Reinforce the garden city Final report
A.L. Hagg-Kleingeld 1514652 14-05-’13 Graduation Technical Universiteit Delft RMIT, architecture Transforming Neighbourhoods. Docenten: Lidwine Spoormans/Hielkje Zijlstra Wido Quist
2
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
Voorwoord
Dit verslag maakt deel uit van een reeks van verslagen omtrent de Nieuwenhuysenbuurt in Amsterdam. Het beschrijft het uiteindelijke ontwerp en is onderdeel van het afstudeerproject, Transforming housing heritage van de afdeling RMIT, architecture aan de TU Delft. Het verslag is als volgt opgebouwd. Allereerste beschrijft het in het kort de aanleiding van het ontwerp. Dit is verwerkt in het hoofdstuk introductie. Dit hoofdstuk gaat in op context en de aanleiding voor de uiteindelijke interventies. Het tweede gedeelte omschrijft het project op drie niveaus, stedenbouw, architectuur en materialisatie, verdeeld over twee hoofdstukken. Dit verslag bevat geen reflectie op het ontwerp maar geeft wel uitleg over het ontwerpproces en de stappen die hierin gemaakt zijn. Lous Hagg-Kleingeld
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
3
Inhoud
Hoofdtuk 1 Introduction 1.1 Locatie 1.2.Geschiedenis 1.3.Thema 1,4. Onderzoeksvraag 1.5.Analyse Hoofdstuk 2. Stedelijk ontwerp 2.1 Interventies 2.2 Routing 2.3 Pleinen 2.4 Groen Hoofdstuk 3 Architectonisch ontwerp 3.1 Burgermeester van der Vlgtlaan 3.2. Jan van Zwanenburghof 3.3. Slotermeerlaan 3.4. Nieuwenhuysenstraat.
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
5
6
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
Introductie
1.1 Locatie De ontwerplocatie bevindt zich in Amsterdam west en is onderdeel van de Westelijke Tuinsteden een uitbreidingwijk uit de jaren ‘30-’50. Het is gelegen in het uiterste puntje van Slotermeer-Noord, en vormt het laatste puzzelstukje van de wijk. De locatie is goed bereikbaar met openbaar vervoer, maar ligt aan de verkeerde kant van de A10, de magische grens die in Amsterdam gezien wordt als het verschil tussen de ‘hippe jonge’ stad en de probleemwijken. Direct aan de wijk grens plein 40-‘45, het winkelcentrum van Amsterdam-West. De Burgermeester van de Vlugtlaan die de wijk en het winkelcentrum van elkaar scheidt is ontworpen als de grote levensader die de wijk voorziet en voed. Inmiddels heeft deze functie zich voornamelijk gecentreerd op twee punten. Het ene punt is dus plein 40-‘45, het andere punt is ter hoogte van het Borstblok.
sloterdijk Haarlemmerweg
Plein 40-’45
A10
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
7
1.2. Geschiedenis. Zoals in de vorige paragraaf kort uiteengezet, maakt de wijk onderdeel uit van de Westelijke tuinsteden ontworpen door Van Eesteren. Van Eesteren, een bekende ontwerper uit de jaren ‘30-‘40 was aanhanger van ‘Het nieuwe bouwen’. Deze groep wilde breken met het gebruik van het gesloten bouwblok, waar onder andere Berlage in zijn uitbreidingswijk veelvuldig gebruik van maakte. Centraal in hun visie stond licht, lucht en ruimte. De wijken die op grote schaal uit de grond schoten moesten de hoge woningnood in de steden oplossen. Veel mensen woonden in tochtige en vochtige kelders of krotten. Mede door de woningwet en het toenemende kennis over gezond leven en een sociaal besef werden de Westelijke tuinsteden opgezet. In de wijk werd een heldere wegenstructuur gecreëerd, omzoomt door groen die de verschillende wijken en buurten van elkaar scheidde. De bewoners van deze wijken en buurten hadden op verschillende niveaus sociale verantwoordelijkheden naar elkaar. In de stad der toekomst, de toekomst der stad wordt uiteengezet hoe de verhoudingen en verantwoordelijkheden zouden liggen in deze nieuwe stad. De stad moest opgedeeld worden. Het mocht niet langer een anonieme massa zijn, maar mensen moesten elkaar weer kennen en kunnen helpen. Openbaar groen vormde het verbindende element tussen de verschillende buurten. Het belang van groen en de helende werking ervan werd erg hoog geacht. Landelijk leven in de stad. Dit werd ook doorgevoerd tot op de architectuur en een nieuwe type bouwblok werd ontworpen. Het gesloten bouwblok had als nadeel dat de hoge woningen op de zuid zijde de overige woningen in de schaduw zette. De woningen op het noorden kregen überhaupt te weinig zonlicht. Door de blokken open te breken en alleen de woningen op het oosten en het westen te bewaren werd dit probleem opgelost. In het begin bestond tussen de woningen nog steeds de binnentuin, maar dit werd later anders en de woningen werden rug aan rug geplaatst, met daartussen groen waardoor het groen ook in het straatbeeld zichtbaar werd. Dit type is ook in de Nieuwenhuysenbuurt terug te vinden.
