Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek, een stapsgewijze invoering op basis van ervaring in Nederlandse gemeenten Neder
5 juli 2006
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Verantwoording Titel
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek, een stapsgewijze
Opdrachtgever
invoering op basis van ervaring in Nederlandse gemeenten NVRD, Stichting Nederland Schoon Geert Cuperus
Projectleider Auteur(s) Projectnummer Aantal pagina's Datum
Duco Reineman (Tauw), Marcel Aarnink (NVRD), Ton Hesselmans (Stichting NederlandSchoon) 4386539 (Stichting NederlandSchoon)(Stichting NederlandSchoon 42 bijlagen) Ton(exclusief Hesselmans (Stichting NederlandSchoon) 5 juli 2006
Handtekening
Deze leidraad is deels gebaseerd op de teksten uit ‘Afrekenen met zwerfafval, een werkmethode om zwerfafval te meten en aan ter pakken (CROW/NederlandSchoon, april 2003) en bouwt daar op voort.
Colofon Tauw bv afdeling Milieu & Veiligheid Handelskade 11 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon (0570) 69 99 11 Fax (0570) 69 96 66
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
3\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
4\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3 1
Inleiding .......................................................................................................................... 7
2
Overweging vooraf ...................................................................................................... 11
3
Veranderingsproces en kostenconsequenties ......................................................... 13
4
Inleiding stappenplan beeldbestek ............................................................................ 19
5
Nulmeting ..................................................................................................................... 21
6
Ambitie ......................................................................................................................... 23
7
Organisatie en uitvoering ........................................................................................... 29
8
Controle en bijstellen .................................................................................................. 39
9
Vragen en hulpmiddelen ............................................................................................. 41
Bijlage(n) 1. Nulmeting en schouw methodiek
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
5\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
6\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
1 Inleiding Waarom deze leidraad? In Nederland hanteren veel uitvoeringsorganisaties op het gebied van straatreiniging (voornamelijk gemeenten) een frequentiemethodiek voor het reinigen van de openbare ruimte. Bij de frequentie gestuurde reinigingsmethodiek wordt standaardmatig en tijdsgebonden gereinigd. Een effectiever en flexibeler alternatief is reiniging op basis van het gewenste straatbeeld. Het gewenste straatbeeld wordt uitgedrukt in een bepaalde norm of schoonheidsgraad. Deze methodiek is uitgebreid beschreven in ‘Afrekenen met zwerfafval’ (publicatie 181) van CROW en de Stichting NederlandSchoon uit april 2003. ‘Afrekenen’ beschreef de stapsgewijze invoering van een beeldbestek op basis van de schoonheidsgraden A+ tot en met D. De overgang naar een beeldbestek geniet sindsdien een brede belangstelling bij gemeenten en andere reinigingsorganisaties. Toch wordt de daadwerkelijke overgang naar een beeldbestek als lastig ervaren. Er is zelfs sprake van een zekere koudwatervrees. Gemeenten weten van het bestaan van een beeldbestek voor zwerfafval en overwegen om er mee aan de slag te gaan, maar de onbekendheid met de methodiek houdt ze tegen. Uit interviews met een twintigtal gemeenten komen acht ‘koudwatervrees punten’ naar voren: Koudwatervrees om met een beeldbestek te beginnen: Het is lastig om de aannemer (vegen) te betrekken in het proces om tot een beeldbestek te
komen, in het bijzonder als de aannemer een externe organisatie is De veranderingen binnen de organisatie nemen erg veel tijd in beslag Het is moeilijk om het verschil tussen frequentie- en beeldbestek uit te leggen aan derden
Het is moeilijk om de baten van een beeldbestek inzichtelijk te maken Onbekendheid met de RAW zwerfafvalsystematiek Het proces van begin tot implementatie is onduidelijk, wat is de juiste volgorde
Training van personeel (herkennen van verschillende beeldkwaliteiten) is ingewikkeld Vastleggen van ambitie (type kwaliteit) van een gebied
De NVRD en Stichting NederlandSchoon willen deze vrees door middel van deze leidraad wegnemen en willen gemeenten ondersteunen om de verandering in werkwijze in te voeren. Het invoeren van beeldbestek en daarmee de aanpassing van de wijze van reinigen past ook in de beleidslijn van het Ministerie van VROM om in de nabije toekomst de integrale aanpak van zwerfafval en in het bijzonder het formuleren van streefwaarden gestalte te geven.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
7\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Doel De inhoud van deze leidraad borduurt voort op ‘Afrekenen met zwerfafval’ en dan vooral op hoofdstuk vijf van die publicatie. Daarin werd al een stapsgewijze invoering van beeldbestek beschreven. Daar we hebben geleerd van opgedane ervaringen door gemeenten, is de toen beschreven stapsgewijze invoering aan revisie toe. De te zetten stappen worden niet alleen uitgebreider beschreven, maar ook aangevuld met ervaringen van gemeenten. Deze leidraad schetst daardoor een reëel beeld van het beeldbestek en de manier waarop de invoering tot stand kan komen. De basis instrumenten voor het beeldbestek (normeringssysteem, model vervuilingsnelheid en de RAW-systematiek voor zwerfafval) worden wel genoemd in deze leidraad, maar niet uitgebreid beschreven. Daarvoor verwijzen we naar de oorspronkelijk teksten in ‘Afrekenen met zwerfafval’. Waarom een beeldbestek? Het grote voordeel van een beeldbestek is dat er alleen dáár wordt gereinigd waar het afval zich ook daadwerkelijk bevindt in de openbare ruimte. Hierdoor wordt de reiniging effectiever en zal het rendement van de reinigingsinspanning hoger worden. Een ander voordeel is het feit dat de reinigingsinspanning zich richt op het resultaat van die inspanning. Niet langer zal de aandacht voornamelijk gericht zijn op een efficiënte inzet van machines en mensen. Er zullen werkmethoden worden gezocht, die met een zo laag mogelijke inspanning een zo goed mogelijk beeld geeft. Een daarbij aansluitend voordeel is ook dat de uitvoerende partij meer vrijheid heeft in zijn werkzaamheden. Een aannemer of interne dienst wordt niet meer aangestuurd om een aantal onderhoudsbeurten te verrichten, maar kan zelf bepalen of onderhoud nodig is. Vooropgesteld dat hij altijd aan het beschreven 'beeld' moet voldoen. Deze vrijheid heeft grote voordelen voor de spreiding van de inzet van personeel en materieel. Daarnaast wordt de deskundigheid van de uitvoerenden meer op waarde geschat en groeit deze ook continue. En dat is misschien wel het grootste voordeel van een beeldbestek, want de kennisopbouw bij de medewerkers over het ‘hoe en waar te reinigen’ en over het te reinigen gebied wordt steeds aangesproken. En dat vergroot weer de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de medewerkers en geeft hen een extra stimulans en werkmotivatie. Het een en ander vraagt uiteraard ook aanpassing van de houding van de opdrachtgever. Deze moet de uitvoerders meer vrij laten in zijn methode van werken en 'alleen' het beeld controleren. Een beeldbestek leent zich uitermate goed voor een langere onderhoudsperiode. Het voordeel is niet alleen dat een aannemer het te onderhouden gebied beter leert kennen, ook worden door de spreiding van seizoensinvloeden de risico's van de aannemer beter te beheersen.
8\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Een beeldbestek kent ook nog andere organisatorische voordelen. Zo is het mogelijk om de richtlijnen voor zwerfafval uit de RAW systematiek toe te passen. Handhaving van gemaakte afspraken en het afstemmen van de reiniging activiteiten met andere RAW besteksactiviteiten als groenbeheer zijn dan mogelijk. Een beeldbestek besteedt ook meer aandacht aan de verzamelplekken van zwerfafval. Zwerfafval in de openbare ruimte heeft in wezen al een aantal stappen doorlopen voordat het wordt verwijderd. In eerste instantie is er bijvoorbeeld een passant die zich van zijn of haar afval ontdoet, met als gevolg dat het zwerfafval op straat komt te liggen. In een tweede stadium kan een zwerfafvaldeeltje al of niet worden verwijderd, bijvoorbeeld tijdens reguliere reiniging. Wanneer deeltjes alsnog blijven liggen zal het zich onder invloed van het weer verplaatsen. Het laatste stadium is een permanente plek waar de wind onvoldoende effect heeft op een deeltje en waar de reiniging moeilijk kan komen. Doorgaans is dit een hoek, obstakel of een plek met veel groen. In een frequentie bestek worden deze ‘verzamelplekken’ voor zwerfafval vaak onderbelicht. Toch bepalen deze verzamelplekken voor een groot deel het straatbeeld. Een beeldbestek gaat van een bepaald beeld of schoonheidsgraad uit, en besteedt daarom meer aandacht aan deze verzamelplekken van zwerfafval. Ten slotte sluit een beeldbestek aan bij de beleving van de burger. Men reinigt als het ware met ‘de bril van de bewoner' op. Er wordt niet meer gekeken naar wat technisch noodzakelijk is, maar naar wat de burger wel of niet acceptabel vindt. Door het werken met een beeldbestek wordt een gelijkmatig onderhoudsbeeld gekregen. Dit levert niet alleen een betere kwaliteit op, maar ook tevreden burgers. Hoe ziet een beeldbestek eruit? Het principe van een beeldbestek is simpel. Het uitgangspunt is dat een gewenst straatbeeld voor een gebied wordt vastgesteld. Dit is de ambitie voor het specifieke gebied. Het gewenste straatbeeld wordt uitgedrukt in een schoonheidsgraad. ‘Afrekenen met zwerfafval’ onderscheidt vijf schoonheidsgraden. Ze zijn vastgelegd in beelden, tellingen en omschrijvingen. Afhankelijk van het doel kan de één of andere methode worden gebruikt.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
9\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Schoonheidsgraad
Beeld
Aantal eenheden per 100 m2
Omschrijving
(grof zwerfafval) of per 1 m2 (fijn zwerfafval) A+
Zeer schoon
*foto
0
A
Schoon
*foto
1–3
B
Matig schoon
*foto
4 – 10
Er is geen zichtbaar zwerfafval Er ligt op het eerste gezicht geen zwerfafval, maar als je goed kijkt zie je soms iets liggen Her en der verspreid liggen enkele stukken zwerfafval
C
Vuil
*foto
11 – 25
Over een belangrijk deel van het gebied ligt zwerfafval
D
Zeer vuil
*foto
> 25
Nagenoeg overal ligt zwerfafval in alle soorten en maten
Tijdens een zogenaamde normbijeenkomst wordt voor ieder type locatie de ambitie, uitgedrukt in een schoonheidsgraad, bepaald. Op basis van deze gewenste schoonheidsgraden of ambities worden er afspraken gemaakt en vastgelegd met de uitvoerder. De uitvoerder op zijn beurt, kan op basis van de schoonheidsgraden vaststellen of de locaties al of niet aan de gestelde norm voldoen en of hij wel of niet moet reinigen. Hierdoor bestaat er niet alleen eenduidigheid over de kwaliteit en ambities ten aanzien van de openbare ruimte, maar ook over de vraag wanneer en waar gereinigd moet worden.
