rergensi Absurdi
Verzonnen plaatsnamen in het Nederlands
Absurdistan,
Allochtonië,
Schubbekutteveen,
Boerenkoolstronkeradeel,
Takki-Takkiland,
Verweggistan
Juinen,
Moffriko,
- onze taal we-
melt van de namen van landen, dorpen en steden die op geen enkele landkaart te vinden zijn. Ze worden onder meer gebruikt in dooddoeners ('Waar ga je naartoe?' 'Naar Scheetjeboe!') en om exotische vakantiebestemmingen te suggereren sur-Mer
(Arrondissement-
in plaats van Wijk aan Zee). O m te zeggen 'wij blijven
thuis' ('Nee, wij gaan dit jaar naar Balkonië, Meingarten,
Rundhausen,
Bad
Tuinesië') of om aan te geven dat iets een gehucht of
een achterlijk land is. Dat laatste gebeurt niet alleen met namen als Herejezusveen
en Afgelegerije,
maar ook met namen van plaat-
sen die wel degelijk bestaan, zoals Lutjebroek, singboermussel,
Timboektoe
Stampersgat,
Jip-
en Kuttekoven. Ook die overdrachtelijk
gebruikte plaatsnamen komen in dit boekje aan bod, samen met zo'n negenhonderd thematisch ingedeelde fictieve plaatsnamen. Van Nergenshuizen artikelen in NRC
tot Absurdistan
is deels gebaseerd op een serie
Handelsblad.
Ewoud Sanders (1958) is taalhistoricus en journalist. Hij is vaste medewerker van onder andere NRC Handelsblad, en Onze
de
Staatscourant
Taal en heeft verschillende taalboeken op zijn naam
staan, waaronder Jemig de pemig! De invloed 1/an Van Kooten en De Bie op het Nederlands, menwoordenboek,
de eerste rang. looi geld.
?
het Eponiemenwoordenboek,
het Borrelwoordenboek spreekwoorden
het
Ceonie-
en Voor een dubbeltje
en zegswijzen
over
op
Nederlands
Van Nergenshuizen tot Absurdistan
Ewoud Sanders
Van Nergenshuizen tot Absurdistan Verzonnen plaatsnamen in het Nederlands
2003 Prometheus/NRC Handelsblad Amsterdam / Rotterdam
© 2003 Ewoud Sanders Eindredactie Jaap Engelsman Register Theo Veenhof Omslagontwerp Marry van Baar Omslagillustratie Getty Images www.pbo.nl www.nrc.nl ISBN 9 0 4 4 6 0 1 9 5 4
Als iemand nieuws van buitenlandse zenders had gehoord (en dat kwam elke dag voor), dan kwam dat bij ons uit Kötzschenbroda. Kötzschenbroda betekende in onze taal in één woord Londen, Moskou, Beromünster en vrijheidszenders. Als een bepaald bericht in twijfel werd getrokken, dan was het afkomstig van de Mundfunk (mondradio) of de JMA, wat Jixdische Marchenagentur (Joods Sprookjesagentschap) betekende. Victor Klemperer LTI (2000) p. 241
Inhoud
Woord vooraf
9
1 2 3 4
Arm: heer Zondervan uit Nergenshuizen in Geenland Gierig, betalen, sparen: volk van Kaap de Grijp Slim, dom, bot of gek: gedoopt te Botterdam Liegen, praten, zwijgen: rijden over Tongeren
5
Zuipen en knokken: een brave Brandenburger in Kloppenburg 39
6
Slechte karakters: madam van Hoogenhuizen, Hein uit Huftershoek 42 Uiterlijk: afgevaren uit Schoonhoven, aangekomen te Lelijkendam 48 Slapen: naar Betje Veren in Pluimendijk 51 Dood: naar het feest van Mollengijs in Pierenland 57 Landen waar je niet moet zijn: van Afgelegerije tot Zwammerzoeloe 63 Nog meer slechte bestemmingen: van Absurdistan tot Verweggistan 77 Waar je wél moet zijn: landen van melk, honing en meer 84 Plaatsnamen in dooddoeners: van Affekaffe tot Zuzaaten 107 Exotische vakantiebestemmingen in eigen land: van Montagne-au-Mer naar Mont Mare 130 A. Frans 135
7 8 9 10 11 12 13 14
15 25 29 35
B. Engels C. Duits D. Spaans, Italiaans, Grieks en Latijn 15 Exotische vakantiebestemmingen rond het huis: van Achtertuinië tot Villa Waranda 16 Lutjebroeken in Nederland 17 Lutjebroeken in België 18 Brave gehuchten: van Baalderdam tot Zwijnsdorp 19 Minder brave gehuchten: van Apekutteveen over Herejezusveen naar Verneukschoten 20 Tot slot: enkele uitdrukkingen met een woordspeling op een échte plaatsnaam Geraadpleegde literatuur Register
141 145 148 151 158 162 170 188 212 216 219
Woord vooraf
Dit boek gaat over verzonnen plaatsnamen in het Nederlands. En over uitdrukkingen met een woordspeling op een échte plaatsnaam. In totaal komen zo'n negenhonderd fictieve plaatsnamen aan bod, en ruim honderd bestaande. Negenhonderd fictieve plaatsnamen - toen ik materiaal voor dit boekje begon te verzamelen, had ik nooit gedacht dat er zoveel zouden bestaan. Ik kende Absurdistan, Nergenshuizen en Verweggistan, en daar hield het wel zo'n beetje mee op. Of nee, ik kende natuurlijk ook Allochtonië, Bommelskont, Juinen, Luilekkerland en Takki-Takkiland - allemaal bestemmingen die je vergeefs op een landkaart zult zoeken. En hoe zat het met Limbabwe en Brabostan, waren dat bijnamen of ook fictieve plaatsnamen? En Moffiika dan? En hoe zat het met het tropische Bounty-eiland, met z'n hagelwitte stranden? En hoe met Rundumhausen, Bad Meingarten en Tuinesië, plaatsen die een exotische vakantiebestemming in eigen land suggereren? Ja, ook die horen erbij, en zo werden het er uiteindelijk ruim duizend. Het konden er zoveel worden door de medewerking van lezers van NRC Handelsblad en Onze Taal De afgelopen twee jaar heb ik in die krant en in dat tijdschrift geregeld over de denkbeeldige aardrijkskunde in de Nederlandse spreektaal geschreven. Steeds riep ik de lezers op om aanvullingen en correcties te sturen. Uiteindelijk ontving ik ruim honderd brieven en kaarten en meer dan dertienhonderd e-mailtjes, uit Nederland en Vlaanderen, maar ook van ver overzee, met name van lezers die mijn stukken hierover op de website van de NRC hadden gelezen. Zonder de medewer-
9
king van al die informanten, die hier geregeld worden aangehaald, was dit boekje nooit verschenen.
Poepjanknor Door de overstelpende hoeveelheid reacties was het mogelijk een goed beeld te krijgen van de verbreiding van fictieve plaatsnamen. Er zullen er een paar zijn ingeslopen die slechts in kleine kring bekend zijn (als ik dat vermoedde, staat het erbij). Maar op een enkele uitzondering na zijn alleen plaatsnamen opgenomen die door minstens twee informanten zijn genoemd. Vaak waren er overigens véél meer informanten: zelfs plaatsen als Poepjanknor en Herejezusveen werden door tientallen lezers ingestuurd, in vele varianten. Fictieve plaatsnamen worden op verschillende manieren gebruikt. Ze komen los voor, en in uitdrukkingen (waaronder veel dooddoeners). Ze zijn hier op verschillende gronden bij elkaar gezet: meestal thematisch (in rubrieken als armoede, dood, karakter en uiterlijk), maar er is ook een hoofdstukje waarin alle nepplaatsen zijn samengebracht die zijn gevormd met het achtervoegsel -stan. De fictieve vakantiebestemmingen staan bij elkaar, de denkbeeldige bananenrepublieken, en bij gefingeerde plaatsnamen met als hoofdbetekenis 'gehucht, negorij, gat, plaats waar nooit iets gebeurt' is onderscheid gemaakt tussen de 'brave' en de 'minder brave' benamingen (namelijk die met fecale, seksuele en blasfemische elementen). Er is, kortom, gekeken naar de vorm, de betekenis en de functie van de plaatsnamen.
Heel oud Gefingeerde plaatsnamen blijken al heel lang te bestaan: de oudste voorbeelden dateren uit de Middeleeuwen. Tientallen plaatsnamen in dit boekje komen uit de zestiende, zeventiende, achttiende en negentiende eeuw, maar de meeste komen uit 'onze tijd'. Dat geldt onder meer voor vrijwel alle poep- en piesnamen. Waarschijnlijk waren die er vroeger ook wel, maar ze zijn nauwelijks overgeleverd. Er is tot nu toe maar heel weinig over fictieve plaatsnamen in het Nederlands geschreven. De belangrijkste schriftelijke bronnen worden achter in dit boekje genoemd. Twee wil ik hier vast noemen. In 1892 schreef de Vla-
io
ming Aug. Gittée, leraar in Luik, een belangrijk stuk over 'schertsenderwijs aangewende eigennamen' in het tijdschrift Taal en Letteren. Een jaar later verscheen een uitgebreide versie van dit artikel in Volkskunde. Tijdschrift voor Nederlandsche folklore. Gittée geeft een indrukwekkend overzicht van het spottend gebruik van plaatsnamen en persoonsnamen in de Nederlandse literatuur vanaf de Middeleeuwen. Voor dit boekje heb ik dankbaar van zijn materiaal gebruikgemaakt. Dat geldt ook voor het standaardwerk over plaatsnamen in de volkstaal, de zesdelige studie van de Vlaamse volkskundige Jozef Cornelissen getiteld Nederlandsche volkshumor op stad en dorp, land en volk: spot- en bijnamen, spotrijmen, spotvertellingen, volksetymologische sagen, spreekwoorden en zegswijzen, enz., naar hun oorsprong en heteekenis verklaard (1929-1938). Cornelissen wijdde een apart hoofdstuk aan denkbeeldige plaatsnamen en aan uitdrukkingen met een woordspeling op een échte plaatsnaam. Mede dankzij hem bevat dit boekje ook veel Vlaamse gegevens.
Nichtenstein Waarom zijn in dit boekje over verzonnen plaatsnamen nu ook ruim honderd uitdrukkingen met een bestaande plaatsnaam opgenomen? Dat kan ik het best laten zien met een voorbeeld. Van een homoseksueel zegt men soms: 'Hij komt uit Nigtevecht.' Maar ook: 'Hij komt uit Nichtenstein.' Nigtevecht is een bestaande plaats, Nichtenstein niet, maar taalkundig gezien zijn de uitdrukkingen op dezelfde leest geschoeid: ze bevatten een woordspel met nicht, een van de vele benamingen voor 'mannelijke homoseksueel'. Om die - taalkundige - reden zijn ook uitdrukkingen met een woordspeling op een echte plaatsnaam opgenomen. Om vergelijkbare redenen zijn in het hoofdstuk over dooddoeners bestaande en gefingeerde plaatsnamen door elkaar gezet. Voor de duidelijkheid zijn bestaande plaatsnamen in het hele boekje voorzien van een asterisk. De grootste groep verzonnen plaatsnamen heeft als betekenis 'gehucht, gat, verafgelegen, onbelangrijke plaats'. Er zijn meer dan honderd gefingeerde plaatsnamen die op deze manier worden gebruikt, maar in Nederland hebben ook bestaande plaatsen als Lutjebroek, Vlagtwedde en Tietjerksteradeel deze overdrachtelijke betekenis gekregen. En in Vlaanderen plaatsen als Erps-Kwerps, Kuttekove, Lapscheure, Zichen-Zussen-
n
Bolder, Zoerle-Parwijs en Zoutenaaie. Aan dit overdrachtelijke gebruik van bestaande plaatsnamen zijn twee aparte hoofdstukken gewijd.
Compleet? Staan alle denkbeeldige plaatsnamen in het Nederlandse taalgebied hier nu bij elkaar? Nee. Er is weinig aandacht besteed aan denkbeeldige plaatsen in literaire werken, aan imaginaire reisverhalen, aan Oeteldonkachtige carnavalsbijnamen voor dorpen en steden, aan gefingeerde plaatsen in illegale uitgaven, aan nepplaatsen in hedendaags overheidsdrukwerk, of aan namen uit de geofictie (waarbij men fictieve landen, steden, werelden en planeten bedenkt en 'uitwerkt'). Door deze keuze zijn plaatsnamen als Andervoorts, Batrachia, Bolderburen, Brikkekiks, Drogland, Doolenberg, Eleutharia, Ertholm, Gluiponië, Kipdorp, Krinke Kesmus, Loowoude, Mijnland, Nooitgedachtland, Rommeldam, Spokanië, Stuipendrecht, Sweinstein, Vrijburg en Xokum komen te vervallen. Ook over deze namen valt van alles te vertellen, maar je moet ergens een grens trekken, en het ging mij in de eerste plaats om verzonnen plaatsnamen die in de volkstaal leven of hebben geleefd. Bovendien zijn bijvoorbeeld alle spottende bijnamen voor steden en dorpen in het Nederlandse taalgebied al twee keer bij elkaar gebracht, aan het begin van de 20ste eeuw door de hierboven al genoemde Cornelissen, en in 1998 nogmaals door Dirk van der Heide (in het Groot schimpnamenboek van Nederland).1
Jerkwater Is dat nou typisch Nederlands, die enorme hoeveelheid fictieve plaatsnamen? Dat is moeilijk te zeggen want bij mijn weten zijn ze voor het Frans, Duits, Engels, Italiaans of Spaans nooit systematisch bij elkaar gezet. Maar in al die talen, en zonder twijfel in nog veel meer talen, komen ze voor. Ik vermoed dat fictieve plaatsnamen die als betekenis hebben 'gehucht, gat in de grond, het einde van de wereld, plaats waar nooit iets gebeurt', voorkoi
Voor het Engelse taalgebied bestaat een indrukwekkende inventarisatie van ruim twaalfhonderd fictieve plaatsnamen in literaire werken. Het gaat om The Dictionary oflmaginary Places (1999^) van Alberto Manguel en Gianni Guadalupi. Over gefingeerde 'plaatsen van uitgave' zie het driedelige werk van Emil Weller, Diefalschen undfingierten Druckorte (1864, herdrukt in 1970).
12
men in alle landen met grote steden - en daar zijn er nogal wat van. Van oudsher kijken stadjers neer op mensen van het platteland, en dat heeft veel fictieve gehuchtnamen opgeleverd. De meeste Duitse, Franse en Spaanse fictieve plaatsnamen komen in de loop van dit boek ter sprake, bij Nederlandse namen die op een vergelijkbare manier zijn gevormd. Het zijn er bij elkaar misschien dertig of veertig. Het Engels telt er véél meer. Lester v. Berrey en Meivin Van den Bark noemen er in The American Thesaurus of Slang (1952) al 78, en hun lijst is verre van compleet, want opmerkelijk genoeg hebben ze min of meer aanstootgevende namen als Bumfuck, East Jesusen Jerkwater weggelaten. Kortom, er blijft genoeg te doen, zeker als je ook nog zou willen kijken naar fictieve plaatsnamen in het Engels van Nieuw-Zeeland (waar men onder meer spreekt over Waikickamoocow) en dat van Australië (waar Nergenshuizen is gelieerd met onder meer Bullamanka en Bullamakanka, met Woop Woopsen Whoop Whoop). Tot slot nog dit: dialectwoorden zijn doorgaans omgezet in standaard-Nederlands. Aanhalingen uit brieven zijn stilistisch soms enigszins aangepast, evidente taalfouten en dergelijke zijn er stilzwijgend uit gehaald. Redactionele toevoegingen binnen citaten staan tussen vierkante haken. Aanvullingen, correcties en commentaar zijn zeer welkom.
Ik kan hier onmogelijk alle mensen noemen die op mijn oproepen hebben gereageerd. Toch zijn er een paar die ik, om verschillende redenen, extra dank ben verschuldigd. Het gaat om Peter Altena, Mare De Coster, Mare De Proft, Anne Dykstra, Jaap Engelsman, Marcel Grauls, Jacques Klöters, Joep Kruijsen, Ludo Permentier, Harrie Scholtmeijer, Nicoline van der Sijs en Rob Tempelaars. Zeer veel dank voor jullie hulp!
Gebruikte afkorting WNT = Woordenboek der Nederlandsche Taal Een asterisk (*) geeft aan dat het om een bestaande plaats gaat.
13
1 Arm: heer Zondervan uit Nergenshuizen in Geenland
Het schertsend gebruik van plaatsnamen is altijd een volkssport geweest. Dat was in de Middeleeuwen al zo, en het is nog steeds zo. Als we de Vlaamse volkskundige Aug. Gittée mogen geloven, nam het gebruik van dergelijke namen zelfs toe naarmate men armer was. Althans, in 1893 schreef hij: 'Zulke schertsend aangewende eigennamen zijn vooral gangbaar onder de laagste standen, meer en meer naar mate men de laddersporten der maatschappij afdaalt.' In dat opzicht is het opmerkelijk dat er relatief veel uitdrukkingen met plaatsnamen zijn die op armoede betrekking hebben. De arme man mocht kennelijk graag spotten met de nóg armere man. Voorzover bekend had hij daar ten minste 23 plaatsnaamuitdrukkingen voor tot zijn beschikking: dertien fictieve en tien met een bestaande plaatsnaam. Ze bevatten opvallend vaak neptitels en chique aanspreekvormen, zoals (mijn)heer van, baron van, burgemeester van, drost van, jonker van, sint van, en dan volgde een plaatsnaam die in schril contrast stond met de vermeende status van de aanspreekvorm. Zoals te verwachten was, bevatten de plaatsnamen een spel met woorden als hard, scherp, honger, kommer, mager en zorg - woorden waar de armoedzaaier de mond vol van moet hebben gehad. Relatief veel van onderstaande uitdrukkingen dateren al uit de 16de en 17de eeuw.
15
Bijsterveld De oorspronkelijke betekenis van bijsterveld is 'schraal en onvruchtbaar stuk land'. Maar in de uitdrukking heer van Bijsterveld, voor 'vagebond, landloper', moet Bijsterveld worden beschouwd 'als een denkbeeldige plaatsnaam', aldus het WNT. De uitdrukking heer van Bijsterveld is al aan het begin van de 16de eeuw aangetroffen. Er zijn verschillende variaties op gevonden, zoals Sint van Bijsterveld en Baron van Bijsterveld. Bredero vraagt in Moortje (1615): 'Waer is de Baroen Kalis Jan van Bystervelt met sijn Kompangie?' En uit een Zandvoorts straatliedje komen de regels: Hoe slegt is 't nu met my gesteld, Ik leef als heer van Bystervelt Ik heb gheen geld nog eenig pand. Overigens kende Noord-Brabant tot in de 20ste eeuw drie gehuchten Bijsterveld, maar die zijn inmiddels opgegaan in grotere gemeenten.
Geendorpen Hij is burgemeester van Geendorpen = hij doet zich rijker en voornamer voor dan hij is. De uitdrukking is in 1931 opgetekend door de Vlaamse volkskundige Jozef Cornelissen. Volgens Cornelissen zei men dit ook 'van iemand die niet zeggen wil wie hij is'. Op internet maakt een wiskundig genootschap melding van een 'tijdelijke hoogleraarsbaan aan de universiteit van Geendorp'. Vooral kandidaten met ervaring in 'tegennatuurlijke logica' blijken voor de baan in aanmerking te komen.
Geenhuizen In de uitdrukkingen mijnheer van Geenhuizen; jonker van Geenhuizen of kortweg een Geenhuizen. Mijnheer van Geenhuizen werd gebruikt voor 'armoedzaaier, schraalhans'. Jonker van Geenhuizen en een Geenhuizen werd volgens het WNT vooral gezegd van kinderen die alles kapotmaken. Het Woordenboek geeft als voorbeeldzinnen: 'Die jongen is een echte jonker van Geenhuizen. Is al je speelgoed weer kapot? Je bent toch een rechte Geenhuizen.'
16
Als fictieve plaatsnaam is Geenhuizen voor het eerst aangetroffen in 1644, in de titel van een luizenlofzang' van Pieter van Godewijck. Hij heeft het hierin over 'vooghden van Geenen-Huyse, Nergens-Rijck en Sonder-Lant'. Overigens komt (Van) Geenhuizen ook voor als familienaam.
Geenland Aan het begin van de 17de eeuw aangetroffen in de uitdrukking heer van Geenland. Men zei dit schertsend tegen een armoedzaaier. Omstreeks 1701 verscheen in Amsterdam een fictieve reisbeschrijving getiteld De Vrije Staat van Geen-Land. Het ging om een vertaling uit het Engels. Geenland komt ook voor in combinatie met Nergenshuizen. Zo schreef J.J. Starter omstreeks 1621: 'Nou hoor hier, mijn heer van Geenland, drost tot Nergens-huyse!' En in 1726 had de Middelburgse predikant Carolus Tuinman het over 'Heeren van Nergenshuizen in Geenland'.
"Halen Hij is van Halen (1870) = hij is een bedelaar, een schooier. Naar Halen in (Belgisch) Limburg, met een woordspeling op halen, 'pakken'.
*Hardenberg Zij zijn van Hardenberg (1896) = het zijn slechte betalers. Naar Hardenberg in Overijssel, met de gedachte aan hard, 'onvermurwbaar'. Men zei ook hij is zo hard als een spijker voor 'hij bezit niets, hij betaalt niet'.
"Harderwijk Hij is van Harderwijk (1879) = hij is arm. Naar Harderwijk in Gelderland, zinspelend op een hard leven. Van iemand die buitengewoon gierig is, kan men zeggen: hij is in Harderwijk geboren en in Spaarndam grootgebracht. Vergelijk Spaarndam.
17
^Hongarije Het is daar in Hongarije (1561) = het is daar armoe troef. Naar het land Hongarije, met een woordspeling op honger. Men schreef soms ook Hongerijen. Tevens aangetroffen in de uitdrukkingen iemand naar Hongarije zenden ('iemand honger laten lijden') en Sint-Reinuit heeft het bewind over Hongerijen (Sint-Reinuit is de fictieve schutspatroon van de berooiden). Ook de uitdrukking eten als een Hongaar zinspeelt op honger. In het Duits wordt de landnaam Hongarije (Ungarn of Hungarn) eveneens met honger geassocieerd. Gulzig eten, jressen, wordt daarentegen verbonden met Friesland, dus: aus Friesland geht der gerade Weg nach Ungarn, 'van Friesland leidt de weg rechtstreeks naar Hongarije'. Het Frans kende vroeger een andere woordspeling op de landnaam Hongarije, namelijk prince de Hongrie ('Hongaarse prins'), 'gecastreerde, impotente man', van hongre, 'ruin' (gecastreerd paard), een woord dat etymologisch overigens ook met Hongrie samenhangt.
-Kalis Over Kalis thuiskomen (1636) = berooid van een reis terugkomen. Naar de Franse havenplaats Calais, met een woordspeling op kaal in de betekenis van 'berooid' (zo zei men ook kaal van een reis komen). Varianten zijn naar Kalis moeten voor 'de welvaart vaarwel moeten zeggen', naar Kalis gaan voor 'te veel uitgeven, bezig zijn een arm man te worden' en zij kruisen de straat tussen Kalis en Sint-Reinuit, 'het is armoedig met hen gesteld'. SintReinuit, de naam van de fictieve schutspatroon van de berooiden, wordt hier als plaatsnaam gebruikt. In het Duits werd van armoedzaaiers wel gezegd dat zij nach Cas(s)ablanca gehen, 'naar Casablanca gaan' (een stad in Marokko), om aan te geven dat hun Kasse ('kas') blank ('leeg, blut') was.
Kalisbeemd Een beemd is (onder meer) een vlakke landstreek. Kalis is een inmiddels verouderd woord voor 'berooid persoon, arme drommel'. Zo'n armoedzaaier werd ook wel schertsend heer van Kalisbeemd genoemd. Het WNT schrijft ter toelichting bij Kalisbeemd: 'Een verzonnen plaatsnaam, als grappige benaming voor het denkbeeldig grondbezit van iemand zonder
18
vermogen.' Vergelijkbare vormingen zijn Kalishoek en Kalisdijk voor een 'denkbeeldig oord waar personen die geen middelen hebben, thuishoren of vandaan komen'. Vondel dichtte in 1630: 'Swijght, ghy quaemt [kwam] van kalis-dijck,/ Ghy waert kael en ick was rijck.' Calishoek bestaat overigens écht. Het is de naam van een plaatsje in Noord-Brabant. Zuid-Holland kent bovendien het dorpje Kalishuurt.
Kommerkerke Aangetroffen in een Vlaams handschrift uit de 16de eeuw: 'Wanneer een haveloos gheselle Aan een Mos [een verouderd woord voor "meid, arme griet"] een kindeken krijght, Te Commer-kercke luyt hy de Belle.' Gevormd van kommer, 'gebrek'. In de 19de eeuw telde Nederland nog vijf plaatsen die begonnen met Kommer-. Daar zijn er nu nog twee van over: Kommerdijk in Gelderland en Kommerzijl in Groningen.
*Kortenaken Te Kortenaken uitkomen (1890) = tekortkomen. Naar Kortenaken in Vlaams-Brabant, met een woordspeling op (te)kort. Van iemand met wie het bergafwaarts ging, werd in het Engels vroeger wel gezegd he is on the high-way to Needham, 'hij is op weg naar Needham', met een toespeling op need, 'nood, gebrek'.
*Kortrijk Het zijn heren van Kortrijk (1642) = het zijn rijken van korte duur. Naar Kortrijk in West-Vlaanderen. Woordspelingen met Kortrijk duiken vanaf het midden van de 17de eeuw in de literatuur op. Carolus Tuinman schreef in 1727: 'Overdaad en verquisting maakt heeren van Kortryk, en doet ras met de noorder zon verhuizen: maar spaarzaamheid is een groote rente.' Kortrijk wordt soms in één adem genoemd met Duren, naar Düren in Noordrijn-Westfalen, met een woordspeling op duren, 'het verlopen van zekere tijd'. Zo schreven Wolff en Deken in 1793: 'Duuren is een schoone stad, doch Kortrijk ligt er digte bij, plagt mijn moeder te zeggen.' Van een rijk man die aan de bedelstaf was geraakt, heette het in Duitsland wel dat hij van Reichenau naar Bettelheim gekomen was. 19
*Landuit Heer van Landuit (1894) = arme drommel, iemand zonder land. Naar Landuit in Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op land + uit.
Magerhal 'Schertsende benaming,' aldus het Idioticon van het Antwerpsch dialect (1901), 'voor het dorp Halle bij Zandhoven. De grond is er zoo mager, vertelt men spotsgewij ze, dat men er maar een enkelen pier gevonden heeft, die met eene ijzeren ketting gebonden ligt in den hof van den pastoor.' Dat dit volksverhaal nog steeds voorleeft, bleek uit een bericht van een Vlaamse informant: 'Het volgende rijmpje heb ik in de jaren zestig van mijn moeder geleerd: "Lomp Zoersel, mager Hal, zot Sint-Teunis, rijk Westmal." [...] Halle is niet het stadje ten zuiden van Brussel, maar een klein dorp dat afgelegen lag en destijds berucht was om de slechte zandgrond. Een volksverhaal wil dat een Halse boer bij het ploegen een dier vond dat hij nooit eerder gezien had. De Hallenaren richtten een paal op en legden het dier er met een ketting aan vast. Toen er dan toch eens iemand van "buitendorps" in Halle kwam en het dier zag, schoot hij in de lach: het ging om een doodgewone pier. Er is in Halle een straat die De Pier heet. De grond in Halle was zo slecht, dat zelfs een pier er amper in kon leven.' Magerhal komt ook voor in de uitdrukking het is een heer van Magerhal voor 'een arm iemand die toch als voornaam wil doorgaan'. Men noemde zo iemand vroeger ook wel een kaalaard of een kale jonker.
Nergenshuizen 'Een komieke uitdrukking is de denkbeeldige plaatsnaam Nergenshuizen, die nog heden wel gebruikt wordt,' aldus het WNT in 1907. Welnu, Nergenshuizen wordt nog steeds volop gebruikt. Niet alleen in kranten en tijdschriften, ook in boektitels. Zo publiceerde Jan Bonsen in 1991 Nergenshuizen: verhalen en utopieën voor de gemeente. Paul de Wispelaere was hem in 1986 voorgegaan met de roman Brieven uit Nergenshuizen, en Michel van der Plas bundelde in 1962 enkele reisreportages onder de titel Nergenshuizen: verhalen over elf Europese dorpen. En toen bestond er al lang een blijspel getiteld Eene zitting van den militieraad te Nergenshuizen, want dat was al in 1886 verschenen.
20
Nergenshuizen behoort tot de bekendste en meest gebruikte fictieve plaatsnamen. Het dankt zijn populariteit aan z'n duidelijkheid en neutraliteit. Er komt geen schuttingwoord in voor (zoals in Schubbekutteveen, dat daardoor minder geschikt is voor kranten), en iedereen zal direct begrijpen dat het een denkbeeldige plaats is. Nergenshuizen is het zinnebeeld van tientallen, zo niet honderden plaatsen: klein, onopvallend, ruraal, boring, een gat in de grond, het einde van de wereld. Dan wel: een stadje van dertien in een dozijn, met z'n eigen Blokker, Hema, Zeeman enzovoorts. Nergenshuizen is, kortom, een plaatsje waar je nog niet dood gevonden zou willen worden. Althans, dat is hoe wij Nergenshuizen nu gebruiken, maar in de 17de eeuw - toen deze plaatsnaam ontstond - werd Nergenshuizen vooral gebruikt in de verbinding heer van Nergenshuizen (met als uitbreiding heer Zondervan uit Nergenshuizen in Geenland). Het gaat hier om een quasiadellijke titel voor een 'armoedzaaier' of voor 'iemand die zich rijker en voornamer voordoet dan hij is'. Zo voerde J J . Starter in 1618 in een komedie een moeder op die tegen haar kritische zoon (die zij aan een rijke vrijster wil helpen) roept: 'Nou hoor hier, mijn Heer van Geen-land, Drost tot Nergens-huyse!' Maar Nergenshuizen werd ook indertijd al alleen als plaatsnaam gebruikt, dus zonder dat heer van. Zo had Johannes Erasmius (1605-1658), conrector van de Latijnse school van Alkmaar, het bijvoorbeeld over het 'Kasteel te Nergenhuysen, sigh streckende van Aecken tot Paesschen'. Nergenshuizen heeft als inspiratiebron gediend voor verschillende vergelijkbare benamingen, zoals Ergernishuizen en Nergensviïle (dat voorkomt in een gedicht van G. van der Graft uit 1997: 'Ik noem die stad, die capitale/ de la douleur, dat Nergensviïle...'). Ook de variant Ergenshuizen is een paar maal aangetroffen. Zo schreef Michel van der Plas in 1953 een boek getiteld Ergenshuizen: een mythe. C.W. Mönnich volgde hem in 1984 met 'Ergenshuizen' of'nergens meer'?: utopie en anti-utopie rond Orwellsjaar 1984. Sommige mensen zeggen nu van Niks naar Nergenshuizen. Daarnaast is de uitbreiding Nergenshuizen boven Rikketik aangetroffen. Bovendien figureert Nergenshuizen in een verwensing, te weten: val onder de tram naar Nergenshuizen (kennelijk een variant van val onder de Haagse tram of val onder de Rotterdamse tram). Nergenshuizen heeft in verschillende talen broertjes en zusjes. In het Engels komt Noplaceville er het dichtst bij en in het Duits Nirgendwo (in de ver-
21
binding Irgendwo am Nirgendwo). De dichter De Genestet (1829-1861) heeft eens d'Aucunville gebruikt, maar echt Frans is dat niet. De Fransen gebruiken fictieve plaatsnamen als Pétaouchnock, Fouilly-les-Oies, Trifouillis-les-Oies en Perpète-les-oies (die oies, 'ganzen', duiden ongetwijfeld op de ook in het Frans spreekwoordelijke domheid van ganzen, en dus op de achterlijkheid van die dorpjes). Tot slot nog dit: weliswaar kent de wereld geen echte plaats die Nergenshuizen heet, maar plaatsnamen die uitdrukking geven aan hun onvindbaarheid of afgelegenheid komen in Nederland wel degelijk voor. Zo kent Gelderland een plaatsje dat Nergena heet, en Noord-Holland heeft een Nauerna. Beide namen moeten volgens plaatsnaamkundigen worden begrepen als 'volstrekt niet in de nabijheid'. En Alteveer (de naam van vier Nederlandse dorpen) betekent simpelweg 'al te ver' - dus nog voorbij Nergenshuizen.
Poverland 'Denkbeeldig land waar men zich voorstelt dat alleen arme menschen wonen,' aldus het WNT. De plaatsnaam is aangetroffen in een dichtbundel uit 1608: 'Men heeft int gheheele pover landt,/ Noyt ghevonden so grooten Sant.' Een vergelijkbare naam is Poverendijke, die aan het eind van de 19de eeuw in Vlaanderen is opgetekend. Men zei soms ook: te Poverendijke, in het huis Plattebeurs.
Scherperije 'Grappig gevormde eigennaam,' aldus het WNT, 'voor een land of streek waar schaarschte heerscht.' De naam, waarin wordt gespeeld met scherp in de inmiddels verouderde betekenis 'weinig geld bezittend of opleverend, kaal, schraal, krap, schaars', is in 1561 voor het eerst opgetekend. Men zei onder meer het is daar in Scherperije.
* Spaarndam Men is daar in Spaarndam (1657) = men leeft daar zuinig. Naar Spaarndam (Sparendam) in Noord-Holland, met de suggestie dat de mensen daar veel sparen. Van iemand die buitengewoon gierig is, kan men zeggen: hij is in
22
Harderwijk geboren en in Spaarndam grootgebracht. Vergelijk Harderwijk.
Uitkerken In de uitdrukking tot Uitkerken komen voor 'aan lager wal raken'. Het gaat hier om de morele armoede van mensen die geen goede christenen zijn, die als het ware de kerk hebben verlaten. De uitdrukking komt al in Tijl Uilenspiegel voor. In de oudste Nederlandse versie van deze schelmenroman, die van omstreeks 1519 dateert, is sprake van tuyterkerken komen. Varianten zijn Uitkerk, Uitkerke, Uitjeskerk en (H)uutkercke. De uitdrukking is in diverse spreekwoordenboeken uit de 16de en 17de eeuw opgenomen. Nederland telt op dit moment nog dertien plaatsen die beginnen met Uit-, met als mooiste Uitweg in Utrecht.
* Utrecht De plaatsnaam Utrecht werd in de volkstaal uitgesproken als Uitert. Dit gaf aanleiding tot uitdrukkingen als een Uitertse reis, 'een verre en moeilijke tocht', en hij is bij de poort van Uitert aangekomen, 'hij is nagenoeg arm'. Het gaat hier om woordspelingen met uiterst, 'het meest verwijderd, het verst afgelegen' en/of uitwaarts. Een en ander verklaart ook de in 1854 in Friesland opgetekende uitdrukking van Utrecht naar Vollenhove gaat niet gemakkelijk, maar van Vollenhove naar Utrecht heejt men het voor de wind voor 'het is moeilijker om van arm rijk te worden, dan andersom'.
*Vollenhove Het is daar Vollenhove (1893) = men leeft daar op grote voet. De uitdrukking werd ook gebruikt in de betekenis 'er woont daar een groot gezin'. Naar Vollenhove in Overijssel, met een woordspeling op vol + hof. In 1861 is de uitdrukking men vaart door het Sparen (Spaarne) naar Vollenhove opgetekend, voor 'door te sparen word je bemiddeld'.
23
Zorghoek Hij woont in Zorghoek = hij leeft in zorg, hij heeft het moeilijk. Voor het eerst opgetekend aan het begin van de 17de eeuw, in de vorm te Zorghoek geraken. Men zei ook hij leejt in Zorghoek. Zorghoek is nooit als naam van een bestaande plaats gesignaleerd; wel Zorgvlied en Zorgvliet. De betekenis van deze plaatsnamen is 'geweken zorgen'.
24
1 Gierig, betalen, sparen: volk van Kaap de Grijp
Bever Hij komt uit het land van Bever (1925) = hij is gierig. Meestal met als (rijmende) uitbreiding: ...en is liever houder als gever. Er bestaat een plaats Bever in Vlaams-Brabant, maar die plaatsnaam is hier waarschijnlijk alleen maar opgevoerd vanwege het rijm.
"Boxmeer Hij gaat naar Boxmeer (1916) = hij trekt zijn beurs. Naar Boxmeer in Noord-Brabant, met een woordspeling op boks, een in het algemeen Nederlands verouderd woord voor 'broek'. Het idee was dus: hij tast in zijn boks, naar zijn buidel. In het Limburgs is boks overigens nog altijd een gangbaar woord voor broek in het algemeen.
"Duren Duren is een schone stad (1627) = volhouden is een goede zaak. Naar de naam van de plaats Düren in Noordrijn-Westfalen, opgevat als het werkwoord duren, 'het verlopen van zekere tijd'. Komt ook voor in de uitgebreide vorm Duren is een schone stad, die aan het Sparen ligt, naar de rivier het Spaarne, met een woordspeling op sparen, 'bewaren'. Men zei tevens Duren is een schone stad en blijven duren een nog schonere en Duren is een schone stad, maar Kortrijk ligt er zo dicht bij.
25
*Houthem Hij komt van Houthem (1893) = hij is gierig. Naar Hout(h)em in WestVlaanderen of Houthem in (Nederlands) Limburg. Het WNT kiest voor Nederland, maar de uitdrukking is in Vlaanderen voor het eerst opgetekend. De plaatsnaam wordt ontleed als houd + hem. In het Duits wordt van zo iemand wel gezegd dat hij komt uit (het voormalige vorstendom) Anhalt, of dat hij zeker stamt uit het huis Anhalt, dat je hier kunt vertalen met 'houvast'.
*Jousumburen Hij is niet van Jousumhuren (1896) = hij is niet goedgeefs. Naar Jousumburen (Jousenbuorren) in Friesland, met een woordspeling op het Friese jou(st) 'geef(t)\ Jousumburen wordt hier dus geïnterpreteerd als 'geefbuurt, geversbuurt'. Vergelijkbare uitdrukkingen zijn gevormd met de plaatsen Jousterbuorren en Jousmaburen. Het Woordenboek der Friese Taal vermeldt als uitbreidingen de boerin is niet van Jousumburen maar van Knijphuisterburen en hij is niet van Jousumburen, maar echt van De Knipe.
Kaap de Grijp In de uitdrukking naar of op Kaap de Grijp varen. Aanvankelijk werd hiermee bedoeld 'de kaapvaart uitoefenen', later werd het ook gebruikt voor 'gierig zijn, roven, stelen, woekeren'. Men zei ook Kaap de Grijp spelen voor 'roven, stelen, gappen', en op zijn Kaap de Grijps te koop voor 'door diefstal te verkrijgen'. Met volk van Kaap de Grijp werden 'hebzuchtige, roofzuchtige lieden', 'uitzuigers' of'woekeraars' aangeduid. Al deze uitdrukkingen dateren uit het begin van de 17de eeuw.
*Kleef Hij komt van Kleef (1561) = hij is gierig, zuinig, niet scheutig. Naar Kleef in Noordrijn-Westfalen, met een woordspeling op kleven, 'plakken'. Men zei ook hij komt uit het land van Kleef(of: van Kleven) en hij is van Kleef hij houdt meer van de heb, dan van de geef. In 1726 schreef de Middelburgse predikant Carolus Tuinman in zijn beroemde spreekwoordenboek: 'Hy is van Kleef. Dit kan gezegt worden van een gierigaard, en van een dief, welke beide als
26
pek aan de vingeren hebben, zo dat'er het geld, of iets diergelyks, aan vast blyft hangen.' In de uitdrukking hij is van de familie Van Kleef ('hij is gierig') wordt gespeeld met de familienaam Van Kleef, maar die gaat natuurlijk ook terug op de Duitse stad Kleef.
*Knijphuizen Hij is van Knijphuizen = hij is gierig. De uitdrukking is in 1880 opgetekend in Groningen, in de vorm hij is van Kniephuuzen. Men zegt ook: hij is van Knijphuisterburen. Er wordt hier een spel gespeeld met knijpen, knijperig zijn voor 'niet royaal zijn met geld', en de Oost-Friese heerlijkheid Kniphausen. Een uitgebreide Friese variant is: de boerin is niet van Jousumburen maar van Knijphuisterburen voor 'de boerin is niet goedgeefs maar zeer zuinig'. Geheel overeenkomstig is de Duitse zegswijze sie stammt nicht aus Schenkendorf, sondern aus Greifswald: 'zij komt niet uit "Schenkdorp" maar uit "Grijpswoude"'. Beide Duitse plaatsen bestaan werkelijk. In plaats van Schenkendorf zegt men soms Nimwegen, 'Nijmegen', met een toespeling op nimm, 'neem'.
*Knipe, De Van De Knipe zijn (1903) = gierig zijn. Naar De Knipe (De Knijp) in Friesland, met een woordspeling op knijperig, een dialectwoord voor 'krenterig, karig, gierig'. Men zei ook hij is niet van Jousumburen, maar echt van De Knipe.
Vergelijk Jousumburen.
^Oudenaarde Hij is van Oudenaarde (1865) = hij is gierig. Naar Oudenaarde in OostVlaanderen, met een toespeling op houden, dat in verschillende Vlaamse dialecten wordt uitgesproken als ouden. De inwoners van Oudegem in Oost-Vlaanderen dragen, eveneens vanwege de associatie ouden-houden, de bijnaam gierigaards. Van een gierigaard zei men ook: hij is van Agem. Agem is de volksnaam voor Oudegem. Hier wordt een spel gespeeld met het dialectwoord ave, 'houden'. Deze uitdrukking is in 1929 opgetekend in het tijdschrift Oostvlaamsche Zanten. 27
* S cherpenheuvel Hij komt van Scherpenheuvel (1865) = hij is gierig, hij let scherp op zijn centen. Naar Scherpenheuvel in Vlaams-Brabant, zinspelend op scherp, 'in sterke, hevige mate'. Men zei ook hij is scherp op een halve cent.
* Spaarndam Men is daar in Spaarndam (1657) = men leeft daar zuinig. Naar Spaarndam (Sparendam) in Noord-Holland. Van iemand die buitengewoon gierig is, kan men zeggen: hij is in Harderwijk geboren en in Spaarndam grootgebracht. De uitdrukking hij is van Harderwijk werd gebruikt voor 'hij is arm'.
*Vrekhem Van Vrekhem komen (1893) = gierig zijn. Naar Vrekhem in Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op vrek. Ook aangetroffen als hij komt uit het land van Vrekhem.
28
1 Slim, dom, bot of gek: gedoopt te Botterdam
*Bottelare Hij komt van Bottelare (1893) = hij is een botterik. Naar Bottelare in OostVlaander en, met een woordspeling op bot, 'ongemanierd'. Werd ook gebruikt in de betekenis 'hij weet van niets'. 'Wanneer de Vlaamsche boerenknechts 's middags aan tafel zitten,' schreef Aug. Gittée in 1893 ter toelichting, 'drinken zij allen uit één glas; wie laatst drinkt, moet voor den volgende inschenken. Doet hij dit niet, zoo zondigt hij tegen alle regelen der goede manieren en van hem wordt in dit geval gezegd dat hij van Bottelare is.'
Botterdam Te Botterdam gedoopt zijn = bot, dom zijn. Volgens sommige bronnen werd deze uitdrukking vooral voor vrouwen gebruikt. Zo schreef de Vlaamse volkskundige Jozef Cornelissen in 1931: 'Volgens het Noordnederlandsch taalgebruik is een vrouw, die te pas en te onpas lacht, die hare lachspieren niet weet te bedwingen als dit zijn moet, wellicht te Botterdam, de stad der botteriken, gedoopt.' De uitdrukking is in het midden van de 19de eeuw voor het eerst gesignaleerd. Een verwante uitdrukking is: hij komt van Bottegem. Die plaatsnaam is overigens aanzienlijk ouder, want al uit 1511 dateert het is niet gezogen uit Bottegems tuiter [speen] voor 'het is niet iets doms'. Volgens het WNT is Botterdam gevormd naar het voorbeeld van Rotterdam. 29
* Domburg Hij is ofkomt van Domburg (17de eeuw) = hij is dom. Naar Domburg in Zeeland. Toespelingen op de domheid van de Domburgers zijn al oud. Zo dichtte J. de Brune in 1657: Wat recht is er van zulcke Domburghers te verwachten? Die wijsheid van een dwaes begheert Die is oock zelfs die name weerdt. De Duitsers kennen vergelijkbare uitdrukkingen met Domnau in OostPruisen (nu Domnovo in Rusland), Dummsdorf in Saksen en het fictieve Dummbach, 'Dombeek'. Van dit laatste bestaat nog de versterkte vorm Hinterdummsbach, 'Achterdombeek' of 'Dombeek-Buiten'. De Fransen zeggen tu a fait ton cours à Asnières, 'je hebt je opleiding genoten in Asnières', naar Asnières bij Parijs, met een toespeling op âne, 'ezel'. In het Engels werd een onschuldig, naïef persoon, een 'groentje', wel een Greenlander, 'Groenlander', genoemd. Overigens heeft dom in Domburg niets met 'stom' te maken; het gaat waarschijnlijk terug op een Germaans woord voor 'half in de bodem verzonken versterking'.
Gekhuizen Aangetroffen in een gedicht van omstreeks 1600 waarin sprake is van een 'sinte Magher van Gecxhuysen' (samen met onder meer een 'prior van Bijstervelt'). In deze satire op de kloosterorden richt Sint-Mager uit Gekhuizen een nieuwe orde op. Centrale regel voor deze nieuwe groep: nooit meer werken. Het gedicht werd in 1647 opgenomen in Veelderhande geneuchlijcke dichten, tafelspelen ende refereinen.
Gekkem Hij is van Gekkem (1879) = hij 8ek> dom, dwaas. Gekkem is gevormd naar het voorbeeld van Maldegem en Zottegem.
30
*Goudriaan Hij is van Goudriaan (1561) = hij is langzaam van begrip. Naar Goudriaan in Zuid-Holland, met een (ironische) woordspeling op gauw, 'snel (van begrip)'. Aangetroffen in de verbasterde vorm Gauweriaan.
Keiberg In verschillende uitdrukkingen wordt de kei in verband gebracht met gekte. De Grote Van Dale vermeldt onder meer de kei leutert of reutelt hem; het leutert of reutelt hem de kei; hij heejt een kei in 't hoofd en hij is met de kei gekweld, allemaal met als betekenis 'hij is niet goed bij zijn hoofd, begaat allerlei dwaasheden'. Tegenwoordig hoor je nog wel eens hij heejt een kei inz'n kop. Keiberg is een bestaande plaatsnaam - België telt vier plaatsen met die naam, vroeger nog meer - maar vanwege die verschillende uitdrukkingen met kei voor 'gekte' twijfelen taalkundigen er niet aan dat Keiberg in de uitdrukking hij is van Keiberg, 'hij is gek', fictief bedoeld is. Bovendien zijn er allerlei varianten gevonden, zoals Keienberg, Keienburg, Keiendaal, Keybergsche Driesch en Keiendijk. De vroegste vindplaatsen dateren uit het midden van de 16 de eeuw.
Kinkeldam 'Gefingeerde plaatsnaam voor een woonplaats van botteriken en stommeriken,' aldus het WNT. De uitdrukking kwam aan het begin van de 17de eeuw in omloop. In een tekst uit die tijd staat: 'By kinckel-dam, te Plompen-dorp Ontrent, [...] Daer quam een spel van Boeren voort.'
-Leermens Hij is om Leermens gekomen (1887) = (schertsend) hij weet wat er in de wereld te koop is. Naar Leermens in Groningen, opgevat als een samenstelling van leren + mens. Rondom Leermens loopt een weg. Wie die afloopt, ziet heel wat van de wereld - dat is het idee. K. ter Laan vermeldde in 1929 een uitgebreide variant: hij is om Leermens gekomen, met het ene been in het asgat en met het andere aan het hek vast voor 'hij heeft door schade en schande geleerd'. Met asgat wordt hier waarschijnlijk 'vuur' of'haard' bedoeld.
3i
Mafkezersluis Het zal duidelijk zijn dat de bevolking van dit denkbeeldige plaatsje, waarvan de naam werd ingezonden door iemand uit Zeeland, uitsluitend bestaat uit mafkezen. Mafkees is overigens van oorsprong een Bargoens woord. Het is pas in de tweede helft van de 20ste eeuw voor het eerst aangetroffen.
*Maldegem Van Maldegem zijn of komen (1561) = mal, gek zijn. Naar Maldegem in Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op mal, 'zot'. In de literatuur treft men de plaatsnaam ook vaak aan in de vorm Malleghem. Maldegem wordt geregeld in één adem genoemd met Zottegem (zie aldaar). Zo staat in een gedicht uit de eerste helft van de 16de eeuw: 'Te Malleghem ben ick ghebroet, Ende die van Sotteghem hebben my ghevoet.'
Ommelegom Hij komt van Ommelegom = hij weet van niets. 'Als men iets vertelt in 't bijzijn van eenen persoon die niet geluisterd heeft en dus niet weet wat gezeid is,' aldus het Idioticon van het Antwerpsch dialect (1906), 'antwoordt men hem, op zijne vraag om te weten waarvan er spraak is: Daar, hij weet van niks, hij komt van Ommelegom.' Waarschijnlijk is Ommelegom beïnvloed door Wommelgem, een gemeente tien kilometer van Antwerpen.
Plompardije Denkbeeldige streek waar de plomperds, lomperiken en dommeriken vandaan komen. Het woord is gevormd naar het voorbeeld van Lombardije, een landstreek in Italië. Men zei onder meer hij komt van Plompardije, niet van Scherpenisse voor 'hij is dom, bot van verstand'. Scherpenisse is een bestaande plaats in Zeeland, die in deze uitdrukking - die al in 1561 is opgetekend - is opgevoerd vanwege het woordspel met scherp, 'slim, spits'. Verwante uitdrukkingen zijn van Plomphuizen zijn (1561) en van Plompendorp komen (1623). Overigens komt het element plomp niet in bestaande plaatsnamen voor. Wel kent Zeeland een 'duikplek' genaamd Plompetoren. De plek
32
heet zo naar de nog overgebleven toren van het in zee verdwenen dorp Koudekerke.
Schalkeroord In zegswijze van Schalkeroord zijn voor 'geslepen, sluw, bedrieglijk zijn'. Van schalk in de betekenis 'gewetenloos persoon; deugniet, schelm, schavuit'. De uitdrukking dateert uit de 17de eeuw. In een boek uit die tijd heet het: 'Die met and'ren nu wil voort zijn, moet van Vos-meer of Schalckeroort zijn. De werelt overvloeyd nu doch Van linkernyen en bedrog.' Vergelijk Vosmeer.
^Scherpenisse Van Scherpenisse komen (1561) = slim, scherp van verstand zijn. Naar Scherpenisse in Zeeland, met een toespeling op scherp, 'spits'. Een uitgebreide variant is hij komt van Plompardije (of Plomphuizen), niet van Scherpenisse.
Slimbroek Aan het begin van de 20 ste eeuw in Vlaanderen opgetekend in de (ironische) uitdrukking hij is van Slimbroek voor 'hij is dom' en 'hij waant zich heel verstandig'. Slimbroek komt overigens ook voor als familienaam.
Teutereweuteren Hij is of komt van Teutereweuteren = hij is achterlijk, of: hij komt uit een achterlijk dorp. De uitdrukking is gehoord in Antwerpen. Volgens een informant moet Teutereweuteren hier worden begrepen als 'over 't weutere', dus 'hij is van over het water'. Lees: van de andere kant van de Schelde, waar alles minder is. Met de uitspraak Weutere wordt door de Antwerpenaars een Oost-Vlaams dialect nagebootst.
*Tuil Hij is van Tuil (1552) = hij is gek, van lotje getikt. Mogelijk naar Tuil in Gelderland (hoewel het WNT dit betwijfelt), met een woordspeling op tuil, een inmiddels verouderd woord voor 'grap, scherts'. 33
*Vosmeer Van Vosmeer zijn (1657) = slim zijn. Naar Vosmeer, inmiddels Oud-Vossemeer genoemd, in Zeeland, met een toespeling op de vos, een dier dat in volksverhalen bekendstaat om z'n intelligentie. Vosmeer wordt vaak samen met Schalkeroord genoemd. Zo schreef J. de Brune in 1657: 'Men moet van Schalckeroort of Vosmeer zijn, zal men in de werelt leeven.'
* Wijshagen Hij is van Wijshagen (1893) = hij is niet erg slim. Naar Wijshagen in (Belgisch) Limburg, met een (ironische) woordspeling op wijs.
Wijzegem In de uitdrukking niet van Zottegem, maar van Wijzegem komen (1922). Zie verder hieronder.
*Zottegem Van Zottegem zijn of komen (1500) = (een beetje) gek zijn. Naar Zottegem in Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op zot, 'dwaas, gek'. Vooral in de i6de-eeuwse rederijkersliteratuur draven heel wat heren en graven van Zottegem op. Zottegem wordt nogal eens in één adem genoemd met Maldegem (zie aldaar). Zo staat in een gedicht uit de eerste helft van de 16de eeuw: 'Te Malleghem ben ick ghebroet, Ende die van Sotteghem hebben my ghevoet'. En in 1657 schreef J. de Brune: 'De tijdt isser geweest, dat de menschen de landen benoemden; maar nu benamen de landen de menschen. Men placht eertijds te zegghen, Haymans-land, Coppen Meeusblock; maer nu is 't al Heer van Maldeghem, of van Malleghem, Heer van Zotteghem, of van Bottegem, en zulcke titulen meer.' Tegen een drinkebroer zei men aan het eind van de 19de eeuw in Antwerpen: van Zottegem naar Put gaan (zie bij Putte in hoofdstuk 7). De plaatsnaam Zottegem heeft overigens niets met zot te maken; hij moet waarschijnlijk worden verklaard als 'heem (woonplaats) der Sottingen'. Een gevleugeld woord onder de inwoners van Zottegem was, volgens een dialectstudie uit 1922: Wij zijn niet van Zottegem, maar van Wijzegem, oftewel: 'Wij zijn niet dom, maar wijs.'
34
1 Liegen, praten, zwijgen: rijden over Tongeren
Bazerabel Hij is van Bazerabel gekomen (1722) = hij bazelt, hij vertelt onzin. De Zeeuwse predikant Carolus Tuinman, die de uitdrukking voor het eerst heeft opgetekend, omschrijft Bazerabel als een 'onbekent dweepgewest'.
*Bellegem Spreken als de klokken van Bellegem (1893) = (te) luid praten. Naar Bellegem in West-Vlaanderen, met een woordspeling op bellen, 'luiden'.
*Helmond Hij komt van Helmond (1877) = hij maakt veel lawaai, hij praat veel en luid. Naar Helmond in Noord-Brabant, zinspelend op hel + mond.
Klappenburg Hij is van Klappenburg (1561) = hij is praatziek. Woordspel met klappen in de betekenis van 'praten'. Men zei ook: hij is van Snapland en gaat naar Klappenburg. Klappenburg moet niet worden verward met Kloppenburg, dat ook al in 1561 is opgetekend (in de uitdrukking te Kloppenburg komen). Het gaat hier om een bestaande plaats in Duitsland, waar men zich zou bezighouden met kloppen, 'vechten'. De betekenis is: 'klappen krijgen'. Vergelijk Snapland. 35
Kletsenstein Moderne variant van de voorgaande. Kletsenstein is aangetroffen in een liedje uit 1902, getiteld In den Slapenden Os of de gefopte Raad van Kletsenstein. Een andere variant is Wauweldam, dat voorkomt in een lied uit 1907: Gemeenteraad in Wauweldam. In de avonturen van Harry Potter komt Klein-Zanikem voor, dit is de woonplaats van de familie Duffeling.
Kwikkelberghe Aan het eind van de 19de eeuw zei men in Vlaanderen over een praatzieke vrouw: zij is een madam van Kwikkelberghe. Kwikkelen is een Vlaams woord voor 'pruttelen, veel praten'.
Leugegem Hij komt van Leugegem = hij is een leugenaar. Er bestaan van deze uitdrukking, die aan het eind van de 19de eeuw in Vlaanderen is opgetekend, verschillende uitgebreide varianten, zoals het is te Waregem gebeurd en te Leuge-
gem verteld; en dat komt van Waregem, maar is te Leugegem gebeurd. Waregem is een bestaande plaats in West-Vlaanderen, Leugegem (ook wel Leugenghem gespeld) is fictief. Er wordt hier - vanzelfsprekend - gespeeld met leugen en waar(heid). Je komt Waregem en Leugegem soms ook in hedendaagse Nederlandse bronnen tegen. Zo schreef De Dortenaar op 16 maart 2002: '"Politiek is lang niet altijd mooi hoor," zei mijn oud-oom vroeger al. "Soms stinkt het en in de periode kort vóór en na de verkiezingen kun je niemand vertrouwen, zelfs je eigen partijgenoten niet." Hij kon het weten en voegde er steevast aan toe: "Het is te Waregem gebeurd en te Leugegem verteld."'
*Loenen Hij komt uit Loenen (omstreeks 1950) = hij is vals, gemeen, onwaarachtig, leugenachtig. Naar Loenen in Utrecht of Gelderland, met een woordspeling op het (Bargoense) loenen, 'te veel praten, doorslaan, verraderlijk praten'. Een loenenaar is in het Bargoens een 'valsaard, verrader, leugenaar'. In 1861 vermeldde P.J. Harrebomée hij komt van Loenen in de betekenis 'hij is niet zo onnozel als hij zich voordoet'. Volgens de Gorkumse spreekwoordenverzamelaar was deze uitdrukking te verklaren uit een woordspeling met loensch, 'links, niet rechtuit'. 36
*Montfort Een mond opzetten zo wijd als Montfort (1916) = een grote mond opzetten. Naar Montfort in (Nederlands) Limburg, zinspelend op mond + (wellicht) het Franse fort, 'sterk'.
*Roermond Van Roermond komen (1925) = praatziek zijn. Naar Roermond in (Nederlands) Limburg, in de zin dat zo iemand zijn mond weet te roeren.
Snapland Je zou denken dat de uitdrukking hij is van Snapland betekent 'hij is slim'. Of, als de zegswijze ironisch was bedoeld, 'hij is dom'. Maar het gaat hier om een oude uitdrukking - al uit het begin van de 16de eeuw - toen snappen nog algemeen werd begrepen als 'babbelen'. Iemand uit Snapland kletste je dus de oren van je kop. Een uitgebreide variant is: hij komt van Snapland en gaat naar Klappenburg. Vergelijk Klappenburg.
''Tongeren Over Tongeren rijden (1931) = over de tong gaan, besproken worden. Naar Tongeren in (Belgisch) Limburg, zinspelend op tong.
*Waregem Hij is van Waregem (1893) = hij is een leugenaar. Naar Waregem in WestVlaanderen, met een ironische woordspeling op waar(heid). Waregem komt in verschillende vergelijkbare uitdrukkingen voor, zoals het is te Waregem gebeurd en te Leugegem verteld; dat komt van Waregem, maar is te Leugegem gebeurd; het is te Waregem gebeurd en te Zottegem bekendgemaakt; het is Waregems waar ('het is zeker waar') en een Waregemse waarheid (voor 'een leugen'). In het Frans wordt, zinspelend op craque, 'leugen', wel gesproken van aller a Cracovie, 'naar Kraków (in Polen) gaan', dus 'liegen'.
37
*Zevergem Hij komt van Zevergem (1893) = hij kletst uit zijn nek. Naar Zevergem in Oost»Vlaanderen, zinspelend op zeveren, 'kletsen'.
Zwijgland Van Zwijgland komen (1866) = stil zijn, een zwijger zijn. De Duitse tegenhanger is: aus Stumsdorfkommen. Overigens bestaat Stumsdorf echt, het is een plaats in Saksen.
38
1 Zuipen en knokken: een brave Brandenburger in Kloppenburg
-Bierbeek Hij is van Bierbeek (1929) = hij is dronken. Naar Bierbeek in Vlaams-Brabant.
Bilderdam Een Bilderdamse kermis houden (1858) = een pak voor de billen geven. Naar Bilderdam in Zuid-Holland. Zie verder bij Bilderdam in hoofdstuk 19.