8
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
9
1.3 Thema Tijdens de analyse is gebruik gemaakt van een speciaal thema namelijk, stadsacupunctuur. Dit is een theorie die er van uit gaat dat het mogelijk is door kleinschalige interventies in het stedenbouwkundige context op grote schaal veranderingen kan veroorzaken. Tijdens de ontwerpfase heeft dit weinig invloed gehad. Wel is contact gehouden met AgNova architecten, een bureau uit Amersfoort die via BNA onderzoek doet naar de mogelijkheden van stadsacupunctuur.
1.4. Onderzoekvraag Na aanleiding van het thema is de onderzoeksvraag geformuleerd. Deze luidt als volgt: “Is het mogelijk de Nieuwenhuysenbuurt een positieve impuls te geven op een bescheiden manier met behulp van stadsacupunctuur? 1.5. Analyse 1.5.1 Stedenbouwkundige analyse Inmiddels is er al het een en ander beschreven over de Nieuwenhuysenbuurt. We weten al dat het onderdeel is van de Westelijke tuinsteden en het sluitstuk is van Slotermeer-Noord. Wanneer we inzoomen op de plattegrond zien we dat de gebouwen ook aansluiten op de omringende architectuur. Het gekromde blok loopt mee met de Burgermeester van der Vlugtlaan en sluit de wijk af. Het vormt een ondoordringbare muur tussen de wijk en overig Amsterdam-West.
10
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
Ook de waarden van het nieuwe bouwen zijn in de stedenbouwkundige plattegrond te herkennen in de wijk. Er is veel publieke ruimte en de blokken worden van elkaar gescheiden door middel van openbaar groen. Daarbij is een bepalende ontwikkeling zichtbaar door de tijd. Op oude foto’s is te zien dat alles op één niveau ligt, waarbij het groen direct aansluit op de straat, wat tevens de stoep is. Tegenwoordig is dit geheel anders. Het groen is afgesloten, door middel van een heg. Er is een stoeprand toegevoegd waardoor de straat verdiept komt te liggen. Daarnaast is het aantal auto’s in de wijk toegenomen waardoor ook de auto’s een begrenzing vormen tussen het groen en de bebouwing. Het groen en de inrichting van de openbare ruimte sluit dus niet langer aan bij de wensen van de bewoners wat een rommelige en onveilige beeld oplevert. Het grote plein in het midden is de voornaamste plaats voor
kinderen om te spelen en de enige ontmoetingsplek in de wijk. Om hier te komen moeten de kinderen echter een redelijk eind lopen en een aantal autowegen oversteken. Daarnaast spelen ze uit zicht van hun ouders. Verder is de consequentie van de woningen van ‘het nieuwe bouwen’ dat de entrees van de woningen allemaal op het oosten georiënteerd zijn. Waardoor de straat maar aan één kant ontsloten wordt, en deze entree aan kijken tegen de achterkant van de portieken aan de andere zijde van de straat. Daarnaast oriënteren zich alle gebouwen van het centrale plein af. In plaats dat ze deze plek van ontmoeting versterken keren ze het de rug toe, met uitzondering van het gekromde blok Ook de hoofdentrees van de wijk hebben te lijden onder de oriëntatie van de blokken. Dit heeft ook te maken met het blokje aan de Burgemeester van de Vlugtlaan. De entrees van de wijk worden gekenmerkt door kop en achtergevels en geparkeerde auto en zijn dus totaal niet toegankelijk . 1.5.2. Architectonische analyse De blokken afzonderlijk hebben ook een bepaalde ontwikkeling doorgemaakt. Ze zijn ingedeeld in twee groepen. De blokken die de wijk afsluiten, het blokje aan de Burgermeester van de Vlugtlaan, het gekromde blok, en het blok aan de Slotermeerlaan. Verder definiëren we de blokken die het voorgebied vormen naar het grote plein toe, de zes portiek blokken aan de Nieuwenhuysenstraat. Het blokje aan de Burgermeester van de Vlugtlaan zijn een combinatie van de winkel op de eerste verdieping en de woning op de tweede. Dit zijn dus lage blokjes. De winkels hadden meteen bij de bouw al te weinig opslag ruimte waardoor ze vrijwel allemaal aan de achterzijde, aan de kant van de Nieuwenhuysenbuurt, zijn uitgebouwd. Dit heeft het ritme uit de achtergevel gehaald en de gevel erg gesloten gemaakt. Aan de voorzijde zijn de oorspronkelijk winkelvitrines allemaal vervangen door moderne winkelruiten, en er is een afdakje toegevoegd. Hierdoor liggen de woningen boven de winkel meer naar achter.
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
11
Het gekromde blok heeft een hele sterke vorm. Zeker aan de achterzijde komt dit goed naar voren. De kromming is geaccentueerd door de uitstekende balkonen. Vroeger waren de betonnen balkon hekken en de kolommen wit geverfd, inmiddels zijn de kolommen en de balkonranden donkergrijs geverfd en de balkonhekken oranje rood, maar dit doet niet echt af aan de kracht van de vorm van het blok. Aan de voorzijde is ook het één en ander veranderd. Zo was eerst elk balkon geaccentueerd door witte hekwerken. De opbergruimte op het balkon waren per verdieping geaccentueerd. De kolom aan de rechterzijde van het balkon was eveneens wit en van hout. De balkonen zijn sterk veranderd. De houten hekwerken en kolommen zijn vervangen door RVS. De berghokken worden nu tot boven toe doorgetrokken waardoor ze erg massief worden in het gevelbeeld en de tussenliggende entreeruimte verstoppen. Op de begane grond zijn in 2007 de overdekte buitenruimtes dichtgemaakt waardoor de bewoners een grotere parkeergarage onder hun blok hebben. Het nadeel van de oplossing is dat de gevel erg massief, plat en gesloten wordt. De woningen zijn redelijk ruim en de staat van de woningen is goed. Het blok aan de Slotermeerlaan keert zich af van de wijk en kijkt uit op een klein parkeerplaatsje. De gevel is erg plat en ontoegankelijk. De woningen zijn klein en er is alleen een zichtrelatie met het grote plein aan de achterzijde.
