GEBRUIKS HANDLEIDING
Rekenwerk classic S 3 (MID)
Apparaat eigenschappen Het classic S 3 rekenwerk is een energie rekenwerk voor universele toepassing in systemen voor warmte en koude registratie. – met deze meter is het mogelijk om alle afreken relevante gegevens in verwarmings- en koelinstallaties te verzamelen. • Het rekenwerk is verkrijgbaar in deze uitvoeringen: •rekenwerk warmte voor de registratie van warmte,
Het rekenwerk registreert de geproduceerde warmte-energie.
R = temperatuur sensor met rode markering (label) B = temperatuur sensor met blauwe markering (label) •rekenwerk koude voor de registratie van koude,
Belangrijke informatie Doelgroep Deze installatie instructies zijn bedoeld voor speciaal opgeleide vakmensen. Hierdoor worden fundamentele arbeidsprocedures niet behandeld
Veiligheidsinstructies • De voorschriften voor het gebruik van energiemeters dienen in acht genomen te worden! • De voorschriften voor elektrische installaties dienen in acht genomen te worden! – Installatie dient door specialisten op het gebied van verwarmingsinstallaties en/ of elektriciteit uitgevoerd te worden. De medewerkers dienen opgeleidt te zijn in de installatie en omgang van elektrische apparatuur en de laag spanningsrichtlijnen
Hier registreert het rekenwerk de koude-energie.
• rekenwerk met koude tarief voor gecombineerde registratie van warmte/koude,
Algemene instructies • Zodra het rekenwerk is geïnstalleerd dient hij in bedrijf te worden gesteld. – Controleer of het getoonde debiet en de temperaturen in de display aannemelijk zijn. De verschillende componenten dienen ook verzegeld te worden (rekenwerk, debietmeter en temperatuursensoren). Het resultaat van moetwillig beschadigen van de zegels door niet geautoriseerde personen zorgt ervoor dat de garantie vervalt en de gebruiksgegevens niet bruikbaar zijn voor de afrekening van het gebruik. • De bijgeleverde kabels mogen niet ingekort of op een andere wijze aangepast worden. • Medium: water als beschreven in het AGFW informatieblad FW510. • Temperatuur van het medium: 5 °C…130 °C (150 °C) – het temperatuurbereik hangt af van de toegepaste variant en de nominale grootte. – Het exacte temperatuurbereik staat aangegeven op de typeaanduiding.: - 5 … 55 °C - IP54 - 93 % rel. vochtigheid
Bij deze installatie worden zowel de warmte als ook de koude geaccumuleerde hoeveelheid energie geregistreerd.
• rekenwerk solar als speciale uitvoering voor solar systemen (er bestaat geen toelating voor deze uitvoering). markering: zie warmte meting. • De meetnauwkeurigheid komt overeen met de eisen volgens EN1434 • Mogelijkheid voor het aansluiten van 2-draads en 4-draads temperatuursensorsen • Energie spaarstand (display off) • Individuele afstanduitlezing met optionele Plug & Play modules (M-bus, Impuls)
Voeding Batterij Een 3.6 V DC lithium batterij is geplaatst in de standaard uitvoering. Deze batterij mag niet opgeladen of kortgesloten worden. Omgevingstemperatuur onder 40 °C beïnvloeden de levensduur van de batterij gunstig. Gebruikte batterijen moeten worden ingeleverd bij de daarvoor bedoelde inzamelpunten! – Er is een gevaar voor explosie wanneer een verkeerd type batterij gebruikt wordt. Netvoedingmodule Het toepassen van een rekenwerk alleen aangesloten op netvoeding is niet geschikt voor het bepalen van het verbruik om een afrekening conform de wet. – Wanneer er een stroomstoring optreed zijn alle functies buiten werking! Netvoeding modules met 24 V AC of 230 V AC zijn voor dit rekenwerk beschikbaar. Een netvoedingmodule kan altijd gewisseld of achteraf geplaatst worden . Netvoedingsmodules mogen alleen worden aangesloten door een elektricien of speciaal daarvoor opgeleide personen. Tijdens een stroomstoring voorziet de verwisselbare backup batterij (CR2032) op de module tot wel 1 jaar van stroom. Tijdens een stroomstoring worden de LCD waarden (na indrukken van de bedientoets) voor de datum en tijd optodate gehouden. Communicatie via de optionele M-bus module of optische interface blijft ook behouden, maar het reduceert de levensduur van de backup batterij. Wanneer de meter voorzien is van een netvoeding module dient de sticker van de netvoedingmodule aan de linker onderzijde van het bovendeel van het rekenwerk geplakt te worden.