-Brandenburg Het is een brave Brandenburger (1861) = het is een dronkaard. Naar Brandenburg in Duitsland, dat wordt geassocieerd met brandewijn. Net als andere populaire volksdranken werd brandewijn - een samentrekking van (ge)brande wijn - op allerlei min of meer grappige wijzen verbasterd, bijvoorbeeld tot brandemoris, brandoelje en brander. Wanneer in het Duits werd gezegd die Suppe ist in Brandenburg gewesen, betekende dat iets heel anders, namelijk 'de soep is aangebrand'.
-Drogenbos 'Mensen waarover men zegt die komt zeker uit Drogenbos,' aldus een Vlaamse informant, 'zijn mensen die "geen dorst hebben, die lang droog
39
kunnen staan". Het is een halfzacht verwijt voor mensen die hun gasten niet (veel) te drinken geven, of op het café niet snel de geldbeugel boven halen.' Naar de gemeente Drogenbos in (Vlaams) Brabant. Het gaat om een zogenoemde 'faciliteitengemeente' aan de rand van Brussel.
''Kloppenburg Te Kloppenburg komen (1561) = klappen krijgen. Volgens het WNT naar Cloppenburg in het Duitse Neder-Saksen, met een woordspeling op kloppen, 'vechten'. Al in 1561 vermeldde spreekwoordenverzamelaar J. Sartorius: 'Siet dat ghy niet te cloppenborch coemt.' En in 1657 schreef J. de Brune: 'Hy is tot kloppenborgh gheraeckt.' Een Engelse tegenhanger is he kas been at Hammersmith = hij heeft een flink pak slaag gehad. Hammersmith is een buurt in Londen, waarvan de naam associaties wekt met to hammer, 'hameren, meppen'. Kloppenburg moet overigens niet worden verward met Klappenburg, dat ook al in 1561 is opgetekend (in de uitdrukking hij is van Klappenburg). Het gaat hier om een fictieve plaatsnaam, met een woordspeling op klappen, 'praten'. De betekenis is: 'hij is praatziek'.
'''Kranenburg Op Kranenburg zetten (1877) = opdrinken. Door de Vlaamse volkskundige Jozef Cornelissen in verband gebracht met Kranenburg in NoordrijnWestfalen, maar ook in Neder-Saksen en in Gelderland bestaan plaatsen met die naam. Er wordt in ieder geval gezinspeeld op kraan.
*Munsterbilzen Een Munsterbilzer kermis houden (1890) = een pak voor de billen geven. Naar Munsterbilzen in (Belgisch) Limburg. In het Italiaans sprak men wel van andare a Legnano, waarin de plaatsnaam Legnano werd geassocieerd met legnate, 'een pak slaag'.
40
*Uitgeest Het is een Uitgeester (1861) = het is een lege fles. Naar Uitgeest in NoordHolland, met een woordspeling op uitgeesten, 'uitdampen, uitwasemen'. 'Men zinspeelt in deze spreekwijze op de wijnflesch, waaruit de geest geweken is, als het vocht de flesch heeft verlaten,' aldus P J . Harrebomée.
*Volendam Het is een Vollendammer (1861) = het is een volle fles. Naar Volendam in Noord-Holland (dat lang met dubbel-i werd geschreven). J.H. van Dale vermeldde in 1872 de (later geschrapte) uitdrukking: hij is een Vollendammer voor 'hij houdt veel van volle flesschen (met wijn of sterken drank)'.
*Zwijndrecht Van Zwijndrecht hebben of komen (1898) = dronken zijn. Naar Zwijndrecht in de provincie Antwerpen, met een woordspeling op zwijn, 'dronkaard', of op zwijmelen, 'waggelend lopen door overmatig drankgebruik'. Er ligt ook een Zwijndrecht in Zuid-Holland, maar, schrijft het WNT, 'de geographische spreiding van de zegswijze sluit wel uit dat ook het Zuidhollandsche Zwijndrecht bedoeld kan zijn.' Van lammeren die door een ziekte een zwaaiende gang hebben, zei men in Antwerpen: zij zijn van Zwijndrecht.
41
1 Slechte karakters: madam van Hoogenhuizen, Hein uit Huftershoek
In uitdrukkingen met plaatsnamen wordt vrijwel altijd met mensen gespot, maar er zijn uitzonderingen. Er zijn - zegge en schrijve - drie plaatsnaamuitdrukkingen gevonden die positief zijn bedoeld, twee met een bestaande en één met een denkbeeldige plaatsnaam. Het gaat om de Friese uitdrukking hij is uit Birdaard (1901), wat gezegd wordt van iemand met een kalm, bedaard karakter. Dit naar Birdaard in Friesland, met een woordspeling op bedaard, dat in het Fries net zo wordt uitgesproken als de plaatsnaam. Van een opvallend evenwichtig iemand zei men zijn vader komt van Kollum en zijn moeder van Birdaard, verwijzend naar Kollum in Friesland, dat in het Fries hetzelfde klinkt als kalm (men zegt dus: 'hij is kalm en bedaard'). Ter compensatie: men zei ook hij is van Kollum en Birdaard voor 'hij is een langzame werker', wat weer negatief bedoeld was. De denkbeeldige plaatsnaam in een positief bedoelde uitdrukking is Leutegem. Omstreeks 1900 zei men in Oost-Vlaanderen hij is van Leutegem voor 'hij is een vrolijk iemand'. Bij de overige uitdrukkingen in dit hoofdstuk is het business as usual: ze bespotten de vele slechte eigenschappen van mens. De meeste uitdrukkingen komen uit de 19de en 20ste eeuw.
*Blaasveld Hij komt van Blaasveld (1931) = hij is een bluffer, een blaaskaak. Naar Blaasveld in. de provincie Antwerpen, zinspelend op (op)blazen.
42
*Boeregem Hij is van Boeregem (omstreeks 1980) = hij is boers (lomp, grof, plat, ongemanierd). Naar Boeregem in Oost-Vlaanderen (nabij Wortegem), met de gedachte aan boers, 'lomp'.
*Bokhoven Hij doet als de Maas bij Bokhoven (1899) = hij gaat voorbij zonder te groeten. Naar Bokhoven in Noord-Brabant, dat aan de Maas ligt, en zinspelend op bokkig, 'ongemanierd'. De uitdrukking werd ook gebruikt in de betekenis 'voorbijgaan zonder notitie van iets of iemand te nemen'. De Zuid-Nederlandse tegenhanger is voorbijgaan ofpasseren gelijk de Schelde voor Antwerpen. Een verouderde Engelse uitdrukking voor 'manieren leren' is to learn manners in Seville (Sevilla in Spanje), met een woordspeling op civil, 'beleefd, netjes'.
*Buitenland 'Over iemand die een hoge dunk van zichzelf heeft,' aldus een informant uit Berchem (Vlaanderen), 'zeggen wij: hij is bekend in Buitenland. Het lidwoord "het" wordt met opzet weggelaten, want Buitenland is een dorp in Oost-Vlaanderen.'
*Drouwen Hij is van Drouwen (1870) = hij is een draler, een talmer, hij stelt altijd alles uit. Naar Drouwen in Drente, waarvan de naam wordt opgevat als het inmiddels verouderde werkwoord drouwen, 'van plan zijn, voornemens zijn'. Het Engels had voor zo iemand vroeger de omschrijving he is none of the Hastings sort, 'hij is niet van het Hastings-type', zinspelend op to haste, 'zich haasten, reppen'.
Grimberg Van Grimberg(en) komen = humeurig zijn. Nederland kende twee plaatsjes met de naam Grimberg, maar die zijn inmiddels opgegaan in andere gemeenten. Het ene Grimberg lag in Overijssel, het andere in Gelderland.
43
De uitdrukking van Grimberg(en) komen is al in 1561 opgetekend ('Grimt niet, soo ghy van Grimbergen niet zijt'), maar eigenlijk, schrijft het WNT, is Grimbergen hier 'gelijk te stellen met geheel of gedeeltelijk verzonnen plaatsnamen als Botterdam, Kalishoek, Leugenghem, Nergenshuizen en dergelijke. Grimberg is dan schertsenderwijze voorgesteld als de plaats waar men grimt, gromt, zuur kijkt [...] en waar dus de knorrepotten thuis hooren of vandaan komen.' In Duitsland bestaat nog wel een plaats die Grimberg heet (bij Keulen), en bi] Brussel ligt Grimbergen. De oorspronkelijke betekenis is 'grindberg'.
*Grootebroek Hij komt van Grootebroek (1925) = hij is een opschepper. Naar Grootebroek in Noord-Holland, met een woordspeling op groot + broek. Een uitgebreide variant is hij komt van Grootebroek, maar Lutjebroek (kleine broek) komt eerst. Zie voor het overdrachtelijke gebruik van Lutjebroek hoofdstuk 16.
Hoogenhuizen Zij is een madam van Hoogenhuizen = zij heeft het hoog in de bol, zij is arrogant. De uitdrukking is aan het begin van de 20ste eeuw gesignaleerd. Nederland telt ruim 120 plaatsnamen die eindigen op -huizen, maar geen Hoogenhuizen. Vergelijk Hupscheuten.
Huftershoek 'In de jaren vijftig,' aldus een informant, 'hoorde ik eens tijdens een verkeersruzie: "Je kan wel zien dat jij uit Huftershoek komt!'" Hujter is een tamelijk jong woord. Het is pas in 1927 voor het eerst opgetekend. Het is een afleiding van hujt ('struikgewas, paal, galg'). 'De grondbetekenis,' aldus een woordenboek, 'zal dus wel "iemand die aan de galg hoort" geweest zijn.'
44
Hupscheuten In de uitdrukking de freule van Hupscheuten. Ingezonden door iemand uit Enkhuizen. 'Ik ken die uitdrukking uit mijn jeugd: de jaren vijftig in Amsterdam, van mijn moeder, oma en tante. De uitdrukking werd gebezigd als grapje. Bijvoorbeeld wanneer je een hoedje opzette of bij een verkleedpartij, was de reactie: "Je lijkt wel de freule van Hupscheuten." Of als er over iemand gesproken werd: "Wie is dat?... O, dat is de freule van Hupscheuten."' Ook aangetroffen als {freule of madame) Van Epscheuten, als denigrerende aanduiding voor een vrouw die zich voornamer voordoet dan zij is.
*Keiem Van Keiem zijn (1931) = koppig zijn. Naar Keiem in West-Vlaanderen, dat wordt geassocieerd met keikop, Vlaams voor 'iemand die zeer koppig is, die van geen toegeven wil weten'.
Kijfhoek Hij is een heer van Kijfhoek = hij is een kijfachtig, twistziek persoon. De uitdrukking dateert uit de 16de eeuw. Er is hier niet één bepaalde plaats bedoeld, maar de naam Kijfhoek komt wel voor. Er zijn er verschillende geweest, nu is het nog een dorp in Zuid-Holland. De naam betekent oorspronkelijk hoek, 'stuk land', waarover kijf, 'gekrakeel, ruzie', is geweest.
Kneutebeke Van een lastig, dreinend kind zei men omstreeks 1900 in Zuidoost-Vlaanderen: het is van Kneutebeke. Kneuten betekent in het Zuidoost-Vlaamse dialect 'morren, knorren, lastig en onaangenaam zijn, kniezen'.
^Langdorp, Langeberg, Lankom Er zijn veel manieren om te zeggen dat iets maar niet vordert of dat de voltooiing van een werkje of de betaling van een rekening te lang op zich laat wachten. In drie van die uitdrukkingen komt een plaatsnaam voor. Het gaat om van Langdorp komen (1937), naar Langdorp in Vlaams-Brabant,
45
van Langeberg komen (1899), naar Langeberg in (Nederlands) Limburg, en van Lankom komen (1937), naar Lankom in de provincie Antwerpen. Langwordt hier steeds geassocieerd met lang(zaam) oflang(durig).
*Latem Van Latem zijn (1929) = altijd te laat zijn. Naar Sinte-Maria-Latem of het nabijgelegen Sint-Martens-Latem, beide in Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op laat.
* Lekkerkerk Van Lekkerkerk zijn (1916) = kieskeurig zijn. Naar Lekkerkerk in Zuid-Holland. De Grote Van Dale vermeldt als eerste betekenis van lekker, '(verouderd, gewestelijk) op goed eten gesteld. Synoniem: kieskeurig.'
-Lippelo Van Lippelo komen (1929) = ontevreden zijn. Naar Lippelo in de provincie Antwerpen, dat de gedachte oproept aan de lip, die bij ontevredenheid gaat hangen.
Loopegem ' Van Loopegem hebben wordt in Vlaanderen gezegd van iemand die zeer veel haast heeft,' aldus de volkskundige Jozef Cornelissen in 1931. In het Duitse taalgebied zegt men wel - met een woordspeling op eilen, 'ijlen, snellen, met grote spoed voortgaan' - dat zo iemand thuishoort in Eilenburg of Eilau, naar respectievelijk Eilenburg bij Leipzig en Eylau in OostPruisen (later Bagrationovsk in Rusland).
Plurkenkerke Ingezonden door iemand uit Veere in Zeeland. 'Iemand die zich als plurk gedraagt (en dat gebeurt hier helaas ook nog regelmatig) komt in ons spraakgebruik uit Plurkenkerke.' Plurk is een samentrekking van proleet en schurk; kerke komt vrijwel alleen bij Zeeuwse plaatsen als uitgang voor (van Aagtekerke tot Wissenkerke). 46
Teudderen, Teutteren Van een 'beteuterd iemand' zei men aan het eind van de 19de eeuw in Antwerpen, hij komt van Teudderen of Teutteren. Dit werd ook spottend gezegd, aldus Jozef Cornelissen in 1931, 'van iemand die niet op de hoogte van een besproken toestand is'.
Trillehei Van Trillehei komen = wispelturig zijn. 'Trillehei,' aldus de spreekwoordenverzamelaar P.J. Harrebomée in 1870, 'is slechts een gefingeerde naam, hier als afkomstplaats van den wispelturige voorgesteld; omdat trillen, evenals drillen, waarmede het verwant is, te kennen geeft: bij de minste aanraking in beweging gebracht worden.'
^Uithoorn Zij is van Uithoorn (omstreeks 1935) = zij is erg nieuwsgierig. Naar Uithoorn in Noord-Holland, opgevat als uithoren ('zij wil je uithoren'). Als iemand maar door bleef vragen, zei men ook wel: ik kom niet uit Uithoorn maar uit de Zwijgerstraat. Onder andere gehoord in Leiden en Zaandam.
47
1 Uiterlijk: afgevaren uit Schoonhoven, aangekomen te Lelijkendam
*Blankenberge Hij geraakt te Blankenberge (1898) = hij wordt kaal. Naar Blankenberge in West-Vlaanderen, met een woordspeling op blank, 'kaal'. Men zegt ook wel een Blankenbergse afwas of een Blankenbergse vaat, als de vaat een berg vormt. In Nederland zegt men van een kaal iemand onder meer hij heeft de ziekte van Hedel (gevolgd door: meer haar op z'n zak dan op z'n schedel), maar dit is niet naar Hedel in Noord-Brabant of Gelderland, maar naar een fictieve persoon Hedel. In het Duits wordt iemand met een kaal hoofd wel een Plattenberger genoemd; zo iemand zou dan afkomstig zijn uit het niet-bestaande Plattenberg, 'Kalenberg'.
Blazeruskapelle Hij is van Blazeruskapelle. Dit werd in de 19de en begin 20ste eeuw in Antwerpen gezegd van iemand die door drankmisbruik een dik, opgeblazen gezicht heeft. Blazeruskapelle is een verbastering van (het eveneens denkbeeldige) Blasiuskapelle. De heilige Blasius werd door het volk Blazerus genoemd en aangeroepen tegen blazen, 'blaren'.
48
-Deerlijk Hij komt van Deerlijk (1893) = hij ziet er ziekelijk, bleek en mager uit. Naar Deerlijk in West-Vlaanderen, met een woordspeling op deerlijk, 'jammerlijk, bedroevend, pijnlijk'.
*Hilversummer Hij is een Hilversummer (omstreeks 1950) = hij is een niet-jood. Naar Hilversum, dat in het Gooi ligt. Dit wordt geassocieerd met het Jiddische goj, 'niet-jood'. De uitdrukking is opgetekend in joodse kring.
-Kinrooi Hij is van Kinrooi (omstreeks 1990) = hij heeft een grote kin. Naar Kinrooi in (Belgisch) Limburg, met een woordspeling op kin.
Lelijkendam Van Lelijkendam zijn = lelijk zijn. Voor het eerst opgetekend in 1657, door J. de Brune. Zie verder bij Schoonhoven.
Neuzegem Hij komt van Neuzegem (1931) = hij heeft een grote neus. Vergelijk Terneuzen.
-Putte Het is een lang eind van Put (1929) = gezegd van iemand die heel lang is. Naar Putte in de provincie Antwerpen, in de buurt van Mechelen. 'Iemand die lang is, torent hoog boven een put in de grond uit,' luidt een toelichting. Men zei ook van Zottegem naar Put gaan. 'Gezegd van iemand die zich aan den drank overgeeft, eerst zot wordt en daarna naar zijn put gaat (sterft en begraven wordt),' aldus een dialectwoordenboek uit 1938.
49
* Schoonhoven Zij is van Schoonhoven afgevaren en te Lelijkendam aangekomen (1657) = zij heeft haar vroegere schoonheid verloren. Naar Schoonhoven in Zuid-Holland. Schoonhoven komt in verschillende toespelingen op de vrouwelijke schoonheid voor. De oudste voorbeelden komen uit het werk van J. de Brune. In 1657 schreef deze Zeeuwse raadpensionaris: 'Liever noch mevrou van Leelickendam, die wat in de melck te broeken heeft, als madame van Schoonhoven, daer de kasse schoon en ledigh is.' Elders schreef hij, over een man die veel geld over de balk had gesmeten om een rijke maar lelijke vrouw voor zich te winnen: 'Hy [moest] somtijds hoor en, dat hy Schoonhoven ghemist, en te Leelickendam gherocht [geraakt] was.'
*Ternat Hij komt van Ternat (1893) = hij is natgeregend. Naar Ternat in VlaamsBrabant, zinspelend op nat, 'niet droog'.
*Terneuzen Hij komt van Terneuzen (1925) = hij heeft een grote neus. Naar Terneuzen in Zeeland, met een woordspeling op neus. De uitdrukking wordt nog steeds gebruikt - zowel in Nederland als in Vlaanderen. Vergelijk Neuzegem.
50
8 Slapen: naar Betje Veren in Pluimendijk
*Bethlehem Naar Bethlehem gaan (1899) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Bethlehem in Palestina, met een woordspeling op bed. Men zei ook naar Bethlehem gaan, want Jeruzalem is te ver. De Duitsers zeggen al sedert de 16de eeuw nach Bethlehem gehen. Dezelfde 'grap' komt voor in de verwensing sterf in Bethlehem. Sommigen zeggen dit met een kleine pauze, sterf in Beth...lehem, waardoor het woordspel nog duidelijker tot z'n recht komt.
Boppeta Naar Boppeta gaan = gaan slapen, naar bed gaan. Opgetekend in het noorden van Nederland. Het gaat hier zonder twijfel om een verbastering van het Friese nei boppe ta 'naar boven (toe)'.
*Bornholm Achter Bornholm liggen = gaan slapen, lepeltje-lepeltje liggen. 'Vooral tijdens de zeilvaart diende het eiland Bornholm,' aldus de Maritieme encyclopedie (1970), 'voor de schepen vaak als "opper" (bovenwinds gelegen beschutting) bij slecht weer. Hieruit is de zeemansuitdrukking ontstaan achter Bornholm liggen, in de betekenis van 'rustig thuis in bed achter de posteriores [het achterwerk] van de vrouw'. Bornholm is een Deens eiland in de Oostzee.
5i
* Bovekerke Naar Bovekerke gaan (1929) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Bovekerke in West-Vlaanderen, met een woordspeling op boven (waar het bed stond). Het Engels kende vroeger de uitdrukking to go up the wooden hills to Bedford(shire), 'de houten heuvels [de trap] naar Bedford(shire) op gaan', waarin de plaatsnaam Bedford werd geassocieerd met bed. Men zegt ook I'm going to the land ofNod. Dit zinspeelt op de bijbeltekst (Genesis 4:16) over Kaïn die in het land Nod ging wonen. To nod betekent in het Engels 'knikkebollen, indutten'.
Coma City Naar Coma City gaan = gaan slapen, naar bed gaan.' Coma City wordt óók gebruikt,' aldus een informant uit Amsterdam, 'voor "slaapsteden" als Naar den-Vesting en andere gehuchten.'
Kaap Kont Vooral bekend in de uitdrukking voor Kaap Kont liggen, dat volgens de Grote Van Dale twee betekenissen heeft: '(met zijn tweeën) in bed liggen, slapen' en 'met iemand naar bed gaan, gemeenschap hebben'. Een voormalige zeeman uit Haarlem schreef:' Voor Kaap Kont liggen is zeemanstaal. Ik heb de uitdrukking voor het eerst gehoord op de Willem Ruys (omstreeks 1960) en later ook in Katwijk. Het was iets dat je vooral getrouwde mannen hoorde zeggen.' Als varianten zijn aangetroffen ankeren achter Kaap Kont; bij Kaap Kont voor anker gaan; achter of voor Kaap Kont gaan en achter Kaap Kont verdwijnen.
*Laken Naar Laken gaan (1929) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Laken, inmiddels een deel van Brussel, met een woordspeling op (beddenjlaken. Men zei ook naar Laken-kermis gaan.
52
Lakenstad Lakenstad is geen bestaande plaatsnaam, maar onder meer Haarlem, Leiden en Mechelen staan bekend als lakenstad' omdat er ooit een bloeiende lakenindustrie was gevestigd. In de uitdrukking naar Betje Veren in Lakenstad gaan wordt Lakenstad overdrachtelijk gebruikt voor 'bed' (vanwege de beddenlakens). Er zijn veel vergelijkbare uitdrukkingen met (Lange of Witte) Lakenstraat (je) en met Wolstraat. Soms zei men naar Kaatje in de Wolstraat gaan, maar vanwege het woordspel met bed gaat het meestal om een zekere Betje (of Bedje). Aangetroffen zijn onder andere: tante Betje, Betje Bultzak, Betje de Veeren, Betje van Veeren, Betje Verenburg, Betje Veringa, Betje Deken (waarbij misschien ook de gedachte aan het bekende schrijversduo Betje Wolff en Aagje Deken meespeelt) en Betje Pluims. Betje Pluims heeft de oudste papieren, zij is al te vinden in een gedicht uit de 17de eeuw van Mattheus Vossius: Laestmael was ick moe van blocken, En ick had' myn peyl ghedaen: Doen wierd' ick door vaeck getrocken Om naer Betje-pluyms te gaen. Vrij vertaald:
Laatst was ik moe van het studeren En ik had mijn taak [portie] gedaan; Toen werd ik door slaperigheid gelokt Om naar Betje-pluims te gaan. Een recenter voorbeeld is te vinden in het boek 't Veulen (1903) van Top Naeff: '"We willen nog niet naar bed", schreeuwde Jelly al bij voorbaat, door Tante Jo's verschijning onaangenaam herinnerd aan Bedje de Veeren in de Lakenstraat.' In het Zeeuws is nog een Liesje Tiek gesignaleerd. Tiek zal hier bedoeld zijn als 'beddentijk'. Een aparte variant, tot slot, is naar koesje de mieren in het Lakenstraatje gaan. Koesje de mieren (dat ook is aangetroffen als koesie doremi en koesjedemiere) is een verbastering van '(se) coucher et dormir', Frans voor 'naar bed gaan, gaan slapen'. Het Duits kent vergelijkbare uitdrukkingen met nepplaatsen als Bettenhausen, Bettingen, Bettli-Alp, Federhausen en Ruhland.
53
*Ledegem Naar Ledegem gaan (1893) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Ledegem in West:-Vlaanderen, dat in de plaatselijke dialecten werd uitgesproken als Leêgem of Liggem, dus bijna als liggen. Guido Gezelle gebruikte de plaatsnaam in een gedicht met een woordspeling op leeg, 'niets doend': Ze wierd tot Leêghem, ja tot Ledeghem geboren, maar leêg zijn dat en kwam heur herte nooit bekoren. In de buurt van Ledegem ligt Rollegem. Vandaar dat men ook zei: ik ga naar Liggem en trek Rollegem (hier: 'mijn deken') over mij heen. Ook zijn opgetekend naar Leêgem, onder Rollegem en tussen Leêgem en Rollegem, beide voor 'in bed'.
Pluimendijk Naar Pluimendijk gaan = gaan slapen, naar bed gaan. Omstreeks 1930 gehoord in Purmerend. De uitdrukking is ook gesignaleerd op SchouwenDuiveland. Met pluim wordt hier bedoeld 'lichtste soort van veer, donsveer'. Van deze veren werden kussens gemaakt. In vergelijkbare Duitse uitdrukkingen gaat men naar (Bad) Kissingen of naar Grofékissendorf (beide in Beieren), met een toespeling op Kissen, '(hoofd)kussen'.
Pulau kapok In Nederlands-Indië zei men, aan het begin van de 20ste eeuw: naar Pulau kapok gaan. Dit betekent naar het eiland kapok gaan, dus 'naar het matras'. Een informant schreef: 'Vroeger sliep men in Indonesië veel op de grond omdat het als laagste punt het koelste was. De matras vormde als het ware een eiland van kapok.' In het hedendaags Bahasa Indonesia is de uitdrukking gesignaleerd als berlayarke Pulau Kapok, 'naar Kapokeiland varen/zeilen'. Men zegt soms ook: Pulau Kasur, 'matras eiland'.
54
*Rollegem Naar Rollegemgaan (1893) = g a a n slapen, naar bed gaan. Naar Rollegem in West-Vlaander en, met een woordspeling op (je bed in) rollen. Zie verder bij Ledegem.
* Rusland Naar Rusland gaan (1931) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Rusland, met een woordspeling op rust + land. Men zei ook, als woordspelige variant op slapen als een roos: slapen als een Rus, 'diep slapen'.
^Rustenburg Naar Rustenburg gaan (omstreeks 1950) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Rustenburg in Noord-Holland, met een toespeling op rust. De uitdrukking is gehoord in West-Friesland.
Snurkenstein Van Snurkenstein gaan = gaan slapen, naar bed gaan. De uitdrukking, die is gesignaleerd in Amsterdam, zal zijn beïnvloed door van Wippenstein gaan (zie hoofdstuk 19).
*Stroobos Naar Stroobosgaan (1931) = gaan slapen, naar bed gaan. Naar Stroobos in Friesland, doelend op stro als matrasvulling.
Verenburg Naar het Lakenstraatje in Verenburg gaan = gaan slapen, naar bed gaan. Omstreeks 1935 gehoord in Bergambacht. Zie verder bij Lakenstad.
Witbaai Bij de Koninklijke Marine was het tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw gebruikelijk dat korporaals en manschappen sliepen op een matras
55
dat was omspannen met een blauw-wit geblokt overtrek (lakens behoorden niet tot de uitrusting). Daarom sprak men van naar blauwbaai of naar witbaaigaan voor 'gaan slapen, naar bed gaan'. Een informant hoorde deze uitdrukking voor het eerst omstreeks 1950. Witbaai is geen bestaande geografische naam, Blauwbaai is een baai op Curagao, maar die is hier niet bedoeld.
Witte Doelen 'Toen ik nog een klein kind was,' aldus een informant uit Rotterdam, 'zei mijn vader als het bedtijd was: en nu gaan we naar de Witte Doelen. Mijn vader was van 1914.' De uitdrukking werd ook aangedragen door een andere Rotterdammer: 'Mijn moeder kreeg als kind te horen als zij vroeg of zij 's avonds met haar veel oudere zusters mee mocht naar De Doelen [het concertgebouw in Rotterdam]: "Jij mag naar de Witte Doelen", oftewel naar bed.' Rotterdam kent helemaal geen straat of plek genaamd Witte Doelen; wel is er een Doelstraat en vóór het bombardement van 1940 kende de havenstad nog een Doelsloot, een Doelsteeg en een Doelweg. Deze straten dankten hun naam aan de Sint-Jorisdoelen, een oude schietbaan voor boogschutters. De fictieve Witte Doelen zal zijn ontstaan door de associatie met (witte) lakens. Eenzelfde associatie zien we terug in naar de witte bergen gaan voor 'naar bed gaan', een uitdrukking die is gehoord in het oosten van Nederland. Er zijn meer uitdrukkingen voor 'slapen gaan' met een gefingeerde straatnaam. Zo zei men omstreeks 1925 in Amsterdam: naar Vierhoeksteeggaan. En omstreeks 1940 is in Gelderland naar het vierkante kampie gaan gehoord.
56
1 Dood: naar het feest van Mollengijs in Pierenland
Onderstaande plaatsnaamuitdrukkingen gaan over dood, sterven en begraven. Ze berusten op een spel met woorden als aarde, kuil, put en zand, met pieren, wormen en rotten. Alleen dat doet al vermoeden dat ze dateren uit een tijd dat er in Nederland nog niet op grote schaal werd gecremeerd. Dat blijkt ook het geval. De zegswijzen komen grotendeels uit de 19de en het begin van de 20ste eeuw, terwijl crematie in Nederland pas sinds 1955 wettelijk is toegestaan. Was dit eerder gebeurd, dan hadden we waarschijnlijk ook uitdrukkingen gekend als hij is van Asch, hij is naar Assen of Assendeljt, dan wel hij is naar Vuurland geëmigreerd. Toch is de komst van het crematorium niet helemaal onopgemerkt gebleven. Een informant schreef: 'Het Friese dorp Goutum, dat bijna deel uitmaakt van de stad Leeuwarden, kan zich erop beroemen het enige crematorium van Friesland te huisvesten. Dit heeft het dorp de bijnaam Stoke City opgeleverd. Het crematorium ligt overigens aan de Lykwei, de weg waarlangs men lijken naar het kerkhof vervoert.' Elders blijkt Stoke City al te worden gebruikt voor 'hiernamaals'. Of beter, voor 'de plaats waar iemand na een crematie belandt'.
-Aardenburg Hij is naar Aardenburg (1892) = hij is dood en begraven. Naar Aardenburg in Zeeland, met een woordspeling op aarde.
57
Blijberg Iemand op Blijberg begraven (1849) = iemand die niet geliefd was, opgewekt begraven. 'Doelt op de vreugd der erfgenamen, die een rijke erfenis verwachten en droefheid veinzen op de begrafenis,' aldus de Vlaamse volkskundige Jozef Cornelissen in 1931. De uitdrukking is ook aangetroffen met Blijdegem, Blijdenberghe, Blijegem, Blijenberg en Bleijenbeek. Zie het volgende lemma.
-Bleijenbeek Bleijenbeek gaat voorop (1892). Gezegd tijdens de begrafenis van iemand wiens dood welkom was. Naar Bleijenbeek in (Nederlands) Limburg, met een woordspeling op blij.
Dabbegat In het Dabbegat zijn = dood zijn. Dabbegat betekent 'hel, onderwereld, koninkrijk'. De herkomst van dit woord, dat uit de 16de eeuw dateert, is omstreden. We komen het ook tegen in de verwensing ik wou dat hij in 't Dabbegat stak. Die verwensing is nog aan het begin van 20ste eeuw gehoord in Antwerpen. Een vormvariant is Nabbegat. Dat is overigens ook de naam van een bestaand plaatsje in Noord-Brabant.
Gychem Van Gychem gaan = te gronde, om zeep gaan, doodgaan. De Friese uitdrukking van Gychem gaan dateert van het begin van de 19de eeuw. Gychem is een 'denkbeeldig land in den vreemde', aldus het Woordenboek der Friese Taal. Over de mogelijke bron van herkomst schrijft het woordenboek: 'Er is een Guichembaai aan de Zuidkant van Australië.' Een 'stijf persoon' wordt in het Fries wel een mijnheer van Gychem genoemd. En op de vraag 'Waar ga je naartoe?' kun je in Friesland als antwoord krijgen: Naar Gychem, om nieuwe noten.
58
* Kuilenburg Hij is naar Kuilenburg (1925) = hij is dood en begraven. Naar Culemborg in Gelderland, vroeger Kuilenburg geheten. Met een toespeling op kuil. Tijdens de Republiek was Kuilenburg een vrijplaats voor onder anderen bankroetiers. Vandaar dat de plaats ook voorkomt in de uitdrukking Kuilenburg is zijn voorland voor 'hij gaat achteruit in zaken'.
*Lovendegem Iemand op Lovendegem begraven (1892). 'Wordt gezegd van iemand wiens afsterven weinig betreurd wordt, bijvoorbeeld een suikeroom, van wien men erven moet,' aldus Jozef Cornelissen in 1929. Naar Lovendegem in Oost-Vlaanderen, met een woordspeling op loven, 'lof schenken aan' (men loofde God omdat hij de suikeroom had gehaald). Een vergelijkbare Italiaanse zegswijze is andare a Lodi ('naar Lodi gaan', naar Lodi in Lombardije, met een toespeling op lodare, 'prijzen').
Mollengijs Te Mollengijs gaan wandelen = doodgaan, sterven. Deze uitdrukking is al in de 15de eeuw opgetekend. Mollengijs is uitgelegd als 'mollenkoninkrijk'. Een variant was naar heffeest in Mollengijs gaan of trekken. Aan het begin van de 20ste eeuw zei men in Vlaanderen naar Mollegem zijn of naar het Mollenland zijn voor 'dood en begraven zijn'. De Fransen kennen een vergelijkbare uitdrukking. Daar ga je naar le pays of le royaume des taupes.
Nobiskroeg Hij is naar de Nobiskroeg = hij is dood. Nobiskroeg is een Middelnederlands woord voor 'hel' of'dodenrijk'. Nobis is een van de vele namen voor 'duivel'. De herkomst is onzeker. In de Middeleeuwen werd de hel dikwijls afgeschilderd als een herberg, waar de duivel de waard was. Vandaar dat Cornelissen in 1931 schreef: 'Nobiskroeg beteekent in 't volksgeloof een kroeg, op den weg naar de eeuwigheid gelegen, waar men, na zijn dood, nog een pint of een borrel kan gaan drinken, vooraleer men zijn reis naar den hemel of de hel voortzet.'
59
Piepenbroek Naar Piepenbroek zijn = dood en begraven zijn. In 1916 door de volkskundige Jos. Schrijnen opgetekend op de Veluwe.
Pierenland Naar het Pierenland gaan = sterven. Ook wel: naar het Pierenland verhuizen of vertrekken. De uitdrukking is aan het einde van de 19de eeuw gehoord in enkele Vlaamse dialecten. Men gebruikte Pierenland ook wel voor 'begraafplaats' en in het Pierenland zijn voor 'dood en begraven zijn'. Pieren (aardwormen) worden van oudsher geassocieerd met de dood. Vandaar ook zo dood als een pier ('alle leven is eruit'), een dooie pier ('een slome, vervelende vent') en hij is voor de pieren ('hij is dood'). In de 19de eeuw dacht men dat pieren (ingewandswormen) de maag van streek maakten en dat je ze kon doden of verschrikken door voor het ontbijt een glaasje jenever achterover te slaan. Die borrel werd het pierenverschrikkertje genoemd (dan wel pierendoder, pierenkul, pierenverlakker of pierenverschietertje).
*Pittem Hij is naar Pittem (1892) = hij is dood en begraven. Naar Pittem in WestVlaanderen, dat wordt uitgesproken als Puttem, dat wordt geassocieerd met put, 'gat in de grond'. In het Deens zei men in zo'n geval dat de man in Mulderup woonde, van mulde, 'aarde, stof. Men zegt overigens ook hij zit in Pittem voor 'hij is gek, gestoord, zenuwziek'., Hierbij is echter geen sprake van een woordspeling, in Pittem is een psychiatrische instelling gevestigd.
-Putte Van Zottegem naar Put gaan. 'Gezegd van iemand die zich aan den drank overgeeft, eerst zot wordt en daarna naar zijn put gaat (sterft en begraven wordt),' aldus een dialectwoordenboek uit 1938. Naar Zottegem in OostVlaanderen, met een woordspeling op zot, 'dwaas, gek', en naar Putte in de provincie Antwerpen.
60
-Rotterdam Hij is naar Rotterdam (1861) = hij is dood en begraven. Naar Rotterdam in Zuid-Holland, met de gedachte aan rotten, 'vergaan'. Een Engelse variant in de i8de-i9de eeuw was he is gone to Rot-his-bone, 'hij is vertrokken naar rot-zijn-bot', met een woordspeling op Ratisbon (zoals de Engelsen de stad Regensburg in Duitsland noemen).
*Treurenberg Op de Treurenberg begraven worden = na zijn overlijden beweend en betreurd worden. Naar Treurenberg (ook Treuren burg), de naam van een weg bij Brussel waaraan in de 16de eeuw een beruchte staatsgevangenis was gevestigd, met een woordspeling op treuren, 'verdriet hebben'. In de 16de eeuw zei men de treurenberg op moeten. Oorspronkelijk betekende dit waarschijnlijk 'gevangengezet worden', maar later werd het overdrachtelijk gebruikt voor 'een zwaar lot moeten ondergaan'. De uitdrukking op de Treurenberg begraven worden is aan het begin van de 20ste eeuw gehoord in Gent. Cornelissen vermeldde in 1931 de ontkennende vorm hij zal op Treurenberg niet begraven worden, met als toelichting: 'gezegd van iemand wiens afsterven niet zal betreurd worden'. Hier heeft Treurenberg dus dezelfde functie als Bleijenbeek.
Uilendonk Hij is naar Uilendonk = hij is dood (1931). Gehoord in Evergem in OostVlaanderen. Donk is een gewestelijk woord voor 'ineengerold of gedraaid bundeltje stro' en voor 'zandige opduiking in moerassig terrein'. Het doffe, min of meer klagende geluid van de uil werd vroeger beschouwd als een kwaad voorteken. Vandaar dat de uil vaak in verband is gebracht met dood, rampen en onheil.
*Worms Naar Worms varen (1660) = dood zijn. Naar Worms in Duitsland, alsof die plaatsnaam iets met wormen te maken had. Wie dood is, is voer voor de wormen. Het Engels kende hierop vroeger een dubbele woordspeling: to be gone to the Diet of Worms, wat niet alleen betekent dat iemand 'naar de
61
Rijksdag in Worms is vertrokken', maar ook dat hij Voedsel voor de wormen is geworden'. Een lijkkoets werd vroeger in Engeland wel Gravesend bus, 'bus naar Gravesend', genoemd, zinspelend op grave, 'graf, en end, 'einde'.
*Zandwerven Hij is naar Zandwerven = hij is dood (1861). Naar Zandwerven in NoordHolland, met een woordspeling op zand + (wellicht) (ver)werven.
Zielenland 'Wanneer het lichaam is vergaan,' aldus een spiritistische website, 'begint de reis van de ziel naar het zielenland; maar ook van daaruit blijven de geesten van de overledenen belangstellen in de samenleving, van welke zij op aarde deel uitmaakten.' Volgens het WNT is Zielenland 'een denkbeeldig land waar de zielen der overledenen wonen'.
62
10 Landen waar je niet moet zijn: van Afgelegerije tot Zwammerzoeloe
Oorspronkelijk is bananenrepubliek - aldus de Grote Van Dale - een 'naam voor de Midden-Amerikaanse staten Nicaragua, El Salvador en Guatemala'. De tweede betekenis, die nu het meest wordt gebruikt, is 'land met instabiele politieke toestand'. De betekenisovergang blijft in het woordenboek onverklaard, maar dat komt wellicht omdat-ie zo voor de hand ligt: in Nicaragua, El Salvador en Guatemala worden veel bananen gekweekt en van oudsher zijn het politiek instabiele landen. Minder voor de hand liggend is dat er tussen die twee zaken een direct verband bestaat. In heel Midden-Amerika was de bananenindustrie namelijk ruim een eeuw lang in handen van een oppermachtig Amerikaans bedrijf, dat eerst United Fruit Company heette, toen United Brands en vervolgens Chiquita Brands International. Het bedrijf had eigen plantages, treinen en schepen en een eigen telefoonnetwerk. Het kocht op grote schaal politici om en het financierde en ondersteunde coups. Zo leverde United Fruit in 1954 schepen aan de CIA om de regering van de Guatemalteekse president Jacobo Arbenz Guzman omver te werpen. Die wilde de Amerikaanse plantages nationaliseren. Het bedrijf stelde ook schepen ter beschikking voor de mislukte invasie in de Cubaanse Varkensbaai in 1961. In een recent stuk over de geschiedenis van United Fruit noemde de Volkskrant het bedrijf dan ook 'de enig werkelijke machthebber in MiddenAmerika, waar het ook een nieuwe staatsvorm in het leven riep: de bananenrepubliek'. Maar goed, inmiddels heeft de bananenrepubliek in de volkstaal voluit
-63
concurrentie gekregen van landen die men vreest vanwege (onder meer) barbaren, schurken, een overdaad aan allochtonen, moffen, katholieken, limbo's of maniakken.
Absentië 'Binnen het legioen gemeenteambtenaren,' aldus een beleidsmedewerker van de gemeente Amsterdam, 'circuleren tijdens vergaderingen diverse fictieve plaatsnamen. Zoals Absentië, Verweggistan en Subsidié.' Het zal duidelijk zijn dat de bewoners van Absentië uitblinken door afwezigheid, terwijl die van Subsidié graag aanspraak maken op financiële ondersteuning.
Afgelegerije 'Met mijn baas is het soms problematisch om mobiel te bellen,' aldus een informant. 'Hij neemt op met: hallo, met Afgelegerije.' Afgelegerije is een vondst van de Nederlandse vertalers van de Donald Duck. De landnaam komt geregeld in dit 'vrolijke weekblad' voor. Door verschillende informanten wordt de naam gebruikt voor 'verafgelegen, achterlijk land'. Er zijn meer fictieve plaatsnamen gevormd met behulp van de uitgang -rije. Voorbeelden - die verspreid door dit boek worden behandeld - zijn Barbarije, Kulgarije, Kutkammerije, Scherperije en Schurkerije.
Allochtonië Schertsende benaming voor het land waar 'de allochtonen' vandaan komen. 'Tijdens een vergadering van onze deelraad werd eens vertwijfeld gevraagd waar in hemelsnaam Allochtonië lag nu er zoveel mensen vandaan kwamen de laatste tijd,' aldus een correspondent. De afgelopen jaren duikt Allochtonië ook geregeld op in de dagbladen. Zo schreef Jan Kuitenbrouwer in 1997 in Het Parool: 'Behalve misschien via zijn werkster of automonteur heeft de gemiddelde Nederlandse auteur nu eenmaal weinig contacten in Allochtonië.' En in 2000 schreef de Volkskrant: 'Na een ontdekkingsreis van twee maanden door Allochtonië, houdt Paul Scheffer het even voor gezien.' De bewoners van Allochtonië worden soms Allochtoniërs genoemd, hun taal Allochtoons. De echte allochtonen zijn doorgaans niet zo blij met deze benamingen. In september 2002 besloot de Allochtonenkrant het woord al-
64
lochtoon niet langer te gebruiken (en de titel van het weekblad te wijzigen) omdat het 'besmet' zou zijn geraakt.
Atapoeponesië 'Op de middelbare school,' aldus een informant uit Voorschoten, 'kreeg ik economieles van een docent die de naam Atapoeponesië gebruikte. "Je moet je antwoorden zo opschrijven dat iemand in Atapoeponesië ook snapt wat je bedoelt," zei hij voor ieder proefwerk.' Atapoeponesië zal zijn beïnvloed door Attapoepoe (zie hoofdstuk 13) en Indonesië.
Barbarije Eigenlijk is Barbarije de oude naam voor Noordwest-Afrika. Het is een verbastering - aldus het WNT - van Berberije ('het land der berbers'), die is ontstaan door associatie met barbaren (de Grieken noemden iedereen die geen Grieks sprak barbaros, dit is 'vreemdeling, niet-Grieks, onbeschaafd'). Je komt Barbarije al in Middelnederlandse teksten tegen. In het hedendaagse taalgebruik wordt Barbarije echter gebruikt als synoniem voor Absurdistan, voor een land waar absurde, barbaarse toestanden heersen. Eén voorbeeld hiervan, uit de Volkskrant 30 juli 1999: 'Ik haast me te verklaren dat Frankrijk niet het Barbarije is waarvoor sommige Nederlanders het graag verslijten.'
Blunderland Een land waar alles misgaat. Blunderland wordt vooral veel gebruikt in het Engels, maar je komt het soms ook in Nederlandse teksten tegen. In 1939 publiceerden James Dyrenforth en Max Kester het boekje Adolf in Blunderland. Het gaat hier om een politieke parodie op Alice in Wonderland van Lewis Carroll. Hoofdpersonage is een zwakbegaafde Adolf Hitier, die zijn avonturen in Blunderland beleeft met onder meer een rups, waarin de Britse politicus Chamberlain herkend kan worden, en met 'the White von Ribbit' (de Duitse politicus Joachim von Ribbentrop). Sinds het boekje van Dyrenforth en Kester zijn er verschillende boeken en pamfletten verschenen met blunderland in de titel, zoals Police, community
65
problems: essays on Malice in Blunderland (1975) door Sylvan H. Cohen en Malice in Blunderland: an anti-nuclear primer (1985) door Erich Geiringer. Sinds 2002 presenteren de Vlamingen Martin Dejonghe en Peter Bulckaen een radioprogramma dat Blunderland heet. De hoofdfiguren in dit programma zijn Zors en Zibert. In een toelichting zei Dejonghe: 'Ze opereren vanuit Blunderland, dat is elk land ter wereld waar iets gebeurt wat Zors en Zibert kunnen hekelen.'
Bongo Bongo (land) Bongo Bongo wordt niet alleen gebruikt als aanduiding voor 'schurkenstaat' of 'bananenrepubliek in het algemeen', maar ook als bijnaam voor Afrika. De naam komt uit het Engels maar wordt soms ook in Nederlandse dagbladen gebruikt. Hoewel de bongo, een slaginstrument bestaande uit twee aan elkaar gemonteerde trommeltjes, wordt geassocieerd met Afrika, komt dit instrument oorspronkelijk uit Cuba.
Bonnie-Bokkie '"Uit de binnenlanden van Bonnie-Bokkie" hoor ik mijn schoonmoeder soms zeggen,' aldus een informant. 'Deze uitdrukking werd in Utrecht en omstreken vroeger regelmatig gebruikt.' Als varianten zijn aangetroffen Bonne-Bokki en Zuid-Bonne-Bokki. Vergelijk Bornambokkio.
Bordurië De naam Bordurië is een vondst van Hergé, de maker van Kuifje. Het land [Bordurië in het Frans) debuteerde in De scepter van Ottokar, een album dat Hergé in 1939 uitbracht. Daarnaast speelt De zaak Zonnebloem zich voor een deel in dit land af. Bordurië staat in deze albums, samen met het buurland Syldavië, model voor een totalitaire Balkanstaat. Anders dan Syldavië zien we dat Bordurië ook overdrachtelijk wordt gebruikt, onder meer voor 'totalitair Oostblok-land'. Zo schreef het dagblad Trouw in 1997: 'Niemand voelt er nog iets voor om urenlang in Bordurië in een postkantoor of garage te staan waar ze nog nooit van travellers cheques of Reis- en kredietbrief hebben gehoord.' En het Haarlems Dagblad schreef in 1998: 'Hij komt dan
66
ook uit Wit-Rusland, buurland van Bordurië.' De ogenschijnlijke overeenkomst tussen het Franse Bordurie en het Nederlandse Bordurië verhult dat de namen in hun respectieve talen heel verschillende associaties wekken: Bordurië, dat lijkt te zijn afgeleid van borduren, klinkt grappig maar bizar, terwijl het Franse Bordurie - afgeleid van bordure, 'rand, zoom' - de suggestie wekt van een afgelegen streek.
Bornambokkio 'Bornambokkio is een land of streek,' aldus een correspondent, 'waar vrouwen mooi en gewillig zijn en waar vrije liefde de norm is. Alcoholische versnaperingen worden gratis verstrekt. Niemand hoeft te werken, terwijl privé-bezit en vermogen onuitputtelijk lijken. Geen inwoner heeft er zorgen en ziekte bestaat er niet. De aanduiding werd veelvuldig gebruikt binnen de jaarclub tijdens mijn studententijd. Geen goed zonder kwaad: we spraken ook over West-Bornambokkio. Daar woonden alle "misse pikken" en "knorren". Ook gewone proleten wonen daar opvallend vaak.' Waarschijnlijk slechts in kleine kring bekend. Mogelijk is de naam geïnspireerd op Bornebokki(e), dat door verschillende informanten werd ingezonden ('in de binnenlanden van Bornebokki'). Tot dezelfde groep, qua klank, hoort Borrie-Borrie ('in de binnenlanden van Bonie-Bonie'), die door iemand uit Amsterdam werd ingezonden. Vergelijk Bonnie-Bokkie.
Destabilonië Ingezonden door iemand uit Leiden als aanduiding voor een 'instabiel land'.
Ginderland Land hier ver vandaan. Onder meer aangetroffen in een gedicht op internet (van Gaby Desmyter): 'Mezelf vergetend in een Ginderland,/Leefd'ik met alle schaamte-beesten mee,/die vretend aan mijn eigenheid, / bert bibber toverden aan mijn schrikkedraad.' Overigens telt Noord-Brabant twee plaatsjes met de naam Ginderdoor, plus één Ginderover.
67
Gwakkiemakkieland Aangedragen door iemand uit Nijmegen. Mogelijk alleen in kleine kring bekend.
Hoog-Polië Deze naam, die speelt met de landnaam Polen en met hoogpolig (gezegd van langharige tapijten), suggereert een bergachtig gebied.
Itralië Schertsende aanduiding voor 'gevangenis', met een woordspeling op Italië en tralies. Een vergelijkbare schertsnaam is Norwegen (van nor, 'gevangenis', en Noorwegen). Beide namen zouden voorkomen in het boek De dief stelen van Olaf J. de Landell (1966). Nog een schertsnaam voor 'gevangenis' is Bajès - bajes (Bargoens voor 'gevangenis') op z'n Frans uitgesproken. Over deze naam schreef een informant: 'Halverwege de jaren zestig moest een goede kennis van mijn ouders in Rotterdam enige tijd in het gevang doorbrengen. Zijn eega verklaarde zijn afwezigheid door te melden dat hij vakantie vierde in Bajès.'
Kakkeboebieland Aan het begin van de 20ste eeuw lag in de gemeente Raalte in Overijssel een gehucht genaamd Kakkenberg. Inmiddels bestaan er geen Nederlandse plaatsen meer die beginnen met kak-. Het fictieve Kakkeboebieland werd aangedragen door iemand uit Leiden. Een vergelijkbare imaginaire plaatsnaam in het Afrikaans is Kakhuiskloof
Kalbassen, Het land van In de (rijmende) zegswijze dat is gebeurd in het Land van Kalebassen, waar de leugens op de bomen wassen ('groeien'). Een variant is: in het land van Kalbassen, waar de honden met hun gat bassen. Men zegt dit van onmogelijke beweringen. Deze uitdrukkingen zijn aan het eind van de 19de eeuw in Vlaanderen opgetekend, onder meer in Antwerpen. Het WNT noemt het Land van Kalbassen 'een denkbeeldig, ver weg gelegen land'.
68
Een kalebas is een soort grote, ronde pompoen. Men zal dit als een 'opgeblazen' vrucht hebben beschouwd. Een 'opschepper' wordt wel een Jan Kalebas genoemd. Kalbassen is ook aangetroffen in de vorm Kartassen. De uitdrukking het is gebeurd in het land van Kalebassen komt ook voor als eindregel bij sprookjes.
Katholië Al te katholiek land of katholieke streek. Een informant schreef: 'Katholië heb ik jaren geleden gehoord uit de mond van een Amsterdamse die een dagje in Lisse rondliep. "Een leuk dorp, maar je zit hier wel in Katholië.'"
Koeterwalië Land waar je de taal niet kunt verstaan, waar ze koeterwaals spreken. Koeterwaals komt van het Duitse Kauderwelsch, van Kauer, naam voor de stad Chur, waar Reto-Romaans werd gesproken, een taal die de Duitsers barbaars in de oren klonk, plus Waal, 'iemand die Romaans spreekt'.
Kulgarije Kulgarije is een vondst van Kees van Kooten en Wim de Bie. In 1976 maakten zij een serie van drie bioscoopfilmpjes voor de Postbank. In een van die filmpjes demonstreerden zij bij een postkantoor in Kulgarije hoe je girobetaalkaarten kunt gebruiken om in het buitenland geld op te nemen toen een noviteit. Zo nu en dan wordt Kulgarije, dat is gevormd naar het voorbeeld van Bulgarije, nog gebruikt. Zo schreef Max Pam op 15 september 2000 in HP/De Tijd: 'In haar verantwoording aan het slot van het boek schrijft Monika van Paemel dat zij het lot van al die Bosnische vluchtelingen heeft verbonden aan het verhaal van haar eigen jeugd, aan haar grootouders, hun taal en haar kinderjaren in Kongarije. Verdomd interessant, maar is mevrouw Van Paemel niet in de war met Kulgarije?'
69
Limboland Denigrerende bijnaam voor (Nederlands) Limburg. Een andere bijnaam voor Limburg is Limbabwe, gevormd onder invloed van Zimbabwe. Beide namen komen zeer frequent voor - zowel op internet als in de dagbladen. Minder frequent zijn Limbourgondië, vanwege de vermeende Bourgondische levensstijl van de Limburgers, Limboektoe (gevormd onder invloed van T'imboektoe) en Limland (een verkorting van Limboland). De inwoners van Limburg worden vaak Limbo's genoemd en minder vaak Limbabwianen. Onder studenten is Limbabwe-express geliefd voor de sneltrein naar Maastricht. Tilburg wordt soms neerbuigend Tilbabwe genoemd, Brabant soms Brababwe. Volgens een Vlaamse informant zegt men daar hij is zeker een Limburger voor 'hij is traag van begrip, lomp'. 'Want de Limburgers hebben in België de reputatie dom en lomp te zijn.' In het Engels betekent limbo onder meer 'voorgeborchte van de hel'. Sinds ongeveer 1990 wordt Limboland (dan wel Limbo land of Limbo-land) ook geregeld in het Engels gebruikt, onder andere voor 'oord of bureaucratisch terrein waarin iets wordt verwaarloosd of vergeten, of waarvoor nog geen regels of wetten bestaan; niemandsland, grijze zone'.
Loernboembia In 1992 door Wim Daniels opgenomen in Thuistaal. Het andere Nederlands, voor 'een land dat ver weg ligt'. De verklaring luidt: 'De benaming Loernboembia is ontstaan toen iemand niet zo gauw op de naam kon komen van het Afrikaanse land waarheen een neef vertrokken was. [...] Mogelijk werd die naam gekozen met de gedachte aan Loemoemba, de in 1961 vermoorde Kongolese politicus, die een grote rol speelde in het onafhankelijkheidsstreven van Kongo.' Waarschijnlijk slechts in kleine kring bekend.
Maniakka Land waar een hoop gekken en maniakken rondlopen. Ingestuurd door iemand uit Muiderberg. Maniak is een Frans leenwoord. Het gaat terug op het Latijnse maniacus, 'demonisch, een bezetene'.
70
Moffrika Denigrerende bijnaam voor Duitsland, gevormd naar het voorbeeld van Afrika. Het woord mofals scheldnaam voor 'Duitser' dateert al van de 16de eeuw; waarschijnlijk is het afgeleid van het Duitse mujf, dat 'knorrepot, niet spraakzaam, bars iemand' betekent, fe leest geregeld dat Moffrika uit de Tweede Wereldoorlog dateert, maar Willem Bilderdijk gebruikte het al in 1820: 'Ik zal in Moffrika nog wel een Vetter vinden.' Mojfrikaans voor 'Duits' komt al voor in het werk van Beets ('het brommend Moffrikaansch') en Potgieter, en ook Moffrikaan voor 'Duitser' dateert uit de 19de eeuw. Opmerkelijk is dat Koenen Moffrika en Mojfrikaans - samen met onder meer mof - in 1942 uit het woordenboek schrapte, uit angst voor de Duitse bezetter. Moffrika keerde pas in 1952 in het woordenboek terug, en Mojfrikaans pas in 1960. De woordenboeken schrijven Moffrika en Mojfrikaans met dubbel-f, maar in kranten en op internet kom je ze ook geregeld met één f tegen. Een andere, inmiddels verouderde scheldnaam voor Duitser (of Westfaal) is poep. Vandaar dat Duitsland (en Westfalen) ook wel Poepenland zijn genoemd. Een informant meldde Schweinhundië als bijnaam voor Duitsland, maar die naam is elders niet aangetroffen.
Oegwabibië 'Ik stuur je hier de naam,' aldus een informant uit Gouda, 'van een fictief apenland dat in de vriendenkring wordt gebruikt wanneer een vriendin van ons weer naar een ver buitenland vertrekt waarvan ze pas relatief kort van tevoren de naam weet. Ze werkt via Artsen Zonder Grenzen. De term die we (al lang) gebruiken is: Oegwabibië.' Een andere informant kwam met een vergelijkbare vorming, namelijk Okwambibië ('voor een blotevoetenland').
Oost-Begonië Ingestuurd door iemand uit Den Haag. Naar de plant begonia, die overigens is genoemd naar de Franse plantkundige Michel Bégon (1638-1710). De begonia heeft, net als de geranium, de naam een suffe plant te zijn. Bij diverse fictieve plaatsnamen die als betekenis 'afgelegen oord, gehucht, negorij' hebben, wordt het provinciale karakter nog eens onder-
71
streept door er Oost- voor te zetten. Andere voorbeelden zijn: Oostschubbekutteveen, Ooststronkeradeel en Oostwapperzand-Buiten. Uitbreidingen met Noord- zijn niet aangetroffen, met Zuid- en West- wel, maar Oost- komt het vaakst voor.
Schurkije Voor een schurkenstaat, gevormd naar het voorbeeld van Turkije.
Sjekkamakka In 2001 opgenomen in het Vlaams dialectenwoordenboek van Herman J. Claeys. De spelling is onzeker, men schrijft soms ook Sjakamaka en Shakamaka. Volgens Claeys komt het woord in Antwerpen voor in de uitdrukking naar Sjekkamakka vertrokken zijn voor 'met de noorderzon vertrokken zijn'. Volgens een Vlaamse informant wordt het echter nog op een andere manier gebruikt. 'Al geruime tijd hoor ik in Vlaanderen het woord Sjakamaka in de betekenis "Nergensland". Ik ga niet naar 'm toe, al was het de koning van Sjakamaka. Ik hoor het de laatste tijd geregeld op tv en radio.' Een oproep in de Vlaamse krant Het Belang van Limburg om de herkomst en de ouderdom van deze fictieve plaatsnaam te achterhalen, leverde onder meer een reactie op van een vrouw uit Rotem: 'Het woord Shakamaka ken ik al van in mijn kindertijd lang geleden. Iemand die ver weg was gegaan of als men niet wist waar hij was, die was naar Shakamaka.' Vooralsnog is de herkomst niet achterhaald. Vergelijk Verraplus.
Surimaribo Denigrerende bijnaam voor Suriname. Het gaat om een samentrekking van Suriname en Paramaribo. Een voorbeeld van het gebruik (van een website): 'Geachte leden, hier in het vochtige Surimaribo heb ik de wedstrijd cle Graafschap tegen Robin Hood gezien.'
72
Takki-Takkiland Door verschillende informanten ingezonden als aanduiding voor 'achterlijk land'. Waarschijnlijk is deze naam, die ook is aangetroffen in de vorm Tjakiewakkieland, door verschillende andere namen beïnvloed. In de eerste plaats door Takki-Takkioerwoud, een vondst van Gerard Reve. Op 7 juli 1971 schreef Reve in een (later gepubliceerde) brief aan Simon Carmiggelt over Surinamers, Cura^aoërs en Antillianen: 'Ik ben er erg voor, dat die prachtvolken zo gauw mogelijk geheel onafhankelijk worden, en ons niks meer kosten, zodat we ze allemaal met een zak vol spiegeltjes en kralen op de Tjoeki Tjoeki stoomboot kunnen zetten enkele reis Takki Takki oerwoud.' Een andere bron van inspiratie - waarschijnlijk ook voor Reve - is de neerbuigende aanduiding Taki-taki voor het Sranantongo, de belangrijkste creooltaal en de lingua franca van Suriname. Men schrijft Taki-taki maar dit wordt uitgesproken als 'Takki-takki' (taki betekent in het Sranan 'praten, spreken', het is afgeleid van het Engelse talk). Daarnaast kan het bekende kinderboek Pippi Langkous in Taka-Tukaland nog van invloed zijn geweest. Astrid Lindgren schreef dit boek in 1946. De Zweedse titel luidt overigens Pippi Laangstrump i Soederhavet. De Nederlandse vertaling, door Saskia Ferwerda, verscheen in 1959.
