LOKEREN - EEKSTRAAT
STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VERKAVELING IN OVEREENSTEMMING MET VERGUNNING REF. V1884/1/14/39
COLOFON Opdracht: Verkaveling Eekstraat Lokeren Opdrachtgevers: Novus NV Scheepsdalelaan 60 Brugge Immobilienmaatschappij Danneels NV Sint-Baafskerkstraat 1 Sint-Andries Opdrachthouder: Antea Group Roderveldlaan 1 2600 Antwerpen T : +32(0)3 221 55 00 F : +32 (0)3 221 55 01 www.anteagroup.be BTW: BE 414.321.939 RPR Antwerpen 0414.321.939 IBAN: BE81 4062 0904 6124 BIC: KREDBEBB Antea Group is gecertificeerd volgens ISO9001 Identificatienummer: 224818 Datum:
status / revisie:
16 maart 2015
in overeenstemming met vergunning stedenbouwkundige aanvraag
6 augustus 2014
Vrijgave: Geert Ceuppens - projectleider Projectmedewerkers: Dirk Bosmans – ruimtelijk planner Antea Belgium nv 2015 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Antea Group mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.
Pagina 1 van 6
1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING Toelichting hoofdbestemming
Stedenbouwkundig voorschrift wonen: eengezinswoningen, met inbegrip van: o de oprichting van assistentiewoningen zoals bedoeld volgens het woonzorgdecreet van 13 maart 2009; o de inrichting van wooneenheden voor zorgwonen, zoals bedoeld volgens het decreet van 27 maart 2009 tot aanpassing en aanvulling van het ruimtelijke plannings-, vergunningen- en handhavingsbeleid;
-
-
nevenbestemming: ondergeschikte en complementaire bestemming t.a.v. de hoofdbestemming
-
vrije beroepen, kantoren en diensten worden toegelaten voor zover: o de hoofdbestemming wonen gerealiseerd is, en de nevenbestemming wordt uitgeoefend door de één van de bewoners; o deze niet hinderlijk zijn t.a.v. de woonfunctie, en niet- of weinig verkeersgenererend zijn; o ze beperkt zijn tot maximaal 50% van de bruto vloeroppervlakte per woongelegenheid; o de woonfunctie aanwezig is op het gelijkvloers; horeca, handel en ambachtelijke of industriële bedrijvigheid zijn niet toegestaan;
2. VOORSCHRIFTEN GEBOUWEN 2.1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW(EN) 2.1.A. TYPOLOGIE Toelichting Binnen de verkaveling wordt gekozen voor 2 types van bebouwing:
Stedenbouwkundig voorschrift
1. loten in gesloten bouworde
1. loten 2, 5, 8, 11, 14, 17, 22, 25, 28 en 31
2. loten in halfopen bouworde
2. loten 1, 3, 4, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 26, 27, 29, 30 en 32
3. nutsleidingen
In de groenzone naast lot 18 wordt ruimte voorzien voor de inplanting van een electriciteitscabine. Voor deze en andere gebouwen en constructies voor openbaar nut, dient voldoende aandacht te worden geschonken aan de integratie van de constructie in zijn omgeving.
2.1.B. INPLANTING Toelichting Stedenbouwkundig voorschrift Voorgevelbouwlijn: denkbeeldige lijn waarop de - zoals aangeduid op het verkavelingsplan: voorgevel dient te worden geplaatst. o 5m achter de rooilijn voor loten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 o 6m achter de rooilijn voor loten 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31 en 32 -
Bouwvrije zijtuinstrook: strook tussen de zijgrens van een perceel en de vrijstaande zijgevel van een gebouw.
- zoals aangeduid op het verkavelingsplan: o voor halfopen bebouwing: vrije gevel tenminste 3m van de zijdelingse perceelsgrens
-
Gevelbreedte: breedte van de voorgevel
- zoals aangeduid op het verkavelingsplan: o max. 6m voor loten 1, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 26, 27, 29, 30 en 32 o max. 7m voor loten 2, 3, 4, 5, 8, 11, 14, 17, 22, 25, 28, 31
Pagina 2 van 6
-
Bouwdiepte: diepte van een bouwwerk die moet worden gemeten van de buitenzijde van de voorgevel tot de buitenzijde van de achtergevel.