10\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
2 Overweging vooraf “Voordien werd periodiek gereinigd en het kon gebeuren dat vuil enkele dagen bleef liggen. Hoewel de reiniging wel grondig gebeurde was het gemiddelde beeld slechter dan sinds het werken op basis van kwaliteitsbeelden. Dit komt doordat de hele stad nu dagelijks wordt gescreend en dat alleen daar wordt opgeruimd waar de vervuiling onder de norm komt of dreigt te komen”. Rob Brandon, gemeente Sittard-Geleen. Deze leidraad is een stimulans maar biedt ook handvatten voor gemeenten en reinigingsdiensten om naar ‘beeldgestuurd’ reinigen over te stappen. De leidraad staat echter niet op zich zelf. Om de overstap daadwerkelijk te kunnen maken zijn het normeringsysteem, het model vervuilingsnelheid en eventueel de RAW-systematiek instrumenten waar u als opdrachtgever of als uitvoerder tevens gebruik van kunt maken. De NVRD en de StichtingNederland Schoon willen gemeenten blijvend ondersteunen bij de overstap naar beeldgericht reinigen. Hiervoor heeft de NVRD de kennisgroep zwerfafval in het leven geroepen. Binnen deze kennisgroep vindt structurele kennisuitwisseling plaats over de invoeringsaspecten van de nieuwe werkwijze, de inspanningen, de kosten en andere kengetallen. Tenslotte biedt OPOR Opleidingen in samenwerking met de NVRD en Stichting NederlandSchoon een opleiding ‘beeldgestuurd reinigen’ aan. In deze training worden beleidsmedewerkers, managers en uitvoerend personeel getraind en geïnstrueerd over de invoering van het normeringsysteem en de praktische hulpmiddelen die daarbij nodig zijn.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
11\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
12\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
3 Veranderingsproces en kostenconsequenties “Het initiatief om voor de veranderingsslag in Amersfoort lag bij het management, daarna is er draagvlak gecreëerd in de politiek. Om de feitelijke invoering te vereenvoudigen is binnen de gemeentelijke organisatie één aanspreekpunt aangewezen. Verder zijn ook de twee aannemers die verantwoordelijk zijn voor het schoon houden van de stad actief betrokken geweest bij het opstellen een nieuw veegregime dat gebaseerd is op beeldkwaliteit. We hebben ook veel aandacht besteedt aan de begeleiding en instructie van de medewerkers” Ton de Jong, Amersfoort. De belangrijkste overeenkomst tussen frequentie gestuurd werken en beeld gestuurd werken is dat men moet aangeven welke inzet van de uitvoering wordt verlangd. Niet alleen de te bewerken oppervlakte maar ook hoe vaak men de bewerking moet uitvoeren. Bij een frequentiegestuurde bestekspost wordt dit als een gegeven opgenomen. Bij een beeldgestuurde bestekspost wordt gewerkt met een zogenaamde vervuilingssnelheid . Dat is de gemiddelde snelheid waarmee een locatie zodanig vervuild dat deze niet meer voldoet aan het gestelde beeld. Aan de hand van deze vervuilingssnelheid kan de uitvoerder, maar ook de opdrachtgever, herleiden met welke gemiddelde frequentie de werkzaamheden moeten worden herhaald. Het belangrijkste verschil tussen een frequentiebestek en een beeldbestek is dat de organisatie in belangrijke mate bij de uitvoerder wordt gelegd in plaats van bij de opdrachtgever. Anders gezegd: de regie ligt bij de uitvoering waardoor er een bewegingsvrijheid ontstaat om de benodigde inzet zo optimaal mogelijk af te stemmen op de dan geldende realiteit. Hierdoor kan men de plaatsen, die meer aandacht nodig hebben vaker bedienen en kan men op plaatsen waar minder aandacht nodig is langer wegblijven. Ook kan men hierdoor adequaat inspelen op gebeurtenissen, b.v. oud en nieuw viering, marktdagen en evenementen, zonder dat hiervoor per definitie extra inzet nodig is. Thom van der Leest, Eindhoven De invoering van een beeldkwaliteitbestek heeft een aanzienlijke invloed op de organisatie en communicatie binnen een gemeente en brengt de nodige veranderingen met zich mee. Voor het slagen van de invoering van beeldbestek is het dan ook belangrijk dat de betrokken partijen in een gemeentelijke organisatie vooraf ingelicht en gewonnen voor het idee. In het veranderingsproces binnen de gemeente zijn drie groepen te onderscheiden:
De politiek De interne organisatie De aannemer
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
13\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Het moet voor ieder van deze partijen duidelijk wat beeldbestek is en wat de invoering ervan voor voordelen heeft en welke veranderingen ermee gepaard gaan. Eén van de belangrijkste vragen zal steeds zijn: wat gaat het kosten en welke kwaliteit krijgen we ervoor. Het onderstaande helpt om dat inzicht te krijgen. De kostenconsequenties van het reinigen met een beeldbestek In het bepalen van uw uiteindelijke keuze speelt een overzicht in de te verwachten uiteraard een grote rol. De kosten van een beeldbestek zijn in drie typen te scheiden: 1. De kosten voor invoering van het beeldbestek (veranderingsproces van frequentiebestek naar een beeldbestek) 2. De kosten van reiniging 3. De kosten van onderhoud van het systeem De kosten van het veranderingsproces zijn lastig in te schatten. Dit heeft alles te maken met de soort van organisatie en de manier waarop het reinigingregime in de oude situatie georganiseerd is. Hoe groot is bijvoorbeeld de inspanning die geleverd moet worden met betrekking tot opleidingen van personeel dan wel interne/externe aannemer? Of hoeveel gegevens zijn er bekend van een bepaalde wijk, bestaat er al gebiedsgerichte reiniging door middel van wijkteams of is alles integraal georganiseerd? De kosten van reiniging zijn transparanter. Het meest veilige is om de kosten van reiniging gelijk te stellen aan die in de oude situatie. Dit kan door de beeldkwaliteit in de oude situatie als doel te stellen in het nieuwe reinigingsregime. Het is dan later mogelijk om de doelstellingen voor de beeldkwaliteit te variëren. Uit verschillende praktijkvoorbeelden is bekend dat het reinigen op basis van kwaliteitsbeelden efficiënter en flexibeler is, met uiteindelijk een beter resultaat. Het onderstaande voorbeeld van de gemeente Eindhoven geeft hier goed inzicht in. De kosten voor het onderhoud van het systeem zijn te relateren aan de kosten van opleidingen, inwerken nieuwe medewerkers en zonodig opfris bijeenkomsten. Ervaring leert dat naarmate de betrokkenen de beeldsystematiek beter gaan hanteren er een vermindering van de reinigingskosten kan ontstaan. De kosten van een reinigingregime op basis van beeldkwaliteit hoeven niet hoger te zijn dan die voor reiniging op basis van frequentie. De Eindhovense benadering, hier opgeschreven door Thom van der Leest, is hiervoor zeer illustratief.
