Klaar Voor Onderwater 86
J a a r g a n g 2 7P, angri n. a861
Onderzeedienst
December 2003
Reünistenvereniging Klaar Voor Onderwater In dit nummer: Herinnering aan Dolfijn
1
In Memoriam
2
Rectificaties
2
Oproep W.N. Koch
2
Van de voorzitter
3
Jongensdroom
8
Band of Brothers
8
Traditie en reputatie
9
Oud zijn met herinneringen
9
Mokken
10
Winter/Voorjaarsreis 1959
11
Werken aan Werk Dolfijn
12
Mobilisatie - Oorlogskruis
14
Marinehulp bij watersnood
16
Zoektocht K-XVI (reactie)
17
Aankondiging Reünie 2004
17
Nieuwsberichten
18
Toespraken
19
Freek Kalsbeek
22
November
22
Herinneringen aan Hr. Ms. Dolfijn (ex P-47) Inleiding Toen Hr. Ms. O-21 waarop ik ruim een jaar had gevaren in januari 1942 va nuit Gibraltar in Grangemouth (Schotland) arriveerde voor groot onderhoud, kon ik nog niet bevroeden, dat ik binnen afzienbare tijd zou worden overgeplaatst naar een nieuwe onderzeeboot, die op de scheepswerf van Vickers Armstrong in Engeland in aanbouw lag. Wat was n.l. het geval? Op een dag in maart werd ik ontboden bij de commandant (J. F. van Dulm). Commandant en officieren woonden tijdens het onderhoud van de O-21 in een herenhuis in het oosten van Edinburgh. Korporaals en manschappen waren ondergebracht bij gastgezinnen in Falkirk. Van Falmouth naar Edinburgh was in 1942 met trein en bussen nog een hele reis. Bo vendien kon ik geen enkele reden bedenken waarom de commandant mij wilde spreken. Ik was erg benieuwd! Eenmaal op bezoek bij de commandant vroeg hij mij na een kort gesprek vooraf, of mijn relatie met mijn Schotse vriendin serieus was. Ik kon zonder een moment te twijfelen die vraag met een volmondig JA beantwoorden. Trouwens, in verband met de verplichte censuur was de état major op de hoogte van de inhoud van alle uitgaande brieven van de bemanning. Hierna (Vervolg op pagina 4)
Pagina 2
Klaar Voor Onderwater 86
Colofon Verschijnt 4 maal per jaar in een oplage van 1190 exemplaren. Voorzitter D. Heij Bremlaan 14 6866 DP Heelsum 0317-3170 63
In Memoriam
Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden; 2 september 2003 9 september 2003 19 september 2003 28 oktober 2003
Secretaris W.R. Segaar Laan van Oud Poelgeest 30 2341 NL Oegstgeest 071-5726472
[email protected]
Geachte redactie, In reacties die ik ontvangen heb op de informatie welke gegeven is in KVO-84 blz. 20 over het digitaal opzoeken van foto’s hebben zich moeilijkheden gegeven. Voor het kiezen van vervaardiger dient gezocht te worden eerst onder: koning en vervolgens onder koning. Hb
Penningmeester A. Prins Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 0223-635455 2 e Penningmeester A. Schouten Langevliet 7 1759 LE Callantsoog 0223-643848
[email protected]
Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder aanmelding nieuwe leden, adreswijzigingen en overlijden is de penningmeester A. Prins Contactpersoon voor contributie betaling is de 2e penningmeester A. Schouten De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Tevens is zij niet verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden copij.
Erelid van de vereniging : J.H. van Rede
Delft Breda Spijkenisse Hellevoetsluis
Rectificaties:
Redactie KVO W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265
Vert. COZD LTZ2oc J Wijnants Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444
72 jaar 93 jaar 80 jaar 52 jaar
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken.
Redactie KVO W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
[email protected]
100 Jaar OZD Jhr. R.A. Snouck Hurgronje Molenweg 9 1766 HL Wieringerwaard 0224-221884
[email protected]
C.W. Meeuwessen J.J. Thomas W. Baas R.v.d. Sluys
Met vriendelijke groet, Henk Koning
[email protected]
Oproep 70 jaar geleden, op14 november 1934, vertrok de K XVIII voor zijn wereldreis van 23000 zeemijlen. Graag zou ik in contact komen met overlevenden van deze wereldreis teneinde, misschien voor de laatste keer, nog eens sterke verhalen aan elkaar te kunnen vertellen. W.N. Koch Meutestraat 3 H 6219 BG Maastricht 043-3218211 Contributie De minimale contributie bedraagt e 5 per jaar Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Buitenland leden worden verzocht contant via penningmeester, of via een kennis in Nederland te betalen i.v.m. de hoge overschrijvingskosten. Gironummer vereniging : 39.28.464. t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Heiligharn 166 1785 SP Den Helder
B EZOEK O N Z E WEBSITE http://home.veteranen.nl/~agwegman/
Klaar Voor Onderwater 86
Pagina 3
Van de voorzitter De wereld van nu verandert snel, misschien wel sneller dan wij wenselijk achten. Het is immers pas veertien jaar geleden dat de mensen uit het zogenaamde Oostblok de Berlijnse Muur beklommen en met blote handen massaal dat ultieme symbool van onvrijheid begonnen af te breken. Vele landen achter die muur van toen zijn allang geen bedreiging meer voor onze vrijheid en een aantal wordt binnenkort zelfs opgenomen in de Europese Unie en de NAVO. Een grotere verandering heeft ons werelddeel, zonder grote oorlogen, in de geschiedenis nog nooit meegemaakt. Door die historische aardverschuiving is de militaire dreiging uit het Oosten gelukkig weggevallen; helaas plaats makend voor een wereldwijde dreiging van terrorisme en religieus fanatisme. Hoe de naties die nieuwe dreigingen het hoofd moeten bieden is een onderwerp van vele studies en heftige discussies. Het is daarom wel een logisch verschijnsel dat in het licht van die discussies de krijgsmachten van de “vrije” wereld getoetst worden aan nieuwe criteria, meer overeenkomend met de bedreigingen van deze tijd. Ook in ons land wordt deelgenomen aan die studies en discussies. De eerste resultaten daarvan hebben wij gezien bij de behandeling van de Defensienota in de Tweede Kamer. Dat onze onderzeedienst daarin blijft bestaan is fijn, maar we moeten ons daarbij wel realiseren dat vele van onze collega’s en oude vrienden bedroefd zijn vanwege het verlies van hun baan en carrière of van hun dienst waarvoor ook zij zich hebben ingezet. Ik wens U allen tezamen met hen die U lief zijn, hele fijne en gezellige feestdagen en een gezond en voorspoedig 2004 toe. Driekus Heij
P.S. Ik wil namens alle leden van onze vereniging de kapitein ter zee P. den Harder van harte feliciteren met zijn benoeming tot commandant Onderzeedienst m.i.v. 9 februari 2004.