- de woningen dienen op de voorgevellijn te worden ingeplant zoals aangeduid op het verkavelingsplan, met : o een bouwdiepte van max. 12m voor alle bouwlagen
-
Tuindiepte: afstand van de achtergevel tot de achterste perceelsgrens, te bepalen voor de volledige archtergevelbreedte
- zoals aangeduid op het verkavelingsplan: o min. 7m voor loten 1, 2, 3, 4, 5 en 6 o min. 8m voor loten 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31 en 32
2.1.C. BOUWVOLUME Toelichting Stedenbouwkundig voorschrift Totale bouwhoogte: hoogte van het bouwwerk de totale bouwhoogte bedraagt maximaal 10,50m, met inbegrip van gemeten van het vloerpeil tot het hoogste punt het dakvolume (totale bouwhoogte = nokhoogte) van het gebouw (hetzij de nok), uitgezonderd o de kroonlijsthoogte bedraagt max. 6,50m; schoorstenen. o hellende daken zijn algemeen toegestaan, met een max. dakhelling van 45°; Kroonlijsthoogte: hoogte van het bouwwerk o platte daken zijn toegestaan voor zover het gehele gemeten van het vloerpeil tot de bovenkant van aaneengesloten bouwblok gezamenlijk gerealiseerd wordt in één de deksteen of het dakrandprofiel van het plat enkele fase. dak. o indien gebouwd wordt met een plat dak bedraagt de kroonlijsthoogte maximum 6,50m. -
Bouwlijnen: uiterste gevellijnen waarbinnen het gebouw dient opgericht
alle bouwdelen, inclusief uitsprongen, balkons, terrassen en andere open en gesloten bouwdelen die resulteren in een vergroting van de binnen- of buitenruimte van het gebouw dienen binnen de uiterste bouwlijnen gesitueerd, zoals aangeduid op het verkavelingsplan. Terrassen op maaiveldniveau behorend bij de normale tuinzones van het gelijkvloers vallen buiten deze bepaling;
2.1.D. MATERIAALGEBRUIK Toelichting Stedenbouwkundig voorschrift Het is verplicht: Materialen: materialen waarin de woning zal o via een verzorgd materiaalgebruik en een aangepaste vormgeving opgetrokken worden. te streven naar architecturaal aantrekkelijke projecten die geen storend element vormen t.a.v. de onmiddellijke omgeving; o materialen te gebruiken die vanuit esthetisch standpunt verantwoord zijn en van duurzame aard zijn; o de voorgevel met deuropening en raamopeningen te oriënteren naar de straatzijde. Blinde gevels aan de straatzijde zijn niet toegestaan; o alle buitengevels permanent af te werken als volwaardige gevels, uitgezonderd gemeenschappelijke gevels; o gemeenschappelijke gevels tijdelijk af te werken, ten laste van de bouwheer of de eigenaar van het gebouw waartoe de af te werken gevel behoort; o aanhorigheden en bijgebouwen qua kleur- en materiaalgebruik af te stemmen op het hoofdgebouw; o carports te realiseren in hout of in hetzelfde materiaal als het hoofdgebouw; -
Het is verboden: o
-
Gemene muren: gemeenschappelijke muren van 2 aanpalende gebouwen, op perceelsgrens
-
nabootsende materialen en kunststofpanelen te gebruiken voor woningen of gebouwen met een gemengde functie waaronder wonen, behalve in het geval deze materialen aantoonbaar aangewend worden volgens art. 2.1.F.
de gemene muren worden ontdubbeld opgericht en voorzien van geluidsisolatie.
Pagina 3 van 6
2.1.E. DUURZAAMHEID EN WATERHUISHOUDING Toelichting
Stedenbouwkundig voorschrift -
Het is verplicht voor alle werken, handelingen en wijzigingen om duurzaamheid na te streven, waarbij tenminste: o o
o
-
verplicht hergebruik van hemelwater
gestreefd wordt naar compact en zuinig ruimtegebruik; gestreefd wordt naar een maximale waterdoorlatendheid van de bodemverhardingen: voor de (te) verharde(n) delen van het terrein zal functie en materiaalgebruik duidelijk omschreven worden in de vergunningsaanvraag. Het gebruik van waterdoorlatende materialen is verplicht voor de zones die niet tot het openbaar domein behoren, behoudens de aanleg van een terras bij de woning en de oprit naar een garage of parkeerplaats, en behoudens genoodzaakt omwille van veiligheid of stabiliteit. de optimalisatie van de waterhuishouding voor het projectgebied wordt nagestreefd: de maatregelen en materialen die aangewend worden voor de goede waterhuishouding worden duidelijk omschreven in de vergunningsaanvraag: retentie, infiltratie, groendaken, beplanting,…
-
Alle werken, handelingen, voorzieningen en maatregelen in functie van een goede waterhuishouding (hemelwaterbuffering, infiltratievoorzieningen, waterzuivering, etc.) worden in alle zones toegelaten, ongeacht de voorschriften van de betreffende zone, mits ze in hun exploitatie en/of gebruik geen afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving of aan het waardevol karakter van de gebouwen.
