfs¡den (vr. 5. grootte v.d. h¡ishcr.¡di¡g (\¡r. ó. bezettingsgraad (vr. a5+6ó) 7. bezítsr¡orm rrurÍng (vr. 36) 8. type rrcrning (vr. 37) 9. lroogte wocnlaag (r¡r. 39) l0.bc.udaar voning
(vr.
Il.
voning net h¡Ís
of balcon (vr.
43+tt4¡
12. rcondr¡¡r (w. æ) 13. vert¡.¡isgeneigdheíd (vr. a9) 15. prorríncíe (vr. 73) 16. noodzaalc orærdag te slapen
69+70)
6ó)
(rrr.
5C¡53)
17. op rærk last van lawaai (vr. 5Or54)
18. sociale klasse
4O+4f )
De samenstelling van de variabelen bezettingsgraad en socíale wordt eveneens in bij lage IV nader uiteengezet.
2.2
Verkeer
2.2. r
Sg!-ggeysrleer
kLasse
ie vrijwel a1le Nederlanders horen bij hun woning wer eens geluÍden van wegverkeer. 92 procent hoort deze geluiden regetmatig (regelmatig wordt hier gedefinieerd a1s meerdere malen per maand). Figuur 2 geeft een overzícht van de resultaten. rn tabel l van bijlage v zijn de precÍeze Percept
percentages vermeld.
Moderende variaberen bepalen mede de ervaren
geluidsítuatie. dir.
geluidhinder, naast De volgende schematische r"ãrg"rr" verduiderijkt de moderende variabelen I
ge
luids it,uat ie + ontv"Ig
rreact
ie "r*ninde Moderende variabelen werken van buÍtenaf op de ontvanger in of vanuit de ontvanger ze1f.
komen
L2
Figu:r
(1)
2
llet horen
van vægverkeer (tussen haakjes de rangorde
Ã
Lg77)
pensonenauto's en tax Í' s bnonfietsen
(Z) (4) notonfietsen (3) bestelauto's
(5) unachtauto's (6) bussen (7) tractonen (8) nilit. uoentuigen
a
z8
48
percentage uan het DIt ninstens neerdere Ø ¡neerdere [f, neerdere
&
trI
nooit
60
totale aantal
80
Ltø
ondenunaagden
een keer per dag
nalen per r,leelr nalen pen naand nalen algelopen Jaan
Conclusies: De mate waarin de verschillende categorieën wegverkeer worden lvaargenomen vertoont ongeveer dezelfde volgorde als in L977. Alleen de motor-
fietsen schuiven een plaats omhoog. Dit kan verband houden met zíjn opvallende geluidproductie (zíe ook hieronder bij de bromfiets). Merkwaardig is dat de bromfíets zíjn tweede plaats heeft vastgehouden, terwijl het aantal bromfietsen sínds L977 met meer dan de helft Ís verminderd (van 1.200.00 tot 564.00). Dit kan verklaard worden vanuÍt het slechte ímago van de bromfÍets: wie een negatieve houding heeft jegens de bromfiets, zal elke passage ook opmerken. fn tabel I is de ontwikkeling van het wegverkeer ín de periode van Ig77 tot 1987 weergegeven.
13
Tabel I De onür-ikkeling van het reegverkeer van 1977 afgerond op 1000 - . Bron: RAf.
1977
personenautots
bestelautors vrachÈautors autoh¡ssen
n¡ctorfietsen brc¡Éietsen
tot
LggT _
absolute aantallen,
1987
3.851.000
s.118.000
200.000 9s.000 9.000 80.000
351.000 87.000 12.000 131.000
I . 200. 000
i¡
só4.000 (l98ó)
toe-/afn^are
+ 33i1 + 761 _8% + 337 + 647
-
s3z
Hinder bij blootstelling vervorgens ís aan de ondervraagden die een bepaalde geluidbron in de dírecte woonomgeving zeggen te horen, gevraagd in werke mate zíj de betreffende geluidbron als hínderlijk ervaren (vraag lO). rn tabel 2 is voor de ondervraagden die een geruid horen aangegeven: * hoeveel procent van hen deze geluidbron als hÍnderlijk ervaart (net hinderlíjk, hinderlÍjk en erg hinderlíjk samen opgenomen), (kolom I); * hoeveel procent van hen deze geluídbron als erg hinderlijk ervaart (kolom II); * de geroídderde hinder voor deze geluidbron (kotom rrr); voor het vaststellen van de gemíddelde (niet-specífieke) hinder per geluidbron zíjn de volgende waarden aan de antwoordcategorieën toegekend:
- helemaal niet hinderlijk t niet hínderlijk 2 - net niet hinderlijk 3 - net hinderlijk 4 - hinderlijk 5 - erg hinderlijk 6 * het aantar respondenten dat deze geluídbron hoort (ko1om rv). Tussen haakjes zijn in de kolommen r, II en III de uitkomsten van Lg77 vermeld' I{aar sprake is van een statÍstisch significante toename (p s.05) is dit aangegeven met +. rn de kolom¡nen r t/m rrr worden gegevens vermerd díe íets zeggen over de mate van hinder bíj brootstelting. Elk type gegeven (erge hinder, hinder
T4
en gemíddelde hínder) kan worden gebruíkt a1s criteríum om de geluídbronnen op te rangschíkken. E1k van de typen gegevens heeft betrekkíng op de verdeling van de antwoorden over de antwoord.categoríeën. Het percentage "erg hinderlíjk" beperkt zich tot één antwoordcategoríe. 'rHinderrromvat drÍe (van de zes) antwoordcategoriën. Alleen de gemiddelde hinder heeft betrekking op de volledige verdeling en geeft daarvan dus de beste beschríjving. Daarom wordt het gerniddelde gebruikt aIs criterÍum om de geluidbronnen op te rangschikken, ook bíj de volgende parag rafen.
De percentages hinderlijk beleídsmatíg relevant. Tabel
2
en erg hínderlijk
Hi¡¡Cer bíj blootstellíng aan geluíd van vægverkeer ondenrrzagden dat een geluidbrc¡r tport De
getallen tussen haakjes
geven de
I hinderlíjk (= net hinderlijk, + hÍrderlíjk
restrltaten van
7rtieL op de læg
virg.
53,8 (37)+ 49,2 (33)+ 50,0 (27)+ 47,4 (26)+ 38,5 (24)+ 32,3 (17)+ 29,7 (19)+ 29,3 ( 9)+
als op het larid,
zcnæl
1977.
II
III
IV
gemíddelde r¡ate va¡t
aa¡¡ta1
hirderlijk
hi¡der (rnin. = 1t roax. = 6)
lijk)
l. brqÉÍetsen 2. vrachtautots 3. nptorfietsen 4. rnílitaÍre voertuigen 5. h:ssen ó. bestelauto's 7. per-sonenautors en taxÍrs 8. tractoren*
- j¡r procenten van het aantal
erE
+ erg hirrJer-
x
zijn om praktische redenen
817
7)
6,0
4)+
3,7 (3,1)+ 3,5 (3,0)+ 3,5 (2,8)+ 3,4 (2,9)+ 3,2 (2,6)+ 2,9 (2,4)
s,2 ( s) 4'3 ( l)+
2,9 (2,5) 2,8 (2,0)+
L4r4 13) 12,3
lI,9 13,8
L2)
8)+ ó)+
ordervraagden -gerrcgen-
3225 (3s76) 2725 (2e6É.) 2923 (zee4)
33le (36es)
430
lsl2
(
382)
(1747)
2738 (32s0)
1228 (1382)
npbiel als statíonair, bíjr,rcorbeeld a1s aarxCrÍj-
0pmerking:
De percentages uít L977 zijn afgerond. De oorspronkelijke frequenties zíjn niet meer te achterhalen. Voor het bepalen van signÍficante verschÍllen ís voor de veiligheid steeds uitgegaan van de waarde, die het niet-afgeronde percentage zou kunnen kríjgen, dÍe zo dicht mogerijk rigt bij het percentage van 1987. Voorbeeld: bromfietsen. Gerekend is met een percentage 'erg hinderlíjk' van 13,4 voor 1977,
t5
Conclusíes: De hÍnder van a1le wegverkeersbronnen is toegenomen bíj degenen die
-
deze bronnen horen. De erge hinder door bromfÍetsen, bussen, vracht- en personenauto's is níet aantoonbaar toegenomen. De gemiddelde mate van hínder is arleen bíj bestel- en personen_ autors niet duídelijk toegenomen.
-
Hinder in de NederJandse populatie Met dit onderzoek wordt getracht een inzicht, te verkrijgen in het vóórkomen van hinder door diverse geluídbronnen in Nederland. om dÍt inzicht te verkríjgen dienen de kororn¡nen r, rr en rrr uit tabel 2 te worden herleid op de totale steekproef. De uítkomsten hiervan zíjn weergegeven in tabel 3. Tabel
3
HÍ¡rler door rægverkeer - i¡ procenten van het totale aa¡rtal ondewraagden De getallen tussen haakjes geven de uitlcc¡æten van 1977 r*eer.
h-irderlíjk
(= net hiruCerlijk + hjrderlíjk, + erg hj¡derlijk) raegverkeer totaal* wegverkeer rlí¡¡us rní1
l.
itaire
voertuigen
brcrnfietsen
2. n¡¡torfíetsen 3. vrachtautors
4. personenautots en taxits 5. bestelauto's 6. h¡ssen 7. rnilÍtaire voertuigen 8. tractoren Aar¡tat orrCerwaagden (ge*rcgen)
x
@'0 59,5
(49
er8
geniddelde mate
hÍnierlijk
van
42,6 (33,3)+ 35,9 (20,4)+ 32,9 (24,6)+ 24,3 (17,7)+ 21,7 (L3,9)+ 14,3 (10,5)+ 5,0 ( 3,1) 8,9 ( l,g)+
hi¡der
(roín. = l; (rmx. = $) 19, ó
)+
_
19,
I (20
)
LI,4 (r1,7) 8,ó ( 6,0)+ 9,2 ( 9,0) 4,3 ( 4,7) 4,0 ( 3,3) 3,2 ( 3, 1) 1,5 ( 0,4)+ 1,3 ( 0,5)
1,8 (1,7) 2,0 (1,9) 2,9 (2,9) 2,5 (2,L)+ 2,3 (2,2) 2,3 (2,3) 2,0 (2,0) 1,2 (l,l) 0,4 (0,3) o,g (0,7)
AO72 (3974).
De percentages
voor het totale vægverkreer kcræn tot st¿¡d door per respordent de ste scor.e op de hindersctaal voor de acht bronnen van rægrrerkeer te selecteren. lroogVoor de tot¿le steeþroef rrprdt de zo ontsta¡e frequentieverdeting gepercenteerd. De gemiddelden zijn ge*þgen voor het aa¡rtar respondenten per categorie.
Conc
lus íes
-
rn tabel 3 is ook de hínder ten gevolge van het totare wegverkeer vermeld: círca ó0 procent van atle Nederlanders van l6 jaar en ouder heeft in het afgelopen jaar wel eens hínder ondervonden van wegverkeer; bijna 20 procent zelfs ernstige hinder. om de vergerijking met
:
l6 L977 zuíver te houden zijn ook de percentages hínder en erge hinder exclusief militaire voertuígen vermeld. Deze laatstgenoemde geruidbron was ín L977 opgenomen in een andere klasse van geluidbronnen.
De erge hinder door wegverkeerslawaai is ongeveer gelijk gebleven, de hinder (ín elke mate van licht tot ernstÍg) is wel toegenomen.
Erge hínder is voor de meeste bronnen vrijwel constant gebleven in vergelíjking met L977. Alleen de erge hínder door motorfietsen en militaire voertuigen ís toegenomen. De hínder in enige mate is voor vrijwel alle categorieën in omvang toegenomen.
De gemÍddelde mate van hinder is alleen voor motorfÍetsen aantoon-
baar toegenomen.
Hinder en de frequentie van waarneming Er mag worden verondersteld dat er enig verband bestaat tussen de frequentie r¿aarmee geluíden worden gehoord en de ervaren hínder. Bij \.¡egverkeer ís dit' overwegend een sterk positíef verband: naarmate men de voertuígen vaker hoort ondervindt men er meer hínder van. Alleen met betrekking tot militaire voergtuigen kan geen verband worden aangeÈoond. HÍnder en regelmaat* van voorkomen De hypothese dat onregelmatig voorkomende geluiden over het algemeen meer hínder veroorzaken dan regelmatig voorkomende geluiden blijkt in dit onderzoek niet bevestigd. Integendeel. Voor alle geluiden, ook voor de geluiden díe doorgaans onregelmatig voorkomen, geldt dat zíj hÍnderlijker worden gevonden wanneer zíj - in een bepaalde perÍode - regelmatig voorkomen.
Uit een variantíe-analyse met de hinder als afhankelíjke en regelmaat en frequentíe van waarneming a1s onafhankelijke variabelen blijkt: a. frequentie van waarnemíng sterker met hinder samen te hangen dan regeJ.maat; b.
dat interacties tussen regelmaat en frequentÍe geen rol spelen.
*R"g"lmaat ís ontleend aan vraag elkaar en dan weer een Èijd niet.
1
6:
soms een paar keer achter
L7
Hinder en periode van de dag De període van de dag speelt een betangrÍjke rol bij de hinde rbe I eving van wegverkeer. GeruÍd dat alreen overdag gehoord wordt wordt mínder , hinderlijk gevonden dan geluid dat ook rs avonds en/of ,s nachts gehoord wordt.
Hinder en periode van de week De periode van de week speelt geen aantoonbare ror bij het beleven van hinder door wegverkeer: geluid dat vooral ín het weekeinde wordt gehoord Ís niet hínder1Íjker dan geluid dat voorar op de door-de-weekse dagen wordt gehoord. uit een covariantie-analyse met hinder a1s afhankelíjke variabele, període van de dag en van de week als onafhankelÍjke variabere en de frequentie van waarnemen als covariaat blijkÈ voorts dat interactíes geen rol spelen. StadsverkeeÍ versus snelwegverkeer Desgevraagd stert BB procent van de ondervraagden dat zíj wer eens geluiden van wegverkeer horen (vr. 22). 69 procent hoort bij de woning uítsluitend geJ.uíd van stadsverkeer, 4 procent hoort alreen geluid van snelwegverkeer en l5 procent hoort beíde. van degenen dÍe al1een stadsverkeer horen ervaart 32 procent dÍt ars hinderlíjk. van degenen die arreen snelwegverkeer horen is dit 40 pro_ cent' Dit' betekent dat Èen opzichte van L977 d,e hinder door stadsverkeer is toegenomen (was 24 procent), terwijl de hínder door snelwegverkeer vríjwel gelÍjk is gebleven (was 3g procent). van degenen die zowel geluiden van stadsverkeer als van snelwegverkeer
horen, ervaart 42 respectieverijk 4s procent deze geruíden ars hinder_ lijk' Hoewel dit verschir statistÍsch niet sígnificant is op 5%-niveau is er toch een duiderijke tendens (zoars díe ook ín L977 aanvtezig was) dat geruiden van snelwegverkeer als hinderlijker worden ervaren dan geluíden van stadsverkeer. HÍerbíj is onbekend of de geluídbeJ.asting door snelwegverkeer eveneens hoger ís. uit recent vergelijkend onderzoek 12) blijkt dat snelwegverkeer ook bíj gelijke belasting hínderlÍjker Ís
dan stadsverkeer. \.lanneer men alleen blootstaat aan het geluid van stadsverkeer of alLeen aan het geluid van snelwegverkeer, ondervÍndt men hiervan minder hinder dan wanneer men beide hoort:
l8
- stadsverkeer
z alIeen 32% : ook snelweg 42% : a11een 40% : ook stadsverkeer
- snelwegverkeer
2.2.2
48%
De luchtvaart
Percept ie
75 Procent van alle Nederlanders heeft bíj de eigen woning in het afge_ lopen jaar we1 eens vliegtuígen gehoord; 53 procent zelfs geregeld, dus meerdere malen per maand. Figuur 3 geeft een overzicht van de resulta_ t en.
In tabel 2 van bijlage V zijn de precieze percentages vermeld,. Figu:r 3 llet horen van h.¡chtvaa¡t (tr:ssen traakjes de rangorde in
Lg77)
(1) helicopters (4) ni I it. ul iegtuisen (3) kleine burgerluchtu (2) grote bungenluchtu. ultna lichte ul iegtuigjes ¡rodelul iegtuigen
B
2O
4B
percentage uan het Bu ninstens B¡¡ neerdere Ø neerdere [f, neerdere
fl
68
totale aantal
86
Lø8
ondenunaagden
een keer per dag nalen per ùreek nalen per Eaand nalen afgelopen jaan
nooít
Conclusies:
-
-
Het mag verrassend genoemd worden dat - binnen de categorie luchtvaart - het aantal mensen dat wel eens helicopters hoorÈ, het grootst ís. Er kan echter worden opgemerkt dat zíj door het merendeel van de respondenten slechts weinig frequent c¡aargenomen worden. De grote burgerluchtvaart wordt het vaakst dagelijks waargenomen.
L9
Hinder bij blootstelling Tabel
4 Hirder bij blootstelling
aan geruid van de lrrchtvaart, aantal orrlewraagden dat een geluÍdbron t¡oort _ De getallen tussen haakjes geven de resrrlt¿ten van L977.
I hirderJ.ijk (= net hÍrderlijk + hÍrderlíjk + erg hirdertíjk)
- i¡
II
III
er8
gemiddelde mate van
hjrrterlijk
h͡rder
(¡aín. = t t max. = 6)
procenten van het
IV aantal onderwaagden
-
geßDgen-
l. nilíÈaíre t
vliegtuigen grote turgerluchtvaa¡t
3. he1ícopters 4. nndelvlieg5. 6.
tuÍgen ulÈra lichte vliegtuiq|'es kleine hrrgerIuchtvaa¡t
63,2 (41)+
26,4 (17)+
32,7 (17)+ 33,1 (1i)+
I
(3,3 )+
L7æ (2077)
7,5 ( 4)+ 6,5 ( l)+
3,0 (2,4)+ 2,9 (2,1)+
2286 (2172)
32,5
5r9
2rg
190
E,L
3,5
217
282
22,0
(
6)+
4,1
( l)+
4,
2,6 (1,9)+
rs64 (2148)
1631 (2160)
Conclusíes:
-
Zowel de hinder a1s de erge hinder zíjn voor arre geluidbronnen (voor zover zíj ook in r977 onderzocht waren) tamerijk fors toege_ nomen.
-
Een bijzondere praats nemen rnilitaire vriegtuÍgen ín: van degenen díe wel eens mílÍtaire vliegtuigen horen ervaart meer dan een kwart (!)
¿it ats erg hínderlijk.
20
Hinder in de Nederlandse popuTatie ry.
Hi¡rier door luchtvaa¡t - Í¡t procenten van tet totale aa¡rtal orrlenrraagden De getallen tr¡ssen tnakjes geven de uitkcrsten va¡r 1977 ræer.
hinterlíjk
(=
net hirderlijk
+
hírderlÍjk erg hirderlijk)
+
erB
-
gemiddelde
hínterlijk
fete va¡r hi¡¡ier (rnin. = l; rmx. = ó)
luchtvaa¡t totaal lrchtvaart ¡aí¡n¡s IlLVrs en ¡r¡¡delvliegtuigen
Q12 )+
14,7
l. militaire vlÍegtuigen 2. helicopter:s 3. grote hrrgerludrtvaart 4. kleíne h:rgerlrrctrtvaart 5. ultra lichte vliegtuioies ó. npdelvliegtuigen
27,7 (2L,4)+ 18,ó ( 6,0)+ 12,6 ( 9,2)+ 8,8 ( 2,5)+
lI,ó
39,8
Lr7
l'5
l'0
14,I
(29
(LL
)+
8,9)
3r7
0, ó)+
219
2,2) 0,6)+
l,ó
1,4 (1,3)
l,g l,ó
(1,7) (1,2)+ 1,2 (1,3) 1,0 (1,0)
o12
o12
0'3
0r1
Aantal orulewraagden (ee$ogen) tû72 (3974).
Conc
-
lus ie s :
In vergelíjkíng met L977 is zotteL de hÍnder als de erge hinder toegenomen.
-
-
-
Van alle soorten luchtvaartuigen veroorzaken milítaire vliegtuigen verreweg het meest verbreíd hinder. Ruim één kwart van de bevolking ondervindÈ hÍnder van deze bron; ruim l0 procent ondervindt zelfs
erge hinder. fn vergelijkíng met 1977 is de hínder (in eníge mate) van militaíre vliegtuígen, helícopters, grote en kleíne burgerluchtvaart in omveng toegenomen. Helicopters en de kleíne burgerluchtvaart veroorzaken ook meer erge hinder. Alleen van helicopters is de gemÍddelde mate van hínder aantoonbaar toegenomen.
Hinder en frequentie en regelmaat van vearneming Er is overwegend een sterk positÍef verband tussen de hínder en de frequentie ven wearneming¡ hoe vaker men de vliegtuigen hoort, hoe meer hinder men ervan ondervíndt. Ook de regelmaat speelt een roI: geluiden van de kleine burgerluchtvaart en van ULVrs komen onregelmatig voor en dit gaet samen met meer
2I
hinder. HeÈ is rnerkwaardíg dat deze relatie in mÍnd.ere mate wordt gevonden bíj helicopters en niet bij militaire vliegtuÍgen. FrequenÈie van waarneming en regelmaat van voorkomen spelen beÍde een vrijwel van elkaar onafhankelijke rol bÍj hinder door luchtvaartlawaai. Hinder, periode van de dag en periode van de week De periode van de week speelt geen aantoonbare roL: ars geluid vooraL in het weekeinde wordt gehoord is niet hÍnderrijker dan wanneer dat geluíd vooral op door-de-weekse dagen wordt gehoord, wanneer de invloed van de frequentíe wordt geëlimineerd. Deze laatste beperking ís essentíee1: míritaire v1íegtuigen veroorzaken door-de-weeks hinder doordat zíj vooral door-de-weeks v1íegen; bij de kleine burgerluchtvaart gerdt dit mutatis mutandis voor het weekeind. De període van de dag speelt een rol bíj hericopters. ongeacht de fre_ quentíe van waarneming worden helicopters a1s hinderlijker beoordeeld wanneer zíj rs avonds of rs nachts gehoord worden.
2.2.3
Het raílverkeer
Percept ie
Railverkeersr.awaai is in het jaar voorafgaand aan de enquête door procenÈ van alre Nederranders bij de woning waarBenomen. 22 Procent hoort dit geruíd geregerd. Figuur 4 geeft een overzicht
27
van
de resurtaten. rn tabel 3 van bij rage v zíjn de precieze percentages vermeld.
,t
Fígu¡¡
4
Het horen van railverkeer (tussen haakjes de rangorde
in
1977)
(1) treinen sPooruegouergang
(2)
tnans nangeenteruein
(3) rætro
E
20
48
percentage uðn het
6A
totale aantal
8B
168
onderunaagden
Bü ninstens een keen pen dag
g¡ Ø fl E
¡neerdere ¡ralen pen ueelr
neerdere nalen per naand neerdene nalen afgelopen jaan nooít
Opmerking:
Spoorwegovergangen en rangeerterreinen waren ín 1977 niet in de enquête oPgenomen. Met rrangeerterreinenr worden níet alleen de A-terreinen
bedoeld' maar worden ook de kleine rangeermogelijkheden bedoeld, die zich bíj vele stations bevínden. Conclus íes
:
-
De rangorde in de mate van waarneming is vergeleken met 1977 onveranderd.
-
Het geluid van rÍjdende treinen is het geluid in deze categorie, dat naar verhoudÍng door de meeste mensen wordt gehoord.
fn tabel ó ís de ontwikkelíng van het treinverkeer ín de periode van L977 tot 1986 weergegeven (gegevens over L987 konden nog niet beschikbaar gesteld worden). Tabel
6
De ontvrilckelÍng van
bet trei¡verkeer van
1977
tot
l9Bó
1977 personenvervoer
(i¡
baf
goederernrewoer
(írt
wagons
x 1.000.000) x 1.000.000)
369 228
-
Bron:
IIS
198ó te/afnare
383 193
Van de overige bronnen zíjn deze gegevens niet verzameld.
