Reglement Werken door opdrachtnemers aan de KU Leuven
VERSIE 02 Datum: 07/09/2011
Pagina 1
Inhoud 1.
Algemene bepalingen. .................................................................................................... 4 1.1.
Definities ................................................................................................................. 4
1.2.
Toepassingsgebied ................................................................................................. 4
1.3.
Wettelijke verplichtingen .......................................................................................... 5
1.4.
Kennisname reglement ........................................................................................... 5
1.5.
Onkosten bij niet naleven ........................................................................................ 5
2.
Aanduiding en rol verantwoordelijke van de opdrachtnemer. .......................................... 6
3.
Aanduiding en rol verantwoordelijke opdrachtgever ....................................................... 6
4.
Informatie-uitwisseling en risicoanalyse .......................................................................... 6
5.
Bijzondere werktoelatingen ............................................................................................ 7
6.
Verbodsbepalingen ........................................................................................................ 8 6.1.
Roken...................................................................................................................... 8
6.2.
Alcohol .................................................................................................................... 8
6.3.
Bedieningen. ........................................................................................................... 8
7.
Signalisatie en pictogrammen......................................................................................... 8
8.
Noodsituaties ................................................................................................................. 8 8.1.
Waarschuwen van de hulpdiensten via het noodnummer. ....................................... 8
8.2.
Alarmsignalen. ........................................................................................................ 9
8.3.
Evacuatieprocedure ................................................................................................ 9
8.4.
Evacuatieoefeningen ..............................................................................................10
8.5.
Brand/ontploffing ....................................................................................................10
8.6.
EHBO arbeidsongevallen. ......................................................................................10
8.7.
Milieuhinder of verontreiniging ................................................................................10
Pagina 2
9.
Werf ..............................................................................................................................11 9.1.
10.
Algemene bepalingen.............................................................................................11 Materiaal en uitrusting................................................................................................11
10.1.
Materiaal, uitrusting en gereedschappen van de KU Leuven ..............................11
10.2.
Materiaal en uitrusting en gereedschappen van de opdrachtnemer ....................11
11.
Gevaarlijke producten ................................................................................................12
11.1.
Gevaarlijke producten ingezet door opdrachtnemer ............................................12
11.2.
Gevaarlijke producten aan de KU Leuven. ..........................................................12
11.3.
gebruik van gasflessen .......................................................................................12
11.4.
Asbest ................................................................................................................13
Bijlage 1 Schriftelijke toelatingen. .........................................................................................14 Bijlage 2 Algemene Milieu- en Veiligheidsregels...................................................................24 Bijlage 3 Betekenis van belangrijkste pictogrammen en signalisatie .....................................25
Pagina 3
1. Algemene bepalingen. 1.1. Definities Volgende begrippen worden in het reglement gebruikt: • Opdrachtnemer: verzamelnaam voor hoofdaannemer, onderaannemer, contractor, zelfstandige, dienstverlener … • Projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven: het KU LEUVEN-personeelslid of –leden, nominatief aangeduid voor de interne KU LEUVEN-communicatie en de onderlinge samenwerking tussen KU LEUVEN en de opdrachtnemer. De coördinaten van deze persoon worden doorgegeven aan de verantwoordelijke van de opdrachtnemer. • Verantwoordelijke van de opdrachtnemer: personeelslid van de (hoofd)aannemer nominatief aangeduid voor de interne communicatie bij de aannemer en de onderlinge samenwerking tussen de (hoofd)aannemer en KU LEUVEN. Deze persoon geeft zijn/haar coördinaten aan de projecteigenaar / projecttechnicus KU LEUVEN. • Werfzone: de ruime zone waarbinnen de werken worden uitgevoerd, en elke zone die gebruikt wordt voor ondersteuning van de werken. • Dienst VGM: Dienst Veiligheid, Gezondheid en Milieu van de KU Leuven. In deze dienst is ook de Interne Dienst Preventie en Bescherming op het Werk vervat.
1.2. Toepassingsgebied Dit reglement heeft als doel de veiligheid en gezondheid zowel van de werknemers van de opdrachtnemer als van het KU Leuven personeel maximaal te garanderen. Het reglement bepaalt de regels en basisprincipes die binnen KU Leuven gelden met betrekking tot werken die door opdrachtnemers, in opdracht van KU Leuven, worden uitgevoerd. Het kadert binnen de toepassing van de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de Codex die er uitvoering aan geeft, het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.), het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.) en de diverse bijhorende uitvoeringsbesluiten. Dit reglement maakt integraal deel uit van elke overeenkomst tussen KU Leuven en een aannemer die werken uitvoert of zal uitvoeren binnen KU Leuven. Alle personeelsleden en eventuele onderaannemers die de opdrachtnemer binnen KU Leuven werken laat uitvoeren, moeten op de hoogte zijn van de inhoud van onderhavig reglement. Zij moeten dit reglement strikt toepassen. Bij onduidelijkheid dient de opdrachtnemer, de projecteigenaar of projecttechnicus van de KU Leuven te contacteren. Deze zal dan uitsluitsel geven. De opdrachtnemer verbindt zich ertoe dit reglement toe te passen tijdens de ganse duur van de werken.
