Reglement toelating en bevordering
Cursus 2012-2013 Aangepast in mei 2013. Dit document geldt voor alle leerlingen die in 2012 reeds ingeschreven staan als leerling op het Lauwers College en die leerlingen die in juni 2013 de overstap maken van klas 4Theoretische leerweg naar 4 Havo.
Buitenpost Grijpskerk Kollum Surhuisterveen
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 2
Inhoudsopgave Algemeen................................................................................................................................................. 4 Hst 1. Toelating tot en bevordering naar hogere leerjaren op het Lauwers College. ............................. 5 1.1 Toelating tot klas 1 .................................................................................................................. 5 1.1.2 Determinatie naar mogelijkheden ........................................................................................... 5 1.1.3 Gymnasium vanaf klas 2 ......................................................................................................... 5 1.2 Toelating hogere leerjaren. ...................................................................................................... 6 1.2.1 Toelating hogere leerjaren vanaf andere VO school. ............................................................. 6 1.2.2 Toelating vanuit vmbo TL (met diploma) naar havo-4 ........................................................... 6 1.2.3 Toelating vanuit havo (met diploma) naar vwo-5. ................................................................... 7 Hst 2. Bevorderen .................................................................................................................................... 8 2.1 Bevordering binnen dezelfde schoolsoort. .............................................................................. 8 2.2 Gerichte bevordering naar andere schoolsoort. ...................................................................... 8 2.3 Veranderen van schoolsoort gedurende een schooljaar. ........................................................ 8 2.4 Voorwaardelijke bevordering. .................................................................................................. 8 Hst 3. De overgangsnormen.................................................................................................................... 9 3.1 Welke vakken tellen mee? ....................................................................................................... 9 3.2 Waardebepaling van onvoldoende cijfers. .............................................................................. 9 3.3 De normen. .............................................................................................................................. 9 3.3.1 Overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2 (alle afdelingen): .................................................. 9 3.3.2 Overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 (alle afdelingen): .................................................. 9 3.3.3 Overgang van leerjaar 3 naar leerjaar 4. ........................................................................... 10 3.3.4 Overgang binnen de Tweede Fase ................................................................................... 11 3.3.4.1 Overgang van havo-4 naar havo-5. ............................................................................... 11 3.3.4.2 Overgang van vwo-4 naar vwo-5 en van vwo-5 naar vwo-6 ......................................... 12 3.3.4.3 Overgang van havo-5 naar vwo-5 ................................................................................. 12 3.3.4.4 Bijzondere omstandigheden. ......................................................................................... 12 Hst 4. Regels voor het slagen volgens artikel 49 van het eindexamenbesluit vwo- havo- mavo-vbo. . 13 4.1 Examens VMBO. ................................................................................................................... 13 4.2 Examens HAVO en VWO. ..................................................................................................... 13 4.3 Regels voor herkansing volgens artikel 51 van het eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.m.a.v.o.-v.b.o. ........................................................................................................................... 14
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 3
Algemeen Het Lauwers College werkt onder de volgende missie:
Identiteit: Levensbeschouwelijke vorming is bij het opleiden en begeleiden van jonge mensen van groot belang. Het Lauwers College is een open christelijke scholengemeenschap. Leerlingen van alle godsdiensten, levensovertuigingen, etnische of culturele achtergronden zijn welkom bij ons, zo lang zij onze christelijke grondslag respecteren en meewerken aan de invulling die wij daaraan geven. Optimale ontwikkeling: Leerlingen krijgen op het Lauwers College de mogelijkheden om zich optimaal te ontwikkelen. Er is zorg op maat, aandacht voor culturele activiteiten en begeleiding van het ontwikkelproces. Wij vinden dat ouders eerst verantwoordelijk zijn voor de vorming en opvoeding. Als school zijn we daarin aanvullend. Het contact tussen leerlingen, ouders en de school is daarom heel belangrijk. Onderwijs dichtbij: Leerlingen kunnen bij het Lauwers College een breed scala aan onderwijsvormen volgen. We brengen het onderwijs dichtbij de leerling, doordat het onderwijsaanbod is gespreid over een aantal locaties in de regio. Samenwerking: De samenleving stelt veranderende eisen aan het Lauwers College. Onze school vervult een belangrijke regiofunctie en heeft daarom contacten met het basisonderwijs, de beroepsopleidingen, het bedrijfsleven, maatschappelijke overheden en de gemeenten. Ons doel daarbij is: samenwerking gebaseerd op wederzijds belang. Een ‘lerende school’: De leerlingen staan centraal bij het Lauwers College. Maar niet alleen de leerlingen leren bij ons. Op onze lerende school zijn ook de medewerkers permanent in ontwikkeling, individueel en als team. Juist in teamverband kun je leren, van elkaars kwaliteiten en elkaars verbeterpunten. Zo kunnen we lessen trekken voor de toekomst en het aanbod van onderwijs en vorming op een steeds hoger peil brengen.