+
3,8%
-
15,41A
23
Hinder bij blootstelling Tabel
7
bij blootstellíng aan geluíd van raÍlverkeer procenten van het aa¡rt¿l orriervraagden dat een geluidbrcrn De getallen tr¡ssen haakjes geven de resuttaten van L977. Hi¡¡ier
- Í'.
I hinterlijk
(- net hínderlijk + hirderlijk
II
III
er8
rv
gemiddelde
aantal
hirderlijk
+ erg hirrJerfijk)
rute van hi¡der (rnín. = l;
rmx. = ó)
l.
rangeerterr.ei¡
2. netro 3. trars
4. spoonægor/ergang 5. treínen
tport -
37,5
12,2
38,4 (12,9)+ 37,9 (32,2)
8,4 (3,2) lo,5 (9,3)
22,6
4rL
20,9 (15, t)+
4,
I
(3,0)
3rl 3,3 (2,0)+ 3,2 (2,9)+
orderwaagden -ge\¡þgen-
97 63
( :r¡
208 (183)
215
2t+3
2,5 (2,2)+
857 (6óó)
Conclusies:
-
De erge hinder is niet aantoonbaar toegenomen ten opzichte 1977
-
van
.
Meer mensen die getuiden van metro of treinen horen worden daar nu door gehinderd dan in 1977. De gemiddelde mate van hínder ís toegenomen bíj treinen,
trams
metro.
en
24
Hinder in de Nederlandse populatie Tabel
I Hi¡der De
door railver*eer - Írr procenten va¡r het totale aantal onderrrraagden getallen tussen traakjes ganen de uítlrcrrten van 1977 r¡eer.
hJrderlijk
(- net hlnderlijk + hÍrderlijk + erg h-inlerlÍjk + erg hirËerlíjk)
railverkeer tot:al
7r0
railve¡'keer mi¡us¡ rangeerterreÍ¡en en o\¡e¡angen
6,4(4
l. trei¡en 2. traæ 3. spoonægo\rergang 4. rangeerterrei¡en 5. rætro
4,4 1,9
)+
( 2,5)+ ( t,5)
er8
hinterlijk
gemíddelde
rmte va¡r hí¡der (mín. = l; rmx. = 6)
lr6
o12
1,5(l)
0,2 (0,2)
0,9 ( 0,5) 0,5 ( 0,4)
0,5 (0,4) 0,2 (0,1)
1,3
012
0'9 0,6
O'2
0,3
0,1
(
0,1)
o,l ( 0,0)
0,1 (0,0)
Aantal ordenrraagden (gãrcgen) ¿û72 (3974),
Conclusies:
-
-
De hínder van raílverkeer is in vergelijkíng roet Lg77 íets toegenomen. De erge hinder Ís gelíjk gebleven. Hoewel treinen de meest hínderlijke geluidbron van het railverkeer vormen' ondervindt nog geen 5 procent er hínder van en nog geen I
procent erge hinder. De hinder (ín enige mate) ven treínen ís iets toegenomen ten zichte van 1977. De erge hinder ís ongeveer getÍjk gebleven.
op_
Hinder en de frequentÍe en regelmaat van waerneøing Hoe vaker men geluiden van railverkeer hoort, hoe meer hinder men daar over het algemeen van ondervíndt. Met betrekklng tot de metro zíjn er te weÍnig waarnemíngen om deze eventuele samenhang na te gaan. Regelmaat speelt geen aantoonbare ro1.
Hinder, petiode van de dag en periode van de veek De període van de dag of van de week waarin het geluíd voorkomt fijkt niet van ínvloed op de hinder.
25
2.2.4
9:-:s!::py33r!
Percept ie
Acht procent van alle Nederranders hoort het geluid van scheepvaart. ca. 5 procent doet dit geregetd. Figuur 5 toont de resur.taten. rn tabet 4 van bijlage V zíjn de precieze percentages vermeld. Fígu¡r
5 lbt tpreo
rran sctceprnart (tr¡ssen traakjes de rangorde
ín
1977)
(1) beroepsscheepuaant
Q)
plez,leruaärtuigen
020486A
B0
pencentage uan het
totale aantöl
100
ondenuraagden
Conclusie:
rn vergelíjking met 1977 is de rangorde van waarnemÍng onveranderd. Hinder bij blootstellÍng Tabel
9
Hí¡der bíj blootstelling aan scbeeçvaartgeruiden ín procenten van het aantal ordenrraagden dat, een geluÍdbron hoort _ De getallen tr:.ssen haakjes geven de resultaten va¡r 1977.
I hirrlerlijk (= net hin-
derlijk, + hinderlijk + erg hinler-
II
III
erg
gemiddelde
hinderlijk
lijk)
l.
beroepsscheepvaart
2.
plezienraarÈu].gen
nate va¡r
rv aant¿1
order
hi¡der (mín. = l; ræx. = ó)
-gef!Ðgen-
vraagden
13,7
(ll)
I'l
(3)
2,2 (L,g)+
24e (20e)
12,9
( 7)
0r5 (0)
2,1 (1,8)+
176
Opmerkíng: Bij deze geluidbronnen moet
men
rende schepen op rÍvieren en kanalen,
maar
(lss)
niet alleen denken aan vaook ten dele aan havenac-
26
Èiviteiten.
Geluiden van deze activiteiten (we1ke geluiden kan niet worden gezegd) zullen deels bij deze categorie zijn bedoeld, deels bij gei.uiden van fabrieken en bedrijven of bÍj terreinen voor laden en Iossen.
Conclusie:
Bij de scheepvaart is de gemiddelde mate van hínder tussen 1977 en 1987 iets toegenomen.
-
HÍnder in de NederLandse populatie Tabel
l0 Hí¡rler door schee¡vaart - írr procenten van tet totele aa¡rt¿l onderwaagden De getallen tr¡ssen haakjes geven de uit&cræten van 1977 weer.
hinlerlijk
(= ræt h-irderlijk + trinterlijk + erg hirderlijk + erg hinderlijk)
( 0,7)
scheepvaart totaal
L,2
l.
0,8 ( 0,ó (
bercepsscleepvaart
2. plezienraartuÍgen
0,6) 0,2)
erB hinderlijk
gemiddelde rDate van
hi¡der (¡nin. = f ; npx. = 6)
o,l) 0,1 ( o,l) 0,0 ( 0,0) 0,1 (
o,l
(o,t)
o,l (o,t) o,l (0,1)
Aar¡tå1 ørderrrraagden (gangen) tû72 (3974).
Conc
-
lus Íes
:
Iets meer dan één procent van de Nederlandse bevolkíng ondervindt geluidhinder van de scheepvaart. Er zijn geen sígnificante verschillen met de uítkomsten van Lg77.
27
HÍnder en de frequentie en regeløaat van waarneming¡ perlode van de dag en van de week Er kan geen ínvloed van deze factoren op de hinder worden aangetoond.
Industríë1e bedrij vÍgheid
2.3
Bíj deze aanduíding moet men zÍch bedenken dat hiermee industrÍë1e bedrijvigheid ín brede zin wordt bedoeld. Dus niet alleen grote industrieën, maar ook buurtwinkels. En daarnaast ook andere activiteiten a1s (wegen)bouw, sroop, terreinen voor raden en lossen en ook mirltaire terreinen (vaak beschouwd als A_inrÍchtingen. Percept le
rn Nederland neemt 32 procent van de bevolktng wer eens geruiden van industrië1e act,ívíteiten (ruím gedefinÍeerd) waar. 2l procent hoort deze geluíden meerdere malen per maand. rn figuur 6 worden de resurtaten gepresenteerd. rn tabel 5 van biJrage v ziJn de precieze percent,ages vermeld. FÍst¡¡r 6 lbt horen va¡r í¡dt¡striële bedrijvigheid (tr¡ssen traakjes de rzrgorde rn
Lg77)
(4) nilltaire tenreinen
a
2g
4A
percentage uan het
6E
totale aantal
86
Ltil
onderuraagden
w
ninstens een lreen per dag E¡ neerdeFe nalen per ueek Ø neerdere nalen per rrand neerdere nalen afgelopen jaar nooit
E
tf Conclusie:
-
Fabrfeken en bedrijven worden relatief t977.
minder vaak gehoord dan in
28
Hlnder bij blootstelling Tabel
ll
Hí¡Éer bij blætstellíng aan geluid en \¡an Índr¡strÍële activíteíten telr'!¡an tet aant¿-l orderrrraagden dat een geluídbrcn trcrt De get:llen tusseu haakjes ge'en de æsrttaten r¡a¡r 1977.
IIIIIIW hinlerlijk (- ræt hi¡derderlijk, + hínterlíjk
e¡g hjrderfijk
+ erg hi¡der-
sloqterrein, negenba.w 2. terreín, plaats,
aa¡rtal or¡Cer_
vraagden -geßrcgen-
¡æx. = ó)
liJk)
l.
gemiddelde ¡nte va¡r hl¡rler (mín. - l;
- ia procen-
bcr.er,
leden,
loesen
3. fabrieken
3,1
(2,9)+
595 (35S)
(39 )+
ll,ó (14 )
3,5
(3,2)+
542 (2g6)
¿+3,6
(39 )
tO,l (15 )_
3,4
(3,2)
4ó2
(5ll)
t4,2
(tû,3)
10,ó
(11,3)
3,3
(3,3)
185
(
(31 )+
¿ß,2
en
bedrijven
4. mÍlÍtaÍre terreuten
g )
57,0
9,5 (
77)
.
Conclusies:
-
Erge hlnder is nlet toegenomen. BrJ fabríeken en bedrÍjven is er zelfs sprake van een vermindering. Hfnder ín enige mate ís wel in omvang toegenomen met betrekking ¡ot terreinen voor laden en rossen, bouw-, sloop- en wegenbouwterrei_ nen.
-
Met betrekking tot deze laatste categorÍeën korut dít ook tot uÍtdrukkíng in de geniddelde mate van hinder.
29
Hinder in de Nederlandse populatie Tabel 12 Hj¡der door j¡rdustríële activiteiten
- Ín procenten van het totale
vraagden _ De getalren tr¡ssen haakjes geven de uitkcnsten van 1977 ,*eer.
hínderlijk (= net hinJerlÍjk + hirderlíjk + erg hínlerlijk
erg
aantal. or¡der-
ganÍddelde
hi¡der-
nste van hí¡der (rnin. = 1;
lijk
nìax.
í¡Ër¡.striële activiteiten totaal i¡rù¡striële actÍviteiten mí¡nrs ¡nilitaíre terrei¡en
ló,
15,4
l. bcr.E{, sloopteræia, r,ægenbcrrvr 2. terrein, plaats, laden, lossen 3. fabríeken en bedrijven 4. railitaÍre terreínen Aantal ondenrraagden (gerrcgen)
Conclus ies
-
-
rclZ
g
3'8
(9
)+
8,3 ( 2,8)+ 6,4 ( 2,9)+ 4,9 ( 5,0) 1,9 ( 0,8)
3,3 (
= ó)
0,4 (0,2)
3
)
0,5 (0,3)
L,4 ( 0,7) 1,5 ( 1,0)
0,5 (0,3 ) 0,5 (0,2)
I,l ( l,g)
0,5 ( 0,2)
0,4 (0,4) 012
(0,I)
ß974).
:
De hinder van industriëIe activiteiten is de laatste tÍen jaar toegenomen; de erge hinder niet. Meer dan ó procent van alle Nederranders ondervindt ín enige mate hÍnder van geluiden díe afkomst íg zijn van terreinen voor laden en lossen en van bouw-, sloop- en wegenbouwterreinen. Meer dan één procent ondervindt erge hÍnder van d.eze geruiden, evenaJ.s van geluiden van fabríeken en bedrijven. De hinder (in enÍge mate) door terreínen voor laden en rossen en door bouw- en sloopterreínen is toegenomen. De erge hÍnder is onge_ veer geIíjk gebleven.
Hinder en de frequentie en reger.maat van wearneming; periode van de
dag
en van de week
Bij fabrieken en bedríjven en bÍj terreinen voor laden en lossen neemt de hinder toe naarmate de geJ.uiden daarvan vaker worden waargenomen. Regelmatig voorkomende geluÍden van fabríeken veroorzaken meer hinder. Periode van de dag en van de week hebben geen aantoonbare invloed.
30
2.4
Bouwmachines
Percept ie
47 Procent van a1le Nederlanders heeft in het jaar voorafgaand aan de enquête we1 eens geluiden van bouwmachines gehoord. 20 procent deed dít rege lmat ig
.
In figuur 7 worden de gedetailleerde resultaten weergegeven. Tabel 6 van BíjIage V toont de precíeze percentages. Figu¡r 7 l{et }pren van
bcLwrT¡achi¡es
hei¡rach ines bu I
Idozers
gronduerd ichters
sloophaners¡ dni I lbonen betonnengers notorco¡tpnessoren
stroonaggregaten torenknanen
nobiele
ponpen
E
Z8
48
percentöge uan het
w Eõ¡
Ø
E -I
6B
totale aantal
8E
ItO
ondenuraagden
minstens een keer pen dag r[eerdere nalen per üJeelr Eeerdere nalen per raand neerdene nalen afgelopen jaar
nooit
Opmerkingen:
-
Met betrekking tot deze bronnen zíjn geen gegevens uit
rg77
be_
schÍkbaar. De hier genoemde toestellen worden veelal aangetroffen op bouw- en sloopterreinen en Èerreinen voor wegenbouw. Geluíden van dit soort Èerreínen worden vermeld als 'waargenomen' door l5Z van a1le respondenten (zíe par. 2,3). De indivídue1e bouwmachÍnes worden vaker genoemd, hetgeen onlogisch 1ijkt. Deze schijnbare paradox wordt
3l
veroorzaakt doordat hier sprake is van verschillende abstractie_ni_ veaus (zie ook 2.r), hetgeen directe vergerijking in de weg staat. sommíge van de híer genoemde machínes kunnen bovendien zowel voor_ komen op bouw- en sloopterreinen als op terreÍnen van fabrieken of bedríjven en op terreinen voor raden en rossen (bijvoorbeeld bulr_ dozers/ laadschoppen
)
.
Conclusie:
Opvallend, maar begríjpelijk, frequent, gehoord worden.
-
Ís dat deze machines doorgaans niet
HÍnde¡ bij blootstelling Tabel
13
Hirder bij btootstellíng aan geluid va¡r bcn¡¡nachj¡e - in pnocenten van het aant¿I ondenrraagden dat een geluidbron tport _
I hinterlijk (= net trÍ¡derlíjk, + hinierlíjk
II
III
er8
w
gerniddelde
hirrterlijk
aantal
mate va¡r
hi¡rler (rnin. = l; rmrc. = ó)
+ erg hirrler-
1íjk)
l.
sloophaærs, drillboæn
2. grorÉverdichters 3. strocrnaggregaten 4. rrctorccrçressoren 5. hei¡mchí¡es ó. h:"lldozers 7, n¡cbiele
pcrnpen
8. betorrængers 9. torer¡kranen
ondervraagden -ge\rcgen-
74,3
29,5
4r4
67
19, 3
4rl
ó5,0
18,3 20,0 22,5
4rL 4,L
57,I
4rI
554 973
15, ó
56,7 54,2
15,9
3s9
LL,7
3rg 3r7 3r7
10, 9
3r4
,L 65,7
62,5
4,7
735 838 525
886 649 433
Conclusie:
-
Hanneer dit soort bouwmachines gehoord wordt, is er een gerede kans op hinder. Drie van eLke vier mensen die blootstaan aan geluid van sloophamers en dríIlboren zullen hinder ondervínden; bíjna een van
elke drÍe zelfs erge hinder.
32
Hinder in de NederLandse populatie ïabel 1,4 Hí¡der door bcr¡¡nachi¡es
- Írr procenten v¿m tet
toÈale aantal onderwaagden _ (= + +
bcn¡¡rachines
l.
totaal
heí¡¡achínes
2. gronÅærdichter.s 3. hllldozers 4. slooptraærs, drillboren 5. betorrrenger.s 6. notorccrçressoren
7. strocrmggregaten 8. torer¡kranen 9. npbiele pcrnpen
h-irdertijk net hinderlijk hÍnderlijk erg hinderlijk 30,9
er8
hínderlijk
ganíddelde mate van
hi¡der (rnin. = tt npx. = ó) l
l,5
0'ó
14,9 13,8
514
1,0
4,0
L2,4
3,4
0,9 0,9
L3,4
5,1
8,6 8,8 8,5 4,7
l,g
0r8
5r0
2,7
2,4 L12
Lr4
0,6 0,6 0,5
0'4 0'3
Aantal ondenrraagden (ge\Nþgen) ¿û72.
Conclusies:
-
-
Meer dan l0 procent van alle Nederlanders vrordt weleens gehinderd door geluíden van heímachines, sloophamers en dríllboren, g rondve rdichters en bulldozers. van de twee eerstgenoemde typen machines heeft meer dan 5 procent in het afgelopen jaar ernstÍge hinder ondervonden.
Hinder en de frequentie en Eegelmaat van waarneming; periode van de
dag
en van de week De frequentie ven wearneming speelt alleen een rol bij bouwgeluiden met een min of meer contínu karakter: hoe vaker betonmengers, torenkranen, stroomaggregaten en motorpompen worden gehoord, hoe meer hínder zij veroorzaken. Bij Ímpuls-bronnen als heimachÍnes en sloophamers speelt de regelmaat een grotere ro1: wanneer deze geluiden regelmatÍg voorkomen veroorzaken zij meer hínder. Periode van de dag en de week zijn niet van aantoonbaar belang.
33
Recreatie Percept ie
Geluiden van recreatÍeve actívíteíten zíjn in het afgeJ.open jaar door 4l procent van arle Nederlanders bij de eígen wonÍng gehoord. 20 procent hoort deze geluíden geregeld, dus mínstens enige keren per maand. Figuur I geeft de resultaten voor de d.iverse deelbronnen. rn taber 7 van bijlage V zíjn de precieze percentages vermeld. Figu:r 8 tfet horen van geluiden van recreatieve activiteiten (tussen haakjes de
ln
1977)
rangorde
(1) kernissen (2) spontacconodaties G/4) disco's¡ honecagelegenheden
_
aqhtergnondnuzielr
rinkelËtnaten
ß/4) oefenlokalen liuziek ,F\ (Þ, nöceen cnoss-
circuits (7) theaters e.d. (6) bungenschietbanen
O
ZB
4B
percentage uan het
68
86
IEO
totale aantal onderunaagden
Dl ninstens
E¡
Ø El -l
een keer pen dag neerdere nralen per r,leek neerdere nalen per naand neerdere nalen afgelopen jaan
nooit
Opmerking:
Achtergrondmuziek in wínkerstraten was niet ín de enquête van
rg77
opgenomen.
Conc
-
lus ies
:
De volgorde
van 1977 is vrijwel in stand gebleven. De recreatie-activíteit waarvan relatief de meeste mensen we1 eens geluid het waarnemen (kermissen, cÍrcussen, pretparken of brade rieen), wordt slechtse zo af en toe eens gehoord. Minder dan een procent hoort geluíd van deze activiteít eenmaal per maand of vake r.
J¿}
Geluíden van kermissen en van sportaccomodatÍes zijn ín deze cate_ gorie de meest gehoorde.
Hinder bij blootstelling Tabel
15 Hi¡rler bij blootstelling aan geluid van recleatÍeve actíviteíÈen - irr procenten van let aant¿l ondervraagden dat een geluidbron lport _ De
getallen tussen haakjes
gerzen
de restrltaten van 1977.
I II hÍrderlijk erg (= net h-irderlijk, hirderlijk + hinJerlijk + erg hírderlijk) l. race- en crosscírcuits ó0,0 (3ó )+
t
gelegenheden
3. oefenlokalen, m:zÍek 4. hrrger:schietbanen 5. kemissen etc. 6. achtergrondmrziek wi¡l¡elstraten
7. sportaccc¡ædatÍes 8. theater^s e.d.
*
-
25,L 28,4
Er7 18,4
(24,2) (16 )+
(15
20,Ot
ies
te
hi¡der (mín. = l; ¡r¡ax. = ó)
vraagden -genDgen-
207 (los)
t',l (ts ) 9,0(8 ) 4,1 ( 6,1) 5,1 ( 4 )
:,5
3e8 28s
5r3
2r6
354
2,4 (2,2)+
&4 (4rs)
3,9 ( 3,0*
)
Te geri¡€e aantallen cm een vergelijkíng
Conc 1us
-
(46 ) 32,3(29 ) 47,7
(16
rv aantal oruier-
3,9 (3,2)+
L7,4
díscors, hor.eca-
III gemiddelde rnate van
3
)
)
(3,5)
2,9 (2,3)+ 2,7 (2,6)
2,t
2,3J'
(2,3)+
(lel) (let)
42
( 33)
877
(t+t+3)
78
(
l0)
rrcgen ¡naken.
:
Van al 1e onderzochte recreatíeve activiteiten is de hinder ( in enige mate) door race- en crosscircuits en kermissen toegenomen. De erge hinder is niet toegenomen. De geniddelde mate van hinder door circuits, oefenlokalen voor muziek, kermissen en sportaccomodaties ís toegenomen.
35
Hinder in de Nederlandse popuJatie Tabel 16 HÍ¡uJer door recreatíeve actÍviteíten j¡ procenten van het totale aantal onderwaagden De getallen tr:ssen haakjes geven de uitkrrreten va¡r 1977 TA€ET.
h-ínierlijk (= net hirrlerlijk + htuderlijk, + erg hÍnderlíjk) recreatíer¡e activiteíten totaal recræatieve activiteiten rni¡r¡s achtergronùurziek
l.
ke¡missen etc.
2. sportaccc¡rpdaties 3. disco's, horecegeleger¡heden 4. achtergronôruziek wi¡lkelstraten 5. rac+ en crosscircr¡its ó. oefenlokalen mzíek 7. theaters e.d. 8. hrrgersctrietba¡æn
15, g
hirderlijk
(
ó,1 2,9 4,7
( l,g)+ ( 1,6) ( 2,2)+
6,3)+
3,1 ( o,g)+ 2,3 ( 0,7)+ 0,4 ( 0,2) 0,3 ( 0,1)
gemiddelde ¡rrate va¡r
hi¡der (rnin. = 1; nÐ(. = 6)
415
14,2
2r2
erB
0,3
( 2,0)
0,3 (0,1)
I, l ( 0,5) 0,6 ( 0,3)
0'6 (0,3 ) 0,4 (0,2) 0'3 (0,2)
3,9
l,ó ( 0,9)
0r5
012
o,g ( 0,4) 0,6 ( 0,2)
0,2
0,0 ( 0,0)
0,0 (0,0)
o,l ( 0,0)
(0,l) t)
012 (0,
0'0 (0,0)
Aantal oruJerrraagden (gercgen) 4072 (3974).
Conc 1us ie s
-
-
:
Geruiden van discors en andere horecagelegenheden en geluÍden van kermissen zijn in deze categorie de grootst,e hínderveroorzakers. van beide bronnen ondervíndt meer dan I procent ven de bevorking erge hinder. Meer dan 5 procent ondervindt wel eens eníge hinder van kermissen, circussen, pretparken of braderieën. vergeleken met 1977 ís de hinder (in enige mate) van het geruÍd van discors en andere horecageregenheden, van kermissen enz., van race_
en crosscircuÍts en van oefenlokalen voor muziekgezelschappen, bands e.d. toegenomen. De erge hinder ís ongeveer hetzerfde geble_ ven.
Hinder en de frequentie en regelaaat van waerneming; periode van de
dag
en van de week rn deze SroeP van getuíden speelt vooral de frequentíe van waarneming een ro1 : hoe vaker, hoe rneer hinder. I,Ianneer kermissen regelmatÍg voorkomen draagt dít bij aan de hinder. període van de dag en van de week vertonen geen aantoonbare samenhang met de hinder.
36
2.6 De direcÈe woonomgevÍng Percept ie
Geluiden uit de dírecte woonomgeving, als nader gespecificeerd Ín fíguur 9, worden door de overgrote meerderheid van de Nederlanders we1 eens gehoord (932). 85 Procent hoort diÈ soort geluiden minstens enkele malen per maand, dus in onze definitÍe geregeld. De precíeze percentages zijn vermeld in tabel 8 van bijlage V. Figurr 9 Fþt horen van geluiden uit de vrconcrryeving
buiten spelende kindere geluiden parkeenplaa kenkl¡lokken
ftotorftaaien openbaan gnoen
lopen op galerijen e .d. takkgnuensn ippenaar
oPenböar gnoen
instal latieqeluiden openbarÉ ruinten koel iñstal laties op urachtauto's
uit
a
2B
48
pencentage uan het
68
88
It6
totale aantal ondenunaagden
ninstens een keer per dag neerdere nalen per ureek Ø neendere nalen per rraand [f, neerdere nalen afgelopen jaan nooit BUt
I
f] 0pmerkíng:
Met betrekkÍng tot' de hier genoemde geluidbronnen in de woonomgeving zijn in 1977 geen gegevens op vergerijkbare wíjze verzamerd.