14\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Indien de gemeente uitgaat van een gelijkblijvend straatbeeld kan dit niet leiden tot een kostenverhoging. Met dit als uitgangspunt zou door middel van een inventarisatie vastgesteld kunnen worden wat de huidige 'beeldkwaliteit' is welke wordt bereikt door middel van een frequentie gestuurde aanpak. Met de geconstateerde 'beeldkwaliteit' in een beeld gestuurd bestek zijn de kosten minimaal gelijk en zou het doorvoeren van een efficiënte werkwijze eerder een kostenverlaging moeten worden behaald. Door een dergelijke invoering, uitgaande van gelijkblijvende kosten, kan men ervaringcijfers verzamelen waarmee men tot een juiste eenheidprijs kan komen. Daarna is het mogelijk om op basis van deze gegevens wijzigingen door te voeren. Deze kunnen dan vooraf kunnen worden gecalculeerd. De omschakeling van frequentie naar beeld bij gelijkblijvende kwaliteit en omstandigheden is budget neutraal. Alvorens men hierin wijzigingen wil doorvoeren, beeldkwaliteit omhoog of omlaag, zal men eerst voldoende ervaringscijfers moeten verzamelen om dit op een verantwoorde wijze te kunnen doorvoeren.’ Rob Brandon, gemeente, Sittard-Geleen: “Voordien waren de gemeentelijke reinigingsdienst, een WSW-bedrijf en drie particuliere firma’s betrokken bij de reiniging van de centra van Sittard-Geleen. De percelen en werktijden sloten niet logisch op elkaar aan en dit kwam het reinigingsresultaat niet ten goede. Nu is het geheel uitbesteed aan één firma. De reinigingsgraad is daarmee duidelijk verbeterd. En ook de kosten zijn lager. De percelen zijn 20 % groter dan voorheen, terwijl het budget voor uitbesteding 5 % lager is geworden. Bovendien voeren de aannemers zelf het afval af wat de gemeente een minderuitgave van 15 - 20 % van de aanneemsom oplevert. De kosten zijn lager omdat het aantal werknemers dat in de binnenstad wordt ingezet aanzienlijk lager is. Iedereen moest wel wennen aan het systeem. Wij kregen vaker meldingen van inwoners en winkeliers dat de reiniging niet langs was geweest. Regelmatig wordt dit de politiek voor de voeten gegooid terwijl er toch aantoonbaar minder afval ligt dan voorheen. Ook de eigen dienst, de aannemer en het bestuur moeten er aan wennen dat de reiniging alleen geschiedt als dit nodig is. Handvatten en tips
Belangrijk is het om de kosten consequenties goed in kaart te brengen. Blijf in deze registratie wel de drie typen kosten goed gescheiden houden, dus registreer de kosten van invoering, reiniging en onderhoud van het systeem apart
Een tip is het om de kosten van reiniging gelijk te stellen aan die in de oude situatie van frequentie bestek
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
15\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
kostenaspecten
frequentieregime
Beeldbestek 1e jaar Beeldbestek 2e jaar Beeldbestek 3e jaar
invoering
-/+
-/+
-/+
-/+
reiniging
-/+
-/+
-/+
-/+
onderhoud
-/+
-/+
-/+
-/+
………
-/+
-/+
-/+
-/+
Ervaring leert dat naarmate de betrokkenen de beeldsystematiek beter gaan hanteren er een vermindering van de reinigingskosten kan ontstaan. Bij een goede registratie van de kosten wordt dit zichtbaar. Betrekken Het is erg belangrijk om de politiek, uw medewerkers en eventuele aannemer nauw te betrekken bij het veranderingsproces. Zo kan het zomaar zijn dat uw aannemer opleidingen voor zijn personeel moet gaan organiseren om goed te kunnen functioneren binnen uw nieuwe beeldbestek. Het bijhouden van de kennis betreffende het beeldbestek en de uitvoering hiervan is een voortdurend aandachtspunt Het gemeentebestuur Het is van belang dat het veranderingsproces van frequentiebestek naar beeldbestek wordt gedragen door het bestuur van de gemeente. Dus zorg voor een duidelijk projectplan waarin de huidige manier van werken vergeleken wordt met de nieuwe manier van werken. Doe dit op hoofdlijnen waarbij het raadzaam is de drieluik: kosten, organisatie en ambitie als een rode draad het verhaal te hanteren. Probeer het gemeentebestuur er van te overtuigen dat het ambitie profiel qua reiniging gelijk blijft aan de oude situatie, dit om de risico’s van de onkosten te minimaliseren. Het is raadzaam om afspraken te maken over evaluatiemomenten tijdens het veranderingsproces. Tijdens de evaluatiemomenten kunt u indien noodzakelijk problemen of onduidelijkheden in een vroeg stadium toelichten. De interne organisatie Probeer verantwoordelijkheden te benoemen en die vervolgens voor te bespreken met de medewerkers. Bij een beeldbestek worden van een medewerker reiniging meer verantwoordelijkheden verwacht dan in het geval van een frequentie bestek. Het is van belang nieuwe functies en taken te formuleren. In de meeste gevallen kunt u hierbij steun krijgen van de afdeling personeel en organisatie binnen uw organisatie.
16\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
De aannemer De gemeenten die werken met aannemers (intern/extern of combinatie) dienen vroegtijdig de aannemer te betrekken bij de veranderingen die gaan plaats vinden. Zo heeft de aannemer voldoende tijd om zijn personeel op te leiden maar ook kan hij waardevolle ervaring en kennis inbrengen met betrekking tot specifieke locaties. Betrek hierom de aannemer in een zo vroeg mogelijk stadium. Maak gebruikt van de RAW-zwerfafval systematiek die onlangs is verschenen. Deze RAW-zwerfafval geeft een goed en duidelijk kader haar binnen afspraken gemaakt kunnen worden.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
17\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
18\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
4 Inleiding stappenplan beeldbestek Het veranderingsproces om van een frequentie bestek naar een beeldbestek te komen bestaat uit keuzes en stappen. In onderstaande hoofdstukken passeren de meest belangrijke stappen. Naast een stuk theorie zal er ingegaan worden op hoe deze stappen te implementeren zijn binnen uw organisatie. Tevens komen gemeenten aan het woord om hun ervaringen en werkwijzen weer te geven. Duidelijk is dat er zeker sprake is van een ‘veranderingsslag’, maar ook dat de geciteerde ambtenaren de verandering uiteindelijk de moeite waard vinden. Uit de ervaringen is ook veel te leren. In de volgende 4 stappen: 1. Nulmeting 2. Ambitie 3. Organisatie en uitvoering 4. Controle en bijstellen Zal er op een praktische wijze invulling worden gegeven aan het veranderingsproces.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
19\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
20\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
5 Nulmeting “De eerste fase in de invoering van beeldbestek in Utrecht was voor ons het maken van afspraken met het bestuur over het beheer van de openbare ruimte. Al vanaf 2000 wordt de schoonheidsgraad gemonitoord. Op basis van deze gegevens konden we eenvoudig de huidige kwaliteit vergelijken met de gewenste ambitie, waaruit bleek dat de gewenste ambitie met een gelijkblijvend budget geleverd kon worden”. Marion Overberg, gemeente Utrecht. “In Amersfoort werd voorafgaande aan het project werd vastgelegd wat de inspanning (middelen) in de afgelopen jaren was en welk beeldkwaliteit daarbij hoorde. Dit is gedaan voor het zwerfafval op de bestrating, maar ook op het gazon (in het groen) en het onkruid op de verharding. Dit totaalbeeld werd de basisambitie’. Deze basisambitie is nu de ondergrens van het gewenste kwaliteitsbeleid.” Ton de Jong, gemeente Amersfoort Om de gewenste situatie te kennen en de gevolgen voor kosten en organisatie goed te kunnen schatten is het nodig om de huidige situatie goed in beeld te hebben. Dat geldt zowel voor de hoeveelheid en verspreiding van het zwerfafval over uw gemeente als voor de manier waarop het zwerfafval tot nu toe wordt aangepakt en de daarmee samenhangende kosten. Het gaat daarbij om de huidige situatie, ofwel de toestand waarin de ‘oude’ methodiek (frequentiebestek) nog wordt gehanteerd. Deze stap wordt een nulmeting genoemd. Tijdens de nulmeting wordt geregistreerd wat de huidige kwaliteit van het straatbeeld is, hoe deze tot stand komt en wat voor kosten daarmee gemoeid zijn. Als deze gegevens bekend zijn, kan op basis daarvan de ambitie worden vastgelegd (zie volgend hoofdstuk)*. Huidige kwaliteit Voor het registreren van de huidige kwaliteit van het straatbeeld wordt het eerder gepresenteerde normeringssysteem voor zwerfafval (beelden, aantallen en omschrijvingen) ingezet. In de meeste situaties voldoen de beelden, maar in sommige gevallen, zoals bij geparkeerde auto’s, zijn de foto’s niet bruikbaar en kunnen de weergegeven aantallen worden gebruikt. De metingen vinden plaats op bij de Nationale Kwaliteitspunten (NKP’s) van CROW. In bijlage 1 wordt stap voor stap aangegeven hoe deze nulmeting kan worden uitgevoerd. Uitgelegd wordt hoe de schoonheidsgraad per NKP wordt vastgesteld en hoe de beoordeling van een serie NKP’s naar een schoonheidsgraad voor een gebied kan worden omgezet en hoe de schoonheidsgraad van een bepaald gebied in een bepaalde periode kan worden uitgerekend.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
21\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Organisatie en kosten Behalve een inzicht in de huidige schoonheidsgraad is het ook van belang om te weten hoe die schoonheidsgraad wordt bereikt en wat de kosten zijn. Ook hiervoor zie bijlage 1.
