REGLEMENT TIJDSPAARREGELING In de Metaal en Technische Bedrijfstakken
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
INHOUDSOPGAVE 1. DEFINITIES ....................................................................................................................................... 3 2. ALGEMENE BEPALINGEN........................................................................................................... 5 3. INLEG TIJDSPAARREKENING..................................................................................................... 6 4. VERLOF ............................................................................................................................................. 8 5. UITKERINGEN................................................................................................................................ 9 6. BEËINDIGING DEELNEMING ................................................................................................... 10 7. ALGEMENE BEPALINGEN......................................................................................................... 11
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
-3–
DE REGELING VOOR TIJDSPAREN IN DE METAAL EN TECHNISCHE BEDRIJFTAKKEN 1. DEFINITIES In dit reglement wordt verstaan onder: Bedrijfstak:
De bedrijfstakken behorende tot de Metaal en Technische Bedrijfstakken zoals omschreven in artikel 3 en de artikelen 77 van de CAO(’s) voor: het carrosseriebedrijf het elektrotechnisch bedrijf de goud- en zilvernijverheid het isolatiebedrijf het loodgieters-, fitters-, centrale verwarmingsbedrijf en het koeltechnisch installatiebedrijf, het metaalbewerkingsbedrijf, het motorvoertuigenbedrijf en het tweewielerbedrijf.
Werkgever:
De werkgever in de bedrijfstak als bedoeld in artikel 3 en 77 van de CAO, dan wel degene die door het bestuur van het Fonds als werkgever is toegelaten;
Directie:
De directie van de bij het fonds aangesloten ondernemingen of degene die gemachtigd is namens de directie op te treden;
Werknemer:
a. Degene die in dienst van de werkgever tegen salaris arbeid verricht, zoals bedoeld in artikel 2 van de CAO; b. Als werknemer in de zin van deze regeling wordt mede begrepen, degene die in hoofdzaak werkzaamheden verricht waarvan het functieniveau uitgaat boven het niveau van functiegroep 11 (salarisgroep J) zoals bedoeld in artikel 2 lid 2 onder b van de CAO;
CAO:
De Collectieve Arbeidsovereenkomsten voor de bedrijfstak;
Regeling:
De regeling voor Tijdsparen in de Metaal en Technische Bedrijfstakken;
Fonds:
De Stichting Tijdspaarfonds voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken als bedoeld in artikel 63a van de CAO.
Bestuur:
Het bestuur van het fonds;
Statuten:
De statuten van het fonds;
Deelnemer:
De werknemer die binnen het kader van de regeling verlof spaart, en/of uit hoofde van de regeling verlof geniet.
Tijdspaarrekening:
De rekening bij het fonds op naam van de deelnemer waarop de inleg en de daarop gekweekte inkomsten minus kosten worden bijgeschreven.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
-4–
Inleg Overwerk:
De bruto waarde van de door de werknemer gespaarde tijd inclusief de overwerkvergoeding conform artikel 42 van de CAO .
Inleg ADV- Vakantiedag: De bruto waarde van de door de werknemer gespaarde tijd welke is vastgesteld op 0,607% van het maandloon per gespaard uur (0,658% van het vierweken-salaris per gespaard uur). ADV:
De tijd waarop ten gevolge van arbeidsduurverkorting niet wordt gewerkt.
Saldo:
Het saldo van het geld dat de deelnemer heeft gespaard.
Kosten:
De door het Fonds te maken kosten met betrekking tot de administratie van de Tijdspaarrekening en de beleggingen van het saldo.
Maandloon:
De salarisbetaling vindt uitsluitend plaats hetzij per maand hetzij per vierwekenperiode. Onder salaris wordt verstaan de overeengekomen vaste vergoeding, waaronder mede begrepen de persoonlijke toeslag als bedoeld in artikel 36a en daarmee vergelijkbare vaste salarisbestanddelen (exclusief eventuele toeslagen, bijslagen, onkostenvergoedingen en dergelijke) die per maand of per vierwekenperiode is verschuldigd door de werkgever.
Werktijd:
Het aantal uren dat een deelnemer volgens dienstrooster per jaar geacht wordt te werken, conform de artikelen 17 t/m 21a van de CAO.
Pensioenfonds:
De Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek zoals bedoeld in artikel 69 van de CAO.
Pensioensparen:
De aanwending van financiële middelen door werknemers in het kader van de regeling Pensioensparen zoals deze wordt uitgevoerd door het Pensioenfonds.
In overleg:
Met instemming van.