Pagina 4
1.3. Wettelijke verplichtingen De maatregelen in dit reglement ontslaan de opdrachtnemer in geen geval van de wettelijke verplichtingen en verantwoordelijkheden, in het bijzonder wat betreft de goede uitvoering van de werken. De opdrachtnemer blijft volledig verantwoordelijk voor de toepassing van de wetteksten en de van kracht zijnde reglementen over arbeidswetgeving, milieuwetgeving, sociale zekerheid en de Europese regelgeving. De opdrachtnemer zal, vooraleer de werkzaamheden aan te vatten, KU LEUVEN op de hoogte brengen van alle risico’s die zijn werkzaamheden met zich kunnen meebrengen, alsook van de preventiemaatregelen die zullen getroffen worden om de risico’s te voorkomen, schade te voorkomen of te beperken. Op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zal de uitwisseling van deze informatie gebeuren bij aanbesteding in toepassing van art. 30 van het KB tijdelijke of mobiele bouwplaatsen van 25 januari 2001 (KB TMB).
1.4. Kennisname reglement Bij het aanvaarden van de opdracht wordt verondersteld dat de opdrachtnemer kennis genomen heeft van dit reglement. Hij verbindt zich er toe om vóór de aanvang van de werken zijn personeelsleden en/of onderaannemers die werken dienen uit te voeren op het terreinen van KU LEUVEN op de hoogte te brengen en op te leiden om een correcte naleving van dit reglement te verzekeren. De KU Leuven kan de opdrachtnemer er toe verplichten met de werknemers een opstartvergadering of toolboxmeeting te organiseren. Daarbij zal de opdrachtnemer de maatregelen bij de werken in het algemeen of bij specifieke handeling waarvoor een bijzonder werktoelating (zie 5.) vereist is toelichten aan zijn werknemers die voor de werken ingezet zullen worden. De KU Leuven kan van de opdrachtnemer eisen dat hij een schriftelijk verslag van deze vergadering aflevert, ondertekend door de betrokken werknemers. De opdrachtnemer verbindt zich er toe werknemers werkzaamheden uit te laten voeren met de juiste en vereiste kwalificaties. De KU LEUVEN behoudt zich het recht voor om de kennis en toepassing van dit reglement te testen op basis van steekproeven bij medewerkers van opdrachtnemer die op de terreinen van KU LEUVEN werkzaamheden uitvoeren. Indien vastgesteld wordt dat het reglement onvoldoende gekend is of niet wordt gerespecteerd kan de KU Leuven de werken ogenblikkelijk onderbreken. De vertragingen en of kosten die eventueel het gevolg hiervan zijn worden op geen enkele wijze aanvaard, noch vergoed door KU Leuven. Vooraleer, in dergelijk geval, de werken kunnen worden verder gezet, dient de verantwoordelijke van de opdrachtnemer zijn werknemers de nodige instructies te geven of maatregelen te treffen om het reglement toe te passen en het bewijs hiervan tegenover KU Leuven te leveren. Hiertoe brengt hij de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven op de hoogte van de gegeven instructies. Indien de KU Leuven hiervoor in opleiding dient te voorzien, worden de kosten hiervoor in rekening gebracht.
1.5. Onkosten bij niet naleven Alle onkosten voortkomend uit het niet toepassen van dit reglement zijn ten laste van de opdrachtnemer. Volgende bepalingen zoals voorzien in de wetgeving zijn uitdrukkelijk van toepassing: a)Elke onderneming van buitenaf die activiteiten uitvoert aan de KU Leuven verbindt er zich toe het “reglement voor werken met derden aan de KU Leuven” na te leven en door zijn onderaannemers te doen naleven.
Pagina 5
b)Indien de onderneming van buitenaf het reglement niet of gebrekkig naleeft, kan de KU Leuven zelf de nodige maatregelen treffen, op kosten van de onderneming van buitenaf; c)De onderneming van buitenaf die een beroep doet op een onderaannemer of onderaannemers voor het uitvoeren van activiteiten aan de KU Leuven, verbindt er zich toe om in de overeenkomst(en) met deze onderaannemer(s) de bedingen op te nemen zoals bedoeld onder a) en b), wat inzonderheid inhoudt dat zij zelf, indien de onderaannemer her “reglement voor werken met derden aan de KU Leuven” niet of gebrekkig naleeft, de nodige maatregelenkan treffen op kosten van de onderaannemer. Ook indien bij een incident blijkt dat medewerkers van de opdrachtnemer niet op de hoogte waren van dit reglement zullen de kosten van de eventuele incidentschade die het gevolg is van deze gebrekkige kennis door KU LEUVEN in rekening gebracht worden. De inbreuken op dit reglement en op de voorschriften zoals vermeld in het ARAB en VLAREM I en II, e.d., kunnen aanleiding geven tot een toegangsverbod op de werf, zonder betaling van een schadevergoeding en zonder verlenging van de uitvoeringstermijn van de werken.