12
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
De zes blokken aan de Nieuwenhuysentraat zijn het meest representatieve voorbeeld van de strokenbouw kernmerken voor de Tuinstad. De blokken zijn oost-west georiënteerd en hebben een tuin aan de westzijde gevolgd door een groenstrook die echter afgesloten is, zoals ook beschreven is in de stedenbouwkundige analyse. Opvallend aan de oostgevel zijn de verspringende ramen in de gevel en de duidelijke omkadering per portiek. De woningen zelf zijn aan onderhoudt toe, maar zijn technisch in redelijk staat. Zo zijn de woningen voorzien van centrale verwarmin en is kort geleden een nieuwe CV-ketel geïnstalleerd. De begane grond woning is verdeeld over twee verdieping en grenst aan de tuin. De woning is te bereiken via de portiek. Op de begane grond bevindt zich de badkamer en twee slaapkamers. De 1e verdieping is vergelijkbaar ingericht als de overige verdiepingen. Dit betekend dat aan de westzijde zich een woonkamer en keuken bevinden en aan de oostzijde twee slaapkamers. Verder is er veel bergruimte binnen de portiek. Naast een berging op de begane grond hebben de woningen ook een bergruimte op de zolder. Voor alle woningen binnen de wijk geldt dat ze niet geïsoleerd zijn en dat in de jaren tachtig de houten kozijnen vervangen zijn door kunststof kozijnen. Daarbij is de positionering van het raam in de gevel en de raamverdeling nauwelijks verandert.
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
13
De mensen die in de wijk leven zijn grof gezien in twee groepen te verdelen. Allereerste de inmiddels verouderde oorspronkelijke bewoners van de wijk. Ze hebben het verval van de wijk meegemaakt en voelen vaak weinig aansluiting bij de andere grote groep in de wijk. De andere groep bestaat uit allochtone bewoners uit verschillende culturen, vaak één ouder gezinnen met kleine kinderen. De grootste groep bewoners in de wijk is elf jaar oud. Deze tweede groep heeft wel het gevoel dat er iets gebeuren moet, maar weet zich lastig te organiseren en is vaak ook niet in de mogelijk om echt iets uit te voeren. Er zijn verschillende organisaties actief in de wijk die proberen mensen bij elkaar te betrekken. Op het grote plein is een gedeelte ingericht als moestuin, maar dit komt lastig van de grond. Een bijeenkomst waarbij gesproken werd over de problemen in de wijk en mogelijkheden voor de moestuin - waar slechts vier bewoners en een hele hoop buurtmedewerkers en afgezanten van de gemeente bij aanwezig waren - kwam naar voren dat bewoners geen intrinsieke impuls hebben om aan de slag te gaan met de wijk en behoefte hebben aan beloning of erkenning. Maar ook dat de communicatie tussen de buurtmedewerkers en de bewoners niet altijd goed loopt, wat goede initiatieven in de kiem smoort en demotiveert om andere activiteiten te initiëren. Verder worden bewoners al lange tijd aan het lijntje gehouden door onduidelijkheid over de ontwikkeling van de wijk. De plannen voor sloop zijn van de hand gewezen, waardoor de wijk in een impasse is geraakt. Er gebeurd al enige tijd heel weinig tot niets. Ook dit heeft zijn weerslag op de houding van de bewoners.
Het trappen lopen is zwaar, maar een andere woning is te duur. Ik ben gehecht aan de wijk. Vroeger was alles zo mooi, en nu is alles kapot. En ik ken bijna niemand meer. Er is behoefte aan jonge nette mensen. Hier geniet ik niet meer van,
14
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
Ik heb het niet ruim en daarom woon ik hier. Er is veel speelruimte voor de kinderen, maar het is niet veilig. Ik kan ook geen toezicht houden op wat ze doen vanuit de portiek. Ik erger me aan de troep, maar hoe spreek je iemand daar op aan?