*Timboektoe Veel mensen denken dat Timboektoe de naam is van een fictief land, maar dat is niet het geval. Timboektoe is een plaats in Mali, aan de zuidrand van de Sahara, bij de Niger. Het is de hoofdplaats van de gelijknamige regio, telt tegenwoordig ruim 15.000 inwoners en is een agrarisch centrum. We kennen Timboektoe omdat het ooit een van de belangrijkste handelscentra tussen Noord- en West-Afrika was. Er werden slaven, ivoor, goud en zout verhandeld, en de fabelachtige rijkdom lokte verschillende Europese avonturiers naar de stad. In 1824 slaagde de Fransman René Caillié er als eerste ontdekkingsreiziger in om, vermomd als Arabier, Timboektoe te bezoeken. Hij schreef er een reisverslag over dat vele herdrukken beleefde: Journal d'un voyage a Temboctou et a Jenne dans VAfrique centrale. In de volkstaal wordt Timboektoe gebruikt voor 'het einde van de wereld', een betekenis die overigens nog niet door de woordenboeken is vastgelegd. Volgens sommigen is deze overdrachtelijke betekenis populair ge-
73
worden door Donald Duck. 'Als Donald en de neefjes weer eens wat fout hadden gedaan en Duckstad moesten ontvluchten,' aldus een informant, 'liepen zij vaak met een knapzak op de schouder over een spoorlijn naar de einder. Steevast stond er dan een bordje met als opschrift: Timboektoe 3256 km.' Maar ook vóór Donald Duck lijkt Timboektoe al overdrachtelijk te zijn gebruikt. Zo was reeds in 1934 in een cabaret een verslag te horen van een fictieve voetbalwedstrijd tussen het Nederlands elftal en het 'negerelftal uit Timboektoe'. Enkele recente voorbeelden van gebruik: 'Arabisch voetbal, een wedstrijdje in Timboektoe of Verweggistan, het maakt Willem niets uit' (Algemeen Dagblad 17 augustus 2002); 'Al had ze naar Timboektoe gemoeten, luitenant Anne Stastra van het Leger des Heils was gegaan; naar eigen zeggen "ten dienste van het werken in Gods Koninkrijk'" (Rijn en Gouwe 6 augustus 2002); en de Volkskrant schreef op 7 mei 2002: 'Fortuyn is vermoord op het mediapark in Hilversum, onder het oog van talloze omroepmedewerkers, journalisten en cameralieden. Toch duurde het bijna een uur voor er op een van de zenders bewegend beeld te zien was; verslaggever Abspoel moest het meer dan drie kwartier met een fotootje doen, alsof de man in Timboektoe stond in plaats van om de hoek van de televisiestudio.' Als variant op van hier tot Tokio lees je soms: van hier tot Timboektoe.
Transandijvië Ingestuurd door iemand uit Haarlem. De naam zou voorkomen in een stripverhaal van Peter de Smet. Niet duidelijk is of De Smet ook de bedenker is van Transandijvië. Zeker is wel dat diverse fictieve plaatsnamen zijn gevormd met de naam van een groente. Zo werd Andijviegarijp al in 1948 gebruikt in een boek van Piet Bakker, samen met Boerenkoolstronkeradeel. Andere geografische groentenamen zijn Knoldijsradeel, Koolstronkerabladstad (opgetekend in 1953), Selderieknollerveen (dat voorkomt in de Nederlandse vertaling, door Jacques van Tol, van het liedje 'It looks like rain in Cherry Blossom Lane'), Spruitjessluis en Witlofferveen.
Verraplus In de Vlaamse uitdrukking: naar Verraplus (vertrokken) zijn voor 'met onbekende bestemming, met de noorderzon vertrokken zijn'. Het gaat hier
74
om een verbastering van het Franse on ne le(s) verra plus, 'die zien we niet meer terug'. Een variant is naar Verrepas zijn, van on ne le(s) verra pas, 'die zullen we niet zien; die krijgen we niet te zien'. Volgens Herman J. Claeys, die beide varianten vermeldt in het Vlaams dialectenwoordenboek (2001), is bij Verrapas sprake van een woordspeling met de obscure Latijns-Amerikaanse plaatsnaam Verapaz. Dit is echter - letterlijk - zeer vergezocht. Vergelijk Sjekkamakka.
Wingwangwokkieland Ingezonden door iemand uit Dongen (Noord-Brabant). Het element wokkie komt in verschillende fictieve plaatsnamen voor, te weten Bokkiewokkie, Bokkiewokkiestan en Bokkiewokkieland. Het gedeelte Wingwang lijkt een variant van Winjewanje (zie hieronder).
Winjewanje 'Benaming voor een denkbeeldig, ver land, waar wonderlijke dingen heeten te geschieden,' aldus het WNT. Winjewanje werd ook gebruikt voor 'ver en onbekend oord' en daarnaast, zij het minder vaak, voor 'luilekkerland'. Winjewanje is aan het eind van de 16de eeuw voor het eerst opgetekend, als Wynewaenge (1596). In latere teksten is sprake van onder meer het 'Lant van Winjewanje' (1685) en het 'Koningryk van Winjewan' (omstreeks 1700). De vormvariant Wingiewangie is onder meer aangetroffen in het werk van Potgieter (1808-1875): 'In het land van Wingie-wangie heb ik de mensenkennis, die mij al mijn dubbeltjes had gekost, op woeker uitgezet.' Elders schreef Potgieter trouwens 'gewoon' Winjewanje. De meeste woordenboeken geven aan dat Winjewanje inmiddels is verouderd, maar Jan Pannekeet tekende het nog in 1971 op in West-Friesland, in de uitdrukking hij komt uit Winjewanje, voor 'hij is afkomstig uit een of andere plaats of streek waarvan ik de naam niet (meer) weet of niet wil noemen'.
Woppenokkio Omstreeks 1970 gehoord in Amsterdam. 'Woppenokkio wordt door ons gebruikt,' aldus een informant, 'om aan te duiden dat een bepaalde plaats
75
in een onbekend of onbeduidend land ligt of om aan te geven dat iets uit een onbekend land afkomstig is. Bijvoorbeeld: "Dat ligt zeker in Woppenokkio" of "Made in Woppenokkio". Het kan zijn dat het met name voor de herkomst van enigszins obscure houtproducten wordt gebruikt, vanwege de overduidelijke referentie aan Pinokkio. Ik vermoed dat ik het woord heb opgepikt tijdens mijn tijd op zee.' Een uitspraakvariant is Wopinokkio.
Zwammerzoeloe 'Tussen Bodegraven en Alphen aan de Rijn,' aldus een informant, 'ligt het dorpje Zwammerdam. Op zich al een naam die fictief aandoet, maar in de jaren die ik tussen Utrecht en Leiden treinde, heb ik Zwammerdam regelmatig Zwammerzoeloe horen noemen.' Zonder twijfel gevormd naar het voorbeeld van Zoeloeland, een voormalig thuisland binnen de Republiek van Zuid-Afrika.
76
10 Nog meer slechte bestemmingen: van Absurdistan tot Verweggistan
Het Groene Boekje, de officiële spellinglijst van het Nederlands, kent zegge en schrijve één woord dat eindigt op het achtervoegsel -stan en dat is Verweggistan. Nu klopt het dat dit achtervoegsel, dat in het Perzisch land' betekent, relatief weinig in het Nederlands voorkomt, maar slechts één vermelding is wel erg karig. De Grote Van Dale vermeldt gelukkig nog Absurdistan, plus diverse aardrijkskundige namen die eindigen op -stan, zoals Afghanistan, Kazachstan, Oezbekistan, Pakistan, Tadzjikistan en Turkmenistan. Die landen hebben met elkaar gemeen dat ze - vanuit ons perspectief erg ver weg liggen, en ze zijn meer dan eens negatief in het nieuws geweest. Dat zal ertoe hebben bijgedragen dat -stan in de spreektaal een geliefd achtervoegsel is geworden bij het vormen van fictieve plaatsnamen met als betekenis 'land waar allerlei dwaze toestanden heersen'. Althans, dat is de definitie die de Grote Van Dale van Absurdistan geeft. Verweggistan wordt in de Van Dale omschreven als 'een onbelangrijk, oninteressant land', en dat is - grofweg - de tweede betekenis die aan dit soort plaatsnamen wordt toegekend. Daarnaast komen we -stan tegen in bijnamen voor plaatsen, provincies en landen. Hoe productief het achtervoegsel -stan is geworden, bleek ook na de aanslagen in de Verenigde Staten op n september 2001. Een paar weken later circuleerde op internet een kaart waarin Nederland was omgedoopt tot 01landistan. Op de kaart waren enkele tientallen Nederlandse plaatsen 'geïslamiseerd'. Zo was Amsterdam veranderd in Imamsterdam, Rotterdam in
-77
Rottersadam, Eindhoven in Husseindhoven, Appingedam in Kapingedam, Nijmegen in Besnijmegen enzovoorts. Ollandistan is waarschijnlijk een van de jongste vormingen met het Perzische achtervoegsel -stan, maar het begon hoogstwaarschijnlijk allemaal met Absurdistan.
Absurdistan Absurdistan behoort momenteel tot de populairste fictieve plaatsnamen, samen met Verweggistan. Het woord is toegeschreven aan Gerrit Komrij, maar dat berust op een vergissing. Ja, Komrij heeft het verschillende keren gebruikt en de Grote Van Dale haalt bij Absurdistan een citaat van hem aan, te weten 'dit Absurdistan tussen de Wadden en Vaals', maar er is geen enkele reden om aan te nemen dat de Dichter des Vaderlands deze plaatsnaam heeft bedacht. Max Pam schreef op 23 maart 2001 in NRC Handelsblad dat zijn vader al in de jaren vijftig in het tijdschriftje De Uitkijk anonieme stukjes schreef onder de titel 'Berichten uit Absurdistan', maar volgens publicist Igor Cornelissen berust ook dit op een vergissing. Niet vader Pam maar Joop Zwart schreef een nieuwsbrief getiteld Nieuwsbrief uit Absurdistan, die werd uitgegeven door uitgeverij De Uitkijk. Cornelissen zette een en ander recht in een ingezonden brief in de NRC, maar in zijn memoires is hij duidelijker. In Raamgracht 4. Mooie jaren bij het weekblad (1998) schrijft hij: 'Als leergierig jong broekje was Zwart bij het communistische dagblad De Tribune leerling-zetter geweest. Een opleiding aan de Leninschool bij Moskou in 1930 was bedoeld als aanloop tot een glanzende carrière als geheim agent binnen de Communistische Internationale. [...] Joop Zwart was en bleef echter een eigenwijze dwarsligger. Hij maakte zijn opleiding niet af. Het beviel hem in Moskou maar matig. De gesprekken die hij er voerde met leermeesters als Karl Radek en Nikolaj Boecharin, vroegere medewerkers van Lenin, en medeleerlingen als de latere Tsjechoslowaakse partijleider Rudolf Slansk, haalde hij later op in zijn curieuze en door weinigen gelezen gestencilde Nieuwsbrief uit Absurdistan, een onregelmatig verschijnend eenmanstijdschrift waarop ik [Cornelissen] mij had geabonneerd. De naam was bedacht door de cynische Radek die - toen al - de spot dreef met de ronkende succesverhalen in de sovjetpers over de vooruitgang in Oezbekistan, Kazachstan, Turkmenistan en elders. Ooit zou er een Absur-
78
distan-bulletin moeten verschijnen en dat kon het beste gebeuren in Holland waar, fantaseerde Radek, ruimdenkende kapitalisten het blad zouden willen financieren. Naar Zwarts productie te oordelen had hij die financiers nooit gevonden. Het blaadje bekostigde hij uit zijn pensioen van de Stichting '4o-'45.' In welke jaren het blaadje precies verscheen, is niet duidelijk, maar waarschijnlijk van 1978 tot 1981. Zeker is dat een soort Absurdistan al in 1946 voorkomt in de titel van een Franstalig boek, namelijk Voyage en Absurdie (Reis naar Absurdië). Opvolgers waren Révolte en Absurdie (1951) en Retour en Absurdie (1959). In een taalkundige nieuwsgroep op internet is gediscussieerd over de vraag waarom het achtervoegsel -stan nu juist aan het eind van de jaren veertig opgang maakte. Jaap Engelsman schreef hierover: Toevallig stuitte ik op een feit dat zou kunnen verklaren waarom sinds 1947 internationaal bekend werd dat -stan in het Perzisch "land" betekent. In 1947 werd Pakistan namelijk onafhankelijk, en bij die gelegenheid kreeg het zijn naam, die niet was ontleend aan een bestaande geografische naam uit dat gebied. De naam was al gevormd in 1932 of 1933, tijdens het streven naar onafhankelijkheid, waarschijnlijk door Chaudri Rahmat Ali, uit de letters P van Punjab, A van Afghania (een landstreek in Pakistan) en K van Kasjmir, aangevuld met het achtervoegsel -stan en een i voor de uitspraak. Een bijkomend voordeel, en een reden om niet bijvoorbeeld Kapistan te schrijven, was dat pffik in het Urdu "rein" of "zuiver" betekent. Pakistan was dus ook het "Land van de reinen". De onafhankelijkheid van India en Pakistan trok wereldwijd veel aandacht, en dit kan mensen op het idee hebben gebracht dat je oosters klinkende landnamen kunt creëren door simpelweg ergens -stan achter te plakken.' Hoe het ook zij, Absurdistan wordt tegenwoordig volop gebruikt voor een land of plaats waar allerlei dwaze toestanden heersen of waar men het niet zo nauw neemt met de wet. Het komt voor in boek- en filmtitels, maar het wordt vooral vaak gebruikt in kranten en tijdschriften. Niet alleen in het Nederlands trouwens, ook in het Engels en Duits. Zo gebruikte de National review het in 1990 in de kop 'King of Absurdistan'. Newsweek schreef datzelfde jaar over 'Travels in Absurdistan', en in een Duits juridisch tijdschrift verscheen in 1998 een artikel getiteld 'Grundrecht auf Widerspruchsfreiheit der Rechtsordnung - eine Reise nach Absurdistan'.
79
Achteraffiestan Zou volgens een informant in het begin van de jaren tachtig in de Donald Duck hebben gestaan, samen met Achteraffië. Achterafis een buurtschap in de gemeente Maartensdijk. In 1910 woonden er negen mensen. Het Duits kent verscheidene fictieve dorpsnamen die, om de afgelegenheid en achterlijkheid te benadrukken, beginnen met Hinter-, 'achter': Hinterdummsbach ('Achterdombeek'), Hinterhuglhapfing (onduidelijk van betekenis, maar Beiers aandoend), Hinterkuhdreckshausen ('Achterkoeienvlaaienhuizen'), Hintertupfingen ('Achtervlekkingen'), Hinterniedertupfenhausen ('Achternedervlekkenhuizen') en Hintertannenzapfenhausen ('Achterdennenappelhuizen'). Zie ook Domburg in hoofdstuk 3.
Bokkiewokkiestan 'Wie vakantie heeft,' aldus een informant uit Heelsum, 'maar niet op vakantie wil gaan kan altijd nog naar El Balconia. Is dat te ver, dan kun je naar Rundumhausen. En wie daar dan schamper over doet, die vertrekt maar naar Bokkiewokkie.' Een andere variant, naast Bokkiewokkiestan, is Bokkiewokkieland.
Brabostan 'Ik durf het bijna niet te schrijven,' aldus een correspondent, 'maar in huiselijke kring spreek ik geregeld over Brabostan.' Voor 'Brabant' natuurlijk. Op internet is onder meer de variant Oost-Brabostan aangetroffen.
Fukkistan Denigrerende bijnaam voor Pakistan (zie verder in hoofdstuk 19).
Groezbekistan
Bijnaam voor Groesbeek in Gelderland.
80
Hagistan Bijnaam voor Den Haag.
Lijpiestan In de uitdrukking: hij komt van Lijpiestan voor 'hij is gek, dom'. Lijp is een nevenvorm van leep. In de 16de eeuw betekende het 'scheef. In de betekenis 'gek' is het pas in de 20ste eeuw opgetekend.
New Yorkistan Bijnaam voor New York (in de Verenigde Staten). Op het omslag van het tijdschrift The New Yorker stond op 10 december 2001 een tekening van New Yorkistan (door Maira Kalman en Rick Meyerowitz). De inwoners van de stad werden voor deze gelegenheid New Yorkistanis genoemd. Ook in het Nederlands aangetroffen.
Oehoeboeristan Oehoeboeristan zal zijn geïnspireerd op Oehoeboeroe, de naam van de wijze maar pedante uil in Paulus de Boskabouter, een serie die tussen 1955 en 1964 werd uitgezonden door de vARA-radio en die in 1967-1968 op de televisie te zien was. De serie werd gemaakt door Jean Dulieu (pseudoniem voor Jan van Oort). Als fictieve plaatsnaam was Oehoeboeristan aan het eind van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig populair in Delft en omgeving. 'De omstandigheden waaronder deze kreet in gebruik was, kan ik niet precies meer weergeven,' aldus een informant. 'Het was zo'n algemeen in zwang zijnde term; hij werd denk ik veelvuldig toegepast onder studenten die voor praktisch werk of bijzondere reisbestemmingen ergens in goh-hoe-heet-dat-gat of in onbekende of niet helemaal bekende of evende-naam-vergeten oorden toefden.'
Oirsbekistan Bijnaam voor Oirsbeek in (Nederlands) Limburg. 'Ik zou graag naar Oezbekistan gaan,' schreef een informant, 'maar helaas ook dit jaar kom ik, als bewoner van Oirsbeek, niet verder dan Oirsbekistan.'
81
Takatoekistan Waarschijnlijk een variant op Taka-Tuka-land, een bestemming die voorkomt in Pippi Langkous in Taka-Tuka-land (1946), een boek van Astrid Lindgren.
Tzatzikistan Bijnaam voor Griekenland. Naar tzatziki, een traditioneel Grieks bijgerecht met yoghurt en komkommer.
Verweggistan Verweggistan is afkomstig uit de avonturen van Donald Duck. Donald vliegt geregeld met zijn neefjes naar dit afgelegen land. Wanneer die naam voor het eerst in de beeldverhalen opduikt, is niet bekend. Sommigen houden het op eind jaren vijftig, anderen op de jaren zestig. De vroegste voorbeelden in de dagbladpers dateren van eind jaren tachtig. Zo schreef de Volkskrant op 30 april 1988: 'Allemaal ten bate van de vertrapten in Verweggistan.' Verweggistan is waarschijnlijk een vertaling van het Engelse Faroffistan. In de Duitse Donald Duck spreekt men van Weitfortistan (dat ook overdrachtelijk wordt gebruikt). Over de spelling van Verweggistan is men lang onzeker geweest. De Grote Van Dale vermeldde het in 1992 nog als Verwegistan, dus met één g. De spelling met dubbel-g werd in 1995 gedicteerd door het Groene Boekje, de officiële spellinglijst van het Nederlands, maar op internet zie je dat beide schrijfwijzen nog door elkaar worden gebruikt, hoewel die met dubbel-g aan de winnende hand is. Beide spellingen komen overigens honderden keren op internet voor; samen met Absurdistan is Verweggistan duidelijk een van de populairste fictieve plaatsnamen. Zoals gezegd is niet precies bekend sinds wanneer Verweggistan in Donald Duck voorkomt, of welke vertaler deze naam heeft geïntroduceerd. Het tijdschrift Donald Duck verschijnt sinds 1952 in het Nederlands. De huidige hoofdredacteur, Tom Roep, trad aan in 1973. Toen werd Verweggistan al gebruikt. Van de vertalers die vóór Roep bij Donald Duck werkten, zijn maar enkele namen bekend. Sommigen zijn al overleden, maar de paar die nog in leven zijn, bleken niet te weten wanneer en door wie Verweggistan is verzonnen.
82
Het tijdschrift Donald Duck heeft overigens een lange traditie in het verzinnen van fictieve plaatsnamen. Zeer geregeld duiken er nepplaatsnamen in op. Voorbeelden zijn: Brutopio (een land dat Dagobert Duck vijandig gezind is), Eendhoven, Eimuiden, Gansdorp, Klondijksteradeel, Vandaalusië, Verderopdam, Zwaandam en natuurlijk Duckburg en Duckstad. Carl Barks, de beroemdste tekenaar van Donald-Duckverhalen, situeerde de stripeend in Calisota, een samentrekking van Californië en Minnesota. Barks modelleerde Duckstad naar het voorbeeld van Burbank in Californië, waar de Disney-studio's zijn gevestigd. Maar hij was daar niet al te strikt in: als hij voor een verhaal een haven of bergen nodig had dan tekende hij die, ook al komen die in Burbank niet voor. De meeste fictieve plaatsnamen in de Donald Duck zijn eendagsvliegen, aldus Roep. Maar naast Verweggistan wordt ook Afgelegerije geregeld gebruikt. Een belegen grapje over Verweggistan luidt: 'Wat is de hoofdstad van Verweggistan?' Het antwoord luidt:' Verweggistad' (wat je moet uitspreken als 'ver weg is dat').
83
10 Waar je wél moet zijn: landen van melk, honing en meer
De meeste gefingeerde dorpen, steden en landen - de fictieve vakantiebestemmingen uitgezonderd - zijn plaatsen waar je maar beter niet heen kunt gaan of vandaan kunt komen. Ze worden geassocieerd met negatieve eigenschappen, ze liggen ergens ver in het achterland, er gebeurt nooit wat, of er heersen juist gevaarlijke of absurde toestanden. Fictieve plaatsen waar het goed toeven is, waar je bij voorkeur wel heen zou moeten gaan, zijn er niet veel, maar er zijn er wel een paar, en die volgen hieronder. Compleet is deze verzameling overigens niet.
Bounty-eiland In theorie is het mogelijk om de Bounty-eilanden te bezoeken, maar in de praktijk doet niemand dat, want het is een groepje van dertien onbewoonde rotseilanden voor de oostkust van Nieuw-Zeeland. Ze zijn door William Bligh, die ze in 1788 ontdekte, genoemd naar zijn schip de Bounty, een schip dat later grote bekendheid kreeg door de meermalen verfilmde trilogie Muiterij op de Bounty (1932) van Charles Nordhoff. Des te meer mensen boeken een reisje naar een Bounty-eiland of naar een land met een Bounty-strand. Het is voor iedereen meteen duidelijk wat hiermee wordt bedoeld: een zonovergoten tropisch eiland, of een dito strand, met hagelwit zand, kristalhelder water, een koel briesje, wapperende palmbomen en zo weinig mogelijk westerse toeristen. Het zal de meeste mensen ook wel bekend zijn waarom een dergelijk pa-
-84
radijselijk oord een Bounty-eiland wordt genoemd. Naar de reclamefilmpjes voor de Bounty-reep natuurlijk, een chocoladereep gevuld met kokos. De Bounty-reep werd in 1962 door de Amerikaanse snoepgigant Mars in Nederland op de markt gebracht. Op televisie en in de bioscoop werden verschillende filmpjes vertoond, waarin aanvankelijk steeds een idyllisch tropisch eiland te zien was, plus een kokosnoot die - op het moment dat hij werd opengehakt - transformeerde in een Bounty-reep. Tussen 1979 en 1986 werd die veranderlijke noot gevonden door een groepje mannen en vrouwen in duikuitrusting, terwijl een zwoele vrouwenstem zong: 'The Bounty hunters are here. They are searching for paradise.' Van 1987 tot 1991 ging het om een verliefd stelletje op een tropisch strand, op de muziek van 'Try a little tenderness'. En tussen 1996 en 2001 vertoonden de filmpjes een vrouw in een museum of in een boekwinkel (saai!), die - als ze een hap van een Bounty-reep neemt - wegdroomt naar een tropisch eiland. (Terzijde: in een van die filmpjes ontmoet ze een stoere bink met een bijzondere tatoeage, die sindsdien vaak bij de fabrikant is opgevraagd.) Kort samengevat: Mars heeft altijd een stevige relatie gelegd tussen de kokos in de Bounty-reep en het tropische eiland. Dat is niet zonder gevolgen gebleven, want hoewel het nog niet door de woordenboeken is opgepikt, zijn Bounty-eiland en Bounty-strand gevleugelde begrippen geworden. Een vroeg voorbeeld is te vinden in Meer Modermismen uit 1987 van Kees van Kooten: 'We zouden drie weken op Bonaire blijven. Wanneer we niet in het water dreven, lagen we op een van de verlaten Bounty-strandjes of in ons Airco-bed.' Maar het is niet moeilijk om meer voorbeelden te vinden. Zo schreef de Volkskrant op 1 juli 2002: 'Behalve bounty-eilanden, uitbundige natuur of exotische schoonheden zoeken veel reizigers in het Oosten wat zij menen dat in het Westen is zoekgeraakt: het spirituele, het religieuze, het mystieke.' En een website vermeldt (over een strand in Belize): 'Dit mooie bounty-strand is een paar weken later door een orkaan totaal verwoest. Lang leve moeder natuur.' Maar er is meer. De Bounty-repen werden tevens aan de man gebracht met een slogan die z'n sporen in de Nederlandse taal heeft nagelaten. Het gaat hier niet om 'Bounty. Een stukje paradijs op aarde', maar om 'Bounty: een tropische verrassing in Hollandse melkchocolade' (mogelijk bedacht door Ton van Well, indertijd werkzaam bij Makrotest te Amsterdam). Hoewel die slogan al lang niet meer wordt gebruikt, komt hij in kranten en op internet nog volop voor, in verschillende variaties. Enkele
85
voorbeelden: 'Kalev Tallinn heet de tropische verrassing in Afrikaanse melkchocolade', Aruba is een tropische verrassing met Nederlandse trekjes' en 'Een project voor het Jazz-sextet o.l.v. saxofonist Rolf Delfos dat, als een tropische verrassing in Hollandse melkchocolade, vrolijke en subtiele Zuid-Afrikaanse muziek bracht'. En dan heb je nog dingen als 'een erotische verrassing in tropische melkchocolade' - waarmee ergens een Antilliaans animeermeisje wordt getypeerd. Mars had natuurlijk graag gezien dat de associatie met de Bounty-reep beperkt was gebleven tot tropische eilanden en paradijselijke stranden. Maar zo is het niet gelopen. Want Bounty wordt ook gebruikt als minachtende benaming voor 'zwarte man of vrouw die met blanken samenwerkt of sympathiseert'. Hier speelt een heel andere associatie een rol, die van de bruine buitenkant (de chocolade) met de witte binnenkant (de kokosvulling). Wij hebben deze betekenis uit het Engelse slang overgenomen, waar Bounty bar op deze manier wordt gebruikt (de klassieke betekenissen van bounty in het Engels zijn onder meer '(gulle) gift, gulheid' en 'premie, bonus'). Zoals gezegd zijn het Bounty-eiland en het Bounty-strand nog niet door de woordenboeken ontdekt, maar Bounty als scheldnaam voor 'witte neger' staat sinds 1999 in de Grote Van Dale. Hoewel Mars hier niet echt blij mee zal zijn, is dit toch een begin van de verdiende erkenning voor een - in taalkundig opzicht - uitzonderlijk succesvolle reclamecampagne.
Droomland Wie slaapt kan in droomland terechtkomen, hoewel we in dit verband meestal spreken van dromenland. Maar je kunt ook in gedachten een droomland maken en dat is dan een 'land der verbeelding', zoals de Grote Van Dale het omschrijft. Daarnaast wordt droomland - soms mét maar doorgaans zonder hoofdletter - gebruikt voor 'paradijselijk oord, land van je dromen, plaats waar alles goed is'. Enkele voorbeelden, te beginnen met een uit 1875 v a n de socialist H.P.G. Quack: 'Hun auteurs (die der Humanisten) construeeren, veelal in hun studeer-cel zittend, een min of meer fantastisch droom-land, waarheen hun gedachten vluchten kunnen, wanneer de woelige en wisselvallige werkelijkheid hen verveelt.' Het Parool schreef op 13 maart 2001: 'Als we hem moeten geloven, is het een droomland/dat oosten van Duitsland'; het Laatste Nieuws meldde op 14 juli van
86
dat jaar: 'Voor het gezin is Oostenrijk een droomland'; en een paar maanden later schreef De Standaard: 'Natuurlijk is Vlaanderen geen droomland om een film te maken'. Er zijn tientallen kinderboeken die droomland in de titel voeren (zoals Per vliegmachine naar droomland uit 1930 van Servatius van Enschedé), er zijn winkels en musicals die zo heten, en droomland komt voor in een vertaling die Johnny Ditch in 1934 maakte van 'Beautiful isle of somewhere', een liedje dat in 1993, met een aangepaste tekst, nog is uitgevoerd door Paul de Leeuw en André Hazes: Heerlijk land van mijn dromen Ergens hier ver vandaan Waar elk zo graag wil komen Daar waar geen leed kan bestaan Droomland, Droomland O ik verlang steeds naar Droomland Daar heerst steeds vree Dus ga met mij mee Samen naar 't heerlijke Droomland
Eden In de verbinding tuin of Hof van Eden. De uitdrukking is afkomstig uit de bijbel. Daarin is overigens sprake van een Hof in Eden. In Genesis (2:8) staat: 'Voorts plantte de Here God een Hof in Eden, in het Oosten, en Hij plaatste daar de mens, die Hij geformeerd had.' Het gaat om het eerste mensenpaar, Adam en Eva. Men heeft Eden wel in Mesopotamië of Armenië gesitueerd, want volgens het bijbelverhaal stroomde er een rivier die zich onder meer splitste in de Eufraat en de Tigris. 'Maar,' schrijven Madeleine S. Miller en J. Lane Miller in hun Algemene bijbelse encyclopaedie (1954): 'Eden behoort meer in de ziel van de mens thuis dan in de aardrijkskunde. Het vertegenwoordigt in de boeken na Genesis een land met bomen, die uitmuntten door heerlijkheid en grootheid, in tegenstelling tot de blakende woestijn van Juda.' De naam Eden wordt door sommigen in verband gebracht met het Soemerische e-din voor 'vlakte'. Anderen herleiden het tot het Hebreeuwse eden, dat 'genot, lust' betekent. Zeker is dat de Hebreeuwse benaming voor
87
Hof van Eden in het Grieks en Latijn werd vertaald als respectievelijk paradeisos en paradisus (ons paradijs). Overdrachtelijk heeft Hof van Eden verschillende betekenissen. Het wordt gebruikt voor 'weelderige tuin, lustoord', maar ook voor 'volmaakte, idyllische plaats', alsmede voor 'volmaakte, zorgeloze periode'. Zoals bekend werden Adam en Eva na de zondeval uit de Hof van Eden verdreven. 'Dit vormt de basis,' aldus Karina van Dalen-Oskam en Marijke Mooijaart in hun Bijbels Lexicon (2000), 'van de beeldspraak van de Hof van Eden als de kindertijd, waar idylle en onschuld heersen maar waar onherroepelijk een einde aan komt, waardoor zij tot een verloren paradijs wordt.' Zowel tuin van Eden als de (of het) Hofvan Eden wordt nog volop gebruikt. Twee voorbeelden: 'De literatuur is een tuin van Eden, op zichzelf sterk genoeg om ook zonder tuiniers alle malloten te overleven die dwars door de bloemperkjes struinen' (De Morgen, 24 oktober 2001), en: 'Het is te gemakkelijk te beweren dat Nederland een Hof van Eden in de Polder is' (Rotterdams Dagblad, 22 december 2001). Overigens zijn er inmiddels heel wat plaatsen in de wereld die Eden heten. Alleen in het Verenigd Koninkrijk en in de Verenigde Staten zijn er al elf. De meeste heten naar de bijbelse lusthof, hoewel bijvoorbeeld Eden in Texas zo is genoemd naar Fred Eden, de eigenaar van de eerste winkel in dit dorp.
Eeuwige jachtvelden Eeuwige jachtvelden wordt op twee manieren gebruikt, voor 'hiernamaals' en in cle uitdrukking iemand naar de eeuwigejachtvelden sturen voor 'doden'. Vooral de betekenis 'hiernamaals' is opmerkelijk frequent, opmerkelijk omdat sommigen deze verbinding nogal oubollig vinden. Desalniettemin schreef De Gazet van Antwerpen op 18 oktober 2002: 'De weduwe van Nirvana-boegbeeld Kurt Cobain zou in zak en as zitten nu haar trouwe viervoeter naar de eeuwige jachtvelden is.' En Trouw meldde op 15 augustus 2002 over Elvis Presley: ' The King doet zijn bijnaam 25 jaar na zijn dood alle eer aan; ook op de Eeuwige Jachtvelden blijft hij onbetwist koning, met een verdienste van 37 miljoen dollar, goed voor een nummer 1 op de Forbes-lijst.' Eeuwige jachtvelden is een vrije vertaling van het Engelse happy hunting
88
grounds. Men zegt ook wel eternal hunting grounds, maar de happy-variant komt veel vaker voor. In de Engelstalige literatuur is happy hunting grounds voor het eerst aangetroffen in 1823, in het boek The pioneers van J.F. Cooper: 'Hawk-eye! my fathers call me to the happy hunting-grounds.' Cooper zal hier mogelijk een indiaans begrip hebben vertaald - maar welk begrip is niet duidelijk. Niet alle Noord-Amerikaanse indianen hadden dezelfde voorstelling van het hiernamaals, tussen de honderden stammen bestonden aanzienlijke verschillen. Maar in z'n algemeenheid kun je zeggen dat het leven na de dood voor veel indianen sterk leek op het leven op aarde, met dit verschil dat alles er in enorme overvloed aanwezig was: veel eten, veel drinken, veel van het goede dat de aarde te bieden heeft. Het lag er voor het opscheppen, net als bijvoorbeeld in Luilekkerland.
Eldorado Dat er wereldwijd honderden campings, bordelen, hotels, jachthavens, stranden en vakantieparken El Dorado, Gran Dorado, Costa Dorado of simpelweg Ons Dorado heten, komt door een verhaal dat aan het begin van de 16de eeuw voor het eerst is verteld en dat sindsdien in tientallen varianten is overgeleverd. De oudste variant is in 1526 door de Spaans geschiedschrijver Gonzalo Fernández de Oviedo vastgelegd in zijn La historia general de las Indias. De Oviedo vertelt over Spaanse soldaten die indertijd in de buurt van Quito, de hoofdstad van Ecuador, van indianen hoorden over een voormalige Colombiaanse priesterhoofdman 'die altijd bedekt ging onder een laag goudpoeder, als zoutkorrels zo fijn; want hij vond geen versiering mooi genoeg, en het dragen van voorwerpen of schilden die met de hamer of met een stempel of anderszins waren bewerkt vond hij vulgair en ordinair'. 'De andere hoofden en rijke prinsen,' vervolgt De Oviedo, 'mochten daar zoveel van dragen als hun beliefde, maar zich inpoederen met goud was iets uitzonderlijks, iets ongebruikelijks, iets nieuws en het kostbaarste wat er is; want wat hij 's morgens op zichzelf aanbracht, waste hij er 's avonds weer af; dat goud was dan weg en verdween in de grond, en dit deed hij elke dag opnieuw.' Aldus De Oviedo, zoals aangehaald door Guy en Jean Testas in hun boek Conquistadores en Indianen. De verovering van Amerika 1492-1566.
89
Men moet weten dat de Spaanse conquistadores indertijd al enorme goudschatten op de indianen hadden buitgemaakt. Ze leden aan hevige goudkoorts en lieten geen middel onbeproefd om Midden-Amerika en Latijns-Amerika leeg te roven. Het verhaal over El Dorado, Spaans voor 'de vergulde (man)', viel dus in vruchtbare aarde. Immers, wie zich dagelijks kon wentelen in goudstof, moest bijna wel in dit edelmetaal zwemmen. Zodra het kon, werd de eerste expeditie uitgerust om het rijk van de man van goud te vinden. Expedities vertrokken onder meer in 1531,1533,1536, 1538,1541,1559 en 1569. Men zocht vooral in Colombia (rond Bogotá) en Venezuela, later ook in het Amazonegebied en in het zuidelijke deel van de Guyana's (hier werd onder meer gezocht door de Zeeuwse commandeur Cabeliau). Met: elke mislukte expeditie werden de verhalen mooier. De Britse schout-bij-nacht Sir Walter Raleigh, die in Venezuela de Orinoco op voer op zoek naar El Dorado, vertelde in 1596 in zijn reisverslag The Discoverie ofthe large, rich and bewtijul Empyre of Guiana, with a relation ofthe great and Golden Citie ofManoa (which the Spanyards call El Dorado) over het Parimameer, een meer waarvan de bodem met goud bedekt zou zijn. Spoedig raakten de verhalen over El Dorado en het Parimameer met elkaar verweven: het legendarische stamhoofd dat zich met goudpoeder bedekte, zou vanaf een vlot midden op het Parimameer gouden voorwerpen in het water hebben gegooid, als offer voor de goden. De bodem van dat meer moest dus plempvol goud liggen. Hoewel ook dit Parimameer nooit is gevonden, is het tot in de 18de eeuw op menige landkaart van Zuid-Amerika aangegeven, doorgaans in het zuidoosten van Colombia, aan de grens met Venezuela en Brazilië. Ook El Dorado is indertijd op heel wat landkaarten ingetekend, hoewel het nooit is gevonden en het - hoogstwaarschijnlijk - slechts een legende is. Wel is men blijven zoeken, tot in de 20ste eeuw aan toe, net zoals men altijd is blijven zoeken naar het monster van Loch Ness en de Verschrikkelijke Sneeuwman. Overigens is het inmiddels niet meer zo moeilijk om ergens in de wereld een Eldorado te vinden. In alle moderne talen heeft eldorado de figuurlijke betekenis 'paradijs op aarde, heerlijk en gelukkig verblijf gekregen. In het Nederlands is die betekenis in 1855 voor het eerst opgetekend. Aangezien iedereen wel wil leven in 'een land waar ieder in overvloed en weelde leeft' - zoals de oudste definitie luidt - zijn er inmiddels wereldwijd heel wat
90
plaatsen die zich Eldorado noemen. Zo is er één Eldorado in Australië, zijn er drie in Afrika (in Zimbabwe en Zuid-Afrika), vijf in Zuid-Amerika (in Argentinië en Brazilië) en zeven in de Verenigde Staten (inclusief Eldorado Hills in Californië en Eldorado Peak in Washington). Taalpuristen mogen er graag op wijzen dat 'het eldorado' eigenlijk fout is, omdat het Spaanse woord reeds het lidwoord el bevat. Correcter zou zijn: het dorado. Hoewel dit purisme al herhaaldelijk is afgedaan als 'buitenspaanse verschoolmeestering', kom je die verkorte vorm ook nu nog geregeld in kranten en tijdschriften tegen - zonder twijfel met dank aan overijverige eindredacteuren. Twee voorbeelden: 'Het Lac des Settons in het Morvan-park is een dorado voor mensen die van een actieve vakantie houden' (Rotterdams Dagblad 17 november 2001). En: 'Deze polder is een groen stuk veen-op-kleigebied, een dorado voor weidevogels en een kraamkamer voor jonge vissen in tientallen slootjes' (de Volkskrant 11 mei 2001). Ook in diverse woordenboeken is dorado opgenomen, meestal met een verwijzing naar eldorado. Eldorado wordt ook wel Goudland genoemd, volgens het WNT 'eene fabelachtige landstreek in het binnenland van Zuid-Amerika, waar goud en edelgesteenten in overvloed zouden te vinden zijn'. Maar Eldorado is de gangbaarste aanduiding. Je komt het ook in allerlei gelegenheidssamenstellingen tegen, zoals olie-eldorado,
sekseldorado en auto-eldorado.
Een
woordspelige variant is Scheldorado. Tot slot een fraai gebruiksvoorbeeld uit het dagboek van Anne Frank. Op 24 april 1944 schreef zij: 'Ik ben nog steeds verkouden en heb zowel Margot als vader en moeder aangestoken. Als Peter het maar niet krijgt, hij moest een zoen hebben en noemde mij zijn "Eldorado". Kan niet eens, gekke jongen! Maar lief is hij toch.'
Elysium In de uitdrukking naar Elysium of naar de Elyzeese (Elyseïsche) velden zijn. Bij Homerus was het Elysium een idyllische vlakte of een lieflijk eiland aan 'de grenzen der aarde', waar de uitverkorenen van de goden (helden, dichters en denkers) nog voor hun dood naartoe werden gebracht om er in eeuwige zaligheid te blijven leven. Homerus omschreef het (in Odyssee iv, 563469, in de vertaling van H.J. de Roy van Zuydewijn uit 1992) als een plek 'waar het leven geen enkele moeite of zorg kent, waar geen sneeuw is, geen
9i
bittere kou of striemende regen, en waar Okeanos steeds, op de suizende adem van Zefier, wind uit het westen zendt die de mensen verkoeling komt brengen'. Later is men het Elysium gaan beschouwen als een deel van de onderwereld waar de vrome mens na zijn dood verblijft. De herkomst van de naam is onzeker; men bedoelde er oorspronkelijk Vlakte van de aankomst' mee of land van hen die zijn heengegaan'. Men heeft de Elyseïsche velden op diverse plaatsen gesitueerd: onder meer in de Atlantische Oceaan ten westen van Afrika en ten noorden van de Britse eilanden. Vanaf de vierde eeuw werden de Elyseïsche velden vaak onder de aarde gesitueerd, en later weer erboven: op de maan, zon en sterren. De uitdrukking naar Elysium of naar de Elyzeese velden zijn betekent 'naar een aangename plek verhuisd zijn' of'dood zijn'. Je komt Elysium en de Elyzeese velden vooral in de dichterlijke taal tegen. Zo dichtte Willem Bilderdijk in 1802: 'En 't wonderbaar kontrast vertoont een goochelspel/ Van 't blijd Elyzium in 't midden van de Hel.' J.J.L. ten Kate (1819-1889) had het over Elyzeesch gebloemt voor 'bloemen die nooit verrimpelen of verkleuren'. Het Elysium komt ook in verschillende straatnamen voor. De bekendste is de Avenue des Champs-Élysées in Parijs.
Gewesten der Gelukzaligheid Nog een plek waar het goed toeven is: de gewesten der gelukzaligheid. Hiermee wordt de 'hemel' bedoeld. Men sprak ook wel van de gewesten des vredes of gewesten des lichts. Of kortweg van betere of zalige gewesten. Niet te verwarren met hogere gewesten, dat volgens het WNT ironisch wordt gebruikt voor 'het gebied der verbeelding, der bespiegeling, en niet zelden ter aanduiding van de plaats, waar iemand die soest, met zijne gedachten verkeert'.
Land van Cocagne, Luilekkerland In ons taalgebied behoren het Land van Cocagne en Luilekkerland tot de oudste en bekendste fantasielanden. De geschiedenis van deze landen en van hun symbolische betekenis is in 1997 grondig in kaart gebracht door de Amsterdamse mediëvist Herman Pleij in diens Dromen van Cocagne. Middeleeuwse fantasieën over het volmaakte leven.
92
Het 'lant van Cockaengen' duikt voor het eerst op in een handschrift dat omstreeks 1458 moet zijn gemaakt. De tekst bezingt een wonderbaarlijk land, waar je niet hoeft te werken en waar alles in overvloed is. 'Wie daar het langst slaapt, verdient het meest. Niemand hoeft daar iets uit te voeren, of hij nu oud is, jong, zwak of sterk. En niemand hoeft het daar aan iets te ontbreken.' De muren van de huizen zijn er van worsten, de vensters en deuren van zalm, het regent er vlaaien, pasteien en pannenkoeken, de rivier is er vol wijn en bier. Waar dit heerlijke oord ligt, vermeldt de tekst niet. De enige geografische toelichting luidt: Heeft iemand ooit een beter land gezien dan het land van Cocagne? De ene helft is beter dan heel Spanje, En de andere niet minder dan de Betuwe. In dat opzicht is de eerste tekst waarin Luilekkerland voorkomt, een handschrift uit 1546, explicieter. Dit Luy(e)leckerlant - zoals men toen schreef 'is midden in Noord-Hommeien gelegen, haaks op deze landstreek en vlak bij de galg, drie mijlen reizen door lange nachten'. Je moest dapper en vooral erg hongerig zijn om er te komen, want je moest je eerst door een drie mijl dikke berg van rijstebrij of boekweitbrij heen eten. Ook Luilekkerland - dat een variant is van het Land van Cocagne - is 'vol van elk plezier en genot', inclusief seksueel genot. Zo heet het in de versie van 1546 (in de hertaling van Pleij): 'Vrouwtjes die graag op hun rug liggen, staan in dit land in zeer hoog aanzien. Hoe lichtzinniger en hoe smakelijker ze zijn, hoe meer ze geliefd worden. Want al is het zo dat het gezegde luidt dat geile hoeren duur om te onderhouden zijn, dan gaat deze waarheid in dit land zeker niet op. Elk zinnelijk genot is er namelijk in overvloed te krijgen, zonder dat er enige kosten aan verbonden zijn. Men hoeft maar te zeggen of zelfs te denken: mondje wat wil je? Hartje wat begeer je?' Het zal duidelijk zijn dat deze voorstelling van zaken in schril contrast stond met de middeleeuwse werkelijkheid. Het Land van Cocagne en Luilekkerland waren er dan ook vooral om troost te bieden voor de bitterheid van het dagelijks bestaan. Daarnaast hadden de verhalen volgens Pleij een pedagogische functie: ze waarschuwden op een komische manier tegen bandeloos en zedeloos gedrag en dienden daarmee vooral voor jongeren als leerschool. 93
Er zijn verschillende pogingen gedaan om de herkomst van de naam Cocagne (later ook Kokanje gespeld) te achterhalen, zonder echt overtuigend resultaat. Een veelgelezen verklaring is dat het moet worden begrepen als koekenland, van cocagnes, een soort kegelvormige koeken. Zeker is dat het dorp Kockengen in Utrecht naar Cocagne is genoemd. Hetzelfde geldt hoogstwaarschijnlijk voor Koekange in Drente. Nieuw-Lekkerland in ZuidHolland heeft niets met Luilekkerland te maken, Lekker verwijst hier naar de rivier de Lek. Luilekkerland en het land van Cocagne komen in tientallen (jeugd)boeken, gedichten, liedjes, stripverhalen en spellen voor. Tegenwoordig wordt vooral luilekkerland - vrijwel altijd zonder beginkapitaal - nog volop gebruikt. De Grote Van Dale geeft als definitie: 'Denkbeeldig land waar alles in overvloed te krijgen is, zonder dat men ervoor hoeft te werken, waar bijvoorbeeld iemand de gebraden duiven in de mond vliegen.' Het woord is in diverse samenstellingen en afleidingen aangetroffen, zoals luilekkerlandje, luilekkerlanden, luilekkerlands en luilekkerlander. Je komt het ook tegen als tweede lid in samenstellingen, bijvoorbeeld in lijfrente-luilekkerland en pseudo-luilekkerland. De Duitsers spreken van Schlaraffenland, de Fransen van le pays de Cocagne. Vergelijk Winjewanje in hoofdstuk 10.
Land van de Lotuseters Het Land van de Lotuseters of Lotoseters, ook wel het Land der Lotophagen genaamd, is meer dan 2500 jaar geleden door de Oudgriekse dichter Homerus beschreven in de Odyssee (boek ix, 82-104). In dit boek vertelt Odysseus hoe hij op zijn omzwervingen terechtkomt in een land waar mensen 'bloemen als voedsel gebruiken'. 'Daar nu gingen wij allen aan wal,' aldus de vertaling van H.J. de Roy van Zuydewijn uit 1992, 'om water te halen en bij vaarsnelle schepen namen wij aanstonds een maaltijd. Toen wij tenslotte van eten en drinken waren verzadigd, koos ik twee man en gaf hun een derde man als heraut mee en zond hen drieën op weg met de opdracht te gaan onderzoeken, welk soort mensen daar woonden en wat voor voedsel zij aten. Snel nu gingen [zij] op pad en verkeerden ze daar met de mensen. Dezen, de Lotoseters, dachten er niet aan, mijn vrienden kwaad aan te doen, maar lieten hen wel van de lotosvrucht eten. Wie van die honingzoet smakende vrucht der lotosbloem proefde, taalde niet meer naar zijn bood-
94
schap, laat staan zoiets als terugkeer; wat zij begeerden was slechts bij de Lotoseters te blijven en van de lotos te eten en niet meer aan terugkeer te denken.' Uiteindelijk sleept Odysseus de mannen terug naar het schip, waar hij ze laat vastbinden aan de banken. Het is niet precies bekend welke vrucht Homerus voor ogen had. Waarschijnlijk gaat het om een kleine, Noord-Afrikaanse pruim, maar het kan ook een dadel zijn geweest. Zeker is dat niet de Egyptische waterleliesoort lotus wordt bedoeld. In de Oudheid lokaliseerde men het Land van de Lotuseters vaak op het Noord-Afrikaanse vasteland, maar men heeft ook aan het eiland Djerba voor de kust van Tunesië gedacht. Ida Gerhardt vereeuwigde het Land der Lotophagen in 1983 in het gedicht 'Vergetelheid': Zo mij werd toegestaan een wens te wagen: mochten de snoeren in mijn late dagen mij vallen in het land der Lotophagen. Alles vergeet die van de lotos eet: zijn herkomst zelfs en hoe de liefste heet. Voorgoed te toeven bij de Lotophagen, zalig en van mij zelve zonder weet, - alles vergeet die van de lotos eet om lachende mijn lasten af te staan. Ik liep langs zee en zag de wolken gaan. In kranten en tijdschriften wordt Land van de Lotuseters soms gebruikt voor 'paradijselijk oord'. Daarnaast zie je dat lotuseter overdrachtelijk wordt gebruikt voor 'gebiologeerd iemand'. Zo schreef De Morgen op 13 juli 1998 over het eiland Gomera: 'Dit is een eiland voor wandelaars. Belgen is het niet gegeven, maar de Duitsers haal je er in de stikhete ontbijtzaal zo uit. Ze dragen geribde kousen en stoere schoenen. Aan de schuimwijn lopen ze op dit vroege uur voorbij, die laten ze voor de lotuseters die dromerig over de viooltjesblauwe wateren staren.' En NRC Handelsblad schreef op 30 maart 2001, over icr'ers: 'De blik in hun ogen is die van lotuseters, wezenloos en tegelijkertijd in vervoering.'
95
Land van melk en honing De uitdrukking een land van melk en honing voor 'een land waar het goed leven is' of'een streek waar van alles overvloed is', gaat terug op de bijbel. De eerste vindplaats in de bijbel is die waar God spreekt: 'Daarom ben Ik nedergedaald om hen [de "kinderen Israëls"] uit de macht der Egyptenaren te redden en uit dit land te voeren naar een goed en wijd land, een land vloeiende van melk en honing, naar de woonplaats van de Kanaanieten, Hethieten, Amorieten, Ferezieten, Hevieten en Jebusieten' (Exodus 3:8). In de bijbel wordt dus Kanaan bedoeld, het latere Israël, maar de uitdrukking wordt alweer eeuwen in overdrachtelijke zin gebruikt. Zo is in een reisbeschrijving uit 1623 al te lezen: 'Yucatan vloeyt van Honigh'. En in een gedicht uit 1728 is sprake van 'een lant, dat overvloeit van most en melk en honing'. Er wordt veel op de uitdrukking gevarieerd. Daarbij wordt óf land, óf melk óf honing door een ander woord vervangen, óf er wordt iets aan de uitdrukking toegevoegd. Zo zijn onder meer aangetroffen een land van brood en honing; een land van melk en boter en het dorp van melk en honing (voor het Friese Mantgum, waar een asielzoekerscentrum is gevestigd). Nederland is wel eens een land overlopend van melk, honing en beloften genoemd, en De Standaard schreef op 27 juli 2002: 'Voeren is het sensationeelste landschap van Vlaanderen, puur berg en dal. Het aangrenzende Plateau van Herve, land van melk, honing en cider, is minder bekend.'
Nieuw Jeruzalem Zoals iedereen weet is Jeruzalem de hoofdstad van Israël. Maar waar ligt het Nieuwe Jeruzalem? Is deze plaatsnaam ontstaan zoals New York, dat is genoemd naar York in Engeland, of zoals Nieuw-Zeeland, dat zo heet naar de provincie Zeeland in Nederland? Nee, want het Nieuwe Jeruzalem is geen bestaande plaats, maar een metafoor. Het wordt gebruikt voor 'hemel', maar gangbaarder is de betekenis '(geestelijke) heilstaat'. Een en ander gaat terug op Openbaringen 3:12, waar wordt geciteerd uit een brief van een engel: 'Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God.' In 1534 probeerden de wederdopers in Münster onder leiding van hun
96
'koning' Jan van Leiden (die zijn naam zou lenen aan de uitdrukking je ergens met een Jantje van Leiden van afmaken) een Nieuw Jeruzalem te stichten. We komen de plaats tegen in een flink aantal boektitels, zoals Het nieuwe Jeruzalem, vertoond in eene samenspraak, tusschen Christus en Maria, zittende aan Zijne voeten (1652). Isaac da Costa dichtte in de 19de eeuw: 'Een nieuw Jerusalem gaat van den Hemel dalen,/Van waar op al wat leeft de Heerlijkheid zal stralen', en de socialist H.P.G. Quack noteerde in 1875: 'Er gebeurde niets: geen teeken des hemels: geen wonder, waardoor Straatsburg het nieuwe Jeruzalem zou worden.' Gezien de huidige ontkerkelijking zou je denken dat deze beeldspraak z'n langste tijd heeft gehad, maar dat blijkt niet het geval te zijn, want je komt 'm nog geregeld in kranten, tijdschriften en op internet tegen. Zo schreef De Standaard op 18 juli 2002: 'Amerika zou het nieuwe Jeruzalem zijn, de kosmische climax van de geschiedenis', en op 16 november 2001 schreef Bas Heijne in NRC Handelsblad: 'De metafysische en Messiaanse trekjes in zowel het communisme als het nazisme zijn vaak genoeg benadrukt; de hemel op aarde, zoals die door deze ideologieën werd voorgesteld, was even onwerkelijk als het Nieuwe Jeruzalem.' Tot slot een citaat uit het gedicht 'Het Nieuwe Jeruzalem' van de website van de stichtelijke dichter Gerrit Kloos: Een stad van goud en paar'len schijn, Jaspis als blinkend kristallijn. En nergens groeit er groener gras, dan aan de zee van zuiver glas. [...] Al eeuwenlang wordt zij verwacht, een stad van: Sardius, Smaragd, Saffier, Beryl en Chalcédon, en God is daar de levensbron.
Nirwana Volgens de Grote Van Dale heeft nirwana twee betekenissen. Het kan worden gebruikt voor 'toestand van volkomen rust doordat het vuur van de hartstochten geheel gedoofd is'. Daarnaast wordt het in het boeddhisme gebruikt voor 'het opgaan in de oneindigheid, het hoogste doel van
97
's mensen streven'. Er is echter nog een derde betekenis, die in het hedendaagse Nederlands eigenlijk veel gebruikelijker is, namelijk 'hemel, paradijselijk oord'. Hoewel die betekenis ook niet in de woordenboeken van Koenen, Kramers en Verschueren staat, wordt Nirwana (soms met een hoofdletter, soms zonder) zeer geregeld op die manier in kranten en tijdschriften gebruikt. Een kleine greep: 'Een kritische blik werpen op onze maatschappij? Geen locatie is daarvoor beter geschikt dan de Gentse Veldstraat, het nirwana van vitrinelikkers en enig votum van koopgrage vrouwen' (De Morgen 27 juli 2002); 'Jaren geleden probeerde ik mijn lijden te verlichten met een zogeheten Pinguino, een handzame luchtkoeler die de gebruiker een arctisch Nirwana belooft, maar na urenlang motorgeraas, twee verkoudheden en een hardnekkige kriebelhoest heb ik de voorkeur gegeven aan een bovenmodel ventilator' (Algemeen Dagblad 13 juli 2002). En Het Parool schreef op 28 mei 2001: 'Een adviesbureau waar je bij het afsluiten van een hypotheek of levensverzekering nog geld toe krijgt ook. Het klinkt als een onweerstaanbaar aanbod. Een financieel Nirwana voor elke consument.' Een enkele keer kom je Nirwana ook in samenstellingen tegen. Zo is Silicon Valley wel eens 'het softwarenirwana nabij San Francisco' genoemd, en Andorra een belastingnirwana. Ook de meervoudsvorm komt voor. Zo schreef NRC Handelsblad eens over 'organisaties waar employés hun managers echt vertrouwen': 'Helaas blijken zulke nirwana's dun gezaaid.' Wij leenden Nirwana aan het eind van de 19de eeuw uit het Sanskriet, wellicht onder invloed van eerder gebruik van de term in de moderne talen. Zo schonk de bekende Duitse filosoof Arthur Schopenhauer er nogal wat aandacht aan in het tweede deel van zijn belangrijke werk Die Welt als Wille und Vorstellung (1844). De oorspronkelijke betekenis is 'het uitgewaaid, uitgeblust zijn'. De boeddhisten beschouwden dit als de staat van verlossing die de mens kan bereiken door het volgen van 'het achtvoudige pad van Boeddha', dat voorziet in een onthechting van de begeerten. Men schrijft soms ook nirvana (met een v), wat tevens de naam was van de bekende Amerikaanse punkrockgroep van Kurt Cobain.
98
Paradijs op aarde Een goede plaats om je permanent te vestigen is het paradijs op aarde. Waar dat ligt en hoe het eruitziet, hangt af van degene die zich er wil vestigen. Een zoekopdracht op internet levert ruim 1400 paradijzen op aarde op, onder meer als benaming voor een literair café en een bordeel, voor de eilandengroep de Maladiven, voor de Braziliaanse stad Fortaleza en voor de Whitsundays-eilanden in Australië. In de Griekse en Latijnse vertaling van het Oude Testament werd paradijs (paradeisos respectievelijk paradisus) gebruikt voor de Hof van Eden (zie hierboven). 'Paradijs, letterlijk "lusthof',' aldus Karina van Dalen-Oskam en Marijke Mooijaart in hun Bijbels lexicon (2000), 'kwam in gebruik voor de Hof van Eden op grond van de natuurlijke gesteldheid; de hof was weelderig beplant en voorzien van alles waaraan de mens behoefte kon hebben, kortom: een lieflijke plek, en tegelijk een perfecte, ideale omgeving. In het hedendaags taalgebruik noemen we een idyllische of ideale plaats of omgeving een paradijs.' Onder theologen is het nodige te doen geweest over het waarheidsgehalte van de paradijsgeschiedenis. In 1937 schreef de Katholieke encyclopaedie over deze kwestie: 'Er zijn talrijke pogingen aangewend om de ligging van het aardse paradijs te bepalen. Zij stranden alle op de onzekerheid omtrent de Gichon en de Pisjon [twee van de vier rivieren die hier volgens de bijbel zouden stromen]. De vraag wordt dan ook terecht gesteld of het geografische beeld van de schrijver wel strookt met de werkelijkheid en of hij zelfs wel een geografische beschrijving heeft willen geven. Misschien gebruikte hij alleen maar oude, bij de Semieten in omloop zijnde voorstellingen om de oorspronkelijke staat van geluk te schilderen.' De protestanten keken daar indertijd - en waarschijnlijk nog steeds heel anders tegen aan. In 1926 schreef de Christelijke encyclopaedie voor het Nederlandsche volk: 'Door velen wordt de realiteit van het Paradijs en dies ook van de Paradijsgeschiedenis in twijfel getrokken. Sommigen houden het geheele Paradij sverhaal voor niets anders dan een mythe of sage, waarin de tot nadenken gekomen mensch een antwoord heeft zoeken te geven op de vraag hoe dood en ellende in de wereld gekomen zijn.' Maar zo moest men hier niet over denken. 'Tegenover deze en dergelijke voorstellingen dient evenwel de volle werkelijkheid van het Paradijs en van de Paradijsgeschiedenis te worden gehandhaafd. De Heilige Schrift biedt ons in Gen. 2 en 3 een historisch bericht omtrent het Paradijs en hetgeen in dat Paradijs voorgevallen is.' 99
De aanduiding aards paradijs of paradijs op aarde is al in het Middelnederlands opgetekend. In een tekst uit 1540 werd een bepaald klooster een 'eertsch paradys' genoemd.