Dit reglement van toelating en bevordering wordt vastgesteld door het bevoegd gezag van de Stichting Lauwers College en wordt ter instemming voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad. Het reglement is in mei 2013 aangepast voor die leerlingen die een overstap maken van klas 4 Theoretische leerweg naar klas 4 havo. Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 4
Hst 1. Toelating tot en bevordering naar hogere leerjaren op het Lauwers College. Algemeen. Het Lauwers College is een christelijke school. Dit betekent, dat we van leerlingen van de school en hun ouders verwachten dat zij de grondslag van de school respecteren. Voor deelname aan de lessen godsdienst en het aanwezig zijn bij de dagopeningen wordt geen ontheffing verleend.
1.1
Toelating tot klas 1
De door de Lauwers College verstrekte aanmeldingsformulieren dienen voor 15 maart door de basisscholen te worden opgestuurd. Binnen een maand kan het Lauwers College contact op nemen met de basisscholen om de aanmeldingsformulieren door de spreken. Indien er sprake is van een blijvende discrepantie tussen het advies van de basisschool en de wens van de ouders is het Lauwers College bereid om met beide partijen naar een oplossing te zoeken. De toelating en plaatsing in de juiste klas geschiedt vervolgens onder verantwoordelijkheid van de toelatingscommissie van het Lauwers College en op basis van het door de basisschool verstrekte advies. Dit advies, dat ondersteund wordt door de resultaten van de laatste drie leerjaren van de basisschool, is medebepalend voor toelating. Bij toelating worden de richtlijnen van de plaatsingswijzer gehanteerd. (Procedure toelating op www.lauwerscollege.nl) Leerlingen worden op grond van de adviezen van de basisscholen ingedeeld in klassen gebaseerd op schoolsoort. Het is mogelijk, dat bij een deel of alle vakken klassen worden gecombineerd. De leerstof, die in deze klassen per schoolsoort wordt aangeboden, verschilt in moeilijkheidsgraad. Een leerling kan vooral in de onderbouw op verschillende momenten overstappen naar een andere klas/schoolsoort, als daar het onderwijs wordt gegeven dat beter aansluit bij zijn mogelijkheden. 1.1.2 Determinatie naar mogelijkheden In de onderbouw wordt gedetermineerd in welke schoolsoort de leerling vanaf klas 3 examen gaat doen. Bij de determinatie zal niet alleen gekeken worden naar het beheersen van de leerstof, maar ook naar inzet, vaardigheden, interesse, etc. Overleg met ouders tijdens de determinatie is gewenst. 1.1.3 Gymnasium vanaf klas 2 In het tweede leerjaar kan de keuze gymnasium gemaakt worden als de leerling in klas 1 voldoet aan de toelatingsnormen en de docenten een positief advies geven. Gymnasiumonderwijs wordt alleen gegeven in Buitenpost.
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 5
1.2
Toelating hogere leerjaren.