Ontwerp
Uit de analyse blijkt dat de wijk een aantal sterke punten heeft. Het gekromde blok heeft een sterke architectonische waarde en geeft de wijk een intiem karakter. De woningen in het blok zijn redelijk groot. Hetzelfde geldt voor de blokken aan de Nieuwenhuysenstraat. Daarnaast zijn er binnen het blok mogelijkheden om aan sommige delen een andere invulling te geven. Te denken aan de zolderruimte en de begane grond woning over twee verdiepingen. De blokken zijn in redelijk staat, en het groen maakt de wijk vriendelijk. Het centrale plein in het midden van de wijk is de plek voor ontmoeting maar momenteel niet erg toegankelijk. Er is heel veel openbare ruimte in de wijk, daarin zit potentie, maar het gebruik van de openbare ruimte is niet altijd logisch. Mede door de toename van het aantal autobezitters is de wijk onvriendelijker en onveiliger geworden voor kinderen. Waarbij men in het achterhoofd moet houden dat dit de grootste groep bewoners is. 2.1 Concept Vanuit de stedenbouwkundige opzet van de wijk en de sociale problemen die er spelen is een concept voor de ontwikkeling van de wijk bedacht. Bij de stedenbouwkundige opzet word ingezet op het intieme karakter door de blokken die de wijk afschermen, en het grote plein. De sociale problemen hebben te maken met onderkenning van de bewoners. Bewoners voelen zich vaak het afvoerputje en zijn zeker niet tros op hun wijk. De wijk kan vergeleken worden met een fort, waarbij blokken aan de rand van de wijk de stadsmuur vormen, en de blokken van de Nieuwenhuysenstraat het voorhof. Het grote plein speelt in dit concept een centrale rol als de plaats voor sociale interactie tussen bewoners in het groot. Vergelijkbaar met het marktplein of de plaats voor volksvermaak. Het concept van het fort is al vaker toegepast. Daarbij valt te denken aan het de ontwerpen van bijvoorbeeld Sjoerd Soeters. Zijn doel met deze wijken is een veilige plek voor de bewoners vinden. Bewoners van de wijk geven ook aan te begrijpen dat ze op een bijzonder plek leven die toch ook heel normaal is. Door de wijk apart te zetten en als eenheid te ontwerpen ontstaat tussen bewoners een gevoel van eenheid en samenhorigheid. De architectuur die Sjoerd Soeters toepast in zijn kastelenbouw is erg romantisch en misschien een beetje kitsch. Dat dit niet de enige manier is om een dergelijk bouwwerk te maken zien we als we kijken naar de ontwerpen van Aldo Rossi, die klassieke vormen abstraheert en daarbij een meer militaristische invulling geeft van kasteel architectuur. Een
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
15
type architectuur die mij meer aanspreek en ook beter aansluit bij de architectuur van de Tuinsteden waar ritmiek en repetitie heel belangrijk zijn. Aan het concept worden drie termen gehangen die uitleg geven over de inhoud ervan. Drie doelen die nagestreefd worden bij dit concept. Allereerst: identiteit. Dit begrip is toe te passen op de architectuur die de wijk apart zet ten op zichtte van de omringende architectuur. Daarnaast gaat identiteit ook over de indeling van de publieke ruimte. Hoe is een ruimte herkenbaar, en wat is de betekenis van de ruimte. De tweede term in eenheid of samenhorigheid. Dit gebeurd door de wijk af te sluiten. Binnen de wijk wordt er na gestreefd een zo groot mogelijk gedeelte van het sociale leven af te laten spelen. Dit betekend ook dat er plekken moeten zijn voor ontmoeting, en plaatsen waar samenhorigheid gevierd kan worden. Dit sluit ook aan de oorspronkelijk wijkgedachte waarbij bewoners tot op een bepaald niveau zich voor elkaar verantwoordelijk voelen. De derde term is veiligheid. Veiligheid heeft vaak vooral te maken met een gevoel van veiligheid. Dit hangt samen met in hoeverre je, je buren kent en ze bijvoorbeeld kan aanspreken op ongewenst gedrag. Momenteel is het gat tussen de nieuwe bewoners en de oorspronkelijke bewoners erg groot. Door het toevoegen van nieuwe woningtypes worden nieuwe bewoners naar de wijk getrokken die het gat kunnen dichten. Daarnaast kan het veranderen van de publieke ruimte en het vergroten van het aantal plekken voor ontmoeting zorgen voor meer interactie tussen bewoners. Interventies In de wijk vinden dus een aantal interventies plaats. Allereerst worden de blokken van de Slotermeerlaan en Burgermeester van de Vlugltaan vervangen door nieuwe blokken die in hoogte en vorm aansluiten bij het gekromde blok. Het gat blokken aan de Nieuwenhuysenstraat wordt eveneens opgevuld met nieuwe volumes waardoor de structuur van de wijk verhelderd wordt. Verder wordt er onderscheid gemaakt tussen de verschillende type routing en publieke ruimtes, in mate van representativiteit dan wel intimiteit. De woningen op de begane grond aan de Nieuwenhuysentstraat worden aan de westzijde ontsloten waardoor de straten tweezijdig worden. De inrichting van de straten wordt daarmee ook omgegooid. In plaats van de grote afgesloten groene tuinen komen er verdeeld over de wijk meerdere kleine groene woonkamers. Toegankelijke groen gebieden gecombineerd met kleine speeltuintjes. Daarnaast worden bestaande achtertuinen groter gemaakt, waardoor een groter gedeelte groen privee wordt. In het gekromde blok dat aan het plein grenst worden op de begane grond in de parkeergarages functies toegevoegd. Daarnaast wordt het plein doorgetrokken tot aan het gebouw zodat het gebouw ook echt op het plein komt te staan.