Shangri-La Shangri-La is een vondst van de Britse schrijver James Hilton (1900-1954). Hij introduceerde het in 1933 in zijn boek Lost Horizon. In dit boek schrijft hij over vier Britten die een vliegtuigongeluk in Tibet overleven en die terechtkomen in een lamaklooster in het dal van de Blauwe Maan. Dit klooster, dat aan de voet van de berg Karakal ligt, heet Shangri-La ('La is Tibetaans voor bergpas,' luidt Hiltons toelichting op deze naam). Bij Hilton is Shangri-La een paradijs op aarde. Het boek is verschillende keren in het Nederlands vertaald, en in de vertaling van Jean A. Schalekamp uit 1960 wordt het klooster aldus beschreven: 'Voor hen, op maar korte afstand, lag het lamaklooster van Sjangri-La. [...] Een groep gekleurde paviljoens hing aan de berghelling gekleefd zonder ook maar iets van de grimmige weloverwogenheid van een kasteel in het Rijnland, maar meer met de achteloze teerheid van bloemblaadjes die op een rotspunt zijn geprikt. Het was groots en gracieus tegelijk. Een verwarde emotie trok het oog van de melkblauwe daken naar het grijze rotsbastion daarboven, kolossaal als de Wetterhorn boven Grindelwald.' Het klooster bevat een wonderlijke combinatie van oosterse architectuur en westerse luxe. Hilton beschrijft het als 'ruim, goed verwarmd, en heel schoon'. Het is enorm groot, er is centrale verwarming, men speelt er Mozart op piano en klavecimbel, en het klooster bevat 'een werkelijk verrukkelijke bibliotheek, ruim en voornaam, die een grote hoeveelheid boeken bevatte die op zo'n discrete wijze waren ondergebracht in inhammen en nissen, dat de hele sfeer er meer een was van wijsheid dan van geleerdheid, meer van goede manieren dan van ernst'. Bovendien zijn er in het klooster honderden landkaarten aanwezig. Maar als de Britten daarnaar vragen, zegt een lama: 'Ze liggen allemaal voor u ter inzage, maar misschien kan ik u in één opzicht vergeefse moeite besparen. Op geen enkele ervan zult u Sjangri-La vermeld vinden.' Lost Horizon werd een enorme bestseller, mede dankzij de verfilming door Frank Capra in 1937 (in 1973 werd het boek nogmaals verfilmd). Wat vooral erg tot de verbeelding sprak, was dat de lama's - door het eten van
lOO
een bepaalde rode bes - heel lang jong bleven. Zo wordt de hoofdpersoon van het boek verliefd op een Chinese vrouw in het klooster die eruitziet als achttien, maar die in werkelijkheid 68 blijkt te zijn. Sinds wanneer Shangri-La in het Nederlands overdrachtelijk wordt gebruikt voor 'paradijselijk oord' of'verborgen paradijs', is niet vast te stellen, omdat dit gebruik nog altijd niet door de woordenboeken is vastgelegd. Toch wordt het in die zin volop gebezigd. Net als in het Engels trouwens, waar de overdrachtelijke betekenis al in 1938 is opgetekend, dus slechts vijf jaar na het verschijnen van Hiltons boek. Enkele Nederlandse voorbeelden. De Volkskrant schreef op 18 december 2000: 'Dit is de plek. Het shangri-la van wijk 27: Cafetaria Coret.' En in De Morgen stond op 12 juli 1997: 'Partijvoorzitter en federale vice-premier Guy Verhofstadt vond in de sanering van de publieke financiën zijn Shangri-La.' Daarnaast is onder meer shangrila-achtig aangetroffen, net als de meervoudsvorm shangrila's. Wereldwijd zijn er honderden hotels, lodges en berghutten die ShangriLa heten, met name in Azië en in berggebieden. Er is een muziekgroep die zo heet, Gerard Joling had in 1988 een hit met 'Shangri-La' ('Leven, liefde, ben op zoek naar Shangri-Laaaaa'), en de naam duikt op in titels van boeken, films en documentaires. Sinds kort is er zelfs een echte stad die zich officieel Shangri-La mag noemen, namelijk het voormalige Zhongdian in de Chinese provincie Yunnan, vlak bij de grens met Tibet. In een poging meer toeristen naar deze streek te lokken, streden aanvankelijk twee Chinese steden om deze nieuwe naam, maar uiteindelijk koos een officiële commissie van het Chinese ministerie van Burgerzaken voor Zhongdian (volgens een krantenbericht omdat de commissieleden daar meer relatiegeschenken hadden gekregen). Waar haalde Hilton zijn ideeën voor Shangri-La vandaan? Volgens sommigen baseerde hij zich voornamelijk op enkele artikelen van de Amerikaanse etnoloog Joseph Rock in de National Geographic. Volgens anderen maakte Hilton daarnaast gebruik van elementen uit een oude boeddhistische legende over de utopie Shambhala. Zeker is dat Hilton noch Tibet noch het Himalaya-gebergte uit eigen ervaring kende, toen hij Lost Horizon schreef. Maar zeker is ook dat hij desalniettemin met zijn 'eenvoudige roman zonder al te diepgaande wereldwijsheid', zoals zijn boek ergens wordt getypeerd, een paradijselijk oord aan de taal toevoegde dat buitengewoon succesvol is gebleken.
ïoi
Utopia Je kunt niet zeggen dat Sir Thomas Mores beroemde beschrijving van het gelukzalige eiland Utopia de moeder van alle utopieën is. More publiceerde zijn boek in 1516 (overigens bij een Vlaamse uitgever), maar al in 414 v.Chr.. had de Griekse toneelschrijver Aristophanes het in zijn blijspel Vogels over Nephelokokkygia (Wolkenkoekoekstad in het Nederlands, Cloudcuckoo-land in het Engels en Wolkenkuckucksheim in het Duits), een stad in de wolken waar de vogels het voor het zeggen hebben en waar - anders dan in Griekenland op dat moment - geen oorlog heerst. Maar je kunt wel zeggen dat Thomas More veel invloed op het genre heeft gehad, dat hij het zeer populair heeft gemaakt en dat hij het van een naam heeft voorzien, want sinds Mores Utopia worden droomlanden of droomstaten utopieën genoemd. Daarnaast wordt utopie - zoals bekend onder meer gebruikt voor 'niet te verwezenlijken ideaal' en 'ontwerp voor een ideale toestand'. Hoe zag Mores Utopia er nu uit? Waarom heette het eiland zo en waar lag het volgens de grote Engelse humanist? Om met dit laatste te beginnen: More, die rechter in Londen was toen hij dit boek schreef, doet het voorkomen alsof hij het verhaal over Utopia heeft opgetekend uit de mond van een Portugese wereldreiziger, Raphaël Hythlodaeus, die er vijf jaar heeft gewoond. In het voorwoord schrijft hij over Utopia, dat ergens ten zuiden van de evenaar zou liggen: 'Het is niet bij mij opgekomen om te vragen en evenmin bij hem [Raphaël] om te zeggen, in welk deel van de nieuwe wereld Utopia ligt. Ik zou er stellig een aardig sommetje voor over hebben om dit verzuim weer goed te maken, omdat ik mij aan de ene kant een beetje schaam niet te weten in welke zee het eiland ligt waarover ik zoveel te vertellen heb, en aan de andere kant omdat er hier bij ons enkelen zijn [...] die branden van verlangen om Utopia te bezoeken.' Over de naam van het eiland schrijft More dat het eerst Abraxa heette (Abraxa is een soort toverwoord uit de Oudheid waarvan de betekenis niet bekend is), maar nadat het eiland door een zekere Utopus was veroverd, werd het naar hem Utopia genoemd. In feite is Utopia gevormd van het Griekse ou, 'niet', plus topos, 'plaats', dus het betekent 'Nergensland'. Door socialisten en vooral communisten is More later uitgeroepen tot een profeet, omdat hij in zijn boek een soort socialistisch-communistische heilstaat beschrijft. In het Utopia van More bestond geen particulier ei-
102
gendom: men werkte er slechts zes uur per dag, er was voldoende eten voor iedereen, er waren crèches voor de kinderen, goede ziekenhuizen voor de zwakken, gemeenschappelijke eetruimten in de 54 volledig gelijkvormige steden, en ga zo maar door. Maar als je Utopia vergelijkt met bijvoorbeeld Luilekkerland, was het er ook knap saai. De Utopiërs luisterden voortdurend naar stichtelijke lezingen, zij gingen iedere dag om acht uur 's avonds naar bed en volgens More - die te boek staat als een 'voorbeeldig huisvader'- waren er op het eiland 'geen wijn- en bierhuizen, nergens bordelen, geen gelegenheid tot verleiding, geen plaatsen om onder te duiken, geen rendez-voushuizen'. Toch kenden de Utopiërs wel lichamelijk genot. Een goede gezondheid, in combinatie met een 'rustige, evenwichtige lichaamstoestand', beschouwden zij als de hoogste vorm van lichamelijk genot, gevolgd door 'zinnelijk genot'. 'Dit genot ontstaat,' vertelt Raphaël Hythlodaeus aan More, 'wanneer wij door stoelgang onze ingewanden reinigen, of bezig zijn kinderen te verwekken, of wanneer het jeuken van een of ander lichaamsdeel door wrijven of krabben wordt verzacht.' De Utopiërs waren strikt monogaam. Vrouwen mochten vanaf hun achttiende trouwen, mannen vanaf hun tweeëntwintigste. Maar: 'Wanneer van een man of vrouw bewezen wordt, dat zij voor hun huwelijk reeds in het geheim omgang hebben gehad, dan wordt hem of haar een strenge straf opgelegd en dan wordt hun het trouwen helemaal verboden.' Kortom, geen bordelen of cafés, geen seks voor of buiten het huwelijk, maar wel vrij genieten van poepen, jeuken en krabben. Overigens heet Mores boek niet kortweg Utopia. De (verkorte) Latijnse titel luidt De optimo reipublicae statu deque nova insula Utopia (De beste staatsinrichting en het nieuwe eiland Utopia). De eerste Nederlandse vertaling, uit 1630, bevat een prikkelende politieke vingerwijzing in de ondertitel: De Utopia van Thomas Morus [...] seer profijtelijck ende vermakelijck om lesen, bysonder den genen, die hedensdaeghs een stadt ende gemeynte hebben te regeren. Vanzelfsprekend is zo'n beroemd boek als dit vele malen vertaald. De citaten hierboven zijn ontleend aan de vertaling van A.H. Kan uit 1950.
103
Walhalla Walhalla is een plaats uit de Germaanse mythologie. Het woord is aan het eind van de 18de eeuw, tijdens de Romantiek, in het Duits gevormd. Het gaat terug op het Oudnoor se Valh0Ü, dat 'hal der gevallenen' betekent. Hoe die hal er in de verbeelding van de oude Germanen heeft uitgezien, is niet precies bekend. De meeste bronnen houden het erop dat het 'een somber dodenrijk' moet zijn geweest. Maar de Duitse romantici maakten er een schitterende zaal van, met muren van glanzende speren, een dak van gouden schilden, en banken versierd met prachtige wapens. De oude Germanen meenden reeds dat het Walhalla 540 deuren telde, die uitkeken op de woningen van de goden. Door iedere ingang konden achthonderd krijgers tegelijk naar binnen. Slechts de dapperste Germanen die op het slagveld waren gevallen, kwamen in het Walhalla terecht. Zij werden er op snelle paarden, begeleid door mooie vrouwen, naartoe gevoerd. Dagelijks bekwaamden zij zich, onder leiding van de god Odin, in de strijd. Wonden die zij opliepen genazen vanzelf. Iedere avond werd er flink gegeten, zij het nogal eentonig, want men at steeds het vlees van het everzwijn Sahrimnir, dat iedere avond weer levend werd. De mannen dronken honingwijn uit de onuitputtelijke uiers van de geit Heidrun terwijl zij luisterden naar liederen van de zogenoemde skalden (Oudnoorse hofdichters). Omdat alleen mannen die op het slagveld waren gesneuveld, tot het Walhalla werden toegelaten, beroofden Germanen die alle gevechten hadden overleefd zich op oudere leeftijd soms met het zwaard van het leven, om niet de strodood (de dood in bed) te hoeven sterven. Ook lieten zij zich wel ophangen en met een speer doorboren in naam van Odin, om toch in het Walhalla te komen. In het Nederlands is het woord Walhalla omstreeks 1800 voor het eerst aangetroffen, in een gedicht van J.F. Helmers: "t Is een voorgaan,/Naar der Goden heiligdom!/En wij vinden Onze vrinden/In 't Walhalla wederom.' En Jacob van Lennep dichtte in 1849: Als, bij 't eeuwig feestbanket In Walhallaas zalen, Godendrank wordt voorgezet Uit eens vijands schalen.
104
Walhalla wordt nog altijd volop overdrachtelijk gebruikt, voor 'het hoogst bereikbare' dan wel voor 'heerlijk oord, paradijs'. Een recent voorbeeld, uit Het Parool van 25 september 2002, kan volstaan: 'Het vliegveld van Bonaire is het walhalla van de drugssmokkelaar.' Walhalla komt ook veel voor in zogenoemde gelegenheidssamenstellingen. Voorbeelden zijn: drugswalhalla, voetbalwalhalla en zakenwalhalla. Overigens bestaat er wel degelijk een Walhalla op aarde: aan het begin van de 19de eeuw liet Lodewijk 1 van Beieren vlak bij Regensburg een nationaal heiligdom neerzetten dat Walhalla heet. In deze 'Tempel deutscher Ehren' (tempel van Duitse eerbewijzen) bevindt zich een uitgebreide verzameling borstbeelden van beroemde Duitsers. Er is geen poging gedaan om het gebouw in Germaanse stijl op te trekken: het heeft de vorm van een klassiek-Griekse tempel.
Zevende hemel De uitdrukking in de zevende hemel zijn gaat terug op de oude joodse voorstelling, die later door de christenen is overgenomen, dat er meer dan één hemel is. Het aantal hemelen dat in de rabbijnse literatuur en in de apocriefe boeken wordt genoemd, varieert: men spreekt van drie, vijf, zeven, negen of tien hemelen. In de koran is sprake van zeven hemelen (Süra 65:12, 'God is het die geschapen heeft zeven hemelen en een gelijk aantal aarden'), en Marnix van Sint-Aldegonde had het in De Byencorf der H. Roomsche Kercke (1569) zelfs over de dertiende hemel. Het idee dat er meer dan één hemel was, is overigens door de joden overgenomen van de Babyloniërs. Zij gingen uit van drie of zeven hemelen, die als halve koepels boven elkaar waren gelegen. Je moest ze allemaal door om bij de hoogste te komen. In de bijbel komt geen zevende maar wel een derde hemel voor. In 2 Cor. 12:2 staat: 'Ik weet van een mens in Christus, veertien jaar geleden is het - of het in het lichaam was, weet ik niet, of dat het buiten het lichaam was, weet ik niet, God weet het - dat die persoon weggevoerd werd tot in de derde hemel.' In de 18de en 19de eeuw gebruikte men in de derde hemel zijn en in de zevende hemel zijn nog door elkaar, in dezelfde betekenis. Inmiddels is in de derde hemel zijn in onbruik geraakt. Aan het eind van de 19de eeuw is die uitdrukking overigens in Vlaanderen in een heel andere betekenis opgete-
105
kend, namelijk voor 'zeer dronken zijn' (naast onder meer zalig zijn). Zoals bekend betekent in de zevende hemel zijn 'opgetogen, in verrukking, op het toppunt van gelukzaligheid zijn'. De uitdrukking komt ook in het Frans, Duits en Engels voor. De Grote Van Dale vermeldt nog hij viel uit de zevende hemel voor 'hij werd in zijn hooggespannen verwachtingen teleurgesteld'. Doorgaans gaat men ervan uit dat de zevende hemel de woning van God is. Zo beschouwden de middeleeuwse mystici de zevende hemel als 'de staat der contemplatie, waarin zij God zelf aanschouwden en met God één werden'. Maar sommige islamieten geloven juist dat Allah hoven de zevende hemel woont. De koran geeft verder geen details over de inrichting van de zevende hemel, maar in de islamitische folklore is er van alles over te vinden. Zo zou die hemel van diamant of van een onbeschrijfelijk mooi licht zijn gemaakt. Volgens een i9de-eeuwse bron was iedere inwoner van de zevende hemel groter dan de hele aarde. Hij had 70.000 hoofden, met evenveel monden en evenveel tongen, die allemaal Gods lof bezongen.
106
10 Plaatsnamen in dooddoeners: van Affekaffe tot Zuzaaten
Ook in dooddoeners worden plaatsnamen gebruikt. Je hebt dooddoeners met fictieve en met bestaande plaatsnamen. Ze zijn hier samengebracht, omdat ze dezelfde functie vervullen. Verreweg de meeste dooddoeners met een plaatsnaam worden of werden gebruikt als antwoord op vragen als 'wáár ga je / gaan we naartoe?' of 'waar ga je / gaan we heen?' Het zijn vragen die kinderen vaak aan hun ouders stellen, en lang was het heel gewoon o m een kind af te schepen met
een ajjacht, zoals dat vroeger heette. Geregeld rijmde de gebruikte plaatsnaam op de vraag. Vroeg een kind 'waar ga je heen?', dan kon het antwoord kortweg luiden: naar Nederveen, Schuitjesveen of Staartjesveen. Vanzelfsprekend kom je die rijmende plaatsnaamdooddoeners ook in dialecten tegen. Zo luidt de vraag 'waar ga je heen?' in het Limburgs 'wo geis-te haer?' Het antwoord kon luiden: noa Bokesmaer. De Friesen plachten te vragen 'wêr giest/silst hinne', en wie geen zin had om daar écht antwoord op te geven, kon volstaan met: nei Futsjefinne. Zo zijn er ook verschillende geografische dooddoeners die rijmen op de vraag 'waar ga je naartoe?' Mogelijke antwoorden zijn: naar Attapoepoe, Boskehoe, Koetjeboe, Oetjepoe, Pietjepatjepoe of Scheetjeboe. Zoals gezegd werden plaatsnaamdooddoeners vooral gebruikt als antwoord op vragen van kinderen (dat is inmiddels veranderd; het is niet meer gewoon om kindervragen met een nonsensantwoord af te doen). Nu is de topografische kennis van kinderen over het algemeen klein. Niet alle kinderen zullen dus meteen hebben doorgehad dat ze in de maling wer-
-107
den genomen als hun moeder bijvoorbeeld zei: 'Waar we heen gaan? Naar Broeksebremen!' Vandaar dat veel geografische dooddoeners zijn voorzien van een uitbreiding, een toevoeging die ook voor het minst ontvankelijke kind duidelijk moet hebben gemaakt dat het voor de gek werd gehouden. Je hebt uitbreidingen met een nadere plaatsbepaling (al dan niet gevolgd door een absurditeit), uitbreidingen die een nonsenshandeling beschrijven, en een combinatie van die twee. Voorbeelden van plaatsnaamdooddoeners met een nadere plaatsbepaling zijn: naar Prijs-Pettelaar, drie uur boven Den Helder; naar Leocvodsen en over Potterbolli weerom en naar Urk, naar Murk, naar Marken toe. Absurditeiten zijn toegevoegd in: naar Bommelskont, drie uren boven de hel, waar de honden met hun gat blaffen; naar Boxtehoeze, het hietepiete-gangetje, waar het netje met gekookt water buiten hangt; naar Nipperwegen, waar de hanen met hun gat kraaien en in naar Noeneuzen, waar ze vraagschotten verkopen. Onzinhandelingen komen we onder meer tegen in geografische dooddoeners als naar Bemmel, de kerk witten; naar (de) Breesaap, lelijkerds vangen; naar Hoboken om een vaantje en naar Pruis-Pommeren, vliegen vangen met een mussenklem. Er zijn ook rijmende uitbreidingen, zoals naar het land van Affekaffe, waar de hondjes met hun kontjes blaffen; naar Likfotse, waar de boeren de kippen jotsen, en het fraaie: Naar Scheetjeboe, drolletje begraven, mag jij het kistje dragen jij met je tanden ik met m'n handen
io8
Veel van deze dooddoeners werden uitgeserveerd als een tweetrapsraket. Het begon met de kindervraag: 'Waar gaan we naartoe?' Antwoord van de ouder: 'Naar Pampus?' Óf het kind vroeg: 'Waar ligt dat?' of'wat gaan we daar doen?' Nu kon het tweede deel van de raket worden gelanceerd: 'Wat we daar gaan doen? Een aap drillen; als je mee wil mag je z'n staartje optillen.' In theorie is het natuurlijk ook mogelijk om met deze plaatsnaamdooddoeners nieuwsgierige volwassenen af te poeieren, maar vrijwel alle informanten herinnerden zich de onderstaande uitdrukkingen uit hun kindertijd. Dat geldt in mindere mate voor de geografische dooddoeners waarmee een taalfout of onbehoorlijk gedrag werd gecorrigeerd. Te denken valt aan uitdrukkingen als Asse ligt bij Brussel; Gauw ligt dicht bij Sneek; drie keer Lauwe is nog niet warm; Mare ligt bij Leiden; Menen ligt in Vlaanderen; Wier ligt dicht bij Berlikum; Wouw ligt (een uur) achter Roosendaal; achter Kontich of Maarssen wonen ook mensen. Voor het goede begrip van deze uitdrukkingen is meer topografische kennis nodig, én enig gevoel voor woordspelingen.
In het onderstaande overzicht staat tussen haakjes wanneer een dooddoener voor het eerst is aangetroffen. Als er bij een jaartal 'omstreeks' staat, is dit gebaseerd op mededelingen van informanten; in de overige gevallen is het jaartal ontleend aan een schriftelijke bron.
Affekaffe Naar het land van Affekaffe, waar de hondjes met hun kontjes blaffen (omstreeks 1960). Vergelijk Mukkebummele.
*Asse, Assen Asse ligt bij Brussel (1908). Gezegd tegen iemand die (plat) as zegt in plaats van als. Naar Asse in Vlaams-Brabant. Elders zei men: Assen ligt in Drente (1858). Er bestaan tientallen uitdrukkingen om iemand er schertsend op te wijzen dat hij als uitspreekt als as, zoals as is verbrande turfen as de as breekt, dan valt de kar.
109
*Attapoepoe Naar Attapoepoe, soms met de uitbreiding vlak bij Urk. Hoewel Attapoepoe - men schrijft soms ook Attepoepoe - door de meeste inzenders als een fictieve plaatsnaam werd ervaren, is het dit niet. Atapupu is een dorp in het noordoosten van het Indonesische eiland Timor, vlak bij de grens met het voormalig Portugese deel van het eiland (Oost-Timor). Het is een uitvoerhaven, er is een oud fort, en het was de standplaats van een bestuursambtenaar. 'In bepaalde kringen van het Nederlands-Indisch bestuur en het KNIL,' aldus een informant, 'gold Atapupu als synoniem voor het einde van de wereld of the middle of nowhere. Overplaatsing of een dienstreis naar die plaats werd beschouwd als een soort straf; collega's die het niet goed met elkaar konden vinden wensten elkaar detachering in Atapupu toe.' Iemand anders schreef: 'De naam Atapupu was vooral gangbaar bij het Binnenlands Bestuur en bij de Marine in de Groote Oost, en minder gangbaar in Batavia. In Kupang (de hoofdstad van West-Timor) en in Atapupu zelf ben ik oude mensen (oud-ambtenaren) tegengekomen, die zich nog konden herinneren dat Atapupu zo'n negatieve betekenis had in kringen van het koloniale bestuur.' Maar het gebruik van de naam is niet beperkt gebleven tot oud-Indischgasten. Zo schreef iemand uit Amsterdam: 'Wij (bij de Vrachtdivisie van KLM) gebruiken Attapoepoe regelmatig als fictieve plaatsnaam in voorbeelden van wat er mis kan gaan. Als je echte plaatsnamen gaat gebruiken heeft men nogal eens de neiging een en ander te wijten aan specifieke omstandigheden aldaar.' In verbasterde vorm komen we Attapoepoe tegen in Atapoeponesië (zie hoofdstuk io).
*Bemmel Naar Bemmel, de kerk witten. Bemmel, een plaats in Gelderland, komt in nog twee andere dooddoeners voor, te weten naar de zuidkust van Bemmel en zeep halen voor d'r moeder in Bemmel. Deze dooddoeners zijn opgenomen in Als mijn tante een snor had... Meer dan 8000 gelijkhebbers, afhouders, dijenkletsers en andere uitdrukkingen met de Nederlandse taal (1995) van Inez van Eijk.
110
Bommelskont Naar Bommelskont, drie uren boven de hel, waar de honden met hun gat blaffen (17de eeuw). Dooddoeners met de plaatsnaam Bommelskont worden nog volop gebruikt. De naam komt in veel verschillende vormen voor. Er zijn twee hoofdvarianten: Bommelskont en Bobbelskont, dus met een ra of een b in het midden. De eerste vorm lijkt iets vaker voor te komen, maar het verschil is niet groot. Daarnaast zijn er kleine vormvarianten. Voor de m-vorm zijn dit: Boemerskonten, Bommeleskonte(n), Bommelskonte(n), Bommeltjeskonte(n) en Bommerskont(en). Voor de b-vorm: Bobbeleskont(e), Bobbels(e)kont, Bobbeltjeskonte(n), Bobberskonten, Bobbeskonte(n) en Bobskonten. Bovendien zijn er twee uitbreidingen gesignaleerd (Hondsbommelerkont en Strontbobbeleskonten), één sterke verhaspeling (Bokselebonte) en één omdraaiing, namelijk Kommersbonten (een plaats die een prominente rol speelt in het Suske-enWiskeverhaal De Tuf-Tuf-Club uit 1952). Bommelskont wordt in het Nederlands al ruim drie eeuwen gebruikt. De vroegste vindplaats dateert uit de 17de eeuw en is afkomstig van Salomon van Rusting, een arts die naam maakte met toneelstukken en gedichten die zo vol stonden met platheden dat ze hem de scheldnaam 'drekpoëet' opleverden. In 1687 dichtte Van Rusting: Wie weet of jy 't misschien noch vont, Je bent doch vaardig om te ryzen, Trek metter haast na bommelskont. Trek metter haast na bommelskont betekent 'vertrek onmiddellijk naar Bommelskont'. Het is een verwensing die zoveel wil zeggen als 'donder op'. Ook later is Bommelskont in verwensingen gebruikt, zoals in loop naar Bommelskont, een uitdrukking die in 1892 voor het eerst is opgetekend. De bekende spreekwoordenverzamelaar P.J. Harrebomée vermeldde in 1859 nog een andere vorm, namelijk hij gaat naar Bommelskonten, drie uren boven de hel, daar [lees: waar] de honden met het [hun] gat blaffen. Doordat dooddoeners met Bommelskont zo wijdverbreid zijn, zijn er veel verschillende uitbreidingen ontstaan. In antwoord op de vraag 'waar ga je naartoe?' zijn dit onder meer: naar Bommelskont... - driemaal in de rondte van je piemela, piemela hopsasa; - drie uren boven (of achter) de hel; - drie uur achter Futfutselen;
in
- drie uur voor de leeuwenbekberghelling; - pies boven de Weteringe; - zes uur achter Den Haag en dan een beetje verder; - zeven meter onder de kippenhemel. En als antwoord op de vraag 'wat ga je doen?': naar Bommelskont... - een aap vlooien, dan mag jij z'n staart vasthouden; - fietsen stelen op de lange brug; - paar denhollen witten; - pap eten drie uur boven de hel; - water halen drie uur boven de kippenhemel. De herkomst van Bommelskont is lang onduidelijk geweest. Harrebomée bracht de naam in verband met hommer, 'bluffer, opschepper'. De letterkundigen De Beer en Laurillard dachten met een verbasterde vorm van een bestaande plaatsnaam te doen te hebben, namelijk Bommelskous of Den Bommel, beide in Zuid-Holland. 'Met Hel,' schreven zij in 1899 over de toevoeging drie uur boven de hel, 'zal wel Hellevoet(sluis) bedoeld zijn'. Een paar jaar later bracht het WNT uitkomst. Waarschijnlijk betekent het precies wat er staat, schreef dit woordenboek, namelijk 'kont van de bommel', waarbij bommel moet worden opgevat als een van de talloze volksnamen voor 'drommel' of 'duivel'. Bommelskont is dus 'duivelsgat' of 'duivelsaars'. Het gaat, met andere woorden, om 'de ingang der onderwereld, later in 't algemeen: eene plaats waar 't niet pluis is, en waarheen men iemand verwenscht'. Latere onderzoekingen van - vooral - WNT-redacteur J.W. Muller hebben deze theorie bevestigd: Bommelskont = Duivelsaars = ingang van de onderwereld. Overigens wordt Bommelskont met name in Vlaanderen soms ook gebruikt voor 'gehucht, gat dat niemand weet liggen'.
Boskehoe Naar Boskehoe (omstreeks 1950). Dooddoener die rijmt op een vraag als 'waar gaan we naartoe?' Wellicht is de naam Boskehoe gevormd onder invloed van Boxtehoeze.
112
Boskontelawaaiberguut Naar Boskontelawaaiberguut (1980). Er bestaan in Nederland een kleine dertig plaatsnamen die beginnen met Bosch of Bos.
-Boxmeer Omstreeks 1945 gehoord in Midden-Limburg: Wogeis-te haer? Antwoord: Noa Bokesmaer! 'Bokesmaer,' aldus een Limburgse dialectoloog, 'zal zeker een fantasievorming of verbastering van de plaatsnaam Boxmeer in Noord-Brabant zijn, maar er speelt vast ook een associatie in mee; maer is een merrie; naar de bokken-merrie of naar de geit is alledaags voor "om het even waarheen"; denk maar aan vort met de geit voor "opschieten, doorlopen".'
Boxtehoeze Naar Boxtehoeze, het hietepiete-gangetje, waar het netje met gekookt water buiten hangt (omstreeks 1950). De naam Boxtehoeze zal zijn beïnvloed door de bestaande Duitse plaats Buxtehude bij Hamburg, die in het Duits figureert als afgelegen oord bij uitstek. Zo zeggen de Duitsers: Geh doch nach Buxtehude, wo die Hunde mit dem Schwanz bellen ('ga toch naar Buxtehude, waar de honden met hun staart blaffen'). Wat er met hietepiete-gangetje wordt bedoeld is niet duidelijk, maar dat is bij dooddoeners wel vaker het geval.
*Breesaap Naar (de) Breesaap, lelijkerds vangen (omstreeks 1920, gehoord in Haarlem). Breesaap was een gehucht onder Wijk aan Zee. De uitbreiding lelijkerds vangen komt ook voor bij de dooddoener met Haagse Bos.
*Breskens Naar Breskens om schijtkersekens (1930). Naar Breskens in Zeeland, met een rijmende uitbreiding. Schijtkersen zijn kleine kersen met weinig vlees. Men zei ook naar Breskens om vlothouten oïflokhouten ('kurken'). Breskens komt tevens voor in de uitdrukking een goed geloof en eene kurken ziel, dan
113
kan men te Breskens overvaren (1861). Dit werd spottend gezegd met betrekking tot iets ongelooflijks. Van Eijk (1995) vermeldt als dooddoener op de vraag 'Waarom?'Ja, met een kurk in je gat kun je ook naar Breskens. Vergelijk Zierikzee.
Broeksebremen Naar Broeksebremen (1891). De naam zal geënt zijn op Bremen in Duitsland.
Futsjefïnne Naar Futsjefinne (1900). Deze fictieve plaatsnaam komt voor in een rijmende Friese dooddoener. Als antwoord op de vraag wër giest/silst hinne ('waar ga je heen?') kregen Friese kinderen vaak te horen: nei Futsjefinne. Als uitbreiding is gehoord krij (of: pak) de keallen (of baarch) by de sturt en lit se dan wer rinne ('pak de kalveren/het varken bij hun staart en laat ze/het dan weer lopen'). In plaats van Futsjefinne, dat in veel spellingvarianten is opgetekend (zoals Foetsjefinne, Fuotsjefinne, Fotsjefinne, Fetsjefinne en Futsjeveen), zei men ook naar de Boerefinne of naar Kütsjefinne (dit laatste met name in het noordwesten van Friesland). Finne betekent 'ven, (stuk) weiland dat zelden of nooit voor hooiwinning gebruikt wordt'. De herkomst van jutsje is niet met zekerheid bekend. 'Voorzover een dergelijk inhoudsloos woord een etymologie heeft,' aldus het Woordenboek der Friese taal, 'lijktJurt [veest, wind] nog het meest in aanmerking te komen.' Men zei ook nei Futsjefinne wêze, voor Verdwenen zijn, naar de barbiesjes zijn', een betekenis die mogelijk is beïnvloed door foetsie, 'weg, verdwenen, zoek'.
-Gauw Gauw ligt dicht bij Sneek (1831). 'Een boertend [schertsend] antwoord aan hen, die door hun gaauw, gaauw! tot voortvarendheid aansporen,' aldus P.J. Harrebomée in 1858. Naar Gauw in Friesland, met een woordspeling op ga uw, 'snel'.
114
*Gesloten steen, de Naar de gesloten steen (omstreeks 1925, Utrecht). 'Als ik vroeger aan mijn vader vroeg: "Waar gaan wij heen?",' aldus een informant, 'dan antwoordde hij soms: "Naar de gesloten steen." Mijn vader kwam uit Utrecht. Toen ik eens met hem in die stad liep, hield hij stil bij een huis waarvoor een steen aan een ketting lag. Het huis heette "De gesloten steen".' Het gaat hier dus niet om een stad of dorp, maar om een plek ín een stad. Een vergelijkbare dooddoener - met een fictieve plek - is omstreeks 1935 gehoord in Utrecht, als antwoord op de vraag: waar gaan we naartoe?: 'Naar de berg van Eivanhoe, met een kletterparaploe.' Eivanhoe is natuurlijk een verbastering van Ivanhoe, de hoofdpersoon uit de gelijknamige ridderroman van Sir Walter Scott uit 1819.
Gychem Naar Gychem om nieuwe noten (1900). Het gaat hier om een Friese dooddoener. Gychem is een 'denkbeeldig land in den vreemde,' aldus het Woordenboek der Friese Taal. Over de mogelijke bron van herkomst van deze naam schrijft het woordenboek: 'Er is een Guichembaai aan de Zuidkant van Australië' - een verklaring die overigens vooral vragen oproept. Een 'stijf persoon' wordt in het Fries wel een mijnheer van Gychem genoemd. Men zegt ook van Gychem gaan voor 'te gronde, om zeep gaan, doodgaan'.
*Haagse Bos Naar het Haagse Bos, lelijkerds vangen. Bekende dooddoener in Den Haag en omstreken. Elders ook zonder nadere plaatsaanduiding, dus: naar het bos, lelijkerds vangen. Het Haagse Bos, dat al eeuwen bekendstaat als ontmoetingsplaats voor homoseksuele mannen, komt ook in verschillende verwensingen voor, zoals ga naar het Haagse Bos, dan kun je lelijkerds zoeken, en: krijg een rolberoerte in (ook: door) het Haagse Bos, iedere boom raak. Omstreeks 1930 zei men in Scheveningen ga naar het Haagse bos, met je matje. Men zegt ook loop het Haagse bos in en kom er nooit meer uit. Die laatste uitdrukking bevat geen toespeling op homoseksualiteit, maar betekent simpelweg 'verdwijn'.
115
Haviogum Naar Haviogum (omstreeks 1950). Nederland telt op dit moment dertien plaatsnamen die eindigen op -gum: van Beetgum tot Tjeintgum. Er zijn echter geen plaatsen bekend die beginnen met Havio-.
*Holboken Naar Hoboken om een vaantje (1900). Hoboken is een randgemeente van Antwerpen. Men zei ook: naar Hoboken om keien. De inwoners van Hoboken haalden vroeger de 'secreetputten' in Antwerpen leeg om de uitwerpselen als mest te gebruiken. Vandaar het rijmpje: Hoboken, waar de boeren stront koken.
Kamp Chinees Naar kamp Chinees, drinken water Europees (omstreeks 1935, Nederlands-Indië). Deze dooddoener was in de eerste helft van de 20ste eeuw - en mogelijk al eerder - populair in het toenmalige Nederlands-Indië. De woorden werden met een Maleis accent uitgesproken; het Nederlands is opzettelijk gebrekkig, om een humoristisch effect te bereiken. Er bestaat ook een uitgebreide versie: Waar (ga) jij naartoe? Naar kamp Chinees. Wat jij daar doen? Kopen water Europees, prik prik in jouw nees. Water Europees betekent 'spuitwater'. Op de vraag 'wie' konden kinderen in Nederlands-Indië overigens te horen krijgen: 'Yan Kiwikiwi, geboren in de kendie'. Een kendie is een kruik.
* Katwijk Naar Katwijk om turf (omstreeks 1930, Noordwijk). In het plaatselijke dialect werd Katwijk uitgesproken als Kattik.
116
Knebber-de-bebber Naar het land van Knebher-de-hehher waar de mensen vleugeltjes hebben (omstreeks 1960, Apeldoorn).
Koetjeboe Naar Koetjeboe (omstreeks 1955). Rijmende dooddoener op een vraag als 'waar gaan we naartoe?' Het gaat hier hoogstwaarschijnlijk om een eufemistische variant van Scheetjeboe, aldus een informant: 'Thuis was Scheetjeboe waarschijnlijk te ordinair en was het antwoord: naar Koetjeboe. Het kon overal op slaan, naar de winkel, naar de buren, naar het zwembad of naar familie. Het gaf aan dat je geen zin had om het te vertellen of dat de ander niet mocht weten waar je naartoe ging.' Koetjeboe komt ook in verschillende kinderliedjes voor, maar dan als een soort koosnaam voor 'koe'. Het Duits kent het niet-bestaande dorp Kuhblake, 'Koegeloei', als landelijk gat bij uitstek.
*Kontich Achter Kontich wonen ook mensen (omstreeks 1960) = je beneemt me het zicht. Kontich, een gemeente in de provincie Antwerpen, wordt gebruikt als een toespeling op kont. 'Dit wordt bijvoorbeeld gezegd als in een gezelschap iemand met zijn rug naar een ander staat, zodat de tweede zich wat uit de kring gesloten voelt,' aldus een informant. Het gaat hier om de Vlaamse variant van achter Maarssen (of Maarsbergen) wonen ook mensen. Volgens diverse Vlaamse informanten wordt de uitdrukking nog op een andere manier gebruikt. Eén van hen schreef: 'In Antwerpen wordt de uitdrukking achter Kontich wonen ook mensen tevens gebruikt als het over gehuchten gaat. Het betekent: let op, je zou het niet verwachten, maar zelfs het erg afgelegen dorp Kontich is nog niet het einde van de wereld, er bestaan nog meer afgelegen plaatsen.' Overigens is Kontich niet echt een gehucht: de gemeente telt 20.000 inwoners. Een informant uit Kontich schreef: 'Vlakbij Kontich liggen de gemeentes Reet en Aartselaar. De laatste jaren kom je wel eens de omschrijving "de anale driehoek" tegen.' Op veel deuren van flats in Antwerpen staat: Doe de deur achter uw Kontichtl Vergelijk Maarssen.
7
* Lauwe Drie keer Lauwe is nog niet warm (1929). Naar Lauwe in West-Vlaanderen, met een toespeling op lauw, 'tussen heet en koud'. 'Woordspeling op den naam. der Gemeente, waardoor men den aard der Lauwenaars wil kenmerken,' aldus Jozef Cornelissen.
Leuteren Een dooddoener volgt doorgaans op een vraag, maar ook ongevraagd kunnen kinderen een dooddoener naar het hoofd krijgen, bijvoorbeeld als ze verveeld op de bank hangen of als ze bij hun ouders komen zeuren dat ze niet wreten wat ze moeten doen. Kinderen in Eindhoven werden omstreeks 1970 afgescheept met een rijmpje dat drie plaatsnamen bevat, waaronder het fictieve Leuteren: Weet je wat? Steek je vinger in je gat. Maar steek hem niet te wijd, want dan raak je hem kwijt. Dan moet je ermee naar Leuteren o m h e m eruit te laten peuteren.
Dan moet je ermee naar Assen om hem te laten wassen. Dan moet je ermee naar Vlijmen om hem eraan te laten lijmen. Leuteren is ook aangetroffen in een liedje uit 1900 getiteld 'De bakker van Leuteren'. De meest gangbare betekenis van het werkwoord leuteren is 'kletsen, zeuren, zaniken'.
*Leuth Naar Leuth, sokken stoppen. De keuze voor Leuth, een plaats in Gelderland, zal zijn beïnvloed door leut in de betekenis van 'lol, plezier'.
Lexvodsen, Likfotse Naar Lexvodsen en over Potterbolli weerom (omstreeks 1940). Naar Likfotse, waarde boeren de kippenjotsen (omstreeks 1965). Zowel Lexvodsen als Likfotse zal zijn beïnvloed door het Duitse Fotze, 'kut'. Likfotse betekent dus eigenlijk 'likkut'. Het woord jotsen in de uitbreiding 'waar de boeren de kippen jotsen' is niet opgehelderd, maar de context voorspelt niet veel
n8
goeds. De vorm Lexvodsen kan zijn beïnvloed door Lexmond, de enige Nederlandse plaatsnaam die begint met Lex-. Potterbolli is een fantasievorming.
-Lombok Naar Lombok (omstreeks 1940, Vlaardingen). Aan het eind van de 19de eeuw had het Nederlandse leger de grootste moeite om de opstandige inwoners van het eiland Lombok in Nederlands-Indië aan zich te onderwerpen. In die periode werden straten en wijken in verschillende steden naar Lombok vernoemd. Ook Rotterdam kent een Lombokstraat. Het is niet duidelijk of in deze dooddoener de Lombokstraat in Rotterdam wordt bedoeld of het eiland Lombok.
-Maarssen Achter Maarssen wonen ook mensen (omstreeks 1950) = je beneemt me het zicht. Naar Maarssen in Utrecht, met een woordspeling op m'aars, 'mijn kont'. Bijvoorbeeld gebruikt als iemand in de bioscoop voor je langsschuift. Men zegt ook gezicht (lees: uitzicht) op Maarssen! In het werk van Nescio is een vergelijkbaar woordspel gevonden met de plaatsnaam M aarsbergen in Utrecht. Denk ook aan de verwensing je kan me de maas (of maarsj) likken. Vergelijk Kontich.
-Mare Mare ligt bij Leiden (omstreeks 1920 in Leiden). Gezegd tegen iemand die telkens maar of (plat) maarre zegt. De Mare was een waterloop van Leiden naar Warmond. Een informant schreef: 'Ik kreeg dat te horen als reactie op een antwoord dat met "maar" begon, als je iets niet wilde doen, bijvoorbeeld: "Je moet naar bed", "Maar het is pas zeven uur!" "Mare ligt bij Leiden, hup, opschieten!'" Een variant is: Mare ligt over de berg.
119
*Menen Menen ligt in Vlaanderen (omstreeks 1830). Als reactie op iemand die steeds ik meen zegt. Naar Menen in Wallonië, met een woordspeling op menen, 'het voornemen hebben iets te doen'. Menen komt in ettelijke vergelijkbare uitdrukkingen voor, die in de 19de en het begin van de 20ste eeuw in heel Nederland en Vlaanderen zijn opgetekend. Het gaat onder meer om aan Menen bindt niemand zijn paard; hij is (burgemeester) van Menen; Menen en Missen begint met dezelfde letter; Menen ligt dicht bij Allewinde en verre van Wareghem; Menen ligt dicht bij Kortrijk (ook Menen ligt verre van Komen en dicht bij Kortrijk); Menen ligt verre van hier, en Menen vergaat dikwijls in Missen. In Groningen zei men bovendien Menen ligt in Brabant, drie uur achter Bommelstad, vier uur achter het schaapshok, en Menen ligt in Poepenland, twintig uur van Bremen (Poepenland is Duitsland, waar op zo'n 65 km voorbij Bremen een dorp Meinern ligt). En in Winterswijk is de volgende variant aangetroffen: Menen ligt dichtbij geloven achter Lichtenvoorde bij het Hörgerbörger bosje waar de heksen met vleesspijlen dansen. Vleesspijlen waren spijlen aan het plafond van een boerderij om bijvoorbeeld spek of worst aan te drogen.
-Moskou Naar Moskou, stenen kuisen (1931). Kuisen betekent hier 'schoonmaken'. De uitdrukking is opgetekend in Tongerlo in de provincie Antwerpen.
Mukkebummele Naar Mukkebummele (omstreeks 1920). Soms met als uitbreiding: waarde honden met hun konten blaffen. Deze dooddoener is vooral bekend in (Nederlands) Limburg. Mukkebummele is onder meer opgetekend in het dialect van Kerkrade en Heerlen, met als verklaring 'Nergenshuizen'. Er bestaan verschillende varianten, zoals: Bukkebummelen, Lukkebummel(en), Mukkelebummelen, Nukjebummelen en Ukkelebeumele. De naam komt ook voor in het dialect van Aken in Duitsland. Daar is het opgetekend als Möckebömmele en Löckebömmele. Vergelijk Affekaffe en Boxtehoeze.
120
Nederveen Naar Nederveen (omstreeks 1960). Rijmende dooddoener op een vraag als 'waar gaan we heen?' Hoewel Nederveen zeer 'echt' klinkt, bestaat er geen plaats met die naam. Wel telt Nederland op dit moment dertien plaatsen die beginnen met Neder- (van Neder-Hardinxveld tot Nederwoud) en ruim honderd plaatsnamen die eindigen op -veen (van Aarlanderveen tot Zwagerveen). Nederveen komt wel voor als familienaam.
*Neede Nee is hier twee uren vandaan (1861). Als reactie op iemand die steeds nee zegt. Naar Neede in Gelderland, een plaatsnaam die in Groenlo - waar deze uitdrukking is opgetekend - wordt uitgesproken als 'Nee'.
Neukemazijl Van Neukemazijl naar Fietermeklap. Het gaat hier om een dooddoener op de vraag: 'Hoe moet ik daar komen?' De uitdrukking is opgetekend in Groningen, in de vorm over Neukemazieltje noar Fiedermeklapke. Fietern is Gronings voor 'neuken', klap is een ophaalbrug.
Nipperwegen Naar Nipperwegen, waar de hanen met hun gat kraaien (omstreeks 1930).
Noeneuzen Naar Noeneuzen, waar ze vraagschotten verkopen (omstreeks 1965, NoordBrabant). Wellicht beïnvloed door Terneuzen, de enige Nederlandse plaatsnaam die eindigt op -neuzen. Vraagschot is een nonsenswoord. Mogelijk is het een verbastering van vraagschotel, een verouderd woord voor 'nieuwsgierig, vraagziek iemand'. De dooddoener moet dan worden gelezen als 'naar Noeneuzen, waar ze nieuwsgierige kinderen verkopen'.
121
*Ochtrup Naar Ochtrup om pispotten te bakken (omstreeks 1940, Winterswijk). Ochtrup ligt in Noordrijn-Westfalen, ten oosten van Enschede en niet ver van Winterswijk, waar deze dooddoener is gehoord. Ochtrup kende voorheen een aardewerkindustrie waar men nachtspiegels maakte. In het Winterwijkse dialect luidt de dooddoener: noar Opstrop hen, pispotte bakken.
Oetjepoe Naar Oetjepoe (omstreeks 1960). Rijmende dooddoener op een vraag als 'waar gaan we naartoe?'
Ooloken Naar Ooloken, mollen vangen (1888, opgetekend in Limburg).
*Ootmarsum Naar Ootmarsum, pispotjes wassen (omstreeks 1960). Deze dooddoener is gehoord in Losser in Twente. Dat ligt niet ver van Ootmarsum.
*Overschie Drolletje drie van Overschie, kenje die? (waarschijnlijk omstreeks 1900, Rotterdam en omgeving). Het meest gebruikt als rijmende dooddoener op de vraag 'wie?', maar de uitdrukking werd ook gebruikt als antwoord op vragen als 'Waar ga je naartoe?' of'Waar gaan we heen?' Hierop volgde een vraag- en antwoordspelletje. Waar gaan we heen? Naar drolletje drie. Naar wie? Naar drolletje drie van Overschie. Ken je die? Er zijn verschillende varianten in omloop. De Grote Van Dale (1999) noemt drolletje drie van Krommenie. Omstreeks 1960 zei men in Eindhoven drolleke drie van Brussel. Eufemistische vormen, waarin het woord drol
122
wordt vermeden, zijn: druldrie van Overschie; bolletje drie uit Overschie (gehoord in Hoek van Holland) en Polleke Pie van Over-de-Schie. Er komen ook varianten zonder plaatsnaam voor, zoals drolleke drie en als je hem opdraait dan jankt-ie; droldrie en zijn zeven zonen; droldrie, met die hoge zij op, ken je die? (omstreeks 1950 gehoord in Amsterdam; hoge zij staat hier waarschijnlijk voor 'hoge zijden hoed'); en drolletje drie met een lappie omzijn knie (omstreeks 1955 gesignaleerd in Hilversum). Drolletje drie komt eveneens in een liedje voor. Het gaat om een persiflage op een Sinterklaasliedje: Kinderen, heb je het al vernomen? Kwi-drolletj e-drie, kwi-drolletj e-dra. Sinterklaas is aangekomen, Kwi-drolletje-drie, kwi-drolletje-dra. Sinterklaas is weer in het land, 't Stond vanmorgen in de krant. Kwi-drolletje-drie, kwi-drolletje-dra (2x). Volgens de Grote Van Dale (1999) wordt drolletje drie van Overschie 'minachtend' gebruikt voor 'iemand die kort en dik is'. Het woordenboek kent droldrie a l s ' s c h e l d w o o r d ' v o o r ' d r e u m e s ' o f ' o n d e r k r u i p s e l ' . De meeste informanten blijken droldrie en drolletje drie van Overschie echter als koosnaam te gebruiken. Sommigen kennen het wel als scheldwoord, maar dan met een andere betekenis, namelijk 'stommeling, stuntel, domoor'. Hoe oud de uitdrukking is, is door het ontbreken van schriftelijke vindplaatsen moeilijk te zeggen. Verschillende oudere informanten schreven dat zij de uitdrukking van hun moeder of grootmoeder hadden geleerd, en dat brengt ons terug tot het laatste kwart van de 19de eeuw. Drolletje drie is waarschijnlijk een al dan niet opzettelijke verbastering van het Franse drôlerie. Aan het eind van de 19de eeuw had dit nog twee verschillende betekenissen: het werd gebruikt voor 'koddigheid, grap, klucht' en voor 'nietigheid, beuzeling, wissewasje'. De stap van 'nietigheid' naar 'dreumes, kleintje' is goed te volgen, evenals de stap van 'koddigheid, grap' naar 'stommeling, stuntel, domoor' (immers: van een stommeling kun je de nodige koddigheid verwachten).
123
*Pampus Naar Pampus, lollepotten bakken (omstreeks 1930, maar waarschijnlijk ouder). Naar Pampus, de naam van een zandbank in de Zuiderzee (nu het IJsselmeer), ten oosten van Amsterdam. De oorspronkelijke betekenis van lollepot - een woord dat al dateert uit de 16de eeuw - is 'stenen pot met gaten in het deksel, waarin vuur wordt gedaan, en die als verwarmingsmiddel wordt gebruikt'. Door de associatie met lollen, 'zeuren, zaniken, drenzen, kletsen', heeft lollepot later de betekenis 'zeurkous' gekregen. Deze dooddoener, die in Amsterdam en omgeving algemeen bekend is geweest, zinspeelt waarschijnlijk op beide betekenissen (en niet op een derde betekenis, namelijk 'lesbienne'). Varianten zijn naar Pampus, pap eten en naar Pampus, om een aap te drillen; als je mee wil magje z'n staartje optillen. Pampus komt in verschillende uitdrukkingen voor, met als bekendste voor Pampus liggen, 'in zwijm liggen, volledig uitgeteld zijn'. Minder bekend zijn op Pampus liggen, 'in ernstige moeilijkheden verkeren', en boven Pampus zijn, 'de moeilijkheden te boven zijn'. De betekenissen zijn te verklaren doordat schepen vroeger slechts met moeite langs en over de ondiepte konden komen - ze lagen dus vaak lang 'voor Pampus' voordat ze Amsterdam konden bereiken.
*Philippine Naar Philippine om mosselen (1930, Vlaanderen). Naar Philippine in Zeeland (onder Terneuzen). Philippine is in de 16de eeuw genoemd naar Filips d.e Schone.
*Pielkwierum Naar Pielkwierum om kantkoek (omstreeks 1920, Friesland). Pielkwierum is hoogstwaarschijnlijk een verbastering van Pylkwier, een gehucht ten zuidoosten van Leeuwarden. Kantkoek is een bepaald soort ongerezen koek. Nederland heeft inmiddels geen plaatsen meer die beginnen met Piel-, maar in de 19de eeuw kende Drente nog een Pielbrugge.
124
Pietjepatjepoe Naar Pietjepatjepoe, klapstaarten plukken (omstreeks 1950, Tielerwaard).
Pokomoko Tussen 1952 en 1962,' aldus een informant, 'woonde ik als jong meisje in de oude jodenbuurt (Oude Schans) in hartje Amsterdam. Onze buurman, ome Jopie, had een kistenfabriek en ging vaak met een volgepakte vrachtauto op weg. Vaak stond ik te kijken bij het laden en ik vroeg dan natuurlijk waar hij heen zou gaan. Zijn antwoord was steevast: naar Pokomoko.' Mogelijk houdt de naam Pokomoko verband met een sketch van het Amerikaanse duo Abbott en Costello in de komische film Lost in a harem (1944), waarin iemand vertelt over belevenissen 'aan de oever van de Pokomoko'. Maryland in de Verenigde Staten kent overigens een rivier Pocomoke.
Potterbolli Zie bij Lexvodsen.
Prijs-Pettelaar Naar Prijs-Pettelaar, drie uur boven Den Helder (omstreeks 1920). In de 19de eeuw was Pettelaar een buurtschap in de gemeente St. Michielsgestel.
*Pruis-Pommeren Naar Pruis-Pommeren, vliegen vangen met een mussenklem (omstreeks 1930, opgetekend in Den Haag). Waarschijnlijk was deze dooddoener al in de 19de eeuw bekend. Zeker is dat in 1891 de volgende verwensing is opgetekend: loop naar Pruis-Pommeren, klitsen bakken. Pommeren was indertijd een hertogdom dat geheel in Pruisen lag. Een klits is een knikker. Bedoeld werd dus 'ga ergens ver weg knikkers bakken, donder op'.
125
Pruttentuin Naar Pruttentuin, om een aap te vlooien (omstreeks 1895). Deze dooddoener is voor het eerst opgetekend in een verzameling 'Amsterdamsche uitdrukkingen' die wordt toegeschreven aan een zekere A.C. de Graaf. De uitdrukking is later ook gesignaleerd in Nederlands-Indië. Prut betekent onder meer 'vagina', maar het is onwaarschijnlijk dat deze dooddoener een seksuele betekenis heeft. Tuin- komt in Nederlandse plaatsnamen wel geregeld als voorvoegsel voor (denk aan Tuindorp, Tuinhoek en Tuinstad), maar slechts één keer als achtervoegsel, en dan ook nog in het meervoud, namelijk bij Oostertuinen, een plaats in Noord-Holland.
Scheetjeboe Naar Scheetjeboe, drolletje begraven, mag jij het kistje dragen (omstreeks 1955)., Wijdverbreide rijmende dooddoener op de vraag 'Waar ga je naartoe?' Als antwoord op de vraag 'Waar ga je heen?' werd soms Scheetjebeen gebruikt, eveneens gevolgd door drolletje begraven, mag jij het kistje dragen (deze dooddoener is onder meer gehoord in Gouda). Beide varianten kennen als verdere uitbreiding: jij met je tanden, ik met m'n handen. Vergelijk Koetjeboe.
Schixitjesveen Naar Schuitjesveen (omstreeks 1950). 'Toen ik als jengelend kind, wonende te Drachten, aan mijn ouders in het Fries vroeg waar zij naartoe gingen, wërgeanjim hinne?, luidde het antwoord steevast: nei Skütsjefinnel (Schuitjesveen),' aldus een informant. Vergelijk Futsifinne.
'''Sebaldeburen Naar Sebaldeburen, apen drillen (1929). Naar Sebaldeburen in Groningen. Met drillen wordt bedoeld 'africhten'. Apendriller was indertijd in het Gronings een spotnaam 'voor een klein ventje met veel poeha'; de inwoners van Sebaldeburen werden spottend Apendrillers genoemd. De plaatsnaam komt ook voor in de verwensing ga naar Sebaldeburen en leer het apendrillen (wat zoveel betekent als 'loop naar de maan'). Daarnaast zei men hij gaat
126
naar Sehaldeburen en om. Dit kan zowel 'hij maakt een grote omweg' als 'hij is zeer breedsprakig' betekenen. In Groningen zei men tegen kinderen die zeuren: ga maar klontjes haol'n in Seballeburen.
* Sinaai Naar Sinaai om een zwarte kraai (1900). Naar Sinaai in Oost-Vlaanderen, dat in het plaatselijke dialect wordt uitgesproken als Snaai. In Sinaai woonden vroeger veel handelaars in kalveren. Vandaar de dooddoener, op de vraag 'hoe gaat het?': mager en taai als de kalveren van Snaai.
Staartjesveen Naar Staartjesveen (omstreeks 1955, Friesland). Deze rijmende dooddoener luidt in het Fries: Wèrgiest do hinne? nei Sturtsjefinnel
*Tiel Naar Tiel, daar kunje leren toveren (1978).
*Urk Naar Urk, naar Murk, naar Marken toe (omstreeks 1935). Deze dooddoener komt uit een kinderliedje: Schippertje waar ga jij naartoe? Naar Urk, naar Murk, naar Marken toe. Wat ga jij daar halen? Zeven pondjes kralen Tien pond drop in een zilveren trom Overmorgen ben 'k weerom. Urk en Marken lagen in de Zuiderzee; Murk is de naam van de oude waterloop van Dokkum naar de vaart Leeuwarden-Bergum, maar het is goed mogelijk dat het hier een fictieve plaatsnaam is, gevormd vanwege het rijm.
127
Wielewalen Naar het land van de Wielewalen waar de apen dansen (omstreeks 1930, gehoord in Leiden). Een wielewaal is een inlandse trekvogel die ook bekendstaat als goudmerel of goudlijster.
-Wier Wier ligt dicht bij Berlikum (1896). In Friesland gezegd tegen iemand die steeds wier ('waar') zegt. Wier en Berlikum liggen ook in werkelijkheid dicht bij elkaar. Omdat Berlikum (Beltsum in het Fries) een langgerekt dorp is, zei men ook zo lang als Beltsum, 'zeer lang'.
*Wouw Wouw ligt (een uur) achter Roosendaal (1861). Gezegd tegen iemand die telkens 'ik wou' zegt. Naar Wouw in Noord-Brabant. Varianten zijn: Wouw ligt een eindje achter Bergen, en als je Wouw aan je gat (of: rug) had hangen, dan zou je niet naar Roosendaal verlangen. In verschillende vergelijkbare dooddoeners komt wouw voor in de betekenis van 'vrij grote dagroofvogel'. Te denken valt aan wouwen vliegen hoog in de lucht; wouwen vliegen hoog boven de duinen en wouwen zijn kiekendieven. Al deze uitdrukkingen zijn in de tweede helft van de 19de eeuw opgetekend.
*Zierikzee Naar Zierikzee om vlothouten (1900). Naar Zierikzee in Zeeland. Opgetekend in Oost-Vlaanderen. Vlothout is een Zuid-Nederlands woord voor 'kurk'. De inwoners van Zierikzee hadden de naam lui te zijn. Vandaar de uitdrukkingen een Zierikzeeënaar op zijn rug hebben en een Zierikzeeënaar gezien hebben voor 'erg lui uitgevallen zijn'. Vergelijk Breskens.