Pagina 4
(Vervolg van pagina 1)
deelde de commandant mij mede dat de 0-21 na afloop van de onderhoudsperiode naar het Verre Oosten zou vertrekken en daar waarschijnlijk voor de duur van de oorlog zou blijven! Dat was even schrikken! Vervolgens deelde de commandant mij mede dat er op een Engelse scheepswerf een onderzeeboot in aanbouw was voor de K.M. Deze boot zou worden toegevoegd aan het 9de onderzeeboot flottielje gebaseerd in Dundee. Als ik dat wilde was de commandant bereid te bewerkstelligen dat ik aan boord van deze boot zou worden geplaatst! Een moeilijke keuze... Ik had vele vrienden op de O-21, en ik was nog nooit in de tropen geweest maar anderzijds... hoe lang zou de oorlog nog gaan duren? Het ging niet goed met de oorlog! Na enige bedenktijd besloot ik te kiezen voor overplaatsing naar de nieuwe boot die de naam Dolfijn zou krijgen Niet lang daarna werd ik in afwachting van het gereedkomen van deze boot, overgeplaatst naar de onderzeedienstkazerne in Dundee. Omstreeks die tijd was de O-23 na een onderhoudsperiode gereed om als eerste van de drie grote O-boten vanuit Dundee naar het Verre Oosten te vertrekken. Prins Bernhard komt afscheid nemen van de O-23
Klaar Voor Onderwater 86
Aan boord van de 0-23 diende o.a. matroos 1e kla sse S. Hij was kortgeleden in het huwelijk getreden met een Schots meisje. Voornamelijk om die reden had S. er weinig zin in om voor onbepaalde tijd naar het Verre Oosten te gaan. Maar hij vond een collega, matroos 1e klasse H. afgeoefend onderze ebootman, bereid zijn plaats in te nemen. Derhalve diende S. een verzoek in voor overplaatsing naar de kazerne of naar een "pingboot" (O-9 of O-10). Het verzoek werd echter door de commandant afgewezen. Enige dagen voor het vertrek van de 0-23 kwam ook Prins Bernhard afscheid nemen.Toen de immer vriendelijke Prins tijdens de inspectie van de bemanning op de kade matroos S. passeerde, stapte deze opeens uit het gelid op de Prins af, die verrast bleef staan en matroos S. rustig de gelegenheid gaf zijn zegje te doen. I.v.m. de afwijzing van zijn ve rzoek voor overplaatsing verzocht S. de Prins of hij een goed woordje voor hem wilde doen bij de commandant zo dat hij alsnog werd overgeplaatst. En dat beloofde de Prins. Maar verder gebeurde er niets, althans Matroos S werd niet overgeplaatst en ging gewoon mee met de O-23. Maar misschien had dit incidentje de Prins en ook de marineleiding, m.b.t. het uitzenden van de in het V.K. gehuwde bemanningsleden overzee, aan het denken gezet Het kon m.i. niet louter toeval zijn dat, bij de indienststelling van de Dolfijn er tenminste vijf bemanningsleden in Schotland waren getrouwd. De Dolfijn zou immers ingedeeld worden bij het 9de onderzeebootflottielje met Dundee als basis. Zelfs het Dundee's dagblad de "Evening Telegraph" maakte in 1942 melding van bijzonder nieuws: “Five Dutch submarine sailors are married to Scottish girls”. Natuurlijk mocht de naam van de Do lfijn niet worden vermeld. Dat de eerste commandant van de Dolfijn, Ltz 1e klasse H.M.L.F.E. van Oostrum Soede , stappen zou ondernemen om met de Dolfijn naar de Middellandse zee te gaan, was toen nog niet bekend! In afwachting van mijn overplaatsing naar de Do lfijn werd ik begin augustus, 2 dagen nadat ik getrouwd was, voor een 9 weken durende herhalingscursus seiner, overgeplaatst naar Holy Head (Wales). Ik werd geplaatst op het wachtschip Hr. Ms. Oranje Nassau. Aan boord van dit schip ontmoette ik onderofficier van Z. waarmee ik in 1939 gediend had op de O-11. Hij was nu echter in het uniform van een Stoker-Oliema n m.a.w, hij was gedegradeerd. Ik kon mijn ogen haast niet geloven.
Klaar Voor Onderwater 86
Hij herkende mij onmiddellijk. Wat was er gebeurd? Hij vertelde mij dat hij, ten einde aan boord de censuur op zijn brieven te omzeilen, gebruik had gemaakt van een Britse dienstenveloppe en zijn brief aan de wal had gepost. De brief werd echter onderschept. De inhoud van de brief was niet belangrijk, wel het gebruik van een dienstenveloppe. De Marine wilde natuurlijk weten, wie hem die enveloppe ter hand had gesteld? Hij weigerde halsstarrig namen te noemen. En het was vanwege dit feit dat hij werd gedegradeerd. (zie1 ) Enkele notities betreffende de Dolfijn De Dolfijn maakte deel uit van de serie U-klasse onderzeeboten waarvan er 49 zijn gebouwd. De boot, uitgerust met 4 torpedo boegbuizen en een 7,6 cm kanon daterend uit WO-I, was goed wendbaar en bestemd voor het opereren in kustwateren en in de Middellandse zee. De bovenwatersnelheid bedroeg 11,75 knopen en onderwater 9 knopen. De Dolfijn was in meer dan één opzicht een bijzo ndere boot. In vergelijking met de Britse T. en S. boten, of de Nederlandse boten had de Dolfijn een afwijkende vorm. De boot lag laag in het water, had een korte bovenbouw en een kleine commandotoren. De maximale duikdiepte bedroeg 60 meter, een diepte die tijdens dieptebomaanvallen soms werd overschreden. De boot had binnen de drukvaste huid 6 hoofdballasttanks, waarvan tank 1 in het voorschip qua inhoud, belangrijk groter was dan tank 6. Hierdoor dook de boot snel onderwater, temeer omdat de schroeven bij het duiken, vanwege de dieselelektrische aandrijving konden blijven doordraaien. Aan dat snelduiken moesten we aanvankelijk wel wennen. De eerste boot van de serie U-boten (H.M.S. Ursula), was oorspronkelijk uitgerust met 6 boegbuizen. Tijdens het invaren bleek het voorschip van de boot hierdoor veel te zwaar te zijn. De boot dook al te "gretig' onderwater en was moeilijk onder controle te houden zodat twee boegbuizen werden verwijderd. Het aantal reserve torpedo's bedroeg 4 stuks. De Dolfijn was als eerste onderzeeboot van de Uklasse boten uitgerust met een radarinstallatie, die geïnstalleerd was in een aparte maar weliswaar piepkleine radarhut. De installatie was nog niet voorzien van een Panorama Projectie Indicator (PPI) en de radarantenne moest nog met de hand worden rondgedraaid maar eenmaal in de Middellandse zee bewees de radar zijn nut. ’s Nachts bovenwater varend in de Thyrreense zee konden we op afstanden van 60 mijl en meer, feilloos de Duitse Junckers oppikken die Rommels Afri-
Pagina 5