16
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
Stedenbouw In de wijk bevinden zich verschillende soorten routing. Allereerst de representatieve routes, die langs de omwalling en het grote plein. Vervolgens zijn er in de voorhoven gebieden waar de auto te gast is, en die voornamelijk toe behoren aan de voetganger. En als laatste zijn er nog de stiekeme routes die alleen door de voetganger betreden kunnen
worden. Elke route heeft zijn eigen vormgeving en enscenering. De representatieve route is een bredere straat met aan weerzijde langs parkeren en hoge smalle bomen, zogenaamde zuileiken. De bomen worden in een cortenstalen bak geplant. Door de duidelijk omkadering wordt verkomen dat dan tegels rondom de boom gaan verplaatsen. In de bak kunnen seizoensafhankelijk planten, bloemen of bodembedekkers worden geplant. Aan de route bevindt zich de hoofdentrees van de wijk. Voor voetgangers geldt dat ze aan weerzijden door een bakstenen poort de wijk kunnen betreden. Aan de straatkant is de poort iets verhoogt. Hier zou in het metselwerk een logo of profiel geplaatst kunnen worden door de bewoners. Aan weerzijden van de straat bevindt zich een stoep die in rode steen, een vrij gladde steen van een groter formaat met een klein kleur verschil erin. NAAM! De straat zelf is geasfalteerd. Dit vergroot het verschil tussen
deze straat en de straten in de hoven, en geeft ook het belang van de straat aan. De parkeerplaatsen aan weerzijden zijn bekleed met een blauw grijze baksteen en wordt door een goot gescheiden van de asfalt weg. De route door de hoven wordt gedeeld door auto’s en voetgangers. Slechts aan één zijde van de straat kan met parkeren. De bomen in de hoven zijn afwisselend bestaande boom uit de oude kijktuinen en nieuwe ronde bomen als eiken en elzen of kastanjers. Aan de andere zijde van de straat zijn woonkamers ingericht. De woonkamers worden geaccentueerd door of een grasveldje, of rode speeltegels. Op deze kleden bevinden zich langs de randen cortenstalen bakken met houten randen om op te zitten. In de bakken zijn bomen, dan wel groenblijvende bodembedekkers, grassen of bloemperken geplaatst. Enkele van de bakken is volgestort met zand als zandbak voor kleine kinderen. De straat en de stoep worden van elkaar gescheiden door een schuin aflopende stoeprand. Op de stoep worden dezelfde straatstenen gebruikt als bij de representatieve route. De straat is gemaakt van rode bakstenen van normaal formaat. De parkeerplaatsen worden geaccentueerd door de zelfde steen in het blauw. De parkeerplaats en de straat worden van elkaar gescheiden door middel van een brede goot. Naast de parkeerplaats is nog een smalle stoep naar de voortuinen van de bewoners van de begane grond aan de Nieuwenhuysentraat. De parkeerplaats en de stoep worden van elkaar gescheiden door stalen
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
17
antraciet kleurige paaltjes. Aan de stoepkant van de straat staan ook de lantarenpalen. Deze lantarenpalen zijn vergelijkbaar met de palen aan de Burgemeester van de Vlugtlaan. Net als de paaltjes zijn de lantarenpalen uitgevoerd in antraciet gekleurd staal. Ook de hoven worden geaccentueerd door poorten aan de zuid en noordzijde. Voetganger gaan onder een bakstenen poort door. Tegen de muur is klimop geplaatst en worden stokrozen ingezaaid. Daarnaast wordt de entree benadrukt dook ronde bomen, als eiken of elzen aan weerzijde.
De voetpaden door de wijk hebben een afwijkende materialisatie. De paden lopen onder en tussen de gebouwen door en zijn de stiekeme routes die wijk spannend maken. Vanuit de routes komt men terecht op het centrale plein. De routes zijn uitgevoerd in basaltsteen en op bepaalde plekken omzoomd door groen. Waar de looproutes de autoroutes kruizen loopt het basalt door, maar wordt onderbroken door grote betonnen platen die de autoroute aangeven.
18
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
Naast de routes die op zichzelf ook een vorm van openbare ruimte zijn, zijn er ook twee type pleinen ontworpen. De materialisatie van de voorhoven zijn al min of meer beschreven. Dit zijn de hoven tussen de blokken van de Nieuwenhuysenstraat. Van oost naar west beschreven bestaat de straat uit de achtertuin van de begane grond woningen die ommuurd zijn. De muur die aan de stoep grenst is tevens een plantenbak waarin een beukenhaag geplaatst is. De schoonheid van een beukenhaag is dat de kleur verandert door naar de winter toe van fris groen, naar koper bruin, maar niet zijn blad verliest. Naast de bak bevindt zich de smalle stoep, vervolgens de parkeerplaatsen, die iets dieper liggen evenals de straat. Vervolgens de brede stoep met voor elke entree een woonkamer. Deze woonkamers zijn de ontmoetingsplek in de hoven. Daarnaast kunnen hier de kleine kinderen dicht bij huis buiten spelen. Er is een duidelijk veilige plaats, namelijk binnen het hof waar gespeeld kan worden. Uit onderzoek van […….] blijkt dat dit het voornaamste probleem is bij hoogbouw voor gezinnen. Kinderen kunnen tot een jaar vijf of op het balkon of de galerij spelen, maar tussen de 5-11 jaar is dit niet langer groot genoeg. Deze kinderen zijn ze ook niet oud genoeg om zelfstandig zonder toezicht buiten te spelen. Doordat de woonkamers dicht bij de portiek liggen kunnen kinderen hier wel makkelijk spelen. Daarnaast is de portiek en het verlengde ervan de plek waar je als buren elkaar tegenkomt. Door het faciliteren van een plaats hiervoor kan er meer interactie tussen de bewoners ontstaan. De woonkamer kan de plek voor kleine ontmoetingen worden. In midden van het hof bevindt zich een klein plein dat het gebied, dat uit twee delen bestond, met elkaar verbind. De garages van de nieuwe blokken die aan dit plein grenzen, kunnen indien gewenst omgebouwd worden tot klein winkeltje of reparatie ruimte. Ook dit kan ontmoeting ensceneren. De keuze voor vruchtdragende bomen als (tamme) kastanje of eikenbomen in de wijk geeft de kinderen in oktober allerlei speel mogelijkheden.