Werkdag:
De dag waarop de deelnemer volgens zijn dienstrooster arbeid zou hebben verricht.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
-5–
2. ALGEMENE BEPALINGEN 2.1 Doelstelling De tijdspaarregeling voor de Metaal en Technische Bedrijfstakken heeft als doelstelling de werknemers in de bedrijfstak in staat te stellen geld te sparen ten behoeve van het opnemen door de deelnemer van een periode van extra verlof – tijdens het bestaan of na beëindiging van de dienstbetrekking van wettelijke maximaal één jaar. Alsmede - met inachtneming van de wettelijke bepalingen – het doorstorten van het gespaarde geld (telkens) naar de pensioenrekening bij het Pensioenfonds. 2.2 Deelneming Een werknemer kan aan de Tijdspaarregeling deelnemen indien hij zulks te kennen geeft. De werkgever kan deelneming weigeren in verband met (zwaarwegende) bedrijfsbelangen. 2.3 Tijdspaarrekening 2.3.1 Het fonds opent op verzoek van de werknemer ten behoeve en op naam van de werknemer een Tijdspaarrekening. 2.3.2 Op deze rekening wordt het door de werknemer gespaarde bedrag door de werkgever gestort. 2.3.3 Per deelnemer wordt geadministreerd welk bedrag er wordt gestort.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
-6–
3. INLEG TIJDSPAARREKENING 3.1 Spaarbronnen 3.1.1 De werknemer kan jaarlijks de volgende bronnen aanwenden als inleg ten behoeve van de Tijdspaarrekening: 1. de bruto waarde van door de werknemer op verzoek van de werkgever gewerkte overuren; 2. de bruto waarde van de (telkens) op 31 december openstaande bovenwettelijke vakantiedagen. 3. de bruto waarde van gewerkte ADV-tijd. 3.2 Overuren 3.2.1 Een deelnemer kan besluiten een aantal gewerkte overuren niet te laten uitbetalen als salaris, maar de geldswaarde van de gewerkte overuren te laten storten op de tijdspaarrekening. 3.2.2 De waarde van een overuur die in het kader van de regeling wordt gestort, is gelijk aan de vergoeding bij overwerk op basis van artikel 42 van de CAO. 3.3 Vakantiedagen 3.3.1 Een deelnemer kan besluiten een aantal vakantiedagen - met inachtneming van het wettelijk minimum - niet als vrije dagen op te nemen, maar de geldswaarde van deze dagen storten op de tijdspaarrekening. 3.3.2 De waarde van een vakantiedag die in het kader van deze regeling wordt gestort, is gelijk aan het aantal uren dat volgens dienstrooster op die dag gewerkt zou moeten worden vermenigvuldigd met 0,607% van het voor de werknemer geldend maandloon dan wel 0,658% van het voor de werknemer geldende vierweken-salaris. 3.4 ADV-tijd 3.4.1 Een deelnemer kan besluiten de tijd gewerkt op ADV niet als vrije tijd op te nemen, maar de geldswaarde van deze adv te storten op de tijdspaarrekening. 3.4.2. De waarde van de ADV die in het kader van deze regeling wordt aangewend, is gelijk aan het aantal ADV-uren dat werkgever en werknemer zijn overeengekomen af te storten vermenigvuldigd met 0,607% van het voor de deelnemer geldende maandloon dan wel 0,658% van het voor de werknemer geldende vierweken-salaris.. 3.5 Vakantietoeslag 3.5.1 Indien en voorzover van toepassing zal de vakantietoeslag conform de CAO worden berekend over de hiervoor genoemde bronnen en worden uitbetaald. 3.6. Tijdstip waarop inleg wordt gestort 3.6.1 Stortingen kunnen niet vaker dan per loonbetalingsperiode worden verricht. 3.6.1 Gestort kan worden tot het maximaal fiscaal toelaatbare zoals bepaald in artikel 11 van de Wet op de loonbelasting 1964. 3.6.2 Het gestorte bedrag dient tenminste één jaar op de Tijdspaarrekening te staan alvorens het kan worden aangewend zoals in dit reglement bepaald. 3.7 Rendementen inleg en uitvoeringskosten 3.7.1 Door het bestuur worden nadere regels voor de vaststelling van het rendement gesteld. 3.7.2 De door het Fonds behaalde rendementen worden in eerste instantie aangewend ter dekking van de uitvoeringskosten van deze regeling.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
-7–
Indien de uitvoeringskosten hoger zijn dan het rendement wordt het saldo naar rato in mindering gebracht. * NB: afwijkingen van dit reglement zijn niet op voorhand fiscaal gefacilieerd en het is derhalve verstandig bij afwijkingen fiscale goedkeuring te vragen.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
-8–