ka Korps bevoorraadden. Pas als ze ramkoers Dolfijn vlogen doken we voor alle zekerheid even onderwater. Tevens was de Dolfijn als eerste van de in Engeland gebouwde onderzeeboten uitgerust met een trimleiding. Overplaatsing invaren en afoefenen Dolfijn Op 8 oktober werd ik vanuit Holy Head rechtstreeks overgeplaatst naar de Do lfijn.De boot was die dag juist in dienst gesteld en lag langszij het onderzeebootmoederschip H.M.S. Forth, een zusterschip van H.M.S. Maidstone. De Forth lag op boeien afgemeerd nabij het plaatsje Dunoon. Het regende die dag. Het proefvaren en afoefenen van boot en bemanning nam ca 5 weken in beslag en... het regende en regende 5 weken lang! Overigens in het najaar een bekend verschijnsel aan de Westkust van Scho tland. Gelukkig mocht het "deksvolk" de natte oliekleding, na het opladen van de batterijen, op de dieselmotoren te drogen leggen. Dat hoefden we aan boord van de 0-21 niet te proberen, maar ja het hoofd MK was een Adjudant-Machinist die de stelling huldigde, dat de bemanning er niet was voor de diesels, maar de diesels voor de bemanning Ik mocht het Hoofd MK wel! Er vonden tijdens het afoefenen van de bemanning wel enkele incidentjes plaats voornamelijk door ve rkeerd gebruik van diverse bedieningsorganen, waardoor we aanvankelijk een minder gunstige indruk van de boot kregen. Welke incidenten dat precies waren ben ik vergeten. Hoogtepunt in het beproeven van de boot was het afwerpen van een dieptebom op een afstand van ca 75 yards. De commandant maakte zich nogal zorgen over deze test en vroeg enkele malen een "Check up" m.b.t. de juiste afstand van het afwerpen van de bom. Op een zeker moment werd de commandant gerust gesteld met de mededeling (de juiste frasering is mij ontschoten), dat er "Boven" over ons gewaakt als gold het een kind! De dieptebom veroorzaakte niet de minste schade. Een Duitse U-boot op de rivier de Clyde Toen wij eens na een oefendag terugvoeren richting H.M.S. Forth zagen wij een onderzeeboot op de Clyde varen met de typische contouren van een Duitse onderzeeboot, maar deze boot had de Britse oorlogsvlag aan de mast en voer net als wij richting Forth. Korte tijd later lag de Dolfijn afgemeerd langszij de ex-Duitse onderzeeboot de U-570. De boot was in augustus 1941 op zijn eerste patrouille door een Brits patrouille vliegtuig ontdekt en door dieptebommen bestookt, gaf de bemanning zich na korte tijd over,
Pagina 6
omdat zij meenden dat hun boot door de ontstane schade niet meer kon duiken (echter naar later bleek ten onrechte).(zie2 ) Het in handen vallen van deze boot was één van de grootste geheimen van WO-II. De U-570 werd door de Britten hersteld van de opgelopen schade, beproefd en vervolgens grondig uitgetest.De boot kreeg de wel zeer toepasselijke naam: "H.M.S. Graph". Begin oktober 1942 ging de Graph op patrouille in de Golf van Biscaje. Op 21 oktober om 16.57 uur lanceerde de Graph onderwater varend een aantal torpedo’s op een aan de oppervlakte varende Duitse onderzeeboot. De U-boot verdween snel onderwater en de torpedo’s gingen achterlangs. Aan boord van de Graph hoorde men allerlei vreemde soorten ratelende en krakende geluiden, maar ook explosies van torpedo's zodat men aannam dat de betreffende boot was vernietigd. De Graph meldde dan ook aan het hoofdkwartier dat het een 'zusterschip' tot zinken had gebracht. Dit verhaal hield stand tot de commandant van de U-333 (want die boot was het) omstreeks 1980 met medewerkers van de Britse marine de logboeken checkten om na te gaan welke onderzeeboot op 21 oktober 1942 ten 16.57 uur in de Golf van Biscaje torpedo's op de U-333 had afgevuurd. De enige boot die daarvoor in aanmerking kwam was de Graph.(zie 3 ) Maar in 1942 was de bemanning van de Graph nog blij met het vermeende behaalde succes. De bemanning van de Dolfijn kreeg toestemming de Graph te bezichtigen en wij maakten daar dankbaar gebruik van. Wij vonden dat de boot minder leefruimte bood dan onze boten en de verlichting in de boot was ook minder dan wij gewend waren, maar het was een pluspunt dat de officier achter de periscoop toen al op een stoeltje kon meedraaien met de periscoop. De eerste patrouille van de Dolfijn Na vijf weken oefenen vertrokken we half november voor onze eerste patrouille richting Golf van Biscaje. Ons patrouilleterrein lag dicht onder de Noord Westkust van Spanje. Er voeren veel vissers in de omgeving, waardoor we op de Asdicgeruispeiller nogal hinder ondervonden van schroefgeruis waar, zoals de commandant opmerkte: "er misschien toch ook wel eens schroefgeruis van een onderzeeboot tussen zou kunnen zitten!" De Golf van Biscaje was voor Uboten in 1942 nog een soort Kalverstraat. Zij voeren pal onder de Spaanse kust gewoon bovenwater van en naar hun thuishavens. De commandant kreeg gelijk. Op de eerste dag van de patrouille hoorden we vroeg in de morgen op de
Klaar Voor Onderwater 86
geruispeiler geruis van snel draaiende schroeven en door de periscoop zagen we een U-boot die recht op ons af voer. We moesten zelfs de periscoop neerlaten en uitwijken. Zodra het mogelijk was vuurden we toch nog 3 torpedo's op de U-boot af die hun doel echter misten. Aan boord van de U-boot had men waarschijnlijk niets van de aanval van de Dolfijn gemerkt, althans de boot vervolgde normaal zijn weg en door de periscoop werden manschappen waargenomen die zich aan dek bevonden. Zodra de U-boot uit zicht was gingen we voor korte tijd naar de oppervlakte voor het verzenden van een vijandsmelding in de hoop dat de U-boot als nog zou worden getorpedeerd door het "zusterschip" of door een andere boot van ons flo ttielje. Tijdens de verdere duur van de patrouille deden zich geen bijzonderheden voor en begin december keerden we weer terug naar Holy Loch. Varend in de Ierse zee bij zwaar weer veroorzaakte overkomend zeewater enige tijd kortsluiting in de centrale, die tevens achterbatterij compartiment was, waardoor enkele omvormers uitvielen. Door vaart te ve rminderen konden we de centrale tijdens de verdere reis droog houden. De Graph die nagenoeg tegelijkertijd in de Golf van Biscaje opereerde boekte eve nmin successen. Na binnenkomst begonnen we ons af te vragen wanneer we nu eens naar Dundee zouden vertrekken. De Dolfijn naar de Middellandse zee Wie het gerucht voor het eerst verspreidde weet ik niet, maar opeens ging het verhaal door de boot dat de Dolfijn niet Dundee als basis zou krijgen maar Gibraltar. Aanvankelijk weersprak ik met verve dit gerucht. Had de commandant van de O-21 mij niet persoonlijk medegedeeld dat het de bedoeling was, dat de Dolfijn deel zou gaan uitmaken van het 9de onderzeebootflottielje met als basis Dundee? De reden waarom de Dolfijn niet naar Dundee zou gaan heb ik pas later vernomen. De commandant voelde n.l. niets voor patrouilles maken in de Noordzee onder vaak zeer slechte weersomstandigheden en met een geringe kans op het boeken van successen. Dit echter in tegenstelling tot Middellandse zee patrouilles die meestal onder goede weersomstandigheden plaatsvonden met reële kansen op het boeken van successen. Derhalve vroeg de commandant aan de Britse marine autoriteiten, of zij de Nederlandse marine wilde vragen de Dolfijn voor "a tour of duty" naar de Middellandse zee te sturen. De Britse marine autoriteiten deden dat maar al te graag. Zo’n verzoek kon de Ne-
Klaar Voor Onderwater 86