-
Er dient voldaan te worden aan de vigerende regelgeving m.b.t. het hergebruik, de infiltratie en de buffering van hemelwater, de lozing en zuivering van afvalwater, en de aansluiting op de riolering.
-
Het voorzien van een hemelwaterput is verplicht. Een pomp wordt op de hemelwaterput aangesloten om hergebruik te garanderen.
-
De hemelwaterput ontvangt het hemelwater van de volledige dakoppervlakte van het gebouw.
-
Hergebruik van hemelwater is verplicht, tenminste met aansluiting van alle toiletten, en de buitenkranen.
-
De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op de openbare hemelwaterafvoer die uitmondt in een infiltratievoorziening op openbaar domein.
2.1.F. AUTOBERGPLAATSEN, PARKEERPLAATSEN EN OPRITTEN Toelichting Autobergplaats: gebouw of constructie geschikt voor het stallen van 1 of meer auto’s -
Parkeerplaats: autostaanplaats in open lucht
-
Oprit: toerit tot de autobergplaats of parkeerplaats
-
Per woonkavel wordt minstens 1 parkeerplaatsen op eigen terrein voorzien, hetzij inpandig of onder vorm van een overdekte autostaanplaats (carport). Max. 1 bijkomende parkeerplaats mag voorzien worden op de oprit naar de garage of carport.
Stedenbouwkundig voorschrift o voor loten 2, 3, 4, 5, 8, 11, 14, 17, 22, 25, 28 en 31 is het verplicht: o een private oprit te realiseren met een max. breedte van 3m, volgens de aanduidingen van het plan; o een inpandige garage te realiseren in het verlengde van de oprit; -
voor loten 1, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 26, 27, 29, 30 en 32 is het verplicht: o een private oprit te realiseren met een max. breedte van 3m, volgens de aanduidingen van het plan;
-
voor loten 1, 6, 7, 9, 10, 12, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 21, 23, 24, 26, 27, 29, 30 en 32 is het toegestaan maar niet verplicht: o een overdekte autostaanplaats (carport) te realiseren in het verlengde van de oprit, op min. 5m achter de voorgevelbouwlijn.
Pagina 4 van 6
o
De carport heeft een max. afmeting van 3m x 6m, en is aan de lange zijde gekoppeld met het hoofdgebouw. De carport mag niet dieper gebouwd worden dan de uiterste achtergevelbouwlijn. Voor lot 6: het bouwen van een carport tegen de zijdelingse perceelsgrens, wordt niet toegelaten, behalve indien het schriftelijk akkoord van de eigenaar van het aanpalend perceel kan worden verkregen.
-
autobergplaatsen onder het niveau van de straat zijn verboden
-
parkeerplaatsen buiten de verplichte opritten zijn verboden
-
het is niet toegestaan om extra zijdelings of achterwaarts aan te sluiten en doorgangen te creëren in de richting van het openbaar domein.
-
de verharde oppervlaktes voor opritten, parkings en terrassen moeten waterdoorlatend zijn of dienen af te wateren naar onverharde randzones of naar de grachten.
3. ONBEBOUWDE PERCEELSDELEN 3.1. RELIEFWIJZIGINGEN Toelichting
Stedenbouwkundig voorschrift Reliëfwijzigingen worden niet toegestaan.
3.2. INRICHTING Toelichting voortuinstrook: strook tussen de rooilijn en de voorgevellijn
Stedenbouwkundig voorschrift verhardingen in de voortuinstrook wordt toegestaan volgens aanduiding op het verkavelingsplan : o per woning mag maximum 1 oprit worden voorzien. o tegen de voorgevel en de zijgevels wordt een verharding toegestaan tot een breedte van 1m.