4. VERLOF 4.1 Verlof De deelnemer heeft de mogelijkheid om, onder aanwending van saldo van zijn tijdspaarregeling verlof op te nemen onder de hierna te stellen regels. 4.2 Opnemen 4.2.1 De deelnemer kan na overleg met de werkgever per jaar voor 22 werkdagen verlof opnemen. Een groter aantal dan deze 22 dagen per jaar kan in overleg met de werkgever worden opgenomen. Aanvraagprocedure 4.2.2 Werknemer meldt vooraf tijdig aan werkgever dat hij verlof wenst op te nemen waarbij werknemer het tijdstip en de duur van het verlof aangeeft. De werkgever kan opname van het verlof weigeren in verband met (zwaarwegende) bedrijfsbelangen. Partijen treden alsdan in overleg over de datum waarop opname van verlof wel mogelijk is. Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld. 4.3 Verlofduur 4.3.1 De deelnemer kan verlof opnemen voor zover het saldo dat toelaat. 4.3.2 De duur van het verlof wordt aan de hand van de volgende formule berekend: S/U = V S= saldo Tijdspaarregeling U= uurwaarde V= het aantal uren verlof dat de deelnemer kan opnemen 4.3.3. Het verlof moet in hele werkdagen gebeuren en kan niet worden opgenomen voor een deel van de dagelijkse werktijd. 4.3.4. Het verlof inzake deze regeling kan niet worden opgenomen binnen een jaar voorafgaand aan de ingang van een ouderdomspensioen of van een voorziening voor vervroegde uittreding.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
-9–
5. UITKERINGEN 5.1. Aanspraak loon tijdens verlof 5.1.1 Wanneer een deelnemer met een beroep op de regeling verlof opneemt, zal het laatstgenoten loon (periodiek) vanaf de tijdspaarregeling via de werkgever aan de deelnemer worden uitbetaald. 5.1.2 Het is niet toegestaan een hoger loon uit te betalen dan het laatstgenoten loon. 5.2 Afdrachten 5.2.1 De werkgever verzorgt de afdrachten aan de bedrijfstak, de afdracht van premies voor de wettelijke sociale werknemersverzekeringen, de afdracht van loonbelasting, premies volksverzekeringen en Ziekenfondswet. 5.3 Overige 5.3.1. Tijdens de eerste 22 dagen van een verlof als hier bedoeld loopt de pensioenopbouw door zoals vóór wijziging van het verlof. Ditzelfde geldt ook voor de opbouw van vakantiedagen en de regeling van de ziektekosten als bedoeld in artikel 40 CAO. 5.3.2. Indien het vorenbedoelde verlof langer duurt dan die 22 dagen kunnen de werkgever en werknemer ten aanzien van het meerdere van die 22 dagen afwijkende afspraken maken dan in 5.3.1. bedoeld ten aanzien van pensioenpremie-verdeling, opbouw vakantiedagen en regeling van de ziektekosten als bedoeld in artikel 40 CAO. Wanneer geen afwijkende afspraken zijn gemaakt geldt voor het meerdere de regeling als tijdens de eerste 22 dagen. 5.4 Uitkering anders dan tijdens verlof De deelnemer kan besluiten het opgebouwde saldo van de Tijdspaarrekening te storten op zijn Pensioenrekening bij het pensioenfonds. 5.5. Vakantiegeld Over de periode waarvan de deelnemer geld ontvangt via het Tijdspaarfonds zal geen opbouw vakantiegeld plaatsvinden.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
- 10 –
6. BEËINDIGING DEELNEMING 6.1 Beëindiging deelnemerschap 6.1.1 Het saldo kan in principe alleen worden opgenomen in de vorm van verlof dan wel kan worden gestort op de Pensioenrekening. 6.1.2 In geval van werkloosheid, langdurige arbeidsongeschiktheid, het aanvaarden van een functie bij werkgever buiten bedrijfstak of bij verplichte beëindiging van de deelname van de werkgever aan de Tijdspaarregeling, kan de deelnemer kiezen het saldo op één van de volgende mogelijkheden te besteden: 1. Het saldo blijft gereserveerd in het fonds; óf 2. het saldo wordt uitbetaald aan de deelnemer; óf 3. het saldo wordt gestort op de Pensioenrekening bij het pensioenfonds; hierbij is sprake van een fiscaal toelaatbaar maximum. 6.2 Beëindiging deelnemerschap in geval van pensionering 6.2.1 In geval van beëindiging van deelneming op uiterlijk één jaar voor de pensioendatum, wordt naar de keuze van de deelnemer: 1. het saldo uitbetaald aan de deelnemer; of 2. gestort op zijn Pensioenrekening bij het pensioenfonds, dan wel 3. een combinatie van 1 en 2 toegepast. 6.2.2 De overheveling als bedoeld in het eerste lid onder 2 dient plaats te vinden vóór het moment van herschikking van pensioengelden conform de pensioenregeling van het Pensioenfonds. 6.3 Beëindiging deelnemerschap in geval van overlijden vóór de pensioendatum 6.3.1 In geval van beëindiging van de deelneming door het overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum, dan wordt naar keuze van de nabestaanden: 1. 