derlandse marine moeilijk afwijzen, maar zij waren er niet blij mee. Het merendeel van de bemanning verheugde zich evenmin op een (langdurig) verblijf in de "Miditerranee!" En de Ned. Marine wist al snel uit welke hoek de wind had gewaaid zoals spoedig zou blijken. Maar de Britse marine was blij met een extra boot in de Middellandse zee. Hun onderzeedienst had sedert de aanvang van de oorlog tot eind 1941, al 31 boten verloren, waarvan velen in de Middellandse zee. Ook het zusterschip van de Dolfijn, de "P-48" waarop de commandant een kennismaking patrouille had gemaakt was tijdens de eerste patrouille vanuit Gibraltar verloren gegaan. Dat de Ned. Marine niet blij was met het verzoek van onze commandant aan de Britten hebben we geweten! We kregen opdracht om de boot onmiddellijk gereed te maken voor vertrek naar de Middellandse zee. De vertrekdatum werd op zo’n korte termijn vastgesteld dat we hard moesten werken om op tijd gereed te zijn. Het vertrek was gepland voor dinsdag 22 december, drie dagen voor Kerstmis. Het weekend voorafgaande aan het vertrek kregen de met Britse vrouwen gehuwde bemanningleden nog een kort weekendverlof, van vrijdagmiddag tot zo ndag l.g. Enkele weekendgangers besloten niet op zondag l.g naar boord terug te keren maar op maandag e.g! Zij meldden zich pas in de loop van maandag terug aan boord. Zij hadden erop gerekend daarvoor gestraft te worden met een paar dagen licht arrest. Maar de commandant was woedend en gelastte bij wijze van straf dat de telaatkomers heel de nacht moesten doorwerken zodat de boot de volgende dag toch nog op tijd gereed zou zijn voor vertrek. Maar dat hadden ze er wel voor over! De gehele nacht sjouwden de telaatkomers door met het aan boord brengen van waarloo delen etc. Het is onvoorstelbaar hoeveel reservedelen een onderzeeboot, die voor langere tijd van huis gaat, moet mee nemen. De volgende morgen stond de hele gang, van boegbuiskamer tot centrale vol met dieselonderdelen, dozen, blikken met gedroogde aardappels en groenten, kratten enz. Toen het uur van vertrek was aangebroken gaf de flottielje commandant nog uitdrukkelijk de order, dat we de Clyde niet mochten uitvaren vóór alles zeevast was gesjord. Gelukkig was het voor de Dolfijn van Holy Loch naar open zee nog enkele uren varen. De dag vóór ons vertrek werd de Britse seiner ernstig ziek en afgevoerd naar de wal. Waar haal je zo gauw een andere seiner va ndaan? Nou daar wisten de Britsten wel raad mee. De seiner van een onderzeeboot die juist was terug gekeerd van een patrouille werd rechtstreeks overge-
Pagina 7
plaatst naar de Dolfijn! Zelden heb ik iemand zo hartgrondig horen vloeken als die seiner maar hij ging met ons mee. Overigens werd het een sober afscheid. Geen Prins Bernhard om ons een goede reis en een behouden vaart toe te wensen, geen walploeg of "boot- afduwers". Alleen Captain S., commandant van het 3e submarine flottielje kwam afscheid van ons nemen. En het vooruitzicht de Kerstdagen buitengaats door te brengen was ook weinig aanlokkelijk maar daar werd alsnog een stokje voor gestoken. Kerstmis vieren langszij het S.S. Nieuw Holland Na een paar dagen op zee kreeg één van de matrozen, die met een Brits meisje was gehuwd hevige pijnen in de onderbuik. Nu had de commandant altijd een koffertje bij zich met medicamenten. Nadat de commandant persoonlijk de matroos had onderzocht en daarbij had geconstateerd dat hij niet simuleerde, werd hij behandeld met een sulfapreparaat waardoor de pijn inderdaad afnam. Maar toen een tweede bemanningslid tijdens slecht weer kwam te vallen doordat een zeetje de centrale binnenkwam, en hij vanwege de pijn op dek bleef liggen besloot de commandant, na verkregen toestemming, Falmouth binnen te varen. Beide manschappen gingen van boord en de Do lfijn moest wachten op vervangers die uit Dundee moesten komen. Tot onze grote verrassing meerden wij in afwachting van hun komst af, langszij het zeer fraaie passagiersschip Nieuw-Holland van de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij (KPM). Het was een machtig mooi en groot schip dat in vredestijd met het zusterschip Nieuw-Zeeland een dienst onderhield tussen Singapore en Australië. Nu deden beide schepen dienst als troepentransportschip. (zie 4) We maakten al spoedig kennis met de bemanning van de Nieuw-Holland. Korporaals en manschappen werden voor drankjes en hapjes uitgenodigd in de lounge voor de 3e klasse passagiers. Voor ons een ongekende luxe, (het schip voer in vredestijd uitsluitend 1e en 3e klasse passagiers). Twee dagen lang genoten we van de gastvrijheid van de bemanning. Tegen alle verwachting in vie rden we toch nog binnenliggend, en ieder op zijn eigen wijze de Kerstdagen al konden of mochten (?) we niet passagieren. Terugdenkend om welke reden wij op zo'n korte termijn naar zee waren gestuurd hadden we ook nog wat leedvermaak! Op zondag 27 december vertrokken we naar zee richting Gibraltar. leder had nu zo zijn eigen gedachten. Wanneer zouden we Engeland weer terug-
Pagina 8
Klaar Voor Onderwater 86
zien of, wanneer zouden we ons eigen landje weer terugzien? We wisten inmiddels ook dat de oorlog nog lang zou gaan duren. 1) De namen van de personen van S. , H. en van Z. zijn bij de redactie bekend. Vóór beëindigding van de oorlog was van Z. weer bevorderd tot onderofficier. 2) Het complete verslag van de overgave etc van de U-570 staat vermeld in het Britse "Monthly AntiSubmarine Report" van 4e kwartaal 1941. 3) De commandant van de U-333-Peter Cremer heeft na de oorlog een boek geschreven over zijn belevenissen getiteld: "U-333 The story of a Uboat Ace" In dat boek worden de lotgevallen van de ex U-570 ook beschreven. 4) De Nieuw-Zeeland had een maand tevoren (november 1942) deelgenomen aan de geallieerde landingen op de Noord-Afrikaanse kust. Na afloop terug naar Gibraltar werd het schip getorpedeerd door de U-380. C.van Toor Oud-opvarende Dolfijn
JONGENSDROOM Zodra de schorre claxonstoot zich als een rauwe kreet liet horen -het luik gesloten van de torengolfde er spanning door de boot waarvan ik zorgeloos genoot. Ik voelde me zelfs uitverkoren om tot de bemanning te behoren: matroos bij onderzeedienst- vloot, waar avonturen, levensgroot mij reeds als kind voor ogen stonden, had ik Jules Verne niet verslonden en kaptein Nemo verafgood? Hier werd Nautilus werkelijkheid, alle kortstondigheid ten spijt. D.A.Bouwmeester oud torpedomaker 2e klas a/b van Hr. Ms Zwaardvis Jeanette Bouwmeester
Band of Brothers Er gaat wel eens een avond voorbij dat er niets op de TV is. De hedendaagse techniek bied ons de mogelijkheid je eigen thuisbioscoop te maken, en dat alles natuurgetrouw overkomt. Gelukkig kon ik van een vriend zijn DVD verzame ling “Band of Brothers” lenen. Het was een speciale uitgave dus moest ik er erg voorzichtig mee zijn. Omdat ik niet gek ben op oorlogsfilms maar meer van thrillers geniet, ging ik met enige reserve zitten kijken. Al bij de eerste, van de totaal tien afleveringen, was ik helemaal om. Het is een product van Tom Hanks en Steven Spielburg, wat wel enige kwaliteit aangeeft. Het verhaal volgt de Easy Compagnie vanaf hun opkomst als burger tot en met het wachten op teruggaan naar Amerika na het einde van de tweede wereldoorlog. De saamhorigheid die deze compagnie opbouwt heb ik ook ervaren bij de onderzeedienst. Er was wel enig verschil, zij zaten in een verschrikkelijke oorlog en ik ben niet verder gekomen dan zeer realistische oefeningen. Het verhaal wordt dusdanig op je netvlies gezet dat het lijkt of jezelf aan de acties deelneemt. Gewonde medestrijders voel je bijna als een van je eigen vrienden. Het meest heeft mij aangesproken de ontdekking van een concentratiekamp door enkele soldaten die op patrouille uitgestuurd waren. Wat moet dit in het echt verschrikkelijk geweest zijn. Door het zien van deze DVD begrijp ik ook waarom onze oudere reünisten elkaar steeds weer opzoeken. Hun angst, verdriet, leed, en geluk heeft zich afgespeeld in het echt en niet op de bank met een zoutje. Will Falkmann.
