Campus Schoonmeersen Gebouw B Valentin Vaerwyckweg 1 BE-9000 Gent
Retailmanagement – brochure voor bedrijven Deze brochure bevat de belangrijkste informatie over de opleiding Retailmanagement. De meest up to date informatie vindt u op http://fbo.hogent.be/ en http://ects.hogent.be (studiefiches per vak). Als u vragen hebt, kan u steeds rechtstreeks contact opnemen via
[email protected]. We kijken er naar uit samen te werken aan het welslagen van de bacheloropleiding Retailmanagement. Vriendelijke groeten Jan Schelstraete, Opleidingsvoorzitter
Doelstelling van de opleiding De bacheloropleiding Retailmanagement is gericht op het vormen van ‘Strategisch managers in de detailhandel’. Concreet bedoelen we daarmee: filiaalmanager, vestigingsmanager, winkelmanager van een middelgrote tot grote winkel in een winkelketen. In bepaalde winkelketens zal dit niveau overeenstemmen met afdelingshoofd (etc), in andere winkelketens zullen onze afgestudeerden snel door kunnen groeien naar regiomanager. De afgestudeerde kan werknemer of als zelfstandig ondernemer (franchisenemer) zijn. Daarom moet hij ook over ondernemersvaardigheden beschikken.
Vorm van de opleiding De opleiding wordt uitsluitend aangeboden onder de vorm van duaal leren. Dit wil zeggen dat periodes van leren aan de hogeschool worden afgewisseld met periodes van leren op de werkplek. De twee vormen van leren zijn met elkaar verweven. Het leren op de werkplek dient onder andere om de leerinhouden binnen de opleidingsonderdelen op de hogeschool te ondersteunen. Het is niet zo dat de student in de winkel “de theorie moet toepassen”. De student moet van het bedrijf de kansen krijgen om door ervaringen en uitdagingen de realiteit van de retail in haar breedste zin te kunnen ontdekken, exploreren en kennen. Dat vraagt van het bedrijf een groot engagement.
Doelgroep De opleiding richt zich tot drie belangrijke doelgroepen studenten: 1. studenten die starten in het hoger onderwijs (of al een andere opleiding “geprobeerd” hebben). Zij hebben nog geen beroepservaring, maar willen hun enthousiasme en ondernemingszin botvieren in een retailomgeving. Vaak hebben ze als jobstudent gewerkt in retail. 2. studenten die beroepservaring hebben in de retailsector en een bachelordiploma willen halen. 3. mensen die werken in de retail, en hun werk willen combineren met studeren. Dit kan o.a. via deeltijds studeren, en ze kunnen vrijstellingen aanvragen via de gewone EVC-procedures.
Hogeschool Gent - Campus Schoonmeersen - Valentin Vaerwyckweg 1, 9000 Gent
Werkplekleren Het opleidingsprogramma bevat ieder jaar Werkplekleren, waarin de student telkens gedurende 4 periodes van 3 weken leert op de werkvloer. Werkplekleren definiëren wij als de leersituatie waarbij het leren in de hogeschool en het leren op de werkplek op elkaar ingrijpen. Iedere student is in principe 1 jaar bij 1 bedrijf voor Werkplekleren. De “match” tussen bedrijf en student gebeurt via een sollicitatieprocedure (ter gelegenheid van de Bedrijvencarrousel). Werkplekleren is, anders dan een stage, een volwaardig opleidingsonderdeel waarbij vaardigheden, attitudes, kennis en inzichten worden verworven en ontwikkeld. Tijdens Werkplekleren laat het bedrijf de student zo diepgaand en zo gevarieerd mogelijk leren over het beroep, de sector en het bedrijf. Dit impliceert dat het bedrijf een duidelijke investering in begeleidingstijd doet. De student is gedurende het werkplekleren voltijds aanwezig in de winkel. Hij doorloopt daar zo snel mogelijk de relevante interne opleidingstrajecten. Ook werkt hij een aantal leertaken uit, die door de docenten zijn opgesteld en die in de vorm van een paper aan de vakdocent voorgelegd zullen worden. Voor alle vormen van leren krijgt de student 20 procent van de tijd vrij om te leren. Hij brengt deze tijd door in het bedrijf, bijvoorbeeld in een administratieve ruimte. De praktische planning hiervan maakt de student samen met de coach. De docent-begeleider zal tijdens iedere periode werkplekleren bij de coach langskomen voor een gesprek van ongeveer 1 uur. Praktisch verloopt een semester (13 weken) in het eerste jaar als volgt: 3 weken hogeschool worden afgewisseld met 3 weken winkel. Na 12 weken zijn er blok, examens en een korte vakantie. Het tweede jaar verloopt “omgekeerd” – eerst 3 weken werkplekleren, dan 3 weken les, en zo verder. Het derde jaar heeft, omwille van de bachelorproef, een aangepaste regeling. Afstemming tussen werkplekleren en hogeschoolleren Er is een wisselwerking tussen het leren op de hogeschool en op de werkplek: de student verwerft in de hogeschool een theoretisch kader, dat hij invult tijdens het werkplekleren. Omgekeerd wordt de input die de student heeft verworven op de werkplek ingezet tijdens het hogeschoolleren: • • •