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
19
De andere publieke ruimte is het grote plein. Dit is de plaats voor ontmoetingen in het groot. Aan de randen bevinden zich een aantal winkels en zaken. Wat de plint van het gekromde blok toegankelijker maakt. Voor de bergingen, dus daar waar geen winkels zitten, zijn ontmoetingsplekken ingericht door het plaatsen van bankjes, plantenbakken en speeltafels. De functies in de plint kunnen ook gebruik maken van deze ruimte. Te denken valt bijvoorbeeld aan speelruimte voor een kinderdag verblijf. Voor de nieuwe blokken, waarvan één ook op het plein staat geldt dat begane grond ook bewoond wordt. De woonkamer en keuken grenzen aan het plein en de ruimte voor de woning kan door de bewoners toegeëigend worden. Door het plaatsen van schijven wordt dit ook in de architectuur duidelijk gemaakt. Het plein is opgedeeld in vier delen. Allereerst het gebied dat direct aan de het gekromde blok grenst, zoals zojuist uitgelegd. Dit gebied is gematerialiseerd als de overige voetgangersgebieden. Vervolgens het centrale plein voor activiteiten. Dit is gemaakt van de basalt stenen die de overige voetgangers gebieden kenmerkt. Het is de uitloper van de route onder de gebouwen door. Het is de beloning op de ‘geheime’ route door de wijk. Op dit plein is een podium geplaatst dat gebruikt kan worden voor buurtactiviteiten. Door dat het een redelijke grote lege ruimte is kan het naar wens ingevuld worden. Zo kan er ook een kleine markt gehouden worden een sportactiviteit, een buurtmaaltijd of waterfestijn. Aan de zuidzijde van het plein is een beschutte plek gemaakt met een aantal bomen, waar achter een speeltuin is ingericht met een groot klimrek en rotsblokken met water. Hier staan ook meerder bankjes. Het de parkachtige zijde van het plein en geschikt gemaakt voor jongere kinderen en gezinnen. Op de noordzijde van het plein bevindt zich een groot grasveld en basketbal veldje. Dit is aantrekkelijk voor oudere kinderen om een balletje te trappen. De beschreven activiteiten liggen als een brede rand langs het plein, waarbij gras en bloemperken elkaar afwisselen. In de andere richting is vanuit de portieken een stralenpatroon van betonplaten over het plein gelegd dat zich richt naar de nieuwbouw tussen de blokken aan de Nieuwenhuysenstraat. Vanuit dit punt gezien opent het plein zich, waarbij de paden dit beeld nog eens versterken en ook de weg leiden naar de verschillende portieken. Daarnaast deelt het patroon het plein op in meerdere vlakken die allemaal een andere invulling hebben. Het patroon maakt het mogelijk om bijvoorbeeld één van de vlakken wanneer nodig of gewenst een andere invulling te geven. Te denken valt bijvoorbeeld aan
20
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
de moestuin waarmee nu geëxperimenteerd wordt in de wijk. In de visie van de tuinstad was groen een heel belangrijk ingrediënt. Het is daarom goed hier nog even extra bij stil te staan. Bij de beschrijving van de publieke ruimte wordt al opgemerkt dat het groen in de wijk op een andere manier wordt ingezet. Zo is het niet meer gecentreerd, maar verdeeld en beheersbaar gemaakt. Daarnaast is het groen toegankelijk en functioneel geworden. Een recent onderzoek naar groen in de stad maakt duidelijk dat een groene stad ook verder gaat dan het plaatsen van bomen en het maken van parken. In het experiment gezonde wijk worden vijf sporen die een wijk gezonder kunnen maken besproken. Een aantal daarvan hebben een directe weerslag op de inrichting van een wijk. Allereerst gezonde bewoners door bewustwording van het belang van bewegen. Vervolgens een gezonde leefomgeving. Dit betekent goed geïsoleerde en geventileerde woningen en een veilig buitenmilieu. Gezonde zorg, betaalbaar en dichtbij en gezond meedoen. Waarbij mensen weer terug de arbeidsmarkt worden op geholpen. Zaken als, goede woningen, zorg dichtbij, genoeg ruimte om te sporten worden in het ontwerp meegenomen om de wijk tot echte groene wijk te maken.