2. Aanduiding en rol verantwoordelijke van de opdrachtnemer. De opdrachtnemer zal vanaf het begin van de werken, naam, adres en kwalificatie van de verantwoordelijke van de opdrachtnemer opgeven, die de nodige instructies kan ontvangen en toepassen. Deze persoon zal ook instaan voor de veiligheid op de werf/werkplaats. De verantwoordelijke van de opdrachtnemer verzekert alle contacten met KU LEUVEN en is op eenvoudig verzoek aanwezig bij vergaderingen op initiatief van KU LEUVEN. De verantwoordelijke van de opdrachtnemer dient de Nederlandse taal machtig te zijn èn een taal die de werknemers die voor het werk worden ingezet begrijpen en spreken. Er wordt aangenomen dat de opdrachtnemer op ieder ogenblik op de hoogte is van alle beslissingen of wijzigingen die besproken werden tussen KU LEUVEN en de verantwoordelijke van de opdrachtnemer. Elke wijziging van de verantwoordelijke van de opdrachtnemer moet medegedeeld worden aan de projecteigenaar / projecttechnicus van de KU LEUVEN.
3. Aanduiding en rol verantwoordelijke opdrachtgever De KU Leuven zal aan de opdrachtnemer voor de start van de werken meedelen wie de projecteigenaar en of projecttechnicus KU Leuven is van het werk dat wordt uitgevoerd.
4. Informatie-uitwisseling en risicoanalyse Elke opdrachtnemer is er toe gehouden een analyse van de risico’s met betrekking tot de uitvoering van het werk op te maken in overeenstemming met art. 5 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen wordt deze risicoanalyse bovendien ook opgesteld volgens art. 50 van het KB TMB. In elk geval worden in de risicoanalyse naast de risico’s voor eigen werknemers van de opdrachtnemer ook eventuele risico’s voor personen in de omgeving en derden geanalyseerd.
Pagina 6
Indien uit deze risicoanalyse blijkt dat personen (personeel, studenten,...), proefopstellingen, installaties, gebouwen,.... belangrijke risico’s lopen, zullen de te nemen maatregelen in overleg met de projecteigenaar/projecttechnicus KU Leuven en voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen eveneens met de veiligheidscoördinator bepaald worden. De aannemer zal zijn werkzaamheden niet starten voor de projecteigenaar/ projecttechnicus en voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen eveneens de veiligheidscoördinator deze risicoanalyse heeft ontvangen. De beheersmaatregelen die volgen uit de analyses worden door de opdrachtnemer zelf geïmplementeerd.
5. Bijzondere werktoelatingen Voor het uitvoeren van bepaalde werken of handelingen is voorafgaand een schriftelijke toelating vereist. De opdrachtnemer mag het werk pas aanvatten of de handeling stellen nadat hij in het bezit is van deze toelating. De toelating wordt afgeleverd door de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven. In de toelating worden de te nemen voorbereidende maatregelen bepaald en wordt geregistreerd wie zal instaan voor de uitvoering ervan. Alle betrokken partijen dienen de toelating voor akkoord te ondertekenen. Voor volgende werken/handelingen is een bijzondere werktoelating vereist: - onderbreken of wijzigen van ventilatie - onderbreken of wijzigen van gas-, water- of electriciteitstoevoer - werken in een laboratorium - werken in een serverruimte - werken in Ex-zones (zones waarin een explosieve atmosfeer kan ontstaan) - Werken onder electrische spanning. Het model van toelating is opgenomen in bijlage 1. De werken mogen pas aangevat worden nadat alle betrokkenen zich akkoord verklaren met de werken en de vermelde voorbereidende maatregelen zijn genomen.
Pagina 7
6. Verbodsbepalingen 6.1. Roken Aan de KU Leuven geldt een algemeen rookverbod in de universitaire gebouwen.
6.2. Alcohol Het is verboden alcoholhoudende dranken te nuttigen in de gebouwen van de KU Leuven.
6.3. Bedieningen. Het is verboden om op eigen initiatief kranen open- of dichtdraaien, schakelaars te bedienen, of regelinstellingen te veranderen, tenzij dit uitdrukkelijk deel uitmaakt van de opdracht of voorafgaandelijk hiervoor door de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven toelating werd verleend.
7. Signalisatie en pictogrammen De opdrachtnemer leidt zijn werknemers op inzake het herkennen en interpreteren van de aan de KU Leuven gebruikte pictogrammen en signalisatie. In het bijzonder zal hij ter plaatse de nodige aandacht vestigen op de pictogrammen in en in de nabijheid van de werfzone en zijn medewerkers de betekenis van de pictogrammen zoals gevoegd in bijlage 3 toelichten. Tenzij anders overeengekomen met de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven dienen de verbod-, gebod- en voorzorgmaatregelen zoals volgend uit de betekenis van de pictogrammen strikt te worden gevolgd.
8. Noodsituaties Indien tijdens de werken onveilige toestanden worden vastgesteld, ook al is dit geen gevolg van de eigen aannemingswerken, dient men onmiddellijk de Projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven te verwittigen. Indien het gaat om acuut dreigend gevaar dient het noodnummer te worden gewaarschuwd en eventueel het bevel tot evacuatie te worden gegeven. Iedereen aanwezig in de gebouwen van de KU Leuven is er toe gehouden gevolg te geven aan alarmsignalen of instructies van de hulpdiensten.
8.1. Waarschuwen van de hulpdiensten via het noodnummer. Hiervoor is dag en nacht een telefoonnummer beschikbaar 22.22. of via een buitenlijn: 016/32.22.22.