1.2.1 Toelating hogere leerjaren vanaf andere VO school. Een leerling komende van een gelijksoortige school, wordt bij toelating geplaatst in het leerjaar waarin de leerling op die school zit of onderwijs had mogen volgen. Bij verzoek om plaatsing na 15 maart (klas 1) of in andere leerjaren kunnen adviezen van de school van herkomst en eventueel van de basisschool meegenomen worden in het besluit. 1.2.2 Toelating vanuit vmbo TL (met diploma) naar havo-4 Doorstroming vanuit vmbo-4tl naar havo-4 is mogelijk mits voldaan wordt aan de volgende eisen: Algemene toelatingseisen luidt: 1. Frieslandbreed de 6,8 als cijfereis in (bedoeld is een 6,8 als gemiddeld eindcijfer, over de vakken waarin examen is gedaan). 2. Voor de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde mag geen onvoldoende behaald zijn. 3. Indien examen is gedaan in 8 vakken, mag op het cijfer van dit achtste vak de duim gelegd worden, mits dat vak niet gekozen wordt. 4. Het advies van de toeleverende school (na SE-2) moet positief zijn. 5. De leerling die wenst door te stromen, neemt verplicht deel aan het aansluitprogramma dat na het vmbo-examen en vóór de zomervakantie uitgevoerd wordt. Het aansluitprogramma wordt afgesloten met een schriftelijke of mondelinge toets of een opdracht. Op basis van die uitslag wordt door de toelatingscommissie en de teamleider besloten over toelating tot havo-4. 6. Een leerling uit TL kan alleen toegelaten worden wanneer er met de te kiezen vakken een profiel voor Havo-4 samengesteld kan worden. 7. Een toelatingscommissie beoordeelt bespreekgevallen. De werkwijze is als volgt: Is de cijfereis behaald en het advies van de toeleverende en ontvangende school beide positief?
Toelaten
Is één van beide zaken niet in orde?
Bespreken
Is er bij leerlingen die niet aan de criteria voldoen sprake van dyscalculie of dyslexie of een andere beperking?
Bespreken
Zijn beide niet in orde?
Niet toelaten
Aansluitprogramma onvoldoende?
Niet toelaten
Profieleisen Verplichte vakken waarin in TL eindexamen is gedaan, zijn: a. Nederlands en Engels b. Frans – wanneer het vak gekozen wordt c. Duits – wanneer het vak gekozen wordt d. Wiskunde – wanneer het vak gekozen wordt e. Natuurkunde – wanneer het vak gekozen wordt f. Scheikunde – wanneer het vak gekozen wordt (zie opmerking 1) Profielkeuzevakken en keuzevakken in het vrije deel worden alleen aangeboden bij voldoende belangstelling. Opmerking 1
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 6
Als een leerling het vak scheikunde kiest en geen examen heeft gedaan in nask 2, kan dat vak alleen gekozen worden wanneer, in de zomervakantie, een inhaalprogramma is gedaan voor het vak scheikunde, dat door de docent met minimaal een 7 is beoordeeld. 1.2.3 Toelating vanuit havo (met diploma) naar vwo-5. De leerling die met een havo-diploma wordt toegelaten tot vwo-5 kan vrijgesteld worden van een aantal onderdelen van het gemeenschappelijk deel, die hij al gevolgd heeft in het havo. Het zijn de volgende vakken van het gemeenschappelijk deel: maatschappijleer en culturele en kunstzinnige vorming (ckv). De leerling die deze overstap maakt, zal, afhankelijk van het vakkenpakket, een inhaalprogramma moeten volgen.
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 7
Hst 2. Bevorderen In dit hoofdstuk wordt de doorstroming en bevordering beschreven. Er wordt naar gestreefd om de leerling vanaf klas 3 de schoolsoort te laten volgen waarin ook examen wordt gedaan.
2.1
Bevordering binnen dezelfde schoolsoort.
In hoofdstuk 3 staat beschreven aan welke eisen een leerling moet voldoen om binnen dezelfde schoolsoort regulier te kunnen worden bevorderd.
2.2
Gerichte bevordering naar andere schoolsoort.