Zuzaaten Naar Zuzaaten. Hoewel de fictieve plaatsnaam Zuzaaten - men schrijft ook Suzaote, Susaote of Zuzaoten - nu alleen in (Nederlands) Limburg wordt gebruikt, is hij voor het eerst opgetekend (in 1843) i n Den Opregten
128
Antwerpschen Almanak. Iemand zegt daar ig bin van Susaute gebortig, en dat betekent dat hij dom is, want Zuzaaten wordt voorgesteld als een achterlijk dorp. Volgens H.J.E. Endepols, samensteller van het Woordenboek of dïksjenaer van 't Mestreechs (1955) wordt Zuzaaten alleen gebruikt in de uitdrukking heer (= hij) kump vaan Zuzaote voor 'hij weet nergens van, is dom'. Maar kennelijk is dat gebruik inmiddels uitgebreid, want men zegt nu ook ga maar naar Zuzaaten voor 'loop naar de pomp'. Daarnaast komt de plaatsnaam voor in de dooddoener: naar Zuzaaten. Zo schreef een informant: 'Als men z'n bedoelingen wat duister wil houden, dan kun je zeggen: ik ben vanmiddag naar Zuzaaten.' Volgens Endepols is Zuzaaten 'een niet bestaand dorp in de Belgische Kempen'. Ook tegenwoordig zijn er nog Maastrichtenaren die Zuzaaten in de buurt van Antwerpen situeren. Overigens komt de naam ook voor in een carnavalslied, namelijk 'Zjuulke zeuthout' van Ziesjoem Zang. Het refrein luidt, in het Limburgs: Meh s'zaoterdigs nao 't werrek geit Zjuulke nog neet nao bed. Daan veult heer ziech zoe sterrek, es zenger aon 't beffet. Daan zingk heer de bovenste toene, dan is heer de lolligste vent. Ut is unne boetegewoene, dat Zuuzaotse zangtalent. Zoe geit nog lang met diech doore, de caffe kump daan neet mie stop, en tot in de laate ore steit Zuuzaote op ziene kop.
129
14 Exotische vakantiebestemmingen in eigen land: van Montagne-au-Mer naar Mont Mare
In 1915 schreef Louis Davids voor de revue 'Loop naar de duivel' een lied getiteld 'Zandvoort bij de zee!' Het gaat over Amsterdammers die naar Zandvoort gaan. In de laatste twee coupletten worden 'snobs uit Amsterdam' opgevoerd. Zij zingen: Zandvoort prés de la mer! We gaan naar Zandvoort prés de la mer! Met papa met mama met broertje en met zusje Oncle Pierre tante Claire en enfin 't gehele husje Gaat naar Zandvoort prés de la mer! C'est trés chique la, ce n'est pas cher, O het is zo'n zaligheid Wanneer je van de duinen glijdt In Zandvoort prés de la mer. De correcte Franse vertaling van Zandvoort aan Zee zou Zandvoort-surMer zijn geweest, maar het was Davids vanzelfsprekend niet om een goede vertaling te doen. Hij wilde de snobistische Amsterdammers op de hak nemen. Het kan zijn dat Davids Zandvoort prés de la mer achter zijn schrijftafel heeft bedacht, maar het is ook goed mogelijk dat hij de Franse 'vertaling' van een Nederlandse plaatsnaam in de praktijk had horen gebruiken. Zeker is dat dergelijke plaatsnamen omstreeks 1920 - dus niet lang daarna -
130
geregeld werden gebruikt. Zo kon je indertijd in Enschede horen dat men naar San-de Luté met vakantie ging, waar het Lutter zand werd bedoeld. Waarom zou je San-de Luté zeggen in plaats van 'Lutter zand'? Onder andere om de toehoorder op het verkeerde been te zetten - een functie die we bij alle fictieve plaatsnamen zien. Maar bij de plaatsnamen die in dit hoofdstuk zijn samengebracht, is nog iets anders aan de hand. Het zijn allemaal namen die een exotische vakantiebestemming suggereren. Na de jaren twintig vinden we steeds meer van dit soort namen, met een enorme explosie in de jaren zestig van de 20ste eeuw. Een en ander viel samen met een toename van de welvaart. Men verdiende meer en ging dus meer uitgeven, onder andere aan vakanties naar Frankrijk, Engeland, Spanje, Italië en - in mindere mate - Duitsland. De écht exotische vakantiebestemmingen - een lang weekend naar Bangkok of Manilla of een weekje naar Vuurland - lagen nog in het verschiet, maar massaal trok men naar de Costa del Sol, de Cöte d'Azur, de lagos in Italië en de playas in Spanje. Dit alles leidde tot een apart soort volkshumor onder de Nederlanders en Vlamingen die niet voldoende geld hadden om hun vakantie buitengaats door te brengen; onder de mensen die hun vakantie in eigen land vierden of die simpelweg thuisbleven. Om in gesprekken over vakantieplannen niet met de bek vol tanden te staan, of om de bezoekers van verre oorden een beetje belachelijk te maken, verzonnen zij honderden 'omzettingen' van Nederlandse en Vlaamse plaatsnamen in het Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en zelfs Latijn. Het zal duidelijk zijn dat het vaak geen correcte vertalingen zijn, maar het ging dan ook louter om het effect. Tientallen informanten meldden hoe zij dit spel met fictieve plaatsnamen speelden, hoe zij ze als kind of volwassene gebruikten of hoe zij ze van hun ouders hadden gehoord. Zo schreef iemand: Van 1962 tot 1995 maakte ik als officier deel uit van de Koninklijke Luchtmacht. Op luchtmachtonderdelen is het gebruikelijk dat één maal per week een social evening wordt gehouden in de officiersmess, waarbij alle officieren een drankje drinken en een maaltijd (meestal rijsttafel) gebruiken. Op zo'n social evening op de vliegbasis Volkel, in september 1966, was een gezelschap stafofficieren op bezoek. Een hoge ome voelde zich geroepen om een praatje te maken met een aantal jonge luitenants aan de bar. Nadat hij uitvoerig had verteld over zijn vakantie aan
131
de Rivièra vroeg hij een van de jonge officieren, allen met zeer bescheiden luitenantssalarissen, waar deze dan wel met vakantie was geweest. 'Renessee Beach (Renesse op Schouwen Duiveland), kolonel,' was het antwoord. Daar had de kolonel wel van gehoord, dat moest erg mooi zijn aan de Amerikaanse westkust, nietwaar? Gegniffel van de zijde van de luitenants. 'En, jij, waar ben jij geweest,' was de vraag aan de volgende luitenant.'Gémèrt-sur-Pêl, kolonel,' verklaarde de luitenant. Ja, daar was de kolonel ook wel geweest, dat lag immers niet ver van Montpellier in Zuid-Frankrijk. 'Nou, nee kolonel,' was het antwoord, 'dat ligt 500 km Noord-Oost van Parijs' (namelijk: Gemert in de Peel, zo'n 15 km zuid van Volkel). Kolonel beschaamd af, onder luid gelach van de luitenants. Voor de goede orde: lang niet al die 'vertalingen' van Nederlandse plaatsnamen zijn even leuk. Sommige zijn zelfs uitgesproken melig. Maar wie de fictieve aardrijkskunde in de Nederlandse spreektaal in kaart wil brengen, kan onmogelijk om deze categorie heen, al was het maar omdat ooit zo veel van dit soort plaatsnamen door zo veel mensen zijn gebruikt. Bovendien zijn ze nooit eerder bij elkaar gezet en is er nooit eerder gekeken naar hun taalkundige structuur. Niet dat ze taalkundig nou zo heel erg ingewikkeld zijn. Het is helemaal niet moeilijk om in een melige bui een flinke portie Nederlandse plaatsnamen op een creatieve manier te vertalen. Het is dan ook niet uitgesloten dat een paar van dergelijke gelegenheidsvondsten in deze verzameling terecht zijn gekomen (dat risico loop je altijd als je je materiaal deels betrekt van informanten). Over het algemeen zijn echter alleen die plaatsnamen opgenomen die door meerdere informanten zijn aangeleverd; van enige verbreiding moet dus sprake zijn geweest.
Uitspraakverandering Hoe zitten de vertalingen nu in elkaar? In de eerste plaats is de grootste groep omgezet in het Frans, wat zal samenhangen met de populariteit van Frankrijk als vakantieland. Er zijn ruim zeventig 'vertalingen' in het Frans gevonden, ruim vijftig in het Engels, krap veertig in het Duits en ruim dertig in het Spaans en Italiaans. De subtielste vorm van 'vertaling' bestaat uit een verandering van de uitspraak. Soms is de spelling helemaal niet aangepast, soms een klein beet-
132
je (het is bij dit soort namen moeilijk om de schrijfwijze te bepalen, we hebben hier bij uitstek met spreektaal te maken, niet met geschreven taal). Het gaat bijna steeds om plaatsnamen die qua uitspraak zijn verfranst. Voorbeelden zijn: Abbénes (Abbenes), Aduaar (Aduard), Ameronges (Amerongen), Bern (Baarn), Biekbèrjean (Beekbergen), Bjest-Oetakker (Biest Houtakker), Bourtangé (Bourtange), Briëlle (Brielle), Delièr (De Lier), Diman(d) of Dieman voor Diemen (veel genoemd door informanten uit Amsterdam en omgeving), Dievèr (Diever), Egmonde (Egmond), Elvwaaret-Kromvwaar (Helvoirt en Cromvoirt), Gassèlte (Gasselte), Gémert (Gemert), Gennep (Gennep), 's-Gravezandé ('s-Gravezande), Groet (Groet), Koekangé (Koekange), Krommenie (Krommenie), Lanzjeliel (Langelille), Loètte (De Loet, een watertje en natuurgebied in de Krimpenerwaard), Risbergé (Rijsbergen), (La) Rochelle (Roggel, onder invloed van La Rochelle in Frankrijk), Schiebroèck (Schiebroek), Tièl (Tiel), Uberzjain (Huijbergen), Uchelain (Ugchelen), Ulicotain (Ulicoten), V'¿geiles (Veghel), Wageningue (Wageningen), Warmonde (Warmond), Zjeemèr (Gemert) en Zjoere (Joure). Voor het Duits zijn wat dit betreft slechts drie voorbeelden gevonden. Bussum, Doetinchem en Stroe (in Noord-Holland) veranderden in vakantiebestemmingen buiten de landsgrenzen door ze zo Duits mogelijk uit te spreken. Voor het Engels zijn helemaal geen voorbeelden gevonden, voor het Spaans alleen Go-ès voor 'Goes'.
Buitenlands geografisch element Er zijn ook Nederlandse plaatsnamen die in hun geheel of gedeeltelijk zijn vertaald. Geregeld wordt er alleen een buitenlands geografisch element aan toegevoegd. Ook hierbij heeft het Frans de overhand, met toevoegingen als Bois, Cöte, Lac, au-Mer, près-de-la-Mer, sur-Mer en village. Lochem kon Frans worden door er simpelweg La Lochem van te maken. Bij vertalingen in het Duits zien we nadere plaatsbepalingen als am Issel, am Rhein, am See en am Vliet (er zijn slechts drie voorbeelden gevonden met Bad, namelijk Bad Neuschanz, Bad Scheveningen en Bad Meingarten). Bij Spaanse en Italiaanse vertalingen gaat het om toevoegingen als di Rino, costa, playa, lago en santa. Opmerkelijk genoeg is bij Engelse vertalingen nauwelijks van dit soort elementen gebruikgemaakt. Soms zijn er aanduidingen toegevoegd als on the beach of city, maar meestal is de Nederlandse plaatsnaam zo letterlijk
133
mogelijk in het Engels vertaald (bijvoorbeeld Payhim voor 'Dokkum'). Ik heb de indruk dat die Engelse benamingen jonger zijn dan de Franse en Duitse. Waarschijnlijk komen de meeste uit de jaren zeventig en tachtig. Er lijkt hier meer kaf onder het koren te zitten. Dat wil zeggen: meer middelbare-schoolmeligheid en minder vertalingen die tot doel hadden een exotische vakantiebestemming te suggereren. Het is natuurlijk alleen maar leuk om een fictieve plaatsnaam te gebruiken als de ander dat, al dan niet met een kleine vertraging, doorheeft. Bij namen die gebruikmaken van seksuele, fecale of blasfemische elementen is dat niet zo moeilijk: de meeste mensen voelen aan hun water dat Apekutteveen, Bokkeneukeradeel of Costa del Platje niet echt bestaat. Maar hoe goed is de topografische kennis van Frankrijk? Of Spanje? Hoeveel mensen hebben meteen door dat met Chat Sable-sur-Mer Cadzand in ZeeuwsVlaanderen wordt bedoeld? Om misverstanden te voorkomen worden zogenaamd exotische vakantiebestemmingen daarom vaak voorzien van een nadere plaatsbepaling. 'Wij gaan naar Lac de Brielle, zo'n achthonderd kilometer van Parijs.' 'Wij naar Appleshire (Appelscha), zo'n duizend kilometer van LondenBij vertalingen in het Spaans zijn Madrid of Barcelona meestal het ijkpunt, bij Italiaanse vertalingen doet Rome dienst als vingerwijzing dat men in het ootje wordt genomen. Bij Duitse vertalingen is slechts één nadere plaatsbepaling aangetroffen, namelijk 'naar Sankt Ockem (Stokkum in Gelderland), zo'n 8jo kilometer ten noordwesten van Innsbruck', maar ongetwijfeld hebben ook andere Duitse plaatsen (zoals München en Berlijn) die functie vervuld. Omdat de meeste plaatsnamen in het Frans zijn vertaald, komt Parijs duidelijk het meest als ijkpunt voor, met formuleringen als: x km boven, ten noorden van of voorbij Parijs. De plaatsnamen die worden vertaald zijn doorgaans geliefde vakantiebestemmingen in eigen land: dorpen, meren en plassen. Maar ook vertalingen van stedennamen komen voor, evenals vertalingen van de namen van stadswijken (zoals Bois-du-Nord voor 'Benoordenhout' en Charleroi voor 'Charlois'). Overigens zijn de vertaalde plaatsnamen opmerkelijk ongelijkmatig over Nederland verspreid. Van de plaatsnamen die hieronder zijn samengebracht met omzettingen in het Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en Latijn, liggen er 38 in Noord-Holland, 29 in Zuid-Holland, 23 in NoordBrabant en 20 in Gelderland. Groningen, Friesland, Utrecht en (Nederlands) Limburg herbergen er gemiddeld 10, de overige provincies nog minder. 134
Het is moeilijk aan deze getallen conclusies te verbinden. Je zou kunnen denken dat de welvaart in de Randstad eerder toenam dan elders in Nederland en dat daardoor in die regio eerder en meer namen voor exotische vakantiebestemmingen zijn ontstaan. Maar die ongelijkmatige spreiding van namen kan ook een heel andere oorzaak hebben. Zoals gezegd is veel materiaal aangeleverd na enkele oproepen in NRC Handelsblad. Dat de meeste vertaalde plaatsnamen in Noord- en Zuid-Holland liggen, kan ook komen doordat deze krant juist in die provincies de meeste lezers heeft. Hieronder zijn alleen vertalingen opgenomen van bestaande Nederlandse plaatsen. Er zijn echter ook een paar zogenaamd exotische vakantiebestemmingen die alleen een buitenlandse klank hebben, zoals Misère-en-Salmiac, Wein am Rhein, Irgendwo am Nirgendwo en Neuhinterobersauerkrauthausen am Rhein. Die laatste naam is een vondst van striptekenaar Dick Bruynesteyn. Hij gebruikte hem in een strip getiteld 'Appie H appie' die jarenlang in Het Vrije Volk stond.
A. Frans Abcoude-les-deux-Églises = Abcoude (Utrecht), dat van verre herkenbaar is aan zijn twee torenspitsen. Een Engelse 'vertaling' van Abcoude is Abcold. Aiguemont-sur-Mer = Egmond aan Zee (Noord-Holland). Andèl-sur-Meuse = Andel ('aan de Maas') (Noord-Brabant). 'De thuisblijvers in Andel beantwoorden de vraag "Waar gaan jullie dit jaar met vakantie naartoe?" wel met "Naar Andèl sur Meuse" of "Naar de Andeletische kust" dan wel "Naar de Costa Andeletica",' aldus een informant. A quoi a Linge = Acquoy ('aan de Linge') (Gelderland). A quoi betekent 'Waaraan?' De populariteit van het gebied rond de rivier de Linge als vakantiebestemming blijkt ook uit de volgende omzettingen: Aqua del Linge, Bois-de-Linge en Playa del Linge. Arrondissement-sur-Mer = Wijk aan Zee (Noord-Holland). Een andere Franse vertaling van Wijk aan Zee is Quartier-sur-Mer.
135
Auvergé = Overschie (Zuid-Holland). 'Bij mijn ouders thuis, in Rotterdam,' aldus een correspondent, 'was en Auvergé, "naar Overschie" dus, een bekende fictieve vakantiebestemming.' Auvergé komt ook voor in Kethélsur-VAuvergé voor 'Kethel bij Overschie'. Zie ook Kethel-et-Spalande. Bas-Nid-Montagne = Nederhorst den Berg (Noord-Holland). Bergé-au-Somme = Bergen op Zoom (Noord-Brabant). Biche-en-Marchant = Hindeloopen (Friesland). Biche betekent 'hinde', marchant(e) 'lopend'. Bois-du-Gymnastic = Turnhout (Antwerpen). Een andere fictieve plaatsnaam met Bois- is: Bois-du-Nord = Benoordenhout (wijk in Den Haag). Briël-sur-Mer = Brielle ('aan Zee') (Zuid-Holland). Een variant is: Briellesur-la-Meuse ('aan de Maas'). Het Brielse Meer is wel Lac-de-Brielle genoemd. Callantoeuil = Callantsoog (Noord-Holland). Ook aangetroffen als Callentas Eye. Champs-le-sel-sur-Mer = Zoutkamp (Groningen). Chapeaux-sur-Mer = Petten (Noord-Holland). Chapeau betekent overigens 'hoed', niet 'pet'. Charleroi = Charlois (wijk in Rotterdam). Charleroi is een belangrijke industriestad in België. Rotterdammers spreken Charlois uit als Sjaar-loos, maar om een 'exotische' vakantiebestemming te suggereren wordt de naam van de wijk soms gekscherend uitgesproken als Charleroi. Cháteau-du-Nord = Noordkasteel (Antwerpen). Chat Sable-sur-Mer = Cadzand (Zeeuws-Vlaanderen).
136
Col-de-Lemele = Lemelerberg in Salland (Overijssel). De gedachte aan de befaamde cols, 'bergpassen', uit de Tour de France zal hierbij hebben meegespeeld. Cóte-de-Brasem = Braassemermeer (Zuid-Holland). Andere fictieve plaatsnamen met cöte zijn: Cöte-du-Lent = ('de kust van') Lent in Gelderland, Cöte-du-St. An voor Sint Anneke in Antwerpen en het - woordspelige - Cöte-de-lès-Mers voor 'de kust van Lemmer' (Friesland). Cru-de-la-Mer = Urk (Flevoland). Urk is hier omgedraaid tot Cru ('wijn, wijnsoort'). Dergelijke omdraaiingen en letterverplaatsingen komen bij fictieve plaatsnamen slechts zelden voor. Andere voorbeelden zijn Hadboevedorp (Badhoevedorp), Musreed (Deersum), Sankt Odenrude (Sint-Oedenrode), Sappezand-Hoogemeer (Hoogezand-Sappemeer), Toolsreka (Akersloot), Vlep (Velp) en Weeps (Weesp). l'Écluse-au-pied-d'enfers = Hellevoetsluis (Zuid-Holland). Écluse betekent 'sluis', enfer is 'hel'. Faubourg-la-Haye = Voorburg ('bij Den Haag'), van het Franse faubourg, dat 'buitenwijk, voorstad' betekent. Vergelijk Vorbourg-sur-Vlièt. Forest-et-Montagne = Woudenberg (Utrecht). Gémèrt-sur-Pêl = Gemert ('in De Peel') (Noord-Brabant). Gennep-au-bain-sur-Meuse = Gennep ('aan de Maas') (Limburg). Ook wel: Zjunnep sur la Meuse. ile-de-Kampè = Kampereiland (Overijssel). Juliaville-sur-Mer = Julianadorp (Noord-Holland). Katwijk-sur-Mer = Katwijk aan Zee (Zuid-Holland). Ook wel Quartier-duChat-sur-Mer.
137
Kethel-et-Spalande = Kethel en Spaland, bij Schiedam (Zuid-Holland). Men zei ook wel, vooral in Rotterdam en omgeving: wij gaan naar de kusten van Kethèl. Vergelijk Auvergé. La Bande-langue = zwembad de Tongelreep in Eindhoven (Noord-Brabant). Lac-de-Box-sur-Meuse = Boxmeer (Noord-Brabant). Vergelijkbare vormingen zijn: Lac-de-Brielle (Brielse Meer), Lac-Uddèl (Uddelermeer), Le Lac-deLoèt (De Loet, een watertje en natuurgebied in de Krimpenerwaard) en Lac d'lssel of Lac d'Yssel (het IJsselmeer). Langerac-sur-Issel = Langerak ('aan de IJssel') (Zuid-Holland). Gehoord met als toevoeging: zo'n 1000 km ten noorden van Bergerac. Dat niet Parijs maar Bergerac hier als ijkpunt dient, komt natuurlijk doordat Langerac en Bergerac zo op elkaar lijken. Le Clair = Den Helder (Noord-Holland). Lithoyen-sur-la-Meuse = Lithoijen (Noord-Brabant). Maisons-d'Ela = Elahuizen (Friesland). Misère-en-Salmiac. 'Ik vroeg laatst aan een kennis,' aldus een informant, 'waar hij op vakantie naartoe ging. Antwoord: "Naar Frankrijk, ergens tussen Misère en Salmiac.'" Montagne-au-Mer = Bergen aan Zee (Noord-Holland). De 'Italiaanse' naam voor deze strandplaats is Mont Mare. Noyon-au-bord-d'Whale = Nijmegen ('aan de Waal') (Gelderland). Pantalon-du-Sud = Zuidbroek (Groningen). De Duitse 'omzetting' is Südhose. Peu-Chemise = Wijnegem (Antwerpen). Deze opgave komt voor in Het Antwerps dialekt nu (1985) van Jack De Graef. De Franse naam is de vertaling van 'weinig hemd', dat in uitspraak 'Wijnegem' benadert.
138
Pic-le-Bain = Waspik (Noord-Brabant). Piere deux. Een informant schreef: 'Wij gingen vroeger op vakantie naar: Piere deux = Pier 2 in de Waalhaven (in Rotterdam).' Bij die pier kon je vroeger zwemmen. Pont-au-Dimen. 'Op de eerste Franse les na de zomervakantie van 1955/ aldus een correspondent, 'antwoordde een klasgenoot: "J'ai été à la pêche tous les jours de la vacance, c'étais très joli, c'étais près de Pont au Dimen." "A la Côte d'Azur?" vroeg de juffrouw. Waarop mijn klasgenoot: "Non madame, eindpunt lijn 9, voorbij het Ajax-stadion: Diemerbrug!'" Port-du-Sable = Santpoort (Noord-Holland). Deze benaming is vooral bekend in Haarlem en omgeving. Men zegt daar ook wel Santa Porto. Almere is wel Port d'Almère genoemd. Quartier-Castor = Beverwijk (Noord-Holland). Een vergelijkbare vorming is Quartier-sur-Mer voor Wijk aan Zee. Beverwijk wordt soms ook Beverwyk Hills genoemd, naar analogie van Beverly Hills. Quartier-du-Nord-sur-Mer = Noordwijk aan Zee (Zuid-Holland). Ravensbrück-les-bains Bijnaam voor het vrouwenkamp Ravensbrück bij Fürstenberg in naziDuitsland, gelegen aan de rivier de Havel. De naam komt voor in een liedje waarin Ravensbrück wordt voorgesteld als een heerlijk vakantieoord. 'We hadden in het kamp vaak nachtdienst,' schreef een voormalige gevangene. 'Wat er overbleef van de dag zaten/lagen we in maart-april 1945 in de zon. Daar gaat het liedje Ravensbrück-les-bains over.' Het liedje, dat werd gezongen op de wijs van 'Sterrenhemel van Hawaï', is geschreven door Hetty Voûte en Gisela Söhnlein. De eerste regels luiden: 'Als ik bij mijn machine zit te denken/Aan Ravensbrück-les-bains dat zalig oord/Die plaats bekend om al zijn mooie vrouwen/Zie 'k weer wat mijn oog daar heeft bekoord./Nooit zal ik vergeten die stralende dag/Aan het Ravensbrücker strand/Al wat het Lager aan schoonheid bezat/ Lag uitgestald in 't witte zand.'
139
Renesse-sur-Mer = Renesse (Zeeland). Rockangé-sur-Mer = Rockanje (Zuid-Holland). Saint-Ekene = Stekene (Antwerpen). Een vergelijkbare vorming is Sankt Ockem voor Stokkum in Gelderland. Saint Martin-sur-Mer = Sint Maartenszee (Noord-Holland). Saint Pierre-sur-Mèr = Nieuwvliet (Zeeland). In de volksmond wordt deze plaats ook wel Sinte Pier genoemd. Saint Troë = Stroe (Gelderland). Naar het voorbeeld van het Zuid-Franse Saint-Tropez. San-de-Luté = het Lutter zand (Overijssel). San is geen Frans woord, maar wekt wel associaties met het San waarmee vele Spaanse plaatsnamen beginnen. Soif = Dorst (Noord-Brabant). Soif betekent 'dorst, lichamelijke behoefte aan drinken'. Soleil-et-Breugèl = Son en Breugel (Noord-Brabant). Spachembourg = Spakenburg (Utrecht). Ook in het nep-Duits, als Spachenburg. Tïèl-aux-Bains = Tiel (Gelderland). Troismontagnes = Driebergen (Utrecht). Varianten zijn: Tres Montes (Spaans) en Tre Montane, dat Italiaans lijkt maar het net niet is (het is wellicht beïnvloed door tramontane, 'noordenwind'). Troismontagnes komt ook voor met een nadere plaatsbepaling: Troismontagnes, in de buurt van Ameronges. Uchelin-les-Bains = Ugchelen (Gelderland). Ook wel (kortweg) Uchelain. In een sketch van Wim Sonneveld komt een Broekelo-les-Bains voor. Dit is
140
een verfranste vorm van een denkbeeldig dorp, want Broekelo bestaat niet echt. Village-de-la-Tête = Hoofddorp (Noord-Holland). De Wouwse Plantage in Noord-Brabant, bijgenaamd De Wouwse Pin, Pindorp en De Pin, werd of wordt wel Village-du-Pin genoemd. Vorbourg-sur-Vliét = Voorburg ('aan de Vliet') (Zuid-Holland). Vergelijk Fauhourg-la-Haye.
B. Engels Almore = Almere (Flevoland). In het nep-Frans ook wel Port d'Almère genoemd. Appleshire = Appelscha (Friesland). Hoewel in het Engelse taalgebied veel plaatsnamen beginnen met Apple-, bestaat er nergens een graafschap Appleshire. Blackberry Forest = Braambosch (Noord-Brabant). Black Pantalonië = Swartbroek (Limburg). Gehoord in Weert en omstreken. Blackpool = Zwartewaal (Zuid-Holland). Blackpool is een bekende Engelse badplaats ten noorden van Liverpool. Brooklyn = Breukelen (Utrecht). Zoals bekend is Brooklyn, de naam van een stadsdistrict van New York, een 'omzetting' van Breukelen. De Nederlanders vestigden daar in 1625 een nederzetting, die in 1664 in Engelse handen overging. Volgens Amerikaanse etymologen veranderde Breukelen in Brooklyn onder invloed van plaatsnamen als Brookland, Brookline en Lynn. Carmountain = Wagenberg (Noord-Brabant).
141
Dutch Corner = Hoek van Holland (Zuid-Holland). Een variant is: Hooker of Holland. Zoals bekend betekent hooker 'hoer'. De Engelsen noemen deze plaats Hook of Holland. Easterwood = Oosterhout (Noord-Brabant). 'In Oosterhout/ aldus een informant, 'vindt jaarlijks een scootertreffen plaats. Dit treffen heet Easterwood, de letterlijke vertaling van de plaats waar het evenement wordt gehouden. Met de uitdrukking "We gaan naar Easterwood" bedoelen scooteraars intussen niet alleen dat ze naar dat treffen gaan, maar ook naar de plaats Oosterhout, ook als ze daar buiten het evenement naartoe gaan.' Flower(y) Dale = Bloemendaal (Noord-Holland). Men sprak ook wel van Flowerdale-on-the-Beach. Halfway = Halfweg (Noord-Holland). Halfweg bevindt zich halverwege Haarlem en Amsterdam, vandaar de naam. Hard Labour's Valley = Nijverdal (Overijssel). Highmade = Hoogmade (Zuid-Holland). Het made in de Nederlandse plaatsnaam gaat terug op een oud woord voor 'hooiland' en heeft niets te maken met het Engelse made, 'gemaakt'. High Moor = Hoogeveen (Drente). Highsand Saplake = Hoogezand-Sappemeer (Groningen). Varianten zijn Highsand-Sappelzke en Juicerlake. Hoogezand-Sappemeer komt ook voor in de omgedraaide vorm Sappezand-Hoogemeer. Hillywood = Hilversum (Noord-Holland). Vanzelfsprekend ontstaan onder invloed van Hollywood, een stadsdeel van Los Angeles en het centrum van de Amerikaanse filmindustrie. Hilversum zal deze bijnaam danken aan de aanwezigheid van de nationale omroepen. Vergelijk Zwollywood. Kingswood = Koningsbosch (Limburg).
142
Landslake = Landsmeer (Noord-Holland). Lillyville = Lelystad (Flevoland). Longfïeld on the Beach = Langevelderslag (Noord-Holland). Een variant is Longfielderbattle. Longshort = Langbroek (Utrecht). Long Tree City = Langenboom (Noord-Brabant). Soms worden Nederlandse plaatsnamen alleen verengelst door er city aan toe te voegen. Voorbeelden zijn: Alverna City, Stompwijk-City en Wijchen City. Overigens werden deze namen niet alleen gevormd als nepvakantiebestemming. Een informant schreef hierover: 'In Deventer, waar ik ben opgegroeid (ik heb er van 1978 tot 1992 gewoond), had het toevoegen van city altijd een bijbetekenis. Het suggereerde dat de genoemde plaats een grote wereldstad was. We gebruikten het natuurlijk vooral ironisch bij kleine dorpjes. Het meest gebruikt was Schalkcity voor Schalkhaar, maar ook Twello City en bijvoorbeeld Lettele City waren niet ongebruikelijk. Het was vooral een manier voor ons "grootsteedse" Deventernaren om onze klasgenoten uit de omliggende dorpen te laten weten uit wat voor gat ze wel niet kwamen.' Look Hill Beach = Kijkduin (Zuid-Holland). Wordt ook Lookdune genoemd, en Costa del Haya ('de kust bij Den Haag'). Lord's Moor = Heerenveen (Friesland). Millhill = Molenberg (Limburg). Ook: Millmountain. Mill Hill is een plaats in Engeland, waaraan een bekende missiebeweging haar naam heeft ontleend. Needlewick = Naaldwijk (Zuid-Holland). New Fun = Nieuwegein (Utrecht). Ook: New Joke. Payhim = Dokkum (Friesland). Waarschijnlijk bedacht door de cabaretier Fons Jansen (1925-1991). Jansen gebruikte deze naam in een conference over een Amerikaanse toerist in Friesland. 3
Poet China = Puth Schinnen (Limburg). Renessee Beach = Renesse (Zeeland). Zie de inleiding van dit hoofdstuk. Ridderquerque = Ridderkerk (Zuid-Holland). Waarschijnlijk gevormd naar het voorbeeld van Dunkerque, de Franse naam voor Duinkerken. Rocky Mountains = Steenbergen (Noord-Brabant). Natuurlijk met een knipoog naar de Rocky Mountains in de Verenigde Staten. Zevenbergen wordt wel Seven Mountains genoemd. Rose Valley = Roosendaal (Noord-Brabant). South Lake City = Zuidermeer (Noord-Holland). Spike City = Spijkenisse (Zuid-Holland). Ook: Spijkcity. Vooral bekend in Rotterdam en omgeving. Square Mountains = Haaksbergen (Overijssel). Stonecity = Steenwijk (Overijssel). Sunny mountains = Sonse bergen (Noord-Brabant). Sweet Lake City = Zoetermeer (Zuid-Holland), vrij naar Salt Lake City in de Verenigde Staten. In het nep-Duits bekend als Süss am See am Reichsbahn. Tripscity = Tripscompagnie (Groningen). Tripscompagnie wordt in Groningen vaak verkort tot Trips. Tripscity is daarvan een uitbreiding. Water Counts Lake = Watergraafsmeer (Noord-Holland). Winshots = Winschoten (Groningen). Woobridge = Woubrugge (Zuid-Holland). Het element wou- in Woubrugge komt van woud, maar het Engelse to woo betekent (iemand) 'het hof maken'. 144
Zwollywood = Zwolle (Overijssel). Deze bijnaam, die vanzelfsprekend is ontstaan onder invloed van Hollywood, is vrij wijd verbreid. 'Door ons,' aldus een informant, 'wordt vaak aan Zwolle gerefereerd als Zwollywood, vooral om de grootsteedse kwaliteiten te benadrukken.' Vergelijk Hillywood.
C. Duits Ausserhorn am Seidelsee = Uithoorn ('bij het Zijdelmeer') (Noord-Holland). Bad Neuschanz = Nieuweschans (Groningen). 'De naam ontstond,' aldus een informant, 'toen de grensplaats Nieuweschans zichzelf tot kuuroord uitriep. Overigens noemen de Duitse buren Nieuweschans werkelijk Neuschanz.' Men zegt ook wel Bad Neueschwanz. Hierbij zal schwanz in de betekenis 'pik' een rol hebben gespeeld. Batzenburg = Batenburg (Gelderland). Blödewiesen = Simpelveld (Limburg). Een andere omzetting is Einfachswiese. Beide namen zijn wijdverbreid in (Nederlands) Limburg. Bunnich am Rhein = Bunnik (Utrecht). Ook simpelweg Bunnich. Vooral in Utrecht een wijdverbreide naam. 'De naam,' aldus een informant, 'stamt mogelijk uit de bezettingstijd. Zoals in veel andere villadorpen - wat Bunnik toen nog was - woonden in Bunnik relatief veel NSB'ers. Bunnich kan dus als scheldnaam zijn ontstaan.' Als vakantiebestemming wordt Bunnik ook wel Bunnik aan Zee genoemd. Vergelijkbare vormingen zijn Harpel aan Zee en Hopel aan Zee. Dreihausen am Lei = Driehuizen (Noord-Holland). Een informant schreef: 'Mijn vader, die tot de jaren tachtig nooit op vakantie ging, antwoordde op de vraag waar hij deze vakantie naar toe zou gaan steevast met de uitdrukking: "Naar Dreihausen am Lei." Driehuizen ligt vijf kilometer ten westen van De Rijp aan het meertje de Lei. Hoewel de naam gemakkelijk te verduitsen is, wist iedereen in de omgeving natuurlijk wat mijn vader bedoelde.'
145
Driël am Rhein = Driel (Gelderland). Fürholz = Voorhout (Zuid-Holland). Fürschossen am Vliet = Voorschoten (Zuid-Holland). Geisbach am Issel = Giesbeek (Gelderland). Grösbach = Groesbeek (Gelderland). Heiligenwald = Heiloo (Noord-Holland). Hemstetten = Heemstede (Noord-Holland). Krälingerwald, Krelingerwald = het Kralingse Bos in Rotterdam. De nepSpaanse variant is Costa del Kralingen. Loo am Rhein = Loo (Gelderland). Het Loo bij Westervoorde en Duiven in Gelderland ligt aan de Rijn. Neu-Kauf = Nieuwkoop (Zuid-Holland). De Nieuwkoopse Plassen worden wel de Neu-Kaufer Seen genoemd. Niederbach = Neerbeek (Limburg). Nimwegen am Waal = Nijmegen (Gelderland). Oberkirche am See = Bovenkerk (Noord-Holland). Oisterbach am Rhein = Oosterbeek (Gelderland). Men spreekt ook wel van Osterbach am Niederrhein. Platzenbourg am Rhein = Plattenburg, een deel van Arnhem, dat aan de Rijn ligt. 'Voor Arnhemse vakantiethuisblijvers/ aldus een informant, 'was Platzenbourg am Rhein een vaakgebruikte vakantiebestemming.' Riesberge = Rijsbergen (Noord-Brabant). Ook wel, met een Franse uitspraak, Risbergé genoemd. 146
Sachsenheim = Sassenheim (Zuid-Holland). Sankt Ockern = Stokkum (Gelderland). Met als nadere plaatsbepaling: zo'n 8jo kilometer ten noordwesten van Innsbruck. Schinkenhosesee = Hambroekpias (een recreatiepias in de buurt van Borculo in Gelderland). Siebenhausen = Zevenhuizen. Nederland telt maar liefst tien plaatsen die Zevenhuizen heten (plus nog een Zevenhuis en een Zevenhuizen-Moerkapelle). Welke plaats bedoeld is, is niet duidelijk. Spachenburg = Spakenburg (Utrecht). Ook in het nep-Frans, als Spachembourg. Steindorf in der Nähe von Basel = Steendorp en Bazel (Oost-Vlaanderen). Een informant schreef ter toelichting: 'In de jaren vijftig en zestig in Waasland - de regio tussen de rivieren de Durme en de Schelde - gebruikt als fictief reisdoel. Naar de dicht bij elkaar liggende plaatsen Steendorp en Bazel.' Südhose = Zuidbroek (Groningen). De Franse 'omzetting' is Pantalon du Sud. Süss am See am Reichsbahn = Zoetermeer (Zuid-Holland). In het nep-Engels bekend als Sweet Lake City. Thull am See = Thull (Limburg). Uddel am See = Uddel (Gelderland). De See is uiteraard het Uddelermeer, ook wel Lac- Uddèl genaamd. Waldhausen = Bosschenhuizen (Limburg).
147
D. Spaans, Italiaans, Grieks en Latijn Alcmaria del Norte = Alkmaar (Noord-Holland). Alfïno di Rino = Alphen aan den Rijn (Zuid-Holland). Amelando del Sol = Ameland, het waddeneiland voor de kust van Friesland. Borgerocco = (denigrerende) bijnaam voor de wijk Borgerhout in Antwerpen, waar veel migranten wonen. Hugo Claus gebruikte de naam in 1995 in een libretto voor een opera getiteld Borgerocco of De dood in Borgerhout. Een informant schreef: 'Het Vlaams Blok is de partij die garen spint uit deze benaming. Zij gebruiken Borgerocco te pas en te onpas om het multiculturele evenwicht, dat altijd erg moeilijk te verwezenlijken is in deze buurt, te kleineren. Voorzover ik weet komt de benaming Borgerocco oorspronkelijk uit 't Pallieterke, een rechts gazetje met enige sympathie voor het Vlaams Blok.' Borgerocco is een samentrekking van Borgerhout en Marroco. Cornus = Hoorn (Noord-Holland). Cornus is Latijn voor 'hoorn'. Costa Bakka = Bakkum (Noord-Holland). In Bakkum is een grote camping waar veel Amsterdammers hun zomervakantie doorbrengen. Met Bakka zal ook worden gezinspeeld op (in de zon) bakken. Andere 'vertalingen' met Costa (Spaans voor 'kust') zijn: Costa Andeletica (Andel in Noord-Brabant, met strandjes aan de Maas), Costa Braba of Brabo (voor Brabant, naar het voorbeeld van Costa Brava), Costa di Breka of Breko (De Breek bij Landsmeer in Noord-Holland), Costa da Cama (Chaam in Noord-Brabant), Costa del Ganza (het Ganzendiep), Costa del Haya (Kijkduin in Zuid-Holland), Costa del Kralingen (het Kralingse Bos in Rotterdam), Costa de Lemmer (Lemmer in Friesland), Costa Marcelo (Markelo in Overijssel), Costa de Nol (het Nollenstrand bij Vlissingen in Zeeland), Costa del Pierre of Costa del Piet (recreatiegebied 'De Piet' aan het Veerse Meer), Costa del Scharos (Scharendijke in Zeeland) en Costa del Slota (Slotermeer in Friesland of de Sloterplas in Amsterdam). De oevers van de Maas zijn wel aangeduid als Costa della Mosa en thuisblijvers hebben wel als bestemmingen opgegeven Costa Balcon(\)a, Costa del Jardin, Costa del Tuyn, Costa Gene Sol, Costa
148
Nixa, Costa del Pladac, Costa Veranda en Costa Del Zolder. Duitsers die naar de Duitse Noord- of Oostzeekust gaan, brengen hun vakantie door aan de Costa Germanica. Cromenia = Krommenie (Noord-Holland). Men zegt ook wel Krommenie. Lago di Spartèl = Spartelmeer (Noord-Holland). Andere omzettingen met Lago (Italiaans en Spaans voor 'meer', maar vooral de Italiaanse meren zijn in Nederland een begrip) zijn: Lago di Bergumo (Bergumermeer in Friesland), Lago di Breka (De Breek bij Landsmeer in Noord-Holland), Lago de Brielle (Brielse meer), Lago di Kago (de Kagerplassen in Zuid-Holland), Lago di Otèrlo (het meer van Otterlo in Gelderland), Lago di Piko (het Pikmeer in Friesland), Lago Patowoldo (het Paterswoldse Meer), Lago di Sneko(s) (het Sneekermeer in Friesland) en Lago Mièrda (een meer bij Lage Mierde in Noord-Brabant), dat in het Spaans zoiets betekent als 'Strontmeer'. Overigens sprak men in plaats van lago ook vaak van lagos. La Tropica = Lattrop (Overijssel). Mierlo de Janeiro = Mierlo (Noord-Brabant). Monte Craailo. 'In Hilversum gaven de thuisblijvers vroeger als reisdoel Monte Craailo op,' aldus een informant. 'Met Craailo werd dan een fraai openluchtzwembad aan de rand van het dorp bedoeld, dat er helaas niet meer is.' Iemand anders schreef: 'In Muiden had Jan Kroket, die een snackbar dreef, het over Monte Crailo en Dieman. Daar ging hij op vakantie. Buitenstaanders vonden het heel chic, maar wij wisten wel dat hij Craailo en Diemen bedoelde.' Monte Forte = Montfoort (Utrecht). Mont Mare = Bergen aan Zee (Noord-Holland). De 'Franse' omzetting voor deze strandplaats is Montagne-au-Mer. Playa del Zanddijk = Zanddijk (Zeeland of Zuid-Holland). De populariteit van de Spaanse playas in aanmerking genomen, komt playa in fictieve plaatsnamen opmerkelijk weinig voor. De enige andere voorbeelden zijn:
149
Playa del Linge (de Linge in Gelderland), Playa de l'homme defer (het strand van de IJzeren Man, een recreatiepias in de bossen van Vught), Playa del Balcona en Playa (soms met de of del) Hiero (om te zeggen: wij blijven thuis). Puccini = Puth-Schinnen (Limburg). San Pietro del Poro = Sint Pieter (Limburg). Een informant schreef ter toelichting: 'Ik ben opgegroeid in Maastricht aan de voet van de Sint Pietersberg, een buurt met een landelijk karakter. Als ons armere kinderen gevraagd werd waar we op vakantie gingen, dan antwoordden we: naar San Pietro del Poro oftewel naar "Sint Pieter tussen de Poor". Poor is het dialectwoord voor "prei"/ Santa Forta al Mare = Zandvoort aan Zee. Andere vormingen met Santa ('Sint') zijn Santa Porto (Santpoort) en Santa Vorda (Zandvoort), beide in Noord-Holland. Tesselini = Texel. De uitgang -ini zal zijn toegevoegd om het waddeneiland een Griekse klank te geven. Tre Montane = Driebergen (Utrecht). Varianten zijn: Tres Montes en Troismontagnes. Vechelles a larivièra= Veghel ('aan de rivier de Aa') (Noord-Brabant).
150
14 Exotische vakantiebestemmingen rond het huis: van Achtertuinië tot Villa Waranda
Zoals gezegd zijn veel fictieve plaatsnamen ontstaan als grappig bedoeld antwoord op de vraag 'waar gaan jullie dit jaar naartoe met vakantie?' Dit heeft geleid tot een grote stroom 'vertalingen' van Nederlandse plaatsnamen in het Frans, Duits, Engels, Spaans, Italiaans, Grieks en Latijn. Maar er waren natuurlijk ook nog de thuisblijvers, de mensen die helemaal niet met vakantie gingen, zelfs niet in eigen land. Die hebben weer een andere groep fictieve plaatsnamen opgeleverd, namelijk plaatsnamen die zeggen: wij blijven thuis. Thuis betekent in dit geval: in de tuin (een element dat in verschillende talen in vijftien fictieve plaatsnamen voorkomt), op het balkon of het terras (samen goed voor zestien plaatsnamen) of simpelweg rond het huis - met ruim twintig plaatsen de grootste groep. De thuisblijvers maakten wel uitstapjes in de omgeving, en om ook dat exotisch te laten klinken, werd een spel gespeeld met namen als Cuba, Deo, Reo en Thailand.
Achtertuinië Komt ook voor in de vorm Achtertunia. Thematisch verwant zijn: Badimgarten, Bad Meingarten of kortweg Meingarten (met de nadruk op Mein), Costa del Jardin, Costa del Tuyn, Gardenia, Gran Tuinaria (geïnspireerd op Gran Canaria, het gaat hier om een variant van het in Den Haag veel gebruikte Canarische Weilanden), Grazonië, (Bad) Hintergarten, SaalbachHintergarten en Tuinesië (dat natuurlijk is geënt op Tunesië). Een infor-
151
mant uit Diessen in Midden-Brabant schreef: 'Ik heb eens iemand horen zeggen: "We zitten de hele zomer in de Keukenhof" Na een verbaasde reactie volgde dan de clou: "Ons vrouw in de keuken en ik in d'n hof." Hof is een regionale aanduiding voor "tuin".' In West-Brabant gaat men soms op vakantie naar de viva la plets, 'waarbij plets dialect is voor "achtertuin" of "erf", aldus een informant. In Sint-Niklaas in Oost-Vlaander en zegt men wel naar Bankenhof, dus 'naar de bank in de tuin'.
Baggaragatti 'In Limburg rond Roermond,' aldus een informant, 'was Baggaragatti een vakantiebestemming voor de thuisblijvers. Dat is zo rond 1975 begonnen. Er kwamen steeds meer baggergaten die voor recreatie werden benut. Het was gratis en het water was redelijk. Ook waren er vaak strandjes.'
Balkonië Wij hebben het woord halkon aan het eind van de 17de eeuw overgenomen uit het Frans. De oorspronkelijke betekenis is 'kroonlijst'. Als vakantiebestemming voor thuisblijvers is Balkonië lange tijd zeer populair geweest. Het is één keer met een uitbreiding aangetroffen, in Den Haag. Daar zei of zegt men: naar Balkonië, bereikbaar met de haringkoets vanaf het Nassauplein. Varianten zijn Balconiënburg, (La) Balkonia, Balkoniohoven, Costa Balcon(i)a of Balkonica, Gran Balconia, Eigonos Balconos en Playa del Balcona.
Blekeveld 'Mijn ouders gingen en gaan altijd met vakantie naar Blekeveld,' aldus een informant. 'Hiermee geven zij aan niet op vakantie te gaan, zij bedoelen het grasveld achter hun huis. Het veld waar de was lag te drogen/bleken (bleekveld). Ik heb gemerkt dat deze term in Oost-Groningen (Winschoten en omgeving) algemeen bekend is en ik heb het in de stad Groningen ook al enkele keren gehoord. Ook mijn oma sprak van Blekeveld als vakantiebestemming.' In de 19de eeuw telde Nederland nog dertien plaatsnamen met Bleek-, inmiddels is daar niet één meer van over.
152
Corniche 'Naar Corniche,' aldus een Vlaamse informant, 'wordt gebruikt als men zijn vakantie gaat besteden aan thuiskarweitjes, vooral schilderwerk. Een corniche is in ons dialect een dakgoot.' De informant is afkomstig uit Aarschot in (Belgisch) Oost-Brabant. In de buurt van Mechelen spreekt men wel van Saint-Corniche. En iemand uit Berchem schreef: 'Iemand zonder geld gaat op vakantie naar Corniche tout pres de la Panne (of: Corniche, dichtbij De Panne). Eigenlijk wil dat zeggen dat hij "in de dakgoot vlak onder de pannen" gaat hangen, maar het klinkt alsof het een dorpje in de buurt van La Panne betreft, wat dan weer een bestaand kustplaats je is.' Waarschijnlijk speelt hierbij nog de gedachte mee aan de vroeger zeer exclusieve Cöte d'Azur, waarop je een fraai uitzicht had vanaf de route de la Corniche, die langs de berghellingen in het achterland kronkelde.
Costa Nixa, Costa Gene Sol, Costa del Pladac Volgens een informant is Costa Nixa tamelijk bekend in Vlaanderen. Deze uitdrukking komt ook in het Duits voor. Een andere Vlaamse variant is Costa Gene Sol, ofwel 'Costa Zonder Zon'. En iemand uit Nijmegen schreef: 'Op mijn oude adres had ik tuin noch balkon, maar wel een groot plat dak. Mijn vakantiebestemming was dan ook vaak Costa del Pladac dan wel Costa del Pladaque.'
Cuba In Breda en omstreken geregeld gehoord als zogenaamd exotische vakantiebestemming (het eiland Cuba), terwijl Cuba hier een acroniem is voor de in de nabijheid gelegen dorpen Chaam, Ulvenhout, Bavel en Alphen (volgens anderen gaat het om Chaam, Ulicoten, Baarle-Nassau en Alphen). Overigens bestaan er ook echte plaatsnamen die op een vergelijkbare manier zijn gevormd. Zo is Laarbeek in Noord-Brabant een 'samentrekking' van Lieshout, Aarle-Rixtel, Beek en Donk. Vergelijk Thailand.
153
Deo Gevormd naar het voorbeeld van Reo (zie aldaar). Toen ik nog studeerde,' aldus een informant, 'had ik geen cent te makken. Wanneer iemand naar mijn vakantiebestemming informeerde, antwoordde ik altijd: ik ga naar Deo (wat betekent: Delft en Omstreken).' Een Limburgse variant is Borneo, voor 'Born en omgeving'. Borneo (tegenwoordig Kalimantan) is het grootste eiland van Zuidoost-Azië.
Deusanvent 'Een vriend van ons,' aldus een correspondent, 'was lekker bruin na een vakantie, althans dat dachten wij. Op de vraag waar hij geweest was, kregen we als antwoord: in Deusanvent. Hij was bruin geworden onder de hoogtezon: 220 volt.'
Domicilia De Latijnse variant op dit thema. Domicilium betekent 'woning, woonplaats, paleis'. Domicilia is het meervoud, maar zal hier vooral vanwege de Italiaans aandoende klank zijn gekozen.
Environs-la-maison Waar gaan jullie dit jaar naartoe? Naar Environs-la-maison. Oftewel: wij blijven rond het huis. De Duitsklinkende variant is Umkebum, lees: Umgebung.
Gaat-nie-meer 'Een actuele fictieve bestemming voor de thuisblijvers,' aldus een informant, 'is Gaat-nie-meer- omdat de lastminutes ook al weg zijn. Dit zal zijn geïnspireerd op het Gardameer.' Een variant is 't Kanniemeer.
Gallerije Dat wil zeggen: wij blijven op de galerij van onze flat.
154
Meer van Hiernève Oftewel: het meer van hiernaast. Hiermee werd in Noord-Limburg het meer de Grote Siep (nu Mookerplas geheten) aangeduid. Bron van inspiratie is natuurlijk het Meer van Genève. De Grote Siep werd ook De Middelaarse Zee genoemd.
Mongazon Oftewel: mijn gazon. Deze tuinvariant werd ingezonden door iemand uit Vlaanderen.
Nieveranche 'Als je in Deinze, in Oost-Vlaanderen, waar ik in de jaren vijftig en zestig opgroeide, aan iemand vroeg waar hij dat jaar naar op reis ging, kreeg je wel eens als antwoord: "naar Nieveranche". "Nergens" was in ons dialect nieverans. De schertsende "verfransing" van het woord gaf het een uitheemse, chique klank, gaf aan dat de spreker zich van de ironie bewust was, of kon de naïeve vrager om de tuin leiden.' Ook aangetroffen als Nievéranc, niverance en als Nieverans-les-Bains. Soms voegde men eraan toe dat men in Nieveranche had gelogeerd in hotel Chez Nous.
Nirgendshausen De 'Duitse' variant van Nergenshuizen.
Parijswijk Gehoord in Den Haag en Delft en omstreken. De eerste signalementen dateren uit het begin van de jaren zestig, maar deze samentrekking van Parijs en Rijswijk kan al ouder zijn. Vanuit Delft en Den Haag was Rijswijk heel dichtbij - zo goed als thuisblijven.
Playa de(l) Hiero Nep-Spaans voor 'het dichtstbijzijnde strand'.
155
Reo In Rotterdam een geliefde nepvakantiebestemming voor de thuisblijvers. Reo is een afkorting van 'Rotterdam en omgeving'. De afkorting is ook gebruikt voor 'Rijswijk en omgeving' en 'Roosendaal en omgeving', maar de Rotterdamse toepassing lijkt ouder en is veel wijder verbreid. Het idee is om Reo een beetje te laten klinken als Rio, dus als het exotische Rio de Janeiro in Brazilië. De vroegste voorbeelden dateren uit de jaren zestig.
Rundhausen Een van de meest genoemde vakantiebestemmingen van thuisblijvers is Rundhausen. Deze plaatsnaam werd door tientallen informanten ingezonden, uit alle delen van het land. Er zijn twee uitgebreide varianten, Rundhausen am Thür en Rundumhausen, er is een Nederlandse 'vertaling', Rondhuizen (met de klemtoon op huizen), en er zijn vele varianten, zoals Bleib im Hausen, Hinterhausen, Nachbarhausen en Umhausen. De 'Engelse' variant is Round-the-house. En dan zijn er diverse variaties op hetzelfde thema, zoals: wij gaan naar Achterroma, naar Saint-Souterrain ('Sint-Kelder'), naar Costa Del Zolder, of naar Hal, net achter de voordeur.
Stoepe 'Als vakantieadres gaven kennissen van mijn ouders ooit eens Stoepe op (waarbij zij er een enigszins Duitse uitspraak op nahielden). Als antwoord op de gestelde vraag: "waar ligt dat nou in godsnaam" kwam dan het antwoord: "gewoon, bij ons voor de deur..." Het was in de jaren zeventig, toen al die reisverhalen toch een beetje als "kouwe kak" opgevat werden,' aldus een correspondent uit Utrecht. Elders is Stuphause gesignaleerd.
Terrassië In de jaren zestig gehoord in Twente. Varianten zijn Dakterrasia, Terrazzadi-plaza-om-di-hoek-ja, El Terrassa en Terrasso.
156
Thailand Het is Groningen een geliefd grapje, dat door tientallen informanten is ingezonden. 'Waar gaan jullie dit jaar naartoe?' 'Naar Thailand'. 'Wat, helemaal naar Thailand?' 'Nee joh, naar 't ailand (het eiland).' Dat wil zeggen: naar Schiermonnikoog. Dit alles natuurlijk in Gronings dialect, waarin 't ailand bijna hetzelfde klinkt als Thailand, zeker als het lidwoord wordt afgekapt. Het grapje is ook in Rotterdam gesignaleerd, op z'n plat-Rotterdams, maar verreweg de meeste meldingen komen uit het noorden van Nederland. Net als bij Reo dateren de vroegste voorbeelden uit de jaren zestig. Overigens bestaat er enige discussie of met 't ailand nu alleen Schiermonnikoog kan worden aangeduid, of ook Ameland. De meesten noemen Schier, dat het dichtst bij Groningen ligt. Vergelijk Cuba.
Thushavn 'Wilt u suggereren dat u naar Denemarken gaat,' aldus De Telegraafoip 20 juli 2002, 'geef dan Thushavn op als vakantieplaats. Gewoon thuis dus.' Thushavn is een van de weinige fictieve plaatsnamen die met een Scandinavisch accent moeten worden uitgesproken. Een andere is K0ked0r ('keukendeur'). 'Wij strijken neer vlak achter Kjzfkedor,' hoorde een informant uit Hengelo ooit iemand zeggen.
Trapportalia Oftewel: in het trapportaal, maar dan met een Italiaans tintje.