Dit moet gebruikt worden in noodsituaties op de terreinen van de KU Leuven, zoals: 1. Brand of rookontwikkeling 2. Evacuatie van een gebouw 3. Nood aan een ziekenwagen
Pagina 8
4. Een bommelding 5. Een explosie. 6. Een zwaar arbeidsongeval. 7. Vechtpartijen, inbraak, ... 8. Melden van verdachte personen of situaties 9. Wegvallen van nutsvoorzieningen (ventilatie, water, gas, elektriciteit) in een gebouw of deel ervan. 10. alle omstandigheden waarbij onmiddellijke interventie noodzakelijk is Het is noodzakelijk om het noodnummer van de KU Leuven te gebruiken en niet rechtstreeks de brandweer of de Dienst 112 te verwittigen. De meldkamer van de KU Leuven bezorgt immers belangrijke bijkomende informatie aan de interventiediensten en stuurt ook interne hulpploegen van de KU Leuven aan die de externe interventiediensten kunnen ondersteunen. Geef bij het contacteren van het noodnummer de volgende inlichtingen, traag en duidelijk: - naam en functie - naam en adres van het gebouw - de verdieping (eventueel het lokaalnummer) - reden van de oproep Blijf in de buurt, ter beschikking van de opgeroepen hulpdiensten om hen de nodige informatie te geven.
8.2. Alarmsignalen. In de universitaire gebouwen worden twee signalen gebruikt: - een waarschuwingssignaal: wordt gegeven door de activering van de sirenes gedurende 3-10 seconden. Het weerklinken van dit signaal betekent dat in het gebouw een branddetector werd geactiveerd en geeft opdracht aan de eerste interventieploeg van de KU Leuven om op zoek te gaan naar de oorzaak. De werknemers van de opdrachtnemer dienen naar aanleiding van dit signaal geen specifieke actie te ondernemen. Wel wordt een verhoogde waakzaamheid gevraagd voor eventuele abnormale situaties in de onmiddellijke nabijheid van de werken. - een evacuatiesignaal: in dit geval worden dezelfde sirenes geactiveerd gedurende langere tijd (5 minuten). Van zodra dit signaal weerklinkt wordt de evacuatie van het gebouw gestart en krijgen alle aanwezigen het bevel het gebouw te verlaten, inclusief bezoekers en werknemers van opdrachtnemers.
8.3. Evacuatieprocedure Bij het horen van het evacuatiesignaal: - schakel elektrische toestellen uit - doof toortsen, branders…. - sluit ramen en deuren - verlaat onmiddellijk het gebouw Is de reguliere uitgang door vuur of rook versperd, dan dienen de nooduitgangen gebruikt te worden door de daarvoor voorziene groene pictogrammen te volgen.
Pagina 9
Alle personen die het gebouw verlaten, begeven zich naar de verzamelplaats en wachten daar op nadere instructies van de hulpploegen. Niemand gaat het gebouw weer binnen, zonder dat daarvoor uitdrukkelijk toestemming is gegeven, ook niet nadat de sirenes zijn gestopt!
8.4. Evacuatieoefeningen De KU Leuven organiseert op jaarlijkse basis evacuatieoefeningen in haar gebouwen. Ook medewerkers van een opdrachtnemer die in de gebouwen aanwezig zijn dienen te allen tijde gevolg te geven aan het bevel tot evacueren. 8.5. Brand/ontploffing De opdrachtnemer is verantwoordelijk tegenover schade aan derden. De verantwoordelijke van de opdrachtnemer waakt voortdurend over de toepassing van de reglementen in verband met brandveiligheid, zoals onder meer beschreven in art. 52 van het ARAB. Brandblusapparaten moeten in voldoende mate door de opdrachtnemer geplaatst worden in de lokalen en op de werven waar de opdrachtnemer werkt, tenzij deze reeds aanwezig zijn. Ingeval van brand zullen onderstaande stappen doorlopen worden: 1. Alarmeer uw onmiddellijke omgeving en laat het noodnummer bellen 2. Blus, één poging 3. Evacueer het gebouw indien nodig door het indrukken van een handmelder 4. Waarschuw het noodnummer. 5. Blijf ter plaatse voor informatieverstrekking aan de hulpdiensten. Gebruikte brandblusapparaten mogen niet terug projectverantwoordelijke KU Leuven.
worden opgehangen. Meldt dit aan de
8.6. EHBO arbeidsongevallen. Elke onderneming moet in regel zijn met de van toepassing zijnde wetten en de nodige installaties aanbrengen om de eerste zorgen toe te kunnen dienen op de werf. Indien bijkomende hulp vereist is dient het noodnummer te worden gewaarschuwd. Elk arbeidsongeval op de terreinen van de KU Leuven dat ingevolge de reglementering ter zake dient gemeld te worden aan de Arbeidsinspectie dient onmiddellijk ter informatie gemeld te worden aan de projecteigenaar / projecttechnicus van KU LEUVEN. Tevens moet een kopie van de reglementaire ongevallenaangifte overgemaakt worden aan de dienst VGM van de KU Leuven.