In gevallen waarin een leerling niet bevorderd kan worden naar een hoger leerjaar binnen dezelfde schoolsoort zal gerichte bevordering plaatsvinden naar een hoger leerjaar in een andere schoolsoort. 1. Bij gerichte bevordering geldt binnen alle schoolsoorten dat de cijfers, inzet, vaardigheden, etc. de gerichte bevordering naar een bepaald schoolsoort moeten legitimeren. De docentenvergadering dient hierover een positief oordeel af te geven. 2. Bij een combinatieklas in de onderbouw geldt, mits er sprake is geweest van dezelfde methoden en lesinhoud, dat bevordering aan het eind van leerjaar 1 en 2 toegang geeft tot de eerst genoemde schoolsoort. Bevordering naar een hogere schoolsoort vereist een positief advies van de docentenvergadering. 3. Gerichte bevordering vanuit een havo en/of vwo leerjaar 1 naar gymasium2 is mogelijk als de leerling voldoet aan de volgende eisen: e a. gemiddeld minimaal een 8 voor de talen en wiskunde op het eindrapport (= 4 rapport), b. gemiddeld minimaal een 7 op de overige vakken op het eindrapport, c. een positief advies m.b.t. de gymnasiumkeuze van de docentenvergadering. Bij het formuleren van dat advies wordt ook gekeken naar motivatie, werkhouding en leerstijl. 4. Gerichte bevordering van vwo 3 (atheneum/gymnasium) naar havo 4 is mogelijk mits de behaalde cijfers van dien aard zijn dat de docentenvergadering hierover een positief oordeel uitspreekt en een profiel gekozen kan worden dat voldoende perspectief biedt. 5. De overgang van leerjaar 3 gymnasium naar 4 atheneum is geen gerichte bevordering. Het staat de leerling vrij de vakken Grieks en Latijn te laten vallen in 4-vwo en als “gewone” atheneumleerling verder te gaan 6. Voor de overstap aan het einde van het schooljaar van de theoretische leerweg klas 3 of havo-3 naar de beroepsgerichte leerwegen gelden beperkingen. Zowel in basisberoeps- als in de kaderberoepsgerichte leerweg krijgen leerlingen vanaf het begin van het schooljaar een grote hoeveelheid beroepsvakken. Een achterstand bij deze vakken is moeilijk in het halen. Mits een positief advies van de docenten is onder bepaalde voorwaarden een overstap tot de herfstvakantie mogelijk.
2.3
Veranderen van schoolsoort gedurende een schooljaar.
Leerlingen kunnen vooral in de onderbouw tijdens het schooljaar overstappen naar een andere schoolsoort. Hiervoor zijn geen eisen geformuleerd, een positief advies van de docentenvergadering is vereist.
2.4
Voorwaardelijke bevordering.
Slechts in uitzonderlijke gevallen kan worden overgegaan tot voorwaardelijke bevordering: 1. Voorwaardelijke bevordering wordt uitdrukkelijk op het eindrapport vermeld. Bovendien wordt hiervan schriftelijk mededeling gedaan aan ouders, voogden of verzorgers, waarbij wordt vermeld het tijdstip waarop definitief omtrent de overgang zal worden beslist alsmede de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om te kunnen worden bevorderd. Dit tijdstip ligt tussen 1 oktober en 1 januari daarop volgend. 2. Een leerling wordt niet voorwaardelijk bevorderd tot het hoogste leerjaar. 3. Met de ouders en betrokken leerling dient te worden gecommuniceerd dat in de gevallen dat aan de gestelde eisen voor definitieve bevordering, de overstap naar of de onderliggende schoolsoort of naar een lager leerjaar moet worden gemaakt. Al in de communicatie over de voorwaardelijke bevordering voor de zomervakantie dient te worden gemeld dat in beide gevallen geen garantie van een voortzetting van de studie op dezelfde locatie kan worden afgegeven. Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 8
Hst 3. De overgangsnormen ste
e
In dit hoofdstuk wordt de situatie beschreven in de 1 fase. Voor de 2 fase wordt verwezen naar de de studiegids die iedere leerling in de 2 fase ieder cursusjaar krijgt uitgereikt.
3.1
Welke vakken tellen mee?