22\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
6 Ambitie Bepalen gezamenlijke ambitie Alles begint met het vaststellen en uitspreken van de ambitie van het bestuur van de gemeente. Deze ambitie moet vervolgens vertaald worden in acties van personen maar ook in het gewenste straatbeeld niveau. Deze ambitie is erg belangrijk omdat iedereen binnen de gemeentelijke organisatie dan hetzelfde doel (normstelling) voor ogen heeft. Het normeringssysteem De indeling in schoonheidsgraden van het normeringssysteem vormt het uitgangspunt om in samenspraak met alle gebruikers van de openbare ruimte een kwaliteitsdoelstelling voor een gebied te bepalen: de norm ofwel de ambitie. Het is verstandig om de gewenste schoonheidsgraad samen met alle direct betrokken partijen vast te stellen. Dit kunnen naast de uitvoerende dienst, de aannemer en het gemeentebestuur ook burgers, winkeliers en ondernemers zijn. Hiervoor kunt u het beste een zogenaamde normbijeenkomst beleggen. De definitieve vaststelling van de schoonheidsgraad zal gebeuren door de beheerder die voor het gebied de eindverantwoordelijke is. Dit zal vaak het gemeentebestuur zijn. Een normbijeenkomst helpt om de stap van ergernis naar actie te zetten. Heel concreet, praktisch, toetsbaar en tastbaar. Mits goed voorbereid en begeleid kan een dergelijke bijeenkomst voor veel draagvlak zorgen. Voordat u de normbijeenkomst belegd moeten een aantal zaken helder zijn: Voor welk gebied u de gewenste schoonheidsgraad wilt bepalen: bijvoorbeeld voor de hele
gemeente/stadsdeel, denk hierbij ook aan scholen, pleinen of bijvoorbeeld parken. Of u één norm wilt voor het hele gebied of dat u onderscheid wilt maken in deelgebieden Of u alleen een norm voor grof zwerfafval wilt bepalen of ook een norm voor fijn zwerfafval
Naar een norm U kunt het normeringsysteem en haar schoonheidsgraden gebruiken om te onderscheiden wat 'schoon' en ‘vuil' inhoudt, een gezamenlijke norm te bepalen, vast te stellen hoe een bepaald gebied qua zwerfafval scoort, afspraken te maken over het gewenste onderhoud en om te bepalen of de reiniging voldoet aan de afgesproken norm. De beeldenset van het normeringssysteem vormt het uitgangspunt om een kwaliteitsdoelstelling voor een gebied te bepalen. De afbeeldingen zijn onderverdeeld in referentieafbeeldingen en overige afbeeldingen.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
23\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Verharde ondergrond Bedrijfsterrein Onverharde ondergrond
Figuur
Grof zwerfafval
Ref. Foto*
Foto
Foto
Fijn zwerfafval
Ref. Foto*
Foto
Foto
Grof zwerfafval
Ref. Foto*
Foto
Foto
Fijn zwerfafval
Ref. Foto*
Foto
Foto
Illustratie opbouw beeldenset voor bedrijfsterrein. De eerste 5 foto's van een serie zijn steeds de referentieafbeeldingen, alleen in de serie stedelijk gebied, verhard en de serie stations, worden meer referentiebeelden gebruikt.
De referentieafbeeldingen worden om de deelnemers te laten maken met het materiaal, de overige afbeeldingen worden gebruikt als oefenmateriaal, bijvoorbeeld tijdens een zogenaamde normbijeenkomst. De deelnemers moeten daar een oordeel vellen over de afgebeelde vervuilingsituaties en de toegekende schoonheidsgraden.
Liefst één norm Het normeringssysteem maakt onderscheid in grof en fijn zwerfafval. Voor beide soorten zwerfafval dient de gewenste schoonheidsgraad te worden bepaald. In veel situaties is een gelijke norm voor fijn en grof zwerfafval wenselijk. Er zijn echter redenen om een differentiatie aan te brengen in de normen voor grof en fijn zwerfafval.
Vooraf Voorafgaand aan de normbijeenkomst is het van belang om een aantal zaken vast te stellen, namelijk: Toepassingsgebied norm
24\42
Eén norm voor het gehele gebied (en wat is het gebied, oppervlak enz.) Norm voor zowel grof als fijn zwerfafval Onderscheid in verharde en onverharde ondergrond
Onderscheid in gebieden die snel of juist minder snel vervuilen Norm als ondergrens Betrokken partijen
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Het moet helder zijn voor welk gebied u de gewenste schoonheidsgraad wilt bepalen. Wilt u bijvoorbeeld normen voor het hele strand of alleen een norm voor de drukke delen. Vervolgens moet u beslissen of u één norm wilt voor het hele gebied of dat u onderscheid wilt maken in deelgebieden en of u alleen een norm voor grof zwerfafval wilt of ook een norm voor fijn zwerfafval. De aanbeveling is om in overeenstemming met de beeldenset en de daarbij horende tellingen aparte normen kiezen voor gebieden met een verharde ondergrond (wegen, trottoir) en een onverharde ondergrond (groenstroken, strand). Om haalbare kwaliteitsdoelstellingen te kunnen definiëren, is het zinvol om ook een onderscheid te maken tussen gebieden die snel of juist minder snel vervuilen. Een belangrijke vraag die vaak wordt gesteld is of de vastgestelde norm gezien moet worden als gemiddelde streefwaarde of als ondergrens. Een norm als ondergrens betekent dat ingegrepen moet worden zodra de schoonheidsgraad onder de norm dreigt te komen.
Figuur Illustratie van de norm als ondergrens
De term streefwaarde betekent dat de waarde niet altijd wordt gehaald: na het schoonmaken zal de schoonheidsgraad aan de streefwaarde voldoen of hoger liggen, maar na verloop van tijd kan de schoonheidsgraad onder de streefwaarde zakken. In deze handleiding bedoelen we met ‘norm’ de ondergrens, ofwel: zo schoon moet het gebied minimaal zijn.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
25\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Figuur Illustratie van de norm als streefwaarde
Het is verstandig om de gewenste schoonheidsgraad samen met alle direct betrokken partijen vast te stellen. Dit kunnen naast de uitvoerende dienst, de aannemer en het bestuur ook burgers, winkeliers en ondernemers zijn. Definitieve vaststelling van de schoonheidsgraad zal gebeuren door de beheerder die voor het gebied de eindverantwoordelijke is. Normbijeenkomst Een bijeenkomst voor het bepalen van de norm is als volgt opgebouwd: Inleiding
Presentatie referentieafbeeldingen Beoordeling overige afbeeldingen Vergelijking scores en discussie
Vaststelling gezamenlijke norm
Inleiding De inleiding verschaft duidelijkheid over het doel en het verloop van de bijeenkomst. Het doel is kennisnamen van de schoonheidsgraden en het bepalen van de gewenste situatie, uitgedrukt in een gezamenlijk vastgestelde norm voor het betreffende gebied.
Norm voor grof én fijn zwerfafval. Het normeringssysteem maakt onderscheid in grof en fijn zwerfafval. Voor beide soorten zwerfafval dient de gewenste schoonheidsgraad te worden bepaald. In veel situaties zal een gelijke norm voor fijn en grof zwerfafval worden gesteld. Er kunnen redenen zijn om een differentiatie aan te brengen in deze normen. Zo is het denkbaar dat op stranden voor grof zwerfafval een hogere schoonheidsgraad (A of B) wordt gevraagd en voor fijn zwerfafval wordt volstaan met een lagere schoonheidsgraad (B of C).
26\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Presentatie referentieafbeeldingen Hiervoor kunt u de afbeeldingenset op de cd-rom van Afrekenen met zwerfafval gebruiken. De presentatie start met de weergave van de referentieafbeeldingen. De volgorde loopt telkens op van zeer schoon (A+) tot zeer vuil (D). U kunt de afbeeldingen per gebiedstype selecteren. Vervolgens kiest u – als dat relevant is - voor een verharde of een onverharde ondergrond. Binnen die twee mogelijkheden kunt u dan weer kiezen voor de referentiebeelden met grof of fijn zwerfafval. Beoordeling overige afbeeldingen Bij de overige afbeeldingen is een toevalsvolgorde bepaald. De deelnemers moeten nu zelf scores voor fijn en grof zwerfafval toekennen. De deelnemers noteren de toegekende scores op een formulier, dat als bijlage in Afrekenen met zwerfafval is opgenomen. De coördinator van de bijeenkomst heeft een eigen scoreformulier, waarop voor elke afbeelding de code en de schoonheidsgraad staat vermeld. Een voorbeeld van een dergelijk scoreformulier is ook als bijlage opgenomen. Op de cd-rom in Afrekenen met zwerfafval staat van het scoreformulier voor de deelnemers én voor ieder gebiedstype een exemplaar van het scoreformulier voor de zwerfafvalcoördinator. Vergelijking scores en discussie In deze fase worden de scores van de verschillende deelnemers vergeleken. De ervaring leert, dat er verschillen van mening kunnen optreden, maar dat de bandbreedte gering is. Bepaling gezamenlijke norm In dit onderdeel wordt gediscussieerd over de gewenste schoonheidsgraad en wordt – eventueel per deelgebied of per seizoen - de norm voor grof en fijn zwerfafval bepaald. Daarbij kan overal dezelfde schoonheidsgraad worden gehanteerd of, afhankelijk van tijd en plaats, voor uiteenlopende niveaus worden gekozen. In Afreken met zwerfval wordt in hoofdstuk vijf, paragraaf 5.2 uitgelegd hoe u een normbijeenkomst organiseert. In bijlage 2 van deze leidraad treft u deze informatie nog een keer aan.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
27\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
28\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