Installatie Installatie instructies • Het rekenwerk is aangesloten op een geïnstalleerde debietmeter. Hetzij in de warme of koude leiding van het systeem, afhankelijk van de versie welke is gespecificeerd op de typeaanduiding (verwarming, air conditioning of koeling). De locatiespecificatie is ook te vinden in de informatielus (zie pagina 14).
• Zorg voor voldoende afstand (250–300 mm) tussen het rekenwerk en eventuele elektromagnetische storingsbronnen (schakelaars, elektromotoren, TLverlichting etc.). • Het rekenwerk mag niet aangesloten worden op de aarding van het gebouw. • Een wandmontageplaat (standaard bij levering) of een
afstandhouder (optioneel) is beschikbaar voor montage. • Het rekenwerk dient in een dusdanige positie te worden geplaatst dat deze eenvoudig bereikbaar is voor bedienend en service personeel. • Documenteer afsluitend de ingebruikname.
Bevestiging van het rekenwerk op de muur Selecteer een droge, goed toegankelijke locatie voor het rekenwerk (i.v.m. aflezing en vervanging!). – De omgevingstemperatuur mag niet boven de 55 °C komen. Let op de kabellengtes: • Debietmeter: max. 10 m (gebruik afgeschermde kabel). • Temperatuursensor: max. 10 m
Plaats het rekenwerk op de muur met het meegeleverde bevestigingsmateriaal (schroeven, pluggen, ...).
Instructies voor de installatie van de temperatuursensoren Temperatuursensoren mogen alleen geplaatst worden zoals ze worden geleverd. – De kabels mogen niet ingekort of verlengd worden. • Het temperatuursensor type (Pt 500) moet overeenkomen met de specificaties op de typeaanduiding van het rekenwerk. – Het temperatuursensor type kan van het opschrift van het label op de sensorkabel afgelezen worden. • Nooit de senorkabel dicht bij kabelschachten of kabelgoten plaatsen. – Houdt een minimale afstand van 300 mm. • Bij toepassing van 2-draads sensoren: de sensor in de warmere leiding (TH) wordt aangesloten op de klemmen 5 en 6. De sensor in de koudere leiding (TC) wordt aangesloten op de klemmen 7 en 8. – Jumpers zijn niet nodig. • Bij toepassing van temperatuursensorparen met 4draadsaansluiting van andere leveranciers, let op de juiste aansluiting op de klemmen. – De sensor van de warmere leiding wordt aangesloten op de klemmen 1, 5, 6 en 2. – De sensor van de koudere leiding wordt aangesloten op de klemmen 3, 7, 8 en 4. – Druk de sensorkabel in de trekontlasting. • De temperatuursensor kunnen in speciale kogelafsluiters of dompelbuizen geplaatst worden. – houdt hier wel rekening met regelgeving. • Zorg ervoor dat de sensoren symmetrisch gemonteerd worden – bij voorkeur direct onderdompelend.