Alle vakken waarvoor in een bepaald leerjaar een Eindcijfer is berekend tellen mee bij de overgang, uitgezonderd lichamelijke opvoeding en in de afdeling havo/vwo vanaf het derde leerjaar het vak godsdienst. Alle vakken tellen even zwaar, tenzij bij een afdeling/leerjaar anders is vermeld.
3.2
Waardebepaling van onvoldoende cijfers.
Onvoldoende cijfers (van het Eindrapport) worden – met het oog op het hanteren van de overgangsnormen – ‘vertaalt’ in manco’s: Cijfer 5 = 1 manco / cijfer 4 = 2 manco’s / cijfer 3 = 3 manco’s. Op de rapporten wordt niet lager gecijferd dan een 3.0. Op het Eindrapport is het laagste cijfer een 3. ste Bij de bepaling van het Eindrapport wordt uitgegaan van de cijfers, zoals ze zijn vermeld op het 1 , de de 2 en 3 rapport.
3.3
De normen.
3.3.1
Overgang van leerjaar 1 naar leerjaar 2 (alle afdelingen):
1. 2. 3.
maximaal 2 manco’s: 3 en 4 manco’s: 5 en meer manco’s:
bevorderen (binnen dezelfde ‘dakpan’); bespreken; gericht bevorderen of leerjaar 1 overdoen (in uitzonderlijke gevallen).
Voor bevordering naar een moeilijker ‘dakpan’ moet uiteraard eerst aan bovengenoemde normen zijn voldaan. Daarnaast is een positief advies vereist. 3.3.2 Overgang van leerjaar 2 naar leerjaar 3 (alle afdelingen): Aan het eind van het tweede leerjaar wordt een advies uitgebracht t.a.v. de vervolgstudie. Voor de bevordering van: - 2 vmbo(bb) naar 3 vmbo(bb) - 2 vmbo(kb) naar 3 vmbo(kb) - 2 vmbo(tl) naar 3 vmbo(tl) - 2 havo/vwo naar 3 havo gelden de volgende normen: 1. maximaal 1 manco: bevorderen; 2. 2,3 en 4 manco’s: bespreken; 3. 5 en meer manco’s: gericht bevorderen of leerjaar 2 overdoen (in uitzonderlijke gevallen). Voor de bevordering van:
- 2 vmbo(bb) - 2 vmbo(kb) - 2 havo/vwo
naar 3 vmbo(kb) naar 3 vmbo(tl) naar 3 vwo
moet aan bovenstaande normen zijn voldaan en is een positief advies vereist.
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 9
3.3.3
Overgang van leerjaar 3 naar leerjaar 4.
Afdeling vmbo In het derde leerjaar wordt een start gemaakt met het afnemen van het schoolexamen. 1. 2.
Basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg: Alle leerlingen met meer dan drie manco’s worden besproken. Theoretische leerweg:
a. Eerst wordt naar de totale lijst gekeken. - maximaal 4 manco’s: bevorderen; - 5 manco’s: bespreken; - 6 en meer manco’s: niet bevorderd. b.
Vervolgens wordt naar het examenpakket gekeken: hierin mag slechts één manco voorkomen. Uitzondering: in het geval van twee vijven op de (verplichte) vakken Nederlands en Engels beslist de docentenvergadering.