Conc 1us íe
-
:
Van de overíge geluiden die ín de directe woonomgeving voorkomen (naast geluiden van de bekende bronnen als het verkeer, de índustríe en de recreat,íe) komen geluiden van spelende kinderen, van gebeurtenissen op parkeerterreínen (díchtslaande portieren, starten
37
en optrekken,
praten, claxoneren) en van kerkklokken het
meest
voor.
Hinder bij blootstelting Tabel
17
Hi¡¡der bij blootstellíng aan oreríge geluiden uit de vrconcngeving - ín procenten van het aant¿l onderwaagden dat een geluídbron hoort
I htuderlijk (= net hinderlijk + hÍrderlijk
II
III
er8
gemiddelde rnate van
hinderlijk
hinder (rnin. = 1; rnÐ(. = 6)
+ erg hiruler-
lijk)
l.
rv aantal orrCervraagden
-ge[Dgen-
lopen op galeríjen e.d.
45rI
9'5
3'3
815
raar openbaar groen
ß14
L2,6
3'3
668
42,7
8,1
3'3
2775
l
312
198
2. talJ<er¡versnippe3. geluiden
op parkeer-
plaatsen
4. I@elí¡stellalatíes op vrachtautors
5. í¡stallatiegeluiden openbare nrj¡uten
6. ¡r¡¡tormaaier baar groen
ki¡rleren
8. kerkklokt<en Conclus ies
39,8
1l,
37,4
419
3,1
219
34,7
5r5
3,0
1470
L4,I
3'0
2'L
3047
L2,L
213
2r0
2458
open-
7. h¡íten spelerrle
-
-
:
Veel mensen die deze geluíden horen ervaren ze ook a1s hinderlijk. Dit geldt níeE zozeer voor geluíden van buiten spelende kinderen en van kerkklokken. Deze geluiden beoordeelt men over het algemeen mi Ider.
38
Hinder in de Nederlandse populatie @19.
Hí¡der door geluiden ondenrraagden
i¡
de rrrcc'ncngevíng
hinlerlijk
- i¡t procenÈen van het totale
(= net h-inderlijk + hirderlijk + erg h-Írderlijk
erE
hinderlíjk
aantal
ganiddelde rnate van
hi¡der (raín. = 1; rnax. = 6)
geluiden ín de *oonorgeving: tot¿al
47,7
L2,L
1. geluíden parkeerplaatsen 2. h¡iten spelerde kÍ¡rieren 3. kerldclokken 4. rrctor¡maier openbaar groen 5. lopen op galeríjen e.d. ó. takkenr¡ersnipperaar openbaar groen 7. í¡stallatiegeluiden openbare rui¡uten 8. koeli¡stållatÍes op vrachtautors
29,L 10,5
5'5
213
212
l'ó
lro
713
Lr4
L12
L2,5
2rO
1,1
9r0
l'9
7rL
2rL
0,7 0,5
2,0 Lrg
0'3 0,5
012 012
Aantal orden¡raagden (gaægen) @72.
Conc
lus ies
:
-
Geluiden van parkeerplaatsen zijn verreweg de meest hinderlijke ín deze categoríe. Bijna 30 procent ondervindt hiervan hinder, ruim 5 procent zelfs in erge mate.
-
Ook buiten spelende kinderen en motormaeiers (waarmee het openbaar
groen verzorgd wordt) veroorzaken wel eens hínder bij meer dan procent van alle Nederlanders.
Hindet en de ftequentie en regeLaaat van vaarneaing; periode van de
lO
dag
en van de week Met betrekking tot geluiden van parkeerplaatsen, buiten spelende kinderen en kerkklokken speelt de frequentie van waarneming een aantoonbare ro13 hoe vaker gehoord, hoe meer hinder. Koelínstallaties op vrachtwagens veroorzaken vooral hinder índÍen het geluíd ervan regelmatig voorkomt, vooral rs avonds of rs nachts en in de !/eeke inden.
39
2.7
1{oongeluiden
2.7 . r
Vaste installaties
Hier worden de woongeluiden behandeld onafhankelijk van de vraag of zíj afkomstíg zijn uit de eigen woning of van de buren. Dit soort invLoeden zaL ín het tweede deelrapport aan de orde komen. Percept ie
Geluiden van vaste installaties in woningen zijn vrijwel níet te vermij_ den: 95 procent van a1le Nederlanders vermeldt dit soort geluÍden bÍj dit onderzoek. Vrijwel al deze mensen (g4,By") hoort deze geluid.en geregeJ.d. In figuur l0 worden voor de belangrÍjkste vaste installaties de resulta-
ten weergegeven. De gedetailleerde percentages staan in tabel 9 van bij lage v. Figu.¡r
l0 tfet horen
van \ùrorìgeluiden: vaste
í¡stallaties in de vrcning
darrbel
í-\.\'_YXX
uaterleídíng en -af uoen CU-installatie
boiler,
gegsen
uenti latoren
0
z8
46
percentage uan het
68
88
lBB
totale öantal ondenuraagden
DI ninstens een keen per dag E¡ neerdere nalen per ureek
n
E E
neendere nalen r'ìeendere
per
Eaönd
nalen afgelopen jaan
nooit
Opmerking:
Met betrekking tot woongeluiden zíjn Ín I977 geen gegevens op verge_ lijkbare wíjze verzameld. Dit geldt voor alle cat.egorieën woongeluiden. Verge 1 ij kingen met 1977 worden daarom in het verdere rapport níet meer
getrokken.
40
ies : Van de geluiden díe vaste ínstallaties in woningen met zich mee brengen, worden geluiden van deurbellen en van de waterleiding en waterafvoer het meest gehoord.
ConcJ.us
-
ook geluiden van cv-installaties, boíIers en geysers worden door bijna de helft van alle respondenten waargenomen. Deze geluíden onderscheiden zich van de tot, nu toe behandelde geluíden doordat zíj in meerderheíd (vrijwel) dagel ij ks worden
-
gehoord.
Hinder bij blootstelling Tabel
19
Hj¡der bij blootstelling aan r*oongeluiden: vaste í¡rstallaties - i¡1 procenten van het aa¡rtal ondenrraagden dat een geluidbron hoort
I hirderlijk (= net hinderlijk + hinderlijk + erg hínierlijk)
l. waterleidÍrg 2.
I
en -afi¡oer
ventilatoren cv-i¡stallaÈíe
4. deurbel
5.
boíler,
geyser
28,5 29,5 27,5 L7 ,5 L2,5
II
III
rv
erg
gemiddelde rnate van
aantal
order-
hi¡¡ler
vraagden
hinderlijk
(rnin. = l; rnax. = 6) 4,9
tۧDgen-
2r8 2r8
3581 1906
217
216 213
36ó8
1,3
2rL
1802
312 413
795
Conclusíes: I{anneer geluíden van de waterleÍdíng of -afvoer, van een cv-installatie of van ventilatoren gehoord worden geven zij een gerede kans op hinder. De kans op erge hinder ís niet zo groot (kleÍner dan 5 procent). -
4L
Hinder in de Nederjandse populatie Tabe1
20
Hi¡rder van rroongeluiden: vaste
totale aantal onderrrraagden -
i¡st¿l1aties in de rænÍng - in procenten van het
hÍnCerlijk (= net hinderlijk + hirrierlijk + erg h-irderlíjk
er8
gemiddelde
hinderlijk
rftste van
hi¡rler (rnirr. = rnat<.
vaste í¡stallatÍes: tot¿al
4L,5
l. waterleidi¡¡g en -afrroer
E,L
413
215
15
,8
215
2rL
L2,9
5'3
2ro 0r6
5r8
0'ó
,
3. 4. 5.
deurbel
- i¡st¿llatÍe boiler, ge)rser cv
ventÍIatoren
8rl
It
= 6)
Lr4
1,3
0,9 0,ó
Aanta1 onCervraagden (gelrrcgen) 4o7Z.
Conclusie:
-
Geluiden van de waterleíding of _afvoer, van de deurbel en van cvinstallatíes worden relatief het meest als hinderlijk ervaren,
namelijk door respectievelijk Nederlanders.
ca. 25, Ió
en
l3 procent van alle
Hinder en de frequentie en regejmaat ven vaarneming; periode van de en van de
dag
week
Bij geluíden die niet continu, maar gescheiden in de tijd voorkomen, zoals geluiden van de waterleidÍng en _afvoer en van de deurbel, speelt frequentie een duidelijke rol! hoe vaker het geluid voorkomt, hoe hÍnderlijker het is. Regelmaatr periode van de dag en van de week spelen geen ror.
2.7 .2
qre!e_\eeI:l!g::!:11:l
Percept ie
Met betrekking tot de grote keukentoestellen geldt hetzelfde als met betrekkíng tot de vaste installaties in huis: het merendeeL (%f) van de Nederlanders hoort zê, en vrijwel iedereen die ze hoort, hoort ze
42
geregeld (90), zoal
ij kt uit f iguur I I . GedetaÍlleerde percentages worden gepresenteerd Ín tabel l0 van bijlage v. b1
Figurr 1l Het hor-en van wooDgeluiden: grote keul€ntoestellen
uasnachiner centrifuge koelkast afzuigkap
unieskist, -kast dnoogtnomrel
afuasnachine
6
28
46
pencentðge uðn het
60
80
Ltø
totale aantal ondenunaagden
Dl ninstens een keer per dag ffi neerdere nôlen per üreetr Ø neerdere nalen pen naand E neerdene rðlen afgelopen jaan El nooit Conc
-
lus ie
:
Van de grote keukentoestellen worden wasmachines, centrífuges, koelkast,en en afzuigkappen het meest gehoord.
Hinder bij blootstelling Tabel 2l Hi¡rder bíj blootstelling aan rrcongeluiden: grote keukentoestellen van het aantal ordewraagden dat een geluidbron tþort, -
I
hírderlÍjk
(= net hirderlijk + hindertíjk + erg hirderlíjk
l. afzuigkap
42,8
2. afwasnachíne QrL 3. wa.smchine, centrifuge 28,0 4. droogtrcnnnL 22,4 5. koell
TI er8
hírderlijk
- in procenten
III
rv
gemiddelde
aantal
rmte van hi¡rder (min. = l; rmx. = ó)
ondervraagden -ge\dogen-
312
3'l
2LL7
5,6 3,1 1,9 2,2
217
3382
Lr4
712
43
215
573
2r4
2924
2rL
ro92
43 Conc
lus ie s :
-
wanneer zíj gehoord worden geven in feíte alle grote keukenmachines hínder aan nogal wat mensen.
-
Dít geldt vooraL voor de afzuígkap en de afwasmachine.
Hinde.r in de Nederlandse populatie
lab'r 22 Hi¡rjer van \dcongeluiden¡ grote aantal orulenrraagden _
keukentoestellen
hirderlíjk (= net hirderlíjk + hirÉerlijk + erg hirrJerlijk)
grote keukentoestellen: totael
l.
\dErs¡Echí¡re,
t
l
?
afz.rigkap
centrifirge
4. wieskist, -kast 5. droogtrcruæI 6. afi¡asoachine
- Ín
procenten van
erB
hirrterlijk
het totale
gemiddelde mate van
hi¡rier (rnín. = f ; max. = 6)
43,9
716
lr l
23,3 14,5 22,2
2r6
l,ó
2'2 L17
3,9
3r9
Lr7
o14
312
0,6
0,3
4r4
0'6
0'4 0,3
Aar¡tal onderwaagden (gerngen) ¿nlZ.
Conclusie:
-
van de grote keukentoesterlen zijn de afzuigkap, de wasmachíne en centrifuge het meest hinderrijk. ongeveer 22 procent van de bevol_ king ondervindt hiervan wer eens hinder i ca. 4 respectieverÍjk 3 procent zelfs erge hinder.
Hinder en de frequentie en regero,aat ven vearneming; periode van de dag en van de week Al1een de frequentie speelÈ een ror: naarmate de apparaten vaker worden gehoord veroorzaken zij meer hÍnder.
44
Kleine keukentoestellen
2.7 .3
Percept ie
81 Procent van de ondervraagden meldt wel eens (= in het j aar voorafgaand aan de enquête) geluíden van kleine keukentoestellen te horen. Bij 7L procent ís dit geregerd het gevar. Figuur J.2 geeft een overzicht van de resultaten. De gedetailleerde uitkomsten staan in tabel ll van Bijlage v. Figur 12
Het horer¡ van vpongeluiden: kleÍ¡e keukentoesterlen
Iroff iezetapparööt keuken¡rixen
sapcentnifuge snelkookpan
allessnijden kof f Íe¡rrolen
E
2g
4ø
percentöge uan het
66
totate öantöl
80
188
ondenunaagden
DI ninstens een keer per dag E¡ meerdere nalen per ü¡eek Ø neerdere nalen per naand
E E Conc
-
lus ies
neerdere rialen afgelopen jaar
nooit
:
Van de kLeine keukentoestellen worden het koffÍezetapparaat en de keukenmixer het meest \raargenomen. Het voornaamste verschil tussen deze twee ís dat het koffiezetapparaat meestal dagelíjks wordt gehoord. Dit ís bij de ¡oíxer niet het gevaL
45
Hinder bij blootstellÍng Tabel 23 HÍrrJer bÍj brootstellíng aan ræongeluiden: klei¡re keukentoestelren centen van tet aa¡rtal ondewraagden dat een geluidbrcn tport _
I hÍnterlijk (- net hinterlíjk + hinterlijk + ery hinterlijk J.. allessnijder 2. ker¡kerni¡¡er 3. sapcenÈrifr:ge 4. snelÏioolça¡r 5. koffie¡plen 6. l
Conc
-
lus ie
II
III
erB
gemiddelde ¡mte va¡r
hinterlíjk
trí¡rler (min. = l; rEx. = ó)
- Ín
pro
rv aantal or¡dervtzagden -gerqDgen
2816 2219
3r5
2r7
321
219
13,6 L4,8 12,2
215
2228
L17
2r2
0'5
212
1,0
898 610
6,5
2rL
0,9
l'8
281 2586
:
van de kleÍne keukentoestelren veroorzaken vooral de allessnÍjder en de keuken¡¡ixer nogar wat hinder wanneer ziJ gehoord worden.
Hinder in de Nede¡landse populatle Tabel 24 Hi¡rrer van roægeluíden: kreí¡æ ke,ukentoestelren eerital ondenrraagden _
(-
hintertíjk ræt hinderlijk
+ hÍnterlijk + erg hirrlerlijk)
- ín procenten el8
hirderlijk
van het totale gemíddelde
¡rate van
hinder (rnin. = t; fmx. - ó)
klei¡e keukefitoest€llen: totaal
L8,2
214
1. lçer¡kermi¡¡er 2, Laffíez¿tapparaat
L2,5 412
l'ó
L'4
0'5
3ro
1,1
o14
212
2'3
0r1 0r3
0,5 0,3
0,9
0,I
3. sapcentrífirge 4. s¡elkoolça¡r 5. allessríjder 6. koffíe¡plen Aantål ordervraagden (genpgen)
4O72.
0,ó
o12
0,1
46
Conclusíe: Binnen deze groep van apparaten veroorzaken vooral keuken¡nixers ruime schaal enige mate van hínder.
op
Hinder en de frequentie en regelmaat van weerneøing; periode van de dag en van de week Bij de kleine keukentoestellen spelen deze aspecten geen waarneembare rol bij het tot stand komen van de hínder.
2.7.4
9g::!:!:3:19_f!!3)_se:9:.d:eBP
Percept ie
Ruím 75 procent van de Nederlanders hoort wel eens geluiden van DHZapparaten. Ruim 35 procenÈ hoort ze geregeld. De resultaten per deelbron zíjn in fíguur 13 gepresenteerd. De percentages zijn te vinden in tabel 12 van bijlage V.
Figr¡¡r
f3 tþt
horen \rari vocngeluíde¡r:
IIZ
gere€dschap
elektr ische boonmchina decoupeerzaag
cinkelzaag
ulal¡- of bandschuurnach ine
sl ijprachine schaafnachine
nletplstool
g6
82A4A60 percentage uan het
w Bõ¡
n
E
trI
totale aantal
ninstens een lreer per dag neendere nalen pen ueek neendere nalen pen Eaand neerdere nalen afgelopen jaan nooit
tffi
ondenunaagden
47 Conc
lus ie
s:
De elektrische
-
boormachíne
is het meest gehoorde Doe-Het_Zetf
gereedschap.
Het is níet verwonderlíjk te constateren dat Doe-Het-Zelf gereed_ schap doorgaans slechts af en toe wordt gebruÍkt.
-
Hinder blj blootsteTling Tabel
25 llirder bíj blootsÈe[ing
aan rnøgeruíden
t Dlrz
het ae¡rtal oûferrrraagden dat een geluídbncn tnort
I
hírderlÍjk (- ræt hínderlijk + hirderlijk
II
III
erg
rv
gemiddelde
aa¡¡taI
hirËerlíjk
+ erg hindertíjk)
l.
2.
electrísche boorrnchine cíñ<elzaag
3. vlak- of ba¡dscÌ¡¡¡rrechi¡e 4. sfijpactrine 5. sct¡aaûuchíne 6. decaryeerzaag 7. nietpÍstæI
- in procenten v¿ul
T*"*O
rmte ve¡r hi¡r:ler (mín. - 1t rmx. - 6)
ødervraagden
-gercger¡-
I I
16, 6
3,8
15,4
317
49,6 47,0
10,2 10,8
3r5
789
314 314
572
58, 56,
ßrg &rg
lg,I
8rg 9r5
3rl
2907 897
313
s39 975
2r4
267
Conclusfes: DHz gereedschaPPen zijn vrijwel allemaal forse bronnen van hinder. Alleen voor het níetpistool gerdt dit ín míndere mete. De electrische boormachíne is de meest uigesproken exponent van dít gereedschap.
48
Hinder in de NederLandse populatie Tabel
26 Hi¡der
van woongeluiden: Doe-tþE-7alf gereedschap
aantal ondenraâgden
hÍnierlijk
(= net hirderlijk + hirderlijk + erg h.írderlijk) DFZ gereedschap:
totaal
l. electrísche boorr¡achi¡e 2. círl<eLzaaç 3. deco:peerzaag 4. vlak- of ba¡dsch¡.umachine 5. slijgnachíne ó, sclraaÊnachine 7. nietpistool
- irt procenten van het totale erB
hirderlijk
gemiddelde n¡ate van
hi¡der (min. = 1t rnax. = 6)
613
14,5
4L,5 12,3
11,8
2r7
314
0'8
I0,7
2,3
0r8
916 616 612
2'0
017
1,5
0,5
L12
0'5
r12
012
o12
0,9
Aantal orrlervraagden (genogen) 4072.
ConclusÍe:
-
De electrische boormachine ís binnen deze groep verreweg het hinderlijkste apparaat. Víer op elke tien Nederlanders ondervinden hiervan weleens hinder. Bíjna L2 procent ondervindt zelfs erge hinde
r.
HÍnder en de frequentie en regeløaat van weerneøing; periode ven de
dag
en van de week Naarmate men de boormachine, církelzaag of s1íjpmachíne vaker hoort heeft men er meer hÍnder van. Bij de overige DHZ-apparaten speelt dÍt mínder een rol. Een in de avond gebruikte boormachine veroorzaakt, als we afzien van de frequentie van voorkomen, meer hínder dan overdag.
2.7.s
Overige toestellen in huís
Percept ie
In deze klasse valt
grote diversiteÍt aan apparat,en. Bíjna alle Nederlanders hebben in het afgelopen jaar wel eens een of meer van deze een
49
geluiden in de eigen woning gehoord, 96 procent geregeJ.d. Fíguur L4 geeft een overzicht van de resultaten. De percentages zijn weergegeven in tabel 13 van bij lage V. Figtu¡r
t4
Ftret
horen van loongeluiden: weríge toestellen
radio¡ steneo¡
i¡
h.¡is
IU
stofzuigen telefoon naainachíne scheenöpparaat Iadgshaü¡rr, tondeuze haardroogkap tgpenachine iet-e lektn ische ngziekinstnunenten n
elektnlsche nuziekinstrunenten nicroconputen, PC aquariurPonP
o
za
40
60
g0
180
pe'centage uan het totare aöntðl ondenunaagden DEI
g¡
m
D
E
ninstens een keer per dag neerdere nalen per üreetr neerdere nalen per raönd neerdere nalen afgelopen jaan nooit
Conclusie:
-
Van de overige toestellen die eventueel in huis kunnen worden aangetroffen, worden radio, stereo_apparatuur en televis ie het meest gehoord, te zamen meÈ de stofzuiger en de t,elefoon.
50
Hinder bij blootstelling Tabe]
27 Hinder bij blootstelli¡g
aen rroongeluiden: overÍge
toestellen i¡ truis
centen van het aantal ordenrraagden dat een geluidbron
I hinCerlijk (= net hírderlÍjk
+ hinterlijk + erg h-índerlíjk
t. electrische
tþort -
II
III
erg
gemiddelde rnate va¡r
hÍrderlijk
hi¡der (rnin. = 1t roæc. = ó)
-
ín pre
rv aantal
ordervraagden -ge\ircgen-
mrziek-
i¡strurenten stofanÍger
3ó,0 34,9
9,3
3,0
5'5
3737
5,3
219 218
712
2r7
3747
26,0
4,9
216
1247
,6
2'2
18, ó
L14
3610 2076
2. 3. açarirrnpcrry 4. radio, stereo, tv 5. niet-clectriscte
27,6 30,3
m¡zíeki¡strurenten
6. telefoon 7. haardroogl€p, föÌTl 8, typanachíne 9. naai¡rschi¡e 10. microccngrtêr, pc 11. scheerapparaat, ladSrshaver, tondeuze
L7
9¿+3
204
,3 15,5 15,7
Lr4
213 213 213
L16
212
2270
2r4
2rL
374
10,0
0,5
2r0
2176
17
l45t
Conclusies:
-
-
-
EIectrÍsche muzÍekinstrumenten zíjn, vranneer zij gehoord worden, in deze groep ven apparaten het hínderlijkst, gevolgd door radio, stereo en tv. Dat het niet altijd het geluidniveau is dat de hinder bepaalt bfijkt uit de merkwaardige positie van de aquarir¡¡Dpomp: wanneer hij gehoord wordt is er ook een behoorlijke kans dat híj hínderlijk gevonden wordt. Dit zaL samenhangken met het vernrachtingspatroon dat men een aquariumpomp níet behoort te horen. Met de komst van de personal computer ín de huiskamer is een nieuwe bron van geluidhinder van enige betekenis gerntroduceerd.
51
Hinder in de Nederlandse populatie Tabel
28 Hí¡rier van yrcongeluiden: overige toestelren i¡ h.¡is ín procenten van het totale aa¡rtal onderrrraagden _ hinierlÍjk (= net hÍrderlijk + htuderlijk + erg hJrdertijk)
erB
hinterlijk
gerniddelde mate van
hi¡rler (roin.
=
l;
lnaX. = ó)
overige toestellen 1. 2.
3. 4. 5. 6.
j¡ h¡ís: totaal
stofaniger
radio, ster€o, tv telefoo¡r naaí¡nactri¡e haarrCroogkiap,
föttr
scheepaprparaat, J.adyshaver, tordeuze
7. tlpenachine
8. 9. 10.
lI.
niet-electrische rn ¡ziekír¡stnnenten electrische mtz ieki¡stn¡ænten rnicroccrçrter, p.c. açaritnpcnp
57r8
L5,2
l,I
32,0 27,g
5,0
2r7
617
215
15, 6
2,0
8,ó
2rO
0'9
9,5
L12
0r7
r12
5,4
0,3
6,1 8r0
1,1
0,5
8r3 1,5
0'8 0'8
212
0r7
012
o12
L14
0,3
0rl
1,5
Aanta] ordenrraagden (ger¡pgen) 4072.