Er worden in het gebied een aantal gebouwen toegevoegd en er worden veranderingen gemaakt in de bestaande bouwblokken. Het doel daarbij is de structuur van de wijk verbeteren, de aansluiting van de woningen met de publieke ruimte te versterken en het aantrekken van nieuwe doelgroepen om het gat tussen de huidige bewoners te dichten en nieuwe of andere gebruikers van de openbare ruimte aan te trekken. Bij de bestaande bebouwing worden de interventies alleen uitgevoerd in de portiek, op de zolder en op de begane grond. Daar waar de interventies gedaan worden, worden ook de technische aanpassingen gemaakt aan de woningen indien nodig. In de laatste paragraaf wordt hier nog iets dieper op ingegaan. Het blok dat een vervanging is van het blokje op aan de Burgemeester van de Vlugtlaan sluit in architectuur en vorm beter aan bij de het gekromde blok. Hierdoor wordt de beschermende kracht die uitgaat van het gekromde blok doorgetrokken tot de entree van de wijk. Doordat de entrees van de woningen naar het gebied toegekeerd zijn wordt deze entree tevens een stuk toegankelijk. Door het gebruik van een colonnade wordt het belang van de route bevestigd. Het gebied tussen de portiek
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
21
en colonnade kan door de bewoners toegeëigend worden wat het leven op de straat verlevendigd. Doordat het nieuwe woningen zijn kunnen de woningen zo ontworpen worden dat ze beter passen bij de huidige standaard. De portieken zijn daarom voorzien van een lift en voldoen wat betreft energie eisen aan de hoogste normen. De woningen zijn niet heel groot waardoor ze ook betaalbaar blijven voor ouderen of alleenstaande zonder al te hoog inkomen. De ritmiek in de gevel sluit aan bij de ritmiek in de gevel van het gekromde blok.
starters
single
7200
40 RESIDENCE 5 PORTICO’S 75M2
22
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
7200
elderly
Het gekromde blok is voornamelijk op begane grond aangepast door laagdrempelige winkelruimte te maken in de huidige garages. Zoals uitgelegd bij de stedenbouw is het blok hierdoor minder gesloten en massief. De winkelruimte worden accentueert door een betonnen overkapping, hierdoor wordt er een sterkere scheiding gemaakt tussen de plint en de woningen. Ook bij de portiek verandert het een en ander. De portieken worden voorzien van een betonnen trap met bakstenen leuningen, in plaats van de dunne RVS leuningen die het nu heeft. De entree zelf wordt dus zwaarder aangezet. De bergingen op de balkons die nu de entreegebieden overheersen worden verwijderd, en de overkapping boven de winkels wordt doorgetrokken in verticale richitng langs de balkons waardoor de balkons toch privacy behouden. De winkels op de begane grond worden zo eenvoudig mogelijk ingericht. Hierdoor blijven ze toegankelijk voor elk publiek. Het doel van deze
ruimte is het aantrekken van kleine bedrijven met een sociale inslag off die de wijk versterken. Zo kan men denken aan een koffiehuis of een kinderdagverblijf of een fietsenmaker, maar ook een huisarts of tandarts. Daarnaast worden de bedrijven die zich nu in het blokje aan de Burgemeester van der Vlugtlaan bevinden de mogelijkheid geboden zich hier te vestigen. De plattegronden van de woningen worden niet aangepast. Wel wordt een aantal suggesties gegeven voor het eventueel aanpassen van de plattegrond door middel van een aantal kleine ingrepen. Technisch gezien wordt alleen het dak geïsoleerd.
young families
starters
single
72 RESIDENCE 9 PORTICO’S 90m2
Ook het blok aan de Slotermeerlaan wordt vervangen door een nieuw blok dat zich oriënteert op het plein. Net als voor het andere nieuwe blok geldt dat hier aan de technische eisen van nu moet voldoen en dat de woningen voorzien worden van een lift om ze toegankelijk te maken voor ouderen maar ook gezinnen met kinderen. Er zitten twee type woningen in dit blok. Grotere woningen van ongeveer 90m2 en kleinere woningen voor studenten of alleenstaanden. Zoals verteld is er een op de begane grond een directe toegang tot het plein en de mogelijkheid voor de bewoners het gebied voor hun woning zich toe te eigenen.
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
23
students
starters
single
young families
24 RESIDENCE 3 PORTICO’S 12x 90-100m2 12x 60m2
24
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
In de bestaande blokken worden ook een aantal interventies gemaakt. Zoals verteld wordt de begane grond en de bovenverdieping aangepast. Daarnaast worden er aanpassingen in de portiek gemaakt. De beneden woning is nu via de portiek op de eerste verdieping toegankelijk. De entree van de woningen worden naar de andere kant verplaatst. En de woonkamer en de keuken worden gesitueerd op de begane grond. Boven zijn er drie kamers en een ruime nieuwe badkamer en een aparte ruimte die als berging of wasruimte te gebruiken is. Daarnaast hebben de woningen een grote voortuin die direct aan de openbare ruimte grenst. Hierbij is de keuken het meest naar voren geplaatst en het verlengstuk van de buitenruimte. De woonkamer ligt dieper in het huis en is het meest privé. Er is dus een gradatie vanaf de straat tot in de woning van public naar privé. Op de bovenste verdieping wordt een nieuw woningtype geïntroduceerd. Momenteel is hier een gewone verdieping met daarboven een zolder. Door de zolders op te offeren kan een ruimtelijk heel interessante woning gemaakt worden. Een loft-achtig type, waarbij de openheid van de plattegrond zelf te bepalen is. Door het plaatsen van een tweetal muren kan de woning veranderen van een twee tot vierkamer appartement. De woning wordt voorzien van nieuwe grotere badkamer en extra dakramen. Door de open ruimte komt het licht van twee kanten de woonkamer in. Doordat de ruimte tevens dubbel hoog is en de balken in het zicht blijven ademt de woning een totaal andere sfeer dan de overige woningen in de portiek. De portiek worden eveneens toegankelijk gemaakt. Momenteel is deze er gesloten. Door het toepassen van Braziliaans metselwerk is mogelijk ritmiek in de gevel te bewaren en toch meer licht in de portiek te krijgen. Door dat de ramen op kunnen wordt de ruimte erachter ineens een verblijfsruimte waar men met goed weer prima wezen kan.