Opmerkingen: 1. Een leerling die voldoet aan voorwaarde I, maar niet aan voorwaarde II kan dus alleen bevorderd worden bij veranderingen van het vakkenpakket. Dit dient uiteraard besproken te worden met de betreffende leerling en zijn/haar ouders/verzorgers. De keuze van de vervolgopleiding kan daarbij een rol spelen, zodat het advies van de schooldecaan zwaar weegt. 2. Onder bepaalde voorwaarden kan vmbo-tl-examenkandidaten worden toegestaan een extra examenvak te kiezen. Dit betekent een aanmerkelijke verzwaring en is derhalve voorbehouden aan goede leerlingen. De voorwaarden zijn: a. In het vakkenpakket mogen geen onvoldoende cijfers voorkomen; b. Voor de zeven vakken moeten in totaal meer dan 50 punten zijn behaald. Bij 50 punten of minder is een positief advies van de docenten vereist; c. Het moet roostertechnisch mogelijk zijn. Afdeling havo/atheneum/gymnasium Bij de bevordering binnen dezelfde afdeling gelden de volgende normen: 1. maximaal 3 manco’s bevorderen; 2. 4 manco’s bespreken; 3. 5 en meer manco’s doubleren. Tevens geldt: Bij de bevordering naar havo-4 en vwo-4 moet het profiel dat de leerling kiest, voldoen aan de norm van slagen voor het eindexamen havo/vwo, zoals die vanaf het schooljaar 2012-2013 zal gaan gelden. Dat betekent: 1. Voor de vakken met een CE, die men kiest in havo-4 resp. vwo-4, moet men gemiddeld op de eindlijst een 5,5 staan; 2. Leerlingen mogen maximaal één vijf hebben op de eindlijst voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde; 3. Leerlingen die in havo-4 geen wiskunde kiezen, mogen maximaal één vijf hebben voor de vakken Nederlands en Engels; 4. De maatschappelijke stage is volgens de daarvoor geldende normen afgesloten. Voldoet de leerling niet aan één van de genoemde punten bij de profieleisen, dan komt de leerling in bespreking. Als de leerling in bespreking komt, kan de uitkomst o.a. zijn: bevorderen, niet bevorderen, plaats nemen in havo-3+ of het uitstellen van de beslissing vanwege nog uit te voeren (extra) taken.
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 10
In vwo-3 is een gerichte bevordering naar havo-4 mogelijk. Een leerling die dit wenst komt altijd in bespreking. Bij zittenblijven in havo-3 mag de leerling op het eerste rapport maximaal één onvoldoende hebben. Wordt hieraan niet voldaan, dan volgt plaatsing in 3 vmbo-tl. Bij onvoldoende beschikbare plaatsen op de locatie die tot dat moment bezocht werd, kan dat ook een overplaatsing naar een andere locatie betekenen. In de gymnasiumstroom van vwo-3 mag een onvoldoende op de vakken Latijn en Grieks buiten de beschouwing worden gelaten. Voorwaarden zijn dan wel dat de leerling in de 4 klas niet meer kiest voor de afdeling gymnasium en het aantal manco’s voor deze vakken niet meer bedraagt dan 2 (dus max. 2 x een 5 of 1 x een 4). Bij meer dan 2 manco’s voor Grieks en Latijn voldoet de leerling niet aan de overgangsnormen en blijft dus zitten. 3.3.4
Overgang binnen de Tweede Fase
3.3.4.1 Overgang van havo-4 naar havo-5. Voor bevordering naar havo-5 geldt de slaag-/zakregeling. Dat houdt voor de overgang van havo-4 naar havo-5 in: Bevorderen: De leerling die voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. voor alle vakken is het eindcijfer 6 of hoger behaald; of 2. er is één eindcijfer 5 en voor de overige vakken is het eindcijfer 6 of hoger behaald; of 3. er is één eindcijfer 4 met als compensatie 2 x 7 of 1 x 8; of 4. er zijn twee eindcijfers 5 met als compensatie 2 x 7 of 1 x 8; of 5. er is één eindcijfer 4 en één eindcijfer 5 met als compensatie 3 x 7 of 1 x 7 en 1 x 8 of 1 x 9; en 6. voor de vakken wiskunde, Nederlands en Engels is er maximaal één eindcijfer een 5; 7. (als er geen wiskunde gekozen is) voor de vakken Nederlands en Engels is er maximaal één eindcijfer een 5; 8. het cijfer voor maatschappijleer (met het cijfer voor het PWS het combinatiecijfer vormend in havo-5) is niet lager dan 4 (a3. is daarnaast ook van toepassing); 9. de vakken CKV en L.O. zijn beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’; 10. godsdienst, OVO en alle onderdelen van het handelingsdeel zijn naar behoren afgewerkt. Bespreken: Als je niet bevorderd bent, omdat je één manco te veel hebt, kom je in bespreking. Als gevolg van deze bespreking kan besloten worden je te bevorderen, je te laten doubleren, je te plaatsen in havo-4+ of je in één vak een herkansing toe te staan. In de