Conc
-
lus ie
:
De radio, tv en andere geruidapparatuur èn de stofzuiger vormen Ín deze groep van toestelren de grote hinderbronnen.
Hinder en de frequentie en reger.maat van vaarneøing; periode van de
dag
en van de week De meeste apparaten veroorzaken meer hinder naarmate ze vaker gehoord
worden.
Bíj de naaí¡¡achíne en bij de radío/tv/stereo speelt ook de regermaat rol: grotere regelmaat leidt tot meer hinder. De typemachine is vooral hinderlijk in de avond/nacht.
een
52
2.7
.6
lgile:fge_d::lge
Perc ept ie
Tuíngereedschap is door circa 56 procent van a1le Nederlanders wel eens gehoord ín het jaar voorafgaand aan de enquête. Circa 32 procent hoort,
geluiden van deze toestellen min of meer geregeld. Figuur l5 geeft een overzicht van de resuLÈaten. Tabel L4 in bijrage v geeft de precieze percentages.
Fígr¡.¡r
15 llet
handgrasnaa
horen van woongeluiden: tuingereedschap
ier
elektr ische grasnaè ier notorgnasnaa
ier
kett ingzaag
elektr ische heggeschaan elektrische gnaskantenkn ippen
8
ZB
4A
pencentage uan het
68
BB
lSB
totale aantal ondenunaagden
W ninstens een keer per dag g¡ neerdere nalen per ueek Ø fieerdere nalen per naand [f, neerdere nalen afgelopen jaan E nooit Conc
-
lus ie
:
Het meest gebruÍkte - geluid producerende - stuk tuingereedschap is de grasmaaier ín zíjn diverse uitvoeringen.
53
Hinder bij blootstelling Tabel
29
Hírder bij blootsrellí¡¡g aan woongeluiden: tuÍrgereedschap - Í.rt procenten véìn het aantal ondewraagden dat een geluidbrør hìoort -
I hÍnderIíjk (= net hinderlijk
+ hhderlijk + erg hínderlijk)
l. kettínguag 2. notorgrasnaaíer 3. electrÍsche graskantenlmÍpper
III
ry
gemíddelde nste van
aantal
h-irderlíjk
58,2
4. electrÍsche heggeschaar 5. electrísche grasnaaier 6. trardgrasoaaier
II erg
hi¡der (rnin. = 1t rnÐ(. = 6) 20,0
3,9
42,7
ll,8
3,3
33,2 29,7 29,6 15,9
6r5
3'0 2'8
4r2
ondervraagden
-8eïþgen-
557 638
458
5t4
415
t1
l,g
810
213
1677
Conclusie:
Het is niet verq¡onderlijk dat de kettingzaag ín deze categorie grootste hinderbron is, gevolgd door de motorgrasmaaíer.
-
H
de
inder in de Nederlandse populatie
Tabel
30
Hi¡der van rnongeluiden: tuingereedsctrap - in procenten van het totale aa¡rtal orderwaagden
-
hÍrderlijk
tuÍrgereedsclrap totaal
l. tnrdgrasmaier 2. electrÍsche grasmaaier 3. keÈtíngzaåg 4. rrctorgrasnaaier 5. electrische heggesclraar 6. electrische graskantenlcripper Aantal ondenrraagden (gevrcgen) n72.
(= net hirderlijk + hirderlijk + erg hÍrrlerlijk)
erg
ganiddelde
hinderlijk
rnate van
20,4
5'5
hi¡rier (rní¡. = l; rnax. = 6) 0,5
616
017
5'9
1,0
0,9
8,0
2r7
0,5 0,5 0,5
617
rrg
3r7
0'5
014
3,7
017
0'3
54
Conclus ie
:
Van het tuingereedschap veroorzaakt vooral de kett íngzaag op enige schaal hinder.
-
Hindet en de frequentie en regelmaat van wearneming; periode van de en van de
dag
week
Met betrekking tot tuíngereedschap kunnen geen duidelíjke
samenhangen
worden geconstateerd.
Overíge geluiden
2.7 .7
Percept ie
Overíge woongeJ.uiden (geen toestellen) worden door 93 procent van bevolking gehoord. Bijna allen horen ze ook geregeld. Een overzÍcht volgt híeronder (figuur ló). Tabel l5 in Bijlage V geeft de precieze percentages. FÍgur 1ó tfet horen
de
van woongeluiden: orerige geluiden
Ioopgeluiden
slaande dzunen hu
isd ieren
spelende Irindenen
6
28
4A
percentöge uan het DDI
El Ø fl fl Conc 1us
-
ie
60
totale aantôl
B0
tEø
ondenuraagden
ninstens een keer per dag neerdere nalen pen ueek neerdere nalen per Eaand neerdere nalen afgelopen jaar nooit
:
A11e geluiden die Ín deze categorie onderzochE zijn, veel mensen frequent gehoord.
worden door
55
Hinder bij blootstelTing
Þl-Ll
Hi¡der bíj blootstelling aan woongeluiden: orzerige geluiden - i¡r procenten va¡ ïet aantal orráervraagden dat een geluidbron tport
I hinierlíjk (= net hinderlijk + hirderlíjk + erg hjrrlerfijk) I.
slaa¡rle deuren
2. ln¡ísdieren
3. loopgeluíden 4. spelerde ki¡deren Conc 1us
-
ie
II
III
erg
gemiddelde
hírdertijk
mate van
order-
hi¡Éer (mín. = l; rnæc. = 6)
waagden
lI,l l0,l
55,7
37,8 20,3
-getrþgen-
3,6 3,0 3,0
7r0 3,ó
36, 3
IV aantal
3082 268t+
3229 26Ls
2r4
:
Met betrekking tot geluíden van spelende kinderen ís het oordeel milder (zoals ook al bleek in par. 2.6.2) dan met betrekking tot de andere bronnen.
Hinder in de Nederlandse populatie Tabel 32 Hi¡xler van ræongeluíden: overige geluiden orderwaagden -
hínierlíjk
(= net hÍruterlíjk + hírderlijk, + erg hirderl.íjk) oreríge geluiden: totaal
l.
slaa¡rde deuren
2. loopgeluÍden 3. t¡¡isdieren 4. spelerde ki¡rderen
- in
procenten van het
erg
hirrCerlijk
totale
gemiddelde firate ven
hi¡der =l;
(¡nin.
n'æ<.{)
I
L616
212
42,L 28,8 24,9
814
217
5'5
214
I
6r7
2rO
213
1,5
59,
13,
aa¡rt¿l
Aantal ondervraagden (galogen) 4072.
Conclusies: Slaande deuren en in iets mindere mate loopgeluiden veroorzaken op grote schaal hinder. Slaande deuren veroorzaken van alle soorten woongeluiden de meesÈe hínder.
5ó
Hinder en de frequentie en tegelmaat ven vaarneøing; periode
van de dag
en van de week De samenhang tussen frequentie en hinder is hier vrij sterk: hoe vaker geluiden voorkomen, hoe hinderlijker ze zijn, Naarmate geluiden van huísdieren en slaande deuren regelmatiger gehoord worden, veroorzaken zij meer hínder. Ðe periode van de week of van de dag heeft geen invloed.
2.8
Maatregelen tegen geluidoverlast
Aan de ondervraagden Ís gevraagd aan te geven of men ín de twaalf maanden voorafgaand aan het interview iets heeft ondernomen om van onge\renst
geluid af te komen. rn totaal heeft de helft
van de ondervraagden iets in deze geest ondernomen. De twee maatregelen die het meest worden toegepast zijn: * ramen dichtdoen/gesloten houden 29r ,k praten met de lawaaimaker 232 De eerstgenoemde maatregel noemt men meestal als het gaet om verkeerslawaai, de tweede tegen burenlawaaÍ, waarbij geluiden van radio, etc. en muziekinstrumenten meestal de drijfveer zijn. Voor een meer volledig overzicht wordt verï¡ezen naar Bijlage II, 17a en b.
2.9
vraag
Geluidhinder bÍj recreatie
JaarlÍjks komen er bij de daartoe geëigende Ínstantíes vele klachten bínnen over geluidoverlast die men ondervindt terwijl men aan het recreëren is. l{anneer de weersomstandígheden ertoe noden om buiten te zijn is men het kwetsbaarst voor lawaai, terwijl juist deze weersomstandigheden meer geluidproductie met zich meebrengen. Als voorbeeld kan men denken ean het gebruik van motorboten, model- en sportvliegtuigen, ru¡ooer uit zwembaden e.d. Daarom is hier allereerst nagegaan op welke wijze men zelf zíjn ontspanning zoekt 'op een mooie zomerdagr en vervolgens of men bij díe aktiviteít hinder ondervindt van lawaai.
57
De meestgenoemde aktiviteit,en
zÍjn fietsen (262) en wandelen (l5z). Een volledig overzícht is gegeven in de vragenríjst (bíjrage rr, vraag 3l). Ongeveer een kwart van de ondervraagden heeft hierbij wel eens last van geluid. Van deze mensen beoordeelt ruím driekwart dít geluid als hinderfiik en bijna een kwart zelfs als erg hinderlijk, waaruit inderdaad blíjkt dat trecreërenr ín zÍjn algemeenheid als een zeer geluÍdgevoelíge aktiviteÍt aangemerkt kan worden. Van degenen die wel eens last heeft van geluíd stelt 642 (l7t van de totale steekproef) dat er plekken zíin waar men 1Íever níet komt vanwege de herríe. De herrie wearom het híer gaat betreft de vorgende ge
lu íden/ge
* * * * * * *
verkeerslawaai (van de snelweg) radio/muzieklawaai
1u
idbronnen
:
motoren/bromfíetsen schreeuwende/pratende mensen stadsdrukte
vliegtuiglawaai
schreeuwende /g íIlende
22t t47 s7 s7
3r 37
/huilende
kinderen (babies) * herrie zwembad * fabríeks-/bedrij f slawaai * herrie stadion/voetbalveld
27
2t LI 0z
opvallend is de gerínge rol die vtÍegtuíglawaai speelt. Nog geen dríe procent van wie we1 eens last heeft van lawaai noemt vliegtuigen als de reden híervoor (0,77 van de tot,ale steekproef). Voor een volledig overzícht van recreatieve activíteit,en en de verstoringen daarbíj zie Bijlage II, vragen 3l t/m 35.
2. l0
Modererende variabelen
De invloed van de modererende variabelen Ís niet voor elke groep van geluidbronnen apert behandeld omdat deze variabelen doorgaans gelijk uítwerken voor a1le geluidgroepen. In alle gevallen gaat het om zwakke ve
rbanden.
Geslacht
en vrouwen ondervinden in ongeveer gelijke mate hinder van vrijwel alre klassen van geluidbronnen. 0p detaíls ziJn er enkele saíllante verschillen! mannen ondervínden doorgaana meer hínder ven
Mannen
58
de stofzuiger, kreíne keukenapparatuur en de naaimachíne, vaa de boormachÍne.
vrouwen
LeeftiJd Leeftíjd is een ínteressante variabele doordat hÍj direct verband houdt met een aantal andere variabelen zoals de grootte en de samenstelling van het huishouden, de woonduur en ook, door zijn koppeling met het níveau van de laatst genoten opreiding (díe voor jongeren doorgaans hoger ís dan voor ouderen) met de sociare krasse.
rn zijn algemeenheid neemt de hinder door lawaai vríj sterk af na ongeveer het 45-ste levensjaar. Daarna blijft hij dalen tot bíJ het zeventigste levensjaar. Dan maakt het ook niet meer uit of men te makeu heeft met geluiden van binnen of ven buíten. Daarvoor verschillen de hínderscores voor binnen- en buÍtengeluiden aanzien_ lijk: bínnengeluiden geven meer hinder. I{anneer buitengeruiden worden verdeeld in verkeersgeluíden (weg- en railverkeer, lucht- en scheepvaart) eD overíge buitengeluiden kunnen de volgende uítspraken gedaan worden: - bij verkeer Ís er geen duidelijk verband tussen leeftljd en hin_ der: de hínder brijft steeds op ongeveer hetzelfde níveau. - voor de overíge buítengeluiden geldt een lÍchte afname ven de hínder met de leeftijd, na het 50-ste levensjaar. voor bouwgeluiden is deze afname het sterkst en zet ook eerder ín. Dit ís logisch. vooral jonge mensen zullen in nieuwbouswijken wonen' waarin men geregeld wordt geconfronteerd met bouwgeluiden. - voor bÍnnengeluiden geldt een stevíg verband tussen het afnemen van de hínder en de leeftijd, na ongeveer het 40-ste jaar. Het sterkst ís deze afname voor DHZ-appareten, overíge toestellen (zLe 2.7.5) en overige geluÍden (zíe 2.7.7). ttetlicht komen die geluíden minder voor ín wijken met wat rouderer mensen. Het ís interessant na te gaan of het afnemen van de hÍnder met de leeftijd werkelijk leeftijdsgebonden is of generatÍegebonden. rndien dit verschijnsel leeftijdsgebonden is, dan zou een vergrijzende bevolking kunnen betekenen dat de totale geluidhinder ín de toekomst zal afnemen. om een indÍcatie over het proces dat r¡erkzaam ís te verkrijgen zijn de huidíge bevíndingen vergeleken met die van L977. De toen gehan-
59
teerde leeftijdsverdelíng is grover dan die ven nu. GIobaal werd destijds gevonden dat de hinder afnam na het 55ste levensjaar, mogelÍjk aI Íets eerder. Deze afname begon zeker al eerder (vanaf 40) bij woongeluíden. Het beeld is dus onveranderd. Daarom mag men aannemen dat het afnemen van de hinder leeftíjdsgebonden is, en niet generatíegebonden.
Zoals reeds gezegd hangt leeftíjd onder meer samen met de grootte en samenstelling van het huishouden. ?k
Grootte en samenstelling van het huishouden. Alleenstaanden en mensen in een tweepersoons huishouden ondervinden doorgaans minder hinder dan ondervraagden met thuiswonende kinderen.
Dit zijn vooral de zeer jongen en derrouderenrr, van wÍe de kinderen het huis uit zijn. Meer hinder ervaren vooral echtparen met jongen kinderen (t/m vijf jaar). Dít speelt het sterkst met betrekking tot woongeluiden. l{ordt' het huishouden groter, dan lijkt de hinder wel toe te nemen, maar het verband is zwak. *
Bezettingsgraad van de woning
De bezettíngsgraad speert uitsluitend een ror, en dan nog een geringe, bij woongeluiden. I{anneer de bezettingsgraad gel ij k of minder wordt dan 0,5 (dus êên persoon op twee verÈrekken), ís er Íets mínder hinder. Dit duidt erop daÈ men er af en toe behoefte aan heeft zich in een eigen vertrek terug t.e trekken. In theoríe zou de bezettingsgraad ook met betrekking tot buitengeluiden een ro1 kunnen spelen: bij gerÍnge bezettingsgraad wordt de mogelijkheid groter om woon- en slaapkamers aan de geluídsluwe zijde te situeren. In enkele gevallen zal dit zeker gebeuren, maar statistísch is het niet terug te vÍnden. *
l{oonduur
Leeftíjd hangt ook samen met de woonduur, en daarmee ook meÈ het bouwjaar van de woning.
60
voor buitenlawaai geldt dat dit in het eerste jaar dat men ergens is gaan wonen niet veel hinder veroorzaakt. Daarna neemt de hínder snel toe. Voor verkeerslawaai ín zijn totaliteit treden vervolgens gedurende vele jaren (30-40 jaar) verhoogde hinderniveaus op. Meer in detail wíjkt luchtvaartlawaai iets af. ook bij Langere woonduur bfíjft dit hinderlijker. Aan railverkeer en scheepvaart is men vrijwel dírect gewend. voor het overíge buitengeluÍd treedt er tussen het eerste en vijfde jaar verhoogde hinder op, díe vervolgens langzaam afneemt. Meer in deÈai1: hinder van bouw- en wegenbouwterreÍnen en van bouwmachines neemt na maximaal vijf jaar sterk af, wat wordt veroorzaakt doordat dít soort geluiden ín voltooide woonwijken mínder voorkomt. Dit heeft niets met gewenníng te maken. Binnenlawaaí veroorzaakt van meet af aan meer hÍnder dan buítenrawaai. Een verhoogde hinderscore treedt op tussen het eerste en vierde jaar. Daarna neemt de hinder regelmatig af. Aan binnengeluiden went men kennelijk meer dan aan geluiden van buiten. Bouwjaar van de woning
voor binnen- en buitengeluid zijn er twee tegengestelde tendenzen te bespeuren: ín jongere woningen wordt minder hinder ervaren van buitengeluíden dan in oudere woningen. Een logische uitzondering van de buitengeruiden wordt gevormd door geruíden die inhaerent zijn aan jonge woonwÍjken: van geluiden van bouwterreinen, bourvmachines en wegenbouw wordt in jongere woningen (na 1982) meer hínder ervaren dan in oudere woningen. Dit zerfde geldt logischerwijze voor geluiden van D-H-Z-apparaten. ook hinder van andere binnengeluiden komt meer voor in jongere woningen, wellícht met een kentering ten goede na Lgg2. Dit kan heel goed samenhangen met de leeftijd en met de (daar weer mee samenhangende) samensterling van het gezin. Jonge gezinnen met kinderen wonen vaker in jonge huizen en in deze gezinnen erveart men meer hinder van geluid, misschien doordat geluíden de slaap van de kinderen weI eens verstoren. Sociale klasse en opleidingsniveau Leeftijd heeft ook invloed op de sociale klasse en het opleidingsniveau, zoals reeds beschreven.
6L
rn de hogere socíale krassen treedt meer geruidhínder op. Hinder neemt toe met het níveau van de opleíding. De bezitsvorm van de woning De navrante sítuatie doet zich voor, dat mensen in een eigen jwo_ nÍng meer hinder ondervinden dan mensen in een huurwoning. Dit met
uitzonderÍng van geluiden van vaste installaties en uit de woonom_ geving zoals bijvoorbeeld van parkeerplaatsen. Dit hangt samen met. het feit dat huurwoníngen vaker frats zijn. zie ook Bijlage rr, vraag 36. Type van de woníng
rn vrijstaande eengezinswoningen (niet verwonderrijk) en in frats (verrassend) ondervindt men van minder verschillende typen geluiden hinder dan in andere wonÍngen. BÍj flats vormen vooral geluiden van vaste installaties en ven omgevingsgeluiden zoars bijvoorbeeld parkeerterreinen, de bronnen van hinder. Zie ook BÍjrage rr, vraag 37. Hoogte van de woonlaag
Met betrekking tot buitengeluiden is er een tendens dat er op de eerste tot en met vierde verdiepíng meer hinder wordt ervaren dan lager of hoger. Zie ook Bijlage II, vraag 39.
tuín of balcon Het Ídee achter deze varíabe1e is, dat bewoners van huizen met een tuin of balcon rneer kans hebben op blootstelling aan buitenlawaai en daar dus meer hinder van kunnen hebben, ook wanneer de situatie met het buitengeluíd zo is, dat men liever bínnen blijft. Dit 1eídt tot een gevoel van beknotting van de persoonlijke vrijheid. Deze hypothese wordt door de bevindingen niet bevestígd , Zíe ook BÍj J.age ff, vragen 43 en 44. Woningen met
Verhuisgene igdhe id
l{ie niet wiI verhuizen, ondervíndt mínder hinder dan wie dat wel wil. Dit zegE uiteraard niets over oorzaak en gevolg. Zie ook Bijlage II, vraag 49.
62
Urbanisat iegraad Bij een hogere urbanisatiegraad wordt meer hinder ervaren van \{egen raílverkeer, industrÍë1e actÍviteiten, bouwmachínes en geluiden uit de directe woonomgevÍng en minder hinder van de luchtvaart. Er wordt eveneens mínder hínder ervaren van woongeluiden, waarschijn_ líjk door de grotere mate van maskering door buítenlawaai. Reg
io
De hinderverdelíng over de regio's volgt in zekere mate die van de urbanisatiegraad: in west en midden Nederland ondervindt men meer
hinder door weg- en railverkeer, industríële activiteíten en bouwmachines, recreatÍeve activíteiten en ge luiden uit de d irecte woonomgeving, en minder hinder door de luchtvaart. Binnengeluiden laten zich níet goed duiden Ín termen van regÍo's. l{erk in de avond of nacht Het idee achter deze variabele ís, dat mensen die overdag we1 eens moeten slapen, meer hinder ondervinden ín een drukkere orngeving, wat betreft het buitengeluÍd. Deze relatíe wordt índerdaad gevonden voor weg- en railverkeer, bouwmachines en geluiden uit de directe woonomgeving. Zie ook Bijlage II, vraag 53. Last van lawaai op het werk I'lie last heeft van lawaaí op het werk, ondervíndt ook meer hínder van zowel bínnen- als buitengeluiden. Het ligt in de rede te veronderstellen dat dit deels wordt veroorzaakt door cumulatie-effecten en deels wordt verklaard vanuít indíviduele gevoeligheid. zíe ook Bijlage II, vragen 54 t /n 56.
ó3
REFERENTIES
1.
JoNc, R.G. DE. rnventarísatíe
van geluÍdhínder in Nederland.
Leidschendam, augustus lgBl
]CG_BG_HR_tg_01,
2.
MIEDEMA, M.H.E.
3.
ROSSUM, J.A. VAN, en J. TELLINGA Burenlawaai - een onderzoek naar klachten over burenlawaaí. Stichting Research Instituut Gebouwde omgeving. Amsterdam, januari
Lo.o-hínder reraties voor omgevingsgeluÍdbronnen, NrpG-TNo ggo35, LeÍden, juní 1988
1988.
6s
I.
I
O.æRZICHÎ VAN DE ONDERZOCHTE GROEPEN GELUIDBRONNEN
II.
VRAGENLIJST
II.
STEEKPROEFVERAIiIfi'OORDING
IV.
OÎffiRZICHT VA}I DE GEHANTEERDE VARIASELEN
v.
+
RECHTE TELLINGEN
FREQUENTIE VAN
I.TA.ARNET{ING
67
BIJLAGE
A.l l. 2. 3. 4, 5. 6. 7. 8.
I
OVERZICHT VAN DE ONDERZOCHTE GROEPEN GELUIDBRONNEN
l.legverkeer
personenautors en taxirs bestelautors bussen
vrachtauto's, ook met oplegger
motoren/motorfietsen bromfietsen land- en bosbouwtrekkers, tractoren militaire voertuigen
A.2 Luchtvaart 9. passagíers- en vrachtvriegtuigen: de zg. grote burgerluehtvaarÈ l0' sport- en zakenvliegtuigjes, reclamevriegtuigen: Je kreine burger_ luchtvaart It. ultra lichte v1Íegtuigjes (U.L.V.'s, zelfbouwvliegtuigjes voor een of twee personen) I2. mílitaire vliegtuigen (geen hel icopters ) l3 . he1 icopters I4. modelvlÍegtuígen 4.3 Railverkeer 15. treinen 16. trams L7, metro 18. spoorwegovergang 19. rangeerterreínen A.4 Scheepvaart 20. beroepsmatige scheepsveart 2I. plezíervaartuigen B. Industriële bedríjvigheid 22. fabrieken of bedrijven 23. terreínen of plaatsen voor Laden of lossen 24' militaire oefenterreinen, schietterreínen en schÍetbanen 25. bouw- en sloopterreinen, wegenbouw C. Bouwmachínes 26. heímachines 27. bulldozers (bij bouw- of sloopwerkzaamheden, wegenbouw) 28' betonmengers (bij bouw- of sroopwerkzaamheden, wegenbouw) 29' torenkranen (bíj bouw- of sroopwerkzaamheden, wegenbouw) 30. grondverdicht,ers (bíj wegenbouw, om het zand aan te stampen voordat men gaet bestraten) 31. sroophamers of drírlboren (bij bouw- of sroopwerkzaamheden, \regen_ bouw)
32. stroomaggregaten (bij bouw- en sloopwerkzaamheden, wegenbouw) 33. motorcompressoren (bij bouw- en sloopwerkzaamheden, wegenbouw) 34' mobíe1e pompen (bij bouw- en sloopwerkzaamheden, wegenbouw)
ó8
D. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 4L. 42.
