GEBRUIKS HANDLEIDING
Ultrasone compacte Warmtemeter radio 3 (MID) Koudemeter radio 3 (PTB)
algemene informatie). • Maak de batterijen niet open, laat de batterijen niet in contact komen met water en stel ze niet bloot aan temperaturen boven de 80 °C. • Reinig de buitenzijde van de meter alleen met een zachte, vochtige doek. Gebruik geen oplosmiddelen of reinigingsmiddelen.
Algemene informatie Over het algemeen wordt de radio 3 warmtemeter in dit document beschreven. – De eigenschappen en de functies van de koudemeter die afwijken worden beschreven in het hoofdstuk radio 3 koude meter op pagina 10. • Medium: water zonder toevoegingen (uitzonderingen: zie AGFW FW510). • Bedrijfsomstandigheden/meetbereik: Rekenwerk Θ 2 °C…160 °C ∆Θ 3 K…150 K Temperatuur sensor paar Θ 10 °C…150 °C ∆Θ 3 K…140 K Debietmeter (warmtemeter) Θ 15 °C…130 °C • Omgevingstemperatuur: 5…55 °C De zegels op de meter mogen niet beschadigd zijn! Bij een beschadigde zegel vervalt de fabrieksgarantie en kalibratie direct.
Apparaat kenmerken/beoogd gebruik
De radio 3 warmte/koude meter heeft twee bedientoetsen, waarvan de functies worden beschreven op pagina 10. - de meter is identiek betreffende constructie als de MULTICAL® 402 van de fabrikant Kamstrup (zie pagina 6, conformiteitsverklaring).
Belangrijke informatie Doelgroep Deze bedieningsinstructies zijn bedoeld voor gekwalificeerde vakmensen. Hierdoor worden fundamentele arbeidsstappen niet behandeld.
Veiligheidsinstructies • De meter is in overeenstemming met Gevaargoed klasse 9, UN3091 (batterijen in apparatuur). – Hiervoor gelden speciale richtlijnen voor transport, verzending en opslag. U bent verplicht zich hier aan te houden, zelfs wanneer u defecte apparaten retourneert! • De regels betreffende het gebruik van energiemeters dienen nageleefd te worden! • De meter is geschikt voor het gebruik met circulerend water in verwarmingsinstallaties. • Deze meter mag alleen worden geplaatst en verwijderd door gekwalificeerd personeel. Zorg ervoor dat het leidingsysteem goed geaard is. •Bliksembeveiliging kan niet worden gegarandeerd; dit dient te lopen via een geschikte bliksembeveiliging van het gebouw. • Gebruik de meter alleen in gespecificeerde bedrijfsomstandigheden; anders zouden er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan en de garantie vervalt (zie
De ultrasone compacte radio 3 meter is een meetinstrument voor de fysisch correcte registratie van het energie gebruik. De meter bestaat uit een debietmeter, twee vast aangesloten vrije temperatuursensoren en een rekenwerk welke het volume en het temperatuurverschil gebruikt om het energiegebruik te berekenen. Het is niet mogelijk om de meter te openen zonder de zegels te beschadigen. Bedien de meter alleen zoals beschreven in deze instrucies en onder de condities zoals gespecificeerd op de typeaanduiding. • Nominaal debiet bereik: qp 0,6–15 m³/h (qp 15 m³/h: flens meter) • De meetnauwkeurigheid voldoet aan de eisen van EN 1434. • De meter begint te registreren wanneer er flow is (RF functie en meting). • De meter heeft een vaste en intern geprogrammeerde vervaldatum van 01.01. De vervaldatum stand wordt gegenereerd in de meter middernacht tussen 31.12. en 01.01. – Deze vervaldatum kan alleen gewijzigd worden door middel van hardware en software van de fabrikant, Kamstrup. De meter is ook beschikbaar met snelle temperatuur meting in intervallen van 4 seconden en is, vergeleken met de normale uitvoering (24 seconde intervallen), speciaal geschikt voor meting van warmwater energie en voor gebruik in stadverwarmings overgavestations. Deze meter uitvoering heeft het extra kenmerk 4 s. – bijv.:
Alleen warmtemeters met dezelfde meetinterval mogen worden toegepast voor ieder specifieke type meting (bijv. warmwater energie, gebruiksgroepen splitsing, individueel verbruik). – Twee voorbeelden: • OK: radio 3: 4-seconde interval voor warmwater energie en radio 3: voor gebruiksgroepen splitsing • Niet toegestaan: Gebruiksgroep 1 met radio 3: 4 s en gebruiksgroep 2 met radio 3
Voeding Batterij De duurzame batterij is ontworpen om gedurende de levensduur van de meter mee te gaan (zie typeaanduiding). – Deze batterij kan niet worden gewisseld zonder de zegel te beschadigen.