de student leert concepten kennen en begrijpen de student past de concepten toe, en doet ervaring op de student reflecteert
Tijdens het werkplekleren neemt de student deel aan het gewone leven van het bedrijf (met de bedoeling daaruit te leren). Hij werkt voltijds en doorloopt de opleidingstrajecten die binnen het bedrijf gebruikelijk zijn. Anderzijds krijgt hij van de hogeschool leertaken uit te voeren tijdens de weken werkplekleren. De inhoud en timing van de leertaken zijn bepaald in functie van wat er noodzakelijk is als input voor het hogeschoolleren. Iedere student houdt een online competentieportfolio bij (PBWorks), waarin de leerdoelen (competenties) opgesomd zijn. De docent-begeleider en de bedrijfscoach evalueren welke leertaken zijn afgewerkt en of de bijhorende competentie is verworven. De docent-begeleider beheert samen met de student de competentieopbouw van de student. De student draagt zelf de verantwoordelijkheid voor het bereiken van zijn leerdoelen.
Retailmanagement – brochure voor werkplekbedrijven (versie mei 2014) – p. 2 van 5
Er is dus geen rechtstreekse link tussen de vakken op de hogeschool en het soort taken dat een student in de winkel moet uitvoeren. Een overzicht van de vakken vindt u ter informatie wel op http://ects.hogent.be (studiefiches per vak). Vereisten voor de bedrijven die als werkplek willen fungeren Het bedrijf moet zich minimaal engageren tot het volgende: •
het biedt een relevante werkplek met leerkansen
•
het stelt een coach beschikbaar die de nodige coachende competenties heeft verworven, en die hiervoor ook door het bedrijf wordt ondersteund
•
het garandeert dat de student tijdens de periodes werkplekleren elke week 20 % van de tijd vrij krijgt specifiek voor leeractiviteiten, en stelt hiervoor ruimte beschikbaar, al dan niet in een afzonderlijke ruimte, of occasioneel extern
•
het onthaalt en begeleidt de student als een gewone medewerker
•
het beschouwt de student niet als een goedkope werkkracht
•
het laat het toezicht van de docent-begeleider op het verloop van het werkplekleren toe, en verstrekt alle nodige informatie voor de evaluatie van de student
•
het aanvaardt de beslissing van de begeleider bij conflicten over praktische modaliteiten
•
het aanvaardt het oordeel van de hogeschool over de evaluatie van de student
•
het probeert niet de student te overhalen te stoppen met studeren.
Bedrijfscoach De bedrijfscoach is een personeelslid van het bedrijf, die op de werkplek de verantwoordelijkheid draagt voor het werkplekleren van de student. De coach staat niet noodzakelijk continu in contact met de student. Hij kan de begeleiding van de student tijdelijk overdragen aan een medewerker. De coach is wel de dagelijkse aanspreekpersoon voor de student in het bedrijf, en de hogeschool maakt haar praktische afspraken met de coach. De coach plant tijdens iedere periode een gesprek met de docent-begeleider van ongeveer 1 uur. Zijn/ haar taken zijn onder andere: • • • • • • • • • •
optreden als contactpersoon en luisterend oor voor de student de collega’s, leidinggevenden, en hoofdkantoor op de hoogte brengen van de precieze invulling van werkplekleren, zodat de student de juiste kansen krijgt deuren openen naar contactpersonen en informatie de eigen kennis en ervaring delen met de student de student in zijn leren opvolgen en stimuleren, onder andere door feedback de student in de lerende organisatie kansen bezorgen de papers van de student nakijken informatie over de competentieontwikkeling van de student verzamelen en doorgeven aan de docent-begeleider de praktische informatie (contractgegevens, werk- en uurregelingen, afwezigheid) doorgeven aan de docent-begeleider tijd vrij maken voor de student, en voor de gesprekken met de docent-begeleider.