Bij montage van de twee sensoren gaat u als volgt te werk:: Schroef de afdichtingplug uit de kogelkraan, speciaal Tstuk of aansluitstuk. Plaats een O-ring van de bijgeleverde montageset op de montagestift (afb. onder, item 2). U kunt altijd maar één O-ring tegelijkertijd gebruiken. – Bij terugplaatsen van de sensor, dient de oude O-ring verwijderd te worden en dient vervangen te worden door een nieuwe. U kunt reserve O-ringen bestellen onder artikelnummer 00 13020 (adapter set voor sensor installatie). Draai de O-ring met de montagestift in de sensoraansluiting van de kogelkraan (afb. onder, item 3). Positioneer de O-ring door gebruik te maken van de andere zijde van de montagestift (afb. onder, item 4). Schuif de bevestigingsschroef over de temperatuursensor. Plaats de montagestift zo ver mogelijk over de temperatuursensor. De temperatuursensor is nu vastgezet in de besvestigingsschroef. Duw de gegroefde pin in de temperatuursensor bevestigingsschroef met een tang (afb. onder, item 6). Verwijder de montagestift van de temperatuursensor (afb. onder, item 5). Plaats de temperatuursensor met de adapter in de kogelkraan en draai de messing schroef handvast aan (afb. onder, item 7).
Uitbreidingsmodules Het rekenwerk heeft twee aansluitingen voor uitbreidingsmodules. De modules kunnen gebruikt en gecombineerd worden volgens de volgende tabel. Niet vermelde combinaties zijn niet toegestaan. Deze modules hebben geen invloed op de meting en kunnen worden geplaatst zonder de ijkmarkering te beschadigen. De desbetreffende ESD voorschriften (ESD: electrostatic discharge) dienen in acht te worden genomen. Bij beschadiging (in het bijzonder aan de elektronica), voortkomend uit onachtzaamheid, wordt geen verantwoordelijkheid genomen Module
Geschikte poort(en)
M-bus
Poort 1 en poort 2
Puls in*
Poort 1 en poort 2
Pulse out
Only port 2
Analoge
Poort 1 (poort 2 kan niet worden gebruikt)
* De pulse input module kan 2 inputs beheren.
Plaatsing van de modules Bij montage in dompelbuizen, dienen de sensoren tot op de bodem van de dompelbuis gedrukt te worden en dan gefixeerd.
Instructies voor het aansluiten van de debietmeter De debietmeter en het rekenwerk dienen dezelfde pulswaarde te hebben. Sluit de pulsuitgang van de debietmeter aan op de klemmen 10 (volume pulse) en 11 (- ground) van het rekenwerk. Debietmeter aansluiting
aansluiting in het rekenwerk
Puls input (open collector)
10
Ground
11 (-)
Klap de sluitingen aan de beide zijden van het rekenwerk open. Plaats de module in de betreffende poort.
Plaats voorzichtig de voorbereide lintkabel aan beide zijden
Standaard daarbij zijn “O1 Energy” en “O2 Volume“. De outputs zijn gekenmerkt op de klemmenlijst met respectievelijk “O1 - ^” en “O2 - ^” en in het display met respectievelijk Out1 and Out2. Sluit de twee kabels van de IFS data III als volgt aan: • Positief (+) op klem 01 • GND (^) op GND (^) Een uitzondering is het rekenwerk met twee registers. In dat geval is de aansluiting: • de IFS voor warmte-energie op O1 and “^“ • de IFS voor koude-energie op O2 and “^“
Sluit de deksel. Bedientoets indrukken om het functioneren van de meter te controleren. Verzegel de behuizing. Slot 1 en 2
Overige specificaties van de puls module • • • • •
Externe voeding Vcc = 3–30 V DC Uitgangsstroom < 20 mA met restspanning < 0.5 V Open collector (drain) Galvanisch gescheiden Output 2: frequentie <= 100 Hz Verhouding : pulse duur/ pulse interval ~1:1 • Pulse waarde: laatste positie op het display (zie puls lus, pulse output 1 and 2): Warmtemeter
extern
M-bus communicatie module De M-bus communicatiemodule is een seriële interface voor de gegevens uitwisseling met externe apparaten (M-bus centrale). Op de module is een 2-polig aansluitklem aangebracht met de gekenmerkte aansluitingen 24, 25. • De aansluiting is polariteit onafhankelijk en galvanisch gescheiden • M-bus protocol in overeenstemming met EN 1434-3; EN 13757-2-3-4 • 300 of 2400 bauds (auto baud detect) • Stroom consumptie: 1 M-bus last.