Geschikte locatie voor de debietmeter Geschikte locatie voor de debietmeter Ongeschikte locatie omdat hier het gevaar ontstaat vanophoping van lucht. Luchtbellen en luchtophopingen in de debietmeter veroorzaken storingen. Echter, als de installatie alleen mogelijk is op zo een hoog punt, dient er een ontluchtingsmogelijkheid te worden geplaatst. Installatie op een laag punt dient ook te worden vermeden, omdat verontreiniging zich daar verzameld en daardoor de meter kan beschadigen. Mogelijk in gesloten systemen. Niet mogelijk in open systemen omdat de mogelijkheid bestaat dat lucht zich daar verzameld in het systeem. Niet mogelijk: een debiet meter mag niet direct na een klep geplaatst worden, met uitzondering van een afsluiter (kogelafsluiters), welke volledig geopend dienen te zijn bij normaal gebruik. Waarschuwing: een debietmeter mag niet te dicht bij de aanzuigzijde van een pomp worden geplaatst
Installatie Algemene installatie instructies • Selecteer een droge, eenvoudig toegankelijke locatie (meter aflezing en vervanging!) voor de meter of het passtuk. De omgevingstemperatuur mag niet boven de 55 °C uit komen. Bij de selectie van de installatie locatie dient rekening gehouden te worden met de lengte van de vast aangesloten sensorkabel. • Las, soldeer of boor niet in de buurt van de meter. • Ontdoe de meter niet van de originele verpakking tot dat alle aansluit-, isolatie- en spoelwerkzaamheden zijn afgerond. • Om schade aan de meter te voorkomen, bescherm deze tegen schokken of trillingen die kunnen voorkomen op de installatielocatie. Open de afsluiters langzaam bij ingebruikname van de meter.
Niet mogelijk: een debietmeter mag niet geplaatst worden in een bypass voor twee niveaus • Houd rekening met het feit dat er voldoende afstand (min. 50 cm) aanwezig is tussen het rekenwerk en een mogelijke elektromagnetische storingsbron (schakelaars, elektrische motoren, frequentie omvormers, tl-verlichting, etc.). • Indien er meerdere meters in een unit zijn geplaatst, zorg er voor dat voor elke meter dezelfde installatie omstandigheden gelden. Als de meter in de gezamelijke retour van twee circuits geplaatst moet worden, de locatie dient op voldoende afstand van het T-stuk te zijn, wat minimaal 10 x de nominale diamter betekent, om ervoor te zorgen dat de verschillende watertemperaturen zich goed vermengen. • De meter kan zowel horizontaal, verticaal als in een hoek geplaatst worden.
Installatie instructies voor de debietmeter/ rekenwerk • De juiste locatie voor de debietmeter (aanvoer of retour) staat aangegeven op de aanduiding aan de voorzijde van de meter. De flowrichting is aangeduid met een pijl op de zijkant. • Tijdens de installatie mag de debietmeter niet worden blootgesteld aan enige mechanische belasting. De leidingen die leiden naar en van de debietmeter dienen goed vast te zitten en ondersteund te worden. • De meter heeft geen rechte aanlooplengte voor en na de meter nodig. In de volgende afbeelding worden geschikte en ongeschikte installatielocatie's getoond: • De meter mag gedraaid worden tot wel +-45° naar boven ten opzichte van de as van de leiding en tot wel 90° naar beneden ten opzichte van de as van de leiding.
• Vul het meterprotocol in bij de inbedrijfstelling.
Bevestiging van het rekenwerk op de muur Het rekenwerk zit normaal altijd direct op de debietmeter. Het rekenwerk dient op een vlakke muur geplaatst te worden wanneer de temperatuur van het medium duidelijk boven de 55 °C komt en/of de afleesbaarheid beperkt is door beperkte installatieomstandigheden. – Hiervoor wordt een aparte muurbevestiging meegeleverd. Kies een droge, eenvoudig bereikbare locatie voor het rekenwerk. • De meter mag niet met de elektronische behuizing naar boven worden gemonteerd.