docentenvergadering wordt vastgesteld aan welke eisen je moet voldoen om alsnog bevorderd te kunnen worden. Deze herkansing wordt afgelegd op de eerste dag van de nieuwe cursus. In het geval van bijzondere omstandigheden (b.v. verhuizing, langdurige ziekte) kan tijdens de rapportvergadering besloten worden van de normering af te wijken. Toelichting: 1. Ten aanzien van het combinatiecijfer geldt dat de cijfers voor maatschappijleer en het profielwerkstuk (deze 2 vakken vormen het combinatiecijfer) geen van beide lager mogen zijn dan een 4; dit om te voorkomen dat ten aanzien van één van deze onderdelen een ‘wanprestatie’ wordt geleverd die vervolgens zou kunnen worden gemiddeld met het andere resultaat. 2. Voor de overgang naar havo-5 betekent het bovenstaande dat het cijfer voor godsdienst, ckv en lichamelijke opvoeding niet meetelt als compensatie. 3. Als aan het eind van het schooljaar mocht blijken dat de handelingsdelen voor de verschillende dossiers nog steeds niet in orde zijn, met toepassing van de regels voor het te laat inleveren, dan kun je niet bevorderd worden. Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 11
4.
Indien in havo-4 vakken zijn afgesloten met een schoolexamen met een onvoldoende cijfer, mag je in een van deze vakken een herexamen afleggen, tenzij je reeds eerder voor dit vak een herkansing hebt verspeeld. De docent bepaalt wanneer dat herexamen afgelegd wordt. 3.3.4.2 Overgang van vwo-4 naar vwo-5 en van vwo-5 naar vwo-6 Voor bevordering naar vwo-5 en vwo-6 geldt de slaag-/zakregeling. Dat houdt in: Bevorderen: De leerling die voldoet aan de volgende voorwaarden: 1. voor alle vakken is het eindcijfer 6 of hoger behaald; of 2. er is één eindcijfer 5 en voor de overige vakken is het eindcijfer 6 of hoger behaald; of 3. er is één eindcijfer 4 met als compensatie 2 x 7 of 1 x 8; of 4. er zijn twee eindcijfers 5 met als compensatie 2 x 7 of 1 x 8; of 5. er is één eindcijfer 4 en één eindcijfer 5 met als compensatie 3 x 7 of 1 x 7 en 1 x 8 of 1 x 9; en 6. voor de vakken wiskunde, Nederlands en Engels is er maximaal één eindcijfer een 5; 7. het cijfer voor maatschappijleer en anw (met het cijfer voor het PWS het combinatiecijfer vormend in vwo-6) is niet lager dan 4 (a3. is daarnaast ook van toepassing); 8. de vakken CKV en L.O. zijn beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’; 9. godsdienst, OVO en alle onderdelen van het handelingsdeel zijn naar behoren afgewerkt. Bespreken: Als je niet bevorderd bent, omdat je één manco te veel hebt, kom je in bespreking. Als gevolg van deze bespreking kan besloten worden je te bevorderen, je te laten doubleren of je in één vak een herkansing toe te staan. In de docentenvergadering wordt vastgesteld aan welke eisen je moet voldoen om alsnog bevorderd te kunnen worden. Deze herkansing wordt afgelegd op de eerste dag van de nieuwe cursus. In het geval van bijzondere omstandigheden (b.v. verhuizing, langdurige ziekte) kan tijdens de rapportvergadering besloten worden van de normering af te wijken. Toelichting: 1. Ten aanzien van het combinatiecijfer geldt dat de cijfers voor maatschappijleer, anw en het profielwerkstuk (deze 3 vakken vormen het combinatiecijfer) afzonderlijk niet lager mogen zijn dan een 4; dit om te voorkomen dat ten aanzien van één van deze onderdelen een ‘wanprestatie’ wordt geleverd die vervolgens zou kunnen worden gemiddeld met het andere resultaat. 2. Voor de overgang naar vwo-5 en vwo-6 betekent het bovenstaande dat het cijfer voor godsdienst, ckv en lichamelijke opvoeding niet meetelt als compensatie. 3. Als aan het eind van het schooljaar mocht blijken dat de handelingsdelen voor de verschillende dossiers nog steeds niet in orde zijn, met toepassing van de regels voor het te laat inleveren, dan kun je niet bevorderd worden. 4. Indien in vwo-4 of vwo-5 vakken zijn afgesloten met een schoolexamen met een onvoldoende cijfer, mag je in één van deze vakken een herexamen afleggen, tenzij je reeds eerder voor dit vak een herkansing hebt verspeeld. 3.3.4.3 Overgang van havo-5 naar vwo-5 Leerlingen met een havo-5 diploma hebben de mogelijkheid door te stromen naar vwo-5. (Zie hiervoor 1.2.3) 3.3.4.4 Bijzondere omstandigheden. In het geval van bijzondere omstandigheden (verhuizing, langdurige ziekte, wijziging van pakket of schooltype) kan tijdens de rapportenvergadering besloten worden van voornoemde normering af te wijken.