8.7. Milieuhinder of verontreiniging Bij elke ongeplande milieuhinder of verontreiniging (lekken, morsen, accidentele lozing naar bodem, lucht of water) dient men deze onmiddellijk op te ruimen met passend absorptiemateriaal en de
Pagina 10
projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven te verwittigen. Bij ernstig incident of bij afwezigheid van de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven dient het noodnummer te worden gebeld.
9. Werf 9.1. Algemene bepalingen Indien KU LEUVEN-personeel of publiek over de werf dient te gaan, dan zal de opdrachtnemer de nodige doorgangen op een veilige manier inrichten, o.a. rekening houdend met mogelijk vallende voorwerpen, verlichting, aanduidingen, etc. Alle elementen die een hinder kunnen vormen voor het verkeer, moeten zichtbaar aangegeven zijn gedurende dag en nacht en dit volgens de wettelijke voorschriften; Bij het hijsen van lasten dient er door de opdrachtnemer door middel van signalisatie en omheiningen voor gezorgd te worden dat personen die geen functie hebben op de werf zich niet onder de last kunnen begeven. De doorgangen, trappen, (nood)uitgangen en de toegang tot brandweermateriaal moeten op elk ogenblik van de werken vrij en toegankelijk blijven, tenzij anders overeengekomen; Ter voorkoming van brand dient de opdrachtnemer steeds:
10.
de hoeveelheden brandbaar materiaal te beperken verpakkingsmateriaal dagelijks te verwijderen afstand te houden tussen warmtebronnen en brandbare materialen bij het verlaten van het lokaal op het einde van de werkdag alle eigen elektrische toestellen uit te schakelen en de stekkers uit de contactdozen te verwijderen de ramen en deuren te sluiten en de lichten te doven bij het verlaten van de lokalen.
Materiaal en uitrusting 10.1. Materiaal, uitrusting en gereedschappen van de KU Leuven
Materiaal, uitrusting en gereedschappen van de KU Leuven mogen enkel na uitdrukkelijke toestemming door de opdrachtnemer gebruikt worden.
10.2. Materiaal en uitrusting en gereedschappen van de opdrachtnemer Gereedschappen en arbeidsmiddelen. Alle gebruikte gereedschappen en arbeidsmiddelen, inclusief de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen dienen conform te zijn met de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, in het bijzonder de welzijnswet (en uitvoeringsbesluiten), het A.R.A.B., het AREI… Op vraag van KU LEUVEN moet de opdrachtnemer het bewijs leveren dat de gebruikte toestellen of installaties de door de reglementering voorziene keuringen door de ter zake bevoegde organismen ondergingen en dat aan de opmerkingen de gepaste gevolgen werden gegeven;
Pagina 11
Stellingen Indien er gebruik gemaakt wordt van stellingen die ter plaatse worden opgebouwd en waarbij een val van 2 meter of meer mogelijk is, dient de stelling te worden opgebouwd door een persoon die hiertoe een passende opleiding gekregen heeft. De aannemer zal op eenvoudige vraag hiervan het bewijs leveren. Antival-beveiliging Op de plaatsen waar een antival-beveiliging voorzien is, zijn de uitvoerders verplicht deze te gebruiken. Hiertoe dient de betrokken aannemer de nodige harnassen te voorzien en vooraf na te gaan of de te gebruiken systemen compatibel zijn. Hefwerktuigen, heftoebehoren en aanslagmiddelen Voor alle hefwerktuigen, heftoebehoren en aanslagmiddelen die op de werf aanwezig zijn, moet het verslag voor indienststelling en het meest recente keuringverslag kunnen voorgelegd worden. Indien op het verslag melding wordt gemaakt van inbreuken mogen deze middelen niet langer gebruikt worden zolang er geen nieuwe controle door een Externe Dienst voor Technische Controles werd uitgevoerd.
11.
Gevaarlijke producten 11.1. Gevaarlijke producten ingezet door opdrachtnemer
Alle, door de aannemer, gebruikte producten moeten reglementair geëtiketteerd en opgeslagen worden. De veiligheidsgegevens van producten moeten, op het ogenblik van het gebruik, ter plaatse ter beschikking worden gehouden. Deze kunnen op elk ogenblik door de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven of door interne en externe interventiediensten opgevraagd worden. Indien er gevaarlijke producten dienen te worden opgeslagen in een hoeveelheid die de dagelijkse verbruikbare hoeveelheid overtreft, zal in overleg met de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven de locatie bepaald worden alsook de voorwaarden waaronder de opslag kan gebeuren.
11.2. Gevaarlijke producten aan de KU Leuven. Binnen de gebouwen van de KU Leuven kan men geconfronteerd worden met allerlei risico’s, o.a. risico’s verbonden aan het gebruik van gevaarlijke producten, ioniserende straling (werken met radioactieve producten), niet-ioniserende straling (laser, UV, e.d.), biologische agentia (werken met bacteriën, e.d.), elektriciteit, enz. Voor de aanduiding van de hiermee verbonden risico’s wordt gebruik gemaakt van de gangbare pictogrammen. In bijlage 3 worden de belangrijkste verklaard.
11.3. gebruik van gasflessen Niet in gebruik zijnde gasflessen dienen steeds buiten de gebouwen opgeslagen te worden, voorzien van een beschermkap en beveiligd tegen omvallen. Bij gebruik van gassen moeten de voor het gas en de toepassing geschikte toebehoren gebruikt worden.