Recreatie kermissen, circussen, pretparken, braderieën discors, dancings en andere horecagelegenheden theaters, schouwburgenr concertzaLen, bÍoscopen oefenlokaLen voor muzÍekverenigingen, bands, popgroepen e.d. achtergrondmuzÍek van winkelstraten
sportvelden, stadíons, sporthallen,
burgerschíetbanen race- en crosscírcuÍts, skelterbanen
zwembaden,
tennísvelden e.d.
E. Dírecte woonomgevíng 43. kerkklokken 44. buiten spelende kinderen 45. lopen op galeríjen en ín trappenhuizen 46. geluíden van parkeerplaatsen (slaande portieren, startende autors e.d. ) 47. installatiegeluíden van openbare ruÍmten rond de woning (zoals LÍften, stortkoker, vlaggemasten, tv-antennes) 48. koelinstallaties op geparkeerde vrachtauto's 49. motormaaíer van openbare groenvoorziening s0. takkenversnippermachíne uit openbare groenvoorziening
I Vaste installaties 51. cv-installatie 52. boiler/geyser 53. raam-, toilet of badkamerventilator/centraal ventilatiesysteem 54. waterleídíng en waterafvoer (doortrekken toilet, voltopen stortbak,
F.
leeglopen bad e. d. )
55. deurbel
8.2 Grote keukentoestellen 56. afzuigkap 57. afwasmachine 58. wasmachine of centrifuge 59. droogtrommel 60. koelkast ó1. vrieskíst/vrieskast F.3 62. ó3. 64. 65. 66. 67.
Kleine keukentoestellen koffiemolen koffiezetapparaat keukenrníxer
sapcentrifuge/vruchtenpers/cítruspers allessníjder snelkookpan
8,4 Doe-het-zelf gereedschap 68. elekÈrische boormachíne 69. cirkelzaag 70. decoupeerzaag 7 L. slijpmachíne 72. vlak- of bandschuurmachine 73. schaafmachine 74, nÍetpistool
69
F.5 Overige toestellen in huis 75. stofzuiger 76, naaimachine 77. telefoon 78. typemachine 79. mícrocomputer/pC 80. radio, stereo-installatie of televÍsíe 81. elektronÍsche muziekínstru¡¡enten 82. níet,-elektronische muziekinstru¡ûenten 83. scheerapparaat, Iadyshaver, tondeuze 8 4. handhaardroge/haardroogkap/f öhn 85. aquariumpomp F.6 Tuingereedschap 8ó. handgrasmaaier 87. elektrísche grasmaaier 88. motorgrasmaaier (benzinemotor) 89. elektrische heggeschaar 90. elektrische graskantenknipper 91. kettingzaag F:7 DÍverse geluiden (geen toestellen) 92. spelende kÍnderen 93. loopgeluiden (ook trappenlopen) 94. slaande deuren 95. huisdieren
70
BÏJLAGE I VRAGEN 01
II
VRAGENLIJST I
. :;;.
IIoNDE:IIiG EI; HocF.DE::,-r:
lGoecieulddag(avond). li:ln naar rs ....... encuêÈrrce/ceir van Nss ¡iarktonae;zoek Bi', or ô:-- nonen! i een oncierzoek urt naa! d,e be],evrng van gelurq en gelu:icverias:. een aantaL vragen sce),le;. VOLGNUMIIER VAN ADRESVERÀNN^¡OORDING I}WULTEN
HIERB¡J TEIT U RICHTGETAI. 03
04
.+
OP
UITKO¡IST OPTELSOM
ÀlIeleersÈ wil iÌ graag van u weten hoe de hurshoudug waartoe u behoorÈ, uzerf dus in¡egrepen, rs samengesÈerc naar geslach¿ en leeftild. Enq': zrE vooR HET BEGRTP HUrsHouDrNG DE ToE!¡cHTrNG : ',DefinrÈres hutshoudrng, gezrn, huisvrouw enz'", DrE ¡N tJI^r BEzrr rs' Enq.¡ Tor DE HUrsHouDrNG BEHoREN DUs ÀrI,E pERsoNEN DrE rN HUTSELTJX VERKEER. I{HT E:.TqÀR SÀ¡TEI{I4ONEN, D.I{.z. TENMINSTE 4 DAGEN PER WEEK MET E!]<.AÀR SÀ¡TENLF/EN. Enq. ¡ I¡¡VULIEN IN ONDERSTAÀ¡¡D SCHE¡,1À. wj'e zorgt er hier in huas meestal voor het glootsÊe deel van hec huishouden ? DaarDee bedoer ik dingen zoal.s e¿en koken, boodschaPPen doen, huts schoonhoucien, wassen, enzovoorts. Enq.¡ AÀNKRUISEI,¡ ÀLs "HUIsvRoug. IN .NDERSTÀÀND SCHEI'IÀ.
En
wle I'evert de grootste bj.jdrage rn het inkmen vm cieze huishoudi¡g ? Enq. ¡ ÀÀNKRUISEN Ars "HooFDKosr¡INNER,, scgEHÀ. Enq.: vooR DEF¡NrTIE HooFDKosTwTNNER zrE DE ToELI¿ETrNG, DrE REEDS rN ur{ BEzrT rs.
oNDERSTÀÀÀ|D
@ @
"
Hoofdkostwrnner "
ieunci þurten
de
huishoudi¡g levelt de qrootste bijdlage ín heÈ in¡oEen
B
c Al.l,EEN DE PERSONEN VÀN 16 JÃÀ.R EN OUDER VÀN LI¡{KS NAÀR
D
!an
06 lDe leeft:ji J
aar
cie
TS EEN
VOLGNUT,¡T¡R GEI¡EN.
30-i4 I 35-39 40-44
Iaar I
Eånne 1i j k
Ik had graàg æt ...... E PERSOON ¡S DÀ¡¡ ¡IM¡¡.ÍEE ls zLjl hij nu thuis
. U
(Enq.:
NOE¡rt PERSOON
Iaar
I
aar
43-49 50-54 I
aar
I
5 J
aar
5-64 65 raar of óuder
aar
vrouwcli j k UIT vRÀÀc 06) een gesprek willen voaren. ENq.: IND¡EN DIT EEN
HET GESPRE( BE@NNEN BENT VF,ÀÀG
O?
e.v.
STE',I,ENI ÀI{DERS ovER oP vnÀÀc 09.
?
llameer kan ik haar/heE thuts treffen oD neÈ hau./heD een vràaggesprek te voeren ? : persoon op wie het richtgetàl is gevrllen is nooÍt tìuis te treffen, @dåt : dag :
datu¡ uur
E
Persoon waaroc heÈ r:chÈgeral valc !s
1E-1912û-21 I 25laar llaar I laar
Het geslÀchÈ is
o'1
REC¡
Enq. ¡ EEPÀA! NU DE PERsooN DrE u MoET oNDER\nÀcEN DooR vÀlJ LrNKs NAÀR REcHTs DE pERsoNEN DrE u BrJ Àiq,NvJrJzrNG LEN NUII¡I]jR' HEET GEGEVEN' ÎELKENS AF TE TELTEN TOT U GEXOMEN BEI.T¡ TO'T EN MET HET RICI{¡GETA'L UIT A,AI{I{IJZING A. DE PERSUOI'¡ IJÀ.AROP HET RICHTGETÀT VÀf-T DIENT U VERDER TE O¡¡DERVRÀGEN.
:
Enq.: D¡T GESPREK BEEINDIGEN Ik zou nu graag heÈ gesprek Eet haar/heo wrllen voortzetEen.
-l' l.' 1.' l.' I'1.' l' l.' Vo - I
gno.
I
I
9 I l0 I
Enq.no.
11
t2
I tl
-l
I
14
À}¡DERE
rN
7I 09
Enq,: cEE¡ O.p. SORIEERB!ÂD A EN pAK HET LOSSE CODEERFOR¡,IUIIER (pÀcINÀC.l) VOOR U. SCHUD DE WITIE U;R:__:j I 1/14 129 EN GEEF ZE ÀÀ}I O.P. op deze kaaltles sÈaan een groot aantar dingen genoemd die geruld baken, die dus geluidbfonnen z¡ln. fdlrc u voor el'k vân deze gerui'dbronnen aangeven hoe vaak u ze hie¡, dus in en buiÈen dus otr uw wonrnq ce afce¡o;ei. 12 maåncien heeft gehoorc ? Hec aaaE nr". om daE u tu.t-rffnå"il, *", cf u ze cie afo-o-eropen r: traance: "t "= heefÈ ge¡loorci u kunÈ dit doen door de kaàrtles één vær één weg te reggen in het vakje dat voor dle geruidbron vocr u vån Èoelïl"i"Írìl: ::":'31 ;J;-l::,: u hoert niet arre vat¡es ie e;;ii";-;; u Eas in erk vakje zoveer kaa*res ressen Enq': À¡'s o'P' GERTED rs, NoTEER DÀ¡¡ ¡N HEt coDEERsc!€MÀ (t¡s FoR¡{uLfER) BrJ vRÂÀc 09 pER cArEGoRrE DE crJFEE,
Þ¡E OP DE KÀAR!.'ES U
VERMETD STÀÀN, NCÍrEERT ÀI¡.ER.EERST DE CIJFERS VÀN DE
G Enq': NrEl
tET oP ::
DE xÀÀFfJEs DrE o'P' TE NOIEREN' u sloPT DEZE TERUG
10
Enq': .EEF o'P'
S.RTEERBLÀD
B.
CÀÎE@R¡E',EinsÈens lx per då9,,,
VERVOLGENS
,,ne¿rdere malen per week,,,
ETC.
¡N DE cÀlEGoRrE "in heÈ afge¡open jaar nier (nooiÈ)" HEEpr GELEGD HoEFT u rN DE ElrvEl,oppE, DEZE r.roRDE¡¡ rN'oit cespn¡x Nr¡:¡ MEER GEBRUTKT.
scHIJD DE
K^^'.TJES vÀ¡¡ DE 4 .'/ERGEBT.E'EN CÀ'E@RTEEN EN ovERHÀNDrc
orr, *ro.r,i in de âtgelopên te ¡aiiaen wer eêns hj,er, dus in en builen cius on uu in uer.re.i"t"-u p.i""",Iitx r, ei-c. ;;-;.;; ã-*...n;i;iã;,;;.,##; :?::::-:"::-rilllli;.ll arse'€cn ars hj.nderrlr¡. ::l_:::.n..,T_: :::.i äil.ä åLi=uË'ii.i-.Båã:åH,.lni".Ë i: iË¿:3 1:";"1"ì:i*'ä.'*: ",i"l,il'u';il u van toePassing is. Er zijn 6 var1es. u hoeft niet arre va¡Jes te gcbnriJ
verder
DeÈ
legg.n âls u eilt.
H Enq':
LET oP
:l
''rrrEu de geruidbronnen welke
caàt uw gang Eåar.
DE srÀPElrJEs DrE
o.p.
¡TEEFT GEüÀÀKI DIENE¡¡ ÀpÀJrr cEaouDE{
TE
¡{oRDEN.
u noteert in het codeerschern op Påginac.l (bii vraao lo) per caÈ¿gor1e cilfers die op de kaaltles vesnelc siêâ:' u bec:nt veer neE de c:':e:s te no¿ere: \,ai ie eersEe caEeoorre dewerx-en zc iìet r:.:1e ¿:. U noteelE dus aile c:lte:s vcor al,ie caÈegcrreën. !i3u3-- äe sÈepel,Èles aDalt'.
J
Enq'¡ LE! oP' DE K^^F'JES D¡E o.P. rN DE .ÀTEG.RTEEN E, F EN G ("ner nlet hlndellijk,', "hel'enaaJ' n¡et hinderLijk') HEEFT GELEGD tN DE E¡It¡ELoppE TERUGsEoppEN, DEZE GEBRUil(T
I.EER.
l1
t2
u
I
,,nier h1nderrijk,,, Drr c[s-:?EK NrEr
TTJDEN'S
Enq': ovER¡tÀND¡c AÀN o.P. DE KÀÀRfJEs vÀN DE GELuIDBRoNNEN D¡E À!s "erghlnderlljk{ ERvAREN rcRDEri (cATEcoRrE À). oP deze kâartles staan de gel'uidbronnen die u als erg hinderlijt ervãî¡t. leest u deze even doo!. rlilt u binner. deze càÈegorie àangeven werke geruidbron u het g::"!_!i!9glltl.k en welke daârna, etc. totdat e! een volledig6 rangordening ontstaat. Enq.: NøIEER rN scgEuÀ BrJ w¡¡c ir vindt, oÈéi¡rns v¡¡r o¿ x¡¡ni¡¡s rN voLGoRDE vÀ¡r NoE¡{E!i. I¡¡D¡EN O.P. MEr' DÀ¡¡ 15 KMRTJES ¡N DEZE CÀTE@RIE HOET R,ÀN@RDENEN, SCM,IJFT U BIJ 15 DE CIJFERS VÀN DE RESÎERE¡iDF KMRTJES
IN
VO!ÆORDE VÀN NOEMEN OP.
Enq' ¡ ovER¡lÀNDrG ÀÀN o'P. DE KÀARÎJES vÀ¡¡ DE GIUTDBRoNNEN D¡E À!s ',higllj¡." r.¡oRDEN ERVÀREN (cÀTEcoRrE B) . oP deze kaartles staan cie gelurdbronnen die u ars hindeltijk u deze ook even cioorrezen ? wrlL u bj'nnen deze cåtegârie åanqeven werke qel,uidbron u h-Gihinderlijk "*a"talnirt vindt, en welke
daarna, eÈc. to!âai er een volledige rangordenrng ontsÈaaÈ' Enq.: NoTEER rN scHEt!À ¡¡¡ rn¡¡ê 12 DE crJFERs vAN DE xÀÀRTiEs rt: voLGoRDE vAl'l l'¡oEl'lEN. ¡NDTEN O.P. HEER DA¡t 15 XÀARÎJES rN DEZE CATEGORTE ltoEÍt RÀ¡¡@RDENEN, SCfûrJFr u BrJ 15 DE CTJFER_e V¡t.: DE RESTERTNDE KMRTJES OP.
Enq':
o'P' DE KÀARÎJES vAN DE GELUTDBRoM,TE'¡ DtE A¡,s "beeljg¡i3gsrllik,, ERVÀREN woRDEN(cATEGoRtE ci kaaltles sEaan cie qeiutci¡ronnen óie u al,s een beeÈle hinderlfJl ervaart. leest u deze eveî 3c.:. t::::: ¿ensÌciEe voor cieze kaarÈles àangeven Heìke u iìeE meesE hinderlijk vinciÈ en welke dôaliå Èotaà: er ee:..,a_:c::îc rangordenrng sEaaE' Enq': NOTEER rN scIJEt'lÀ Br.- vF¡ÀG 13 DE c¡JFERs rN voL@RDE vÂN NoEME:;, r¡if¡Eìi c.F, i.,€=.Þ. D.*-; ovER¡lÀNDrG ÀÀ¡l
oD deze
15 KÀANTJES TN DEZE CÀÎEGOR¡E
MOI¡T RÀN@RDE¡¡EÀ],
SCHR¡JF! U BT,' 15 DE CIJFERS
K
DEKA¡¡ÎJESDIE O.P. BIJ VRAÂG 1I T,/M 13
t4
Enq.: GEEF GESPRE¡(SKÀÀRÎ l. In wetke puiocle hoort u wlrt u dit zlgg'n aàn de hand van deze kaarE ? Enq.:
DEI/RAGEN14
t/D 16 STE!¡.EN. NC)|TEREN IN
HEERDERE ÂI\¡ÎIæORDEI{
t5
Enq,: dagen
Enq.: t6
üocE!¡JK.
GERÀI'¡GSCH¡KT tsEEFT EEN VOOR EEN ÀÀII CODEERSCHE¡{À BIJ VNAGEN 14'/Ä 16.
VÀI\¡ DE RESTERENDE KÀÀRTJES
O.P.
(Enq.! NoEü cElutDBRoN) NSTEER C¡JFER KAÀRIJE
¡N
tqÀRTJE rN DEsBEîRE¡IFENDE cÀTE@RrE.
HEERDERE À¡¡T¡looRDE¡r
C;.
OI/ERHÀIÙDIGEN EN PER KÀÀRT--E
?
DESBETREFFENDE
cÀTE@RrE(El:).
GEEF cESpREI(sKÀÀnf 2. En pilt u ook aångevcn of .,,.... (Enq.: NOEü GELUTDBRON) vooral op voorkont, !n het yeekeinde of zæel door-de-reek àIs 1n het weekeinde ? NOTEER C¡JFER
door_de_wee:Kse
HocE!¡JK.
(Enq.: NoEM GELUTDBRoN) regc¡.EâÈ1g trn¡gkeart. dus dr zo Èe zeggen op vasEe u aangêven of . tilistippen of EeÈ regelDatioe tussenpozen, of q¡¡gEtr.g¡gË.E*".r=.ár p."t keer achÈer erkaar en dan weer een Èild ni'et' Enq.: NOTTEER CTJFER KÀARÎJ¡ rH oFÉETn¡FFENDE cÀTE@RrE. HEERDERE Àrflr4ooRDEN HocE¡.tJK.
KunÈ
B 3441-2
i j
B 1441-2
.
72 lTal¡i: nceg u nu ecn ¡¿:::al caatreseler dte 6en ka:-. nenen oE. âre:, :n en oE uw hu:s 1,a: gelu¡á a: :e k:;3:.. a¿¡ngeven of u deze ce afgeLopen 12 Eââr¡detr heeÉÈ ondelncnen ? L lt"t.¡ VOOR TEDERE r'rÀÀlREGEr ¡iET "JÀ" BEA¡ÍIWOORD VRÀÀG t7b STEL!Eìi. (Enq.: NoEM iiÀATREGE:) afkoEen of onÊlopen: 17blvàn welke geruidÞlon wou u mer ..,.... lenc.t Hocen LErlEnr¡JX oP DE SIIPPELL¡JIJ BrJ VRåÀG 1?b. Goed doolvragen welk. gelurdbron her exacr be--!.:--l¡e::c:.,1 l?b :
VR.ÀÀG
Eng.:
LEES VOOR
GeJ,u:,dbronnen
:
racllo-nuziekinstr. 3, dleren f, f verkeerslawaal ala. 0,9 anders 4,9 raol,o-nuzleKtnstr. /¡é verkeerslatfa 216 schreeuwende slaande deuren, looen 2,5 -dieren maal/boor/zagen L 17 anders dlvers 3rl
2) pratan oêÈ de lay¡r¡..E¿ke!
3) elaprnEÈoordopjca
4) taæn dlchÈalo.n/gêrlotcn
. qaai/boor/zaag radlo-muziektDstr: 7,,7 ?,7 Aiüeñ---'---'
houd€n
93r1.
l.
i:¡ l¡[dersrL- --]¿-L'Z--sqh¡qe!¡ïçsqe autots Lr6 anders 9r4
veDtllator
617
416
wasenÀap/afzuiger
lr3
a¡ders
Ir0
6, hu:s rsoiere1ï!e-e511 1qa_1 _ufsj
anders
7) ln a¡derc (shaplk¡D.r sl¡p.n :e-r!es
rj
-2 :_o_
5r2
r_ala1r_al sj
anders 8) hec hu¡s E,:.jdcrijk onÈvruchren | ?ltl.
-I
Lr
3,1.
radlo-muzj.eklnstr.
anders
lrl 4,2
9) anders, nI.:
1)
.l ll
2t
.l 'l
3)
2"
3)
. | 4)
4',t
5)
'l
6) ?) 8)
9)
5r
'l
or
'l 'l
9)
8)
'ltol
r0)
.lll)
B 34¿¡l-3
Vol3no.
17
I,
gogY--startende
5) vcnÈilòCiasyrtlGo uj,tschakêIen
S
Enq.no.
B 344t-3
I
73 Ku¡,t u vocr_de volgenie àFpål'açe: aanseven cf deze sei of ntet bil Enq,: NoEü ÉÉn voon Éfu op el' NoTEER pÊe Àppl¡À.È.:
LEES VOCR
:
¡. stofzutg€! 2. wâsE¿chine 3, cen¡lifug€ (åpå!r) 4. [email protected] 5. 6. 7. 8. 9. 10. I l. 12.
Enq. | 9g
rl.
l.g¡rO. l.a8r5.
.ão,o.l.o,i
lJg.q,
âfwuE¡chine
ko.Ik..È vriarkÂtÈ/klsÈ âfzul'gklp
Pe'Ql.l,ql.-
. .
å1,Q1 4e'Ql. ¡o,il¡s,rl.o,o
Gxp!atro-kof f 1az.t¡pprra!t gevoon kof!1êz.tât!¡r.r¡at
koffi.mlên krì¡¡(.n¡l'Iar
13. såpclnBrj.fugc I 4. aliessnrlclêr 15. snelkookpan 16. elektrj,schê t)æ.lachine 17. gerrcnc(occhanj,rchG) tl4r.o¡chine 18. EiclocoEpuEer
3{'1 ó5't l. o,\ 1.20,0.
J9,7.1,.o,1
i2a'1 Js,t i. o,l 11.6
.
88,4.t.
I
¡
u
LEES VOOR
Eee:
:
niet
23. Iaalyrh¡v.r 2i¡. €lakt¡1Éch acha.lrpprraar 25. tond.uzG 26. h.ndgrasE¡rj,er
37 ,s.l
0r5 0 12.
92,s.
0r0
27. 28. 29. 30.
.I.ktrl¡cha grarEr¡icr Eto!9r¡rE¡.j..r (bcnrinG)
3l . 32. 33. 34.
€Ialtrlrch. tåJdsanv.rrnip¡tn¡r ccntr¡¡l v.ntllaÈlaty!È!.¡ lalE/totlat- of Þaalktü¡i1r.ntLLû,o8
.0 12.
boo¿¡¡chlne
.0r1.
35. 36. 37, 38,
Gl.irEi,rch. hêgg.rchrar
.0r1.
¡l¡ktrl,¡eha
.0rr.
grarhrnÈantnippcE
.0r 0. .0r 3.
cirkrlzatg
]g'4lgo,trl.o,¡.
Cecoupcc=zaa;
?7,e.l7L,7.1 -o,s. .6,0. ; 93,7.: .0r3.
ketc¡nczÀao schuurE¡chinê
.32,0. 197,s.
20. telcfoon
39. 3ch¡¡fE¡chi,nê 40, 3ll,[email protected]Ê 41. ni.rpi¡tool {2. Euzraki,nrÈñaant
2¡. cent!¡lê verrrsÈing 22. tóF.,n of h¡ârdroogkrp
¡13. ¿¡4.
19. nàÐ.EAchine
39t7.1.159,8 .67,L.t.| 32,9 .1e,a. I p0,1 .
1.0,s.
.0r6. .0r6. 85r6 .0r3. 98,7.
81,4
53,\ .0r1.
radlo/¡t¡aao-.ppô8¡Èuu:
È.I.viti.
StåaÈ de kcuk.n in op.n v.rbrnding ErÈ de huirk.D!r of ts ôat, nict haÈ grvel 39'7 I ni.! oÞcn sn-r I s'a' 1r'7? . "'. oltcn l(euken keukcn 58'6 . I --
?
3 4
4
5
5
6
6
1
B
1
I
I
9
9
3¡l¡11-4
E 344t-4
74
centla-
nrct
aånHezrg,/
94,O 20)
ì¿/
ù
0r]
Q,4
20.7 0.4
douche,/badkue!
.40r3
33'0
. 16.9
eên van de staaÞka,Ders
.
r
L,? 10
schuu,/garâge
^
.5r9 21
zolder
elders
3,I
33
.5
13
.9
4,s
99 tO
\l
\t P3,7 .OrQ
36 30
.0r2
018
.0rl
6¡3
3rQ
e\,0
4,1
7,3
4,9
51
ÄÀ¡JIEZ:3 ÄÀ\¡!EZ:3
L17
6,6
8,1 4,4
(Eng.
:
n:,crocoryuEet
nr.
nr.
5
9 È/E 15
.28 ,1
2a
2
. 30.7
oude!
.10,?
11.5 o¡2
.13.6
1,.' ^
t-
v
2,8 -1{.J.2
-
nâat-
.
.22 rQ 78,O
qebrulkt mecst¡I (vra.q 2t)=1001 O.P. zelf .chtgeno (o) t (e) /part¡rer
.+8
s
chao
oud¿r ( s )
kinderen andcre hursgenoot h-ul'shoudelj.jke hu¡p 2 I persoon weet niet, geen antwoord
nr.