-
terraszone: verharde buitenruimte behorend bij de tuinzone
een terraszone is toegestaan in de achtertuin: o over de volledige breedte van de achtergevel, en tot max. 3m voorbij de achtergevel; o bovenkant terras dient op zelfde niveau als de tuin te worden voorzien;
-
bijgebouwen: bouwwerken behorend bij het woongebouw, zonder woonfunctie
Per lot is 1 losstaand bijgebouw toegestaan tot een oppervlakte van 40 m², en voor zover;
-
tuininfrastructuur: niet, natuurlijke elementen behorende bij de inrichting van de tuin
-
o
o
-
afsluitingen
gelegen binnen een strook van 5m te rekenen vanaf de achterste perceelsgrens, en tenminste 0,50m uit de achterste perceelsgrens; de terreininname maximum 20% van de tuinzone bedraagt;
-
De bouwhoogte bedraagt max. 2,80m. De dakhelling bedraagt max. 5%;
-
Plaatsing van een losstaand bijgebouw op minder dan 1,00 meter van de eigendomsgrenzen is mogelijk voor zover een gemeen akkoord van beide eigenaars bestaat;
-
bij gekoppelde bebouwing mag in het verlengde van de gemeenschappelijke zijgevel, de scheidingsmuur verlengd worden tot 3m achter de toegelaten bouwdiepte (max. 2m hoogte) en dit in de materialen van het hoofdgebouw, zoals gevelsteen of andere volwaardige materialen. open afsluitingen bestaande uit paal en draad of draadgaas al dan niet
-
Pagina 5 van 6
-
-
onbebouwde en onverharde perceelsdelen
begeleid met groene hagen zijn algemeen toegelaten (max. 2m hoogte). afsluitingen ter hoogte van de voortuinstrook mogen max. 1 m hoog zijn, enkel doorlevende hagen, eventueel gesteund met voetmuurtjes of draadversterking.
-
onbebouwde en onverharde perceelsdelen dienen als tuin of private dan wel collectieve of publieke groene ruimte te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd.
-
het is verboden goederen, afval, wrak(ken), container(s) en dergelijke meer te plaatsen in de niet bebouwde delen van het perceel.
4. OPENBAAR DOMEIN Toelichting De inrichting van het openbaar domein is cruciaal in het creëren van een aangename woonomgeving. -
Daarnaast wordt de publieke ruimte, meer bepaald de publieke groenzones gebruikt voor de realisatie van de nodige waterbeheersingsinfrastructuur, en speelzones in functie van de verkaveling.
Stedenbouwkundig voorschrift het openbaar domein wordt ingericht voor de ontsluiting en bediening van de bouwloten, de publieke en gemeenschappelijke ruimten, de groenstroken en onderhoudsstroken, en de nutsvoorzieningen in de nieuwe verkaveling; -
het openbaar domein wordt voldoende uitgerust tenminste met de nodige verhardingen, rijwegen, voetpaden, verlichtingen, nutsvoorzieningen, waterbeheersingsinfrastructuur, rusten spelinrichtingen, begeleidende groenelementen en laanbomen, etc.
-
de aanleg moet resulteren in een aangename en kleinschalige woonomgeving, maar moet ook de bereikbaarheid van alle woningen voor leveringen en hulpdiensten verzekeren.
-
voor stoepen, voetwegen en pleintjes worden kleinschalige bij voorkeur waterdoorlatende materialen gebruikt. Voor rijbanen mag een asfalt- of betonverharding gebruikt worden.
-
Waterpartijen dienen voorzien van een afsluiting in functie van de veiligheid
-
Alle tijdelijke en permanente waterpartijen, zowel in functie van waterbeheersing als in functie van de kwaliteit van het openbaar domein, dienen over de volledige lengte voorzien te zijn van een mandichte afsluiting met een max. hoogte van 3m, in functie van de veiligheid. Uitzondering hierop vormen waterspeelzones voor zover deze voldoen aan de geldende normering m.b.t. de veiligheid van speelzones en speeltoestellen.
-
Onderhoudstrook Roggemansbeek
-
Parallel aan de Roggemansbeek dient een onderhoudsstrook van 5m breed tussen de kruin van het talud van de beekoever en de achterste perceelsgrenzen van de langsgelegen percelen, vrijgehouden te worden van alle boven- en ondergrondse constructies, afsluitingen en opgaande beplanting. De onderhoudsstrook is een groene strook, en mag niet verhard worden, uitgezonderd indien genoodzaakt i.f.v. waterbeheersingswerken.
Pagina 6 van 6