Houd rekening met de kabellengtes van de temperatuursensoren bij de keuze van de locatie. Gebruik de muurbevestiging als een sjabloon om de 6mm boorgaten te markeren.
Aanwijzigingen voor de installatie van de temperatuursensoren
• Wanneer de meter in vochtige omstandigheden wordt geinstalleerd, dan dient de meter in een hoek van 45° ten opzichte van de as van de leiding worden gemonteerd.
• De meter wordt altijd geleverd met twee vrije sensoren. • Voor de uitvoeringen qp 0,6–2,5 m³/h is al een temperatuursensor direct in de debietmeter geschroefd: dit kan de retour of de aanvoersensor zijn, afhankelijk van de meter variant. • De temperatuursensoren kunnen in een speciale kogelafsluiter geplaatst worden (qp 0.6–6 m³/h) of in dompelbuizen (> qp 6 m³/h) welke geschikt zijn voor dit type sensor. – Daarbij dient nationale regelgeving in acht genomen te worden. Voor de qp 3.5 m³/h en qp 6 m³/h meter varianten, dienen een extra tweede speciale kogelafsluiter besteld te worden aangezien deze geen deel uitmaakt van de montageset. Temperatuursensoren dienen geplaatst te worden zoals ze afgeleverd zijn. – De kabels mogen niet ingekort noch verlengd worden.
Indien mogelijk dient dezelfde installatie wijze gehanteert te worden binnen 1 complex! De display dient altijd toegankelijk te zijn en zonder hulpmiddelen afleesbaar. • We adviseren vuilvangers voor de debietmeter te plaatsen. • Plaats afsluiters voor de meter (of vuilvanger) en na de meter. • Spoel de leidingen grondig alvorens de meter te plaatsen – gebruik hierbij een meter passtuk. De pijl op de zijkant van de debietmeter dient in de flowrichting te wijzen. • Indien een meter vervangen wordt dienen de afdichtoppervlakken van de schroefdraad schoon te zijn. – Gebruik altijd nieuwe pakkingen bij meter vervanging. • Open de afsluiters en controleer op lekkages. • Zorg ervoor dat de uiteinden van de sensoren minimaal tot halverwege de leidingdiameter reiken. • Na installatie dient een controle op lekkage en een functiecontrole uitgevoerd te worden. • Activeer de meter (RF functie en meting) door de twee bedientoetsen tegelijkertijd ingedrukt te houden (5 seconden). – Na activatie wordt de melding CALL voor 3 seconden getoond in de display.
• Behandel de temperatuursensoren voorzichtig! • Leg geen kabels in kabelgoten of kanalen. – Neem een afstand van minimaal 300mm in acht. • Het label van de aanvoersensor is voorzien van een rode markering, het label van de retoursensor is voorzien van een blauwe markering. • Let erop dat de temperatuursensoren symmetrisch geplaatst worden – bij voorkeur direct onderdompelend. • Wanneer er een dompelbuis wordt toegepast dient de sensor volledig tot de bodem van de dompelbuis ingevoerd te worden, en vervolgens vastgezet. Installatie van direct onderdompelende temperatuursensoren Draai de afsluitplug van de kogelafsluiter, speciaal T-stuk of debietmeter. Voer de temperatuursensor in. Draai de messing schroefdraad van de sensor vast. Installatie van de temperatuursensoren in dompelbuizen Sensor dompelbuizen kunnen het beste geplaatst worden in T-stukken met 45° of 90° hoeken. In dit proces dient het uiteinde van de dompelbuis tegen de flowrichting in te wijzen in het midden van de flow.
Klem de plastic adapter over de temperatuursensor.
Primaire display lussen
Plaats de temperatuursensor met de plastic adapter zo diep mogelijk in de dompelbuis. Fixeer de kabel met de bijgeleverde messing schroef (M4). – Hierbij de schroef handvast aandraaien.
Afsluitende warkzaamheden
Overige displays: Verbruik energie
Laatste omsteldatum, stand energie op laatste omsteldatum, stand energie op omsteldatum vorig jaar, ...
Volume
Laatste omsteldatum, stand volume op laatste omsteldatum, stand volume op omsteldatum vorig jaar, ...
Koppelingen en temperatuursensoren verzegelen. Gebruik de bijgeleverde plakzegels om het rekenwerk boven- en onderdeel met elkaar te verzegelen – bij voorkeur op het gladde gedeelte van het bovendeel..