Pulse output functie module Deze module wordt bijvoorbeeld toegepast om het rekenwerk geschikt te maken voor RF-verzending met de data III pulse radio interface (IFS data III). Er zijn aansluitingen voor 2 puls outputs op de module.
Puls uitgang module
Displays/bediening Om de door het rekenwerk gegenereerde gegevens weer te geven zijn er verschillende vensters met bijbehorende systeeminformatie gemaakt die met een lusfunctie in volgorde kunnen worden opgeroepen. In de standaard versie heeft het rekenwerk 5 of 6 verschillende lussen: • Hoofdlus • Omslagdatumlus • Informatielus • Pulslus • Tarieflus (standaard alleen voor gecombineerde meters voor verwarming/koeling) • Maandlus. De hoofdlus is geprogrammeerd met de actuele gegevens zoals energie, volume en flow gegevens. Met de bedientoets kan er gewisseld worden tussen de individuele aanduidingen. Daarbij wordt er een onderscheidt gemaakt tussen korte en lange toetsdrukken. Met een korte toetsdruk (< 3 seconden) wordt binnenin een lus verder geschakeld. Met een lange toetsdruk (> 3 seconden) wordt naar de volgende lus geschakeld.
De aanduiding Energie (1.1) van de hoofdlus is de basis aanduiding. – Als de toets ongeveer 4 minuten niet wordt gebruikt dan schakelt de display automatisch uit om elektriciteit te besparen (uitzondering: bij foutmelding). Als de toets opnieuw wordt ingedrukt dan toont de display de basisaanduiding.
Display lussen
Omslagdatumlus (2, standaard scherm) Omsteldatum 1
Omsteldatum 1 Energie
,Accd 1A’
,Accd 1’
Datum toekomstige Omsteldatum 1
Omsteldatum 1 vorig jaar
Omsteldatum 1 vorig jaar Energie
,Accd 1L’
Omsteldatum 2 Energie
,Accd 2A’
Hoofdlus (1, standaard display) Gecumuleerde Energie KD = kort drukken (< 3 seconden) Omsteldatum 2 Volume
Doorstroming
Vermogen
Aanvoer-/Retour temperatuur
Temperatuurverschil Bedrijfs dagen
Fout status
Display test
Bij gecombineerde warmte-/ koudemeters worden na het volume extra de geaccumuleerde koude energie getoond.
,Accd 2’
Datum toekomstige Omsteldatum 2
Omsteldatum 2 vorig jaar
Omsteldatum 2 vorig jaar Energie
,Accd 2L’
Als er een pulse input module aangesloten is, worden de extra gegevens hier getoond.
Informatielus (3)
Pulslus (4)
Het classic S3 rekenwerk is voorzien van automatische identificatie en een display wat toont welke module er geplaatst is in welke poort. Deze identificatie wordt getoond in lus 3, in twee verschillende schermen voor respectievelijk poort 1 en 2 automatisch en afwisselend. Module type
Display
Geen module
0
M-bus
1
Puls input
4
Puls output
5
Analoge output
6
actuele datum
Pulsingang 1
Gecum. waarde Pulsing. 1
Puls per opslag
Pulsingang 2
Gecum. waarde Pulsing. 2
Puls per opslag
Pulsuitgang 1
Waarde pulsuitgang 1
Pulsuitgang 2
Waarde pulsuitgang 2* * Warmtemeter/koudemeter
Aktuelle Uhrzeit
Tarieflus (5) ,SEC_Adr’
,Pri_Adr 1’
,Pri_Adr 2’
Montageplaats
Impulsingang 0
,Port 1’
Standaard alleen actief voor gecombineerde meting van verwarming / koeling.