7 Organisatie en uitvoering “Een belangrijke fase in de implementatie was het verschuiven van de verantwoordelijkheden. De direct leidinggevende is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn gebied. Hij schouwt elke dag en bepaald of er afgeweken moet worden van een eerder opgestelde schaduwplanning [niet leidende mechanische planning] om te voldoen aan de gestelde kwaliteit. De handmatige veger heeft op zijn beurt de verantwoordelijkheid om zijn eigen buurt op de gestelde kwaliteit te onderhouden. De verschuiving van verantwoordelijkheden wordt bij ons als zeer prettig ervaren en vergroot de betrokkenheid. Doordat het takenpakket van de direct leidinggevende werd verbreed, ontstond de noodzaak om te gaan werken met vijf, kleinere wijkteams. De activiteiten die de gehele stad bestrijken, zoals onkruidbestrijding en verwijderen illegaal grofvuil, zijn ondergebracht in twee aparte teams. Het indelen van medewerkers in nieuwe teams is een intensief traject dat tijd, aandacht en een goede communicatie vraagt.” Marion Overberg, gemeente Utrecht “De veger en leidinggevenden hebben een lastige periode achter de rug. Wat voorheen normaal was (gewoon alle straten door en vegen) moest ineens helemaal anders. Kreten als ‘vegen met verstand’ en ‘alleen vegen wat vuil is’ bereikten de werkvloer. Voor het management leek het zo simpel, maar de man op straat had moeite om niet eerst de bezem op de grond te zetten in plaats van eerst te inventariseren waar het vegen nu nodig was. Het was duidelijk dat vegers en leidinggevenden niet alleen een goed beeld moesten krijgen van de verschillende kwaliteitsniveaus, maar ook kennis moesten hebben van de vervuilingsnelheid van een straat. Er is veel tijd geïnvesteerd in training en opleiding. Hierdoor is een omgeving ontstaan waarbij verantwoordelijkheden duidelijk en laag in de organisatie gelegd zijn. Begrip en respect zijn nu voelbaar aanwezig op de verschillende hiërarchische niveaus.” Arie Langhorst, gemeente Den Haag U hebt besloten met beeldbestek te werken, u kent uw nulsituatie en uw ambitie. Dit hoofdstuk behandelt de noodzakelijke algemeen organisatorische aanpassingen en eisen. Het gaat hier om het inrichten van de organisatie, het toewijzen taken en bevoegdheden en het informeren en opleiden van de organisatie en de uitvoerenden. Gaat u het werk zelf doen of gaat u het uitbesteden? Het moet voor iedere partij ook duidelijk zijn welke normen er gehanteerd worden bij een bepaalde kwaliteitsafspraak. De medewerkers die belast zijn met de reiniging van de openbare ruimte moeten voldoende geïnstrueerd worden hoe en wanneer te reinigen bij het aantreffen van gebieden met verschillende straatbeelden. Het is erg belangrijk om de eventuele aannemer nauw te betrekken bij de nieuwe organisatie. Kortom werk aan de winkel….*
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
29\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
In het veranderingsproces van uw organisatie zijn drie groepen betrokkenen te onderscheiden, te weten de politiek, de interne organisatie en de uitvoerende partij. Verder is het van belang ook de bewoners op de hoogte te brengen. Het gemeentebestuur Het is nodig dat er steeds een heldere uitspraak komt over het ambitieniveau dat een gemeente voor ogen heeft. Dit voorkomt in de toekomst veel discussie en maakt het makkelijker om open te communiceren met bewoners en gebruikers van een bepaald gebied. De interne organisatie Indien u reiniging zelf ter hand neemt (inbesteden), is van het van belang om een goede schatting te maken van de middelen die nodig zijn, in termen van personeel en materieel. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van wijk service teams, handhaving en dergelijke. Probeer vervolgens verantwoordelijkheden te benoemen en die vervolgens diep weg te leggen bij de medewerkers en ze daarvoor te belonen. Met het beeldmateriaal kunt u aan uw uitvoerders en vegers duidelijk maken wat de norm is voor een bepaald gebied. Vervolgens kunnen zij de kracht van hun inspanningen bepalen: moet er wel of niet worden schoongemaakt? Omdat het werken aan de hand van een beeldbestek in Nederland nog niet algemeen is doorgevoerd, kunt u eventueel een kortlopende cursus organiseren over het hoe en waarom van het beeldbestek. Er worden op dit moment speciale cursussen ontwikkeld voor het opleiden van reinigingsmedewerkers voor het werken volgens een bepaalde norm volgens een beeldbestek. Momenteel worden er door verschillende organisaties opleidingen aangeboden en doorontwikkeld. Verder hier nog over: Contract intern op basis RAW
Uitvoering organiseren
Vanaf 2004 is de gemeente Amersfoort begonnen met op resultaat (beeld) te sturen in plaats van op inspanning (frequentie) heeft daartoe een instructiepakket en een eigen ‘kwaliteitscatalogus’ samengesteld. Om het project beheersbaar te houden koos Amersfoort voor een pilot met twee wijken. Deze zijn zeer verschillend wat betreft het karakter, de bewoners en de ondergrond. Per wijk is vervolgens een aanspreekpunt aangewezen, die ook verantwoordelijk is voor het behoud van het kwaliteitsniveau. Deze persoon heeft ook regelmatig contact met de wijkopzichter. Wekelijks bepaalt hij de inzet om het niveau op peil te houden voor de aannemer. Maandelijks wordt door middel van een ‘officiële schouw’ gecontroleerd of het kwaliteitsniveau is gehaald is.
30\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Door de uitkomsten van de schouwen vast te leggen, kan nu een goed beeld verkregen worden over de kwaliteit van deze wijken gedurende het gehele jaar. Gedurende het project is ook gewerkt aan draagvlak onder de bewoners. De bij het beeldbestek behorende foto’s bleken daarbij een goed communicatiemiddel. Het implementatietraject nam ongeveer een half jaar in beslag. Aan het eind is het geheel geëvalueerd en de uitkomsten waren zeer bemoedigend: Het aantal uren dat nodig bleek voor reiniging was minder dan de voorgaande jaren. Het afgesproken beeld werd over het algemeen ruim gehaald
Er ontstond een levendige discussie over werkmethode en gebruik van materieel Duidelijk werd ook dat regelmatig vegen zeer belangrijk is om de onkruidgroei op verharding te minimaliseren
Het bleek zeer belangrijk om de mensen op de werkvloer te voorzien van de benodigde kennis van beeldkwaliteit en hoe daarmee te werken Er is een opleidingsplan opgesteld voor de betreffende mensen op verschillende niveaus
Na de eerste helft van 2005 heeft Amersfoort besloten de nieuwe methode over de hele stad uit te rollen. De aannemer Indien u uitbesteedt, betrek dan de aannemers bij het proces. Uitbesteden over een langere periode dan één jaar heeft het voordeel dat een aannemer meer kan investeren en een aantal werkzaamheden preventief zal uitvoeren. Een bestek kan worden uitbesteed of inbesteed. Uitbesteden Bij een uitbesteding hoeft u eigenlijk maar twee zaken te regelen: goed contact met een aannemer, controle op de werkzaamheden van de aannemers. Bij uitbesteding worden potentiële opdrachtnemers in de gelegenheid gesteld een aanbieding te doen voor de uitvoering van de beschreven werkzaamheden. De opdrachtgever besluit op basis van de aanbesteding aan welke opdrachtnemer het werk wordt gegund. Als de werkzaamheden worden uitgevoerd door een interne dienst, dan wordt het werk inbesteed. Met de betreffende partij moet overeenstemming worden bereikt over de kosten en voorwaarden die met de uitvoering van de werkzaamheden samenhangen. Dat alles conform het RAW-bestek. De bewoners Beeldbestek is een uitstekend communicatiemiddel naar de burgers! Doordat het beeldbestek onder andere bestaat uit visuele inspecties, is het mogelijk om de doelstellingen van de gemeente te tonen aan de burgers. Hierdoor wordt er helderheid in het verwachtingspatroon gegeven. Eventuele burgerklachten kunnen nu makkelijker getoetst worden.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
31\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Bepalen reinigingswerkzaamheden Het bepalen van de reinigingswerkzaamheden is de volgende stap. Het is zowel in het geval als inbesteden als ook uitbesteden aan te raden om deze stap te volgen, omdat u dan inzicht houdt in de materie. Om tot een effectieve en efficiënte aanpak of inzicht daarvan te komen, kunt u de werkzaamheden structureren volgens de RAW-systematiek. Met behulp van de standaardbeschrijvingen en -bepalingen van die RAW-systematiek kunt u op gestructureerde wijze de reinigingswerkzaamheden beschrijven. De belangrijkste activiteit is het maken van besteksposten. Zo ontstaat een bestekspost dat is toegesneden op uw specifieke situatie. Om de RAW -systematiek op het thema zwerfafval toe te kunnen passen, is het nodig informatie te verzamelen over: Het oppervlak van het gebied, onderverdeeld in verhard en onverhard Het aantal en het type hot spots
De bestemming van het af te voeren materiaal De gewenste schoonheidsgraad Specifiek voor stedelijk gebied en bedrijfsterrein: de stedelijkheidsklasse per buurt
Specifiek voor stedelijk gebied: het gehanteerde inzamelsysteem en het gemiddelde inkomen per buurt
Handvatten en Tips Voordat wordt begonnen met het opstellen van een bestek zal moeten worden bekeken of de werkzaamheden kunnen worden beschreven in een beeldbestek. Als de verwachte vervuilingsnelheid zeer hoog is, of moeilijk in te schatten is, dan moet overwogen worden een frequentiebestek te maken. Een voorbeeld hiervan is bij de NVRD op te vragen. Zoals al bij de scenario’s voor het ambitieniveau is genoemd worden winkelstraten, woonstraten en bijzondere aandachtsplekken afzonderlijk benaderd. Bij de aandachtsplekken moet hier gedacht worden aan gebieden, niet zijnde een winkelstraat, waar mensen zich geregeld ophouden en daardoor een bijzondere aandacht hebben voor de verzorging van het gebied. Bij de aandachtplekken moet nog wel een onderscheid gemaakt worden voor gebieden die het hele jaar door extra aandacht behoeven en gebieden die alleen in de zomer schoner moeten zijn dan de woonstraten De snelheid waarmee een gebied vervuilt is een heel grillig gegeven en afhankelijk van een groot scala aan aspecten. Niet alleen is het soort gebied bepalend maar ook de tijd van het jaar, het weer, de aanwezigheid van een school of snackbar, het aantal afvalbakken, de wijze van afval inzamelen, de hoeveelheid passanten, etc, etc.