Klaar Voor Onderwater 86
Pagina 9
Traditie en reputatie In KVO-85 vertelde een zeer oude duikbootman dat hij een eigengemaakt model van zijn oude boot wilde vernietigen. Voor mijn dood, zei deze Methusalem, want het is mijn boot. De schrijver van dit al of niet ware maar goede artikel wist hem te overreden het model te zijner tijd aan de traditiekamer te schenken. Een verdomd goed idee zei de oude man. Daarmee bewijzend dat hij inderdaad al lang met pensioen is. Mijn gedachten gaan dan naar een ander model in de traditiekamer, dat van Hr. Ms. O-19. U kent het verhaal. Deze O-19 verdween op klaarlichte dag met vitrine en al, terwijl het geheel bijna 1 m. lang was. Het stond als blikvanger in de tent tijdens de viering van 95 jaar OZD. Nu behoren, naar mijn gevoel, traditiekamer, reputatie, marinemuseum en de verzameling van de 3 monumenten op steiger 19 bij de geschiedenis van de OZD. Op deze monumenten staan 213 plus 2 maal 41 namen, samen 295 namen van de mannen die hun leven lieten in de jaren 1940-1945. Deze 295 man lieten ongeveer 350 kinderen achter. Een trouwe groep hiervan bezoekt nog steeds met de weinige nog levende weduwen de dodenherdenking op 4 mei. Tot 1994 zijn echter veel nabestaanden afgehaakt. Zij waren van mening dat deze herdenking meer voor de marine dan voor de nabestaanden was. Zij wilden niet als entourage dienen. De OZD zou hier iets aan kunnen doen door bv. de nabestaanden bij de herdenking te betrekken door bv. een nabestaande een paar woorden en een kort gebed als opening te laten spreken. Uiteraard ieder jaar een ander. Maar ik keer terug op het voor mij moeilijke onderwerp van de O-19. Ik hoop dat u begrijpt dat het gebeurde voor de trouwe groep een pijnlijke teleurstelling is. In een gesprek met lotgenoten besloten wij pogingen te wagen om het model op zijn basis terug te brengen. In eerste instantie zonder de naam van de OZD te beschadigen, dus intern via KVO. Bij deze dus. Wij willen een vrije aftocht voor de dader(s). Daarom mijn erewoord dat er geen haan naar zal kraaien als u mijn nummer belt. Mijn telefoonnummer is: 0251-240117. Ik wil het model in ontvangst nemen, ervan uitgaande dat de dader(s) in een opwelling handelde(n). De dader(s) moeten maar uitmaken op welke manier. Het is een goede gewoonte bij de marine om elkaar te “dekken”. Maar het mag nooit te ver gaan. Ik hoop dat wij voor 1 maart 2004 resultaat hebben. Daarna willen wij het grootschaliger gaan aanpakken. Zoals u zult begrijpen is de zaak dan niet meer onder de “kousenband”. F.A.Gommers.
Oud zijn met herinneringen Soms zit ik heel stil in mijn huis dan vliegen mijn gedachten, als water over hard plavuis. Het is alsof ze trachten, het leven terug te brengen dat, zo vlug al is vervlogen. Herinneringen zijn er zat, maar zonder mededogen. Weer zit ik angstig daar benee, in die boot ver onder water. Het water van die zilte zee, rondom ons het geklater, van bommen luid en krachtig. Alsmaar luider, onder druk, wij baden GOD almachtig. Ons leven leek een kort geluk, weer boven was het prachtig. De zuivere lucht was water koud,
aan een dorstig mens gegeven. Maar meer dan dat was in het heelal, het gevoel te mogen leven. Er dreef olie op de zee. Doormans vloot was verloren, 2000 man dood op de ree. Wij zouden dat later horen. Aart Hopman, Fred Gommers en de Bantambaai.
Pagina 10
Klaar Voor Onderwater 86
Mokken Op de onderzeeboten van de KM wordt sinds jaar en dag veel koffie gedronken. Dat mag bij een ieder bekend zijn. De drank wordt op zee gratis verstrekt en is continu beschikbaar. Vierentwintig uur per dag staat er in de kombuis een percolator, (groot koffiezet apparaat) gevuld met meestal “verse” koffie, paraat. Tijdens de wacht is er zelfs speciaal iemand aangewezen om op gezette tijden ronden te lopen langs alle werkplekken om iedereen van koffie te voorzien, de zeun. Koffie is voor de gemiddelde marineman zo onontbeerlijk, dat hij zodra hij op post is, begint met bellen waar de koffie blijft. Dit vaak tot grote ergernis van de zeun. Liters koffie worden er door de 60 man aan boord weggeslobberd. De koffie moet natuurlijk wel ergens uit gedronken worden. Geen keurige porseleinen koffiekopjes met zeer fragiele oortjes zoals ze bij moeders thuis zijn te vinden. Nee de marineman wil als hij koffie krijgt, gelijk een “hele sloot”. En geen “Haags” bakkie. Hier herkennen we de ware koffie drinker onder de marine mannen. De echte marineman heeft, zoals een kleuter zijn troetelbeer, zijn eigen mok. Overal sleept hij het ding mee naar toe. Van plaatsing naar plaatsing wordt het meestal tot relikwie verworden eigendom mee genomen. Soms zijn het grappige mokken en soms zijn het relatie geschenken van in het buitenland ontmoette collega’s. Soms zijn het
ook geschenkjes van vrouw en/of kinderen of souvenirs uit favoriete havens. Zo kennen de meeste mokken wel een verhaal. Als de mok sneuvelt, doordat hij op het zeetje net even te laat werd opgevangen, is de eigenaar meestal dagen ontroostbaar. Hij zal dan de rest van de reis moeten drinken uit de anonieme, door de marine verstrekte, mokken. Wat is er mis met de marinemokken hoor ik velen van u denken. Eigenlijk helemaal niets, of eigenlijk van alles! De meeste eigenaars van een eigen mok wassen het ding niet. Met de lijfspreuk “koffie is koffie” wordt het ding dagelijks diverse keren gevuld, maar echter zelden schoongemaakt. Aan de binnenkant van de mok hecht zich keer op keer een klein laagje cafeïne houdend laagje koffie. Een echte marinemok ziet aan de binnenkant dan ook zwart van oude vieze koffie. Dit vaak tot ergernis van vrouwen die dit een smerig gezicht vinden. Zo was ik ooit geplaatst op een bureau waar veel vrouwelijke matrozen dienst deden. We werkten daar in ploegendienst. De chef des bureaus had een mok zoals eerder beschreven. Hij koesterde het ding want er zat nog koffie in die gedronken was op de Hr. Ms. Tonijn. Elke avond voordat hij naar huis ging plaatste hij zorgvuldig zijn mok in zijn bureaulade en haalde hem daar ’s morgens weer uit om hem te laten vullen met het zwarte goud. Een moment van onachtzaamheid en op een avond bleef de mok op zijn bureau staan. Een van de vrouwelijke matrozen zag het ding staan en dacht; “ik zal de chef eens ve rwennen. Ik maak dat vette ding eens lekker schoon”. De mok werd grondig met een bekend schuurmiddel behandelden zag er weer uit alsof hij zo uit de winkel kwam. Net zo wit als de binnenkant van de mok nu was, zo wit werd het gezicht van de chef toen hij de volgende morgen zijn mok zag. “Wie heeft mijn mok schoon gemaakt?!?” , was het enige dat hij uit kon brengen. Met een trotse glimlach melde de matroos zich in afwachting van een compliment. Er volgden nog wat woorden die ook toen al niet netjes waren. Het meisje begreep er niets van en verdween in stilte naar huis. Ook de chef was de rest van de dag lichtelijk van streek. Hij besefte wel dat het meisje het goed bedoeld had, maar zijn koffie smaakte nooit meer zo lekker als daarvoor. De Observer Periscopy 12
Klaar Voor Onderwater 86
Pagina 11
J.J. Aling
Pagina 12
Klaar Voor Onderwater 86
Werken Hr. Ms Dolfijn met
Hr. Ms. Dolfijn F. van Driel com. Hr. Ms. Dolfijn
F. van der Zee oudste officier Doorkijkje naar echolood
Radar en Sonar beeldkasten Duiken nabij kade
Ook tandenpoetsen hoort erbij M. van Oosten chef voortstuwing
Klaar Voor Onderwater 86
Pagina 13
R. van der Gaag systeem verantw. Off. Kijkje op de batterij
Concentratie bij roerganger Kijken wat de post schaft
Studeren in eigen tijd Er is er een jarig hoera hoera
Einde oefening Oefening met mariniers TV opnamen “RVU Educatieve Omroep” 04-11-2003
Pagina 14
Klaar Voor Onderwater 86
Klaar Voor Onderwater 86
Pagina 15
Beter laat dan … Kort geleden werd de familie van Duijn in Punta Gorda, Florida, blij verrast door een bezoek van de NL Consul en zijn echtgenote in Orlando. Zij kwamen de heer Neil van Duyn namelijk de versierselen behorend bij het Mobilisatie-Oorlogskruis opspelden, een teken van waardering waar velen lang op hebben gewacht. Deze bijzondere gebeurtenis heeft de volgende vraag opgeroepen: Zijn er misschien nog mannen die zich onze inzet nog herinneren. Het gaat om de mensen die zich dit nog goed herinneren en daar eventueel nog foto’s van hebben, daar zou ik graag mee in contact willen komen om het oude plaatje rond te maken. Het gaat om de Zeehond, waar mijn man ongeveer 6 maanden op heeft gevaren. Daarna is hij naar Ierland gegaan om de O-27 op te halen en deze naar Dundee gebracht. Vanuit Dundee zijn de O-27 en de Dolfijn naar Rotterdam gevaren in juni 1945. Ook is de opleiding gevolgd in Londen op de kanonneerboot Soemba, waarna plaatsing bij de Onderzeedienst in Dundee, Schotland volgde. Dus, wanneer iemand daar nog iets over heeft, dan willen we dit graag weten. Bij voorbaat hartelijk dank. Clazien Hulshof van Duijn 4077 Lacosta Island cT Punta Gorda 33950 Florida U.S.A.