Pagina 12
11.4. Asbest De visueel waarneembare aanwezige asbest is opgenomen in een inventaris. De opdrachtnemer raadpleegt deze hem ter beschikking gestelde inventaris en gaat na of asbesthoudende toepassingen tijdens de werken beschadigd kunnen worden of gemanipuleerd moeten worden en neemt de gepaste maatregelen. Van zodra de opdrachtnemer een toepassing vermoed van asbest waarvan hij niet op voorhand op de hoogte is gebracht contacteert hij hiervoor de projecteigenaar / projecttechnicus van de K.U. Leuven. In afwachting dient het betrokken materiaal onberoerd te blijven.
Pagina 13
Bijlage 1 Schriftelijke toelatingen. Schriftelijke toelating voor het uitvoeren van specifieke handelingen of werken waarvoor een voorafgaandelijke toelating is vereist. VERSIE 02 Datum: 07/09/2011 Dit document geldt als toelating op voorwaarde dat elk van de betrokken partijen het document hebben ondertekend en zich akkoord verklaren met de inhoud.
B I J Z O N D E R E
p 1/2
Identificatie van het werk Werknummer: Perceelnummer: Opdrachtnemer: Periode waarvoor toelating geldt:
de van
tot
Locatie van het werk: W E R K T O E L A T I N G
Afdeling:
Gebouw:
Lokaalnummer:
Installatie:
Onderdelen van het werk of de handeling waarvoor een schriftelijke toelating wordt afgeleverd (meerdere mogelijkheden kunnen worden aangeduid): -onderbreken of wijzigen van ventilatie
- onderbreken of wijzigen van gas-, water- of elektriciteitstoevoer
- werken in een laboratorium
- werken in een serverruimte
- werken in een Ex-zone
- werken onder electrische spanning
Pagina 14
Vereiste voorzorgsmaatregelen onderbreken of wijzigen van ventilatie: Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel
Gebruikers
De VGM-antennecoördinator(en) en lokale contactpersonen van het betrokken gebouwdeel dienen verwittigd te worden van de aard van de onderbreking of wijziging.
Na de werken dient een functionele controle van de goede werking van de ventilatie plaats te vinden. Ook andere ruimten waarin de ventilatie kan beïnvloed zijn door de werken dienen deze controle te ondergaan.
Gebruikers dienen verwittigd te worden dat de ventilatie opnieuw in werking is gesteld en functioneert.
Pagina 15
Niet van toepassing
Opdrachtnemer
Gebruikers
Projecttechnicus
Opdrachtnemer
Gebruikers van de ruimten die beïnvloed worden door de werken dienen verwittigd te worden van de aard van de onderbreking of wijziging
Gebruikers dienen verwittigd te worden van de aard van de onderbreking of de wijziging. Op de betrokken zuurkasten dient een aanduiding te worden aangebracht van nietfunctioneren. De signalisatie hiervoor kan bekomen worden bij de dienst VGM
Projecteigenaar
Projecttechnicus
Laboratoriumactiviteiten gaan door zonder of met onvoldoende ruimteventilatie
Niet van toepassing
Maatregel
Projecteigenaar
Maatregel uit te voeren voor:
Risico
Laboratoriumactiviteiten gaan door zonder of met onvoldoende debieten van de zuurkasten of puntafzuigingen
Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk
Ontstaan van explosieve atmosfeer
Na de werken dient een controlemeting van de goede werking van de ventilatie plaats te vinden. Ook andere puntafzuigingen en zuurkasten waarvan de werking kan beïnvloed zijn door de werken dienen te worden nagemeten
De aanduiding van niet-functioneren dient verwijderd te worden. De gebruikers worden geïnformeerd van het einde van de werken
Indien de werken het uitschakelen van de ventilatie met zich meebrengt in EX-gezoneerde ruimten dient de dienst VGM om advies te worden gevraagd omtrent de te nemen maatregelen.
Pagina 16
Vereiste voorzorgsmaatregelen bij onderbreken of wijzigen van gas-, water- of elektriciteitstoevoer
Risico
Maatregel
Projecttechnicus
Opdrachtnemer
Gebruikers
Niet van toepassing
Projecteigenaar
Projecttechnicus
Opdrachtnemer
Gebruikers
Niet van toepassing
Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk
Projecteigenaar
Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel
Experimenten of installaties die gaswaterof elektriciteitstoevoer vereisen worden op een ongecontroleerde manier beïnvloed.