Retailmanagement – brochure voor werkplekbedrijven (versie mei 2014) – p. 3 van 5
Eisen gesteld aan de coach Zelf onderscheiden wij de onderstaande basiscompetenties en selectiecriteria voor de coach: Basiscompetenties van de coach •
•
•
•
de begeleider van leerprocessen kan o
afspraken maken in functie van opdrachten, leertaken
o
motiveren
o
resultaten evalueren en bespreken; feedback geven
o
een aangepast leerklimaat creëren
o
bij problemen de student ondersteunen om toch succesvol te studeren
de inhoudelijk expert kan o
leertaken begrijpbaar uitleggen
o
taken opsplitsen in duidelijke deeltaken
o
kwaliteitsnormen uitleggen
o
begeleiding van leertaken delegeren
o
de link leggen tussen leertaken enerzijds en anderzijds het beroep en de opleiding
de organisator kan o
leertaken in functie van het afgesproken leerpad inplannen
o
coaching en feedback inplannen
o
voldoende beschikbaar zijn voor de student
o
inspelen op vragen, praktische problemen
de innovator kan o
bij de student de zin voor innovatie stimuleren
o
onderzoeksattitude en kritische zin stimuleren bij de student
o
de student stimuleren tot, en ondersteunen bij zelfreflectie
o
de student ondersteunen bij het rapporteren.
De docent-begeleider begeleidt het leerproces van de student vanuit de hogeschool en is er verantwoordelijk voor. Zijn/ haar taken zijn onder andere: • • • •
afspreken over de manier en frequentie van evaluatie en feedback tijdens het werkplekleren voortgangsgesprekken voeren met de student en met de bedrijfscoach samen met de bedrijfscoach een eindgesprek voeren met de student nagaan of de student de competenties op het gewenste niveau heeft verworven op basis van het portfolio.
Voor de praktische, organisatorische zaken is de coördinator Werkplekleren verantwoordelijk. U kan de coördinator het makkelijkst bereiken via het e-mailadres
[email protected].
Retailmanagement – brochure voor werkplekbedrijven (versie mei 2014) – p. 4 van 5
Portfolio In een online portfolio leggen de studenten hun leeractiviteiten en hun reflectie daarop vast. Ze geven aan in welke mate zij de competenties hebben bereikt. Het portfolio geeft de voortgang van de student weer. Zo wordt de eigen verantwoordelijkheid van de student voor zijn leerproces visueel. Het portfolio wordt gebruikt bij voortgangsgesprekken met de docent-begeleider en is zowel een didactisch instrument als een toetsvorm. Het portfolio • • • •
• •
dient om de student de verantwoordelijkheid voor zijn voortgang in vaardigheden en competenties te laten visualiseren vertrekt van de competentiematrix van de opleiding bevat een logboek van de uitgevoerde leertaken, reflecties, werkstukken, en bewijsstukken die aantonen welke leeractiviteiten aan bod kwamen tijdens elke periode bevat telkens een reflectie op de eigen positie tov competenties o Welke taken heb ik uitgevoerd? o Hoe kaderen deze taken in de competentiematrix van het werkplekleren? o Wat heeft het werkplekleren mij bijgebracht op inhoudelijk, organisatorisch, strategisch, communicatief, … vlak? o In welke mate heb ik de competenties reeds bereikt? o Hoe zal ik aan de nog niet bereikte competenties en zwakke punten werken? o Hoe zal ik mijn eigen loopbaan vorm geven, welke keuzes moet ik daarin maken? is digitaal beschikbaar voor alle betrokken docenten wordt regelmatig besproken door de docent-begeleider en de student (minstens na elke periode van werkplekleren, dus 4x per jaar). De student maakt hiervan een verslag met weergave van de afspraken.
Retailmanagement – brochure voor werkplekbedrijven (versie mei 2014) – p. 5 van 5