Geachte redactie Hierbij een foto van de O-27 en de Dolfijn P-47. Ik geloof dat het ongeveer eind mei 1945 was. Wij waren de eerste onderzeeërs die na de oorlog in Nederland aankwamen. Dezelfde foto is genomen aan de Parkkade in Rotterdam. Daar hebben we ongeveer een maand gelegen zodat iedereen met verlof kon. Ik ben de matroos die onder de loop van het kanon zit. Die met een witte trui aan heet Jan van Braal. De meeste namen ben ik vergeten. Na het verlof zijn we weer teruggekeerd naar Dundee Scotland. Het beste voor u allen toegewenst uit het zonnige Florida. Yours Niel van Duyn
Pagina 16
Klaar Voor Onderwater 86
MARINEHULP BIJ WATERSNOODRAMP GEBOEKSTAAFD DEN HAAG - Naast de slachtoffers kende de Watersnoodramp van 1953 ook duizenden veelal anonieme redders en hulpverleners. Dag en nacht waren zij in de weer om mensen en vee in veiligheid te brengen en het verder oprukken van het water te stoppen. Zo heeft het personeel van de Koninklijke Marine veel werk verzet in het rampgebied. Als blijk van waardering voor de inzet van alle marinemensen hebben Adri P. van Vliet en Willem J.J. Geneste die prestaties in woord en beeld vastgelegd in het boek ‘Operatie Noach, De hulpverlening door de Koninklijke Marine en de Watersnoodramp van 1953.’
'Operatie Noach. De, hulpverlening door de Koninklijke Marine en de Watersnoodramp van 1953’ telt 120 bladzijden en vele foto's. Het is uitgegeven bij het Instituut voor Maritieme Historie in Den Haag en kost tien euro. ISBN 9071957365
“Bij een geval bleek een man ontzettend zwaar te zijn, hetgeen ik kon zien aan de inlaatdrukmeter van de motor, die aangaf hoeveel vermogen nodig was om de helikopter niet te laten zakken onder de last. Bij het aan boord komen bleek hij een paar geldbuidels vol zilveren rijksdaalders om zijn middel te hebben en bovendien zaten alle zakken van zijn jas ook nog vol. Nadat we hem hadden afgezet, ontdekten wij dat hij in zijn zenuwachtigheid een deel van het geld in de helikopter had achtergelaten.
Wij hebben het aan een politieagent afgegeven en ik hoop maar dat hij zijn spaarcenten heeft teruggekregen”, vertelt schout-bij-nacht Vlieger b.d. R.J. Idzerda in het boek over een redding. “Ook was er een man die met de lus (sling) geen raad wist en het ding gewoon vasthield, maar halverwege kon hij het niet meer houden en viel ruggelings in het water. Helaas konden wij door een aantal bomen niet meer bij hem komen. Bovendien waren op die plaats talloze anderen die hoog nodig uit bun benarde positie moesten worden gered.” Zo staan er veel meer verhalen in Operatie Noach. Het boek gaat uitgebreid in op het werk van de marine tijdens deze ramp. De eerste hulpacties en de rol van het Korps Mariniers worden besproken, maar ook is er ruimte voor de afsluiting van de hulpverlening door de marine en de gevolgen van de watersnoodramp. De schrijvers laten geen detail onbesproken. Ze beschrijven zelfs de inzet van andere krijgsmachtdelen en de buitenlandse hulp. De tekst in het boek wordt versterkt door de korte getuigenverslagen van verschillende mariniers. De vele fraaie foto's maken het boek tot een compleet en zeer boeiend naslagwerk. Mocht u het boek niet in de winkel kunnen kopen / bestellen, stuur dan een briefje naar : Instituut voor Maritieme Historie Jan van Nassaustraat 112 2596 BW Den Haag Defensiekrant 9 oktober 2003
Klaar Voor Onderwater 86
Pagina 17
Zoektocht K-XVI Zuid-Chinese Zee (KVO 85) Hierbij vraag ik gaarne uw aandacht voor het feit dat dit wrak reeds is gevonden (gelokaliseerd) tijdens het duiken van Australiërs in 1989 en door een team van de BSac dive club 758 (Tanglin Club – Singapore) in 1990. Ik was hier toen lid van. Het wrak werd niet geïdentificeerd op naam of nummer, maar was wel duidelijk herkenbaar als wrak van een onderzeeboot, waarbij gedacht werd aan een Nederlandse boot (op aanwijzing naar aanleiding van de Japanse landing op Kote Baru en boven watervarend op een mijnenveld gelopen. Het wrak ligt op ongeveer 48 meter diepte. Het voorste gedeelte van de romp ontbreekt, de toren en toegang waren herkenbaar, een open luik werd aangetroffen achter de toren ten opzichte van het restant van de opbouw. Er werd tijdens het duiken veel hinder ondervonden van een sterke stroming en hierdoor werd de tijd die bij het wrak kon worden doorgebracht beperkt tot 11 minuten. Ik denk dat ik de eerste Nederlander was die op dit wrak mocht duiken en als oud-onderzeebootman was dit een bijzondere ervaring en tevens behoorlijk emotioneel. Ik heb ook gedoken op het Japanse wrak dat genoemd werd in het artikel in KVO 85. Graag vraag ik hierbij ook aandacht voor het feit dat er een wrak van een Australische onderzeeebootjager ligt in de monding van de Lipis Rivier, die is gezonken na te zijn getroffen door kanonvuur van een Japanse kruiser in 1941. De 3 Yarrow type A-frame ketels waren duidelijk zichtbaar. Het wrak was zwaar beschadigd en verroest. De schrijvers van dit artikel kunnen mogelijk contact opnemen met de BSac Dive club van de Tanglin Club in Singapore, die volgens mijn beste weten nog steeds bestaat. Hartelijke groet Hans van Hooft (AKA Hassan van de Guppies)
[email protected]
Aankondiging Reünie 2004 Noteer alvast in uw nieuwe agenda. Reünie en ALV zal op 20 april 2004 in Kumpulan Bronbeek (Arnhem) gehouden worden. Wij rekenen weer op uw aanwezigheid.