Villa Waranda 'Bij ons in de familie gaan we, als we thuis blijven,' aldus een informant, 'tot op de dag van vandaag naar Villa Waranda. Ik kan die uitdrukking terugvoeren tot mijn oma (geboren 1898 in Amstelveen). Ze had een witgeschilderd, houten balkon, met uitzicht op binnentuinen. Zij en m'n opa zaten daar op warmere dagen graag. Toen mijn oma me ten slotte uitlegde hoe het zat, benadrukte ze dat het Villa Waranda was en nadrukkelijk niet Villa Veranda. Veranda was te gewoontjes.' Veranda komt weer wel voor in Costa (del) Veranda - nog een manier om te zeggen 'wij blijven thuis'. 1
57
16 Lutjebroeken in Nederland
Toen Hans Breukhoven eind 2001 bekendmaakte dat hij de muziekketen Free Record Shop van de beurs zou halen, zei hij dat te doen omdat hij geen zin meer had om aandeelhouders in Vlagtwedde te bezoeken. In theorie is het mogelijk dat de Vlagtwedders relatief veel muziekaandelen hadden gekocht, maar we mogen gevoeglijk aannemen dat Breukhoven het overdrachtelijk bedoelde. Hij had geen zin om zijn beleid tot in de kleinste uithoeken van de provincie te gaan uitleggen. Breukhoven zei Vlagtwedde, maar hij had ook Appelscha, Gasselternijveenschemond, Jipsingboertange, Jipsingboermussel, Oostdongeradeel, Schinop Geul of Tietjerksteradeel kunnen zeggen, want ook die namen duiken met enige regelmaat op in de betekenis van 'negorij, gehucht, plaats diep in het achterland'. Het is niet toevallig dat het om plaatsen in Drente, Groningen, Friesland en Limburg gaat, want vooral in de Randstad worden deze provincies als het achterland beschouwd. Dat ook Stampersgat en Knollendam wel eens worden gebruikt voor 'gehucht, plaats waar nooit iets gebeurt', heeft minder met hun ligging te maken dan met hun klank. Stampersgat ligt in Noord-Brabant (voor de seksuele bijbetekenis van deze plaatsnaam zie hoofdstuk 19), en (West-)Knollendam in Noord-Holland, maar ze klinken way back yonder, zoals de Amerikanen zeggen. Overigens is het opmerkelijk dat je dit overdrachtelijke gebruik van Appelscha, Gasselternijveenschemond, Jipsingboermussel,
Knollendam,
Oostdongeradeel, Schin op Geul, Stampersgat, Tietjerksteradeel en Vlagt-
158
wedde nauwelijks in kranten tegenkomt. Mogelijk vinden journalisten een en ander te makkelijk of te flauw (en inderdaad, grapjes met Tietjerksteradeel zijn inmiddels wel erg oubollig). Bovendien levert zoiets al snel boze brieven op van gepikeerde gemeentevoor lichters. Hoe het ook zij, die terughoudendheid is beduidend minder bij Lutjebroek, de moeder van alle negorijen in Nederland. Zo verklaarde Francien Biesheuvel op 9 februari 2002 in het Rotterdams Dagblad: 'Ik heb er absoluut geen zin in om nu nog burgemeester van één of ander Lutjebroek of een ander gat te worden.' En
CNV-Voorzitter
Doekle Terpstra verklaarde op
14 april 2002 in NRC Handelsblad: 'We worden in toenemende mate een provincie van Europa. Als je daar invloed op wilt houden, dan lukt je dat niet via de CAO-tafel van Lutjebroek.' Nog een laatste voorbeeld: LTO-voorzitter Doornbos zei op 9 oktober 2001 in de Staatscourant: 'Als er behoefte is aan natuurbeheer ergens in lutjebroek kan Platteland BV de boeren regelen die dit gaan uitvoeren.' Let wel: in dat laatste voorbeeld wordt lutjebroek zelfs zonder hoofdletter geschreven, alsof het een soortnaam is in plaats van een bestaande plaats. De vraag is sinds wanneer Lutjebroek deze dubieuze reputatie heeft, en hoe het eraan gekomen is. De ligging heeft er in ieder geval niet veel mee te maken, want Lutjebroek ligt tussen Hoorn en Enkhuizen, nog geen halfuur van Amsterdam. Lutjegast, Lutjelollum, Lutjeloo of Lutjewij twerd waren meer in aanmerking gekomen, want die liggen in Groningen en Friesland. Nee, ook bij Lutjebroek gaat die reputatie in de eerste plaats terug op de klank. Lutjebroek klinkt als een klein gehucht, en dat is het ook. Sterker nog: lutje betekent 'klein'. De plaatsnaam is voor het eerst aangetroffen op een kaart uit 1288, als Luttekebroec. Men wilde het dorp hiermee onderscheiden van het nabijgelegen Grootebroek. Broek betekent hier overigens 'broekland, drassig land'. Lutjegast is op dezelfde manier gevormd, vanwege het naburige Grootegast. Inmiddels is lutje niet meer zo'n bekend woord, maar de Grote Van Dale vermeldt het nog met als betekenissen 'een weinig', 'poosje', 'pinkring' en 'klein persoon'. Het is verwant met luttel, dat nog wel volop wordt gebruikt en dat 'klein, gering, weinig' betekent. Sinds wanneer gaan de Lutjebroekers nu gebukt onder het negatieve imago van hun dorpsnaam? Bij het gemeentehuis blijken ze hier geen stukken over te hebben, maar ze vermoeden sinds de jaren zestig van de 20ste eeuw. Dat zou wel eens een goede schatting kunnen zijn, want in
159
1968 had Trea Dobbs een hitje met een nummer dat de reputatie van Lutjebroek geen goed zal hebben gedaan. Het gaat om het lied 'Was jij maar in Lutjebroek gebleven' (een bewerking van 'Wärst du doch in Düsseldorf geblieben' van G. Buschor en Chr. Bruhn). Het refrein luidt: Was jij maar in Lutjebroek gebleven met je hengel en je wurremen erbij Was jij maar in Lutjebroek gebleven dat was beter voor jou en voor mij en voor Lutjebroek erbij! Het is niet duidelijk of Trea Dobbs met dit liedje de rurale reputatie van Lutjebroek heeft gevestigd of alleen maar bevestigd. Oudere sporen van deze reputatie zijn niet gevonden. Weliswaar bestaat er een bruiloftsvoordracht uit omstreeks 1926 getiteld Janus en Manus Kinkel uit Luttewinkel, maar daarin gaat het om Lutjewinkel (ook in Noord-Holland), niet om Lutjebroek. Bovendien is Lutjewinkel hier waarschijnlijk alleen gekozen vanwege het rijm. Daarnaast is in 1925 de uitdrukking hij komt van Grootebroek, maar Lutjebroek komt eerst opgetekend. Het gaat om een uitbreiding van hij komt van Grootebroek voor 'hij is een opschepper'. Dit kan Lutjebroek weinig kwaad hebben gedaan, want de naam wordt hier juist positief gebruikt. Kortom, het lijkt er inderdaad op dat Lutjebroek het in de volkstaal pas sinds de jaren zestig moet ontgelden. Zeker is dat er sinds die tijd varianten op de plaatsnaam zijn ontstaan die het provinciale karakter nog moeten versterken, zoals Lutjebroek aan de greppel, Lutjebroek achter Baslevanje en Lutjeberenbroek. Daarnaast zijn er varianten aangetroffen als Lutjeputje en Flutjebroek. Curieus is dat deze ontwikkeling aan onze belangrijkste verklarende woordenboeken is voorbijgegaan. Weliswaar vermeldde de Grote Koenen Lutjebroek in 1986 met als betekenis 'spottende benaming voor een kleine, onbelangrijke plaats', maar in de daaropvolgende, kleine Koenens is dit niet terug te vinden. En in Kramers en de Grote Van Dale heeft Lutjebroek nooit gestaan. Terwijl het overdrachtelijke gebruik van deze plaatsnaam toch met gemak met tientallen vindplaatsen valt aan te tonen. Gelukkig wordt een en ander enigszins goedgemaakt door Marc De Coster, die Lutjebroek in 1998 opnam in zijn Woordenboek van populaire uit-
160
drukkingen, clichés, kreten en slogans. Hij definieert Lutjebroek als 'spottende benaming voor een afgelegen gehucht, een onbelangrijke plaats waar niets te beleven valt'. Als een van de vindplaatsen vermeldt De Coster een citaat uit Morgen zal ik mijn mannetje staan (1990) van Wim de Bie. De zin luidt: 'Of je nou uit de bush van Afrika komt of uit de slums van Lutjebroek, als iemand in een bak met water dondert, blijft 't gewoon lachen geblazen.' En zo is het.
161
14 Lutjebroeken in België
Kent België zijn eigen Lutjebroeken? Zeker. In de ogen van sommige Nederlanders is België zelfs één groot Lutjebroek, wat vergelijkbaar is met de mening van sommige Belgen dat alle Nederlanders uit Hoogenhuizen komen, lees: dat alle Hollanders het hoog in de bol hebben. In september 2002 vroeg ik aan de lezers van NRC Handelsblad en van Taalpost, een digitale taalbrief van uitgeverij Van Dale en van het genootschap Onze Taal met veel lezers in Vlaanderen, naar de Belgische Lutjebroeken. Naar de namen dus van bestaande plaatsen in Vlaanderen en Wallonië die overdrachtelijk worden gebruikt voor 'kleine, onbelangrijke plaats' of voor 'gehucht waar nooit iets gebeurt, einde van de wereld'. Ruim honderdvijftig lezers reageerden. Plaatsnamen die slechts door één of twee mensen werden genoemd, zijn niet opgenomen. Mogelijk worden die slechts in kleine kring of zeer plaatselijk gebruikt. Daarmee zijn - al dan niet terecht - namen afgevallen als Achterbroek, Beert, Bissegem, Dikkebus, Dikkelvenne, Godveerdegem, Haren-Buda, Heppen, Jezus-Eik, Melle, Olen, Oostrozebeke, Pamel, Piringen, Poelkapelle, Schellebelle, Smeerebbe-Vloerzegem, Westvleteren, Wippelgem, Wortel, Woubrechtegem, Zamelen, Zevekote en Zondereigen. Ook Genoelselderen is afgevallen, hoewel dit enige bekendheid geniet door het beroemde lied 'Je veux de 1'amour' van Raymond van het Groenewoud:
162
Da's al tien jaar da'k in 't vak zit 'k Heb gezongen in Aalst, Peutie, Zwevezele en Genoelselderen 'k Heb zalen doen vollopen, 'k heb ook zalen doen leeglopen 'k Heb succes gekend, 'k heb ellende gekend De overige plaatsnamen, die hieronder aan bod komen, werden door minstens drie informanten genoemd, maar doorgaans door veel meer.
*Bachten de Kupe Bachten de Kupe is geen dorp, maar een streek. Het is het gebied in WestVlaanderen tussen de rivier de Ijzer, de Noordzee en de Franse grens. De naam wordt in Vlaanderen algemeen gebruikt voor 'achterlijk gebied', 'plaats waar nooit iets gebeurt'. 'Als streek omvat Bachten de Kupe,' aldus een informant, 'enkele verre van achterlijke plaatsen, zoals de badplaatsen De Panne, Koksijde, Oostduinkerke, Nieuwpoort en de historisch belangrijke stad Veurne. Het is het kleine stukje Vlaanderen dat aan Frankrijk grenst en dat door de Ijzer van de rest van het land wordt afgescheiden. Bachten de Kupe is West-Vlaams voor "achter de kuip", een kuip die door die allerlaatste kromming van de Ijzer wordt gevormd.' Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd die 'kuip' om strategische redenen onder water gezet. In plaats van Kupe schrijft men ook Kuppe. Een gebruiksvoorbeeld, uit een discussiegroep op internet: 'Of ze nu pools is of deens of van bachten-dekupe, ze hadden een dom exhibitionistisch blondje nodig bij VTM voor het totaalbeeld van de groep.'
*Erps-Kwerps Dat Erps-Kwerps wordt gebruikt voor 'gehucht, plaats waar nooit iets gebeurt' zal komen door het binnenrijm en de exotische klank van deze plaats in Vlaams-Brabant. Echt klein is Erps-Kwerps niet; in 1977 - toen het deel werd van de gemeente Kortenberg - woonden er 4552 mensen. Erps-Kwerps is ooit ontstaan als fusie tussen de dorpen Erps en Kwerps. De naam Kwerps wordt door sommigen afgeleid van het Latijnse quadrivium, 'viersprong', en door anderen van Quaderebbe, dit is kwaad, 'slecht', plus rib, 'reep, smalle strook grond'. Erps komt waarschijnlijk van de riviernaam Arpia.
163
*Hout-s'i-ploüt Hoewel je zowel op de meeste landkaarten, als in de meeste atlassen en aardrijkskundige woordenboeken vergeefs zult zoeken naar Hout-s'iploüt, bestaat dit gehucht wel degelijk. Het ligt in Wallonië in de provincie Luik, tussen Plainevaux, Neupré en Esneux. 'Van mijn schoonvader, die voor zijn pensionering in de Belgische provincie Luik bij de Waterleiding werkzaam was,' aldus een correspondent, 'ken ik het Waalse Hout-s'iploüt, een plaatsnaam die in het Franstalige landsgedeelte nogal wat hilariteit vermag te verwekken. Mijn schoonvader gebruikte de uitdrukking in of naar Hout-s 'i-ploüt in twee betekenissen: voor "aan of naar het einde van de wereld" (waar de wereld met planken is dichtgespijkerd), of als antwoord op de vraag "waar ga je heen?", dus in de betekenis "dat gaat je niets aan, dat ga ik niet aan je neus hangen".' Net als veel van de overige plaatsnamen in dit boekje, wordt Hout-s'iploüt vooral in de spreektaal gebruikt. Omdat het zo'n obscure plaats is (diverse informanten hielden het voor een fictieve plaatsnaam), werd hij in diverse spellingvarianten aangeleverd, zoals Yout si plou, Outsiplou en Houtsiplout. Er was ook een uitgebreide, fictieve variant, namelijk Hout-s'iploüt-et-les-hains-de-pied ('...en de voetbaden'). Over de herkomst en bekendheid van dit gehucht, schrijft een website: 'Een plaatselijke overlevering geeft de verklaring van de naam houtsiploü. Omdat de molensloot ter plaatse een wisselende hoeveelheid water aanvoerde en dikwijls droog stond, maakte de ongeruste molenaar uit het dorp af en toe midden in de nacht zijn zoon wakker en zei tegen hem: Hoüte s'iploütƒ ("luister of het regent"). De speelse geest van het volk heeft hiervan gemaakt houte s'i ploüt, wat wil zeggen "beschut tegen de regen", met een kort uitgesproken eerste lettergreep. Deze naam is de Luikenaren goed bekend, die hem gebruiken als ontwijkend, gekscherend antwoord op alle mogelijke vrijpostige vragen: "Waar ga je heen?" "Naar Hout s'i ploü." Dat is al een oud gebruik, getuige de Waalse opera Lifièsse di Hoütes'i ploüt ("Het feest van ..."), uit 1757, van Hamal en Vivario, die zich afspeelt in het gehucht bij de molen waaraan het plaatsje zijn naam heeft ontleend.' Omstreeks 1968 nam de bekendheid van het gehucht nog toe door een protestactie van Franstalige studenten van de Katholieke Universiteit van Louvain-la-Neuve tegen hun Vlaamse collega-studenten (die de Walen wilden buitensluiten). Daarin was - gekscherend - sprake van de Université de Hoüte-s'i ploüt. 164
*Kanegem 'Het Lutjebroek van West-Vlaander en,' aldus een informant, 'heet Kanegem, een dorp 6,5 km ten noordoosten van Tielt gelegen. In deze landbouwgemeente (in 1956 telde Kanegem 1284 inwoners) is werkelijk niets bezienswaardigs, zelfs de non-descripte kerk dateert er uit circa 1910. Tijdens mijn jeugd in West-Vlaanderen was de staande uitdrukking gebruikelijk (meestal in vragende vorm): Ge komt uit Kanegem zeker? Betekenis: "Je weet zeker van niets?'" Men zegt ook hij komt van Lillo voor 'hij weet van niets', maar Lillo, een plaats in de provincie Antwerpen, wordt niet overdrachtelijk gebruikt voor 'gat, gehucht'.
*Kuttekoven 'In Vlaanderen,' aldus een informant uit Tienen, 'gebruiken we regelmatig Kuttekoven om een achterlijk gat of een afgelegen gehucht mee aan te duiden. Deze plaats is natuurlijk geliefd onder grappenmakers vanwege de grappige naam. Niemand lijkt overigens exact te weten waar het ligt.' Welnu, Kuttekoven ligt in de provincie Limburg, op de grens van Noorden Droog-Haspengouw. Tot 1977 was het een zelfstandige gemeente met i n inwoners, nu maakt het deel uit van de gemeente Borgloon. Overigens heeft die 'grappige naam' niks met kut in de betekenis van 'vagina' te maken. De oorspronkelijke naam, die al uit 1213 dateert, was Cutinchoven, wat 'hof van (de lieden van) Kutto' betekent.
*Lapscheure Lapscheure is een klein dorp in West-Vlaanderen. Sinds het eind van de 19de eeuw loopt het bevolkingsaantal stelselmatig terug. Telde het dorp in 1890 nog 814 bewoners, in 1970 - toen het fuseerde met Moerkerken waren dat er nog maar 455. Lapscheure wordt niet alleen overdrachtelijk gebruikt voor 'gehucht, gat van niks', maar volgens een informant uit Oostende ook voor 'onbenullig, lachwekkend, waardeloos'.
*Lotenhulle Lotenhulle is een plaats in Oost-Vlaanderen. Sinds 1976 maakt het deel uit van de gemeente Aalter. Volgens een informant wordt Lotenhulle gebruikt
165
in de uitdrukking ge zijt toch nie van Lotenhulle voor 'je bent toch niet gek'. Zeker is dat Lotenhulle ook voor 'gat, gehucht, plaats waar niets gebeurt' wordt gebruikt. Zo is het in 1990 snerend gebruikt in een politiek pamflet getiteld To the intellectuals of Zoetenaaie and Lootenhulle [sic]: een oud debat heropend: taalgebruik in het onderwijs. Nog een ander voorbeeld, uit een discussiegroep: 'Als Brugge tegen die ploeg zich niet kan kwalificeren zijn ze beter dat ze in het vervolg forfait geven om europees te spelen. Tegen wie wil Brugge dan nog uitkomen? Tegen F.C. Lotenhulle?'
''Mannekens vere Mannekensvere is een dorp in de gemeente Middelkerk in West-Vlaanderen. Behalve in de betekenis 'gehucht' wordt het geregeld gebruikt in limericks. Drie voorbeelden: Een deerne uit Mannekensvere die ging immer uit met mijnheren. Hoe groot of hoe klein,
hoe dik of hoe fijn, het eindigde steeds zonder kleren. Een deerne uit Mannekensvere Die kon het vrijen niet leren Toen kwam er een non die deed wat ze kon maar op gebedjes kon zij niet teren. Een deerne uit Mannekensvere die had veel bekijks van de heren het deed haar geen fuck ze hield voet bij stuk geen man zag haar ooit zonder kleren.
*Poupehan 'In Wallonië,' aldus een informant, 'ligt het "gat" Poupehan. Dat is inderdaad een gat! Buiten een restaurant, een bakker en drieënveertig boerde-
166
rij en-met-mesthoop-voor-de-deur, is er weinig te zien. Poupehan was zo'n vijftien jaar geleden in het nieuws omdat daar enkele politiekers wat obscure zaken hebben besproken, die nadien zijn uitgelekt en die een schandaal hebben veroorzaakt. Nadien is Poupehan weer terug ingedommeld en geen mens spreekt er nog over; tenzij dan om een echt "gat" aan te geven.' In Poupehan werd in de jaren tachtig 'in het diepste geheim' besloten om de Belgische frank te devalueren. Dit gebeurde tijdens enkele informele bijeenkomsten op het buitenverblijf van Fons Verplaetse, 'ere-gouverneur' van de Nationale Bank, te Poupehan. Men zegt ook hij komt van Poupehan voor 'hij is geil, hij heeft een grote seksuele drift'. De uitdrukking bevat een woordspel met poepen, dat in Vlaanderen algemeen wordt gebruikt in de betekenis 'neuken'.
*Semmerzake 'Semmerzake,' aldus een informant, 'heeft de reputatie een "boerengat" te zijn, een dorpje in het onbekende met simpele inwoners. In diverse Vlaamse dialecten betekent ne semmen 'een dom, achterlijk persoon'. Semmelen betekent 'zeuren, brommen' en een semmelaar is een 'zemelaar, zeurkous, droogkloot'. Wellicht spelen deze woorden mee in het overdrachtelijk gebruik van de dorpsnaam Semmerzake.' Semmerzake ligt in Oost-Vlaanderen, halfweg tussen Gent en Oudenaarde.
*Zichen-Zussen-Bolder Een van de meest genoemde Lutjebroeken in Vlaanderen is Zichen-Zussen-Bolder in (Belgisch) Limburg. Net als bij Erps-Kwerps zal de overdrachtelijke betekenis van 'gehucht waar nooit iets gebeurt, einde van de wereld' zijn bepaald door de klank van de naam, plus de ongewone structuur: een trits van drie namen. Zichen-Zussen-Bolder is ontstaan uit een fusie. Zichen en Zussen vormden al in de 12de eeuw één heerlijkheid, in de 18de eeuw kwam Bolder daar nog bij. Sinds 1977 maakt Zichen-Zussen-Bolder deel uit van de gemeente Riemst. Naast de ongewoonheid van de plaatsnaam kan een rol hebben gespeeld dat Zichen-Zussen-Bolder in het verleden diverse keren negatief in het nieuws is geweest. Ooit kende de plaats een bloeiende champignonteelt in ondergrondse mergelgroeven. De aanwezigheid van die groeven veroor-
167
zaakte echter diverse malen ernstige grondverzakkingen, onder meer in 1958, in 1967 en in 1982. Bij de grondverzakking in 1958 vielen maar liefst 18 doelen. De overige plaatsnamen in dit hoofdstuk worden vrijwel alleen in de spreektaal gebruikt. Net als de Nederlandse Lutjebroeken worden deze namen dus nauwelijks aangetroffen in kranten en tijdschriften. Maar met Zichen-Zussen-Bolder is men minder terughoudend. Zo schreef Het Belang van Limburg op 18 juli 2002: 'Waarom een uitzondering maken voor Formule 1 in Francorchamps en niet voor bijvoorbeeld een groot popconcert in Werchter of het wereldkampioenschap vogelpik in Zichen-ZussenBolder?' En De Gazet van Antwerpen schreef op 27 juli 2002: 'De jongste tijd bestoken telefonistes van een bedrijfje uit Geel mensen die thuis zijn én tijd hebben met een handvol vraagjes. "Hoe vaak u op reis gaat. Hoeveel geld u er spendeert. Hoe oud de kinderen zijn", willen ze weten. Tenzij iemand antwoordt dat zijn verste vakantie eentje in Zichen-Zussen-Bolder was, heeft hij altijd gewonnen.' Tot slot nog een voorbeeld uit een digitale discussiegroep: 'Kom, gaan we drinken.' 'We?' 'Ja. In "de vergulde flamoes" te zichen-zussen-bolder, om precies te zijn.' 'Dat komt goed uit; de weg naar "de vergulde flamoes" te zichen-zussen-bolder ken ik met m'n ogen dicht.'
*Zoerle-Parwijs Zoerle-Parwijs ligt in de provincie Antwerpen, schuin onder Tongerlo. Hoewel dit niet het einde van de wereld is, wordt de naam Zoerle-Parwijs wel als zodanig gebruikt. Eén voorbeeld uit een discussiegroep: 'Dan moet je dringend eens een oogarts raadplegen. Of eens een krant lezen (rellen met Turken in, god betere het, Laakdal.) Volgende rel in Zoerle-Parwijs of Zichen-zussen-bolder).'
* Zoutenaaie Samen met Zichen-Zussen-Bolder is Zoutenaaie het bekendste Lutjebroek van Vlaanderen. Zoutenaaie dankt deze reputatie aan zijn kleine inwonertal: toen het in 1971 deel werd van de Belgische gemeente en stad Veurne, telde het - zegge en schrijve - 31 inwoners. Zoutenaaie is altijd klein geweest. In 1688 telde het 23 inwoners, in 1759 14 en in 1910 24.
168
'In West-Vlaanderen,' aldus een informant, 'is het achterlijkste van het achterlijkste gat Zoutenaaie. Je spreekt dit uit als Zoetenaaie. Dit dorp bestaat uit twee of drie hoeven, een baancafé en enkele tientallen inwoners. Vertel je een stommiteit, dan vraagt men of je soms van Zoutenaaie bent. En valt ergens geen bal te beleven, dan zitten we in Zoutenaaie.' Net als Zichen-Zussen-Bolder wordt Zoutenaaie niet alleen in de spreektaal, maar ook in de geschreven media gebruikt. Zo tekende De Gazet van Antwerpen in 2001 uit de mond van een burgemeester op: 'Fouten kunnen overal gebeuren, maar dit scenario verwacht je veeleer in Zoutenaaie, niet in Gent.' (Een dag later meldde de krant over deze 'belediging': 'De inwoners van Zoutenaaie hebben nog niet gereageerd.') Doordat Zoutenaaie zo lang de kleinste gemeente van België is geweest, heeft het dorp een zekere folkloristische waarde. Dat zal de reden zijn geweest waarom het Laatste Nieuws op 19 juli 2002, zonder duidelijke aanleiding, een kort bericht aan Zoutenaaie wijdde. De tekst luidt: In Zoutenaaie hebben nooit meer dan 45 mensen gewoond. Nu zijn er maar vijftien meer. Pas net voor de Tweede Wereldoorlog kreeg dit dorp stadswater en elektriciteit en ook op openbare verlichting was het lang wachten: in 1950 kwamen er eindelijk twee (!) lampen. Maar zelfs koning Leopold i kon niet over het dorpje heen kijken: in 1848 moest hij er persoonlijk de electorale impasse komen oplossen. De vijf mannelijke stemgerechtigden waren immers allemaal kandidaat voor het burgemeesterschap en stemden dus elk voor zichzelf. Overigens heeft Zoutenaaie zelf flink z'n best gedaan om de aandacht op zich te vestigen. Hervé Hasquin schrijft hierover in Gemeenten van België (1980): 'Tussen 1960 en 1970 wist het gemeentebestuur van Zoutenaaie door een intense propaganda de kleinste gemeente van het land in de kijker te plaatsen.'
169
14 Brave gehuchten: van Baalderdam tot Zwijnsdorp
In 1901 publiceerde dr. Eliza Laurillard de tweede, verbeterde en vermeerderde druk van Op uw' stoel door uw land. Laurillard was indertijd een Bekende Nederlander. Hij was predikant in de Oude Kerk in Amsterdam, hij had een flink aantal dichtbundels op zijn naam staan, én hij publiceerde geregeld over taalkundige en folkloristische onderwerpen. Zo schreef hij in Op uw' stoel door uw land over 'bijzonderheden van vaderlandsche plaatsen en plaatsnamen'. In een van de bijvoegsels bij dit boek geeft Laurillard een opsomming van 'zonderlinge namen'. Het gaat om namen van gehuchten, buurtschappen en polders in Nederland. Op twee pagina's geeft hij een korte toelichting bij namen als Alteklein, Apenhuizen, Boerenverdriet, Doodstil, Draaierij, Gortebrij hoek, Happenhennip, Kibbelgaren, Krakeelpolder, Lamoor, Muggebeet (een gehucht bij Giethoorn), Naaikussen, Razernijpolder, Verbrandemanspolder en De Zeezuiper (indertijd een polder bij Bergen op Zoom). Het is een aardig lijstje, maar had Laurillard hiermee nou werkelijk alle zonderlinge aardrijkskundige namen in Nederland te pakken? Nee, en dat wist hij zelf ook maar al te goed, want in een noot schreef hij onder het lijstje: 'Namen, waarvan het zonderlinge verloopt in het al te platte, liet ik onvermeld.' Ha! Zonderling ja, plat nee. Ook hier, in dit hoofdstuk, zijn de 'al te platte' namen weggelaten. Waarom? Door de brave en minder brave 'gehuchten' te scheiden, kun je duidelijker zien welke 'betekenisdragende ele-
170
menten' mensen gebruiken als ze een naam voor een denkbeeldig gehucht bedenken. Bovendien horen de brave en de minder brave namen tot verschillende 'registers', zoals taalkundigen dat noemen. Met 'gaten' als Baalderdam, Hiksliksloterveer en Juinen kun je overal voor de dag komen, en dat gebeurt ook. Juinen is bijvoorbeeld verschillende keren gebruikt in de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Zo vroeg een Kamerlid in oktober 1996, tijdens een debat over de hogesnelheidslijn tussen Amsterdam en Parijs, aan minister Jorritsma van Verkeer en Waterstaat of zij berichten in de pers kon bevestigen dat Juinen wel een aansluiting op de HSL ZOU krijgen en Den Haag niet. 'Wat heeft Juinen dat Den Haag niet heeft?' Jorritsma antwoordde dat zij burgemeester Van der Vaart en wethouder Hekking die aansluiting niet had kunnen weigeren. Als het Kamerlid in plaats van Juinen had gekozen voor Boerenstronteradeel, Dikkelulterp, Herejezusveen of Kutjeneukemerhei, dan had de Kamervoorzitter waarschijnlijk voorgesteld die naam uit de Handelingen te schrappen. Laurillard nam geen enkele onwelvoeglijke naam op, hij meende waarschijnlijk dat hij dat aan zijn stand verplicht was. Hier staan ze bij elkaar in het volgende hoofdstuk.
Abbestad In 1971 door Jan Pannekeet opgenomen in Mooi zoid, een verzameling van West-Friese uitdrukkingen en gezegden. 'Abbestad,' aldus Pannekeet, is een 'spottende benaming voor een gehucht in het algemeen'. Als toelichting schrijft hij: 'Waarschijnlijk werd met Abbestad oorspronkelijk de bij Callantsoog gelegen buurtschap Abbestede bedoeld.' Ook aangetroffen met een rijmende uitbreiding: Abbestad, zeuven huizen en een varkensgat.
Baalderdam Door Ed van Thijn gebruikt in zijn Dagboek van een onderhandelaar (1977): 'De eerste uitslagen druppelen binnen. Plumpumperaveen: winst voor de PvdA. Baalderdam idem dito. Kijk aan, de trend is er.' Vergelijk Rompslomperadeel.
171
Beekhuizerzandzappestrand 'Eind 1993/ aldus een informant, 'maakte ik als dienstplichtig militair onderdeel uit van een van de laatste lichtingen van de School voor ReserveOfficieren en Kader Infanterie, het SROKI, in Ermelo. Een beroepssergeant die ons opleidde noemde met enige regelmaat Beekhuizerzandzappestrand als plaats ver weg ("Als het moet marcheren we zo door tot het Beekhuizerzandzappestrand") of als plaats zonder veel oriëntatiepunten ("Let op je kompas en hou de kaart erbij. Voor je het weet beland je midden op het Beekhuizerzandzappestrand"). De sergeant deed het imago van zijn beroepsgroep alle eer aan en wij wensten meer dan eens dat hij daar zelf belandde. Maar dan zonder kompas en kaart.' Een voorloper is te vinden in een liedje, uit 1907, getiteld 'Militair onderricht in de Buffelpolder'.
Bobbersdorp Aan het begin van de 20ste eeuw door het komische duo Solser & Hesse (Lion Solser en Piet Hesse) gebruikt in een populaire bruiloftsvoordracht getiteld Het Kamerlid van Bobbersdorp. Deze voordracht heeft model gestaan voor talloze andere bruiloftsvoordrachten.
Bokwerd Bokwerd is een vondst van de Friese schrijver en journalist Rink van der Velde (1932-2001). Onder het pseudoniem Wabbe Wisses schreef hij in de Leeuwarder Courant over klein nieuws uit Bokwerd, een niet-bestaand dorp, in de rubriek 'Weekblad Bokwerder Belang'. Hij deed dit in een mengeling van Fries en Nederlands, dat bij de lezers bekend werd onder de naam Bokwerters. Een en ander leverde verschillende boekpublicaties op. Zo verscheen in 1973 Bokwerd vooruit: een bloemlezing artikelen uit het Weekblad Bokwerder Belang, in 1977 gevolgd door Bokwerd omhoog. In 1979 publiceerde Van der Velde Bokwerd for ever en in 1988 Bloemlezen in Bokwerd. In Friesland wordt Bokwerd soms nog overdrachtelijk gebruikt voor 'klein dorp, gehucht'. Dat is al lang zo. Zo stelde Sicko Heidoorn in 1983 een rapport samen, getiteld Bouwen in Bokwerd: een onderzoek naar de knelpunten in de woningbouw in kleine kernen in Friesland.
172
Flutjebroek Aangedragen door iemand uit Hillegom. Je komt deze plaatsnaam, die uitgaat van jiut in de betekenis 'prul, lor', soms ook in de media tegen. Zo verklaarden Bolland & Bolland op i september 2000 in Quote: 'Al dat amateuristische gefröbel in Flutjebroek was een drama, we konden het niet meer aan. Zeker niet twee perfectionistische geluidsfreaks als wij.' Flutjebroek is een variant op Lutjebroek; zie over deze plaatsnaam hoofdstuk 16.
Friemeltjesdijk Aangetroffen in een lied uit 1905, getiteld 'Kermis te Friemeltjesdijk'.
Garewenerdijk 'In mijn omgeving,' aldus een informant uit De Lier (Zuid-Holland), 'gebruikten wij zo'n veertig jaar geleden Garewenerdijk voor een onbestemde, niet te definiëren plaats.' Als nadere plaatsaanduiding werd er drie uren boven Dort aan toegevoegd. Elders niet aangetroffen.
Gaskachelternijveen Ingezonden door iemand uit Geusebroek. Het woorddeel kachel komt verder alleen voor in Aarlanderkutkachelveen.
Gasseltenijerhoenderdoos In 1969 door Jacob Zwaan gebruikt in Soldaat in Indië: 'Bewaar jij je geintjes maar voor onder de kerstboom in de gereformeerde pastorie van Gasseltenijerhoenderdoos of hoe dat gat waar jij vandaan komt ook mag heten.' Het uitgangspunt voor deze denkbeeldige naam zal Gasselternijveen of Gasselternijveenschemond zijn geweest, beide in Drente.
Gattegem 'Gattegem,' aldus een Vlaamse informant, 'werd in het begin van de jaren zeventig onder meer gebezigd in het Belgische leger als men het had over de woonplaats van dienstplichtigen van "den boerenbuiten" (het platte-
173
land). Daarnaast had men het onder meer over Plattegem en Pimperzele eveneens plaatsen die men vergeefs zal zoeken op de landkaart van België.' Gem is een veelvoorkomend achtervoegsel bij Vlaamse plaatsnamen; het komt in ruim honderd plaatsnamen voor en betekent 'heem'.
Gribbelhuizen Aangetroffen in een liedje uit 1899: 'De brandweer van Gribbelhuizen'.
's-Heer Johannes van Kastijgebroederskapelle Aangedragen door iemand uit Delft. 'In mijn familie wordt de fictieve plaatsnaam 's-Heer Johannes van Kastijgebroederskapelle gebruikt voor een spreekwoordelijk Zeeuws gehucht.' Mogelijk alleen in kleine kring bekend.
Vergelijk Sint Ranselriemenparochie.
Hiksliksloterveer 'Toen ik nog opgaven moest maken voor gemeente- en bestuursrecht,' aldus een informant uit Hendrik-I do-Ambacht, 'gebruikte ik geregeld de fictieve plaatsnaam Hiksliksloterveer.' Bron van inspiratie zal Slikkerveer zijn geweest. Elders niet aangetroffen.
Hobbeldebobbeldepade 'Een afgelegen plaats,' aldus een correspondent uit Amsterdam, 'noemden wij in de jaren tachtig al snel Hobbeldebobbeldepade. Het was gevormd naar Oldeholtpade, in de Stellingwerven, in Friesland.'
Hupfalderadeel 'Hupfalderadeel heb ik ooit gehoord,' aldus iemand uit Rotterdam, 'uit de mond van het hoofd stadsontwikkeling in Amsterdam. Het was denigrerend bedoeld: "Hij is hoofd Verkeer geweest in Hupfalderadeel.'" De naam zal zijn gevormd uit het hup(sakee) en faldera. Faldera is een nonsens woord dat voorkomt in verschillende kinderliedjes, zoals in deze variant op 'In Holland staat een huis': 174
In Holland staat een huis, ja huis, en in Holland staat een lindelaan; Falderie, faldera, Falderopsasa, En in Holland staat een huis. Vergelijkbare vormingen zijn Hutjeprut en Hutsefluts. Laatstgenoemde is waarschijnlijk een vondst van Rob Stenders, een radio-dj.
Juinen Naast Verweggistan en Absurdistan is Juinen de meest succesvolle fictieve plaatsnaam uit de afgelopen decennia. Je komt 'm tientallen malen in kranten en tijdschriften tegen, en honderden malen op internet. Er zijn in cyberspace gegevens te vinden over het dorpswapen van Juinen, over de stoomlocomotieven aldaar, er is een 'digitaal dorp' Juinen, en je kunt op internet het verkiezingsprogramma van Leefbaar Juinen lezen. Frank van den Hoven nam Juinen in 1997 zelfs op in zijn Topografische gids van Nederland. Terecht, want er zijn ook bumperstickers met de tekst 'Ik kom gelukkig uit Juinen', er bestaat een rolstoelbasketbalvereniging genaamd Juinen Vooruit en ga zo maar door. Zoals bekend is Juinen een vondst van Kees van Kooten en Wim de Bie. Het plaatsje speelde een belangrijke rol in hun televisieprogramma's. Op de avond van 20 oktober 1982 was Juinen voor het eerst op televisie te zien, maar die ochtend besteedde Het Vrije Volk er al vrij uitgebreid aandacht aan. De krant wist te melden dat het plaatsje meer dan vijfhonderd jaar oud is en dat Van Kooten en De Bie vanuit de St.-Jodocuskerk in Juinen zeven uitzendingen gingen verzorgen. Zij hadden een willekeurige provincieplaats gekozen door met een pijltje naar een kaart van Nederland te gooien. 'Het werd Juinen,' aldus Het Vrije Volk, 'waarvan nu nog nauwelijks bekend is waar het ligt - de Bos-atlas kent het niet, Van Dale's woordenboek meldt dat juinen "zeer dwaas en onnozel" betekent - maar dat via de zeven televisie-uitzendingen zeker een meer dan regionale bekendheid zal verwerven.' De mediaredactie van Het Vrije Volk kreeg gelijk: vooral door het kordate optreden van burgemeester drs. H. van der Vaart en wethouder Tjolk Hekking kreeg Juinen al spoedig nationale bekendheid. Het reliduo De Positivo's debuteerde voor de molen van Juinen en veroorzaakte ogenblikkelijk
175
een flinke rel. Koos Koets was er voorzitter van de Gereformeerde Junkiebond. Er was zoveel te beleven dat al snel de eerste editie van De Juinensche Courant verscheen. Het stond er niet bij, maar die krant werd door bekende schrijvers en journalisten gevuld. Behalve door Van Kooten en De Bie werd er aan meegewerkt door onder meer Martin van Amerongen, Hugo Brandt Corstius, Simon Carmiggelt, Remco Campert, Henk Hofland en Gerrit Komrij. In een van de eerste nummers besteedde een zekere Ch. de Egelbakker aandacht aan de herkomst van de plaatsnaam Juinen. Na allerlei onnodige uitweidingen schreef De Egelbakker: 'Hoe, zo vraag ik u in gemoede, zou men in hemelsnaam deze plaats anders kunnen noemen dan: Juinen? Wie zou zo gek zijn om Juinen Geertruiderbraak of Saint Paul de Minnesote te noemen? Ziedaar de enige verklaring van de plaatsnaam Juinen.' Juinen was natuurlijk een persiflage op het gemiddelde Nederlandse provinciestadje, maar De Gooi- en Eemlander meende dat Van Kooten en De Bie Bussum als voorbeeld hadden genomen. Immers, ook in Bussum stond een kerk leeg en ook dit Gooise provinciestadje miste een sociaal-cultureel centrum. Bovendien liep zowel de Bussumse burgemeester J. Aantjes als zijn Juinense confrère Van der Vaart opmerkelijk graag met de ambtsketen om door het dorp. De Bie gaf desgevraagd toe dat zij om praktische redenen veel in Bussum en omgeving hadden opgenomen, maar hij ontkende stellig dat Bussum voor Juinen model had gestaan. 'Elke overeenkomst berust louter op toevalligheden.' Overigens luidde de ondertitel van De Juinensche Courant: Nieuwsblad voor Groot-Juinen (waaronder Zeulen, Deil, Ter Weksel, Juinerbroek, Den Eng, Remmerden, Slaepstede, Trichterhuizen en De Mars). Van deze nepplaatsen zie je alleen Ter Weksel af en toe nog in de media opduiken, doorgaans met een verwijzing naar Juinen, maar soms ook zonder. Zo schreef Trouw op 24 januari 1998, over een spelsimulatie van het Instituut voor Toegepaste Sociale wetenschappen: 'Op de crisisstaf komt het bericht binnen dat uit het door hoogwater bedreigde Ter Weksel nog mensen met hun bagage moeten worden geëvacueerd.'
Kerkdorp Een willekeurige plaats wordt in Vlaanderen wel Kerkdorp genoemd.'Kerkdorp wordt gebruikt,' aldus een informant, 'als een plaats die eender waar
176
kan liggen omdat in België elk dorp nu eenmaal een kerk heeft.' In Duitsland gebruikt men in dit verband Dingskirchen, 'Dingeskerk'. Overigens kent Gelderland een gehucht dat Kerkdorp heet.
Kikkerbilscha Ingezonden door iemand uit Rijswijk. 'Kikkerbilscha is bij ons het toppunt van Nergenshuizen.' De naam zal zijn beïnvloed door Appelscha (dat bredere bekendheid kreeg doordat een minister sprak over 'tante Truus uit Appelscha') en Oud-Appelscha, beide in Friesland. Dit zijn de enige twee Nederlandse plaatsnamen die eindigen op -scha, een achtervoegsel dat plaatsnaamkundigen in verband brengen met het Oudnederlandse scaga, 'bosje'. Er zijn diverse andere fictieve plaatsnamen die gebruikmaken van een diernaam. Het gaat om Apekut(te)veen, Bokkeneukeradeel, Bokkeneukeveen, Hondsbommelerkont, Hondstronteradeel, Koeboerebiggesloot, Koebruinebiggensloot, Koepoeperadeel, Koetjeboe, Leeuwenbekberghelling, Mollengijs, Pierenland, Sint-Biggenklooster, Uilendonk en Zwijnsdorp.
Kleidorp In Zuid-Holland ligt een dorp dat De Klei heet, Groningen kent een gehucht genaamd Klei, maar verder telt Nederland tegenwoordig geen Kleiplaatsen meer. In de 19de eeuw was dat anders, toen had je nog twee buurtschappen Kleiberg, één Kleibroek en één Kleiburg. Kleidorp heeft nooit in het echt bestaan, maar de naam heeft verschillende keren dienstgedaan als aanduiding voor 'gehucht'. Zo verscheen omstreeks 1890 het blijspel Kukeleku! het vergelijkend examen te Kleidorp: groote lyrische, epische, dramatische, romantische, pedagogische comedie-operette in vier bedrijven. En in 1904 verscheen een bruiloftsvoordracht getiteld Gouwe Bruiloft in Kleidorp. Duitsland kent wel een Kleidorf. Het ligt in Beieren.
Knuppel aan de Greppel Door verschillende informanten ingezonden. De naam duikt ook wel eens op in de media. Zo schreef De Dortenaar op 23 februari 1999: 'Bij een sociale dienst in een grote stad is daar nog wel personeel voor, maar niet in
177
Knuppel aan de Greppel.' De toevoeging aan de Greppel wordt ook gebruikt in combinatie met (delen van) bestaande plaatsnamen. Zo zijn onder meer aangetroffen Alphen aan de Greppel (naar Alphen aan den Rijn), Koog aan de Greppel (naar Koog aan de Zaan), Krimpen aan de Greppel (naar Krimpen aan den IJssel of Krimpen aan de Lek) en Lutjebroek aan de Greppel. Volledig fictief zijn Kukel aan de Greppel en het fraaie, rijmende Peppel aan de Greppel. Krimpen aan de Greppel is het vaakst aangetroffen. Varianten zijn Krimpen aan de Horizon en Krimpen in de Kou. Een andere vorming met knuppel (dat hier 'lomperd, pummel' betekent) is Knuppelerveen. Alles wat van buiten Amsterdam kwam, kwam voor mijn vader uit Knuppelerveen,' aldus een informant. Overigens kent Duitsland een plaats genaamd Knüppeldamm.
Koeboerebiggesloot 'In de jaren tachtig,' aldus een informant, 'maakte ik in de stad Groningen kennis met de fictieve plaatsnaam Koeboerebiggesloot. De accenten liggen op Koe en big, met het sterkste accent op big.' Een variant - eveneens in Groningen gehoord - is Koebruinebigge(n) sloot. Zo'n tien plaatsen in Nederland beginnen met Koe-, met als opvallendste Koedood en Koewacht. Iemand uit Loon op Zand schreef'van jongs af aan' de fictieve plaatsnaam Koepoeperadeel te kennen. Duitse verzonnen plaatsnamen waarin de koe een rol speelt zijn Kuhdorf ('Koedorp'), Kuhblake ('Koegeloei') en het wel zeer agrarische Hinterkuhdreckshausen ('Achterkoeienvlaaienhuizen').
Kollumerpompsterzwaagsterveensterhoutsterheide 'Mijn vader,' aldus een informant uit Friesland, 'sprak altijd van Kollumerpompsterzwaagsterveensterhoutsterheide voor "gehucht". Kollumerpomp is een bestaand dorp in Friesland, niet ver van Kollum. Achtervoegsels als -zwaag, -veen en -heide komen in deze streek (de Friese Wouden) ook veelvuldig voor. Blijft de vraag waar dat -hout vandaan komt; geen enkele plaats in deze provincie heeft die uitgang. Wellicht is dit deel van -woud (wat wel voorkomt!) door mijn vader in -hout verbasterd omdat het zo mooi allitereert.'
178
Kraai-Elzen 'Iemand, die ver achteraf woont, heeft zijn domicilie in Nergenshuizen, in Oost-Noord-Brabant is dit Kraai-Elzen,' aldus J.A. Huisman in 1959 in De Nieuwe Taalgids. Kraai-Elzen is wel als veldnaam gebruikt, maar is er geen bestaand dorp dat zo heet. Een zeer bekend fictief provincienest in het Duitse taalgebied is Krahwinkel, 'Kraaihoek', dat in 1801 door de schrijver Jean Paul is bedacht.
Loeren aan de Hor Door Alexander Pola (pseudoniem van Abraham Polak, 1914-1992) bedacht voor het hoorspel 'Trammelant in Loeren aan de Hor'. Dit hoorspel, met rollen van onder meer Tonny Huurdeman en Peter Aryans, was tussen 1965 en 1968 op zaterdagavond te horen op de vARA-radio. Het was een van de laatste comedyseries op de radio. Loeren is geen bestaande plaatsnaam, Loerbeek wel. Hor is in de bijbel de plaats waar Aaron stierf (Numeri 20:22-28). De ligging is onbekend. Aan het begin van het hoorspel riep een stationschef: 'Loeren, Loeren aan de Hor.'
Nederoveropperonder In Vlaanderen gebruikt voor 'gehucht'. De naam zal zijn gevormd naar het voorbeeld van Neder-over-Heembeek, een plaats in de gemeente Brussel. Een enkele keer wordt Neder-Over-Heembeek zelf overigens ook gebruikt voor 'gat, gehucht'. (Eén voorbeeld, uit een discussiegroep op internet: 'So, WHEN can we expect our updates to arrivé in Kleine Spouwen, Neder-OverHeembeek or Zichen-Zussen-Bolder?')
Niemandsdorp Gemunt door Gerrit Komrij. In 1991 zei Komrij, in een lezing getiteld 'Het leven van de Dingen': 'Over de Intrinsieke Aard van het Individuele Ding en Onding, en over hun beider magie en dierbare geheimen, zwijg ik verder. Daarvoor gelieve u de volledige tekst van De paleizen van het geheugen te raadplegen [een boek van Komrij uit 1983]. Zichzelf citeren is niet prettig, maar zichzelf herkauwen nog troostelozer. Genoemd onontbeerlijk werk is te verkrijgen bij Antiquariaat De Lege Plank, Videosteeg, Niemandsdorp.' 179
In de dagbladen is Niemandsdorp alleen aangetroffen in verband met Komrij. Zo schreef Trouw op 8 maart 2001: 'Waar woont de Dichter des Vaderlands? In een hagelwit palazzo in Vila Pouca, Niemandsdorp, diep in de Portugese binnenlanden.' In 1999 nam de Grote Van Dale Niemandsdorp op als nieuw woord, met als betekenis 'fictieve plaatsnaam'. Eveneens met een citaat van Komrij: 'Ergens tussen Nergenshuizen en Niemandsdorp.' In Nederland komen vandaag de dag geen plaatsnamen beginnend met Niemand- meer voor; in de 19de eeuw was er nog een Niemandsverdriet in Zuid-Holland. Wel is er een Numansdorp in de Hoekse Waard (Zuid-Holland). Bij Antwerpen ligt Niemandshoek en Duitsland kent een Niemandsfreund.
Oelewapperadeel Ingezonden door iemand uit Den Haag: 'Van een collega gehoord, plusminus tien jaar geleden voor het eerst: Oelewapperadeel, daar waar het niet gebeurt in de wereld.' De herkomst van het woord oelewapper, hier gebruikt in de betekenis 'waardeloze vent, kerel', is omstreden. Mogelijk komt het uit het Fries. Een Fries woordenboek uit 1950 kent het als ülewapper met als betekenissen 'grote nachtvlinder, sul, sufferd'.
Ollewievenkoekangen Oftewel: Oudewijvenkoekangen. Het gaat hier om een dialectaanduiding voor 'gehucht'. Ollewieven komt onder meer voor in het dialect van Steenwijk. De herkomst van de naam Koekange, een plaatsje in Drente, is omstreden, maar men denkt dat het, evenals de Utrechtse plaatsnaam Kockengen, teruggaat op Cocagne, een andere benaming voor Luilekkerland (zie hoofdstuk 12).
Oostwapperzand-Buiten Aangedragen door iemand uit Drente. Het eerste deel van de naam zal zijn geïnspireerd door Wapserveen, dat ook in Drente ligt. Aan verschillende denkbeeldige plaatsnamen is Oost- toegevoegd om het provinciale karakter van de naam nog te versterken. Voorbeelden zijn: Oost-Begonië, Oostkutteren en Oostschuhbekutteveen. 180
Pappelendam Aangetroffen in een lied uit 1915 getiteld 'De Burgemeester van Pappelendam'. De Nederlandse familienaam Van Pappelendam doet vermoeden dat er ooit ergens een plaats Pappelendam moet hebben bestaan, maar die bleek niet in de naslagwerken terug te vinden.
Plumpumperaveen Zie bij Baalderdam.
Pluto Alleen in Vlaanderen bekend en dan meestal in de verbinding hol of gat van Pluto of Pluto voor 'gat van niks'. De oorspronkelijke betekenis is 'onderwereld, hel'. Pluto is een van de bijnamen voor Hades, de god van de onderwereld. Hol van Pluto is al aan het begin van de 16de eeuw opgetekend. Het is veel gebruikt in gedichten, in allerlei variaties. Aangetroffen zijn onder meer Pluto's hemel, Pluto's hof, Pluto's kamer, Pluto'spoel en Pluto's rijk, allemaal voor 'hel, onderwereld'. In de 19de eeuw zei men in Kortrijk en Brugge hij is naar 't hol van Pluto voor 'hij is overleden'. Daarnaast zei men het is daar zo donker als in 't hol van Pluto voor 'het is daar aardedonker'. In Vlaanderen wordt hol of gat van Pluto of Pluto nog volop gebruikt, nu dus voor 'gat van niks; in the middle of nowhere'. Zo schrijft een middelbare scholier uit Roeselare op zijn website: 'We werden door een busje in het hol van Fluto gedropt en we konden te voet terugkeren.' En een andere website meldt: 'Als je striphandel niet toeschietelijk is, en je woont als ik in het hol van pluto, probeer dan eens een mailtje naar de redactie van Zone 5300.'
Poerpetjinkie 'Mijn moeder,' aldus een informant, 'die gedurende haar jeugd en jonge jaren in Bergen op Zoom woonde en later in Breda, zei vaak: Die woont in Poerpetjinkie, dat wilde zeggen: die woont erg ver weg.' Elders niet aangetroffen.
181
Purmereutel Denigrerende bijnaam voor Purmerend. De naam wordt ook gebruikt voor 'gehucht' in het algemeen. Er zijn veel van dit soort denigrerende bijnamen. Denk aan Bollegom voor Hillegom (centrum van de bollenteelt), Naargeest voor Uitgeest, Roelofarendsknurjjesveen voor Roelofarendsveen, Snutphen voor Zutphen en Verdwaaldwijk voor Waalwijk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd Amsterdam, waar toen veel werd gehamsterd, schertsend Hamsterdam genoemd. Vergelijk Rotjeknor.
Rompslomperadeel 'Op de breedbeeldtelevisie komen meer uitslagen binnen. De prognose is dat de LPF 26 zetels haalt. "Welnee," zegt Wiersma, "dit zijn cijfers na het tellen van Rompslomperadeel. Straks komen onze gebieden.'" Aldus HP/De Tijd op 24 mei 2002 over dammer en LPF-lid Harm Wiersma. Rompslomperadeel doet het kennelijk goed onder LPF'ers, want Martin Kievits, lid van die partij in Mijdrecht, schreef op zijn website: 'De afgelopen weken ben ik landelijk neergesabeld door vrijwel iedere "journalist" van Nederland. Van het plaatselijke suffertje van Lutjebroek en Rompslomperadeel tot de landelijke zogenaamde gerenommeerde kranten.' Vergelijk Baalderdam.
Rotjeknor Enigszins neerbuigende bijnaam voor Rotterdam. Rotterdammers hebben het zelden over Rotjeknor, maar als zij dit doen is het doorgaans gekscherend bedoeld, of als geuzennaam. Rotjeknor is dus vooral een bijnaam die door niet-Rotterdammers wordt gebruikt. Waarschijnlijk sprak men aanvankelijk van Rotjeknar. De oudste vindplaats is een dagboek uit 1928, waarin een meisje dat toen twaalf jaar oud was, op 30 november schreef: 'Het is den laatsten tijd dan al verbazend winderig. Er zijn veel schepen vergaan. Maar nu moet ik toch ook eens wat schrijven over onze club. "Dahlia" bestaat niet meer. We hebben nog een paar plantjes naar Rotjeknar genomen, maar die zijn gauw doodgegaan.' Hoewel Enno Endt Rotjeknor in 1974 opnam in zijn Bargoens woordenboek, behoort deze bijnaam niet echt tot de dieventaal. In het boevenjargon
182
werd de havenstad Klein Mokum of Mokum Reis genoemd, namen die aan het begin van de 19de eeuw zijn opgetekend. Rotjeknor wordt vooral in de spreektaal gebruikt, maar je komt het ook geregeld in kranten en tijdschriften tegen. En in boektitels. Zo publiceerde Martin Lusse in 1973 een dichtbundel getiteld Groeten uit Rotjeknor, en in 1999 maakte Karei Eykman het jeugdboek Rondje Rotjeknor. Het Rotterdamse jeugdcircus heet Rotjeknor, en Lee Towers is wel 'de zingende kraandrijver uit Rotjeknor' genoemd. Het dialect van Rotterdam wordt soms Rotjeknors genoemd, en als iets doortastend gebeurt, zegt men wel dat het op z'n Rotjeknors (of Rotterdams) is aangepakt. Vergelijk Purmereutel.
Rotpokke(n)weer 'Een berucht dorp in Nederland, vooral bij semi-professionele bandjes,' aldus een informant, 'is Oostkutteren. Door weer en wind in een oude Ford Transit kom je dan uiteindelijk aan bij etablissement "Het wagenwiel". Nog verder weg, waar de zon zelden schijnt, ligt Rotpokkeweer. Optreden doe je daar in zaal Strontzicht.' Rotpokke(n)weer werd in 1986 opgenomen in de Grote Koenen. De omschrijving luidde: 'geringschattende, verzonnen naam voor een onbelangrijke plaats, gat'. In latere Koenens werd dit woord niet overgenomen. Overigens telt Nederland momenteel tien plaatsnamen die beginnen met Rot- (van Rothem tot Rottumeroog) en zeventien plaatsen die eindigen op -weer (van Amsweer tot Zandeweer).
Scheurterp aan de IJssel De Friese plaatsen Greonterp, Lekkerterp, Slappeterp en Wijnjeterp hebben al een weinig kosmopolitische uitstraling, maar bij Scheurterp aan de IJssel - ingezonden door iemand uit Bloemendaal - is dit nog minder het geval. Overigens komt het element scheur in geen enkele Nederlandse plaatsnaam voor.
S chevekerktorenpolder Gehoord in Schiedam. Mogelijk beïnvloed door Stompetoren in NoordHolland.
183
Sint-Biggenklooster Waarschijnlijk aan het eind van de jaren zeventig voor het eerst gebruikt door André van Duin in diens Dikvoormekaar Show. Sinds 1973 was deze buitengewoon populaire show op de radio te horen. Vanaf 1978 werd het programma, waarin Van Duin samenwerkte met Ferry de Groot, twee seizoenen lang voor de televisie geproduceerd. Sint-Biggenklooster zal zijn gevormd naar het voorbeeld van Biggekerke, een plaatsje in Zeeland. Het is nog altijd een geliefde fictieve plaatsnaam; in de eerste plaats onder Van Duin-fans, maar hij is ook aangeleverd door informanten die de voorgeschiedenis niet kenden.
Sint-Ranselriemenparochie Nederland telt op dit moment nog vijf plaatsnamen die eindigen op -parochie: Maria Parochie, Sint-Annaparochie, Sint-Jacobiparochie, Sint-Josefparochie en Vrouwenparochie. Onder de fictieve plaatsnamen komen er drie voor: Annaprutparochie (een uitbreiding van Sint-Annaparochie), Wladimirparochie en Sint-Ranselriemenparochie. Laatstgenoemde werd ingestuurd door iemand uit Gorinchem. Inhoudelijk is deze naam verwant met 's- Heer Johannes van Kastijgebroederskapelle.
Sint-Stuifzand In 1923 opgetekend in de verwensing loop voor Sint-Stuifzand, 'loop naar de maan'. Deze verwensing zal zijn gevormd naar het voorbeeld van (onder meer) loop voor Sint-Truiden. Sint-Truiden is een plaats in (Belgisch) Limburg. De betekenis is 'donder (een heel eind) op'.
Sint-Suïcidega 'Het zal eind jaren zeventig zijn geweest,' aldus een informant uit Kortenhoef, 'dat ik de plaatsnaam Sint-Suïcidega opving. Met deze "lekker bekkende" (spreek het maar eens uit) verbastering van Friese plaatsnamen als Sint-Nicolaasga of Sint-Johannesga werd een plattelandsnest bedoeld waarin voor de wanhopige lokale jeugd absoluut niets te beleven viel.'
184
Sint-Tintelingen 'In de streek waar ik vandaan kom,' aldus een informant uit Lebbeke in Oost-Vlaanderen, 'zegt men Sint-Tintelingen als men een onbeduidende plaats bedoelt. Vermoedelijk is dat een verbastering van Sint-Antelingen, dat echt bestaat (het ligt bij Zottegem in de buurt). Men zegt bijvoorbeeld: "Ik weet niet waar hij is, naar Sint-Tintelingen, zeker?'"
Stillenburg Aangetroffen in een lied uit 1901 getiteld 'De snijder van Stillenburg'. Je zou verwachten dat stil een veelvoorkomend element is in Nederlandse plaatsnamen, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Het is wel veel gebruikt in namen van huizen, zoals Stilgenoegen, Stillerust, Stillewald en Stilvliet. Daarnaast komt het voor in waternamen, zoals het Stille Diep en de Stille Wetering.
Strompelhorst Nederland telt zo'n dertig plaatsen die eindigen op het woord -horst. Volgens plaatsnaamkundigen betekent dit meestal 'met kreupelhout begroeide verheffing'. Strompelhorst is aangetroffen in een lied uit 1905: 'De Kiesvereniging van Strompelhorst'.
Sukkeldam 'Zolang ik mij kan herinneren,' aldus een informant uit Muiderberg, 'verwijst mijn vader naar Bommelskonten voor onwaarschijnlijke gebeurtenissen. Ook in gebruik is Sukkeldam, voor gaten waar niets gebeurt.' Sukkel is van oorsprong een Fries woord.
Trollendonk 'In mijn omgeving gebruiken we Trollendonk,' aldus iemand uit Schiedam, 'als algemene aanduiding van vergelegen oorden in de rurale achterlanden van Nederland. Je komt er door voorbij Zwolle de onverharde weg op te draaien...' Trollen waren van oorsprong afzichtelijke en boosaardige wezens uit de noordse mythologie. Later werden ze gelijkgesteld met an-
185
dere grote en lelijke bovennatuurlijke wezens, zoals reuzen, maar ook met kleinere, zoals elven. Ze konden tegen mensen zowel vriendelijk als vijandig zijn.
Ukkepukkel Een ukkepuk is een 'klein kind', Ukkepukkel wordt door sommige mensen gebruikt voor 'klein gehucht'. De herkomst van Ukkepukkel is onbekend, het woord is pas aan het eind van de 19de eeuw opgetekend. Overigens ligt vlak bij Brussel een plaats die in het Vlaams Ukkel heet, en in het Frans Uccle.
Verveluwe Aangedragen door een informant uit Hippolytushoef. Verveluwe is - vanzelfsprekend - een samentrekking van vervelen en Veluwe. De Veluwe heeft bij sommigen de naam saai (en erg gristelijk!) te zijn.
Zevenhutten Denigrerende bijnaam voor Zevenhuizen in Zuid-Holland. Ook gebruikt voor 'gehucht in het algemeen'. Nederland kent momenteel tien plaatsen die Zevenhuizen heten, in Gelderland, Groningen, Noord-Holland, NoordBrabant, Utrecht en Zuid-Holland. Zoals te verwachten heten ze zo naar het oorspronkelijke aantal huizen ter plekke.
Zuurstokkeradeel Aangedragen voor iemand uit Rotterdam. Er zijn ruim twintig fictieve plaatsnamen die eindigen op -radeel, van Boerenkoolstronkeradeel, via Nutskutteradeel tot Zuurstokkeradeel Dit zijn er meer dan in het echt, want Nederland telt tien plaatsnamen die zo eindigen, van Baarderadeel tot Westdongeradeel. Ze liggen allemaal in Friesland. Taalkundig gezien is het achtervoegsel overigens niet -radeel, maar deel (diel in het Fries). De betekenis is 'gemeente, grietenij'.
186
Zwijnsdorp In 1708 door Lukas Rotgans gebruikt in zijn klucht Boerekermis. Rotgans schreef over de kermisgast Hans Poespas, die in Zwynsdorp door 'Hans Vlegel' was grootgebracht, maar buiten zijn geboortestreek de grote heer uithing. Hier is Hans Poespas, met zyn toestel en voyagie. Hy speelde waar hy quam den snorker sans couragie [opschepper] Hy was te Zwynsdorp van Hans Vlegel voortgebragt; Maar buiten 's landts baron, een heer van groot geslacht. L. Strengholt, die de tekst van Rotgans in 1968 bezorgde, schreef in een voetnoot bij Zwijnsdorp: 'Fantasienaam voor een dorp zonder beschaving.'