5I
.
26.2
14
.4rL
1S,5.
24,1 .1r5.
J,4
aPP¿tlaguur
n!.
B-t 344t-5
.2r&
98.4
27,1
ú
4e r.6
J8,1
s:i,0
36,.3
15
L!;
,9
912
.5'1.
2 r.L
2t4
2e,\
$,I
. 0r8
0.7
IJ o13
1r0
1.6 3,3
.3rL .0rl
D,L
lrl
4,9
0r4
L,7
I
6,9
.4,7
Jl, L
.l,t
Jro
3.9
3
3r9
9
53, L 14 ,9
t2
0,6
11
l0
t2
t0 _ 0
nr. 4ì
4-ì
Jr6.
63 r3
4.0 lt.a
!to:o/stereo- Èelevrsre
L2,2
012345
.
p .F 3.R lt,'t
1r?
. orl
21,6
É,2.
tl,5
.
v
lt 't.
4,6,
]6,7.
l6
J4, q
v
Instroent nt. 42
nr.
85'L
49,3
nuzrek-
41
ù
44 19 30
.35'q
t/D
73.8
r.6
I
t?
14
16/17
V,r.
28'l Jl, {
hobbyEåchì,n€
48.4
ü
Y
50 17
boo!/ åndcre
nr.26tlm3l nr¿t aa¡¡s¿zrg (vraeg lB) rel aanwczrg (vrarg l8)
v
.44 '8
it.
{7,9 .
.0'l . . 0.7 0,s . or.7 . l'3 . 0.9. 1r0 _ .or1 r,2 Ii,s 2.2 ls.6 2.8 ls.g Èulngereed-
Eacn¡ne
ceei us una*oor"
)
gYP€-
echtgeno (o) È ( e) /palEner
¡arc^^-
HUIS
Each.¡,ne
,8
I
NOE¡'t ÀPPAR/1ÀT
IN
aPPa!åtuu!
51
)
2.2
kcuhen-
.t2'9
hurshoucielrjke hu.Lp,-
66,2
J6,l
afwas-
qebru:kt meêsra], (vraaq 2l)=I00t o.P. zelf
andere hursgenocE
ño
Ech.:.ne
9?,1
. 0'€ . o'7 .4r?
.6,{
cenßrrfuge
.2r2
n
I
OF DE VOLGENDE ÀPPÀRÀTEN
10.1
e
.0.
41,
19.
o16
89 19
kr ncie!
4L7 .
a
oÊ et¿
.95¡5
)
.0t? .4r1
41 ¡6
.45
s
[/
5¿6 .
.45
.0r3
(
u
.1r{
o
c¿J t
3
73,g
r0
\l ?ô
niet aanrezrg (vraåg 18) wel aanweztg (vraàg 18)
oo?
78
t?
.26
wasEâchrne/
nt.2/3
¡
22,t0
rL
0,1
18, PÀGINA 4 vFÀÀ1 2l DÀ: ÂÀ\'r':F21.:ç ÀÀI'!,;EZ:G :S VFÀÀG 'l
nr.
52
0.2
ONDERSTÀÀ}¡D SCHEüÀ ÀÀ¡¡ DE HÀ¡¡D VÀN I/TAÀG
scofzu:,9er
,0
v
Z:J::, SSTE: VERVOIGE::S "::--1 :--1 !::{ À??Àq.ÀÀT À?PÀqÀÀT i¿nq.: cEEt KÀÀ-R: 1. 'ri!e gebru:-<: h:e: :; h:rs, fs ne¿ gezln Ðeesra: nåàr aån de hand van cieze kaàrc, Ênc. : EEN ANTW@RD I
!7,2
.49¡0
7¡3
.
26,9 1,7
,9
I0r1
v
21,4
ENq.¡ STREEP AÀI'¡ IX
89
19,9
30¡4
keuJ<en
N
48r5
nacnane
nt- 16/|,.
l.
weI aanv¿zro (vraao 1e)
Hoonki¡¡ûe
t)'Femacntne
nr.: lnr.1 sl,s . 80¡2
we.E nret (vraàg l8)
ÞLaats lvraag
| ctooc-
0,7
13
t4
. 2
4
1
a
3
Volgno. gesprek:-------
-
7
Enq.no.
9
B 3441-5
10
I
75 ^-t llioor: ¿¿
u wel eens gelurden 87
23
24
t<
oÍ zole:s
?
.9
ls dåÈ stÄdsverkeer. snelverkeer of beide stadsvcrkeer
?
.
14¡6
snclverkeer
Enq': GEEF KÀÀat 5' rn uerke Eatr vrndt u de qelurden van heÈ stadsvlrkeer hier Èer prekÌe hhderlrjk of nier hinde¡rijk ? Noc'r u."., á" leÈrêr, aie voõffi'aitwoord sc¡ar.
¡
o
van eeq-verkeer ? Dus van aurc s, bussen, broE¡retsen
.5'8.
.to'?
lr
I
Enq': r¡¡D¡EN u B¡J
vF.ÀÀG
OI'ER OP M¡{¡IIJZ¡NG
P
Enq' 3 GEEF KAÀ¡r
hlnderlijk
?
.
23
.11,!
l,
.ts'E
EE¡'¡ STREEP Àct¡tER
l,
j"
.23,3.
"beide" HEBÎ
]4,2.
cEzEE VRn'ilG 25
Dissend
srELlEN,
= 2t9 : L614
À¡tDERs
5' rn v.lke EÀt! vlndÈ u de gêluidên van het sncrvcrkler h1ê! ter plc¡ùe hindclrijk u Eâ¡r de leÈter, dic voo8 uw ¡ntr/oold
of nier
NoGrûÈ
^.2,9fa .3'!1,
.2,9
1,
.3,7.
1.
.a,3.
l,
w.n./9.a. 0r6 lssend door routing
L17
81r1
P Enq.:
VRAAG EN NC'IEER tN O¡¡DER.9!ÀÀ¡iD SCEEUÀ rELKE BUREN ER Z¡JN, VE:RVOLGENS PER ÀÀNI{EZIGE BUUR DE VMGEN 26 EN 27 TELLEII.
2G
Enq.:
GEEF GESPREI€KAÀRT 6 ÀIs u de vcrstandhouding EcÈ uw ,...... (Eng.: ì¡OEil DESEEfREIFE¡ÍDE BUREN) zou noêren årngeven, hoc is dêzc dÀr¡ ? Geef us antwoa:i Eaår aan de he:i van deze kaa:i. Heeft u het algelopen laar probteDen ove! geluid,hj,nder gehäd &eE us ..,..., (Enq.¡ NOEJ.I DESBErREFFEÀÞE BURE¡i) ?
linx.rburen rechterburen bovctìbu!!n åÀnvrlztnd P niaÈ â,affa2rg Y.l, àà¡tu.zrg
.Ì3rÍl
14r3.
86.6
.76
85.7
rÍ
onde!.buren
.75r1
23,5
géén bulen
.3r3.
24 17
?
OP
f
v.rscandhoudra€ &raag 26) 100t
zaa!
23.6
goad
. 8r8
51'0. .8r8.
1'5
.Ir3.
1r0
.1r0.
. .
3¡..cht
zaa! sLecht
ô7
ze nreÈ
g:ñ:Æo.å.:"./k.nr problepen (vrarg
,3
9,8
J8'l 9 I
J9,l
10
2
.11
2L,t
16,5
Ì
27)
l
.7rl
.6'8.
.L4 rZ
.8rZ
nacn
.85 r5 7 r4
45,2.
,67 ,2
.7Q
Enq.:
/q. a.
.
!
8,0
STREEP AA¡,¡ ÀÀN DE HÀND VÀ¡¡ EOVE¡STÀÀ!,¡D SCHEr,tÀ
áén of n..!d.s. OrrER OP
B 34{¡-6
/
.20'l
L6,0
416
rf
. 1r5 . Ir5
7
. 1r5
l0'2.
4,5
V
J. w. n.
o
23 1
.50'9
90.d E tj'g
I
T
heran ! t/R.t¡G 28
â.¡rg.rtlrêpt
.L4t9
(
18,4
I
t2
20,4
211
g€an rriJ(.lc Errl jg tÀng.ltrcepc
.3
OVER OP
\¡Rr¡c
gl ,9
30
I
34¡¡l-6
76 2t l tlerc u ooor eet var. 1
deze
'''I2,9
n".r.3,0. l:"
Þurei ge¡.:n:er: ? 3: Iâ, sê-- Tas oorzådr: ? En;.: ccE! DccRvÂ;.:=:: radio/muz iekins tr . 4,3 dlerengeluiden dlerengeluiden 1r5 -E'H'' slaarrde deureo/trEppe¡-Lo¡e!/_sts¡lpeJ_ _ _ _ _ _ _tr_4 .
maai-/boor-/zaag-/e.a.
,o
30
---1¡
nachines
ondentrndÈ u oort wer ecns gel
neg¡62,8.
ir. l-
.37,3 r.w.
!
,
uw
L! 93 :i
zo ia., waE rs de oorzaa-k
¡ $ s_
Bo*å8f,7B.*p"n
__
Àl,s u op dezG Eånrar gnÈspamrng zoGkt, aân h.t recr!è!ên banÈ, hêcft u darì lr€l ecnt Iårt vrn lrsâå¡ 74,6 Ja .25
?
I n..n I- -
't
100r
Enq.:
5. K\:nt u aàn de hand ven deze kèar-- zeggen hoe hrnierrijk NoæE u maa: ie leÊÈe! ire vcc: uw àncrcord scaa--. GEEF KÀÀRT
OVER OP VnÀAG
ié
u dat,¡n¡:. A=efg hindeflijk
lllrrr .22,L I e .3s,3 I c -.20,1 - Il- e .to,Z - I| ll'
o,4ln=h"t"r"al nier t r .8,? þ.n./s... '- Il" ' '' I I htñ'lêrttik " .2,2 9Jàmecr u oP die noorc zoEaldag uttqaàÈ oE re ontspâD¡¡en op de Eâ¡rer HaaroÞ u dat heÈ liefste doeE ....... (Eng. : NoE¡{ AcfIvIlEIl) ziln e! dan plekken vaar u uavcr n:.€t koEÈ vary.g. de herEie 'l(nlssend door routing = 74t61 914 J. .le '9
35
Å'á
8r6
anders
34
naan
6 uât voo! soort lâHrar gaat hes du ? verkeers radlo/muz leklawaai 3r4 ootoren/broof ietsen 1r3 schreeuwende/pratende mensen
vr t
schreeuwende/gl I Iende/hul Iende kinderen (bables ) 0,6 herrie zweobad Q'4
L12
stadsdnÌkte
f
0rl
abrleks/bedrl j f s lawaai
herrle stadlon/voet-baIve Id
0r8
0r0
ovrr de vonlng peårtn u uoonÈ. HlaÞeê bedoclcn w¿ de rænccnhcld, Hoont:r¡tEt,e d¿al vàn êcn rcnrng.
Dê nu volgcndc vragcn gaar¡
respecttevclijk
36
Bent u of I's een vå¡ de a¡dcra Ieden vàn uv gezrn,/huishoudrng ej,genràr våJr dezG rcn:,ng
.45,!
Ja, ergcnaå! 11
Is de wonrng êen (Enq. ¡
;:îi:::i:*"' GangGzrÉhu¡¡
tt¡¡tcnYon¿ag
Enq.: 38
,
OVER OP \¡R
| n."r, gecn e¡genràr LEES
Op)
?
w'n'/g'a'
.5311
.€nsczrnshu¡.s.hockronrns
.27,
- . lnalals
.tn,q
.t"1 lfü:;-"ålti";.ifiåi1,'"
l:"ï::ïitï';'
Y.n./9.a.
3r0
t.ll
l:
O,7
tG ¡ll
Ho.vccl vct-cllcPi'ngaô h..fÈ het gcbuv e¡.rl!ì d.z! vonl,ng l1gt ? (missend door routÍng
t.
o,2
|
.tn,q
¡r ll ".
.
rTrjs tz"
ro
.n,'.
1,,
or
E..r .t,s. [,... nr..
7118)
.0,r.
0 | 1 | 2 | I | ¡ | s f 6 I t I a I e I ro I rr I rz I r: I 0
B
-
3r¡¡l
J
l-7
1
n
?
--oEateÂ--:----+jq-
star u voo!, daÈ u op eên æo:'e zoEêrdâg uiÈgaÀE oB ce onBspanf!€n. dat kan dus vå¡ artes zi.ln, zoa.¡,s zerlen, fletsen' naar sport/culÈulcle evenGErnÈen e.d. wàÈ doec u d.an hct llefst ? Enq.: EEt{ ÂMlf{ooRD zeIlen/ Surlen/ waEersport ItL op een Ee t lefsen wa¡de1en in de tuin thuis blljve¡r/op visite gaan 1,t l'9 naar zee naar 4tj auÈotocnt maKen Ltj 'Ëiå vrssenbod, hel zwemnen 2rO naar culturele evenenenten 1'5 sport,/df vers ( akt+pass )
Enq.r
1;Å
a
olgno. gesprak:-------
7
-
Enq.no.
I
r¿
'1
B 3441-7
,28,2.
77 Op welke verd¿eÞ¡ng
lle vercireÞrn= ofhoee!
Liç: de woor¡kù-er O'2 1.. t,-re' 'l;;,;.;r,;;
6r4
¡s de wonrng DeE een personenJ.::: bererj(¡aa= 41
Wajìneer
rs deze won¡ng
? Enq,:
gebouwci
?
I
:"
;:,ï"::,= .0,g.
l^."n
4,8 .14,9 souEerraln DeoanÊ qrcn:
.rs,? I
ZONODIG LÀTEN SCHÀTTEN.
190s of lrgoe- I 1931- I le4s- ,rrr- | ,r.o-l ,r.r- | ,rro-l,rrreelcier lt93o I rsla I rssn 1e59 | 1964 1t969 I ßta lßts .s,2.1.8,1. l.ø,:, l. s,r. .s,+. l.a,e. I to,o. ¡¿r,r. l.e,s.
I 980
1981
¡
982
t 983
I 984
r
t9e6/
985
196Ì .2
,6. .2 rI.
.2
rL.
.3 ,0. .2 'o.
.3
onbekend
r0. ]0,3. .6 rO.
Enq,¡ ovER oP vRÀÀc 4l
Is dit een vooroorlogse- of een na-oorlogse wontng vooaoorlogs! Honing (voor 1945) .3¡2.
?
lna-oorlogse wonrng (t94S
43
Hoort bij dezc sonang een æ
Èu:.n, erf, paÈro of binncnp¡ââÈs
Heeft dez! Honlng een bal,kon ? Itloeveel ka+grs z:-r er Ec:ael:: rEel,ien; zciierxr.€:s trce: : i el iltrr¡rr t kå.Eerl 2 I ¡ 4t5 . 46
r,e
7,6.1 . |.
ls
¡.lå! rs de oppelvraj
l20-29
w.n./v.a.
43,4. l3o-39
n¡
(in welk laa!) benÈ u op d¡,È adres koDcn wonen trea re83 tes2
l33t'l'"'l
.20,þl.B,4.l.s,B.l
I
|
.
.7,6.1
ffi
nee
Ee
Ort
I
SCHÀTrEN
.30rg
l¿o-¿g,,
.rorg lso n: or
w.n. /qLa
0,3
De€r
?
?
ll:::-l r:r:-l| 1974 l:::-ll:::-l l::q-11?::-lt?:9-l rsas or r9er | :979 | 1969 | rsel I t9s9 lt9s4 l."rd",
.t,r.l.4,r.l
0,9
l0 of Eeer
¡s de vloêr boven.de woonkâ¡¡er (groEendeels) van houÈ of bêton- of sÈeenÀchtige elæ.nten .32r8lbeton/steen(åchrrge) e.l.eoenren 66 r0. houÈ vttn./qra, IÃ2 Wanneer
49
I
n¿
I
? D€ keu:Ke:, bad¡ajae!, ooen ¿oLder, h¿1, en gand d:enE:
r_Ë€-_e_-e-..
13,q . 40,41 . 2s,31 .?,3.1.2,7.1 .0,e. | .0,s.
ulnder da¡r 20 m¿ .10,o 47
de:e h:::t3
.2r3. lHcer nrer
ne.n .74r4
?
n.cn .3,4.
.21t3
la
of laÈert
otlb!keni
ts,:. ¡.r.1,s1.8,2. i.t,r. l.z,o.l.r,s.j .:,0.
Enq': GEEF KAÀ'RT 7' I'Jrrt u b:nnen tvee -ìaar gaan vernurzen ? wirt u uw üÈwoord geven aan de hand van deze kaarE. Irst evcnEueeL wel zou wel wtJ.len beslisÈ heeft aI ànciere hu:sn¡et 68, mrsschten nreÈs vrnden 18,l 8r7 vesÈtnq gevonden 2
bes
l*-
.2,2. l".I
ro
lo I
B 3441-8
B 344t-8
i
78 : j beL-_ u ¡.:e-_ werxzaæ ntec werJczaañ, E.H. : gepensrolVeen welkkrlnq . 9r9.l(incl. neer:, ft:i, ilensE, renEenter, Iwelkloos, rachcgeÌd, VL:
5C iBe::-- u :ians werx¿a¿;. :,:. aeroeE o:- !ea::l: I
chans
I
verle verleÊ, z:ekre, .n3rl pa:'È-Elie
(incl. ce-I ti.ner
verlo:,
welk)
) 51a
I
arbercisonoeschrkÈ)
¡n welk soort bedlrjf bent u yerkzâu, wat, rs daar functJ,e ? Is dit een leidinggevcnde functie ? IND¡B¡ JÀ : Aan hoeveêl personen geeft u, oede vra anderen, leidj,ng ? Enq.r ZEER NÀUI.¡KEUR¡G NOTEREN
uv
v
5fb) ln welk soorE bed Hlt' was daar uw f gevrnde functre ? IND¡EN JÀ ¡ Aan hoevee.L personen gaf u, aede vta .ndêren, Ieiding ? Enq.! ZEER NÀUWKEUR¡G NOTEREN
soorE bedrijf
:
9ê.n welkktino
-fu¡¡ctre leièinq ovêr 52
0r8
gehad'
Enq,:
pêlsonen
:
Bent (wås) u als zelfsÈðldrge werkzåaE of bij ôe overhcid rn roondiensr or eis*a-;;ã;
VERDER HET vnÀAG
in Ioondlensr
3î
?
.3?,5. l-r¡issend door 53
werkt u legcl¡aE,rg ook 's àvonds of 's nÀchts, zodàt er penoden ziln dat u ovcrdag æc
54
HeefÈ
55
Kr.urt
u oÞ uw welk wer eens rasÊ (qêhåd, var
I routing
34,4
3511
L.
En:.:
u trrJ zeggen van werk rawaa: u wei eens eP qw werà Herk tasE op uw ( nåd , rast neelE heeft (håd) ?/ Enq Enq.: .:
Bijv.
40,4
/
slapen ?
C\.lE.r. CP
GoED DooRvFdGElJ GoED
i'F;;:
.
Eachrnes rs n¡eg genoeg, Daâ¡: vragen waE voor nach:,nes e.d. Noteer de genoemde üÈHoorden lrn volgorcie van tn scheEa onder vraag 55.
opnoæen op de alàårvoor best,e'Cie strpperrijntles
R Enq.¡ PER GEGEI/EN 5ó
À.tfTt{OORD BIJ VRAAG 55 VRÀÀc 56 STELLEN Enq.: GEEF lqÀRT 5' Àls u ciàÈ (Enq.: ¡¡oEü LÀt¡MtBRoN) op uw werk hoort(de) in r.Ike Eare vrndt (vond) dat dån hrnderrijk ? Noe.Et u EàÀ! de letÈer die voor uw antrooral staàE.
VRÀÀG
VRÀ¡C
55 : LaHaÀibronnen genoenci åIs
u
56 : !.1åt. van hrnderlrikherd
eclste : verkeersdn¡kte 7r0 dercie
: kanroormachl"""(;#::':;'.:iåil::;í"::o""'*'),
vre¡cie
:
bourmachines
t.t J= 6r4
jvr¡tce . muziek/radio/Iuidsprekers
419 I
wect nleE
Þoor- eu freesnachines
BEROEPENCODERING.
Enq.¡ IN
DEZE VÀKKE¡
NIE!
STREpEN; UITSLU¡IE¡¡D VOOR TMTERNE VER¡{ERK¡NG.
516
9 I
10
.1.
BEDRIJFS CODER¡NG
B
344
t-9
-
'l'l'l' "r"t"i'
5
l'
't'
Volgno. gesprek:-------
B 3441-9
79
lenq': ceEr
KÀÀ'R: sc¡looloPLETDTNGEN-cRr'-s. zoud-- u aa:ì c! hand van deze i
I l"^' l*" Iro 1"" l"¡ lr" I l,a,z.l.tr,gl.r,r. l.rz,ql.re,rl¿+,zl 58
I
Heefr u dezê optei-ding wel, of nre. volÈoordæ
.
w€I volÈooid 59
64,41 ' .
tl,s
'",71 .'", . ¡nee oezrg
lniet vol,Èoord
Bent u ongêhwd, gehuvd of gehuvd geweesE ? IìСEN GEHU¡¡D GEflEEST : Bent u geseheicien of wcdurr(e)nâà!
28rZ
ongehuwd
Enq.:
SIREEp AÀ¡¡ ÀÂN DE HÀt¡D vÀ¡¡
gG.n hoofalkostuÍr¡ner
6¡
geschercieñ
o60rg
Hm cEz¡NsscltE¡,1À
wcouwsEàat
(VRAÀG 05)
. 45J
uel hoofdkosEsrrure!
D¡Etf! U DEZE EN VOIÆENDE
thåns YcrkzÀ!¡o
VR"AGEN ÂÀN
TE
34,
gePensroneerO
' renEenrer,
g€cn verkj(ring
zonder
¡o
.r,1. l=-lra .o¡4.
verce:
Enq.:
VERDEP.
62b) In wclk soort bedrj,jf sas hrl/zrl wae wes
l..rt.
hu.J'svrous
< 2 (incl. ßrI. diensE, o' I ro s, wachÈqeli,
¡n welk soorÈ bedlilf is hi j/ztl werj(zau, war, rs daar zr¡n,/haa! functre ? Is d¡È een lerdrnggevende funct:,e ? I¡¡DIEN JA I Aa¡ hoevee¡ pelsonen geefÈ hL)/zi), Eede vra anderen. Ieidrng ? Enq. ¡ ZEER NÀU{KEURIG NOTEREN soo¡t bedrj,jf
¡N
PASSEN
niGr Herkzau, r.w. : (missend door routing 54¡6)
(lncl. Ect verlof, varleÈ, zrekÈe, È-trne werk)
62¿
.54 ,5
Eno.: OVER OP rs de hoof¿lko¡cYlnner, dus ....... (Enq.: NoEü PER500N voLGENs \¡RÀAc 05) uêrkzaâÐ !n beroêp of bedlilf ? Enq' ¡ DE HooFDKosrtdrNNER KA¡¡ EEN Ex-Ectf¡GENoor oF, via penlloenvooazrenrng, EEN oVERIEDEN EcttrcE¡¡oor z¡JN, ZOIN GEVAI.
¡ 3r9o
geHresE,
?
gchund 60
u\
Mf
VR¡rÀG 6,i
he-- laaE,sr werkzââE,
dåa! zijnlhaar funct:.e : wffiã
le¡,ding-
gavcnde functj,e ? ¡!¡DIE¡J JA ¡ Ààn hoeveel personrn gàf
hLJ/zL), EGd. vra üdcrcn, leiding ENq. ¡ ZEER NAI¡'XEUR¡G NOÎERE¡i
:
geen
?
verkÌrrng
gehäd
leiding ovcr 63
rs (was) hL)/zL) als zerfsÈancitge werkzåæ of bll de over¡reld rn loondiensc of êrgens ancie¡s rn ioondtensr ? (mlssend door routing 5612) zelfstandig weri(zaù
64
brl overhe¡d
ergens üders rn loondiensÈ
Enq':
GEEF KAÀRT scHooLoPLErDrNcEN-cRrJs. zoudt u aa¡ de hand van deze kâârE kunnen zeggen wac zrlnlhaar hoogst genoten schooropre¡dtng ¡s ? NoeBE u maar
Hr,' I HB I8A IMB l¡r¡ lie .3,0. 1.6,I. l.z,s. I.e,2.1 .s,6.1.ß,1 65
HeeÉt
hij,/zij
(missend door routÍng 54r5)
dcz. opl'.iding wer of niet vortoord of is hi,j/ztl
vcI vol.Èoord
.35tllnr.t
BEROEPENCIDERTNG.