Pagina 18
Klaar Voor Onderwater 86
Nieuwsberichten Onthulling monument voor vredesoperaties 25-10-2003 Staatssecretaris van Defensie Cees van der Knaap heeft vrijdag (24 oktober) in Roermond het monument onthuld voor militairen die tijdens vredesoperaties om het leven zijn gekomen. Hij deed dit samen met mevrouw Van Rijn, die haar zoon verloor in Libanon, en René Dekker, een veteraan die in Srebrenica diende. Voorafgaande aan de onthulling hielden alle drie een toespraak waarin ze te kennen gaven blij te zijn met het lang verwachte monument. Na de onthulling ontvlamde de toorts in de ha nden van de godin Irene, onderdeel van het gedenkteken. De onthulling werd speciaal op deze dag gehouden, omdat het dan United Nations Day is, de viering van de officiële oprichtingsdatum van de Verenigde Naties. In naam van de VN zijn talloze vredesoperaties uitgevoerd. Met het monument gedenkt Nederland de 158 militairen die sinds het begin van de Korea-oorlog tijdens of als gevolg van een vredesoperatie om het leven zijn gekomen. Sedert 1950 zijn meer dan 50.000 Nederlanders uitgezonden geweest naar crisisgebieden over de hele wereld. Op dit moment zijn meer dan tweeduizend Nederlandse militairen actief in Irak, Bosnië en Afghanistan.
•
Het nieuwe gedenkteken is gelegen in het stadspark “Hattem”, direct naast het Nationaal Indië- monument. De Limburgse kunstenaars Wynand Thönissen en Dick van Wijk zijn bij het ontwerp ervan uitgegaan van de symbolische betekenis van het begrip “vrede”. Dat heeft geleid tot een bronzen beeld van de godin Irene, die in de historische iconografie de verpersoonlijking is van de vrede. Zij “zetelt” in een soort globe, die de wereldomvattende taak van de VN symboliseert. Het monument voor de omgekomen militairen in vredes- en andere humanitaire missies wordt gecompleteerd door een rij wachters die op de “wal” er tegenover in een driehoek gegroepeerd staat. Zij symboliseren de militairen als beschermers tegen negatieve invloeden en als waarborgers van de rechten van de mens. Een van de wachters valt, dit om aan te geven dat er ook militairen sneuvelen tijdens vredesoperaties. (foto’s: Hennie Keeris)
Klaar Voor Onderwater 86
Pagina 19
Toespraken Onthulling monument voor vredesoperaties 25-10-2003 TOESPRAAK VAN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE C. VAN DER KNAAP TER GELEGENHEID VAN DE ONTHULLING VAN HET MONUMENT VOOR VREDESOPERATIES TE ROERMOND, 24 OKTOBER 2003 Dames en heren, ik wil deze toespraak beginnen met een citaat: “Vannacht heb ik lang wakker gelegen. Ik kreeg de ogen van de man die we gisteren tijdens onze patrouille hebben ontmoet maar niet uit mijn hoofd. Totaal leeg en emotieloos, zo keek hij. Toen hij met ons sprak, lachte hij, maar zijn ogen deden niet mee. Hij keek me aan en toch ook weer niet; hij keek door me heen, alsof hij geen mens tegenover zich had. Hij had veel meegemaakt, veel gevochten, doden gezien, en zelf gedood, dat was wel duidelijk. In die ogen zag ik iets van de gruwelijkheid van die waanzinnige oorlog die zich hier heeft afgespeeld.” Zomaar een fragment uit een brief van een Nederlandse militair die voor een vredesmissie in Bosnië zat. Een fragment dat laat zien hoe uitgezonden militairen vaak indrukwekkende ervaringen meemaken. Het is moeilijk je daar vanuit het keurig aangeharkte en geregelde Nederland een voorstelling van te maken. Het menselijk leed waar onze militaire tijdens of kort na gruwelijke oorlogen mee worden geconfronteerd laat daarom niet zelden diepe sporen na. Korea, Libanon, Angola, Voormalig Joegoslavïe, Cambodja, Eritrea, Afghanistan, Irak, het zijn verscheurde landen met onvoorstelbaar menselijk leed. Het zijn ook landen waar Nederlandse militairen onvoorstelbaar veel goeds hebben gedaan, waar Nederlandse militairen zich hebben ingezet voor vrede en voor hun medemens. Helaas ging hun inzet soms gepaard met grote offers, met de hoogste prijs. Dames en heren, veteranen en nabestaanden, Vandaag zijn wij bijeengekomen om met u die offers te gedenken, om stil te staan bij de gevolgen van deelname aan vredesoperaties, maar vooral om onze gevallen militairen te herdenken. Met de onthulling van het monument voor vredesoperaties willen wij uitdrukking geven aan de bijzondere plaats die ook deze veteranen verdienen in de Nederlandse geschiedenis. Met dit gedenkteken doen wij – Regering en samenleving - recht aan hun inspanningen. Het monument is daarom zowel een gedenkteken als ook een teken van erkenning. De geschiedenis van gedenken en erkennen heeft in ons land een grillig verloop gekend. Neem het eerbetoon aan de Nederlandse militairen en oud-verzetsstrijders van de Tweede Wereldoorlog. Al snel na de bevrijding in 1945 werd dit eerbetoon - in de vorm van monumenten, herdenkingen en bevrijdingsdefilés gemeengoed. Terecht. Nu, bijna zestig jaar later, is het eerbetoon voor de veteranen van de Tweede Wereldoorlog nog steeds springlevend. Hoe anders verging het de veteranen uit Indië en Nieuw-Guinea. Zij konden bij hun terugkeer in Nederland in de jaren vijftig en zestig vooral rekenen op desinteresse, zowel van de zijde van de overheid als van de samenleving. Ook de Korea-veteranen, die tussen 1950 en 1954 deel uitmaakten van één van de eerste VN operaties, ondervonden een gebrek aan publieke aandacht en erkenning. Nederland stond in het teken van de wederopbouw, op verhalen over de oorlog in Indië of Korea zat niemand te wachten. Het was een tijd van aanpakken en niet van luisteren. De veteranen van toen hebben tientallen jaren de waardering en erkenning moeten ontberen voor hun inzet en voor de offers die zij in Nederlandse dienst hebben gebracht. Met grote vasthoudendheid hebben de In-
Pagina 20
Klaar Voor Onderwater 86
dië-veteranen in de jaren zeventig en tachtig die waardering en erkenning stap voor stap bevochten. Met de onthulling van het Nationaal Indië-monument in 1988 op deze plek, werd hun alsnog een langverwacht en zeer verdiend eresaluut gebracht. Vandaag, op de verjaardag van de Verenigde Naties, zijn wij bijeen gekomen om de gevallen veteranen die sinds Korea hebben gediend te eren, die zich hebben ingezet voor het herstel en de handhaving van de vrede in zowel VN-operaties als andere internationale missies. Het monument, dat ik zo dadelijk mag onthullen, vormt een plek van bezinning en stilte voor nabestaanden van de Nederlandse slachtoffers van die vredesoperaties, voor de jonge veteranen en voor allen die hun respect willen betonen jegens de militairen die zich hebben ingezet voor de internationale vrede en veiligheid. Sinds 1950 zijn ongeveer 50.000 Nederlandse militairen uitgezonden geweest naar crisisgebieden over de gehele wereld. Dit aantal groeit nog steeds als gevolg van het Nederlandse beleid om de internationale vrede en veiligheid actief te bevorderen. Zo zijn op dit moment meer dan 2000 Nederlandse militairen in dienst van de vrede uitgezonden naar landen als Bosnië, Irak of Afghanistan. Ruim 150 Nederlandse militairen zijn echter niet levend teruggekeerd van hun vredesoperatie. Ruim 150 families, waaronder de familie van Kees van Rijn , dragen het verlies van hun dierbare met zich mee. Ook zijn er Nederlandse militairen met een verwonding of ziekte