100% van het saldo ter beschikking gesteld aan de partner en/of de kinderen van de overleden deelnemer als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking; óf 2. het saldo aangewend voor de aankoop van een partner- en/of wezenpensioen bij het Pensioenfonds of het pensioenfonds waarbij de deelnemer op het moment van overlijden als actief deelnemer was aangesloten. 6.4 Wijziging werkgever binnen bedrijfstak 6.4.1. De deelnemer regelt zelf met zijn nieuwe werkgever of de deelnemer het bij de voorgaande werkgever(s) opgebouwde saldo bij de nieuwe werkgever kan aanwenden voor een eventueel verlof. 6.5 Overdrachten bij start deelneming 6.5.1 Indien een werknemer bij aanvang van zijn dienstverband binnen de bedrijfstak bij zijn vorige werkgever (buiten de bedrijfstak) een saldo heeft dat is opgebouwd in het kader van een regeling voor tijdsparen, dan kan het saldo bij het fonds gestort worden onder eventueel door het bestuur nader te stellen voorwaarden. 6.5.2 De bepalingen van dit reglement zijn onverminderd van toepassing op de in artikel 6.5.1 genoemde situatie.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
- 11 –
7. ALGEMENE BEPALINGEN 7.1 Opgaven en inlichtingen 7.1.1 Deelnemers en werkgevers zijn verplicht om op de tijdstippen en over de periodes als door het bestuur bepaald aan het fonds of diens gemachtigde: 1. alle inlichtingen en opgaven te verstrekken, die het bestuur voor de uitvoering van dit reglement noodzakelijk acht; 2. inzage in die boeken en bescheiden te geven, welke het bestuur noodzakelijk acht. 7.1.2 Het bestuur kan de toepassing van het in dit reglement bepaalde afhankelijk stellen van het naleven door de deelnemer van de in dit artikel bedoelde verplichtingen. 7.1.3 Indien inlichtingen met betrekking tot een saldo op een tijdspaarrekening worden gevraagd anders dan ter zake van een uitkering, kan het bestuur bepalen dat een vergoeding aan het fonds verschuldigd is voor de hieraan verbonden werkzaamheden. 7.1.4 Minstens één maand vóór beëindiging van het dienstverband van de deelnemer vindt melding aan het fonds plaats. 7.2 Informatievoorziening 7.2.1 Iedere werknemer wordt bij de aanvang van zijn dienstverband op de hoogte gesteld van de inhoud van de regeling door overhandiging van de CAO waarin de tekst van de regeling als bijlage is opgenomen. 7.2.2 Bij beëindiging van het dienstverband van een deelnemer geeft het fonds informatie over de mogelijkheden tot en de voorwaarden voor waardeoverdracht. 7.2.3 Het fonds verstrekt de werkgever minimaal één keer per jaar een overzicht van de opgebouwde saldi op de Tijdspaarrekening van de bij hem werkzame deelnemers. 7.2.4 Het fonds verstrekt elke deelnemer na elke mutatie, doch minimaal één keer per jaar een opgave van het actuele saldo op de Tijdspaarrekening. 7.2.5 Voorts is het fonds verplicht een (gewezen) deelnemer op verzoek binnen 3 maanden een opgave van het saldo te verstrekken. 7.3 Instelling van beroep 7.3.1 Bij de door de Stichting Samenwerkende Metaal en Technische Bedrijfstakken daartoe benoemde commissie kan beroep worden ingesteld tegen de volgende door of vanwege het bestuur genomen beslissingen: 1. beslissingen waarbij een aanvraag tot deelnemerschap wordt afgewezen; 2. beslissingen op een aanvraag tot toekenning van uitkeringen of wijziging van een zodanige beslissing. 7.3.2 Het beroep wordt ingesteld door degene te wiens naam de beslissing is genomen of zijn rechtverkrijgenden. 7.4 Onvoorziene gevallen In die gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, of waarin dit reglement tot een onbillijkheid jegens werkgever, de (gewezen) deelnemer, gepensioneerde of zijn nagelaten betrekkingen zou leiden, beslist het bestuur. 7.5 Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2003 en wordt niet gewijzigd tenzij daartoe tussen de onder 7.6 te noemen partijen overeenstemming bestaat. Dit reglement wordt als bijlage toegevoegd aan de CAO.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB
- 12 –
7.6 Vaststelling Dit reglement is op .. december 2002 vastgesteld tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties betrokken bij de totstandkoming van de CAO.
Definitieve versie / febr 2003
Tijdsparen MTB