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 12
Hst 4. Regels voor het slagen volgens artikel 49 van het eindexamenbesluit vwo- havo- mavo-vbo. ( versie 2011-2012) (zie ook het examenreglement Lauwers College. Deze wordt per 1 augustus 2012 geactualiseerd )
4.1
Examens VMBO.
1. a.
De kandidaat die eindexamen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, en hij tevens: voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger.
b. c. d.
2.
3.
4.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen b, c en d, wordt het eindcijfer van het afdelingsvak of het intrasectorale of intersectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg meegerekend als twee eindcijfers. In aanvulling op het eerste lid geldt tevens dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel en in de gemengde en de theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie «voldoende» of «goed» is behaald. In afwijking van het eerste en derde lid, is de kandidaat die eindexamen vmbo heeft afgelegd ter afsluiting van een leerwerktraject als bedoeld in artikel 10b1 van de wet, geslaagd indien hij zowel voor het vak Nederlandse taal als voor het beroepsgerichte programma het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald. Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b van de wet, zijn het eerste tot en met derde lid van overeenkomstige toepassing.
4.2
Examens HAVO en VWO.
1. a.
De kandidaat die eindexamen vwo of havo heeft afgelegd, is geslaagd: indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, en hij tevens 1°. voor al zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 2°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, 3°. voor één van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 4 en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, dan wel 4°. voor twee van zijn vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 5 heeft behaald dan wel voor één van de vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld als eindcijfer 4 en voor één van deze vakken als eindcijfer 5 heeft behaald, en voor de overige vakken waarvoor een eindcijfer is vastgesteld, als eindcijfer 6 of meer heeft behaald, en het gemiddelde van de eindcijfers tenminste 6,0 bedraagt, indien geen van de eindcijfers van de onderdelen maatschappijleer en het profielwerkstuk en voor vwo ook algemene natuurwetenschappen, lager is dan 4, en indien de vakken culturele en kunstzinnige vorming en lichamelijke opvoeding van het gemeenschappelijk deel van elk profiel, zijn beoordeeld als «voldoende» of «goed».
b. c.
2.
Bij de uitslagbepaling volgens het eerste lid wordt het gemiddelde van de eindcijfers van ten minste de volgende onderdelen aangemerkt als het eindcijfer van één vak, voor zover voor deze onderdelen een eindcijfer is bepaald: maatschappijleer en het profielwerkstuk en voor vwo ook algemene natuurwetenschappen.
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 13
4.3
Regels voor herkansing volgens artikel 51 van het eindexamenbesluit v.w.o.h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.
De kandidaat heeft voor één vak waarin hij reeds examen heeft afgelegd, nadat de eindcijfers zijn bekendgemaakt, het recht om in het tweede tijdvak of, indien artikel 45, eerste lid van het eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o., van toepassing is, in het derde tijdvak, opnieuw deel te nemen aan het centraal examen.
Regeling Toelating & Bevordering
mei 2013
blad 14