Displays/Bediening Om alle relevante gegevens te kunnen tonen, is er een apart menu voor warmte, en een apart menu voor koude. Voor beide menu's zijn er primaire en secundaire display lussen. Met deze bedientoets kunnen de primaire displays opgeroepen worden (zie het onderstaande overzicht). Bij de meeste gegevens kan door middel van deze bedientoets de secundaire displays opgeroepen worden – hier worden opgeslagen waarden (historische gegevens) en gemiddelden getoond. Vier minuten na de laatste druk op de bedientoets schakeld de meter automatisch terug naar de weergave van de afgenomen energie.
Bedrijfsuren
Actuele aanvoer temperatuur
Actuele retour temperatuur
Jaarlijkse en maandelijkse gemiddelde waarden
Jaarlijkse en maandelijkse gemiddelde waarden
Actueel temperatuur verschil
Actuele flow
Actueel vermogen
Actuele informatie code
Klantnummer
Maximale waarde huidig jaar als ook jaarlijkse en maandelijkse opgeslagen waarden
Maximale waarde huidig jaar als ook jaarlijkse en maandelijkse opgeslagen waarden – gevolligd door totaal waterverbruik Aantal info code meldingen, datum en info codes van de laatste 36 meldingen
Acht laatste duidelijke nummers van het klantnummer, actuele datum, actuele tijd, omsteldatum getoond als maand en dag, calculator's serial number, calculator's serienummer rekenwerk, programma nummer, configuratienummer rekenwerk en software versie, display test
Uitzondering
radio 3 koude meter In dit hoofdstuk worden alleen de de eigenschappen en functies beschreven die afwijken van de warmtemeter.
Koudemeter type goedkeuring Wij bevestigen dat deze meters zijn geproduceerd volgens de German Physical and Technical Institute (PTB) type goedkeuring en mogen worden gebruikt volgens het IJkwezen van de bondsrepubliek Duitsland.
• In systemen waar de temperatuur van het medium bij de debietmeter 5° lager is dan de omgevingstemperatuur, mag het rekenwerk ook op de debietmeter geplaatst worden – voor zowel voor meters met draaidaansluiting als met flens (zie onderstaande voorbeelden: installatie met draadaansluiting).
Bedrijfsomstandigheden/meetbereik Rekenwerk Q 2 °C…50 °C DQ 3 K…40 K Debietmeter Qq 2 °C…50 °C Omgevingstemperatuur: 5…55 °C
Installatie instructies voor de debietmeter/ rekenwerk van de koudemeter Als regel dient de calculator gescheiden van de debietmeter geplaatst te worden.
Aanvoer van links
Aanvoer van rechts
Aansluitinstructies voor de temperatuursensoren van de koudemeter Normaal gesproken zijn dezelfde regels van toepassing voor de koude als voor de warmtemeter (zie pagina 9). – Hier worden de verschillen getoond. Installatie van direct onderdompelende temperatuursensoren. The temperature sensors must only be installed as shown in the following diagram – that is from below:
• De debietmeter mag gedraaid worden tot een hoek van 45° ten opzichte van de horizontale as.
Installatie van de temperatuur sensoren in dompelbuizen De temperatuur sensoren dienen alleen volgens onderstaande diagram geplaatst te worden – dat is van onder af: • De plasic behuizing mag niet naar boven of naar onder wijzend worden geinstaleerd.
• – – –
Het rekenwerk mag alleen als volgt worden geinstalleerd: verticaal, Schuin (in een hoek tussen verticaal en horizontaal), horizontaal. Daarbij dient de sensorkabel altijd naar onder geleidt te worden - op deze manier fungeerd deze als druiprand.
Primaire display lussen Overige displays: Verbruik koude energie
Laatste omsteldatum, stand verbruik op de laatste omsteldatum, stand verbruik omstaldatum vorig jaar, ...
Volume
Laatste omsteldatum, stand volume op de laatste omsteldatum, stand volume omsteldatum vorig jaar, ...