teruggekeerd van één van de talrijke vredesmissies waaraan Nederland heeft deelgenomen. Weer anderen ontwikkelden later alsnog lichamelijke klachten of mentale problemen als gevolg van de uitzending. In de zorgverlening bij Defensie en het Veteraneninstituut zien we bovendien hoe de impact van zo´n uitzending ook de relatie met de naaste omgeving, partners, gezin, familie en vrienden kan belasten. Zo moet ik nog vaak terug denken aan de sergeant die ons ongenadig drilde tijdens mijn militaire opleiding in 1970 hier in Roermond. Ik was gelegerd in de Ernst Casimir kazerne. Mijn sergeant was een echte Korea-veteraan en soms liet hij zich uit over die moeilijke tijd. Hij beschreef me de angst waardoor de Nederlandse militairen ´s nachts maar moeilijk de slaap konden vatten. Angst, aangezien het regelmatig voorkwam dat Noord-Koreaanse strijders ´s nachts door de linies glipten om slapende Nederlandse soldaten in hun slaap te verrassen. Hij sliep dan ook met het wapen op de borst, gespannen als een veer en continu alert. Dat gevoel, die angst, achtervolgde hem bijna 20 jaar later nog. Zo moest zijn vrouw beloven hem nooit zomaar in zijn slaap wakker te schudden. Hij was bang voor zijn eigen reactie, voor de gevoelens die vanuit zijn onderbewustzijn nog altijd zijn handelen konden beïnvloeden. Emoties, spanningen en ervaringen kunnen dus jaren later niet alleen de veteraan, maar ook diens omgeving achtervolgen. Voor de militair of veteraan met mentale problemen is het dikwijls moeilijk te beoordelen hoe allerlei ingrijpende ervaringen doorwerken in het leven na de uitzending. Voor de kinderen van uitgezonden militairen is “papa na zijn thuiskomst anders geworden”. Het herstel van ernstige mentale verwondingen verloopt vaak langs een onzekere route, traag en zonder garantie op succes. Een aparte tekst op dit monument vraagt hiervoor aandacht. Aandacht voor hen die psychisch beschadigd zijn geraakt door deelname aan een uitzending en aandacht voor diegenen die als gevolg daarvan geen uitweg meer zagen in hun leven. Dames en heren, Niet iedere militair accepteert van zichzelf dat hij of zij kwetsbaar is. Het is vaak moeilijk om over emotionele ervaringen te praten, want een militair is daar niet voor opgeleid en is daar niet mee vertrouwd. Veel veteranen zoeken uit zichzelf dan ook geen steun. Bovendien ervaren zij weinig belangstelling of begrip bij collega’s en vrienden en zelfs bij familieleden of hulpverleners. Hierdoor kan een gevoel van miskenning en isolement ontstaan. Vaak, te vaak, vinden veterane n alleen enige steun bij kameraden of lotgenoten. De bevordering van een cultuur waarin er ruimte is voor emotionele ervaringen, is daarom van
Klaar Voor Onderwater 86
Pagina 21
belang voor het gezin van de veteraan, voor de doeltreffendheid van de veteranenzorg en voor de defensieorganisatie in haar geheel. Daarbij zijn erkenning, waardering en zorg steeds opnieuw de sleutelbegrippen. De erkenning van en de waardering voor veteranen zijn ook sleutelbegrippen bij de jaarlijkse Nederlandse veteranendag die op 29 juni 2005 voor het eerst wordt georganiseerd. Op de verjaardag dus van de bekendste Nederlandse veteraan, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard. De Nederlandse veteranendag gaat bijdragen tot de maatschappelijke erkenning van alle veteranen, door de samenleving nauwer te betrekken bij het werk van “onze mannen en vrouwen” in oorlogs- en conflictgebieden, vroeger én nu. Dames en heren, Het monument voor vredesoperaties voorziet in de behoefte van latere generaties veteranen om hun gevallen kameraden te herdenken. Ik wil de Limburgse kuns tenaars Wynand Thönissen en Dick van Wijk complimenteren met het prachtige ontwerp. Het monument toont Irene, de godin van de vrede. Zij wordt beschermd door een aantal wachters, die symbool staan voor onze uitgezonden militairen. De gevallen wachter maakt ons duidelijk dat dit belangrijke werk niet zonder risico is. Dat sommigen voor hun inzet helaas de hoogste prijs betalen. Met de keuze voor deze plek, op een steenworp afstand van het Indië- monument, wordt bovendien een brug geslagen met eerdere generaties veteranen. Naast duidelijke verschillen in achtergrond en ervaringen van oude en jongere veteranen, zijn er ook belangrijke overeenkomsten. Zo is er de gemeenschappelijke behoefte aan maatschappelijke erkenning en waardering voor hun inzet en voor de gebrachte offers in Nederlandse dienst. Daarnaast is er de niet altijd onderkende behoefte aan goede zorg en contacten met lotgenoten. Bij een deel van onze veteranen blijft die behoefte bestaan, soms nog vele jaren ná de uitzending. Veteranen – van welke generatie of missie ook – moeten dan ook kunnen blijven rekenen op onze zorgverlening. Dit bijzondere monument voor vredesoperaties dient echter bovenal de nagedachtenis in ere te houden van hen die niet zijn teruggekeerd. Zij hebben het grootst denkbare offer gebracht voor de internationale vrede en veiligheid.
Pagina 22
Klaar Voor Onderwater 86
November Als ik naar buiten kijk zie ik alleen maar kale bomen, hier en daar probeert een berk wanhopig zijn blaadjes vast te houden. De velden zijn vaal groen geworden en het sopperigheidgehalte is hoog. Zo nder laarzen wordt een wandeling een crime dus snel aangetrokken, warme jas aan en hup naar buiten. De honden springen opgewonden tot aan je scho uders en zijn blij dat ze weer mogen rennen. Het is net vijf minuten droog en hoewel het koud is ruikt het heerlijk fris. Het is ook nog vroeg, even voor acht uur, de dag is net geboren.
Huron 6-17-03 Geachte redactie, Langs deze weg doet het mij een genoegen u mijn hartelijke dank te betuigen voor het KVO-84. Dit blad gaf mij een trill te lezen dat er goed gezocht wordt naar oude verloren boten. Nog twee en ze zijn allemaal terecht. Een saluut voor dit werk. Het is een fantastische uitgave. Mijn echtgenoot Nancy en ik waren aanwezig op de 2002 Re ünie van Hr. Ms. Walrus; als eerste bemanningslid te Brombeek. We hopen dat het mogelijk zal zijn om het 100 jaar bestaan van de OZD bij te wonen. Zelf ben ik een associate shipmate van de U.S.N onderzeedienst. Ik was een bemanningslid van Hr. Ms. O-21, O-23 en de Walrus 1945-1955. Verliet de marine per april -’55. Mijn naam is Frits Kalsbeek KPL.Electr. Monteur. Tot mijn spijt las ik dat mijn oude vriend C.W. Fredericks is overleden. Hartelijke groet, Frits Kalsbeek
Wat een luxe, vandaag een vrije dag, niet naar het werk maar gewoon ge nieten van het moment. We zwerven wat door het bos en plotseling blijven we alle vier stil staan, de twee honden, ikzelf en een ree. We kijken elkaar aan, zeker een minuut staan we allemaal doodstil. Het is een prachtig dier, egaal bruin met grote ogen. Ik kan haar wimpers zien zo dichtbij staan we. Dan plotseling is de betovering verbroken, de honden kunnen zich niet langer beheersen. Hoewel we het hen geleerd hebben dat reeën en herten taboe zijn wordt dit ze toch te gek. Het dier springt gracieus weg en slalomt tussen de bomen er vandoor. De honden er achteraan en meewarig kijk ik ze na in de wetenschap dat ze het toch niet te pakken krijgen, ze zijn veel te langzaam. Nog nagenietend loop ik naar huis, hè dat was echt een cadeautje. Dick de Jong