Secundair adres
,F01-001’ Softwarevers.
Tarieftype 1 *
Tarieflimiet 1
Omsteldatum 1 Datum tarief 1
Omsteldatum 1 Tariefteller 1
,Accd 1A’
Omsteldatum 2 Datum tarief 1
Omsteldatum 2 Tariefteller 1
,Accd 2A’
Tariefteller 2
Tarieftype 2 *
Tarieflimiet 2
Omsteldatum 1 Datum tarief 2
Omsteldatum 1 Tariefteller 2
,Accd 1A’
Omsteldatum 2 Datum tarief 2
Omsteldatum 2 Tariefteller 2
,Accd 2A’
Tariefteller 3
Tarieftype 3 *
Tarieflimiet 3
Tariefteller 4
Tarieftype 4 *
Tarieflimiet 4
Primair adres 1
Primair adres 2 Mogelijke waarde: - koude leiding - warmte leiding
Volume
Nr. module op Port 1 zie bovenste tabel
,Port 2’
Tariefteller 1
Nr. module op Port 2
Controle getal
* wordt getoond, wanneer de tariefvoorwaarde voldoet.
Maandlus (6) ,LOG’
Datum laatste maand
Energie
Volume
Maximale flow
Maximale output
,LOG’
Datum maand -1
Energie
Volume
Maximale flow
Maximale output
,LOG’
Datum maand -23
Energie
Volume
Maximale flow
Maximale output
Foutcodes Wanneer er een fout optreedt, wordt de foutcode getoond in de hoofdlus. Alle andere schermen zijn nog steeds beschikbaar wanneer de bedientoets wordt ingedrukt. Wanneer de bedientoets na 4 minuten niet wordt ingedrukt, wordt de foutcode automatisch weer getoond. Het foutscherm verdwijnt automatisch zodra de oorzaak van de fout verholpen is. Alle fouten die langer dan 6 minuten aanwezig zijn, worden opgeslagen in het foutgeheugen. C-1
Basis parameters in het flash of RAM vernietigd
E-1
Defecte temperatuur meting: – Temperatuurbereik buiten [-9.9 °C … 190 °C] – Sensor kortgesloten – Sensor gebroken
E-3
Sensor verwisseld in het warme en koude gebied
E-5
Te vaak uitgelezen – tijdelijk geen m-bus communicatie mogelijk
E-8
Primaire voeding faalt (alleen bij netvoeding modules) – voeding via backup batterij
E-9
Waarschuwing: batterij capaciteit laag
EU conformiteitsverklaring De complete conformiteitsverklaring van HYDROMETER GmbH is te vinden op pagina 8.
Gegevens uitlezen/programmeren Benodigdheden voor deze twee functies: Of de Techem Bluetooth optical head of de Hydrometer Bluetooth optical head is geïnstalleerd en ingesteld. De IZAR@Set software voor uitlezing en voor de configuratie van de standaardfuncties dient geïnstalleerd te zijn op een notebook.
• 83122_0113 (19.12.2014)
• De optische afleesbutton zorgt ervoor dat de gegevens van de gekoppelde meter uitgelezen en getoond wordt. • Het primaire adres voor de M-bus communicatie kan worden gewijzigd in het tabblad General. • De voor Techem relevante omslagdatum kan worden gewijzigd in het veld Due date 1 in het tabblad Due dates. • Wanneer er waarden worden gewijzigd dient dit in de betreffende meter te worden geprogrammeerd door gebruik te maken van de Write button Het is niet mogelijk om uit te lezen of te programmeren met de HYDRO-Set software welke gebruikt werd bij voorgaande meter generaties!
Techem Energy Services B.V. Postbus 2152 4800 CD Breda www.techem.nl