Bedrijfsuren
Actuele aanvoer temperatuur
Actuele retour temperature
Jaarlijkse en maandelijkse gemiddelde waarden
Jaarlijkse en maandelijkse gemiddelde waarden
Actueel temperatuur verschil
Actueel vermogen
Actuele informatie code
Klant nummer
Maximum waarde van dit jaar alsook d e jaarlijkse en maandelijkse opgeslagen waarden
Maximum waarde van dit jaar alsook de jaarlijkse en maandelijkse opgeslagen waarden - gevolgd door het totale water verbruik Aantal Info code meldingen, datum en info codes van de laatste 36 meldingen
Acht laatste getallen van het klantnummer, actuele datum, actuele tijd, omsteldatum maand/dag, rekenwerk serienummer, rekenwerk programma nummer, rekenwerk configuratienummer en software versie, display test
• 83133_1213 (16.12.2014)
Actuele water flow
Techem Energy Services B.V. Postbus 2152 4800 CD Breda www.techem.nl
Overensstemmelseserklæring Déclaration de conformité Konformitätserklärung Deklaracja Zgodnosci Declaración de conformidad Declaratie de conformitate We Vi Nous Wir My Nosotros Noi Instrument
Kamstrup A/S Industrivej 28, Stilling DK-8660 Skanderborg Denmark Tel: +45 89 93 10 00
declare under our sole responsibility that the product(s): erklærer under eneansvar, at produkt(erne): déclarons sous notre responsabilité que le/les produit(s): erklären in alleiniger Verantwortung, dass/die Produkt(e): deklarujemy z pełną odpowiedzialnoscią że produkt(y): Declaramos, bajo responsabilidad propia que el/los producto declaram pe proprie raspundere ca produsul/produsele:
Type
Type No.:
Classes
Type Approval Ref.:
Heat Meter
MULTICAL® 401
66-V and 66-W
Cl 2/3,M1,E1
DK-0200-MI004-001
Heat Meter
MULTICAL® 402
402-V, 402-W, 402-T Cl 2/3,M1,E1
DK-0200-MI004-013
Temperature Sensors
PL and DS
65-00-0A/B/C/D 66-00-0F/G 65-00-0L/M/N/P 66-00-0Q3/4 65-56-4
M1
DK-0200-MI004-002
Flow Sensor
ULTRAFLOW®
65-S/R/T
Cl 3, M1, E1
DK-0200-MI004-003
Flow Sensor Calculator
Flow Sensor
qp 0.6...400 m3/h ULTRAFLOW® qp 0.6...40 m3/h and qp 150...400 m3/h MULTICAL® 601 MULTICAL® 601+ MULTICAL® 602 SVM S6 MULTICAL® 801
65-S/R/T
Cl 2/3, M1, E1
DK-0200-MI004-003
67-A/B/C/D 67-E 602-A/B/C/D S6-A/B/C/D 67-F/G/K/L
M1, M1, M1, M1, M1,
DK-0200-MI004-004 DK-0200-MI004-004 DK-0200-MI004-020 DK-0200-MI004-020 DK-0200-MI004-009
ULTRAFLOW® 54/34
65-5/65-3
Cl 2/3
qp 0.6...100 m3/h qp 150...1000 m3/h Water Meter
E1/E2 E1/E2 E1/E2 E1/E2 E1/E2
DK-0200-MI004-008
M1, E1/E2 M1/M2, E1/E2
MULTICAL® 21 MULTICAL® 41 MULTICAL® 61 MULTICAL® 62 flowIQTM 3100
Cl 2, M1, E1/E2 Cl 2, M1, E1 Cl 2, M1, E1, B Cl 2, M1, E1, B Cl 2, M1, E1/E2
021 66-Z 67-Z 62-Z 031
DK-0200-MI001-015 DK-0200-MI001-003 DK-0200-MI001-010 DK-0200-MI001-016 DK-0200-MI001-017
are in conformity with the requirements of the following directives:
er i overensstemmelse med kravene i følgende direktiver:
sont conforme(s) aux exigences de la/des directives: mit den Anforderungen der Richtlinie(n) komform ist/sind: są zgodne z wymaganiami następujących dyrektyw: es/son conformes con los requerimientos de las siguintes directivas: este/sunt in conformitate cu cerintele urmatoarelor directive:
Measuring Instrument Directive EMC Directive LVD Directive PE-Directive (Pressure) R&TTE
2004/22/EC 2004/108/EC 2006/95/EC 97/23/EC 1999/5/EC Date: 2013-09-26
Notified Body, Module D Certificate: Force Certification A/S EC Notified Body nr. 0200 Park Alle 345, 2605 Brøndby Denmark Sign.: Lars Bo Hammer Quality Assurance Manager
5518-050,Rev.: W1, Kamstrup A/S, DK8660 Skanderborg, Denmark
55121347_A2_DE_12.2013
83133.2.1213 • Irrtum und Änderungen vorbehalten
Declaration of Conformity