De lokale contactpersonen TD in het gebouw of gebouwdeel worden op de hoogte gebracht van de aard van de onderbreking en worden verzocht verder te communiceren aan de gebruikers. In de communicatie wordt aangegeven welke nutsvoorzieningen wegvallen met welke timing en welke gevolgen dit heeft voor de voorzieningen in het gebouw (koeling, ventilatie, verwarming,…)
De VGM-antennecoördinatoren van eenheden in het gebouw of gebouwdeel worden op de hoogte gebracht van de aard van de onderbreking en worden verzocht verder te communiceren aan de gebruikers. In de communicatie wordt aangegeven welke nutsvoorzieningen wegvallen met welke timing en welke gevolgen dit heeft voor de voorzieningen in het gebouw (koeling, ventilatie, verwarming,…)
Indien door het uitschakelen van de nutsvoorzieningen ook de ventilatie wordt beïnvloed dienen de nodige maatregelen te worden getroffen (zie: “Vereiste voorzorgsmaatregelen onderbreken of wijzigen van ventilatie”)
Maatregel uit te voeren voor:
Pagina 17
Vereiste voorzorgsmaatregelen bij werken in een laboratorium
Projecttechnicus
Opdrachtnemer
Gebruikers
Zij dienen in te staan voor: - het verwijderen uit de werkzone van alle chemische producten, biologische agentia, radioactieve elementen. - Het voorafgaandelijk reinigen of ontsmetten van alle oppervlakken die zullen aangeraakt worden tijdens de werken. - Het veilig stellen van proefopstellingen. - Het informeren van de projecteigenaar/ projecttechnicus van de PBM’s die dienen gedragen te worden bij het betreden van het laboratorium tijdens de werken. - Het informeren van de projecteigenaar/projecttechnicus omtrent de chemische, biologische of radioactieve stoffen die aanwezig kunnen zijn in leidingen of infrastructuur die tijdens de werken worden geopend of gemanipuleerd. In geval het gaat om werken in een ruimte waar met radioactieve bronnen wordt gewerkt (herkenbaar aan
Pagina 18
Niet van toepassing
Projecteigenaar
Maatregel uit te voeren voor: Niet van toepassing
De gebruikers dienen toestemming te geven voor het doorgaan van de werken:
Gebruikers
Contact met chemische producten, biologische agentia, radioactieve elementen
Opdrachtnemer
Maatregel
Projecttechnicus
Risico
Controle van het nemen van de maatregel voor de start van het werk
Projecteigenaar
Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel
pictogram) dient de ruimte te worden vrijgegeven door VGM.
tijdelijk
Indien nodig dienen maatregelen te worden genomen om stofproductie te voorkomen
Indien nodig dient de detector in de betrokken ruimte buiten werking te worden gesteld door de werkplaatsen K.U. Leuven.
Na afloop van de werken dienen buiten gebruik gestelde detectoren opnieuw in werking te worden gesteld door de werkplaatsen KU Leuven
Er dient met de gebruikers nagegaan te worden of chemische, biologische of radioactieve stoffen aanwezig kunnen zijn in leidingen of andere infrastructuur die tijdens de werken worden geopend of gemanipuleerd.
Beschadiging van onderzoeksapparatuur
Ongewilde activering van de branddetectie
Gevoelige apparatuur verwijderd te worden.
dient
afgeschermd
of
Pagina 19
Vereiste voorzorgsmaatregelen bij werken in een serverruimte
Projecttechnicus
Opdrachtnemer
Gebruikers
Niet van toepassing
Voor zover aanwezig dient de automatische blussing te worden geborgd in overleg met de beheerder van de serverruimte.
Projecteigenaar
Ongewilde activering van de automatische blussing
Stofdichte afscherming van gevoelige apparatuur
Niet van toepassing
de door
Gebruikers
van
Opdrachtnemer
Beschadiging apparatuur stofproductie
Maatregel
Projecttechnicus
Risico
Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk
Projecteigenaar
Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel
Maatregel uit te voeren voor:
Pagina 20
Vereiste voorzorgsmaatregelen bij werken onder elektrische spanning:
Projecttechnicus
Opdrachtnemer
Gebruikers
Niet van toepassing
Projecttechnicus
Elektrocutieen brandgevaar / Risico op beschadiging van aangesloten toestellen.
Het advies van de installatieverantwoordelijke dient ingewonnen te worden met betrekking tot de te nemen maatregelen.
De uitvoerder van de werken dient te beschikken over een BA5-attest uitgereikt door de installatieverantwoordelijke.
Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk Projecteigenaar
Maatregel
Pagina 21
Niet van toepassing
Maatregel uit te voeren voor: Gebruikers
Opdrachtnemer
Risico
Projecteigenaar
Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel
Vereiste voorzorgsmaatregelen bij werken in een EX-zone:
Projecttechnicus
Opdrachtnemer
Gebruikers
Niet van toepassing
Projecttechnicus
Door de mogelijke aanwezigheid van een explosieve atmosfeer kan bij ontsteking een explosie plaatsvinden
Het advies van de dienst VGM dient ingewonnen te worden met betrekking tot de te nemen maatregelen.