Enq.: rN
I
12
vorÈoord
DEZE VAKKEN
.3'8.
lr". b.rr9
er nog EG. bczrg
!rB
9 I
(missend door
routj.ng 60¡1)
r
NrEr srREpEN; utrsLUrrEND vooR
5 16
?
¡¡ITERNE vERtfERKrNG.
r0
BERIJFS. CODERING
B 344t-10
B 3441-
80
S it"=.:
DE vRÀcEr:
66 I GRoolTE
66
T/t 69 A.or{srREpEli À;¡r DE HÀrÐ vÀ* HET scr:Er.å o; pÀc:ì;;. :.
HUISHoI,DING
(' totaal àå¡cal personen,
57
ÀÀllrÀ¡.
1
2
3
jr,r.
Pers. 32.5
Pers. Pers. 16,6 23.2
I 2 PCrs. perg,
PEFSONEN VÀ¡¡ OUDER .
16 JÀÀA EN
L9,4 68
69
PLÀÀTS VÀ¡¡ O,P.
IN
DE HUIS¡IOUDING
:
56 12
5
6
Dels,
Ders. Pers.
4
4
3
pels. Pers, o,¿ l3 ,8
tô
7,L 6
5
7
0r2
0t3
neer
o12
.o'7.
Pel3. Pers. pers.
lr8
9 pers.
of
pers.
I
9 pers.
o!
pels.
oeer
(EEN STREEP)
hoofdkostHrn¡er
J316 lhursvrou*
(schoon)dochrer (vm de hui3vrcw)
'
.32J
4r9
' Enq.! u !{Àc sf.Ecms
¿orrel hoofalkostrrnner als huisvrow
]I16.
ütderr relrtie tot de huisvrouw
. 0t9.
: oF BtJ À, oF BrJ B. oF BtJ c 6rt . of Jongcr 35 jÀÀs of oudÊr JOrq of Eøsc.nschåp van 2 of Eeer volw.r!.nên vå¡l l8 Jåar en oudGr (Enq.: L¿T op : ER zIJl¡ DUs cEE! FEnsoNEN vÀ¡l 17 JÀÀn OF JONGER IN DEZE HU¡SHOUDING) I u¡a.n¡an ¡eefÈ1jd vàn de huisvrouw ts : 34 iaa.r of Jongc! Jlrl l¡s Jaàr of oudcr 3114
sÂl{ENslElLrNG au¡sEouDtNc/GEz¡NscYclus,
À)
ÀILEENSÎÀÀI|DE, wa¡¡rlrên de
B)
@lE
leefÈljd !s
EEN srREEp zEtrrEN
34 jåar
:
I
C)
GEZ¡N ¡rET IIIU¡SI{ONE!¡DE KINDEREN vAN
-aê=
a tlt:, 5 6 c/n L2 laax uiÈsl,uitenci !3 È/I¡ 17 jaà!
u:tslu::e:: urtslurt,enj ?0
Enq.:
71
O.P. woont
:
72
woonptaaEs
o.P.
EEl.¡ STREEP
0 T/t'l t7Æ,warn'ån
Leeft¡ld kinderan
I
I Utnnen Eijn aigrn
73) Provrnc¡,e
:
Eno.
¡
Dlln enquèEeursnüEner
va¡1
t5
Treede c:ìfer
van nr:n
enquêÈeulsnwer :
I t l.
OVER OP
:
VRMG
0
1
x
0
ncan
0,7 . 79.9
woongc¡ !?anEe
:
76
2
3
4
5
6
2
l
4
5
c:r fers
Lr__i Noteer hui.snu!@a! O.P.
0 L4
I 3441-1t
20,L
Jr
buiten nrln ergen woongeDeenÈe
Eerste c:lfer
ir'ï: il
. ¡"'
: Er :.s (z¡ln) (ook) thurswonende kind(e!en) van 16 raÀr of oude! :
14
¡
.Sr7. l*... C :':- : taa= E:: Ër. € r/; .l 2 jaa: 5,2 5r3. l".r 0 t¡n 5 lr, EN vân t3 c/E 17 jr. g,e : :;; L2r1. fvan 6 t/Ã !2 lr. EN van t3 È/r¡, 17 jr. 5,4. Itan ll t/E l? jaä-
Volgno. gesprek:-------
I
6
o
ð
9
83
¡
Þ a helenraal niet
h.inder'ì
ijk
t B niet hinderì ìjk \ C net niet jnder'l.ijk 3 E net hinder'lijk 7 r hìnderl ìjk f H erg hìnderì ijk h
Bij
enquête ß 344t
- zeer g0e0 - goed - matì g - slecht - zeer slecht - geen contact/kent
Bij
enquête B
3441
ze niet
84
- beslist, niet - eventueet vleì, r,rìsschien - zou wel rvl l ìen, kan n.iets vlnoen - besllst rvel - heeft al andere huisvestìng gevonden
B
i
j
enquêre
ti
3+4l
KAÀRT
7
85
1.
S.
PERSOI.¡ENAUTC'S EN
TAXi.S
BUSSEN
7.
4.
BESTELAUîO'5
VRACIITAUTO'S, OOK
I,IET
OFLEGEER
5.
7.
¡IOTOREN./T.4OTORFIETSEN
LAND- EN
EOSBOUUJTREKKERS,
TRACTOREN
9.
TREINEN
6.
8.
10.
EROIIFIETSEN
IIILITAIRE
TRAr.rS
VOERTUIEEN
86
I 1.
15.
15.
tlETRO
RANGEERTERREIN
PLEZIERVAARTUIGEN
12.
14.
SPOORI.JEGOVEREANG
BEROEPSIIATIGE SCHEEPVAART
16. PASSAGIERS- EN VRACHTVLIEGTUIGEN: DE ZG. GROTE BURGERLUCHTVAAFT
17. sPoRT- EN ZAKENVLIEGTUIGJES, RECLAI'IEVLIEGTUI6EN: DE KLEINE BUREERLUCHTVAART
18.
ULTRA LICHTE VLIEEìTUIGJES
(U.L.V.'S,
ZELFEOUT/-
VLIEGTUIGJES VOOF EEN TTJEE PERSONEN)
1?.
HILITAIRE VLIEGTUI6EN (6EEN HELIEOFTERS)
20.
HELICOPTERS
OF
87
2L
.
23.
f
5.
ÌIODELVL I E6TU I6EN
2=.
EN
SLOCPTERFIE I NEN
BâNEN
?6.
.
?8.
BULLDOZERS
(BIJ
HEII.IACHINES
BETONTIENBERS
(BIJ
BOUW-
oF sLooP-
BOU[¡¡-
OF SLOOP-
tIERKZAAtI-
tIERKZAAt'1-
HEDEN
HEDEN t
!
þJEGENBOUTìl)
TJEGENBOUW)
30. GRONDVERDICH-
TEFS (EIJ
19.
TORENKRANEN
(BIJ
TJEEENBOUT¡, Ot'l
EOUW- OF
SLOOPT4ERKZAAMHEDEN,
BEDR; JVEN
OEFENTERREINEN, SCHIETTERREINEN EN SCHiET-
TIEEENBOUW
27.
OF
24. MILITAIRE
TERREINEN OF PLAATSEN LADEN OF LOSSEN
BOUU¿_
FAERIEI(EN
I¡JEEENBOUT¡J
)
HET ZAND AAN TE STAMPEN VOORDAT
IIEN
EìAAT
BESTRATEN
88
51
.
SLE¡FÈA¡i=RS
OF DRiLLBOREN ( B I.]
,z
BOUI.J- OF ZAA¡,iHEDEN,
3S.
-
14EGENEOUI.J
)
)
34.
MDTORCOHPRESSOREN
(EIJ
GATEI.I (BIJ BCUI^/- EN
SLOOPTJERKZAAI,lHEDEN,
SLOCPWERI<_ WEGENBOUT.J
STROCIIAGGñÉ
EOUI,J-
I.IOEIELE
PONPEI.I (EIJ BOUW- EN
EN SLOOF-
SLOOPI.JERT':-
TJERKZAAÌlHEDEN,
NE6ENBOUT^J)
zAAI"IHEDEN,
WEGENBOUTJ)
35.
hIERMISSEN, CIRCUSSEN, PRETPARI'iEN
'
f,A. DISCO'5,
BRADERIEEN
58. 37
.
THEATERS
ACHTERERONDIIUZIEK VAN WINKELSTRATEN
OEFENLOI{ALEN VOOR HUZIEK-
VERENI6I N6EN, BANDS, PtrP-
SCHOUT¡JBURGEN
' BIOSCOPEN' CONCERTZALEN,
GROEPEN
40. 39.
DANCINES EN AND=RE
HOREtrAGELEEENHEDEN
E.D.
SPORTVELDEN, STADIONS, SPORTHALLEN, Zl,lEtlBADEN, TENNISVELDEN E.D.
89
4t.
BURGERSCHIETBANEN
4?. FACE- EN CROSSCIRCUITS,
SKEL_
TERBANEN
43.
45.
47.
44. BUITEN SPELENDE
KERKKLOKKEN
LOPEN OP GALERIJEN EN
TRAPPENHUIZEN
IN
INSTALLATIEEìELUIDEN VAN OPENBARE RUIMTEIq ROND DE WCI{IN6 (ZO_ ALS LIFTEN, STORTKOKER, VLA6GEHASTEN, TV-ANTENNES)
46. CELUIDEN VAN AUTO'S E.D.
)
48. KOELINSTALLATIES
OP GEPAR-
KEERDE VRACHTAUTO'S
TAKKENVERSNIPPERMA-
CHINE UIT
IIOTORñAAIER VAN OPENBARE GROENVOORZ IENINGi
PARKEERPLAATSEN
(SLAANDE PORTIEREN, STARTENDE
50.
4?.
KINDEREN
OPENBARE GROENVOOR. Z
IENING
tr,,i!':, ii\\ i;
*ffi 'f:' S. ?,
;1li
-:l
â -7'
90
51.
CV-INSTALLATIE
53.
FAAM-, TOILET OF
BADKAHER_
VENTILATOR/CENTRAAL VENTI-
5=.
54.
LATIESYSTEETT
55.
=7.
59.
DEURBEL VAN DE EIGEN I¡JONING
AFI¡ASIIACHINE
IN DE EIGEN
WATERLEIDING EN I¡JATERAFVOER IN DE EI6EN IdONING (DOORTREKt{EN TOILET, VOLLOPEN STORTBAK, LEEGLOPEN BAD E.D. )
56. AFZUI6}':AP IN DE EIGEN WONING
38.
h¡ONIN6
DROOETROHT'|EL
BOILER,/CEYSER
I.JASMACHINË OF trENTRIFUGE iN
DE EIE¡EIì
óO.
KOELKAST
I¡JúNING
IN DE EIG¡EN
WONING
9T
ó1.
VRTESKIST,/VRIESKâST
EIEEN I¡JONII'tG
é3.
KOFFIEZETAPPARAAT
EIGEN
65.
I¡IONING
IN
DÊ
IN
I¡JONING
DE
SNELKOOKPAN
64.
KEUI(ENI'IIXER
6?. NAAIÎIACHINE IN DE EIGEN
IN DE EI6EI..I
WONING
6é.
68.
ALLESSNIJDER
STOFZUIGER TJONING
WONING
EIGEN
I4ON I N6
SAPCENTRIFUGE/VRUCHTENPERS/ CITRUSPERS IN DE EIGEN
67.
62. KÉIFFIEíOLEN IN D¿
70.
TELEFOON
IN DE EIEEN
IN DE EIEEN
UIONING
92
7L.
TYPEMACHINE t,!CN
IN DE EI6EN
7?.
73. RADIO,
STEREO-INSTALLATIE
OF TELEVISIE iN DE EI6EN IdONINC
7=¿. NIET-ELEKTRONISCHE I1UZ IEKINSTRUI',IENTEN IN DE EI6EN TJONING
77.
IIICRO COIIPUTER/PC
I NG
74.
ELEKTRONISCHE MUZiEKIh¡STRUMENTEN IN DE EIGEN WOI.{ING
76.
SCHEERAPPARAAT, LADYSHAVEF, TONDEUZE
7á.
HANDHAARDROOGKAP/ HAAR-
AAUAF I UMPOFíP
DROOGìI-:AP./ FOHN
8O.
CIRI":ELZAAG
IN
DE
EIGEN WONING
7?.
ELEI{TRISCHE BOORI,IACHINE WONINE
IN
DE
93
g¡
DECOUPÉER.
¡AA6 IN c.
.1.
42.
DE
btN
I¡JON
I NG
83. VLAI{- OF FANDSCHUUR-
MACHINE IN DE EIGEN
WOl.¡
84.
i
Ì.,¡G
SCHAAF-
HACHINE IN DE EIGEN
t¡ONINE
85.
rJPMêEHIÌìE IN DE E i G=NI sL
I¡JONING
NIETF,ISTOOL_ IN DE EIGEN [^JON
I NG
Eó.
HANDGRASIIAAIER
TUIN
47.
ELEKTRISCHE GRASMAAIER UIT EIGEN TUIN
88.
90.
UIT DE EIEiEN
MOTORERASIIAAIEF UIT DE EIGEN TUIN (EENZ INEIIOTOR)
ELEKTRIStrHE GRASKANTEN-
El9.
ELEKTRISCHE HEEGESCHAAR
KNIPPER UIT DE EIGEN TUIN
4
94
9i.
?J.
I.íETTINGZAAG (EIEEI])
LOOPGELUIDEN (OOT{ TRAPPEN_
LOFEN) IN DE EIGEN
97.
99.
94.
TJONING
9=. HUISDIEREN IN EIGEN SCHUUR
S?.
96.
EF TUIN
AFLJASI'IACHINE VAN
DE
BUREN
EIEEN
IN
DE
T{OITING
SLAANDE DEUREN
IN DE EI6EN
l.¡ONING
WONTNG,
DEURBEL VAN DE BUREN
SFELENDE I";:INDEREN
ç8.
I^IATERLEIDING EN WATERAFVOER VAN DE BUREN (DOORTREKI{EN TOILET, VOLLOPEN STORTBAK, LEEGLOFEN BAD E.D. )
AFZUIC¡T{AF VAN DE BUREN
1OO. WASMAtrHINE ÐF CENTFiIFUGE VAN DE EIUFEN
95
1O1.
I':OEL}i:AST VAN DE EUREN
LOZ. VFIESKIST/VRIEShIAST
VAN
EUREN
103.
1O5.
I{OFFIEZETAPPARAAT VAN EUREN (BIJV. EXPRESSO)
DE
SAPCENTRIFU6E./VRUCHTENFERS./
CITRUSPERS VAN DE BUREN
TO7. NAAIMACHII.¡E
VAT.I
DE
BUREN
1O9. TYPEI'IACHINE VAN DE BUREN
1O4.
106.
KELJIJ.ENÈIIXER VAN
DE
BUREN
STOFZUIGER VAN DE BUREN
1OB. TELEFOON VAN DE
BUREN
I 1O. RADIO, STEREO-INSTALLATIE OF TELEVISIE VAN DE BUREN
96 11
1.
ELElr,TRa¡{IStrHE MUZIEK_ INSTRUHENTEI.¡ VAN DE BUREN
11.".
NIET-ELEKTRONISCHE tlrjZ IãKINSTRUI'1EI,.iTÊ¡I VAN DE BURãN
174.
trIRI.íELZAAG
VAN DE BUREN 1
13.
115.
ELEFíTRISCHE BOORIIACHINE VAN
DE
BUREN
DECtrUPEER-
ZAAG VAÌ.¡ DE BUREI.¡
IL7. VLAK-
OF
FANDSCHUUR-
1
1ó. SLIJPTIACHINE
VAN DE BUREN
1
18.
I.4ACHINE VAN
DE
1
19.
SCHAAFIÍACHINE
VAN DE
EIUREN
BUREN
NIETPISTOOL VAN DE EUREN
L?O.
HANDGRASI1AAIER VAN
DE
BUREN
97
L"
T
.
ELET'TR I SCHE GRASF1AA I EF. VAI.{ EUF.FN
I:-I.
HOTOFGRASMAAIER \./AN UREN ( EÊhIZ I NEIICTCF
Lg
E
1?4.
ELEI.{TRISCHE GRAST
KNIFPER VAN DE BUREN
1?5.
ELEF:TRISCHE HEEGESCHAAR
VAN DE EUREN
1?5.
I{ETTINGZAAG VAN DE BUREN
L?6.
SPELENDE IiINDEREN
BIJ
DE
BUREN
L=7.
(OOI.: TRAPFENLOF,EN) VAN DE EUREN
LOOFGELUIDEN
I29. IIUISDIEREN VAN DE BUREN
1?8.
SLAANDE DEUREN WONINGEN
UIT
BUUR-
98
BIJLAGE
I]I
STEEKPROEFVERANTT.TOORDING
Alvorens met het hoofdonderzoek werd gestart ís door middel van een proefonderzoek de vragenlij st op duidelijkheÍd en begrijpelíjkheid uítgetest. Daarnaast, kan door dit proefonderzoek nagegaan worden of er sprake is van consistentie van antwoorden. De respondenten van het proefonderzoek zijn nl. in het hoofdonderzoek nogmaals benaderd. De onderzoekpopulatie werd gevormd door personen van ló jaar en ouder. De steekproef is door NSS verzorgd. Uit het woonadressenbestand zijn
aselect adressen getrokken: de zogenaamde rrstartadressenn. per startadres diende men 4 volledige gesprekken te voeren. op het startadres zelf mocht echter geen gesprek plaats vinden. rn totaal werden er 4.315 volledig bruíkbare gesprekken gevoerd. Daarnaast zíjn 46 gesprekken gevoerd met personen die ook al in het proefonderzoek zijn ondervraagd. Na bínnenkomst is per regio en leeftÍjdsklasse een overzicht gemaakt van het aantal bruikbare formulíeren. In de cellen vraar een oververtegenwoordígíng geconstateerd werd zijn formulíeren - at random - verwijderd. rn totaaL zíjn 4.06L formulÍeren verwerkt en op tape gezet.
99
In onderstaand overzicht wordt een volledige verantwoording gegeven van het aantal contacten oftewel de woningen die door de enquêteurs/trices zijn bezocht. Overzícht bezochte adressen
abs.
nrag"ffi
+E*
weigerÍng
l.
niet thuÍs
geselecteerde niet thuis f aanwezíg
totaal contacten =
== -
=-==-====----====-== -====
-
niet verwerkt verwerkt
t otaa
1
== === =- = -===
*
643
548
342
perc. 63
24
I 5
6 .848 I 00u ===== ========= ======-==== -= - == == ====
254
6
4.0ól
94
4. 315
I 001
=====-==== ========= ==== = ========== ====
== = ========= ===
Dít resultaat is exclusÍef de 46 bruikbare formulíeren uit het hoofdonderzoek en de daaraan gekopperde 46 formurieren uit het proefonderzoek.
Ten behoeve van de representativiteit, van de steekproef voor de Nederlandse bevolking van r6 jaar en ouder is vervolgens een herweging uitgevoerd oP de gecombineerde variabele geslacht X leeftijd X urbanisatiegraad.
De herweging ís gebaseerd op de popuratiegegevens afkomstig uit de Omnibus Data Bank (n=I4.300).
NSS
100
De sa¡uenste1lÍng van de populatie en de steekproef voor en na de herwe-
ging is als volgt:
populat Íe
in
I
Ge s
% van
ongewogen onde
rvraagden
acht
man
49
vrouvt
5l
totaal
l00u
Leeft ij d L6 - 24 jaar 25 - 29 jaar 30 - 34 jaar 35 - 39 jaar
4O
gewogen
het aantal
- 44 jaar
45 - 49 jaar 50 - 54 jaar 55 - 64 jaar 65 j aar en ouder
22
ll
t0 l0
I
I
49
46
5l
54
00u
22
ll
10
l0 8
I 00u
l5 L4
l3
ll
9
7
7
7
7
7
6
II
L2
L2
l3
l3
L4
l00z
1002
1002
agglomeraties
L7
L7
L7
middelgrote steden
33
33
35
kleine steden + industrial iseerd platteland
32
32
3l
l00u
l00u
l00z
t
otaal
Urbánísat iegraad
grootste drie
ge
rarisch t
otaal
latte Iand
Naar het kenmerk woningbezit bfÍjkt de steekproef goed vergelijkbaar met de verdeling ín de populatie (intern materiaal NSS). Naar dít kenmerk ís dan ook niet herwogen. AIle vragenlijsten zÍjn na binnenkomst op volledigheíd gecontroleerd. Bij een op de acht ondervraagden ís telefonisch gecontroleerd of het gesprek conform de instructíe/toelichtíng is uitgevoerd.
l0t Nauwkeurigheid van de uitkomsten Bij een steekproefonderzoek vorden uitkomsten verkregen, die slechts met inachtneming van een bepaalde waarschijnlijkheÍd mogen worden geïnterpreteerd. De ín de steekproef gevonden uÍtkomsten kunnen immers afwijken van dÍe, welke zouden zíjn verkregen a1s de gehere populatíe i.c. de gehele Nederlandse bevolking van ró jaar en ouder, in het onderzoek zou zijn betrokken.
0p grond van de waarschijnlijkheídsleer kunnen marges worden berekend waarbinnen de steekproefuitkomsten zeer waarschijnlijk zulIen blijven. Deze marges zÍjn afhankelijk van de gevonden steekproefuit,komsten en van de steekproefgrootte. uít het nomogram op de volgende pagína kunnen deze marges direct worden afgelezen. Voorbee 1d
Een steekproefuitkomst van 202 heeft bij een steekproefgrootte van 4.000 een maximale afwíjking van I,52. Dat wi1 zeggen, dat de uitkomst van 202 moet worden gelnterpreteerd als ilmet een kans van 9 op l0 lÍggend tussen
18,5 en 2L,str . Deze zelfde afwijking geldt ook voor een uÍtkomst van 8OZ, die worden geïnterpreteerd a1s rrtussen 7g,52 en gl,5u".
moet
Wij merken overigens oP, dat door de weging de statistische waarde van het bestand, d.w.z. de steekproefomvang op basis waarvan de nauwkeurigheidsmarges worden berekend níet gelijk is aan het ongev¡ogen aantar ondervraagden (n-4. 0ót ).
Het statist'isch equivalent is na herweging n=3.730. De nauwkeurigheidsmarges moeten op basis van dit aantaL worden berekend.
102
BIJLAGE
IV
O\TERZICHT VAN DE GEHANTEERDE VARIABELEN
Par. l. Inleiding. Een aantal vragen is ten behoeve van nadere analyse van het materiaal bewerkt. rn deze bijrage is de wijze waerop de vragen bewerkt zíjn, vlee rg
egeven.
Par. 2. Bewerking van de vragen 9 en 10. Vraag t heeft betrekking op de geluíden die men ín de woonsituatie al dan niet hoort en vraag 10 heeft betrekking op de mate waarin de geluiden díe men hoort als hínderlijk worden ervaren. Aan alle ondervraagden (n = 4072) zijn kaartjes met de beschríjvíng van geluidbronnen overhandígd. Bij vraag 9 konden zíj aangeven met welke frequentíe zíj die geluiden horen. Voor een overzicht van alle geluidbronnen wordt verwezen naar bijtage I. fn totaal staan er op deze lijsÈ 95 geluidbronnen. Voor de verdere bewerkíng van het materíaal zíjn deze bronnen samengevat ín de volgende l5 geluídgroepen: * ïlegverkeer (en terreínvoertuigen, 8 geluidbronnen) * Luchtvaart (ó geluídbronnen) * Railverkeer (5 geluidbronnen) * Scheepvaart (2 geluídbronnen) * fndustríëIe bedrijvigheid (4 geluidbronnen) * Bouwmachínes (9 geluidbronnen) * Recreatie (8 geluídbronnen) * Directe woonomgeving (8 geluidbronnen) * lJoongeluiden, huis en tuÍn: veste Ínstallaties (5 geluidbronnen)
*
n
rr
rr
tr
grote keukentoestellen ( 6 ge-
luidbronnen) kleíne keukentoestellen (6 geluidbronnen ) * I.Ioongeluíden, huis en tuin: doe-het-zeLf. gereedschap (7 geluidbronnen) tr rr rr rr overíge toestellen in huis ( l l * luidbronnen ) r|I rr * tuingereedschap ( 6 ge luÍdbronnen
*
n
rr
rr
It
)
103
diverse geluiden (geen toestellen, 4 geluidbronnen) Per geluidgroep is per ondervraagde persoon een somscore berekend en wel voor de volgende variabele.