32\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Landelijk onderzoek van de NVRD met duizenden metingen in 15 gemeenten heeft uitgewezen dat in een stedelijk gebied vier objectsoorten te onderscheiden zijn, waar de vervuilingsnelheid gemiddeld gezien significant verschilt. Dat zijn winkelstraten, doorgaande wegen, woonstraten en industriegebieden. Voor het bepalen van de inzet die nodig is om een gebied op een bepaald schoonheidsniveau te houden zijn deze vier objectsoorten in principe voldoende. Als het gebied niet te klein gekozen is en als een wat langere periode van een jaar wordt gekozen, blijkt de gemiddelde vervuilingsnelheid in elk van deze objectsoorten goed te kloppen. In de praktijk zijn bij de oorspronkelijke objectsoorten nog de z.g. hot spots toegevoegd. Elke gemeente blijkt een aantal punten te hebben waar de snelheid van vervuilen erg hoog ligt. Dat geldt voor de waaiplekken, de snoeproutes en enkele andere bijzondere plekken. Niet elk gebied vraagt om dezelfde aanpak om de vervuiling efficiënt te lijf te gaan. In ieder geval geldt dat voor de objectsoorten, die hierboven bij de vervuilingsnelheid zijn genoemd. Voor diverse wijken of stadsdelen geldt nog een specifieke werkwijze met spoelen. Hierbij wordt het werken met een hogedrukspuit om bepaalde delen schoon te maken gecombineerd met het opvegen van de vervuiling door een veegmachine. In ieder geval worden alle winkelstraten met enige regelmaat gespoeld. Dat geldt ook voor een aantal specifieke woonstraten, die door hun aard zich lenen voor deze werkwijze Het is aan te raden bij de aanpak van het zwerfafval niet alleen de verharde oppervlakken aan te pakken, maar ook tegelijk de onverharde. Het beeld van een straat of plein wordt gevormd door de mate van schoonheid van beide. Als de straat schoon is en het groen niet, of andersom, dan is het hele gebied in de ogen van de burger niet schoon. Niet verharde gebieden dienen altijd handmatig schoongemaakt te worden met een prikker of grijper Om het gebied in te delen in objectsoorten moet een keuze gemaakt worden die aan alle bovenvermelde aspecten recht doet. Dan ontstaat er een indeling die recht doet aan de keuze voor het ambitieniveau en tegelijk aan de raming van de benodigde inzet en de te hanteren werkwijze. Bij de woonstraten kan een onderscheid gemaakt worden in straten die wel en die niet gespoeld worden.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
33\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Dat alles maakt een keuze voor de volgende objectsoorten zinvol: a) Winkelstraten b) Woonstraten zonder spoelen
c) d) e) f) g) h) i)
Woonstraten met spoelen Bijzondere aandachtsplekken hele jaar Bijzondere aandachtplekken zomerperiode Hot spots Groenvoorzieningen groot Groenvoorzieningen klein Industriegebied
Daarnaast is nog een indeling in wijken of buurten mogelijk. Dat geeft de mogelijkheid om het ambitieniveau per buurt te variëren. Soms kan dat handig zijn als een buurt tijdelijk speciale aandacht behoeft. Ook als de veegdienst in wijkgericht werkt is het aan te raden naast de objectsoort ook een wijk te koppelen aan de betreffende straat of plein. Het reinigen Reinigen blijft reinigen, maar de aansturing van uw personeel zal sterk veranderen. Waar u binnen een frequentie bestek aansturend opdrachtgever was van uw mensen, gaan nu uw mensen “zelfstandig” aan de slag binnen een beeldbestek. Doordat uw personeel zelf verantwoordelijk is voor het instandhouden van de gezamenlijke ambitie, zal de betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsgevoel voor een bepaald gebied toenemen. Hierdoor zal de kennis over de gedragingen van zwerfafval in een bepaald gebied sterk toenemen. Bijvoorbeeld: die ene afvalbak zit altijd vol, dit is een hangplek of door de wind waait altijd het afval in die ene hoek. Degene die belast is met het verwijderen van het zwerfafval beïnvloedt ter plekke de schoonheidsgraad (norm). De opzichter of uitvoerder bewaakt de norm door de zwerfafvalsituatie die hij waarneemt te vergelijken met de referentiebeelden voor zowel grof als fijn zwerfafval. Is de ondergrens bereikt? Om dat te bepalen, kunt u doormiddel van een zwerfafvalwijzer (beelden / foto’s van verschillende normen) een hulpmiddel uitdelen. Op basis van het eindoordeel bepaalt de uitvoerder of en wanneer er opgeruimd en/of geveegd moet worden. De gewenste schoonheidsgraad is de ondergrens en daarom moet in principe iedere plek op ieder moment aan die norm voldoen. In de praktijk betekent dit dat de opzichter of uitvoerder zich vooral zal richten op opvallende ophopingen van zwerfafval. Wanneer geparkeerde auto’s of andere obstakels een belemmering vormen voor het gebruik van de referentiebeelden, dan schat de opzichter of uitvoerder het aantal stuks zwerfafval en zorgt ervoor dat het afval, voor zover de norm dit vereist, wordt verwijderd.
34\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Betere afstemming tussen reinigingsactiviteiten Voordien waren diverse diensten (o.a. de gemeentelijke reinigingsdienst voor machinale reiniging en handmatige reiniging, een WSW-bedrijf voor handmatige reiniging en particuliere bedrijven voor de marktreiniging) betrokken bij de reiniging van de binnensteden. De percelen en werktijden sloten niet logisch op elkaar aan. Dit kwam het integrale reinigingsresultaat met name in het weekeind niet ten goede. Voorts was veel discussie mogelijk over de reinigingresultaten. De reinigingsgraad verbetert Voorheen werd periodiek gereinigd. Het kon daarbij gebeuren dat vuil enkele dagen bleef liggen voordat er gereinigd werd. Hoewel de reiniging wel grondig gebeurde was het gemiddelde beeld slechter dan sinds het werken op basis van kwaliteitsbeelden. Dit komt dat de hele stad nu dagelijks wordt gescreend en alleen daar wordt opgeruimd waar de vervuiling onder de ondergrens komt of dreigt te komen. De efficiency gaat omhoog De kosten kunnen op termijn omlaag. De percelen zijn groter dan voorheen, terwijl het budget lager is geworden. Bovendien voeren de aannemers zelf het afval af wat de gemeente een minderuitgave van 15 –20% van de aanneemsom oplevert. De kosten zijn lager omdat het aantal werknemers dat wordt ingezet aanzienlijk lager is. Iedereen moet wennen aan het systeem Gemeenten moeten rekening houden met het feit dat er vaker meldingen van inwoners en winkeliers binnenkomen dat de reiniging niet langs geweest is. Regelmatig wordt dit de politiek voor de voeten gegooid terwijl er toch aantoonbaar minder afval ligt dan voorheen. Ook de eigen dienst, de aannemer en het bestuur moeten er aan wennen dat de reiniging alleen geschiedt als dit nodig is. Logistiek van de prullenbakken ook meenemen Het blijkt vaak dat de prullenbakken vol zitten. Er moet nogal eens vaker geledigd worden dan dat de aannemer ingeschat heeft. Dit is vooral in zogenaamde ‘diftar gemeenten’ het geval. Gevolg is dat meer inwoners hun huisvuil in prullenbakken doen. De gemeente moet in overleg met de aannemer naar oplossingen zoeken. Zo kan de gemeente op een aantal plaatsen de prullenbakken verwijderen terwijl op andere plaatsen grotere prullenbakken worden geplaatst. Op termijn uitbreiden van de reiniging met kwaliteitsbeelden naar de rest van de gemeente Gemeenten kunnen ervoor kiezen om binnen 3 of 4 jaar de gehele gemeente volgens kwaliteitsbeelden te reinigen. Veel aandacht moet besteed worden aan fijne vervuiling op onverhard terrein. De hele gemeente zal er aan moeten wennen dat reiniging geen inspanningsverplichting meer is, maar een resultaatverplichting.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
35\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