Recipiënten en apparatuur die voor een explosieve atmosfeer zorgen dienen verwijderd te worden
De werken dienen plaats te vinden onder constante monitoring van de concentraties aan ontvlambare gassen en dampen
De werken moeten uitgevoerd worden met uitsluitend explosieveilige apparatuur die is aangepast aan de zone waarin de werken plaatsvinden
Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk Projecteigenaar
Maatregel
Pagina 22
Niet van toepassing
Maatregel uit te voeren voor: Gebruikers
Opdrachtnemer
Risico
Projecteigenaar
Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel
Verklaring van de KU Leuven projecteigenaar / projecttechnicus. Ik verklaar de werkzaamheden en de te nemen voorzorgsmaatregelen te hebben besproken met de opdrachtnemer en de gebruikers. Ik verbind mij er toe om de door mij te nemen maatregelen tijdig uit te voeren of te laten uitvoeren Naam:
telefoonnummer:
Handtekening:
Verklaring van de afdelingsleiding (gebruikers): Ik verklaar kennis te hebben genomen van de aard van de werken die zullen uitgevoerd worden en ben akkoord met de te nemen voorzorgsmaatregelen. Ik verbind mij er toe om de door de afdeling te nemen maatregelen tijdig te laten uitvoeren. Ik zal de installatie pas (opnieuw) in dienst nemen nadat ik mij vergewist heb van het einde van de werken. Naam:
telefoonnummer
Handtekening:
Verklaring van de verantwoordelijke van de opdrachtnemer: Ik verklaar kennis te hebben genomen van de te nemen voorzorgsmaatregelen. Ik verbind mij er toe om de werken pas te starten na vaststelling dat alle noodzakelijke maatregelen zijn genomen. Indien zich tijdens de uitvoering onvoorziene omstandigheden voordoen neem ik onmiddellijk contact met de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven. Naam:
telefoonnummer
Handtekening
Pagina 23
Bijlage 2 Algemene Milieu- en Veiligheidsregels.
Pagina 24
Gebruik van PBM’s
ALGEMENE MILIEU- EN VEILIGHEIDSREGELS
VERSIE 02 Datum: 19/01/2012 p 1/1
In het kader van uw opdracht bent u verplicht onderstaande voorschriften na te leven. Indien dit om bepaalde redenen niet kan, neemt u contact met de u toegewezen projecteigenaar KU Leuven Toegang Betreed enkel de zones waarin de werken uitgevoerd worden Lokalen waar door pictogrammen aangeduid is dat er geen toegang voor onbevoegden toegelaten is, mag u pas betreden na akkoord van uw projecteigenaar KU Leuven. Verboden In de gebouwen van de KU Leuven geldt een algemeen rookverbod. Het is verboden alcoholische dranken te gebruiken in de gebouwen of op de terreinen van de KU Leuven Het is verboden evacuatiewegen te versperren zonder voorafgaand akkoord van de projecteigenaar KU Leuven Toelating Voor volgende handelingen of werken heeft u voorafgaandelijk een (schriftelijke) bijzondere werktoelating nodig van uw projecteigenaar: - onderbreken of wijzigen van ventilatie - onderbreken of wijzigen van gas-, water of electriciteitstoevoer - werken in een laboratorium - werken in een serverruimte - werken onder spanning - werken in een EX-zone (zone met risico op ontplofbare atmosfeer) Afval
U bent verplicht om het afval dat voortkomt uit uw werk (verpakkingsafval, zelf geproduceerd afval,…) op te ruimen en mee te nemen tenzij anders overeengekomen.
Materiaal en uitrusting
KU Leuven materiaal en uitrusting mogen pas na uitdrukkelijke toestemming door u worden gebruikt
Asbest
Gevaarlijke producten
Noodsituaties Alarmsignaal van 3 seconden Alarmsignaal van meer dan 3 seconden Gevaarlijke situaties, dreigend gevaar, verwondingen
Vragen
U dient steeds de voor uw werk aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Bovendien dient u ook de persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen die door de KU Leuven via pictogrammen verplicht worden gesteld. Voorafgaand aan de werken dient de asbestinventaris van de KU Leuven geconsulteerd te worden. Hiervoor kan u terecht bij de projecteigenaar KU Leuven. Indien er vermoedens zijn dat asbesthoudend materiaal aanwezig is dat niet in de inventaris voorkomt, dient de projecteigenaar KU Leuven onmiddellijk te worden verwittigd en moet het materiaal onaangeroerd te blijven. Van elk product waarop gevarensymbolen zijn aangebracht en dat wordt gebruikt dient op de werf een veiligheidsfiche aanwezig te zijn. De gebruiksinstructies en in het bijzonder de veiligheidsmaatregelen voor de gebruiker en zijn omgeving dienen strikt te worden nageleefd. Lekken en ongelukken dienen onmiddellijk te worden gemeld via het noodnummer. Noodnummer 016/32.22.22 U hoeft niets te ondernemen. U verlaat onmiddellijk het gebouw nadat u toestellen en gereedschap uitgeschakeld heeft. U begeeft zich naar de verzamelplaats. U gaat het gebouw slechts opnieuw binnen na uitdrukkelijke toestemming. U belt het noodnummer, zegt wie u bent, waar u zich bevindt en beschrijft de situatie.
Bij vragen over de correcte en veilige uitvoering van de werken, contacteert u steeds de KU Leuven projecteigenaar of projecttechnicus
Bijlage 3 Betekenis van belangrijkste pictogrammen en signalisatie
haspel
Pagina 25
VERBODEN TE ROKEN
VUUR, OPEN VLAM EN ROKEN VERBODEN
VERBODEN MET WATER TE BLUSSEN
GEEN DRINKBAAR WATER
VERBODEN TOEGANG voor onbevoegden
VOORZICHTIG BEVAT ASBEST Het inademen van asbeststof is schadelijk voor de gezondheid. Houdt u aan de veiligheidsvoorschriften
Asbesthoudend materiaal
Pagina 26