187
14 Minder brave gehuchten: van Apekutteveen over Herejezusveen naar Verneukschoten
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van fictieve plaatsnamen die gebruikmaken van seksuele, fecale en godslasterlijke elementen. Kortom, van plaatsnamen die zijn gevormd rond een taboe. Het aantal taboes waaruit is geput, is opmerkelijk beperkt. Sterker nog, het taboe dat in het Algemeen Informeel Nederlands het sterkst aanwezig is, namelijk (ongeneeslijke) ziektes, ontbreekt bij de fictieve plaatsnamen nagenoeg volkomen. Er bestaan duizenden scheldwoorden en verwensingen met kanker, tering, tyfus, pleuris en pokken, maar er is zegge en schrijve één fictieve plaatsnaam gevonden die uit dit vaatje tapt, namelijk Hendrik-Ido-Godverlaten-Jezus-Tering-Ambacht. Het zou voor de hand hebben gelegen als we Teteringen in Noord-Brabant waren tegengekomen met de uitspraak Te-Teringen, of dat Rustenburg in Noord-Holland was uitgebreid tot Pleurustenburg, maar dergelijke vormingen zijn niet aangetroffen. Er wordt zelfs nauwelijks gespot met God. We komen Hem alleen tegen in HeerJanJezusGodverdommedam en in het bovengenoemde Hendrik-IdoGodverlaten-Jezus-Tering-Ambacht - verder is het rond de Schepper opvallend stil. Welke taboe-elementen spelen in fictieve plaatsnamen dan wél een rol? In de eerste plaats: seksualiteit, een onuitputtelijke bron van inspiratie voor informeel taalgebruik. We vonden negentien plaatsnamen met woorden voor lichaamsdelen die aan de man toebehoren, zoals kloot, lui, piel, pik, pummel, snikkel en zwans. Zestien plaatsnamen bevatten woorden voor het seksueel verkeer, zoals neuken, palen, stoten, hompiekurken en wippen.
190
Maar de meeste plaatsnamen in deze groep bevatten woorden voor vrouwelijke lichaamsdelen, en dat geeft te denken. Betekent dit dat vooral mannen ze bedenken en gebruiken? Hoe het ook zij, er zijn maar liefst 37 fictieve plaatsnamen waarin woorden voorkomen als flamoes, kut, prut, schaamlip of vagina. Kut staat met 29 namen op de eerste plaats. Onder de 25 namen die gebruikmaken van fecale elementen staat stront met tien vormingen op de eerste plaats, gevolgd door aars, hol, kak, pies, poep en reet. Gezien de grote populariteit van schijt in de informele taal, speelt dit woord bij fictieve plaatsnamen een frappant kleine rol. Het is maar één keer gebruikt, in Emmererfschijterveen, een variant op EmmerErfscheidenveen in Drente. Alleen in Kutjepoep, Lulbroekerstront en Reetketelpikkumerschans zien we de combinatie van een seksueel met een fecaal element, de overige namen blijven keurig op hun eigen terrein. Alle namen in deze taboegroep hebben dezelfde betekenis: gehucht, afgelegen oord, negorij, gat in de grond. Ze zijn bovendien allemaal tamelijk jong: de vroegste dateren uit de jaren zestig van de 20ste eeuw. Het is goed mogelijk dat sommige al ouder zijn, of dat er vroeger vergelijkbare plaatsnamen zijn gevormd, maar dat is niet vastgelegd. Voor het Frans ligt dat anders. Erotische werken uit de late 18de eeuw hadden vaak een gefingeerde plaatsnaam op de titelpagina. Dat kon simpelweg Amsterdam zijn (omdat daar indertijd veel verboden Franse boeken werden gedrukt, stond 'Amsterdam' zo'n beetje voor 'Sodom en Gomorra'), of'De Vaticaanse pers te Rome' (om de Kerk te pesten). Maar op de titelpagina's bij dit soort boeken staan ook namen als Branlinos (een woordspel met branler, 'aftrekken'), Couillopolis (een woordspel met corniles, 'kloten, ballen', en polis, 'stad'), Enculons (van enculer, 'kontneuken'), Foutropolis (van foutre, 'neuken'), Gamahuchons (van gamahucher, 'kontneuken') en Paillardesiropolis (vanpaillard, 'wellustig mens', en désir, 'verlangen'). De Nederlandse pornografische lectuur is helaas nooit overzichtelijk bij elkaar gezet. Een steekproef leert echter dat in dergelijke werken bijna geen gefingeerde namen opduiken. Of ze vermelden helemaal geen plaats van uitgave, of Amsterdam, Rotterdam of Franeker. Een uitzondering is Het reukwerk van Venus, zynde een verzameling van koddige snakerytjes, zeldzame voorvallen, en uitmuntende puntdichten, een tweedelig werk dat verscheen tussen 1750 en 1752. Als plaats van uitgave wordt vermeld: Het Eiland der Verliefden.
189
Nee, dan is er ondeugender spul te vinden onder de echte Nederlandse plaatsnamen. Zo publiceerde Gerrit Komrij op 15 juni 1983 in NRC Handelsblad het volgende lijstje dubbelzinnige plaatsnamen, onder het kopje 'Uitstapjes voor smeerkezen': Achterambacht, Bruiningspolder, Buiksloot, Cockdorp, Eikellust, Fluitpolder, Fockemastate, Galamadammen, Griethuizen, Grijpskerk, Gulpen, Hardenbroek, Hobbelerheide, Houthem, Juffersweert, Kezenhoek, Kraantjelek, Krimpen aan de Lek, Leerbroek, Lieve Vrouwen-Parochie, Loosduinen, Mijdrecht, Nigtevecht, Onderlangs, Pijpersdijk, Pikveld, Rucphen, Ruigoord, Sexbierum, Slikkerveer, Stavoren, Tussenweg, Vrijhoeve, Vuilhuizen, Warmenhuizen, Waspik, Wippolder, Zaadwaard en Zestienroeden. Zestienroeden (een gehucht in Friesland), daar kan eigenlijk geen Dikkelulterp tegen op, maar ja, taal is nu eenmaal een wedstrijd waarbij de sterkste lang niet altijd wint.
Aarlanderkutkachelveen Uitbreiding van Aarlanderveen in Zuid-Holland, dat ook wel schertsend Aanranderveen wordt genoemd. De verkorte vorm, Kutkachelveen, werd onlangs nog gebruikt door Rosalie van Breemen, de Nederlandse echtgenote van de Franse filmster Alain Delon. Op 12 juli 2002 zei zij in HP/De Tijd, na kritiek op Nederland: 'Je zult wel denken: Rosalie go home! En tja, waarom zitten wij eigenlijk in Kutkachelveen terwijl we net zo goed in Cannes of op Capri hadden kunnen zitten? Nou, we kunnen hier anoniemer zijn.'
Aarslocherveen Aangedragen door iemand uit Assendelft. Gevormd met het Duitse Arschloch, dat zowel 'reet, gat' als - overdrachtelijk - 'klootzak' betekent. Nederland telt ruim honderd plaatsnamen die eindigen op -veen. Het geeft aan dat het dorp of de stad is gebouwd op veengrond.
190
Abbekutjesveen Uitbreiding van Abbekerk, een plaats in Noord-Holland. Varianten zijn Abbekuttekerkeveen en Abbekutjesveen. Er bestaan in Nederland verschillende plaatsen die beginnen met Abbe-. Men brengt ze in verband met de mansnaam Abbe, een verkleinvorm van onder meer Adelbert en Adubert. Zo was Abbekinderen, een dorpje in Zeeland, in de 16de eeuw bezit van de kinderen van een zekere Abbe.
Annaprutparochie Een van de vele aanduidingen voor het vrouwelijk geslachtsdeel is prut. Sinds het begin van de 17de eeuw wordt prut gebruikt voor 'weke massa'; de betekenis 'vagina' is in de 19de eeuw voor het eerst gesignaleerd, maar kan veel ouder zijn, want woordenboekmakers waren lang erg terughoudend in het opnemen van 'vieze woorden'. Annaprutparochie is - vanzelfsprekend - geënt op Sint-Annaparochie, een plaats in Friesland. Een andere benaming voor 'gehucht' is Hutjeprut.
Apekutteveen Soms met als uitbreiding: in Apekutteveen, aan het neukersdijkje. Als varianten zijn aangetroffen: Apekutveen en Apekutterveen. Laatstgenoemde werd onlangs nog gebruikt door Marcel Buissink, een zoon van Herman Brood uit een kortstondige relatie met de voormalige Miss Groningen Tekie Buissink. Op 6 april 2002 zei hij in Het Volkskrant Magazine: 'We gingen naar Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk. Tot de concerten zachtjesaan minder werden. Hermans gezondheid ging achteruit en hij had er ook niet meer zo'n zin in. Op het laatste nippertje blies hij optredens af. Dan zei hij: Ach, ik heb er écht geen trek in om naar Apekutterveen of Jipsingsboertange te gaan.'
Bad Neueschwanz Duitse 'vertaling' van Nieuweschans in Groningen. Schwanz wordt in het Duits onder meer gebruikt voor 'pik, lui'. In verbasterde vorm hebben wij dit woord overgenomen in lapzwans.
191
Befteling Zie Pornopark Schaamharen.
*Bilderdam Een pakje hestellen bij de bode van Bilderdam (1644) = naar de wc gaan. Naar Bilderdam in Zuid-Holland, met een woordspeling op bil. De uitdrukking is onder meer aangetroffen in Klucht-hoofdige Snorre-Pypen, Quacken, en Quinck-slagen, Springende van den Os op den Esel (1644) van I. Burghoorn: 'Men buyk swelt soo as een oly-koeck. Oy, oy, doet los de veter, ick moet een packje gaen bestellen tot de Boo van Billerdam.' Men zei ook een Bilderdamse kermis houden (1858) voor 'een pak voor de billen geven'. De Friese uitdrukking oproer of donder in de bilddorpen bevat eveneens een woordspeling op bil, naast een verwijzing naar dorpen in de gemeente Het Bildt. Men zegt dit als iemand hoorbaar een wind laat.
Boerenstronteradeel Fecale variant op Boerenkoolstronkeradeel, een van de weinige fictieve plaatsnamen die in de Grote Van Dale zijn opgenomen (met als betekenis 'benaming voor een gehucht dat ergens veraf ligt en zogenaamd onbereikbaar voor de "moderne beschaving" is'). Andere varianten zijn: Boerenkoolstronkerabladstad, Boerenkoolstronkeradeelsterkarspel en Boomstronkeradeel.
Bokkeneukeradeel Van oudsher wordt de bok afgeschilderd als een geil dier. Vandaar uitdrukkingen als oude of geile bok en een oude bok lust nog wel een groen blaadje. Bokkeneukeradeel is aangedragen door iemand uit Assendelft, samen met Bokkeneukeveen. Nederland telt slechts vier plaatsen die beginnen met Bok-; het gaat hier overigens om een verbastering van beuk. Een Duitse fictieve plaatsnaam met het 'neuk'-element is het dorps aandoende Oberniederbumsbach, 'Oppernederneukbeek'.
192
Boutenburg, Boutenburcht In Amsterdam worden Boutenburg en Boutenburcht wel gebruikt voor 'plee' ('Ik ben effe naar Boutenburg'). Dit natuurlijk vanwege bouten en een bout draaien voor 'poepen'. De plaatsnamen werden omstreeks 1970 gehoord in de Jordaan. Inmiddels bestaat er nog maar één Nederlandse plaats met het woordelement bout, namelijk Op den Bout in de gemeente Maarbree in Limburg. In de 19de eeuw waren er verschillende gehuchten genaamd Bout of De(n) Bout, en in Zuid-Holland lag een plaatsje Boutweg. Bij Sloten in Noord-Holland stond ooit een huis genaamd Boutenburg, maar het is niet duidelijk of dit van invloed is geweest op het Amsterdamse schertswoord voor 'plee'.
*Buiksloot Naar Buiksloot varen (1719) = geslachtsgemeenschap hebben. Naar Buiksloot, indertijd een zelfstandig dorp in Waterland (Noord-Holland), inmiddels een deel van Amsterdam, zinspelend op buik, 'onderbuik'. Ko Cassandra (1802-1868) gebruikte de plaatsnaam in een gedicht getiteld 'Onschuldig tijdverdrijf: 'Wel, man! wat deedt gij toch op 't Water bij Kato?' 'Gij bleeft zolang bij haar; - ge weet, ik kén je, Koo!' 'Mijn goede griet,' sprak Koo, 'uw kommer zij niet groot; We keken naar een' mast, die heenvoer naar Buiksloot!' Een vergelijkbare woordspeling is te vinden in buiksloterhammetje voor 'vagina', met daarin de naam Buiksloterham, oorspronkelijk een dorpje ten noorden van Amsterdam dat inmiddels door de stad is opgeslokt. Men zei ook naar Stootwijk rijden voor 'geslachtsgemeenschap hebben'. Stootwijk is een fictieve plaatsnaam. In het Duitse taalgebied spreekt men in dit verband wel van nach Küssnacht gehen, dus naar een kussenrijke nacht. Küssnacht is een plaats in Zwitserland.
Costa del Platje Ruim twintig fictieve plaatsnamen beginnen met Costa, Spaans voor 'kust'. Drie daarvan hebben een seksuele strekking: Costa del Platje, Costa
193
del Snol en Costa Sletta. Aanvankelijk was platje een volkswoord voor platluis of schaamluis; later werd het gebruikt voor 'geslachtsziekte'. Als toelichting bij Costa del Snol schreef een informant: 'Tijdens mijn vakantie twee jaar geleden in Italië kwam ik Nederlanders tegen die op mijn vraag waar ze nog heen gingen meldden: "Naar Spanje naar de Costa del Snol", vanwege de in hun ogen losse-zedenmentaliteit daar van de Nederlandse meiden in Spanje.' En over Costa Sletta schreef iemand: 'Toen ik in Maastricht studeerde (vanaf 1983) hadden we het over "geblondeerde zonnebank- en haarlakmonsters" die naar de Costa Sletta (Benidorm, Salou etc.) gaan om daar de nacht door te brengen in discotheken en overdag op het strand te sletten en te bakken.'
*Darmstadt Een (ijl)telegram uit Darmstadt (omstreeks 1930) = een 'scheet' of'diarree'. Soms ook voor 'luide boer'. Er zijn verschillende uitbreidingen en varianten aangetroffen, zoals een bericht uit Darmstadt, dat er een worst op komst is; telegram uit Darmstadt: lading verse worst in aantocht; een telegram uit Darmstadt, er is een spoedbericht onderweg; telegram uit Darmstadt, stront voor de lading; oproer in Darmstadt (voor een rommelende maag) en er komt een pakketje van Maagdenburg naar Darmstadt. De uitgebreidste variant werd omstreeks 1938 i.n Malang (toen Nederlands-Indië) gehoord, en heeft het karakter van een mop. Een informant meldde dat hem indertijd door een medescholier werd gevraagd of hij wist wat een scheet precies was. Toen hij ontkennend antwoordde, kreeg hij als antwoord: 'Dat is een bericht uit Maagdenburg langs Darmstadt via Terbillen naar Terneuzen dat er een lading stront in aantocht is.' Dit alles naar Darmstadt in Duitsland, opgevat als de stad van de darmen.
Dedemshemel De meerderheid van de bevolking van Dedemsvaart in Overijssel is streng orthodox protestant. Vandaar de spottende bijnaam: Dedemshemel. Overigens is Dedemsvaart genoemd naar J.W. van Dedem, een baron die om de veenontginning te bevorderen in 1809 begon met de aanleg van een kanaal, dat in 1854 werd voltooid.
194
Dikkelulterp Omstreeks 1965 gehoord in Amsterdam. Nederland telt momenteel acht plaatsnamen die eindigen op -terp, van Greonterp tot Wijnjeterp. Ze liggen allemaal in Friesland. Een andere fictieve plaatsnaam met -lui is Hanglullerbroek (gehoord in Rotterdam).
Emmererfschijterveen 'In militaire dienst,' aldus een informant, 'was er een mede-dienstplichtige die zich naar de mening van zijn kamergenoten nogal lomp en boers gedroeg. Deze man kwam uit Emmer-Erfscheidenveen, dat door zijn lotgenoten als Emmererfschijterveen werd aangeduid, om het vermeende karakter van de bevolking van het dorp aan te geven.' Emmer-Erfscheidenveen is ook de inspiratiebron voor Strontemmerveen, een plaatsnaam die in Rotterdam is gehoord.
Flamoesdijk Uitbreiding van Moesdijk, de naam van een dorp in (Nederlands) Limburg. De herkomst van flamoes, dat 'kut' betekent, is onbekend. Het woord is in 1914 voor het eerst opgetekend. Mogelijk gaat het terug op flamboeës, een dialectvorm vanframboos. Het vrouwelijk geslachtsdeel is vaker als een vrucht voorgesteld: denk bijvoorbeeld aan pruim. In het Frans wordt framboise gebruikt voor 'clitoris'.
Fukkistan 'Ik heb een paar jaar in Noordwest-Pakistan gewoond,' aldus een informant, 'waar veel mensen vanwege hun Pathaanse taal de P en de F verwarren. Die verwarring lag ten grondslag aan het wijdverbreide Fukkistan als spot- of koosnaam voor Pakistan.'
Gatsemergat Dit gat der gaten werd aangedragen door iemand uit Groningen. Nederland telt momenteel nog zeven plaatsen die eindigen op -gat (vroeger waren dat er meer). De opmerkelijkste zijn Boerengat (Zeeland), Moddergat
195
(Friesland) en Stampersgat (Noord-Brabant). Gat betekent in deze namen overigens niet 'plaats van niks', maar 'monding van een kreek'. De Grote Van Dale vermeldt boerengat (zonder hoofdletter) in de betekenis 'afgelegen, oninteressante plaats'.
Happekutterveen 'Als wij in onze familie the back ofbeyond willen omschrijven,' aldus een dame uit Den Haag, 'dan spreken wij over Happekutterveen.' Inmiddels bestaan er geen Nederlandse plaatsnamen meer die beginnen met Happe- maar tot aan het begin van de 20ste eeuw kende Noord-Brabant een buurtschap met de naam Happenhennip. Of die naam van invloed is geweest is niet bekend; het is ook goed mogelijk dat Happekutterveen is ontstaan als variant op Apekutteveen.
HeerJanJezusGodverdommedam Uitbreiding van Heerjansdam in Zuid-Holland. Ook Herejezusdam, Herejezusjansdam en Jezusjansdam zijn geënt op Heerjansdam (dat in de vijftiende eeuw is genoemd naar Heer ('Ambachtsheer') Jan van Roozendaal). Zie verder bij Herejezusveen.
Henclrik-Ido-Godverlaten-Jezus-Tering- Ambacht Omstreeks 1978 gehoord in Delft. Een informant schreef als toelichting: 'Ik werkte indertijd na schooltijd op de markt in Delft. Mijn toenmalige baas vroeg of ik een keer een complete dag op de markt in Hendrik-IdoGodverlaten-Jezus-Tering-Ambacht kon komen helpen. En natuurlijk ben ik die dag in Hendrik-I do-Ambacht geweest. Sinds die dag gebruik ik in conversaties de uitgebreide naam, soms tot verbazing van toehoorders.'
Herejezusveen Herejezusveen behoort tot de bekendste en populairste godslasterlijke plaatsnamen. Hij is vooral geliefd onder popmuzikanten, die een achterafzaaltje in een achterafplaats graag mogen aanduiden als zaal Strontzicht in Herejezusveen. Mogelijk is deze populariteit in een bepaalde beroeps-
196
groep te verklaren uit een slagzin van de popgroep Normaal: 'Van Herejezusveen tot Stampersgat: Normaal speult alles plat.' De populariteit van Herejezusveen onder popmuzikanten is met veel citaten aan te tonen, maar één voorbeeld kan volstaan. Henny Vrienten zei op 16 december 1998 in De Groene Amsterdammer. 'Het is ook zo onnatuurlijk, zo'n bandje. Je ziet meer van de andere bandleden dan van je vriendin of vrouw. En het verval, de weg terug, leek mij erg pathetisch. Het moet afgrijselijk zijn om, ouder wordend, te proberen het succes vast te houden. Je kunt toch niet je hele leven in een busje zitten naar Herejezusveen!' Varianten zijn: Allejezusveen, Herejezusdreef, Sint-Herejezus in 't Veen en Sint-Herejezusveen.
Hobbeskont 'Mijn vader,' aldus een informant uit Vlaardingen, 'sprak een halve eeuw geleden al over Hobbeskont als hij met enig dédain de herkomst van mensen en/of gewoonten wilde aanduiden: "Dat heeft-ie zeker in Hobbeskont geleerd.'" Hobbes is een inmiddels verouderde variant van lobbes, 'sul'.
Homolowakije Hij komt uit Homolowakije = hij is homoseksueel. Homolowakije is geënt op de landnaam Slowakije. Vergelijk Nichtenstein, Nigtevecht en Utrecht.
Hompekurkerstrekgat Het eerste deel van deze fictieve plaatsnaam is afgeleid van hompiekurken, dat 'neuken' betekent. De plaatsnaam is gehoord in Roelofarendsveen.
Hondsbommelerkont Omstreeks 1960 gehoord in Middelburg. Het gaat hier om een uitgebreide variant van Bommelskont. Een andere plaatsnaam met hond- is Hondstronteradeel.
">97
Jalullebad Schertsende verbastering van Jalalabad, een plaatsnaam die niet alleen in Afghanistan voorkomt - hoewel dat de bekendste is - maar ook in Bangladesh, I ndia, Iran en Pakistan. Wereldwijd zijn er maar liefst veertien plaatsen met die naam.
Kaap Kont Vooral bekend in de uitdrukking voor Kaap Kont liggen voor '(met zijn tweeën) in bed liggen, slapen' of 'met iemand naar bed gaan, gemeenschap hebben'. Als varianten zijn aangetroffen ankeren achter Kaap Kont; bij Kaap Kont voor anker gaan; achter of voor Kaap Kont gaan en achter Kaap Kont verdwijnen. Zie verder bij Kaap Kont in hoofdstuk 8.
Kakanië Een vondst van de Oostenrijkse schrijver Robert Musil (1880-1942) (en niet van zijn landgenoot Karl Kraus, zoals je soms leest). Musil voert Kakanië (Kakanien in het Duits) op in Der Mann ohne Eigenschaften, een onvoltooide roman die pas na zijn dood werd uitgegeven en die hem beroemd maakte. Met Kakanië wordt de Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie aangeduid. De naam is geïnspireerd op de afkorting k.u.k. (kaiserlich und königlich, omdat het staatshoofd keizer van Oostenrijk en koning van Hongarije was) en Kacke, 'poep, drek'.
Kloothommelsga Kloothommelsga is de enige fictieve plaatsnaam die gebruikmaakt van het woord kloot. Dat woord komt nu niet meer in Nederlandse plaatsnamen voor, maar aan het begin van de 20ste eeuw was er nog een gehucht De Kloot in Noord-Brabant en een Kloothoeft in Limburg. Het achtervoegsel -ga, dat in zes Nederlandse plaatsnamen voorkomt (van Augustinusga tot Terwisga), betekende oorspronkelijk 'dorp met omgeving'.
198
Kontebonk Afleiding van kontbonken, '(kont)neuken'. Vergelijkbare Engelse fictieve plaatsnamen zijn Bumfuck en Buttfuck. In het Amerikaans is het gebruikelijk om achter een fictieve plaatsnaam een staat te noemen. Bij Bumfuck en Buttfuck is dit doorgaans Idaho.
Kontenlikkersgat Gehoord in Rotterdam. Kontlikker (en aarslikker) betekent 'slijmerd, vleier'. Nederland telt momenteel negen plaatsnamen die eindigen op -gat, van Boerengat tot Zwanegat.
*Kontich Zie bij deze plaatsnaam in hoofdstuk 13.
Kut aan de Zaan Denigrerende bijnaam voor Koog aan de Zaan in Noord-Holland. Gehoord in Amsterdam.
Kut op Veen Het woord kut is in 1574 voor het eerst in het Nederlands opgetekend. De herkomst is niet helemaal zeker. Men veronderstelt dat het teruggaat op het Gotische qithus, 'moederschoot'. Zeker is dat kut in fictieve plaatsnamen een geliefd woorddeel is. Soms staat het in het midden, zoals bij Aarlanderkutkachelveen, Nutskutteradeel en Schubbekutsluis, maar veel vaker beginnen fictieve plaatsnamen met Kut, Kutje of Kutte(r). In slechts één plaatsnaam duikt kut aan het einde op, en dan nog in verbogen vorm, namelijk bij Oostkutteren. Bij Kutkammerveen en Kutkammerije wordt gezinspeeld op het woord kutkammen, dat 'zeiken, zaniken' betekent. Daarnaast zijn er vier namen waarin het woord krabben een rol speelt: Kutkrabberveen, Kutjekrabbeveen, Kutkrabbedijk (afgeleid van Krabbendijke in Zeeland) en Kutkrabberadeel Kutdorp, gemeente Kotshol, aangetroffen in een album van Sjef van Oekel, is de enige variant met een uitbreiding. Kutjepoep is gesignaleerd in het
199
werk van Jules Deelder, maar komt waarschijnlijk 'gewoon' van de straat, net als Kutjeneukemerhei, Kutjewinkel, Kutschurkendam, Kuttemeroog (een variant op Rottumeroog) en Kuthuizerveen. Een veelgebruikte fictieve plaatsnaam in het Spaans is El Quinto Cono ('De Vijfde Kut'). Dit wordt gebruikt in de betekenis 'ergens ver, afgelegen'. Een nettere variant is El Quinto Injierno ('De vijfde hel'). Vergelijk Kuttekoven in hoofdstuk 17.
Lake Horny Schertsende 'vertaling' van de Hoornse Plas bij Eelderwolde in Drente. Horny betekent in het Engels 'geil, opgewonden'. Het naaktstrand bij de Hoornse Plas was volgens een informant de aanleiding voor deze bijnaam.
Lassiemalullie Verbastering van 'laat-ze-maar-lullen'. Aangetroffen in een publicatie getiteld Het eiland Lassiemalullie; kroniek van een uitgeversreis, een liber amoricum voor uitgever Benno van Lochem van Kluwer. Waarschijnlijk alleen in kleine kring bekend.
Lexvodsen, Likfotse Lexvodsen en Likfotse komen voor in dooddoeners met een plaatsnaam, namelijk: naar Leocvodsen en over Potterbolli weerom (gehoord omstreeks 1940); en naar Likfotse, waar de boeren de kippen jotsen (omstreeks 1965). Beide plaatsnamen zullen zijn beïnvloed door het Duitse Fotze, 'kut'. Likfotse betekent dus eigenlijk 'likkut'.
Likmeholsteradeel 'Ik kwam met deze plaatsnaam in aanraking,' aldus een informant, 'tijdens het vervullen van mijn dienstplicht in de zomer van 1991. Toen mijn pelotongenoten en ik bij het oefenen van de zogenaamde "sluipgangen bij nacht" de aanwijzingen van de sergeant - een Brabander woonachtig in Den Haag - niet correct opvolgden, waarschuwde hij ons dat wij aldus zouden doorkruipen tot aan Likmeholsteradeel.' Het Nederlandse leger is
200
een rijke bron voor informeel taalgebruik. Vergelijk bijvoorbeeld Emmererf schijterveen, Schaamlipperveen, Sexloos en Poepgeilstradeel.
Loopse Pik Woordspeling op Lopik in Utrecht, dat ook voorkomt als Walking Dick. De enige andere fictieve plaatsnaam met -pik is Reetketelpikkumerschans. Overigens moet de herkomst van de naam Lopik heel ergens anders worden gezocht: hij betekent 'toebehorend aan de persoon Lupius'.
Lulbroekerstront Zie bij Verneukschoten.
Lullebroekieshaven Voor een zeevarende natie telt Nederland opmerkelijk weinig plaatsnamen die eindigen op -haven. Het zijn er slechts zeven, van Almere-Haven tot Simonshaven. Voorzover bekend is Lullebroekieshaven de enige verzonnen plaatsnaam die van deze uitgang gebruikmaakt. De naam is gehoord in Den Haag.
*Maarssen Zie bij deze plaatsnaam in hoofdstuk 13.
*Makkum Naar Makkum moeten (1911) = naar de wc moeten. Naar Makkum in Friesland, met de gedachte aan gemak, 'toilet'. Vergelijk Portugal.
Neukië Volgens een informant wordt Neukië zowel voor een achteraf gelegen plaats als voor een 'onbeduidend land' gebruikt. Die laatste betekenis sluit beter aan bij het gebruik van het achtervoegsel -ië in fictieve plaats-
201
namen. Ruim dertig landennamen eindigen zo, van Absentie tot Transandijvië.
Neukemazijl Zie bij deze plaatsnaam in hoofdstuk 13.
Nichtenstein Hij komt uit of van Nichtenstein = hij is homoseksueel. De naam is gevormd naar het voorbeeld van Nigtevecht en Liechtenstein. Er wordt gespeeld met nicht in de betekenis van 'homo'. In 1993 typeerde de Volkskrant Frank Govers en Joop Braakhekke als de 'Knabbel & Babbel van het groothertogdom Nichtenstein'; een jaar later werd Albert Mol in diezelfde krant 'de tvvader van het Koninkrijk Nichtenstein' genoemd. Je komt Nichtenstein ook op internet tegen, in diverse toepassingen. Zo staat op een site over homoseksualiteit: 'Nou, meid, had je hem moeten zien kijken. Alsof hij het in Nichtenstein hoorde donderen.' En elders wordt iemand als volgt aangesproken: 'Hee van nichtenstein, kom eens achter die bar vandaan.'
*Nigtevecht Hij komt uit of van Nigtevecht = hij is een homoseksueel. Naar Nigtevecht in Utrecht. De uitdrukking is omstreeks 1950 gehoord in Amsterdam. Nicht is al aan het begin van de 18de eeuw opgetekend in de betekenis van 'homo'. Het was indertijd een soort codewoord onder homoseksuelen.
Nutskutteradeel 'In de jaren zeventig was Nutskutteradeel in Leiden vrij gangbaar als typering voor de ergste provincie, waar ook ter wereld,' aldus een informant. Nederland kent geen plaatsnamen die beginnen met Nuts-, maar wel veel nuts verenigingen.
Oostschubbekutteveen Uitbreiding van Schubbekutteveen. Bij diverse fictieve plaatsnamen die als
2.02
betekenis hebben 'afgelegen oord, gehucht, negorij', wordt het provinciale karakter nog eens onderstreept door er Oost- voor te zetten. Voorbeelden zijn: Oost-Begonië, Ooststronkeradeel en Oostwapperzand-Buiten. Uitbreidingen met Noord- zijn niet aangetroffen, met Zuid- en West- wel, maar Oost- komt het meest voor.
Paalgraag Je zou verwachten dat paal al eeuwenlang voor 'penis' wordt gebruikt. Misschien is dat ook zo, maar onze historische woordenboeken maken er geen melding van. We vinden deze betekenis pas in de 20ste eeuw, samen met palen en palen laaien voor 'neuken', en met palenhater voor 'lesbienne'. Paalgraag is ingezonden door een informant uit Rotterdam. Zeeland kent twee dorpjes die Paal heten; in Overijssel ligt Rollepaal. Aan het begin van de 20ste eeuw had je ook nog Paaldijk, Paalkuil en Paalstraat, maar die gehuchten zijn inmiddels opgeheven.
Pierlepon Aangetroffen in een toneelstuk uit 1650 van M. Gramsbergen, getiteld Kluchtige Tragcedie: Of den Hartoog van Pierlepon. Het WNT brengt de naam in verband met het werkwoord pierlepompen, dat wordt omschreven als 'schertsende benaming voor vleeschelijke gemeenschap uitoefenen'. In het Gronings werd pierlepomp gebruikt voor 'rare snuiter, vreemde gast, snaak'.
Pluskut Pluskut is een fictieve plaatsnaam die voortkomt uit een raadsel. Dit luidt: hoe kun je Enschede vertalen? Als plus-kut (synoniemen voor en + schede). Buiten het raadsel lijkt Pluskut vooral in de studententaal te worden gebruikt als bijnaam voor Enschede. Ook op internet tref je het geregeld aan.
Poepeloerekapelle Volgens een Vlaamse informant een algemeen gebruikte fictieve plaatsnaam in Vlaanderen. Zowel in Nederland als in Vlaanderen zijn er verschillende plaatsnamen die eindigen op -kapelle. Het woord Poepeloere is in
203
de Vlaamse dialectwoordenboeken niet aangetroffen; mogelijk is het een verlenging van poep.
Poepgeilstradeel Omstreeks 1960 gehoord in het Nederlandse leger. Inmiddels zijn er in Nederland geen plaatsnamen meer die beginnen met poep-, maar een aardrijkskundig woordenboek uit 1912 vermeldt onder andere Poepennest, Poepenstouwe, Poepershoek en Poepsbrug.
Poepjanknor Zie bij Verneukschoten.
*Po{o)rtuga(a)l Naar Portugal gaan (omstreeks 1520) = naar de wc gaan. Naar het land Portugal, met een woordspeling op poort in de betekenis van 'aars, achterste'. Lange tijd schreef men Poortegael. Dit werd overdrachtelijk gebruikt voor 'heimelijk gemak' en 'achterste, aars, zitvlak'. Men zei ook een briefschrijven naar Portugal voor 'naar de wc gaan'. Een wc-papiertje werd wel een Portugalsbriefje genoemd; 'drek' en 'stront' noemde men soms Portugaalse vijgen. In geval van diarree beschikt het Duits over de uitdrukking Überschwemmung der Po-Ebene, 'overstroming van de Povlakte' (van Po, 'bips'). De Fransen spraken in zo'n geval wel van aller a Clichy, 'naar Clichy gaan', met de bijgedachte aan het argot-woord cliché, 'diarree'. Vergelijk Makkum.
Pornopark Schaamharen Bijnaam voor Ponypark Slagharen. Hoewel erg flauw, is deze woordspeling vrij wijdverbreid - ze is bijvoorbeeld op verschillende websites te vinden. Een vergelijkbare vondst is 'de Befteling bij Kutsheuvel' (de Efteling bij Kaatsheuvel). Aan het digitale sekspark de Befteling is een aparte website gewijd.
204
*Poupehan Hij komt van Poupehan = hij is geil, hij heeft een grote seksuele drift. Naar Poupehan in (Belgisch) Luxemburg, met een woordspel op poepen, dat in Vlaanderen algemeen wordt gebruikt in de betekenis 'neuken'. De plaatsnaam Poupehan wordt ook overdrachtelijk gebruikt voor 'gat, gehucht, plaats waar niks gebeurt'. Zie verder in hoofdstuk 17.
Prentenpielemansga Omstreeks 1940 gehoord in Zwolle. Een informant schreef:'Prentenpielemansga, daar wensten wij iedereen naartoe die maar niet ophield met het maken van grappen die ietwat ongepast waren. Mijn Zwolse oma slaakte vaak die verzuchting. Een grappenmaker heette in het oud-Zwolse dialect een prentenpielenman.'
Pummeldam Het is de vraag of bij Pummeldam is gedacht aan pummel in de betekenis van 'mannelijk lid' of aan 'lomperd, lummel'. In ieder geval wordt het gebruikt - net als de meeste fictieve plaatsnamen - voor een gehucht, een verafgelegen, achterlijk gat.
Reetketelpikkumerschans In 1988 door Jules Deelder gemunt in zijn boek Drukke dagen. Sindsdien duikt het ook in de spreektaal op. Noord-Brabant kende vroeger een buurtschap genaamd Reetjes. In 1912 woonden er 62 mensen.
Refocity Denigrerende bijnaam voor Geldermalsen in Gelderland, waar veel gereformeerden wonen.
-Roodkerk Het is feest in Roodkerk (1972) = zij is ongesteld. Naar Roodkerk in Friesland, zinspelend op (menstruatie)bloed. Men zegt ook opoe van Roodeschool
205
is over (1995), naar Roodeschool in Groningen. Vergelijkbare buitenlandse uitdrukkingen zijn to have a visitor from Redhank (een gast uit Redbank hebben) en traverser la mer Rouge (de Rode Zee oversteken) - beide voor 'ongesteld zijn'. Hetzelfde water komt voor in een goeie schipper vaart ook door de Rode Zee voor 'ook tijdens de menstruatie kun je seksuele gemeenschap hebben'. De vroegste vindplaats voor deze uitdrukking is van 1957.
*Sassenheim 'Wanneer mijn nieuwe, tamelijk oubollige collega's het toilet bezoeken,' aldus een correspondent, 'zeggen ze dat ze even naar Sassenheim gaan.' Sassenheim ligt in Zuid-Holland. Er wordt vanzelfsprekend gespeeld met sassen in de betekenis van 'plassen'. Dit woord - dat dateert uit de eerste helft van de 20ste eeuw - is óf klanknabootsend gevormd, óf het is een betekenisuitbreiding van sassen, 'de sluisdeuren opendoen om te spuien'.
Schaamlipperveen Voorzover bekend is het woord schaamlip voor het eerst aangetroffen in een boek uit 1724 van J. Palfijn, getiteld Ontleed-kundige Beschryving, van de Vrouwelijke Deelen, die ter voort-teeling dienen. De plaatsnaam Schaamlipperveen is gehoord in het Nederlandse leger. 'Mijn sergeant,' aldus een informant, 'had het altijd, bij wijze van voorbeeld, over iemand "uit Schaamlipperveen met niet meer opleiding dan twee danslessen en een cursus bloemschikken (of een diploma zwakstroom)".' Een variant is Schaamlipstradeel.
Schippekutteveen In 1998 door Mare De Coster opgetekend in zijn Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans. Hij geeft als bewijsplaats een citaat uit HP/De Tijd uit 1993: 'Een topscorer is hij nooit geweest. "En dat zal ik ook nooit worden," zegt hij. "Misschien als ik bij Schippekutteveen ga spelen.'" Mogelijk is deze naam ontstaan als variant op Schubbekutte(r)veen, dat ook populair was in voetbalkringen. Vergelijk Schubbekutsluis.
206
Schnickelwasser am Ahr Eind jaren zestig, begin jaren zeventig was Schnickelwasser am Ahr de favoriete vakantiebestemming van Douwe Trant in 'Het dagboek van Douwe Trant', een rubriek van Rinus Ferdinandusse in Vrij Nederland. De Ahr is een bestaande rivier in de Eifel. Algemeen wordt aangenomen dat snïkkel, 'pik', van Jiddische herkomst is, maar niet duidelijk is op welk woord het precies teruggaat. Men komt het ook tegen in de vorm sjniggel; Schnickel is nep-Duits. Een variant van Schnickelwasser is Schnickelsville.
Schubbekutsluis Net als Schubbekutte(r)veen suggereert Schubbekutsluis een vaginale ziekte in ieder geval iets onsmakelijks met schubben. De vorm Schubbekutte(r)veen komt vaker voor; Schubbekutsluis is waarschijnlijk een variant (net als Schippekutteveen). Schubbekutte(r)veen wordt toegeschreven aan voetbaltrainer Fritz Korbach, de man die ook het woord boerenkoolvoetbal bedacht.
Sexloos 'Aan het eind van de jaren tachtig,' aldus een informant, 'had onze compagnie Exloo als oefenlocatie bij alarmen. Wij verbasterden Exloo tot Sexloos als wij daar weer eens verplicht een paar dagen moesten verblijven.'
Slet en Sleur Deze allitererende, seksuele variant van Etten-Leur is opgetekend onder Amsterdamse studenten. Schin op Geul in Limburg wordt soms Slet op Geul genoemd. De oorspronkelijke betekenis van slet, een woord dat dateert uit de 14de eeuw, is overigens 'afgescheurde of oude lap'. De betekenis 'ontuchtige vrouw' stamt uit de 16de eeuw. De Spaanse kust wordt wel aangeduid als Costa Sletta.
Stadskutkanaal Uitbreiding van Stadskanaal, een plaats in Groningen. Een 'Engelse' omzetting van Stadskanaal is Citieschannel. Men zegt ook Stads Anaal.
207
*Stampersgat Uitzicht op Stampersgat (omstreeks 1970). Gezegd wanneer je een wijdbeens zittende vrouw in het kruis kunt kijken. Naar Stampersgat in NoordBrabant, met een woordspeling op gat, 'vulva', en stampen in de betekenis 'neuken'. Het woord stampen in de plaatsnaam heeft overigens als betekenis 'een arbeider die in de meekrapindustrie werkzaam was in de zogenoemde meestoof.
Stootwijk In de verbinding naar Stootwijk rijden, voor 'neuken'. Stoten wordt al sinds de 13de eeuw gebruikt voor 'schokkende of krachtige duw geven', maar de betekenis 'neuken' is pas aan het begin van de 19de eeuw gesignaleerd. Waarschijnlijk is dit overdrachtelijke gebruik echter veel ouder. Goed stoots wordt bijvoorbeeld al sinds het begin van de 17de eeuw gebruikt voor 'geil'. Nederland telt maar één plaatsnaam met het woord stoot: Stootshorn in Groningen.
Strontbobbeleskonten Net als Hondsbommelerkont is Strontbobbeleskonten een uitgebreide variant van Bommelskont (zie hoofdstuk 13). De populariteit van het woord stront (en vooral ook schijt) in het informele Nederlands in aanmerking genomen, zijn er opvallend weinig fictieve plaatsnamen mee gevormd. Het eerder genoemde Strontemmerveen is geënt op het bestaande Emmer-Erfscheidenveen in Drente (net als Emmererfschijterveen); Vroomshoop in Overij ssel wordt wel schertsend Stronthoop genoemd, en Eemnes staat bij sommigen bekend als Stronthoopcity. Tot slot is er nog Strontkluiteradeel, een naam die omstreeks 1960 opgang maakte in Zuid-Holland. Een bekende Engelse fictieve plaatsnaam is Shitsville.
Terbillen Aangetroffen in een humoristische definitie van scheet. Wat is een scheet? 'Dat is een bericht uit Maagdenburg langs Darmstadt via Terbillen naar Terneuzen dat er een lading stront in aantocht is.' Een en ander werd omstreeks 1938 in Nederlands-Indië gehoord. Zie verder bij Darmstadt in dit hoofdstuk. 208
Tietjerkstrakutteveen Gevormd naar het voorbeeld van Tietjerksteradeel in Friesland, een plaats die - net als bijvoorbeeld Lutjebroek - overdrachtelijk wordt gebruikt voor 'afgelegen oord'. Een andere, minder bekende variant is Tietkutteradeel. Vanzelfsprekend wordt in deze namen gespeeld met tiet in de betekenis van 'borst'. Overigens heet Tietjerksteradeel sinds enkele jaren officieel Tytsjerksteradiel.
-Utrecht Van Utrecht zijn of komen (1861) = homoseksueel zijn. Waarschijnlijk te verklaren uit hij komt van achter de Dom, waarbij de Dom(toren) staat voor het mannelijk lid. Men zei ook een Utrechtenaar draagt zijn broek achterstevoren, een uitdrukking die in de studententaal is opgetekend. Hij komt van Utrecht werd in de 19de eeuw bij het biljarten gebruikt als een bal van achteren werd geraakt. Men heeft deze uitdrukkingen in verband gebracht met de grote sodomieprocessen in Utrecht in de eerste helft van de 18de eeuw, maar woordspelige verbanden tussen Utrecht en homoseksualiteit zijn pas veel later aangetroffen.
Vaginaveen De Romeinen gebruikten vagina voor 'schede van het zwaard'. Sinds het begin van de 18de eeuw wordt dit woord in het Nederlands gebruikt voor 'vrouwelijk geslachtsdeel'. Vaginaveen is onder meer gehoord in Amsterdam. Zonder twijfel dankt het zijn naam aan de alliteratie.
Verneukschoten Door Harry Mulisch gebruikt in het verhaal 'Wat gebeurde er met sergeant Massuro?', dat voor het eerst werd gepubliceerd in 1955. Mulisch schreef: 'Soms ontdekken we tussen de lianen of aan een stinkend moeras Nederlandse onderdanen van 1,40 m hoog die nooit een blanke gezien hebben. Nieuw Emmercompascuum noemen we zo'n kraal dan, of we geven het een naam ontleend aan de stofwisseling: Lulbroekerstront, of Verneukschoten.' In hetzelfde verhaal noemt Mulisch nog een andere fictieve plaatsnaam: 'De dag dat het verkeerd ging, zaten we in Poepjanknor, een gehucht van twintig hutten vol dwergen.' 209
Voor al deze namen geldt dat ze door veel informanten zijn aangedragen. Sommigen zeggen met grote stelligheid dat ze de namen al kenden vóór Mulisch; zeker is dat Mulisch hun populariteit sterk heeft vergroot. Daardoor zijn ze nu tamelijk wijdverbreid. Overigens is verneuken nog niet zo'n oud woord. Het is in 1795 voor het eerst opgetekend.
Wipkerk aan de Kromme Veght Wippen is in 1829 voor het eerst gevonden in de betekenis van 'neuken', maar het zal zeker ouder zijn, want al aan het begin van de zestiende eeuw komen we wips tegen voor 'wulps, loszinnig'. Bij de Amsterdamse toneelschrijver Samuel Rusting, die berucht was om zijn grove taalgebruik, vinden we in 1712 wipperwappen, wipstaarten en wipperij voor 'neuken', en wippernap voor 'vagina'. Wipkerk aan de Kromme Veght, een vondst van Peter van Straaten, komt voor in de bundel Nieuwe brieven van de Beste Jongens (1981), die hij schreef samen met Rijk de Gooyer en Eelke de Jong. Andere fictieve plaatsnamen in deze brievenbundel zijn Ernstdijk, Jaarwedde (beïnvloed door Vlagtwedde), Woelderop en Gerboerderzand. Alleen Wipkerk aan de Kromme Veght is ook elders aangetroffen.
Wippenstein In de door Kees van Kooten en Wim de Bie verbreide uitdrukking van Wippenstein gaan voor 'neuken'. De uitdrukking debuteerde op de elpee Hengstenbal uit 1977, in de beroemde sketch waarin de Klisjeemannetjes in het plat Haags hun seksleven bespreken. Van Kooten: 'Als je wilt kan je mij elke nach zien palen. Elke nach.' De Bie: 'Elke nach van wippestein zeg. Hé, nou dan zouden ze mij na een jaartje dinsdagochend op de stoep kunnen zetten.' Toen Van Kooten en De Bie deze uitdrukking lanceerden, waren constructies die eindigen op -stein al zo'n tien jaar in de mode. In hun eigen werk zijn nog te vinden van bubbelenstein ('dik worden op de dijen'), van spitsenstein ('met de oortjes') en van zwevenstein. Elders zijn onder andere gevonden van beukenstein, van knullenstein, van knokkenstein, van pimpelen-
210
stein, van slappenstein, van suffenstein en van truttenstein. Vooral Dimitri Frenkel Frank grossierde in dit soort woorden. Je kunt erover twisten of Wippenstein hier moet worden beschouwd als een fictieve plaatsnaam. Zeker is dat de Grote Van Dale Wippenstein met een hoofdletter spelt, waardoor het woord fungeert als eigennaam. Zeker is ook dat (Heer) Van Wippestein soms wordt gebruikt als schertsende benaming voor 'mannelijk lid'. Het mag duidelijk zijn dat die 'heer' uit het denkbeeldige Wippestein komt.
Wobbelkonterveen 'De fictieve plaatsnaam Wobbelkonterveen,' aldus een informant uit Rotterdam, 'wordt regelmatig in onze kring gebruikt om draaikonterij oftewel het vruchteloos zoeken naar uitvluchten aan te duiden. "Kom jij uit Wobbelkonterveen of zo?'" Ook aangedragen door iemand uit Utrecht.
211
14 Tot slot: enkele uitdrukkingen met een woordspeling op een échte plaatsnaam
Zijn in dit boekje nu alle uitdrukkingen met een plaatsnaam aan de orde gekomen? Nee, zeker niet. Er bestaan honderden uitdrukkingen met een plaatsnaam. Denk maar aan zegswijzen als zo oud als de weg naar Kralingen (of Rome) en van hier tot Tokio. Maar - zoals eerder gezegd - in dit boekje zijn slechts uitdrukkingen met een echte plaatsnaam opgenomen als ze een woordspeling bevatten. In dit slothoofdstuk volgen er nog een paar. Het gaat om uitdrukkingen van diverse pluimage, die niet pasten in een van de gebruikte rubrieken.
-Den Helder Een heldertje krijgen (omstreeks 1940) = een heldere ingeving krijgen. Opgetekend uit de mond van een oud-marineman. Zoals bekend is Den Helder de voornaamste Nederlandse marinebasis. Mogelijk alleen in marinekringen bekend.
*Heythuysen Dat is van Heythuysen (omstreeks 1970) = dat is (te) heet. Dit wordt gezegd van voedsel of drank, bijvoorbeeld: 'Die soep is van Heythuysen.' Naar Heythuysen in (Nederlands) Limburg. Heet wordt in het Limburgs uitgesproken als heit. De uitdrukking is gehoord in het Noord-Limburgse kerkdorp Oirlo (gemeente Venray).
212
-Miskom Het is van Miskom (1890) = het is mislukt. Naar Miskom in Vlaams-Brabant, met een woordspeling op miskomen, dat in die streek onder meer 'iets kwaads overkomen' betekent. Men zei bijvoorbeeld zijn huwelijk is van Miskom. Opgetekend in Vlaams-Brabant.
-Noorwegen Noorwegen zit in de lucht (1870) = het wordt slecht weer. Naar het land Noorwegen, doelend op noordse buien, 'hevige regenbuien'. In de uitdrukking hij kijkt als een bok in Noorwegen ('hij kijkt boos') wordt Noorwegen geassocieerd met nors. 'De bok geldt als het toonbeeld van norschheid,' verduidelijkte P.J. Harrebomée in 1858. 'Een bok in Noorwegen mag in dit opzicht een dubbele bok zijn.'
-Schuiferskapelle Naar Schuiferskapellegaan (1893) = verdwijnen, weggaan om nooit meer terug te keren. Naar Schuiferskapelle in West-Vlaanderen, met een toespeling op het Zuid-Nederlandse schuiven, 'stilletjes verdwijnen'.
* Spannum Het gaat bij Spannum om (1896) = het spant erom. Naar Spannum in Friesland, met een woordspeling op (erom) spannen.
-Steenwijk Men zal u naar Steenwijk zenden (1861) = u zult hard behandeld worden. Naar Steenwijk in Overijssel, zinspelend op steen(hard).
-Volewijk Een abonnement op de Volewijk hebben = een groot gezin hebben. Naar Volewijk, een plaats bij Amsterdam aan de overkant van het IJ, waarschijnlijk met een woordspeling op vol. 'Volewijk is ontstaan uit vogelenwijk,' aldus A. Huizinga in Nederlandse zegwijzen (1965), 'waar de ter dood gebrachte
213
misdadigers aan de galg bleven hangen, en waar de vogels in menigte op de lijken aasden. Vandaar - volgens de overlevering - werden de kinderen gehaald.' Er zijn verschillende uitdrukkingen met Volewijk, zoals de schuit wil naar de Volewijk voor 'de bevalling is op handen' en naar (de) Volewijk varen voor 'baren, bevallen, een kind krijgen'. Een 'vroedvrouw' werd wel schertsend de stuurman van Volewijk genoemd. De oudste uitdrukkingen dateren uit het begin van de 17de eeuw. Vergelijk Vollenhove in hoofdstuk 1.
*Wachtebeke Haar vent ofvrijer woont te Wachtebeke (1911). Gezegd van een meisje dat tevergeefs op een aanbidder wacht. Naar Wachtebeke in Oost-Vlaanderen, dat in de streektaal kan worden verstaan als wacht een beetje. De uitdrukking wordt in Vlaanderen nog volop gebruikt. Zo schreef een informant: 'In veel Vlaamse dialecten wordt Wachtebeke gebruikt voor "wacht een beetje", en niet zelden wordt de uitdrukking we zitten in Wachtebeke gebruikt als men te lang op iets moet wachten, bijvoorbeeld in een lange file voor een loket in het postkantoor.' Tegen een ongeduldig iemand kon men halverwege de 19de eeuw zeggen, aldus P.J. Harrebomée: Wacht-een-beetje is ook een dorp.
*Warmond Het komt uit Warmond (omstreeks 1920) = het eten of drinken is erg heet van temperatuur. Naar Warmond in Zuid-Holland, met een woordspeling op warm -1- mond. De uitdrukking is onder meer gehoord in Leiden en Haarlem. Men zei ook: het komt niet uit Warmond voor eten of drinken dat afgekoeld of te koud is. Een uitbreiding (gehoord in Katwijk) luidt: 'Dominee, bran-je bekkie niet, het komt van Warmond.'
^Wateringen De katjes zijn naar Wateringen (omstreeks 1950) = de katjes zijn verdronken in een emmer met water. Naar Wateringen in Zuid-Holland. Dit werd gezegd tegen kinderen die vroegen waar de jonge kittens uit een kattennest ineens waren gebleven. De uitdrukking is gehoord in Loonduin.
214
'Wanneer we in Wateringen kwamen,' aldus een informant, 'verbaasde het ons altijd dat er daar zo weinig katten waren te zien.'
*Waterland De waterlanders komen op de dijk = de tranen komen in iemands ogen (1561). '[Waterlander] is eigenlijk de naam van de bewoners der moerassige, laaggelegen gedeelten van Holland, Broek en Waterland, en vandaar bij overdracht gebruikt voor traan,' aldus F.A. Stoett in 1925. Een vergelijkbare vorming is de Friezen zijn in het land voor 'het begint te vriezen'. De uitdrukking de waterlanders komen op de dijk is inmiddels verouderd; gangbaar is nu: daar komen de waterlanders, een vormvariant die al in 1787 is opgetekend, in het werk van Wolff en Deken: 'Daar kwamen de waterlanders in de groote oogen: o ho dagt ik, nu ben je al myn gevangen.'
-Werken Werken is een slechte parochie en ziek zijn is een slecht ambacht (1929). Naar Werken in West-Vlaanderen, met een woordspeling op werken, en misschien op ambacht in de verouderde betekenis van 'rechtsgebied'. In de 19de eeuw zei men over Werkendam naar de hemel als men een omweg maakte.
*Westerwolde Daar zit Westerwolde aan de lucht (1870) = het wordt slecht weer. 'Er wordt hier gezinspeeld,' aldus P.J. Harrebomée in 1870, 'met de beide bestanddeelen van den naam van het Groninger dorp Westerwolde: wolde (voor woud) een beeld van de plaats voor den te wachten wind, en wester (als regenhoek) de voorstelling van naderende regenbuien.' Overigens is Westerwolde geen dorp, maar een streek, in het zuidoosten van Groningen.