De gemeente Den Haag was één van de voorlopers met de invoering van beeldbestek. Arie Langhorst verhaalt over zijn ervaringen. De manier van kijken naar het werk moest veranderen. Het werk moest eerst objectief beoordeeld kunnen worden om vervolgens een plan te kunnen trekken hoe en waarmee het gewenste kwaliteitsniveau te realiseren. Dat is toch heel wat anders dan ‘de bezem op de grond en vegen maar’. De ervaren wijkveger kan over het algemeen goed aangeven wat de vervuilingsnelheid in zijn wijk is, al noemt hij dat niet zo. Meestal hoor je iets als ‘er is geen eer te behalen in die straat’ of ‘nette straat’. Het was dus belangrijk die kennis van de veger te koppelen aan de bepaling van de verschillende kwaliteitsniveaus. Het goed gebruikmaken van die kennis en ervaring en tegelijk de uitvoerenden leren om te gaan met het beoordelen van de kwaliteitsniveaus is van groot belang geweest. Nog regelmatig worden we gebeld door bezorgde bewoners van een deelgemeente met de vraag waar de veegploeg nu blijft. Ons antwoord is tegenwoordig ook een vraag: is uw straat vuil? Over Sittard-Geleen vertelt Ron Brandon het volgende: Het blijkt wel dat de prullenbakken vaker leeggemaakt moet worden dan de aannemer geschat had. Deels komt dit doordat er in de prullenbakken meer huisvuil zit dan bij andere gemeenten. Sittard-Geleen voert diftar voor de inzameling van huisvuil, een systeem waarbij de inwoners het huisvuil per kilo moeten betalen. Gevolg is dat meer inwoners hun huisvuil in prullenbakken doen. De gemeente en de aannemer zijn nu bezig daar oplossingen voor te zoeken. Zo verwijdert de gemeente op aantal notoire plaatsen de prullenbakken terwijl op andere plaatsen grotere prullenbakken worden geplaatst. Signaleren overige omgevingsfactoren Zwerfafval is één van de factoren die van invloed is op de kwaliteit van de openbare ruimte als geheel. Ook andere factoren beïnvloeden in het kader van ‘schoon, heel en veilig’ de kwaliteit van de openbare ruimte. Hierbij kan gedacht worden aan: De vullingsgraad en staat van onderhoud van afvalbakken De aanwezigheid van natuurlijk afval (bladafval, bloesem, zeewier)
36\42
De aanwezigheid van drijfvuil (op stranden) Onkruid op de verharding Schoonheid en gaafheid van objecten in de openbare ruimte (lantaarnpalen, verkeers- en
Bewegwijzeringsborden, informatieborden, straatmeubilair) De staat van begroeiing (gazons, grasstroken, boomkransen, heesters en bomen) De conditie van het verharde oppervlak (wegen, parkeerplaatsen)
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Het is dus zinvol de medewerkers van de buitendienst of de aannemer een signaleringsfunctie te laten vervullen. Deze betrokkenen kunnen als ogen en oren fungeren voor collega’s van andere uitvoerende diensten. Het is van belang dat u aangeeft wat zij in bepaalde gevallen moeten doen. Een lijst met telefoonnummers waar de verschillende zaken gemeld moet worden, is vaak al voldoende. Door snel in te grijpen wordt de kwaliteit van de openbare ruimte effectief verbeterd. In Rotterdam zijn ze een stap verder gegaan. Daar werkt men met een intergraal beeldbestek, waarin meerdere elementen uit de openbare ruimte aan bod komen. Rob Hertog over de ervaringen van Roteb. Bij Roteb werken we nu een paar jaar met concrete kwaliteitsafspraken tussen ons en de deelgemeenten (onze opdrachtgevers). Deze kwaliteit wordt in beelden gevat. Wij doen dat met zwerfafval, prullenbakken, graffiti en hondenpoep. Samen vormen deze onderdelen het begrip ‘schoon’. Vier keer per jaar wordt de kwaliteit ‘schoon’ op ongeveer 3000 punten in Rotterdam geschouwd, waaraan zowel de deelgemeenten (bij voorkeur burgers) als de Roteb aan mee werken. Op basis van de resultaten kan onze werkwijze zeer gericht worden aangepast. Onze effectiviteit is door deze werkwijze toegenomen. Vanuit de opdrachtgevers is het makkelijker om ons aan te spreken over de afgesproken kwaliteit. Voorheen werd oeverloos gediscussieerd over de geleverde kwaliteit ten tijde van de frequentie gestuurde aanpak. Met de huidige werkwijze hebben we het allemaal over dezelfde kwaliteitsafspraken.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
37\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
38\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
8 Controle en bijstellen Binnen een beeldbestek wordt deze controle een schouw genoemd. Op basis van deze meetresultaten kan de aannemer aangesproken worden op het resultaat. In de schouwfrequentie en de methode van schouwen zijn een aantal opties mogelijk. De schouwfrequentie hangt af van de snelheid waarmee een gebied vervuilt en van de gewenste schoonheidsgraad. Zo is in een winkelcentrum de controlefrequentie hoger dan in een extensief gebruikt natuurgebied. Het advies is om bij aanvang van een nieuw uitvoeringsprogramma of nieuwe Samenwerkingsovereenkomst minimaal wekelijks te controleren. In principe kan het vaststellen van de schoonheidsgraad op elk moment plaatsvinden. Uitgaande van een bestek waarin de norm als ondergrens is vastgelegd, moet de openbare ruimte op elk moment aan deze norm te voldoen. Bij het bepalen van het meetmoment moet u rekening houden met uitzonderingssituaties, zoals op inzameldagen, tijdens markten, evenementen of bouwactiviteiten. In die situaties ontstaat relatief veel zwerfafval, waardoor een meting op de dag van bijvoorbeeld een evenement een verkeerd beeld zal geven. Wanneer voldoet een gebied niet aan de norm Bij het gebruik van de gewenste schoonheidsgraad als ondergrens moet de openbare ruimte niet alleen op elk moment aan deze norm voldoen, maar ook op ieder punt. Voor de controleurs betekent dit, dat zij in hun gebied de schoonheidsgraad bepalen op plaatsen waar zich het meeste zwerfafval bevindt. Dit dient op meerdere plekken verspreid over het gehele te onderhouden gebied te gebeuren Voor wat betreft het aantal meetvlakken zijn er uitgangspunten volgens de RAW zwerfafvalsystematiek geformuleerd. Dit zijn meetvlakken van 100 vierkante meter verspreid over een bepaald gebied. Het protocol waarin het aanwijzen van deze schouw meetvlakken wordt uitgeld staat in bijlage 1. Hoe wordt de schoonheidsgraad beoordeeld Met behulp van de referentiebeelden in de zwerfafvalwijzer beoordeelt u een meetvlak van 100 m2 op de aanwezigheid van grof zwerfafval. Vervolgens stelt u de schoonheidsgraad vast. Als de referentiebeelden niet goed bruikbaar zijn door de aanwezigheid van obstakels of als de controleurs van mening verschillen, telt u het aantal eenheden zwerfafval en u bepaalt op basis van de uitkomst de schoonheidsgraad. Een meetvlak voldoet wel óf niet aan de norm voor grof zwerfafval. Binnen het gekozen meetvlak voor grof zwerfafval beoordeelt u vervolgens de situatie voor fijn zwerfafval. Een meetvlak voor fijn zwerfafval is 1 m2.
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
39\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
Ook in dit geval wordt de meest vervuilde plek gezocht. U beoordeelt de situatie met behulp van de referentiebeelden in de zwerfafvalwijzer en u stelt de schoonheidsgraad vast. Als de referentiebeelden niet goed bruikbaar zijn, telt u het aantal stuks fijn zwerfafval en bepaalt u zo de schoonheidsgraad. Een meetvlak voldoet wel óf niet aan de norm voor fijn zwerfafval. Bijsturen Op basis van de resultaten kunnen de normen en inspanningen worden bijgesteld. Het is daarom belangrijk om met enige regelmaat een “officiële schouw” uit te voeren met de mensen die verantwoordelijk zijn voor het halen van de gezamenlijke ambitie (de norm). Denk hierbij aan een aannemer maar dit kan ook de verantwoordelijke zijn van een interne reinigingsdienst. Vragen die dan gesteld worden zijn: haal ik mijn doelstellingen? Wat is mijn inzet geweest? Het terugkoppelen van de resultaten van de zwerfafvalaanpak aan de betrokkenen en aan uw personeel, is een wezenlijk onderdeel van het proces. Hiermee brengt u een constante betrokkenheid voor de aanpak van het zwerfafval tot stand. Dit alles dient om een goede terugkoppeling te verzorgen en zodoende het beeldbestek te optimaliseren Afrekenmethodiek Hoe gaan we om met een aannemer die de afgesproken doelstellingen niet haalt* * We moeten een voorbeeld hebben van hoe om te gaan met afwijkingen, bijv. herstelactie oftermijn of sancties opdrachtgever naar opdrachtnemer Dordrecht is hier mee bezig Voor de gemeente Utrecht vertelt Marion Overberg vooral over de aanpassingen in de interne bedrijfsvoering. De gemeente Utrecht kent geen interne of externe opdrachtgeverschap, maar legt verantwoording af aan het bestuur. Twee wekelijks worden willekeurig 200 punten op een totaal van 1000 meetpunten op schoonheidsgraden gemonitoord. Om de ervaring vast te leggen en eventueel over te dragen, wordt er gewerkt met een schaduwplanning. Deze is opgesteld door de uitvoering. Deze mechanische planning is niet leidend maar ondersteunend. Momenteel verkeren we in een fase waarin we de registratie van de inzet en schoonheidsgraden optimaliseren om zo voor de lange termijn effectief en efficiënt te kunnen sturen op vervuiling. De inzet en de schoonheidsgraden worden geregistreerd. *Handvatten en tips Best Practice afrekenmethodiek, en of overnemen afrekenmethodiek uit Afrekenen.