Variabele: de mate waarin
de
eluid
en a1s hinderlÍjk worden erva_
ren. De berekening van de somscore gaat als volgt:
vraag 9: categorie: 'nÍet ín het afgelopen jaar': 0 punten, overÍge categorieën door naar vraaS lO. vraag l0: categorieën: erg hinderlijk, hinderlíjk, net hÍnderJ.ijk: I punt, overige categoríeën: 0 punten. vervolgens wordt de somscore per geluidgroep bepaald door de scores van de individuele geluídbronnen in de groep te sor'meren. De maximale waarde van deze varíabeIe wordt bepaaJ.d door het aantal geluÍdbronnen dat tot die groep wordt gerekend. De minimare waarde is steeds 0. De resultaten van de bewerkíng.
Geluidgroep wegverkeer. Hiertoe behoren acht geluidbronnen, namelijk personenauto's, bestelautors, bussen, vrachtautors, motorfietsen, brorofietsen, tractoren, miri_
taíre voertuigen. Het resurtaat van de bewerking is als volgt: Tabel
I
Hí¡r:lerscore uegverkeer: percentage ondenrraagde personen van heÈ ín de hi¡rderscore ver¡r¡elde aantal bronnen
0
I 2 3
4
39,8 14r7
13,9 912
5
713 715
6
512
7
l,g
8
0,5
totaal n4O72
r00z
dat hi¡rder onlerr¡i¡dt
104
Geluidgroep luchtvaart. Hiertoe behoren zes geluidbronnen. Het resultaat van de bewerking is als
volgt: Tabel
2
Hj¡derscor.e luchtvaart: percentage ondervraagde personen van het in de hi¡ulersicore venælde aantal brcnnen 0
59, 3
I
2L,0
2
ll,5
3
5r4
4
212
5 ó
dat hj¡der onden¡j¡dt
0,5
0'l totåa1
t00z
rL4O72
Geluídgroep railverkeer. Híertoe behoren víjf geluidbronnen. Het resultaat van
de
bewerking is
als volgt: Tabel
3 Hi¡derscore railverkeer: percentage onderrrraagde personen dat hi¡rCer onlen¡i¡dt van het Í¡ de hi¡det:sco!1e verrælde ea¡rtal brc¡r¡r¡en 0
I
93,
1
512
2
Lr4
3
0,I
4
0'l
5
tot¿¿L
r00z
n-/o72
Geluidgroep scheepvaart. Híertoe behoren twee geluidbronnen. Het resultaat van
als volgt:
de
bewerking is
105
Tabel 4 Hi¡derscore scteepvaart: percentage ondenrraagde persoræn dat hi¡rder onden¡í¡rlt van het i¡ de hi¡rder.score vernelde aa¡¡tal br.onnen 0
gg,8
1
1,0
2
012
totaal
r00u
n4O72
GeluÍdgroep industriële bedrijvígheid. Hiertoe behoren vier geluidbronnen. Het resultaat van de bewerking is
als volgt. Tabel
5
Hí¡rcerscore i¡rdr¡sÈrÍële Þdrijvigheid: percentage ordervraagde personen dat hi¡rder onden¡i¡lct van ttet Í¡ de hi¡lderscore vernelde aa¡rtal bronnen
I
0
83,
I
L2,9
2
3,2
3
0'8
4
0,0 tot¿a1
r00ß
nJtO72
Geluidgroep bouwmachines. Hiertoe behoren negen geluidbronnen. Het resultaat van de bewerkíng is a1s volgt: Tabel
ó
Hí¡derscore bcr¡snachi¡es: percentage ondervraagde personen dat hi¡rder onden¡j¡dt va¡¡ het i¡ de hi¡rderscore verrælde aa¡rtal bronnen 0
t
69,2 11,3
3
6,0 3,9
4
219
2
5
L19
ó
l'8
7
1,3
I 9
L12
0,5
totaal n4O72
l00z
106
Geluidgroep recreatÍe. Híertoe behoren acht geluídbronnen. Het resultaat van de bewerking is
als volgt: Tabel
7
Hj¡der-score recreatÍe: percentage orÉerrrraagde persionen dat hi¡rder orylewi¡rdt van het í¡ de hi¡rjerscore vernelde aa¡rtel bron¡ren 0
i
2
%,3
ll,5 3'0
3
l,o
4
012
5
o-'
6 7
I
totâaI
t00z
A4O72
Geluídgroep directe woonomgeving. Hiertoe behoren acht geluidbronnen. Het resultaat van de bewerking is
als volgt: Tabel
8
Hi¡der:score directe rrcørcqevíry: percentage ordervraagde personen orderr¡í¡dt va¡r tct in de hi¡rCerscore ve¡rælde aa¡rt¿l brqtr¡en 0
5213
I
27,3
2
13
3
,0
5'0
4
L17
5
0,6 0'1
6
dat hi¡der
7
I
0,0 tot¿e1 n4D72
l00z
Geluídgroep lroongeluiden, huis en tuin: vaste installaties. Híertoe behoren víjf geluidbronnen. Het resultaat van de bewerking ís
als volgt:
107
Tabel
9
Hi¡rlerscore var¡te ir¡stallaties: percentage 'orulenrraagde perîsonen ordenrí¡dt van het in de hi¡derscore verrælde aantal bronnen
dat hi¡der
I
0
58,
I
E15
2
10,9
3
4r4
4
l,l
5
0,1
tot¿aI
l00z
n4O72
Geluídgroep woongeluiden, huis en tuin: grote keukentoestellen. Hiertoe behoren zes geluidbronnen. Het resultaaÈ van de bewerking is als
volgt:
l0
Tabel
Hínderscore grote keukentoestelren¡ percentage onderwaagde personen dat hi¡der orden¡i¡rdt van bet i¡ de hí¡¡derscore ver¡ælde aa¡¡tal bronnen 0
55,6
I
E16
2
L2,O 417
3
4
L17
5
0r3
0'l
6
totael n4O72
t00z
Geluidgroep woongeluiden, huis en tuin: kleine keukentoestellen. Hiertoe behoren zes geluídbronnen. Het resultaat van de bewerkíng is als
volgt: Tabet
ll
Hi¡lder:score kleine keukentoestellen: percentage ordenrraagde per-sorìen dat hí¡rder
onlenri¡rdt van het 0
I 2
i¡
de hi¡rderscore verrælde aa¡rtal bronner¡ 82,0 13,
I
314
3
L'2
4
0r3
5
o:o
6
totaal n=4o72
l00z
108
Geluidgroep woongeruiden, huis en tuin: doe-het-zeLf gereedschap. Hiertoe behoren zeven geluidbronnen. Het resultaat van de bewerking is als
volgt: kbl.!?
Hinderscore doe-het-zelf gereedschap: percentage ordervraagde personen dat hi¡der orËen¡i¡dt van het i¡ de hi¡rderscore vern¡elde aa¡rtal bronnen
I
53,1 27,2
2
8,6
0
3
4'6
4
219
5
L19
6
L14
7
0r3
totaal
l00u
n4O72
Geluidgroep woongeluiden, huis en tuin: overige toestellen ín huis. Hiertoe behoren elf geluídbronnen. Het resultaat, van de bewerking ís a1s volgt : Tabel 13 Hi¡derscoæ overJge toestellen ín hris: percenbge orrtewr:aagde personen dat hi¡r:ler onden¡i¡dt van het i¡ de hi¡derscoæ ve¡¡ælde aantal bronr¡en 0 2
42,5 24,5 15,5
3
8r9
I 4
4'8
5
213
ó
org 0,3
7
I 9
0rl o:o
l0
rl
totaal rl-/$72
t00u
109
Geluidgroep woongeluiden, huis en tuin: tuingereedsehap. Hiertoe behoren zes geluidbronnen. Het resultaat van de bewerkíng ís a1s
volgt:
Tabe1 14
Hi¡derscore tuÍngereedschap: percentage ondewraagde pers¡onen dat hi¡der order vi¡rlt van tet i¡ de hi¡rierscore verrælde aantal brurnen 0
I 2
79 16
ll,ó
5r3
3
2rL
4
0,9
5
0,4 0,1
6
totaal
1002
n4O72
Geluidgroep woongeruiden, huís en tuÍn: diverse geruiden. Hiertoe behoren vier getuidbronnen. Het resultaat van de bewerking ís
als volgt: 1l4.
Hi¡rierscor-e diverse geluiden: percentage orrlenrraagde personen dat hi¡rier ordervan heÈ in de hi¡derscore verrælde aa¡rtar bronnen
vi¡¡lt 0
I 2
Qrg E19 L9,2
3
ll,4
4
217
totaal
1002
rL4O72
Bewerking vragen 45 en 66 (bezettíngsgraad)
fn vraag 45 wordt van de woning van de ondervraagd,e vastgesteld hoeveel kamers zij tert. Ruímten als de keuken, badkamer, open zolder, har en gang worden hierbij niet, meegeteld, zolderkamers wel. rn vraag 66 is nagegaan uit hoeveer personen de huishouding van de ondervraagde bestaat. Dit aantal personen gedeeld door het aantaL kamers bepaalt de bezettingsgraad van de woníng. Hoe hoger het quotiënt, hoe hoger de bezettíngsgraad, dus hoe meer personen er wonen in een beperkt aantal ruím-
rl0 ten. Het gemiddelde over de totale steekproef blíjkt o,óg te bedragen. Dat wíl ze88en iets minder dan drie personen voor iets meer dan vier kamers per woníng. Dít tigt ongeveer op hetzelfde peíl als ín 1977, toen de bezettíngsgraad ín de steekproef Or72 bedroeg. De resultaten ven de bewerking zijn weergegeven ín het vorgende overz
Ícht
.
Index van de bezettingsgraad: aantal personen ín huis aantal vertrekken Bezett íngsg raad (waarden)
.10 .31 .46 .56 .71 -
.30 .45 .55 .70 .90
.9I - 1.ls - 3.00
1.1ó
totaal wn.
/g. a.
Abs.
aantal len 290 526 888
62r
712
13,0
2I,9
739 80s
15,3 L8,2 19,9
183
4'5
4.052
I00
20
Sociale klasse. In dit onderzoek is de indeling in socía1e klassen gehanÈeerd zoals die door een aantal Nederlandse marktonderzoekbureaus wordt gebruikt. In deze índelíng is: A : wergestelde klasser câ. L2r van de Nederlandse bevolking r Bl: hogere middenklasse, ca.I77 rr rr r r B2: lagere roíddenklasse, ca.227 rr rr l r C : hogere arbeidsklasse, ca.37l rr rr r rr r D : lagere arbeÍdsklasse, ca.!27 I criteria voor deze indelíng zijnt opleidíng en de beroepsgroepen_inde_ 1ing.
rlI BIJLAGE V FREQI'ENTIE VA}¡ I{AARNEMING Taber
I
- i¡
Het horen van vægverkeer
procenten va¡r het
tot¿al
l.
persaænautors en taxis
2. brqÉietser¡ 3. lætorfíetsen 4. bestela¡to's 5. r¡rachtan¡tots ó. h:ssen 7. tractoren 8. rlilitaíre rroertuígen
roinstens
totale aa¡rt¿l
lxper
ræerdetæ ¡m1en
das
per treek
81,4
67,4
79,2
6rg
914 20,L 19,5 L6,7
7l,g
36,0
67,0
33, I 30, ó
67,2
onderrrraagden
ræerdere
-
ræerdere
¡nIert ¡mlen afper ¡Daaãl gelopen jaar 2r7
l'9
7r7
415
916 10,5 10,5
617
6rg
37,L
Br8
I 6rl
30,2
716
6'6
614
10, 6
0'8
r.4
916
213
6rL
15,
3'l
l0,g 4rL
Aantal onderwaagden (ga¡ogen) 4072.
Tabel
2 lþt
horen ven luct¡tveårt
- ín procenten van het totale aâ¡ttål orderrrraagden rni¡stens
æerdere
dâg
¡nle¡r per reek
lxper
l.
tblícorpters
2.
MÍlítåire vuegtuígeri
3. Kleine hrrgerluctrtvaart
4. Grote hrrgerIucht\¡aert
5. Ultra lÍchte vIíegtuÍgjes 6. Ilodelvllegtuigelr
æerdere
rnlen Per fEå¡d
æerdere
¡nle¡r afgelorpen
jaar
I
2rg
715
L5,7
30,0
ßrg
3,5
10,9
12,g
16,6
@'0
lrg
3r7
916
2419
38,4
7r7
8rg
9'8
12,L
619
o14
0r5
lr6
4'4
4rg
012
o14
o17
315
56,
Aantål ødenrraagden (ger¡ogen) @72.
LL2
Tabel
3
Het boren van railverkeer
-
ín procenten van het tot¿le aa¡rtal
rni¡stens
lxper dåg
orulerwaagden
ræerdere malen
¡reerdere
per rreek
per rnaard
¡mlen
-
ræerdere
rnalen afgelopen
jær
l. treinen
2.
2!,0
8'3
4r2
5r9
212 316
r,2
I,0
512
l'5
017
0'3
0,6
2'4 lró
014 012
0r5
0'9
0'8 0'3
o\¡erBang
3. traæ 4. rangeerterreí¡ 5.
3,9
spoonæg-
¡r¡etro
Aantal ondervraâgden
label
4
or7
417
012
(getnrcgen) ¿û72.
tlet horen ven scteepv¿tar - in procenten van het totale aantal mi¡stens
nEerdere
dae
fDalen per r¡eek
lxper
-
orx1erwaegden
ræerdere rElen per rrEaût
rEerdere ¡nalen af gelopen
jaar
t.
beroepsscheepvaa¡t
612
pleziewaa¡tuigen
L12
L12
L'2
2.
216
4r4
0'ó
0'5
0rg
2r4
Aantål orderwaagden (gecrcgen) tû72.
Tabel
5
[Iet horen van geluíden van í¡Ér¡stríële bedrÍjvigheid - i¡ procenten van totale aantal orrlerrrraagden totaal
mi¡stens
lxper das
lfÊerdere ffElen
per ræek
[Eerdere rDgerdere nslen rElen afper maarrl gelopen jaar
1. bcr.rr, sloopterr€i¡, rægenbcr-rr
2. terrein, plaets, laden, lossen
3. fabrieken en bedríjven 4. militaíre terrei¡en
14,7
216
212
212
717
L3,4 ,3
3,9
3'l
2r6
4,L
2r4
2rO
4,6
O'2
012
l'3
3,9 2r8
ll
Aantal ondenrraagden (ge\dogen) 4072.
het
219
113
Tabel
6
Ibt
horen van bcr¡machi¡es
totaal
- in procenten van tet totale aantal ondenrraagden minstens
lxper
l.
heí¡¡achines
Aantal ordervraagden (gerrcgen)
Tabel
7
rmlen
per treek
das
2. h¡lldozers 3. grorrfverdíchters 4. slooptraærs, drillboren 5. betorrænger.s 6. rmtorccrçressoren 7. strocruggt€gaten 8. torenkra¡ren 9. rrcbiele kra¡len
¡æe¡dere
ræerdere rulen per maard
8rg
1,9
213
3,5
27,8 20,5 18,0
2r4
3r0
3'ó
15, 9
ræerdere
¡nalen afgelopen 16,2 L2,8 15,8
lr0
Lr4
213
r12
lr8
I,5
212
1r6
2'4
L3,7
Lr4
L2,9
L14
1'3 Ir l
lrg
13, I 10, I 910 816
ó,0
2r0
10, ó
1,5
Lr7
8,9
0'9
r14
L12
l,o
5r7
qlZ.
FIet horen van geruÍden van recreatÍeve ondenrraagden -
activíteiten - írr pr.ocenten van het aa¡ttål
mi¡stens
lxper @
ræerdere rElen per rÈek
fEerdere
flleerdeæ
rBlen per fDaâût
rElen afgelopen
jaar
l. ke¡míssen eÈc. 2. sportacccrædaties 3. discors, horeca gelegenlEden
2I,5
0r3
,9
L12
0r0 3,3
0,5
15
9r7
0rg
2rI
2rL
417
8'ó 7rL
0'ó
L12 L14
1'8 2r0
3r3 3r3
4. achtergrondruziek
rri¡kelstrate¡l q
oefenLokalerm¡ziek 6. rac+ en crosscirclrits 7. tleaters e.d. 8. hrrgerschietbanen
_
5r0 1,9
l,o
Aântal ondeFalaagden (geßDgen) 4072.
014
4'l
0'2
0,5
0'1
lr0
0,3
o12
0rl
0'l
0'l
20,7 713
5,0
l'3 o17
IT4
I !þt
Tabel
horen van geluiden
ondewraagden
uit
de rrrcorrryevi¡E
-
totaal
nirìstens
lxper das
- in pracenten va¡r het tot¿1e aa¡rtal neerdere malen
per reek
ræerrCere neerdere ¡mlen relen afper
maard
gelopen
jaar
l. h¡iten spelerde ki¡de¡en 2. geluÍden parkeerplaatsen 3. kerklcloL*en 4. ¡r¡¡torræaíer openbaar groen 5. lopen op galerijen e.d. 6. t¿kJ<enr¡er:snipperaar openbaar groen
7. ir¡stallatiegeluiden
uít
74,8
39,5
4r4
22,0 15 ,3
8,3
5r0
5'5
3,1
L2,0
2313
0,5
l'5
16,8
9'4
812 24,7
20,O
14,5
3,3
L12
1,0
16,4
0'4
o14
l'5
L4,I
514
L16
0'9
r12
L17
4r8
l'0
0r9
0,9
2r0
6,3 ff,3 3ó, I
openbare nri¡ulen
8. koelí¡staltatíes op vraclrtautors
Aantåt onlervraagden (gercgen) @72.
Tabel
9
Het horen van \{congeluiden: vaste i¡stallaties in de roning het totåle aântal orrlervraagden -
totaal
roÍ¡steræ
lxper då8
l.
der¡rbel
2. waterleidíng en -afr¡oer
3. cv-í¡stallatie 4. boiler, ge)'ser 5. ventilatoren
Aaritål ordervraågden (ge$pgen)
ræerdere
¡mlen
per r¡Eek
- írr procenten
neerdere rElen Per f0aani
fæerdere ¡oalen afgelopen
jaar
S'l
ó3,8
21,6
317
87,g
l'0
79,7
6r8
L14
4'2
32,0 35,8
614 719
3,3
014 316
19, 5
L3,7
5'5 3'ó
0,9
a072.
l'5
van
L14
lr3
I t5 Tabe1
10
Flet horen van vrcongeluiden: grote keukentoestellen
aant¿l onderrrraagden
rni¡stens
lxper das
-
ín procenten van het tot¿l.e
ræerriere rnalen per ueek
ræerdere rna.Len
per
rDaårrl
ræerdere
rnlen afgelopen
jaar
t.
wEls¡rnctrine, centrifuge
83,
2.
koelkåst afaúgkap
7L,7 52,0
?
4. 6.
rzrieskist, -kast
I
droogtrcrræ1
26,8 L4,2
afrasmchi¡e
10, g
Aarrtål orrlenrraagden (geurcgen)
Tabel
ll llet
22,0 58,9
50,5
8,9 8,5
@,9
9r3 212
lr3
L17
1,0 2rO
l,g
,4
5'l
213
2rg
7,5
2r6
L12
416
413
L12
0r8
L7
4O72.
horæn van \Nrcor¡geruíden: oruiewraagden _
totale aa¡rtal
totaal
kreÍne ke'kentoesterlen - m Prccenten van het rni¡rstens
I xper @
ræerdere fiEerdeæ rslen fElen per væek per rDaånd
fæerdere
¡ralen
af-
gelopen
jaar 1. kof f iezetaprparaat 2. keukermi:<er
3. sapcenÈrifuge 4. snelkooþan 5. allessníjder 6.
63,5
5312
7rL
54,7 22ro L4,9
4rr
L7,6
5,4
519
612
415
413
4r2
3r7
lr8
3,0 0,ó
2r7 2'O
koffÍeræIen
7r8
l'0
619
4rO
l'3
2rr
B,I
lrl 9rg
l'0
Aantet onletvraâgden (ger,rcgen) 4072.
Tabel
12
tbt
horen van loongeluíden: If,Z gereedschap
øderrrraagden
totaal
mi¡stens
lxper @
- irt procenten van het totale fæetdere rmlen
per ræek
aantål
fæerdeng
fæerdere
rElen per fIEåûc
rElen afgelopen
jaar
l. electrísche
t
boo¡machí¡e deccrryeerzaag
cirkelza"g 4. vlak- of ba¡dsct¡urruchi¡e 5. slijgnachine 3.
6. scheatnachine 7.
nietpístool
7L,3
2r8 0,ó
519
2I,3
L'7
5r5
16,
2r0
5rl
L9,4
017 017
L4,2 13, g
0r5
I'5
3,5
14,O
9,0
13
,3
o14
6'6
l'6
3'0
0,2
o14
Brg 22,0
Aantå1 onderyraågden (garcgen) tû72.
1,3
2rg
l,l
4L,3
I
814
4rg
ll6 Tabet
13 tht holæn van vrccngeluiden: orrerige toestellen in tn¡ís - irt tot¿le aa¡rt¿l oruienrraagden -
tot¿al
ni¡ste¡¡s
lxper das
procenten van het
ræerdere ræerdene ræerdere ¡¡alen ¡mlen ¡nlen afper læek per rmå¡d gelopen Jaer
l. radío, steæo, tv
2. stofaniger 3. telefæn 4. r¡aaí¡sctríne 5. sctneraparaat,
83,1
6r3
9l,g
g
l'5
1,0
3l,
ß16
916 1ró
0'6
sr7
69,0
17
,5 916
L17
55,7
413
53,5
32,0
LL,7
5,8
4rO
50,9
713
Br7
14,5
35,6
3,3
7rO
L2,4
514 L2,9
30,7
914
8,9
614
6,0
B,L
7'0
6'1
5rl
419
912
215
312
213
5,0
3'5
0,5
0'4
22,7
19,
I
ladSrshaver,
tordeuze
ó. haardroogt€p, föhn 7. typemchine 8. niet+lelcÈrísche ruziekinstn¡ænten
9. elektrische m¡ziekÍ¡struænten lO.microccrs¡terr
91,9
p.
c.
ll.açarirrrçcrp
r12 0,6
Aantel onderwaagden (gãDgen) tû72.
Tabel
14
tlet horen
v¿m
ordenrraagden
rþongeluiden: tuingereedsctrap
totaal
rd-nst€r¡s
lxper dag
- Írt pnocenten ve¡1 het totale ræerde¡¡e
fElen per lrEek
aantal
fæerdere rEeniere rElen rElen afper mard gelopen jaar
1. 2.
hardgrasmaier
electrísctc gr¿ìsta.eier rntorgrasmaier
3. 4. kettíngza^ag 5. electrisctn tæggescflaar 6. electríscln gresl€nten-
knipper
l'0
4r6
0,3
212
16,0 716
213
6,0
6,9
13,6
0'6 or4
9'9
0rg
2r7
917
L2,7
o12
0,4
213
9,8
II,2
012
0r9
317
614
4L,2 20,0 L5,7
Aaritål crde¡-'¡raagden (ge\¡ogen) t872.
L9,6
LL7
Tabel
15 lÞt horen van wngeluide¡r: orerige geluiden aent¿1 ondervraagden -
_
ln
procenten r¡a¡r
het totale
minstens
ræerdere
ræerdere
¡æerdere
rmlen
dag
¡eIen per yeek
nalen af-
lxper
per rme¡d
gelopen
jaar 1. locpgeluiden
7913
2. slae¡rCe der¡ren 3. h¡isdieæn 4. spelende kí¡rderen
8'3
75,7
65,9
47,6 49,4
&r2
34,3
Aantal øderrraagden (gerdogen) 4072.
714 16,0 914 L3,2
213
lr3
714
4r4
417 217
9'0
7r7