215
Geraadpleegde literatuur
A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden (1839-1854) H. Barnard (inl.), Geofictieve atlas (1990) T.H. de Beer & E. Laurillard, Woordenschat (1899) Gerald van Berkel en Kees Samplonius, Prisma Nederlandse plaatsnamen (T995) W. Bisschop, 'Woorden en uitdrukkingen die schertsenderwijs gevormd zijn', in: De Taalgids jrg. 8 (1866), p. 33-45 Sander Blom (inl.), Sterke verhalen: verzonnen reizen (1994) L. de Bo, Westvlaamsch Idioticon (1873) G.J. Boekenoogen, De Zaanse volkstaal (1897) H. Brandt Corstius, Opperlans (2002) P.J. Buijnsters, Imaginaire reisverhalen in Nederland gedurende de 18de eeuw (1969) W. de Clerck, Nijhoffs Zuidnederlands Woordenboek (1981) A. De Cock, Spreekwoorden en zegswijzen over de vrouwen, de liefde en het huwelijk (1911) Jozef Cornelissen, Nederlandsche volkshumor op stad en dorp, land en volk (1929-1937) P.J. Cornelissen en J.B. Vervliet, Idioticon van het Antwerpsch dialect (1899) M. de Coster, Woordenboek van jargon en slang (1992) Mare de Coster, 'Groeten uit Verweggistan', in: Onze Taal jrg. 62 (1993), p. 160-161 J.H. van Dale, 'Groote Laudate', in: De Taalgids jrg. 8 (1866), p. 144-147 Enno Endt en L. Frerichs, Bargoens woordenboek (1982 2 )
216
Steven Frimmer, Neverland:fabled places andfabulous voyages ofhistory and legend (1976) Cees van der Geer en Albert Roskam (red.), Imaginaire landen: over landen die bestaan en niet bestaan (1983) Guido Gezelle, 'Madoc', in: Het Belfort jrg. 2 (1887), p. 603-619 Guido Gezelle, 'Volkszeg over dorp en steê', in: Biekorfjrg. 3 (1892), p. 231238, vervolg op p. 247-261 Aug. Gittée, 'Schertsenderwijs aangewende eigennamen', in: Taal en letteren jrg. 2 (1892), p. 164-181 Aug. Gittée, 'De humor in eigennamen', in: Volkskunde. Tijdschrift voor Nederlandschefolklore jrg. 6 (1893), p. 89-116 Jack De Graeff, Het Antwerps dialekt nu (1985) P.J. Harrebomée, Spreekwoordenboek der Nederlandsche Taal (1858-1870) W.L. van Heiten, 'Vraag 64', in: Noord en Zuid jrg. 2 (1879), p. 216-217 S. Gille Heringa, Aardrijkskundig handwoordenboek van Nederland (18743) A.E.B. Herroem [= P.J. Harrebomée], Bacchus in spreekwoordentaal (1874) Henri Van Hoof, 'Les noms de pays, de peuples et de lieux dans Ie language imagé', in: Meta. Étude terminologique et linguistique XLIV, 2 (1999) Frank van den Hoven, De topografische gids van Nederland (1998) J.A. Huisman, De hei-namen in Nederland (1953) J.A. Huisman, 'Aardrijkskundige n a m e n in spreekwoorden en zegswij-
zen', in: De Nieuwe Taalgids jrg. 52 (1959), p. 65-73 A. Joos, Waasch idioticon (1979) A. Kluyver, 'Kalis en Caliban', in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkundejrg. 14 (1895), p. 53-68 Jurjen van der Kooi, 'Zwischen Jinsenbuorren und Kraihwarden. Bemerkungen zur imaginären Topographie im westfriesisch-niederdeutschen Raum', in: Volkskunde im Spannungsfeld zwischen Universität und Museum (1997), p. 215-227 Heinz Küpper, Wörterbuch der deutschen Umgangssprache (1993) K. ter Laan, Nieuw Groninger woordenboek (1929) K. ter Laan en A.G.C. Baert, Van Goor's Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland (19683) E. Laurillard, Op uw' stoel door uw land (1901 2 ) L. Lievevrouw-Coopman, Gents woordenboek (1950-1955) Alberto Manguel en Gianni Guadalupi, The Dictionary of Imaginary Places (19993)
217
H. Molema, Woordenboek der Groningsche volkstaal in de ïgde eeuw (1887) J.W. Muller, 'Over eenige oude benamingen der hel', in: Opstellen geschreven tereere van Dr. H. Kern (1903), p. 257-262 J.W. Muller, 'Nogmaals over eenige oude benamingen van hel en duivel', in: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde jrg. 48 (1929), p. 205-212 Kristoffer Nyrop, Das Leben der Wörter (1903) J. Pannekeet, Mooi zoid (1971) Herman Pleij, Dromen van Cocagne (1997) Siemon Reker, 'Hou is dat?' Het dialect van Groningen (1992) Jos Schrijnen, Nederlandsche Volkskunde (1930 2 ) L.W. Schuermans, Algemeen Vlaamsch Idioticon (1865-1870) Friedrich Seiler, Deutsche Sprichwörterkunde (1922) Eug. De Seyn, Geschied- en aardrijkskundig woordenboek der Belgische gemeenten (19512) Nicoline van der Sijs, Leenwoordenboek (1996) F.A. Stoett, Nederlandsche Spreekwoorden (19254) Louise van Swaaij en Jean Klare, Atlas van de Belevingswereld
(2000)
C. Tuinman, Oorsprong en uytlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden (1727) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs, Etymologisch woordenboek (1997 2 ) Verschueren groot encyclopedisch woordenboek (199610) 'Volkshumor. Lijst der reeds aangeteekende en verzamelde spotgezegden en -rijmpjes op Oostvlaamsche gemeenten', in: Oostvlaamsche Zanten jrg. 4 (1929), p. 22-27, p. 42"44> p. 59'63> P- 7577; irg- 5 (1930), p. 10-13, p. 74-79, p. 105-109; jrg. 6 (1931), p. 53-55, p. 84-86, p. 129-130 P.H. Witkamp, Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland (1877) Woordenboek der Friese Taal Woordenboek der Nederlandsche Taal G. Wustmann, Die Sprichwörtlichen Redensarten im Deutschen Volksmunde (1895)
218
Register
Het register bevat alle in dit boek behandelde binnenlandse en buitenlandse plaatsnamen plus de daarmee gevormde uitdrukkingen. Van de plaatsnamen zijn alle voorkomende spel-, vorm-, taal- en dialectvarianten opgenomen. Behalve steden, dorpen, streken en mythische oorden vindt u ook in uitdrukkingen figurerende microtoponiemen (zaal Strontzicht; het Neukersdijkje). Bestaande plaatsnamen zijn opgenomen wanneer ze in het boek een ingang vormen (bijvoorbeeld Zierikzee) en wanneer ze voorkomen in uitdrukkingen (zoals Lichtenvoorde in Menen ligt dicht hij Geloven achter Lichtenvoorde bij het Hörgerbörger bosje waar de heksen met vleesspijlen dansen). Net als in de rest van het boek herkent u bestaande plaatsnamen aan een asterisk. Bij bestaande buitenlandse namen is geen asterisk gezet wanneer ze een schertsvertaling van een Nederlandse plaatsnaam zijn (Blackpool, 'Zwartewaal', Rocky Mountains, 'Steenbergen'). De ingangen zijn automatisch gealfabetiseerd volgens het spatie- en leestekenonafhankelijk systeem: Kut op Veen komt zo na Kutjekrabbeveen. Lidwoorden tellen bij de alfabetisering niet mee: De Knipe staat onder de k. Bij uitdrukkingen en verbindingen is steeds de plaatsnaam vooropgezet: heer van Bijsterveld vindt u als Bijsterveld: heer van -. Bij de uitdrukkingen zijn varianten van plaatsnamen samengebracht onder één hoofdingang: Wo geis-te hear? Noa Bokesmear is bij hij gaat naar Boxmeer gezet, uitdrukkingen met Uitert vindt u onder Utrecht. Pijltjes verwijzen naar een ingang elders in het register. Ze zijn toegepast om bij varianten de weg te wijzen naar de centrale ingang (Uitert
219
Utrecht); voor kruisverwijzingen bij uitdrukkingen met meerdere plaatsnamen (Zottegem: niet van - maar van ->Wijzegem komen én Wijzegem: niet van Zottegem, maar van - komen; meerdere plaatsnamen binnen één uitdrukking krijgen elk een eigen ingang); bij plaatsnamen die met en zonder voorvoegsel voorkomen, bijvoorbeeld Bad ->Neuschanz; Oost-*schubbekutteveeri).. Verwijzingen kunnen ook gebaseerd zijn op de tekst van het boek (formuleringen als 'vergelijk', 'zie ook', 'zie verder', bijvoorbeeld Nichtenstein (-* Homolowakije, Nigtevecht, Utrecht). Bij iedere ingang in het register verwijzen een of meer paginanummers naar vindplaatsen in het boek, ook als het alleen een variant betreft. Dit laatste biedt twee zoekmogelijkheden. U kunt Uitert meteen naslaan in het boek, maar u kunt ook eerst, voor een completer overzicht, naar Utrecht in het register gaan. Vet gezette paginanummers duiden aan dat de betreffende plaatsnaam op die pagina een ingang vormt in het boek. Op deze manier ziet u het wanneer een plaats binnen verschillende thema's wordt behandeld - bijvoorbeeld Utrecht met de associatie 'afgelegen', maar ook met de associatie 'homostad'. Aanranderveen 190 *Aardenburg: hij is naar - 57 Aarlander-^kutkachelveen 173,190,399 Aarslocherveen 190 Abbekutjesveen, Abbekuttekerkeveen 190 Abbénes 133 Abbestad (zeuven huizen en een varkensgat) 171 Abcold, Abcoude-les-deux-Églises 135 Abraxa 102 Absentie 64,202
jes met hun kontjes blaffen 108,109 Afgelegerije (-• Verweggistan) 64, 83 *Agem: hij is van - 27 Aiguemont-sur-Mer 135 Alcmaria del Norte 148 Alfmo di Rino 148 Allejezusveen 397 Allewinde: -»Menen ligt dicht bij Allewinde en verre van -»Wareghem 120 Allochtonië (Allochtoniërs, Allochtoons) 9, 64 Almore 141
Absurdistan 9, 65, 77, j8, 79, 82,175 Achteraffië, Achteraffiestan ( • Domburg) 80 Achterroma 156 Achtertiiinië, Achtertunia 151 Aduaar 133
Alphen aan de Greppel 178 Alverna City 143 Amelando del Sol 148 Ameronges 133 Andèl-sur-Meuse 135 Andijviegarijp 74 -Anhalt: hij komt uit - 26 Annaprutparochie 184,190 -Antwerpen: voorbij gaan/passeren ge-
Affekaffe (-• Boxtehoeze, Mukkebummele) 108,109,120 naar het land van waar de hond-
220
lijk de -» Schelde voor - 43 Apekutveen, Apekutte(r)veen (aan het -»Neukersdijkje) 334,377,396,190 Appleshire (zo'n duizend kilometer van Londen) 334,141 Aqua del Linge, A quoi ä Linge 135 Arrondissement-sur-Mer 135 Asnières: tu a fait ton cours ä - 30 "Asse ligt bij -»Brussel 109 "Assen ligt in -»Drente 109 Atapoeponesië 65,110 *Attapoepoe, Attepoepoe 65,107,110 naar - (vlakbij Urk) 110 d' Aucunville 22 Ausserhorn am Seidelsee 145 Auvergé (-» Kethel-et-Spalande) 136,138 Baalderdam (-»Rompslomperadeel) i y i "Bachten de Kupe/Kuppe 163 Badimgarten 353 Bad -»Meingarten 9,133,353 Bad Neueschwanz 345,190 Bad »Neuschanz 133,145 Bad Scheveningen 133 Bad -»Hintergarten 353 Baggaragatti 152 Bajès (-» Itralië, Norwegen) 68 Bakka 348 El Balconia, Balconiënburg, (La) Balkonia, Balkonica, Balkonië, Balkoniohoven 80,152 naar Balkonië, bereikbaar met de haringkoets vanaf het -» Nassauplein 352 La Bande-langue 138 Bankenhof: naar - 152 Barbarije 64, 65 Baslevanje: -»Lutjebroek achter - 160 Bas-Nid-Montagne 136 Batzenburg 145 Bazerabel: hij is van - gekomen 35 Bedford(shire): to go up the wooden
221
hills to - 52 Beekhuizerzandzappestrand 172 de Befteling (bij -»Kutsheuvel) (-» Pornopark Schaamharen) 204 "Bellegem: spreken als de klokken van -35 *Bemmel 108,110 naar de kerk witten 108,110 naar de zuidkust van -110 zeep halen voor d'r moeder in - 330 Bergé-au-Somme 136 -Bergen: -»Wouw ligt een eindje achter -128 -Berlikum: »Wier ligt dicht bij - 309, 128 Bèrn 133 Besnijmegen 78 -Bethlehem 51 naar - gaan (want -»Jeruzalem is te ver) 53 nach - gehen 53 sterf in -/Beth... lehem 53 Bettelheim: van -»Reichenau naar - 39 Bettenhausen 53 Bettingen 53 Bettli-Alp 53 Bever: hij komt uit het land van - (... en is liever houder als gever) 25 Beverwyk Hills 339 Biche-en-Marchant 136 Biekbèrjean 133 "Bierbeek: hij is van - 39 Bijsterveld: baron/heer/Sint van - 1 6 bilddorpen: oproer/donder in de - 392 "Bilderdam 39,192 een pakje bestellen bij de bode van 392
een - s e kermis houden 39,392 "Birdaard: hij is uit - 42 hij is van -»Kollum en - 42 zijn vader komt van -»Kollum en zijn moeder van - 42
Bjest-Oetakker 333 "Blaasveld: hij komt van - 42 Blackberry Forest 141 Black Pantalonië 141 Blackpool 141 *Blankenberge 48 een Blankenbergse afwas/vaat 48 hij geraakt te - 48 Blasiuskapelle ( • Blazeruskapelle) 48 Blauwbaai/^Witbaai: naar - gaan 55,56 Blazeruskapelle: hij is van -48 Bleib im Hausen 156 -Bleijenbeek gaat voorop (-» Treurenberg) 5S Blekeveld 152 Blijberg, Blijdegem, Blijdenberghe, Blijegem, Blijenberg 58 iemand op Blijberg begraven 58 Blödewiesen (-> Einfachswiesen) 145 Blunderland 65 Bobbeleskont(e), Bobbels (e)kont, Bobbelskont, Bobbeltjeskonte(n) ( Bommelskont) 111 Bobbersdorp 172 Bobberskonten, Bobbeskonte(n), Bobskonten, Boemerskonten (-• Bommelskont) 111 Boerefmne 114 *Boeregem: hij is van - 43 Boerenkoolstronkerabladstad 392 Boerenkoolstronkeradeelsterkarspel 392 Boerenkoolstronkeradeel 74,186,192 Boerenstronteradeel 171,192 Bois-de-Linge 335 Bois-du-Gymnastic 156 Bois-du-Nord 134,136 "Bokesmear (-• Boxmeer) 107,113 "Bokhoven: hij doet als de Maas bij - 43 Bokkeneukeradeel, Bokkeneukeveen 134,177,192 Bokkiewokkie, Bokkiewokkieland, Bokkiewokkiestan 75, 80
222
Bokselebonte (-* Bommelskont) 111 Bokwerd 172 Bollegom 182 Bolletje Drie (-• Drolletje Drie) 323 Bommelskont, Bommeleskonte(n), Bommelskonte(n), Bommeltjeskonte(n), Bommerskont(en) 9,108, ui, ii2,185,397,208 loop naar Bommelskont 111 (hij gaat) naar Bommelskont(en), drie uren boven de hel, waar de honden met hun gat blaffen 108,111 Bommelstad: -»Menen ligt in Brabant, drie uur achter vier uur achter het schaapshok 120 Bongo Bongo(land) 66 Bonne-Bokki, Bonnie-Bokkie (-• Bornambokkio, Zuid-Bonne-Bokki) 66,
67 Boomstronkeradeel 192 Boppeta: naar - gaan 51 Bordurie, Bordurië 66 Borgerocco 148 Bornambokkio, Bornebokki(e) (-• Bonne-Bokki, West-Bornambokkio) 67 Borneo 354 *Bornholm: achter - liggen 51 Borrie-Borrie 67 Boskehoe: naar - (-• Boxtehoeze) 307, 112 Boskontelawaaiberguut: naar - 1 1 3 Bottegem 29 het is niet gezogen uit - s tuiter 29 hij komt van - 29 "Bottelare: hij komt/is van - 29 Botterdam: te - gedoopt zijn 29 Bounty-eiland, Bounty-strand 9, 84 Bourtangé 333 Boutenburcht, Boutenburg 193 *Bovekerke: naar - gaan 52 "Boxmeer 25,107,113 hij gaat naar - 25
(Wo geis-te haer?) Noa Bokesmaer
Bullamakanka, Bullamanka 33
107, lij
Bumfuck (-, Idaho) 33,399
Boxtehoeze
Affekaffe, Boskehoe,
Mukkebummele)
112,113,120
naar - , het hietepiete-gangetje, waar het netje met gekookt water buiten hangt 333 Brababwe 70 -Brabant: -»Menen ligt in drie uur achter -»Bommelstad, vier uur achter het schaapshok 120 Brabostan (-*• Oost - ) 9, 80 -Brandenburg 39 die Suppe ist in - gewesen 39 het is een brave - e r 39 Branlinos 189 *Breesaap: naar (de) - , lelijkerds vangen (-• Haagse Bos) 10S, 113 *Bremen: -»Menen ligt in -»Poepenland, twintig uur van - 120 -Breskens Zierikzee) 113 een goed geloof en eene kurken ziel, dan kan men te - overvaren 113 ja, met een kurk in je gat kun je ook naarnaar - om schijtkersekens/vlothouten 333
Bunnich (am Rhein), Bunnik aan Zee H5 Bussum [Duitse uitspr.] 333 Buttfuck (-, Idaho) 399 Buxtehude: geh doch nach - , wo die Hunde mit dem Schwanz bellen 333 Bystervelt ( > Bijsterveld) 16 Calisota 83 Callantoeuil, Callent's Eye 136 Canarische Weilanden 353 Carmountain 141 "Cas(s)ablanca: nach - gehen 18 Champs-le-sel-sur-Mer 136 Chapeaux-sur-Mer 136 Charleroi 334,136 Château-du-Nord 136 Chat Sable-sur-Mer 334,136 Citieschannel 207 Le Clair 138 "Clichy: aller à - 204 Cloud-cuckoo-land 102 Cocagne; land van - ; le pays de (-* Luilekkerland) 92-94,180 Col-de-Lemele 137
Briëlle, Brielle-sur-la-Meuse, Briël-surMer 333,136
Coma City: naar - gaan 52 Corniche (tout près de la Panne) 153
Broekelo-les-Bains 140
Cornus 148
Broeksebremen: naar - 1 1 4
Costa Andeletica 148
Brooklyn 141
Costa Bakka 148
"Brussel: 309,322
Costa Balcon(i)a 148,152
-•Asse ligt bij - 309
Costa Braba/Brabo 148
Drolleke Drie van - 322
Costa da Cama 148
Brutopio 83
Costa de Lemmèr 148
-Buiksloot 193
Costa del Ganza 148
naar - varen 393
Costa del Haya 343,148
buiksloterhammetje 393
Costa del Jardin 148,353
-Buitenland: hij is bekend in - 43 Buffelpolder 372 Bukkebummelen (~> Mukkebummele) 320 223
Costa del Kralingen (-• Krälingerwald) 346,148 Costa della Mosa 148
aantocht 394 telegram uit
Costa del Pierre/Piet 148 Costa del Pladac/Pladaque 349,153 Costa del Platje 334, 193 Costa del Scharos 148 Costa del Slota 148 Costa del Snol 393,394 Costa del Tuyn 148,151 Costa (del) Veranda 349,357 Costa del Zolder 349,356 Costa de Nol 148 Costa di Breka/Breko 148
"Den Helder 108,125, 212 een heldertje krijgen 212 naar -•Prijs-Pettelaar, drie uur boven -108,125 Deo 353,154
Costa Gene Sol 148,153
Derde Hemel: in de - zijn 305,307
Costa Germanica 349 Costa Marcelo 148 Costa Nixa 148,153 Costa Sletta 394,207 Costa Veranda (-• Costa del Veranda)
Destabilonië 67 Deusanvent 154 Dieman 333 Dievèr 333 Dikkelulterp 373,390,195 Diman(d) 333 Dingskirchen 377 Doetinchem [Duitse uitspr.] 333 Dom (-• Utrecht) 209 "Domburg: hij is/komt van (-• Achterafïië) 30 Domicilia 154 El Dorado (-• Eldorado) 89 Dreihausen am Lei 145 "Drente: Assen ligt in - 309 Driël am Rhein 146 -Drogenbos: die komt zeker uit - 39 Drolletje/Drolleke Drie ( • Brussel, Krommenie, Overschie) 322,323 Droomland 86, 87 " Drouwen: hij is van - 43 druldrie ( ^ Drolletje Drie) 323 Duckburg, Duckstad 83 Dummbach 30
349
Cöte-de-Brasem 137 Côte-de-lès-Mers 337 Côte-du-Lent 337 Côte-du-St. An 337 Couillopolis 18g *Cracovie: aller à - 37 Cromenia ( > Krommenië) Cru-de-la-Mer 137 Cuba (--> Thailand) 353,153 Dabbegat 58 ik wou dat hij in 't - stak 58 in het - zijn 58 Dakterrasia 356 "Darmstadt (-• Terbillen) 194 bericht uit - , dat er een worst op komst is 394 er komt een pakketje van -•Maagdenburg naar (ijl)telegram uit - 394 oproer in - 394 telegram uit - , er is een spoedbericht onderweg telegram uit - : lading verse worst in
224
394
stront voor de lading
Dedemshemel 194 -Deerlijk: hij komt van - 49 Delièr 333
"Duren is een schone stad (die aan het -•Sparen ligt/ en blijven duren een nog schonere/ maar >Kortrijk ligt er zo dicht bij) 25 Dutch Corner 142
Easterwood 142
Fotsjefinne (-• Futsifinne) 114
East Jesus 33
Fouilly-les-Oies 22
1'Écluse-au-pied-d'enfers 137 Eden; hof/tuin van - 8y, 99
Foutropolis 189
Eendhoven 83
"Friesland (-> Hongarije) 38,235 aus - geht der gerade Weg nach Ungarn 18 de Friezen zijn in het land 235 Fukkistan 80,195 Fuotsjefinne (-• Futsifinne) 114 Fürholz 146
Eeuwige jachtvelden 88 Egmonde 133 Eigonos Balconos 352 Eimuiden 83 Einfachswiese ( + Blödewiesen) 345 Eivanhoe: naar de berg van met een kletterparaploe 135 Eldorado 89 El Quinto Cono/Infierno 200 Elvwaar-et-Kromvwaar 333 Elysium; naar - / de Elyzeese/Elyseïsche velden zijn 91, 92 Emmererfschijterveen 189,195,201, 208 Enculons 189 Environs-la-maison (-• Umkebum) 154 Epscheuten (-> Hupscheuten) 45 Ergenshuizen, Ergernishuizen (-• Nergenshuizen) 21 Ernstdijk 210 -Erps-Kwerps 163 Faroffistan 82 Faubourg-la-Haye ( > Vorbourg-surVlièt) 137,343 Federhausen 53 Fetsjefinne (-• Futsifinne) 114 Fietermeklap 121 van ^Neukemazijl naar - 121 over Neukemazieltje noar Fiedermeklapke goan 121 Flamoesdijk 195 Flowerdale-on-the-Beach, Flower(y) Dale 142 Flutjebroek (-• Lutjebroek) 160, ƒ73 Fluto: hol/gat van - (-> Pluto) 383 Foetsjefinne (-> Futsifinne) 114 Forest-et-Montagne 737
225
Friemeltjesdijk 173
Fürschossen am Vliet 146 Futsifinne, Futsjefinne, Futsjeveen (-• Schuitjesveen) 107,114,126 naar Futsjefinne/ nei - (wêze) 307,114 wêr giest/silst hinne? Nei Futsjefinne (krij/pak de keallen/baarch by de sturt en lit se dan wer rinne) 114 Gaat-nie-meer (-»• 't Kanniemeer) 154 Gallerije 154 Gamahuchons 189 Gansdorp 83 Gardenia 351 Garewenerdijk (drie uren boven Dort) '73 Gaskachelternijveen 173 Gassèlte 333 Gasseltenijerhoenderdoos 173 Gatsemergat 195 Gattegem 173 -Gauw ligt dicht bij ~>Sneek 109,114 "Gauweriaan (-•* Goudriaan) 33 Geendorpen: hij is burgemeester van 16 Geenhuizen 16 een -16 jonker/mijnheer van - 1 6 Geenland iy, 21 heer van - 37 heer Zondervan uit -•Nergenshuizen in - 23
Gekkem: hij is van - 3 0
zoeken 335 krijg een rolberoerte in/door het - , iedere boom raak 335
Geloven: -»Menen ligt dichtbij - achter
loop het - in en kom er nooit meer uit
Geisbach am Issel 146 Gekhuizen 30
-•Lichtenvoorde bij het -»Hörgerbörger bosje waar de heksen met vleesspijlen dansen 120 Gémert, Gémèrt-sur-Pêl 332,333,137 Gènnep, Gennep-au-bain-sur-Meuse
n 5 naar het
lelijkerds vangen 335
Hadboevedorp 337 Hagistan 81 "Halen: hij is van - 1 7 Halfway 142
137 Gerboerderzand 210 de -Gesloten steen 115
Hal, net achter de voordeur 356 "Hammersmith: he has been at - 40 Hamsterdam 182
naar - 335 Gewesten der Gelukzaligheid 92
Hanglullerbroek 395
Ginderland 67
Happekutterveen 1 9 6
Go-ès 333
"Hardenberg: zij zijn van - 1 7
-Goudriaan: hij is van - 31
"Harderwijk 17,22,23,28
Gran
Balconia 352
hij is in - geboren en in -»Spaarndam
Gran Tuinaria 353
grootgebracht 37,22,28
"Gravesend bus 62
hij is van - 37, 23,28
's-Gravezandé 333
Hard Labour's Valley 142
Grazonië 353
Harpel aan Zee 345
Greenlander 30
- Hastings: he is none of the - sort 43
"Greifswald: sie stammt nicht aus
Haviogum: naar - 1 1 6
Nimwegen/ ^ Schenkendorf, son-
Hedel: hij heeft de ziekte van - (meer haar op z'n zak dan op z'n schedel) 48
dern aus - 27 Gribbelhuizen: de brandweer van - 1 7 4 Grimberg(en): van - komen 43
HeerJanJezusGodverdommedam (-• Herejezusveen)
188,196
's-Heer Johannes van Kastijgebroeders-
Groet 333 Groezbekistan 80 "Grootebroek: hij komt van - (maar Lutjebroek komt eerst) 44,160
kapelle (--• Sint Ranselriemenparochie) 1/4,184 Heiligenwald 146
Grösbach 146
-Helmond: hij komt van - 35
Gwakkiemakkieland 68
Hemstetten 146
Gychem $8,115
Hendrik-Ido-Godverlaten-Jezus-Tering-
mijnheer van - 5$,335
Ambacht
188,196
naar - , om nieuwe noten 58,335
Herejezusdam 396
van - gaan 58,335
Herejezusdreef 397 Herejezusjansdam 396
"Haagse Bos (-» Breesaap) 115
Herejezusveen (-> HeerJanJezusGod-
ga naar het - , met je matje 335
verdommedam) 30,373,196,397
ga naar het
zaal ->Strontzicht in - 396
226
dan kun je lelijkerds
*Heythuysen: dat is van - 212 Highmade 142 High Moor 142 Highsand Sap(pe)lake (-> SappezandHoogemeer) 142 Hiksliksloterveer 171,174 Hillywood Zwollywood) 142 "Hilversum: hij is een -mer 4g Hinterdummsbach 30, 80 Hintergarten (-» Bad -) 353 Hinterhausen 156 Hinterhuglhapfing 80 Hinterkuhdreckshausen 80,178 Hinterniedertupfenhausen 80 Hintertupfingen 80 Hobbeldebobbeldepade 174 Hobbeskont 197 "Hoboken 108,116 naar - om een vaantje/ om keien 108, 116 - , waar de boeren stront koken 116 Homolowakije: hij komt uit - (-* Nichtenstein, Nigtevecht, Utrecht) 197 Hompekurkerstrekgat 197 Hondsbommelerkont 111,177,197,208 Hondstronteradeel 177,10)7 "Hongarije 18 aus -»Friesland geht der gerade Weg nach Ungarn 18 eten als een Hongaar 18 het is daar in-18 iemand naar - zenden 18 "•Sint-Reinuit heeft het bewind over Hongerijen 18 prince de Hongrie 18 Hoogenhuizen ( » Hupscheuten) 44, 162 zij is een madam van - 44 Hoog-Polië 68 Hooker of Holland 142 Hopel aan Zee 345 Hörgerbörger bosje: -»Menen ligt dicht-
227
bij -»Geloven achter -»Lichtenvoorde bij het - waar de heksen met vleesspijlen dansen 120 " Houthem: hij komt van - 26 "Hout-s'i-ploüt, Hout-s'i-ploüt-et-lesbains-de-pied, Houtsiplout, Outsiplou 164 in/naar Hout-s'i-ploüt 164 Huftershoek 44 Hupfalderadeel 174 Hupscheuten: de freule van (-»Hoogenhuizen) 45 (freule/madam) Van Epscheuten 45 Husseindhoven 78 Hutjeprut 375,1 go Hutsefluts 175 Huutkercke (-»Uitkerken) 23 ile-de-Kampè 137 Imamsterdam 77 Irgendwo am -»Nirgendwo 22,135 Itralië ( » Bajès, Norwegen) 68 Jaarwedde 210 Jalullebad 198 Jerkwater 33 -Jeruzalem: naar -»Bethlehem gaan (want - is te ver) 53 Jezusjansdam 396 "Jousumburen 26,27 de boerin is niet van - maar van »Knijphuisterburen 26,27 hij is niet van - (maar echt van -»De Knipe) 26,27 Juicerlake 142 Juinen 9,171,175 Juliaville-sur-Mer 137 Kaap de Grijp 26 op zijn - s te koop 26 naar - varen 26 - spelen 26
volk van -26 Kaap Kont 52,198 achter - verdwijnen 52,198 achter/voor - gaan 52, 198 ankeren achter -52,198 bij - voor anker gaan 52,198 voor - liggen 52,198 Kakanië, Kakanien 198 Kakhuiskloof 68 Kakkeboebieland 68 Kalbassen, Kalebassen: het land van 68, 69 dat/het is gebeurd in het land van Kalebassen (waar de leugens op de bomen wassen) 68, 69 in het land van Kalbassen, waar de honden met hun gat bassen 68 "Kalis 18 naar - gaan/moeten 18 over - thuiskomen 18 zij kmisen de straat tussen - en -•Sint-Reinuit 18 Kalisbeemd, Kalisdijk, Kalishoek 18,19 heer van Kalisbeemd 18 Kamp Chinees: naar - , drinken water Europees 116 *Kanegem: ge komt uit - zeker? 165 't Kanniemeer (-• Gaat-nie-meer) 354 Kapingedam 78 Kartassen (-• Kalbassen) 69 Katholië 69 "Katwijk: naar - om turf 116 Katwijk-sur-Mer (-• Quartier-du-Chat-
Kijfhoek: hij is een heer van - 45 Kikkerbilscha 177 Kingswood 142 Kinkeldam 31 "Kinrooi: hij is van - 49 Kissen 54 Klappenburg 35,37,40 hij is van - 35,40 hij is/komt van Snapland en gaat naar - 35,37 -Kleef 26,27 hij is van de familie Van - 27 hij is van - , hij houdt meer van de heb, dan van de geef 26 hij komt (uit het land) van - 26 hij komt uit het land van Kleven 26 Kleidorp 177 Klein Mokum 283 Klein-Zanikem (-• Kletsenstein) 36 Kletsenstein 3 6 Kleven (-> Kleef) 26 Klondijksteradeel 83 Kloothommelsga 198 -Kloppenburg: te - komen35,40 Knebber-de-bebber: naar het land van waar de mensen vleugeltjes hebben 117 Kneutebeke: het is van - 45 Kniephuuzen ( ^ Knijphuizen) 27 Knijphuisterburen 26,27 de boerin is niet van •Jousumburen maar van - 26,27 hij is van - 27
sur-Mer) 137 Keiberg: hij is van - 31 "Keiem: van - zijn 45 Keienberg, Keienburg, Keiendaal, Kei-
-Knijphuizen/Kniephuuzen: hij is van - 27 -De Knipe 26, 2y hij is niet van ^Jousumburen, maar echt van -26,27 van - zijn 27 Knoldijsradeel 74 Knuppel aan de Greppel 177 Knuppelerveen 178
endijk (-• Keiberg) 33 Kerkdorp IJ6 Kethel-et-Spalande ( Auvergé) 336, i}8 Kethél-sur-l'Auvergé 336 Keyberg (-* Keiberg) 33
228
Koeboerebiggesloot 177, iy8 Koebruinebigge(n) sloot 177,278 Koekangé 233 Koepoeperadeel 277,178 Koeterwalië 69 Koetjeboe (-» Scheetjeboe) 107,117,177 naar - 117 Kokanje (-» Cocagne) 94 K0ked0r 157 -Kollum 42 hij is van - en -»Birdaard 42 zijn vader komt van - en zijn moeder van -»Birdaard 42 Kollumerpompsterzwaagsterveensterhoutsterheide iy8 Komen: -»Menen ligt verre van - en dicht bij -»Kortrijk 120 Kommerkerke 19 Kommersbonten (-»Bommelskont) 222 Kontebonk 199 Kontenlikkersgat 199 *Kontich, Konticht ( * Maarssen) 109, 117,199 achter Kontich wonen ook mensen 109,117 doe de deur achter uw Konticht 127 Koog aan de Greppel 178 Koolstronkerabladstad 74 "Kortenaken: te - uitkomen 19 *Kortrijk (-» Duren, Sparen) 19,120 het zijn heren van - 29 -»Menen ligt dicht bij - 220 -»Menen ligt verre van -»Komen en dicht bij - 220 Kötzschenbroda 5 Kraai-Elzen 179 Krahwinkel 279 Kralingerwald (-»Costa del Kralingen) 146 "Kranenburg: op - zetten 40 Krelingerwald (-»Kralingerwald) 146 Krimpen aan de Greppel/ aan de Hori-
229
zon/ in de Kou 178 "Krommenie: Drolletje Drie van - 222 Krommenië (-»Cromenia) 233,249 Kuhblake, Kuhdorf 227,178 "Kuilenburg 59 hij is naar - 59 - is zijn voorland 59 Kukel aan de Greppel 178 Kulgarije 64, 69 Küssnacht: nach - gehen 293 Kut aan de Zaan 199 Kutdorp, gemeente Kotshol 299 Kuthuizerveen 200 Kutjekrabbeveen 299 Kutjeneukemerhei 171, 200 Kutjepoep 189,299 Kutjewinkel 200 Kutkachelveen 290 Kutkammerije 64,299 Kutkammerveen, Kutkrabbedijk, Kutkrabberadeel, Kutkrabberveen, Kutjekrabbeveen 299 Kut op Veen (-» Kuttekoven) 199 Kutschurkendam 200 Kutsheuvel: de -»Befteling (bij -) (-»Pornopark Schaamharen) 204 Kütsjefinne 224 -Kuttekoven (-* Kut op Veen) 165, 200 Kuttemeroog 200 Kwikkelberghe: zij is een madam van -
Lac-de-Box-sur-Meuse 138 Lac-de-Brielle (zo'n achthonderd kilometer van Parijs) 236,238 Le Lac-de-Loèt 238 Lac d'Issel/Yssel 238 Lac-Uddèl (-» Uddel am See) 238,247 Lago de Brielle 249 Lago di Bergumo 249 Lago di Breka 249 Lago di Kago 249
Lago di Otèrlo 349 Lago di Piko 149 Lago di Sneko(s) 149 Lago di Spartèl 149 Lago Mièrda 149 Lago Patowoldo 149 Lake Horny 200 -Laken: naar -(kermis) gaan 52 Lakenstad: naar Betje Veren in - gaan Verenburg) 53,55 Lakenstraat(je) (-•Wolstraat) 53,55 naar het Lakenstraatje in Verenburg gaan 55 naar koes je de mieren in het Lakenstraatje gaan 53 Landslake 143 -Landuit: heer van - 20 "Langdorp/Langeberg/Lankom: van komen 45 Lange -»Lakenstraat 53 Langerac, Langerac-sur-Issel i}8 Lankom (-• Langdorp) 45 Lanzjeliel 333 "Lapsclieure 165 Lassiemalullie 200 "Latem: van - zijn 46 "Lauwe?: drie keer - is nog niet warm 309,118 -'Ledegem 54 ik ga naar Liggem en trek -»Rollegem over mij heen 54 naar - gaan 54 naar Leêgem, onder -»Rollegem 54 tussen Leêgem en -»Rollegem 54 "Leermens: hij is om - gekomen (met het ene been in het asgat en met het andere aan het hek vast) 31 Leeuwenbekberghelling 377 Legnano: andare a - 40 "Leiden: -»Mare ligt bij - 109,119 "Lekkerkerk: van - zijn 46 Lelijkendam 49
230
van - zijn 49 zij is van -»Schoonhoven afgevaren en te - aangekomen 50 "Leêgem (-• Ledegem) 54 Lettele City 343 Leugegem 36,37 dat komt van ^Waregem, maar is te gebeurd 36,37 het is te -»Waregem gebeurd en te verteld 37,37 hij komt van - 36 Leutegem: hij is van - 42 Leuteren: de bakker van - 1 1 8 -Leuth: naar sokken stoppen 118 Lexvodsen: naar - en over -»Potterbolli weerom (-> Likfotse) 108,118,125, 200 "Lichtenvoorde: -»Menen ligt dichtbij -»Geloven achter - bij het -»Hörgerbörger bosje waar de heksen met vleesspijlen dansen 120 -Liggem (-» Ledegem) 54 Lijpiestan: hij komt van - 81 Likfotse: naar - , waar de boeren de kippen jotsen (-* Lexvodsen) 108,118, 200 Likmeholsteradeel 200 Lillo: hij komt van - 365 Lillyville 143 Limbabwe, Limboektoe, Limboland, Limbo-land, Limbo land, Limbourgondië, Limland 9,70 "Lippelo: van - komen 46 Lithoyen-sur-la-Meuse 138 La Lochem 333 Löckebömmele (-»Mukkebummele) 320 Lodi: andare a - 59 Loemboembia 70 "Loenen: hij komt uit/van - 3 6 Loeren (aan de Hor) 179 Loètte 333 -Lombok: naar - 1 1 9
Longfielderbattle, Longfield on the Beach 143 Longshort 143 Long Tree City 143 Loo am Rhein 146 Lookdune, Look Hill Beach 143 Loopegem: van - hebben 46 Loopse Pik 201 Lord's Moor 143 "'Lotenhulle: ge zijt toch nie van - 1 6 5 Lotophagen: land der (-» Lotuseters) 94 Lotuseters: land van de - 94, 95 "Lovendegem: iemand op - begraven
59 Luilekkerland (-» Cocagne, Winjewanje) 9, 89, 92-94,303,180 Lukkebummel(en) (-» Mukkebummele) 320 Lulbroekerstront ( » Verneukschoten) 389,203,209 Lullebroekieshaven 201 Lutjeberenbroek 160 "Lutjebroek 44,359-362,168, ij8 hij komt van Grootebroek, maar komt eerst 44,160 - aan de Greppel 160,178 - achter ^Baslevanje 160 Lutjeputje 160 Lutjewinkel 359 Luy(e)leckerlant (-> Luilekkerland) 93 -Maagdenburg: er komt een pakketje van - naar -•Darmstadt 394 -Maarsbergen (-» Maarssen) 337 -Maarssen (-» Kontich) 309,337,119, 203 achter - / - »Maarsbergen wonen ook mensen 309,337,339 gezicht op - ! 339 Mafkezersluis 32 Magerhal: het is een heer van - 20 Maisons-d'Ela 138
231
-Makkum: naar - moeten (-» Portugal) 201,204 -Maldegem: van - zijn/komen (-> Zottegem) 32,34 Maniakka 70 "Mannekensvere 166 "Mare 309,119 - ligt bij -»Leiden 309,339 - ligt over de berg 339 -Marken: naar -»Urk naar -»Murk naar - toe 108,127 Meer van Hiernève 155 Meingarten (-» Bad - ) 353 Melk en Honing: Land van 9 6 -Menen 309,120 aan - bindt niemand zijn paard 120 hij is (burgemeester) van - 120 - en -»Missen begint met dezelfde letter 320 - ligt dicht bij -»Allewinde en verre van -»Wareghem 120 - ligt dichtbij -»Geloven achter -»Lichtenvoorde bij het -»Hörgerbörger bosje waar de heksen met vleesspijlen dansen 120 - ligt in -»Brabant, drie uur achter -»Bommelstad, vier uur achter het schaapshok 120 - ligt in -»Poepenland, twintig uur van -»Bremen 120 - ligt in Vlaanderen 309,120 - ligt verre van hier 120 - ligt (verre van -»Komen en) dicht bij »Kortrijk 320 - vergaat dikwijls in -»Missen 120 mer Rouge: traverser la - 206 Middelaarse Zee 355 Mierlo de Janeiro 149 Millhill, Millmountain 143 Misère-en-Salmiac 335,138 "Miskom 213 het is van - 233
zijn huwelijk is van - 223 Missen 120 -•Menen en - begint met dezelfde letter 220 -•Menen vergaat dikwijls in - 1 2 0 Möckebömmele (-* Mukkebummele) 120 Moffrika 9,71 Mokum Reis 283 Mollegem: naar - zijn 59 Mollengijs 59,277 naar het feest in - gaan/trekken 59 te - gaan wandelen 59 Mollenland: naar het - zijn 59 Mongazon 155 Montagne-au-Mer (-» Mont Mare) i}8, 149 Monte Craailo 149 Monte Forte 149 -Montfort: een mond opzetten zo wijd
als-37 Mont Mare (-» Montagne-au-Mer) 149 "Moskou: naar - stenen kuisen 120 Mukkebummele, Mukkelebummelen ( > Affekaffe, Boxtehoeze) 120 naar Mukkebummele (waar de honden met hun konten blaffen) 2 20 Mulderup 60 "Munsterbilzen: een Munsterbilzer kermis houden 40 Murk: naar +Urk naar - naar -»Marken toe 208,227 Musreed 237 Naargeest 182 Nabbegat (-» Dabbegat) 58 Nachbarhausen 256 Nassauplein: naar ->Balkonië, bereikbaar met de haringkoets vanaf het 152 Nederoveropperonder 179
232
Nederveen: naar - 207,121 "Neede: Nee is hier twee uren vandaan 121 -Needham: he is on the high-way to Needlewick 143 Nergenshuizen 9,27, 20-22,279,255 - boven -»Rikketik 22 heer van - 22 heer Zondervan uit - in -»Geenland 22 val onder de tram naar - 22 van -»Niks naar - 22 Nergensville (H> Nergenshuizen) 22 Neuhinterobersauerkrauthausen am Rhein 235 Neu-Kauf, Neu-Kaufer Seen 146 Neukemazijl 121,202 over Neukemazieltje noar >Fiedermeklapke 121 van Neukemazijl naar -»Fietermeklap 222 Neukersdijkje: -»Apekutveen/Apekutte(r)veen aan het - 234,277,296,290 Neukië 2 or Neuschanz (-» Bad -) 245 Neuzegem: hij komt van - (-»Terneuzen) 49 New Fun, New Joke 143 Newyorkistan, New Yorkistanis 81 Nichtenstein (-• Homolowakije, Nigtevecht, Utrecht) 22,297, 202 hij komt uit/van - 22, 202 Niederbach 146 Niemandsdorp 178 Nieuw Emmercompascuum 209 Nieuw -»Jeruzalem 9 6 Nievéranc, Nieveranche, Nieverans-lesBains, Niverance 155 "Nigtevecht: hij komt uit/van - (-» Homolowakije, Nichtenstein, Utrecht) 22, 297,202
Niks: van - naar -»Nergenshuizen 21
Ooloken: naar
-Nimwegen: sie stammt nicht aus
Oost-Begonië 71,180,203
- / - • Schenkendorf, sondern aus
mollen vangen 122
Oost--»Brabostan 80
-»•Greifswald 27 Nimwegen am Waal 146
Oostkutteren
Nipperwegen: naar - , waar de hanen met hun gat kraaien 108,121 Nirgendshausen 155 Nirgendwo: -»Irgendwo am - 22,335 Nirwana 97, 98 Niverance (-• Nieveranche) 355 Nobiskroeg: hij is naar de - 59 Nod: I'm going to the land of - 52 Noeneuzen: naar - , waar ze vraagschot-
Ooststronkeradeel 72, 203
180,183,399
Oost >schubbekutteveen 72,180, 202
ten verkopen 108,121 -Noorwegen 213 hij kijkt als een bok in - 213 - zit in de lucht 213 Noplaceville 21
Oostwapperzand-Buiten 72,180,203 -Ootmarsum: naar - pispotjes wassen 122 Opstrop (-•Ochtrup) 322 Osterbach am Niederrhein 146 "Oudenaarde: hij is van - 27 Oudewijvenkoekangen (-*• Ollewievenkoekangen) 180 Outsiplou (-»Hout-s'i-ploüt) 164 -Overschie 122,323 Bolletje Drie uit - 323 Drolletje Drie van - (ken je die?) 322, 323
Norwegen (-• Bajès, Itralië) 68 Noyon-au-bord-d'Whale 138 Nukjebummelen ( > Mukkebummele) 120
Paalgraag 203
Nutskutteradeel 186,199,
Paillardesiropolis 389
202
druldrie van - 323 Polleke Pie van Over-de-Schie 323
-Pampus 124 Oberkirche am See 146
naar - , lollepotten bakken 324
Oberniederbumsbach 192
naar - , om een aap te drillen; als je
-Ochtrup: naar - om pispotten te bakken 122
mee wil mag je z'n staartje optillen 324 naar
pap eten 324
noar Opstrop hen, pispotte bakken
Pantalon-du-Sud (-• Südhose) 138,147
122
Pappelendam 181
Oegwabibië (-• Okwambibië) 71
Paradijs op aarde 9 9
Oehoeboeristan 81
Parijswijk 155
Oelewapperadeel 180
Payhim 334,143
Oetjepoe: naar - 107,122
Peppel aan de Greppel 378
Oirsbekistan 81
Perpète-les-oies 22
Oisterbach am Rhein 146
Pétaouchnock 22
Okwambibië (-• Oegwabibië) 73
Peu-Chemise i}8
Ollandistan 77, 78
"Philippine: naar - om mosselen 124
Ollewievenkoekangen, Oudewijven-
Pic-le-Bain 139
koekangen 180 Ommelegom: hij komt van - 32
233
"Pielkwierum: naar - om kantkoek 124 Piepenbroek: naar - zijn 60
Piere deux 139 Pierenland 60,177 in het - zijn 60 naar het - gaan/verhuizen 60 Pierlepon 203 Pietjepatjepoe: naar - (klapstaarten plukken) 107,125 Pimperzele 174 "Pittem: hij is naar/ zit in - 60 Plattebeurs: te -»Poverendijke, in het huis - 22 Plattegem 174 Plattenberg(er) 48 Platzenbourg am Rhein 146 Playa del Balcona 150,152 Playa de(l) Hiero 150,155 Playa de 1'homme de fer 350 Playa del Linge 135,250 Playa del Zanddijk 149 Plompardije, Plompendorp, Plomphuizen 32,33 hij komt van Plompardije/Plomphuizen, niet van -»Scherpenisse 32,33 van Plompendorp/Plomphuizen komen/zijn 32 Pluimendijk: naar - gaan 54 Plumpumperaveen (-• Baalderdam) 171 Plurkenkerke 46 Pluskut 203 Pluto (-> Fluto) 181 het is daar zo donker als in 't hol van 181 (hij is naar 't) hol/gat van - 1 8 1 -s hemel/hof/kamer/poel/rijk 181 "Po-Ebene: überschwemmung der 204 Poepeloerekapelle 203 Poepenland 71,120 -»•Menen ligt in twintig uur van -*Bremen 120 Poepgeilstradeel 201, 204 Poepjanknor 10,204,209
234
Poerpetjinkie 181 Poet China 144 Pokomoko 125 Pont-au-Dimen 139 *Poortuga(a)l ( + Portugal) 204 Pornopark Schaamharen (-• De -•Befteling (bij -^Kutsheuvel)) 204 Port d'Almère 139,141 Port-du-Sable 139 *Po(o)rtuga(a)l (-• Makkum) 204 een brief schrijven naar Portugal 204 Naar Portugal gaan 204 Portugaalse vijgen 204 Portugalsbriefje 204 Potterbolli: naar -»Lexvodsen en over weerom 108,118,123,200 -Poupehan: hij komt van - 1 6 6 , 1 6 7 , 205 Poverendijke: te in het huis -^Plattebeurs 22 Poverland 22 Prentenpielemansga 205 Prijs-Pettelaar: naar drie uur boven -•Den Helder 108,125 * Pruis-Pommeren 108,125 loop naar - , klitsen bakken 325 naar vliegen vangen met een mussenklem 108,123 Pruttentuin: naar om een aap te vlooien 126 Puccini 150 Pulau Kapok, Pulau Kasur 54 berlayar ke Pulau Kapok 54 naar Pulau Kapok gaan 54 Pummeldam 205 Purmereutel (-* Rotjeknor) 182 Put,-Putte34,49,60 het is een lang eind van Put 49 van ^Zottegem naar Put gaan 34,49, 60
Quartier-Castor 139 Quartier-du-Chat-sur-Mer (-•Katwijksur-Mer) 137 Quartier-du-Nord-sur-Mer 339 Quartier-sur-Mer 235,339 Ravensbrück-les-bains 139 Redbank: to have a visitor from - 206 Reetketelpikkumerschans 189,201, 205 Refocity 205 "Reichenau: van - naar ^Bettelheim 39 Renessee Beach 132, Renesse-sur-Mer 140 Reo 253,354,156,357 Ridderquerque 144 Riesberge 1 4 6
Rose Valley 144 Rot-his-bone: he is gone to - 61 Rotjeknar, Rotjeknor (-» Purmereutel) 182,183 op z'n Rotjeknors 183 Rotpokke(n)weer 183 "Rotterdam: hij is naar - 61 Rottersadam 78 Round-the-house (-» Rundhausen) 356 Ruhland 53 Rundhausen (am Thür), Rundumhausen (-* Round-the-house) 9, 80,156 -Rusland 55 naar - gaan 55 slapen als een Rus 55 "Rustenburg: naar - gaan 55
Rikketik: -»Nergenshuizen boven - 21 Risbergé 333,146 (La) Rochelle 133
Saalbach-Hintergarten 353
Rockangé-sur-Mer 140 Rocky Mountains 144
Saint-Corniche 153
-Rode Zee: een goeie schipper vaart ook door de - 206 Roelofarendsknurfjesveen 182 -Roermond: van - komen 37 "Rollegem (-• Ledegem) 54,55 ik ga naar Liggem en trek - over mij heen 54 naar - gaan 55 naar Leêgem, onder - 54 tussen Leêgem en - 54 Rompslomperadeel (-• Baalderdam) 182 Rondhuizen 356 " Roodeschool: opoe van - is over 205 "Roodkerk: het is feest in - 205 "Roosendaal 309,128 als je -»Wouw aan je gat/rug had hangen, dan zou je niet naar - verlangen 128
Saint Martin-sur-Mer 140 Saint Pierre-sur-Mèr 140 Saint-Souterrain 156 Saint Troë 140 San-de-Luté 333,140 Sankt Ockem (zo'n 850 kilometer ten noordwesten van Innsbruck) 140,147 Sankt Odenrude 337 San Pietro del Poro 150 Santa Forta al Mare 150 Santa Porto 339,350 Santa Vorda 350 Sappezand-Hoogemeer (-» Highsand Sap(pe)lake) 337,342 "Sassenheim: even naar - 206 Schaamlipperveen, Schaamlipstradeel 203, 206 Schalkcity 343
-»Wouw ligt (een uur) achter - 309, 128
33 Scheetjebeen/Scheetjeboe: naar - drol-
235
Sachsenheim 147 Saint-Ekene 140
Schalkeroord: van - zijn (--• Vosmeer)
letje begraven, mag jij het kistje dragen (jij met je tanden, ik met m'n handen) (-» Koetjeboe) 307,337,126 -Schelde: voorbijgaan/passeren gelijk
naar - , apen drillen 126 Selderieknollerveen 74 "Semmerzake 167 Seven Mountains 344 "Seville: to learn manners in - 43
de - voor -»Antwerpen 43
Sexloos 203, 207
Scheldorado 93 Schenkendorf: sie stammt nicht aus
Shakamaka (-> Sjakamaka) 72
-»Nim wegen/-, sondern aus »Greifs-
Shangri-La
wald 27
Shitsville 208
100,101
"Scheipenheuvel: hij komt van - 28
Siebenhausen 147
" Scheipenisse 32,33
* Sinaai, Snaai 127
hij komt van -»Plompardije/Plomp-
naar Sinaai om een zwarte kraai 127
huizen, niet van - 32,33
mager en taai als de kalveren van Snaai 127
van - komen 33 Scherperije: het is daar in - 22, 64
Sint-Biggenklooster 377,184
Scheurterp aan de IJssel 183
Sint Herejezus in 't Veen, Sint Hereje-
Schevekerktorenpolder 183
zusveen (-»Herejezusveen) 397
Schiebroèck 333
Sint Ranselriemenparochie (-»'s-Heer
Schinkenhosesee 147
Johannes van Kastij gebroederskapel-
Schippekutteveen (-» Schubbekutsluis)
le) 184
206,207
Sint-Reinuit: zij kruisen de straat tussen
Schlaraffenland (-»Luilekkerland) 94 Schnickelsville, Schnickelwasser am Ahr 207
Sint Suïcidega 184
"Schoonhoven: zij is van - afgevaren en te -»Lelijkendam aangekomen 50 Schubbekutsluis (-»Schippekutteveen)
206,207 107,126
naar - 1 0 7 , 1 2 6 Wêr gean jim hinne? Nei Skütsjefmne 326 Schurkije 64,72 Schweinhundië 71 -Sebaldeburen 126 ga maar klontjes hoal'n in Seballeburen ga naar - en leer het apendrillen 126
236
"Sint-Truiden: loop voor - 184 Sjakamaka, Sjekkamaka (-»Verraplus) ik ga niet naar 'm toe, al was het de koning van Sjakamaka 72
"Schuiferskapelle: naar - gaan 213
hij gaat naar - en om
Sint-Tintelingen 185
72> 75
399,206, 20J Schubbekutte(r)veen (-» Oost - ) 23,202,
"Schuitjesveen (-» Futsifinne)
-»Kalis en - (-» Hongarije) 18 Sint Stuifzand: loop voor - 1 8 4
naar Sjekkamakka vertrokken zijn 72, 75 Skütsjefinne ( » Schuitjes veen) 126 Slet en Sleur, Slet op Geul 207 Slimbroek: hij is van - 33 "Snaai (-»Sinaai) 127 Snapland: hij is/komt van - (en gaat naar -»Klappenburg) 35,37 "Sneek: -»Gauw ligt dicht bij - 309,114 Snurkenstein: van - gaan 55 Snutphen 182 Soif 140
Soleil-et-Breugèl 140 South Lake City 144 "Spaarndam 17, 22, 28 hij is in -»Harderwijk geboren en in grootgebracht 17, 22, 28 men is daar in - 22, 28 Spachembourg, Spachenburg 140,147 *Spannum: het gaat bij - om 213 Sparen 23,25 -»Duren is een schone stad, die aan het - ligt 25
Subsidié 64 Südhose (-» Pantalon du sud) 138 Sukkeldam 185 Sunny mountains 144 Surimaribo 72 Susaote (-»Zuzaaten) 128 Süss am See am Reichsbahn (-» Sweet Lake City) 344,147 Suzaote (-• Zuzaaten) 128 Sweet Lake City (-> Süss am See am Reichsbahn) 144,147
men vaart door het - naar -»Vollenhove 2
3
Spijkcity, Spike City 144 Spruitjes sluis 74 Square Mountains 144 Staartjesveen 107,12J Stads Anaal 207 Stadskutkanaal 207 "Stampersgat 158,397, 208 uitzicht op - 208 * Steenwij k: men zal u naar - zenden 213 Steindorf in der Nähe von Basel 147 Stillenburg 185 Stoepe 156 Stoke City 57 Stompwijk-City 343 Stonecity 144 Stootwijk: naar - rijden 393, 208 Stroe [Duitse uitspr.] 333 Strompelhorst 185 Strontbobbeleskonten 111, 208 Strontemmerveen 395 Stronthoop, Stronthoopcity 208 Strontkluiteradeel 208 Strontzicht: zaal - in -»Herejezusveen 396 *Stroobos: naar - gaan 55 Stumsdorf: aus - kommen 38 Stuphause 356 Sturtsjefinne: wêr giest do hinne? Nei 127
237
Takatoekistan 82 Takki-Takkiland 9,73 Takki-Takkioerwoud 73 taupes: Íe pays/royaume des - 59 Terbillen (-> Darmstadt) 208 "Ternat: hij komt van - 50 -Terneuzen: hij komt van - ( Neuzegem) 50 El Terrassa, Terrassië, Terrasso, Terrazza-di-plaza-om-di-hoek-ja 156 Ter Weksel 176 Tesselini 150 Teudderen/Teutteren: hij komt van 47 Teutereweuteren: hij is/komt van - 33 Teutteren (-» Teudderen) 47 Thailand (-+ Cuba) 353,157 Thull am See 147 Thushavn 157 "Tiel: naar daar kun je leren toveren 127 Tièl, Tièl-aux-Bains 333,140 Tietj erkstrakutteveen, Tietkutteradeel 209 Tilbabwe 70 "Timboektoe: van hier tot 73, 74 Tjakiewakkieland 73 -Tongeren: over - rijden 37 Toolsreka 337 Transandijvië 74,202
Trapportalia 157 Tre Montane, Tres Montes (-»Troismontagnes) 140,150 "Treurenberg (-»Bleijenbeek) 61 hij zal op - niet begraven worden 61 op de - begraven worden 61 Trifouillis-les-Oies 22 Trillehei: van - komen 47 Tripscity 144 Troismontagnes (in de buurt van Ameronges) (-»Tre Montane) 140,350 Trollendonk 185 La Tropica 149 "Tuil: hij is van - 33 Tuinesië 9,353 tuyterkerken (-->• Uitkerken) 23 Twello City 343 Tzatzikistan 82 Uberzjain 333 Uchelain, Uchelin-les-Bains 333,140 Uddel am See (-» Lac-Uddel) 147 Uilendonk: hij is naar - 61,177 "Uitert ( > Utrecht) 23 -Uitgeest: het is een -er 41 "Uithoorn 47 ik kom niet uit - maar uit de -»Zwijgerstraat 47 zij is van - 47 Uitkerken (Uitjeskerk, Uitkerk, Uitkerke) 23 tot Uitkerken komen 23 Ukkelebeumele (-»Mukkebummele) 120 Ukkepukkel 186 Ulicotain 333 Umhausen 356 Umkebum (-» Environs-la-maison) 354 -Ungarn (-* Hongarije) 18 -Urk: 108,110, i2j naar -»Attapoepoe (vlakbij -) 110 naar - naar -»Murk naar -»Marken toe 108,127
238
Utopia 102,103 -Utrecht (-»Homolowakije, Nichtenstein, Nigtevecht) 23,397, 209 een -enaar draagt zijn broek achterstevoren 209 een Uitertse reis 23 hij is bij de poort van Uitert aangekomen 23 hij komt van - 209 hij komt van achter de Dom 209 van - naar -»Vollenhove gaat niet gemakkelijk, maar van Vollenhove naar - heeft men het voor de wind van - zijn/komen 209 Uutkercke (-»Uitkerken) 23 Vaginaveen 209 Vandaalusië 83 Vechelles a la rivièra 150 Végelles 333 Veranda 157 Verderopdam 83 Verdwaaldwij k 182 Verenburg: naar het -»Lakenstraat) e in - gaan (-» Lakenstad) 55 Verneukschoten 201,204, 209 Verraplus, Verrepas (-» Sjakamaka) 74, 75 naar Verraplus/Verrepas (vertrokken) zijn 74 Verveluwe 186 Verweggistad 83 Verweggistan (-»Afgelegerije) 9, 64, 77, 79, 82, 83,175 Vierhoeksteeg: naar - gaan 56 Village-de-la-Tête 141 Village-du-Pin 141 Villa Veranda/Waranda 157 -Vlaanderen: -»Menen ligt in - 109,120 Vlep 337 "Volendam: het/hij is een Vollendammer 41
-Volewijk (-» Vollenhove) 213,214 de schuit wil naar - 214 de stuurman van -214 een abonnement op de - hebben 213 naar (de) - varen 214 Vollendammer (-» Volendam) 41 -Vollenhove (-• Volewijk) 23 het is daar - 23 men vaart door het -»Sparen naar - 23 van -»Utrecht naar - gaat niet gemakkelijk, maar van - naar Utrecht heeft men het voor de wind 23 Vorbourg-sur-Vliét (-» Faubourg-laHaye) 137,141 "Vosmeer: van - zijn (-* Schalkeroord) 34 -Vrekhem 28 hij komt uit het land van - 28 van - komen 28 -Wachtebeke 214 haar vent/vrijer woont te - 214 Wacht-een-beetje is ook een dorp 214 we zitten in- 214 Wageningue 133 Waikickamoocow 13 Waldhausen 147 Walhalla 104,105 Walking Dick 201 "Waregem 36,37,120 dat komt van maar is te -»Leugegem gebeurd 36,37 een -se waarheid 37 het is - s waar 3 7 het is te - gebeurd en te -»Leugenem verteld 36,37 het is te - gebeurd en te -»Zottegem bekendgemaakt 37 hij is v a n - 3 7 -»Menen ligt dicht bij -»Allewinde en verre van Wareghem 120 "Warmond: het komt (niet) uit - 214
239
Warmonde 333 Water Counts Lake 144 -Wateringen: de katjes zijn naar - 214 "Waterland 215 de waterlanders komen op de dijk 225 daar komen de waterlanders 215 Wauweldam (-» Kletsenstein) 36 Weeps 137 Wein am Rhein 135 Weitfortistan 82 -Werken is een slechte parochie en ziek zijn is een slecht ambacht 215 -Werkendam: over - naar de hemel 215 West--»Bornambokkio 67 -Westerwolde: daar zit - aan de lucht 215 Whoop Whoop 13 Wielewalen: naar het land van de waar de apen dansen 128 -Wier ligt dicht bij -»Berlikum 109,128 Wijchen City 143 "Wijshagen: hij is van - 34 Wijzegem 34 niet van »Zottegem, maar van - komen 34 wij zijn niet van -»Zottegem, maar van - 34 Wingiewangie (-> Winjewanje) 75 Wingwangwokkieland 75 Winjewanje: hij komt uit - (-» Luilekkerland) 75 Winshots 144 Wipkerk aan de Kromme Veght 210 Wippe(n)stein 55, 210,211 van - gaan 55, 210 heer Van -211 Witbaai/»Blauwbaai: naar - gaan 55,56 Witlofferveen 74 Witte Doelen 56 Witte -»Lakenstraat 53 Wladimirparochie 184 Wobbelkonterveen 211
Woelderop 210 Wolkenkoekoekstad, Wolkenkuckucksheim 102 Wolstraat: naar Kaatje in de - gaan (-» Lakenstraat) 53 Woobridge 144 Woop Woops 13 Wopinokkio, Woppenokkio 75 "Worms 61 naar - varen 61 to be gone to the Diet of - 61 "Wouw 109,128 als je - aan je gat/rug had hangen, dan zou je niet naar -»Roosendaal verlangen 128 - ligt een eindje achter -»Bergen 128 - ligt (een uur) achter -»Roosendaal 109,128 Wynewaenge -»Winjewanje 75 Yout si plou ( > Hout-s'i-ploüt) 164 Zandvoort prés de la mer, Zandvoortsur-Mer 130 "Zandwerven: hij is naar - 62 Zevende Hemel: in de - zijn 105 Zevenhutten 186 "Zevergem: hij komt van - 38 "Zichen-Zussen-Bolder 167 Zielenland 62 "Zierikzee (-»Breskens) 128 een -enaar gezien/ op zijn rug hebben 128 naar - om vlothouten 128 Zjeemèr 133
Zjoere 333 Zjunnep sur la Meuse 237 -Zoerle-Parwijs 168 Zoetenaaie (-»Zoutenaaie) 169 Zorghoek 24 hij leeft/woont in - 24 te - geraken 24 -Zottegem (-»Maldegem) 30,32,34,37, 49> 6° het is te -»Waregem gebeurd en te - bekendgemaakt 37 niet van maar van -»Wijzegem komen 34 van - naar -»Put gaan 34,49, 60 van - komen/zijn 34 wij zijn niet van - , maar van -»Wijzegem 34 -Zoutenaaie 168,169 Zuid--»Bonne-Bokki (-»Bonnie-Bokkie) 66 Zuurstokkeradeel 186 Zuzaaten 128,129 (ga maar) naar - 128,129 heer kump vaan Zuzaote 129 ik ben vanmiddag naar - 129 Zwaandam 83 Zwammerzoeloe y6 Z wij gerstraat: ik kom niet uit -»Uithoorn, maar uit de - 47 Zwijgland: van - komen 38 "Zwijndrecht 41 van - hebben/komen 41 zij zijn van - 41 Zwijnsdorp 177,187 Zwollywood (-»Hillywood) 145