(young) families
starters
single
(full grown) families
208 RESIDENCE 26 PORTICO’S 52x 96m2 52x 90m2 104x 70m2
Tussen de bestaande blokken worden nieuwe volumes neergezet. Dit zijn de verbindingstukken tussen de twee bestaande blokken. Het is letterlijk als knoop en verbinding ontworpen. Het bovenste en onderste volume grijpen in elkaar en ook tussen de woningen is een uitwisseling mogelijk. Het onderste blok splitlevel woningen van ongeveer 90m2, waarbij de keuken dubbel hoog is. De opbouw is vergelijkbaar met de begane grond woningen van de bestaande blokken. De entree bevindt zich aan de westzijde, en er is een gradatie van publiek naar privé. De beukmaat van 6 meter wordt doorgezet. Op de bovenste verdieping bevinden zich drie grote slaapkamers, één kleinere ruimte, en een ruime badkamer. Aan de westzijde bevinden zich vijf parkeergarages waardoor elke woning zijn eigen garage kan hebben. De ruimte is echter zo ingericht dat ze eenvoudig, door het plaatsen van een glazen pui, omgebouwd kan worden tot kleine winkel of kantoorruimte. In het bovenste blok bevinden zich een viertal appartementen verdeeld over twee verdieping, waarbij de onderste woningen door middel van een overdekte buitenruimte in verbinding staan met de woningen van het onderste blok. Deze zogenaamde kangaroe woning maakt het mogelijk om dicht bij opa en oma te blijven indien zij zorg nodig hebben, of wanneer beide ouders werk, zorg te ontvangen. De woningen zijn ruim en daarvoor ook prettig te bewonen met oudere kinderen. Voor het gevelbeeld is gekozen voor een strak grit met repeterende ramen. Doordat de volumes vrij excentriek zijn, is het bouwwerk gebaat bij een rustige, eenvoudige gevel. Het formaat van de ramen komt overeen met de hoogte van de ramen van de bestaande bouw. Verder is er door gebruik van baksteen in een andere tint en de doorlopende plint toch een verwantschap tussen het bestaande en het nieuwe. Het gebouw heel sterk geïsoleerd. Daarnaast is er een groen dak toegepast balbalbal
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
25
starters
elderly
(full grown) families
9 RESIDENCE APPARTMENTS 4x 75m2 FAMILY HOUSE 3x 100m2 2x 160m2
Groen gaat ook over duurzaamheid. Nieuwe duurzame ingrepen als A++ gelabelde woningen, goede ventilatie en een groen dak kunnen als voorbeeld voor de ontwikkeling van de wijk dienen. Het is daarom belangen om bij de nieuwe projecten de woningen meteen goed aan te oakken. De bestaande gebouwen worden in dit project alleen geisoleerd op de begane grond en op de het dak. Dit heeft wel ook direct al gevolgen voor de tussen liggende verdiepingen. Dit is voor de toekomst nog niet voldoende. Maar door de nieuwe verdieping meteen goed te isoleren hoeven in de toekomst alles niet opnieuw gedaan te worden, wat dan kosten zal besparen. Daarnaast is het uiteindelijke doel om de wijk te laten functioneren op een warmte koude opslag. Dit is nu nog niet mogelijkheid omdat voor een goed functioneren de woningen beter geïsoleerd moeten zijn. Daarnaast zijn er kort geleden in Nieuwenhuysenbuurt nieuwe CV geinstalleerd. Het vervangen hiervan is eveneens niet duurzaam. Toch kunnen nu al de eerste stappen in de richting van zo’n systeem gezet worden. Allereerst dus door de nieuwe woningen aansluitingsklaar te maken, en daar waar de interventies plaatsvinden meteen de goed te isoleren. In de toekomst zullen ook de kunstof kozijnen en leidingen vervangen moeten worden. Door de activiteiten te spreidden en nu al rekening te houden met een dergelijke inteventie in de toekomst worden kosten gespreid en een grote, kostbare interventie mogelijk gemaakt.
26
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
Uitwerking
JAN VAN ZWANENB UR
JAN V AN ZW AN
ENBU
RGHO F
GHOF
NIEUW
ENHU
YSENS
TRAAT
TRAAT
YSENS WENHU
NIEU
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
27
28
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
29
30
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
31
32
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 121-06-’13
eindrapport A.L. Hagg-Kleingeld 15114652, 21-06-’13
33