40\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
9 Vragen en hulpmiddelen Binnen de NVRD bestaat sinds 2003 de Kennisgroep Zwerfafval waarin de toepassing van het beeldbestek prominent op de agenda staat. De deelnemers aan deze kennisgroep zijn gemeenten en reinigingsdiensten die bezig zijn met de omslag van een frequentiebestek naar een beeldbestek. Het is mogelijk om aan te sluiten bij deze kennisgroep of vragen te stellen aan deze kennisgroep. Hiervoor kunt u contact opnemen met de NVRD, Marcel Aarnink, sectormanager A&RM (tel: 026 3771333). Meer informatie betreffende beeldbestek, het normeringsysteem, model vervuilingsnelheid en de RAW-systematiek is te vinden in de publicatie CROW en NederlandSchoon, CROW publicatie 181 ‘Afrekenen met zwerfafval’. Deze publicatie is te bestellen via CROW Postbus 37, 6710 BA EDE of www.crow.nl
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
41\42
Kenmerk R002-4386539DUR-rvb-V01-NL
42\42
Reinigen openbare ruimte op basis van beeldbestek
Bijlage
1
Nulmeting en schouw methodiek
Voor het meten van de huidige schoonheidsgraad (reinigen op basis frequentiebestek) is het nodig om op locatie te meten hoeveel zwerfafval er ligt. Het vergt veel tijd om van elke locatie binnen een gebied de schoonheidsgraad te beoordelen. De schoonheid van het gebied zal daarom steekproefsgewijs moeten plaatsvinden. Daarvoor wordt gebruikt van meetvlakken bij de Nationale Kwaliteitspunten. Voor grof zwerfafval zijn dat vlakken van 100 m2, voor fijn zwerfafval zijn dat meetvlakken van 1m2. Algemene overwegingen
De metingen voor het bepalen van de hoeveelheid zwerfafval vinden plaats bij de Nationale Kwaliteitspunten (NKP) van het CROW, die als een raster over Nederland liggen. Het CROW heeft vastgelegd hoe deze NKP’s moeten worden bepaald De metingen worden uitgedrukt in de vijf schoonheidsgraden zoals die in beelden, tellingen en omschrijvingen zijn vastgelegd in ‘Afrekenen met zwerfafval’ (CROW, NederlandSchoon, april 2003)
Schoonheidsgraad
Aantal eenheden zwerfafval
Beschrijving grof zwerfafval
2
per 100 m (grof zwerfafval) of per 1 m2 (fijn zwerfafval*) A+
Zeer schoon
0
Er is geen zwerfafval zichtbaar
A
Schoon
1-3
Er ligt op het eerste gezicht geen zwerfafval, maar
B
Matig schoon
4-10
als je goed kijkt zie je soms iets liggen Her en der verspreid op het strand liggen enkele stukken zwerfafval C
Vuil
11-25
Over een belangrijk deel van het strand ligt zwerfafval
D
Zeer vuil
>25
Nagenoeg overal ligt zwerfafval in alle soorten en maten
De metingen worden bij voorkeur zowel voor grof (groter dan 10 cm en niet groter of gelijk aan vuilniszak) als voor fijn zwerfafval (1-10 cm) uitgevoerd De nulmeting kan het beste uit meerdere meetronden bestaan, want dat geeft het beste beeld van het gebied. De metingen worden per meetronde genoteerd en later gemiddeld Per meetronde moet tenminste 10 % van het aantal NKP’s in het te bemeten gebied worden bezocht. Deze 10% aan NKP’s wordt per meetronde at random vastgesteld Stel dat de binnensstad uw meetgebied is, en dat daarin 150 NKP’s zijn bepaald, dat bepaalt u per meetronde 15 NKP’s waar gemeten moet worden. Dat betekent dus dat lang niet alle NKP’s steeds bezocht hoeven worden.
Protocol voor metingen op NKP niveau De schoonheidsgraad per NKP wordt als volgt vastgesteld: Voor grof zwerfafval
Ga naar het gekozen NKP Kijk rond in een straal van 50 meter. Mocht het blikveld beperkt worden door obstakels, loop daar dan omheen.
Zoek naar een meetvlak van maximaal 100 m2 met het meeste grof zwerfafval Bepaal de schoonheidsgraad van dat meetvlak door de situatie te vergelijken met de beelden op de zwerfafvalwijzer uit Afrekenen met zwerfafval. Mocht het blikveld in het meetvlak van
100 m2 beperkt worden door obstakels, gebruik dan de tellingen Voer de uitkomst in uw NKP databank
Voor fijn zwerfafval Blijf binnen het hierboven bepaalde meetvlak voor grof zwerfafval Zoek daarbinnen naar een meetvlak van maximaal 1 m2 met het meeste fijn zwerfafval
Bepaal de schoonheidsgraad van dat meetvlak door loodrecht naar beneden te kijken en door de situatie te vergelijken met de beelden op de zwerfafvalwijzer uit Afrekenen met zwerfafval
Voer de uitkomst in uw NKP databank
Als de referentiebeelden niet goed bruikbaar zijn door de aanwezigheid van obstakels (bijvoorbeeld reclameborden of bouwactiviteiten) dan telt de waarnemer het aantal eenheden grof of fijn zwerfafval en bepaalt deze op basis van de uitkomst de schoonheidsgraad.
Bepalen van de uitkomst van de nulmeting Voor het bepalen van de uitkomst van de nulmeting moet worden vastgesteld wat het betekend voor de beoordeling van een gebied, als de metingen van de NKP’s (bijvoorbeeld 20) acht maal een A (schoon), zeven maal een B (matig schoon) en vijf maal een C (vuil) oplevert? Welke schoonheidsgraad krijgt die wijk dan? Een A, een B, of misschien wel een C? Om dat vraagstuk op te lossen wordt gebruik gemaakt van een conversie van de schoonheidsgraden aanduiding in A+, A, B, C en D in rapportcijfers. Voordat die conversie aan bod komt worden hieronder eerst de eisen geformuleerd.
De normen voor de controle van de ambitie zijn als volgt vastgesteld Een gebied aan voldoet aan Schoonheidsgraad A+ als gemiddeld rapportcijfer is ≥ 9 – 10
Schoonheidsgraad A als gemiddeld rapportcijfer is ≥ 7 - 9 Schoonheidsgraad B als gemiddeld rapportcijfer is ≥ 5 - 7 Schoonheidsgraad C als gemiddeld rapportcijfer is ≥ 3 - 5
Schoonheidsgraad D als gemiddeld rapportcijfer is
<3
Bepalen van rapportcijfer Daarvoor geldt de volgende conversietabel:
Conversietabel schoonheidsgraden
Schoonheidsgraad NKP
Wordt rapportcijfer NKP
A+
10
A
8
B
6
C
4
D
2
Vervolgens worden de uitkomsten voor een meetronde in een gebied opgeteld en gedeeld door het aantal gemeten NKP’s.
Voorbeeld Meetronde 1
Oordeel Grof ZA
Cijfer Grof
NKP 1
A
8
NKP 2
B
6
NKP 3
C
4
NKP 4
C
4
NKP 5
A
8
NKP 6
B
6
NKP 7
B
6
NKP 8
A
8
NKP 9
A
8
NKP 10
A
8
Oordeel
Cijfer
Fijn ZA
Fijn
C
Oordeel Grof ZA
4
C
4
C
4
B
6
B
6
B
6
B
6
C
4
B
Oordeel Cijfer Fijn ZA Fijn
4
C
Cijfer Grof
6
NKP 11
A
8
NKP 12
A+
10
NKP 13
A+
10
NKP 14
A+
10
NKP 15
A
8
NKP 16
A
8
NKP 17
A
8
NKP 18
B
6
NKP 19
A
8
NKP 20
C
4
Totaal
144
Rapportcijfer
7,2
Daarmee valt het rapportcijfer voor grof zwerfafval van deze meetronde binnen de marges voor schoonheidsgraad A (rapportcijfer ≥ 7 - 9). Voor fijn zwerfafval komt het oordeel uit op een C (≥ 3 - 5). De schoonheidsgraad van een gebied over een bepaalde periode (dus twee of meer meetronden) wordt als volgt vastgesteld: Verwerk alle meetronden op gebiedsniveau in het NKP databestand
Tel de uitkomsten op Deel het totaal door het aantal meetronden, met als resultaat een gemiddeld rapportcijfer.voor bijvoorbeeld het afgelopen jaar
Voorbeeld
Meetronden (in praktijk 12, hier als voorbeeld 4)
Rapportcijfers grof ZA
1
2
3
4
7,2
7,9
8,4
8,5
Totaal rapportcijfer grof Rapportcijfers fijn ZA Totaal rapportcijfer fijn
32 8
4,9
5,1
4,8
4,9
19,7 4,9
C
4
C
4
C
4
B
6
B
6
B
4
B
4
B
4
B
6
C
4 96 4,9
Ook voor het jaaroverzicht geldt dat het rapportcijfer voor grof zwerfafval van deze meetronde binnen de marges voor schoonheidsgraad A (rapportcijfer ≥ 7 - 9) valt. De resultaten van fijn zwerfafval komen uit op een C (rapportcijfer is ≥ 3 - 5). Verder kan worden geconstateerd in welke maand het gebied er schoner bij lag. Door de uitkomsten van de verschillende gebieden bij elkaar op te tellen en te delen is het ook mogelijk om een uitspraak te doen over de schoonheidsgraad van een gemeente. Behalve de schoonheidsgraad, geeft het rapportcijfer ook de verbeteringen of verslechteringen tussen de verschillende meetronden aan. Tips voor bij de metingen
Zorg voor een kaart van het gebied
Geef op deze kaart de grenzen van de verschillende gebiedstypen weer Markeer vervolgens alle specifieke gebieden op de kaart met een aparte kleur. Bijvoorbeeld wonen geel, industrie rood en doorgaande wegen blauw. Het ambitieniveau kan immers per
gebied verschillen Bepaal het aantal dagen dat u nodig heeft om alle geselecteerde NKP’s in één keer te beoordelen. De eerste keer dat u de NKP’s moet opzoeken en beoordelen, kost relatief de meeste tijd. Naar schatting kunt u dan circa 50 NKP’s per dag opzoeken, beschrijven en beoordelen. Bij een tweede en volgend bezoek kan het aantal NKP’s oplopen tot 80 per dag Stel de dagen vast waarop de metingen moeten worden uitgevoerd
Stel een registratieformulier op waarop u de NKP’s de steekproef heeft benoemd en getypeerd. (Dit vergemakkelijkt het werken in het veld: de gegevens hoeven dan alleen te worden gecontroleerd en eventueel gecorrigeerd)
Reserveer op het formulier ruimte om in het veld de meetresultaten en de omstandigheden (bijvoorbeeld druk of niet druk, weersomstandigheden, evenementen, vakanties enzovoorts) waaronder de metingen worden verricht, te kunnen vermelden
Neem de NKP meter mee Neem de kaart mee en bepaal een praktische route langs de te meten NKP’s
Neem de zwerfafvalwijzer uit Afrekenen met zwerfafval mee. Kijk regelmatig naar de foto’s om de eigen waarnemingen als het ware te ijken Neem het registratieformulier mee
Neem een foto toestel mee (bij twijfel of om later te discussiëren over de kwaliteit van een meetvlak)